Vreemdelingenbewaring in getal 2009-2013
juli 2014
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Colofon
Directie Afdeling
Bestuursondersteuning Analyse, Strategie & Kennis
Adresgegevens
Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl
Contactpersoon
Cyril van Schijndel E:
[email protected]
Auteurs
Cyril van Schijndel Nol van Gemmert
Pagina 3 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Pagina 4 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Voorwoord
De publicatie Vreemdelingenbewaring in getal 2009-2013 geeft in kort bestek inzicht in de wereld van de vreemdelingenbewaring in Nederland en is bedoeld voor personen werkzaam in het veld van vreemdelingenbewaring, beleidsmakers, onderzoekers en andere geïnteresseerden. Deze publicatie bevat informatie over vreemdelingen die in de periode 2009-2013 in vreemdelingenbewaring in Nederland verbleven. De lezer vindt cijfermatige informatie en toelichting over de taken en het wettelijk kader, de ontwikkelingen in de capaciteit, de aantallen gedetineerde vreemdelingen in de periode 2009-2013, aard en omvang van de groepen die in bewaring zijn gesteld, de nationaliteit, de gemiddelde duur van de bewaring en incidenten die er plaatsvonden. Grafieken en tabellen maken een en ander meer inzichtelijk. Het stroomschema op pagina 13 geeft in één oogopslag een beeld van het proces van de vreemdelingenbewaring. Aan de nationaliteit van de personen die in vreemdelingenbewaring worden gesteld, zijn naast beleidskeuzes op nationaal niveau ten aanzien van vreemdelingen/terugkeer ook niet zelden ontwikkelingen in Europa en op wereldschaal af te lezen. Dit blijkt dan ook uit de cijfers en beschrijvingen in deze publicatie. In 2013 is het Masterplan DJI 2013-2018 in de Tweede Kamer besproken en vastgesteld. Dit Masterplan brengt de financiële taakstelling van DJI in beeld, schetst de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de invulling van de taakstelling en biedt inzicht in de concrete uitwerking van de maatregelen en hun effecten op het personeel en de capaciteit. Een belangrijk element uit het Masterplan voor vreemdelingenbewaring is het (drastisch) terugbrengen van de capaciteit. De effecten van de te nemen maatregelen op capaciteit en de inrichting hiervan zullen in de publicaties van komende jaren zichtbaar worden. Deze publicatie is één van de vier rapporten met kwantitatieve informatie over de justitiabelen die in de periode 2009-2013 onder de verantwoordelijkheid vallen van de vier organisatieonderdelen van de Dienst Justitiële inrichtingen. Naast de Directie Bijzondere Voorzieningen (vreemdelingenbewaring) zijn dit de Directie Justitiële Jeugdinrichtingen, de Directie Forensische Zorg en de Directie Gevangeniswezen. Alle publicaties zijn ook te vinden op internet: www.dji.nl. Peter Hennephof Hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen
Pagina 5 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Inhoud
Colofon 3 Voorwoord 5 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding 9 Doel van de publicatie 9 Wettelijk kader vreemdelingenbewaring 9 Alternatieven voor vreemdelingenbewaring 10 Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling 11 Leeswijzer 11
2 2.1 2.2
Stroomschema vreemdelingenbewaring 13 Instroom vreemdelingen 13 Bewaring vreemdeling 14
3 3.1
Capaciteit vreemdelingenbewaring 15 Gemiddelde capaciteit 15
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Instroom in de vreemdelingenbewaring 17 Algemene ontwikkeling instroom 17 Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 18 Instroom naar geslacht 20 Instroom naar nationaliteit 20 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 23 Instroom gezinnen met kinderen 24
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Bezetting vreemdelingenbewaring 27 Algemene ontwikkeling bezetting 27 Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 28 Bezetting naar geslacht 28 Bezetting naar leeftijd 29 Bezetting naar nationaliteit 29
6 6.1 6.2
Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring 32 Algemene ontwikkeling uitstroom 32 Bewaringsduur op basis van uitstroom 32
7 7.1 7.2 Bijlage 1 Bijlage 2
Incidenten 35 Ontvluchtingen 35 Suïcides 35 Begrippenlijst 37 Verblijfsduur op peilmoment 40
Pagina 7 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
1
Inleiding
1.1
Doel van de publicatie Het doel van deze publicatie is in de eerste plaats om het management en beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen en het bestuursdepartement van het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfermatig te informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in de periode 2009-2013. In de tweede plaats dient zij als naslagwerk voor direct betrokkenen en geïnteresseerden.
1.2
Wettelijk kader vreemdelingenbewaring Vrijheidsontneming op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna kortweg vreemdelingenbewaring) is een maatregel om een vreemdeling aan wie de toegang tot Nederland is geweigerd, dan wel de vreemdeling die niet (meer) in Nederland mag verblijven en weigert zelfstandig te vertrekken, vast te houden in een inrichting tot het moment dat vertrek of uitzetting mogelijk is. Deze inbewaringstelling maakt handhaving van de Vreemdelingenwet mogelijk, zorgt dat de vreemdeling beschikbaar is voor vertrek en voorkomt dat iemand uit het zicht verdwijnt. Hierbij is van belang op te merken dat het toepassen van vreemdelingenbewaring slechts dan geoorloofd is als met minder ingrijpende middelen niet hetzelfde doel kan worden bereikt (het ultimum remedium-beginsel). Daarnaast moet er ook zicht zijn op vertrek. Dat vreemdelingenbewaring als ultimum remedium wordt ingezet, is tevens gewaarborgd doordat de vreemdeling dit bij toetsing van de inbewaringstelling aan de rechter kan voorleggen. Indien de vreemdeling zelf nog geen beroep heeft ingesteld tegen de inbewaringstelling, is de minister op grond van artikel 94 Vw 2000 verplicht de rechtbank binnen vier weken na het opleggen van de maatregel in kennis te stellen van zijn besluit tot inbewaringstelling. Op grond van de Vreemdelingenwet wordt de vreemdeling in Nederland op basis van een bestuursrechtelijke maatregel ingesloten, dus niet op grond van het strafrecht. Deze maatregel wordt opgelegd door een hulpofficier, namens de minister van Veiligheid en Justitie en niet door een rechter. Het bestuursrechtelijke karakter van de maatregel is terug te zien in de wijze waarop de bewaring wordt uitgevoerd. In grote lijnen houdt het in dat zo veel mogelijk bewegingsvrijheid wordt geboden aan de ingeslotenen, maar wel met oog voor orde en veiligheid. Binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft de Directie Bijzondere Voorzieningen (DBV) de verantwoordelijkheid voor de vreemdelingenbewaring. Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers) werden in 2010 nog ondergebracht in een justitiële jeugdinrichting. In 2011 is dit beleid gewijzigd; vanaf maart 2011 komen AMV’ers onder voogdij te staan en worden zij geplaatst in een speciale voorziening van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In bepaalde situaties kan het voorkomen dat een AMV’er nog in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) of detentiecentrum wordt geplaatst (zie hoofdstuk 4). In de vreemdelingenbewaring zijn er twee groepen te onderscheiden: aan de grens geweigerde vreemdelingen en vreemdelingen die in Nederland worden aangehouden wegens onrechtmatig verblijf. Zij worden ingesloten op respectievelijk artikel 6 of artikel 59 van de Vreemdelingenwet (Vw 2000).
Pagina 9 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
• Vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd (artikel 6 Vw 2000) Deze vreemdelingen krijgen geen toegang tot Nederland, omdat ze bijvoorbeeld niet over een geldig paspoort beschikken, geen visum hebben of een gevaar vormen voor de openbare orde of veiligheid. De toegang is hun geweigerd aan een Schengen-buitengrens, zijnde Schiphol of de Rotterdamse haven. Als het mogelijk is, worden deze mensen door de vervoerder waarmee ze in Nederland zijn gekomen weer mee teruggenomen naar het land van herkomst. Als dat niet (snel genoeg) lukt, komen de vreemdelingen in bewaring in een zogenaamd grenshospitium. • Vreemdelingen die onrechtmatig verblijven in Nederland (artikel 59 Vw 2000) Artikel 59 betreft een maatregel die moet voorkomen dat vreemdelingen die Nederland dienen te verlaten, zich onttrekken aan hun uitzetting. Deze vreemdelingen worden bijvoorbeeld door de politie op straat aangetroffen of opgepakt tijdens controles in verband met illegale arbeid, controles in het openbaar vervoer, et cetera. Het betreft hier zowel illegale vreemdelingen die nooit een asielprocedure hebben doorlopen (de zogenaamde ‘kale’ illegaal), als uitgeprocedeerde asielzoekers en personen met een verlopen tijdelijke verblijfsvergunning die weigeren Nederland zelfstandig te verlaten. 1.3
Alternatieven voor vreemdelingenbewaring Voordat vreemdelingenbewaring wordt opgelegd, wordt op individueel niveau bepaald of met minder ingrijpende maatregelen kan worden volstaan. Om de mogelijkheden te verruimen, zijn in 2012 vier pilots gestart die als alternatief kunnen dienen voor het opleggen van vreemdelingenbewaring. Deze alternatieven zijn: • Het opleggen van een meldplicht bij de Vreemdelingenpolitie (VP) in combinatie met facilitering bij terugkeer door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) aan vertrekplichtige vreemdelingen die opvang/verblijf hebben bij betrouwbaar te achten particulieren of instanties. • Het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel in een vrijheidsbeperkende locatie voor ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers) die op het moment van beëindigen van het Project Perspectief daar in behandeling waren. Het project Perspectief begeleidde Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning of de terugkeer naar het land van herkomst om te voorkomen dat ze in Nederland in de illegaliteit terecht kwamen. • Het onderzoeken van een door of namens de vertrekplichtige vreemdeling vooraf te betalen borgsom, die wordt geretourneerd als het grondgebied van de Europese Unie aantoonbaar verlaten is. • Het mede financieren van terugkeerprojecten van non-gouvernementele organisaties en stichtingen, die lokaal gesteund worden door gemeenten en/of kerkelijke instanties. In 2013 zijn deze pilots geëvalueerd. In de brief aan de Tweede Kamer van 13 september 20131 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aangegeven de
1 De inhoud van de brief “Toezeggingen op Rapporten en adviezen vreemdelingenbeleid” is terug te vinden op www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2013/09/13/brief-tweede-kamer-toezeggingen-op-rapporten-enadviezen-vreemdelingenbeleid.html onder het item Documenten en publicaties.
Pagina 10 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
pilots als lichtere toezichtmaatregelen te verankeren in het terugkeerbeleid. De maatregelen worden anders dan de pilots in beginsel aan de voorkant opgelegd. Dat betekent dat voorafgaand aan de inbewaringstelling wordt gekeken of een lichtere maatregel mogelijk is. De daadwerkelijke oplegging blijft echter afhankelijk van de bereidheid van de vreemdeling actief te werken aan vertrek. Voor de vreemdeling die niet bereid is actief te werken aan vertrek, maar waar de DT&V mogelijkheden ziet om op korte termijn vertrek te realiseren en er geen reëel risico op onttrekking bestaat, waardoor bewaring nog niet aan de orde is, kan ervoor gekozen worden om bijvoorbeeld een vrijheidsbeperkende maatregel of een meldplicht op te leggen.
1.4
Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling In september 2009 heeft er een wijziging in de manier van registratie plaatsgevonden van de vreemdelingen die op grond van artikel 6 zijn ingesloten. De in bewaring gestelde vreemdelingen die op de passantencellen van de Koninklijke Marechaussee (KMar) op het complex Schiphol-Oost verbleven en waarvan de uitzetting binnen één of twee dagen te realiseren was, werden tot aan september 2009 door DJI geregistreerd. Omdat deze vreemdelingen feitelijk onder de verantwoordelijkheid van de KMar vallen, is besloten om de registratie van deze groep vreemdelingen over te dragen aan de KMar. DJI registreert nu alleen nog de vreemdelingen die op basis van de inbewaringstelling daadwerkelijk geplaatst worden in een DJI-locatie. Deze wijziging heeft haar weerslag op de cijfers in de publicatie, omdat de bovengenoemde ‘KMar-vreemdeling’ vanaf 2010 (en een deel van 2009) dus niet meer in deze DJI-cijfers zit. Hierdoor is het niet goed mogelijk om de cijfers uit 2009 te vergelijken met de andere jaren uit de verslagperiode.
1.5
Leeswijzer In de hierna volgende hoofdstukken komen de volgende onderwerpen aan bod: • Hoofdstuk 2 geeft inzicht in het proces van de vreemdelingenbewaring; van aanhouding VP/KMar tot aan de terugkeer naar het land van herkomst. • Hoofdstuk 3 brengt de ontwikkeling van de capaciteit van 2009 tot en met 2013 in beeld. • Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de instroom in de vreemdelingenbewaring en een aantal achtergrondkenmerken: wettelijke grondslag, geslacht en nationaliteit. Tevens wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de instroom van Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen en gezinnen met kinderen. • In hoofdstuk 5 komen dezelfde kenmerken terug. Nu hebben ze betrekking op de gedetineerdenpopulatie op 30 september van ieder jaar. Aanvullend is de leeftijd en de bewaringsduur van de zittende populatie in beeld gebracht. • Hoofdstuk 6 levert gegevens over de uitstroom uit de vreemdelingenbewaring en de bewaringsduur op basis van uitstroom. • Hoofdstuk 7 biedt inzicht in incidenten: het aantal ontvluchtingen en suïcides. De publicatie bevat één bijlage: • Bijlage 1 geeft een lijst met definities van de gebruikte begrippen in deze publicatie.
Pagina 11 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
2
Stroomschema vreemdelingenbewaring
Stroomschema vreemdelingenbewaring
Instroom vreemdeling
Instroom VP
Bewaring vreemdeling
Locatie VP
DJI Detentiecentrum Instroom KMAR ZHP
2.1
Vreemdeling naar land van herkomst
Locatie KMAR
Instroom vreemdelingen De vreemdelingenpolitie (VP) houdt vreemdelingen staande die illegaal in Nederland verblijven. Deze vreemdelingen kunnen een aantal dagen in bewaring worden gesteld op een politiebureau. De Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Zeehavenpolitie (ZHP) voeren controles uit aan de Schengen-buitengrenzen op luchthavens en in zeehavens. Hierbij kan een vreemdeling staande worden gehouden en de toegang tot Nederland worden geweigerd. Tevens kan de KMar langs de ‘binnengrenzen’ in het kader van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) vreemdelingen staande houden. Deze controles vinden plaats in het gebied direct achter de grens en worden steekproefsgewijs uitgevoerd op de wegen, in de treinen, op het water en bij luchtverkeer. Op 28 december 2010 heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over de uitvoering van MTV aan de binnengrenzen. In het kort komt de uitspraak erop neer dat bij MTV alleen aangetroffen vreemdelingen met criminele antecedenten, illegalen die verdacht worden van criminele activiteiten, ongewenst verklaarde vreemdelingen en illegalen die betrokken zijn bij bijzondere zaken (zoals terrorisme) in bewaring kunnen worden gesteld. Een bij MTV aangetroffen illegale vreemdeling die niets met deze zaken van doen heeft, wordt aangezegd Nederland te verlaten. Het aantal inbewaringstellingen vanuit het MTV in 2011 is door deze gewijzigde aanpak
Pagina 13 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
drastisch gedaald.2 Dit effect is in de hier voorliggende cijfers ook duidelijk terug te zien. Op 1 juni 2011 is de wetgeving rondom MTV aangepast en zijn er beperkingen in frequentie en intensiteit vastgelegd in het Vreemdelingenbesluit. Naar het oordeel van de RvS leek het MTV te veel op systematische grenscontroles zoals die worden uitgeoefend aan de buitengrenzen van het Schengengebied en was de juridische basis voor het toezicht niet goed geregeld. De wijziging van het Vreemdelingenbesluit heeft dit nu hersteld. Met name op luchthavens en in treinen zijn door deze wetgeving minder controles toegestaan dan in de jaren hiervoor. De restricties die golden bij het in bewaring stellen van illegale vreemdelingen (criminele antecedenten, etc.) kwamen met de gewijzigde wetgeving te vervallen. 2.2
Bewaring vreemdeling De vreemdeling wordt vanuit de locatie VP/KMar overgebracht naar een detentiecentrum, alwaar het vertrekproces in gang wordt gezet. De regievoerders van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) regelen het uitzetproces. In de detentiecentra werken medewerkers van DT&V om het gedwongen vertrek te bewerkstelligen. De dienst ontvangt van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), de Politie of de Koninklijke Marechaussee dossiers van vreemdelingen waarvan is vastgesteld dat zij Nederland dienen te verlaten. Op basis van het dossier wordt een vertrekplan opgesteld en doorgenomen met de vreemdeling. Het plan geeft aan welke activiteiten DT&V verricht en welke activiteiten de vreemdeling zelf moet verrichten. Wanneer een vreemdeling besluit om mee te werken aan vrijwillig vertrek, kan hij een beroep doen op de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Ook de medewerkers van het IOM hebben een plek in het detentiecentrum. Het IOM is een onafhankelijke organisatie die wereldwijd migranten ondersteunt. Het IOM kan deze personen ondersteunen door een vervangend reisdocument aan te vragen, het ticket naar de eindbestemming te betalen, te regelen dat zonder begeleiding van autoriteiten wordt gereisd, voor begeleiding in het land van herkomst te zorgen of een eventuele financiële bijdrage leveren.
2
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode juli-december 2011 is in het hoofdstuk Toezicht en handhaving meer informatie te vinden over MTV. Pagina 14 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
3
Capaciteit vreemdelingenbewaring
De insluiting van vreemdelingen vindt plaats in een detentiecentrum of een locatie met een ‘regime grenslogies’. In de vreemdelingenbewaring geldt een regime waarin zo veel mogelijk vrijheid wordt geboden. In de reguliere detentiecentra mogen de vreemdelingen tussen 8.00 en 12.00 uur uit hun verblijfsruimten en tussen 13.00 en 17.00 uur. In die uren wordt een programma aangeboden. De vreemdeling kan vrij telefoneren, luchten, bezoek ontvangen (twee uur in de week en in het weekeinde), gebruik maken van geestelijke verzorging, bibliotheek en van sport- en recreatiemogelijkheden als zang, dans, tekenen en schilderen. Buiten de activiteiten verblijven de ingeslotenen op een gemeenschappelijke verblijfsruimte of afdeling. Ouders met kinderen die in een detentiecentrum verblijven en artikel 6vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd, beschikken over een dagprogramma dat doorloopt tot 21.00 uur. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemiddelde vreemdelingencapaciteit over de laatste jaren, onderscheiden naar capaciteit voor artikel 59/6 Vw en uitzetcentra. 3.1
Gemiddelde capaciteit Doordat in de verslagperiode de instroom in de vreemdelingenbewaring sterk afneemt (zie hoofdstuk 4), is er minder behoefte aan detentiecapaciteit voor vreemdelingen. Om de vraag naar plaatsen beter in overeenstemming te brengen met het aanbod aan plaatsen zijn een aantal capaciteitsmaatregelen genomen: • Vanaf 2009 werd capaciteit onder de noemer ‘in stand te houden capaciteit’ buiten gebruik gesteld. In 2012 is deze capaciteit opgelopen tot gemiddeld 700 plaatsen. De ‘in stand te houden capaciteit’ werd zeer beperkt gefinancierd (onder andere voor de kosten van huurcontracten). De gemiddelde capaciteit in tabel 3.1 is exclusief de ‘in stand te houden capaciteit’. • Het introduceren van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet binnen vier maanden inzetbaar zijn om (tijdelijke) pieken in de instroom van de in te sluiten vreemdelingen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is weliswaar hoger dan de kostprijs van de eerder genoemde ‘in stand te houden’ capaciteit, maar ligt wel beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit. Met het aanwijzen van reservecapaciteit is in 2009 gestart met gemiddeld 130 plaatsen en is toegenomen tot 390 plaatsen in 2013. Tabel 3.1 Gemiddelde capaciteit onderscheiden naar artikel 59/6 Vw en uitzetcentra en reservecapaciteit 2009-2013
Vreemdelingenbewaring (art. 59/6 Vw2000)
2009
2010
2011
2012
2013
1.744
1.763
1.529
1.548
1.530
Uitzetcentra
482
486
421
202
161
Reservecapaciteit
130
130
130
325
390
2.356 2.379
2.080
Totale vreemdelingencapaciteit
2.075 2.081
Pagina 15 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Grafiek 3.1 Gemiddelde capaciteit 2009-2013 2.379
2.356
2.249
2.226
2.080
2.081
2.075 1.950 1.750
1.691
390
325
2009
130
130
130
2010 Totale capaciteit
2011 Direct inzetbare capaciteit
2012
2013
Reservecapaciteit
De voornoemde maatregelen hebben geleid tot een afname van de gemiddelde capaciteit (inclusief reservecapaciteit) van 2.356 plaatsen in 2009 tot 2.081 plaatsen in 2013; dit is een capaciteitsvermindering van circa 12%. De bezetting (zie hoofdstuk 5) is fors lager dan de gemiddelde capaciteit. Dit kan deels worden verklaard doordat er binnen vreemdelingenbewaring rekening moet worden gehouden met een bepaalde differentiatie. Denk hier aan gescheiden onderbrenging man/vrouw, art. 6 en art. 59, extra zorgafdeling etc. Bij een lagere bezetting zal dit effect, relatief gezien, groter zijn omdat er een grotere frictie optreedt. De capaciteit van de vreemdelingenbewaring zal conform het Masterplan DJI de komende jaren worden teruggebracht tot 933 plaatsen, waarmee de capaciteit meer in lijn wordt gebracht met zowel de huidige bezetting als de meerjarenprognoses voor vreemdelingenbewaring.
Tabel 3.2 Gemiddelde in stand te houden capaciteit 2009
2010
2011
2012
2013
400
400
700
700
395
De gemiddelde in stand te houden capaciteit is in 2013 teruggebracht naar het niveau van 2009 en 2010.
Pagina 16 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
4
Instroom in de vreemdelingenbewaring
In beginsel is het de eigen verantwoordelijkheid van een vreemdeling om te vertrekken als het hem of haar niet of niet langer is toegestaan in Nederland te verblijven. Een vreemdeling krijgt na een afwijzing op een verzoek voor een verblijfsvergunning of na het verlopen van een tijdelijke verblijfsvergunning dan ook eerst de gelegenheid zelfstandig te vertrekken. Indien een vreemdeling er niet in slaagt om binnen de verleende vertrektermijn zelfstandig te vertrekken, kan de vreemdeling onder een vrijheidsbeperkende maatregel met intensieve begeleiding door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) verder werken aan zijn zelfstandig vertrek. Gedwongen vertrek is alleen aan de orde als de vreemdeling zelf geen actie onderneemt voor het noodzakelijke vertrek. Vreemdelingenbewaring wordt dan toegepast indien er zicht is op vertrek zodat voorkomen kan worden dat hij zich aan het toezicht onttrekt. Dit hoofdstuk laat de ontwikkeling van de instroom in de vreemdelingenbewaring zien. 4.1
Algemene ontwikkeling instroom De instroom in de vreemdelingenbewaring vertoont in de verslagperiode een dalend verloop. De registratiewijziging waaraan in de inleiding is gerefereerd, zorgt in 2010 voor een trendbreuk. De instroom in dat jaar is iets lager dan in 2009, maar valt feitelijk hoger uit doordat de in bewaring gestelde vreemdelingen (artikel 6 Vw) op de passantencellen van de KMar geen onderdeel meer uitmaken van het instroomcijfer bij DJI. Vanaf 2011 neemt de instroom sterk af. In 2013 is de instroom gedaald tot 3.668 vreemdelingen; in vergelijking met 2010 is dat een afname van 53%. Grafiek 4.1 Instroom vreemdelingenbewaring 2009-2013 7.867
7.812
6.104 5.420
3.668
2009
2010
2011
2012
2013
De sterk afgenomen instroom vanaf 2011 kent een aantal oorzaken: • Door een uitspraak van de Raad van State (RvS) op 28-12-2010 betreffende het MTV konden minder vreemdelingen in bewaring worden gesteld (zie hoofdstuk 2). Pagina 17 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Door de gewijzigde wetgeving is het aantal uitgevoerde persoonscontroles vanaf 2012 wel weer iets toegenomen (in 2013 een stijging van 6% ten opzichte van 2012). Dit heeft echter niet geleid tot een toename van het aantal inbewaringstellingen: in 2011 bedroeg het aantal inbewaringstellingen vanuit MTV 640, in 2012 en 2013 daalde dit aantal naar respectievelijk 630 en 4303. • Op 24 december 2010 is de Europese Terugkeerrichtlijn (TR) van kracht geworden. Het uitgangspunt van deze richtlijn is dat vreemdelingen niet langer dan zes maanden in vreemdelingenbewaring mogen worden gehouden. Deze termijn kan worden verlengd met 12 maanden, mits er zicht bestaat op uitzetting. De TR is één jaar later geïmplementeerd in de nationale wet- en regelgeving. Met de implementatie in de wetgeving en de uitleg die er door jurisprudentie aan wordt gegeven, is het proces van inbewaringstelling formeel juridisch complexer geworden. • Een stringentere toepassing van het ultimum remedium beginsel, waardoor er meer gebruik gemaakt wordt van alternatieven voor bewaring. Het WODC heeft in 2011 een publicatie uitgegeven waarin een schatting wordt gepresenteerd van het aantal illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in de periode januari 2009 – december 20094. Het aantal geschatte vreemdelingen in 2009 bedroeg 97.145; in 2005 was het geschatte aantal 128.907 vreemdelingen. Deze daling zou er mede toe bijgedragen kunnen hebben dat het aantal inbewaringstellingen in de verslagperiode een dalend verloop kent. 4.2
Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring Grafiek 4.2 Instroom naar wettelijke grondslag van de vrijheidsontnemende maatregel 2009-2013
7.867
7.812
7.547
7.260
6.104
5.844 5.420
5.168
3.668
3.504
607 260
265
2009
2010
2011 Totaal
3
Artikel 59 Vw
252
2012
164 2013
Artikel 6 Vw
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-december 2013 is in het hoofdstuk
‘Toezicht op legaal verblijf’ meer informatie te vinden over dit onderwerp. 4 Schatting illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in 2009. Pagina 18 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
De instroom van vreemdelingen die op grond van artikel 59 Vw in bewaring zijn gesteld, doorbreekt in 2010 de dalende trend. Deze opwaartse ontwikkeling is van korte duur; vanaf 2011 neemt de instroom sterk af naar 3.504 vreemdelingen in 2013. Ten opzichte van 2010 is dit een daling van circa 54%. De instroomcijfers van de ‘artikel 6 vreemdelingen’ kunnen pas vanaf 2010 vanwege de registratiewijzigingen met elkaar in verband worden gebracht (zie inleiding). Om deze instroom toch te kunnen relateren aan het eerste jaar van de verslagperiode is in tabel 4.1 een onderscheid gemaakt tussen de aan de grens geweigerde vreemdelingen met een asielaanvraag en zonder een asielaanvraag. De aan de grens geweigerde vreemdeling die een asielaanvraag indient, wordt overgebracht naar het aanmeldcentrum (AC) op Schiphol waar hij of zij een vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6 Vw 2000 krijgt opgelegd. In het AC vindt de eerste beoordeling van de asielaanvraag plaats. Bij een negatieve beslissing wordt de vreemdeling overgeplaatst naar het grenshospitium om uiteindelijk te worden uitgezet. Indien het niet mogelijk is om binnen de gestelde termijn van acht werkdagen het asielverzoek goed te beoordelen, kan de vreemdeling eveneens geplaatst worden in het grenshospitium. Indien de IND het onderzoek niet binnen de termijn van zes weken kan afronden, wordt de vreemdeling uitgeplaatst naar een open centrum. Van de groep vreemdelingen met een (afgewezen) asielaanvraag die geplaatst zijn in een grenshospitium, kan het verloop van de instroom inzichtelijk gemaakt worden. Tabel 4.1 Instroom van de aan de grens geweigerde vreemdelingen 20092013 2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Art. 6 Vw (asiel)
247
41
249
94
235
90
230
91
133
81
Art. 6 Vw (overig)
360
59
16
6
25
10
22
9
31
19
Totaal
607 100
265 100
260 100
252 100
164 100
In 2011 en 2012 neemt de instroom van het aantal aan de grens geweigerde vreemdelingen met een asielaanvraag geleidelijk af. Van die geleidelijkheid is in 2013 geen sprake meer wanneer de instroom is gedaald tot 133 personen; ten opzichte van 2012 is dit een daling van iets meer dan 42%. Het totaal aantal ingestroomde grens geweigerde vreemdelingen (asiel + overig) is in 2013 met 38% afgenomen ten opzichte van 2010.
Pagina 19 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
4.3
Instroom naar geslacht Tabel 4.2 Instroom naar geslacht 2009-2013 2012
2013
Aantal
2009 %
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
% Aantal
%
Man
6.795
86
6.794
87
5.311
87
4.609
85
3.255
89
Vrouw
1.072
14
1.018
13
793
13
811
15
413
11
Totaal
7.867 100
Geslacht
2010
2011
7.812 100
6.104 100
5.420 100
3.668 100
Ondanks de jaarlijkse daling van de totale instroom in de verslagperiode is het aantal vrouwen in 2012 ten opzichte van 2011 gestegen. In 2013 doet deze stijging zich niet meer voor; ten opzichte van 2012 daalt de instroom met 49% naar 413 vrouwen. 4.4
Instroom naar nationaliteit Tabel 4.3 Instroom naar nationaliteit top 10 2009-2013, in procenten 2009
2010
2011
2012
2013
Land
% Land
% Land
% Land
% Land
Somalië
9,0 Marokko
6,5 Marokko
7,6
Irak
6,8 Irak
8,8 Somalië
6,2 Afghanistan
6,4 Afghanistan
5,1
Marokko
5,9 Marokko
5,8 Afghanistan
5,9 Somalië
5,1 Somalië
4,7
Turkije
4,4 Turkije
4,1 Marokko
5,1 Irak
4,2 Algerije
4,5
China
3,5 China
3,8 China
4,8 China
3,5 Turkije
3,4
Algerije
3,4 Georgië
3,4 Nigeria
3,6 Rusland
3,0 Nigeria
2,8
Suriname
3,4 Afghanistan
3,3 Turkije
2,9 Algerije
2,9 Suriname
2,7
Nigeria
3,4 Algerije
3,2 Iran
2,9 Nigeria
2,9 Iran
2,7
India
3,1 Nigeria
3,1 Suriname
2,6 Turkije
2,8 India
2,7
Afghanistan
2,6 Suriname
2,5 Algerije
2,4 Iran
2,7 Rusland
2,6
Totaal 10
47,4 Totaal 10
48,2 Totaal 10
45,4 Totaal 10
40,0 Totaal 10
38,8
Overig
46,4 Overig
45,9 Overig
48,4 Overig
53,3 Overig
54,0
Onbekend Totaal
10,9 Somalië
6,2 Onbekend 100 Totaal
10,0 Irak
%
5,9 Onbekend 100 Totaal
6,2 Onbekend 100 Totaal
6,6 Onbekend 100 Totaal
De top 5 van 2013 bestaat uit: Marokko (7,6% van de totale instroom), Afghanistan (5,1%), Somalië, Algerije en Turkije. In 2013 wordt de top 3 vertegenwoordigd door dezelfde landen als in 2012. Het aandeel Marokkaanse en Algerijnse vreemdelingen in 2013 (7,6% en 4,5%) was in de verslagperiode nog niet eerder zo hoog. Waar Marokko ieder jaar tot de top 5 van nationaliteiten behoort, was dit voor Algerije tot 2013 nog niet het geval. Vreemdelingen met de Irakese en Chinese nationaliteit komen in 2013 niet meer voor in de top 10 van ingestroomde nationaliteiten, terwijl ze in de jaren daarvoor standaard onderdeel uitmaakten van de top 5 van nationaliteiten.
Pagina 20 van 40
7,2 100
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Wat opvalt in 2012 is de instroom van vreemdelingen uit de Russische Federatie; nog niet eerder behoorde deze nationaliteit tot de top 10. Ondanks een lichte afname staan de Russische vreemdelingen nog steeds in de top 10 van 2013. De daling van de instroom van vreemdelingen met de Surinaamse nationaliteit in 2010 valt toe te schrijven aan de registratiewijziging van de aan de grens geweigerde vreemdelingen. De Surinaamse vreemdelingen maakten tot en met 2009 namelijk een aanzienlijk deel uit van de populatie op de passantencellen van de KMar. Het aandeel van ingestroomde vreemdelingen van wie de nationaliteit onbekend is, bedraagt doorgaans zo’n 6 a 7%. Echt opmerkelijk is dat relatief hoge percentage niet, omdat bij personen in vreemdelingenbewaring door het ontbreken van de juiste identiteitspapieren, dan wel het gebruik van aliassen de nationaliteit op het moment van registratie niet altijd bekend is. De onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar 2013, sinds 2009. De grafiek laat duidelijk de ontwikkeling per land zien. Zo vormden de Somalische vreemdelingen in 2009 10,9% van het totaal, in 2013 is dit aandeel afgenomen tot 4,7%. Van alle nationaliteiten die in 2013 instromen, zijn de Marokkanen de omvangrijkste groep. Tabel 4.4 Instroomtrend nationaliteit top 5 van 2013
Land
Marokko Afghanistan
2009
2010
2011
2012
2013
%
%
%
%
%
5,9
5,8
5,1
6,5
7,6
2,6
3,3
5,9
6,4
5,1
Somalië
10,9
10,0
6,2
5,1
4,7
Algerije
3,4
3,2
2,4
2,9
4,5
Turkije
4,4
4,1
2,9
2,8
3,4
De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling in absolute zin. Grafiek 4.3 Trend nationaliteit top 5 van 2013 op basis van de instroom
Pagina 21 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Van een aantal nationaliteiten zal de ontwikkeling van de instroom nader worden verklaard. Somalië In 2009 is er een zeer sterke toename van het aantal ingestroomde Somaliërs. Ondanks een lichte daling ten opzichte van 2009 blijven de Somaliërs in 2010 het hoogst genoteerd staan in de top 5.5 De instroom van Somaliërs neemt in 2011 in absoluut opzicht aanzienlijk af naar 378 personen (6,2%); een daling van circa 52% ten opzichte van 2010. Ondanks deze daling staat Somalië nog steeds hoog in de top 10 van nationaliteiten; alleen de instroom van Irakese vreemdelingen is in 2011 hoger. Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf. De Somalische asielzoekers kregen in 2009 te maken met scherpere toelatingseisen (het categoriaal beschermingsbeleid voor deze groep werd per 19 mei 2009 beëindigd), met als gevolg dat meer asielverzoeken werden afgewezen. Dit verklaart mede de stijging van het aantal ingestroomde Somaliërs in vreemdelingenbewaring in 2009. Op 7 januari 2011 heeft het Europees Hof voor de rechten van de Mens een interim measure (tijdelijke maatregel) opgelegd teneinde de dreigende uitzetting van twee Somalische vreemdelingen stop te zetten. Een uitvloeisel van deze maatregel was dat alle gedwongen uitzettingen naar Somalië van personen afkomstig uit Centraalen Zuid Somalië werden opgeschort. Hierdoor konden in 2011 minder Somaliërs in bewaring worden gesteld. Eind november 2011 wordt weer een aanvang genomen met het effectueren van uitzettingen naar Somalië. Op 17 juli 2012 doet de RvS echter de uitspraak dat Somaliërs niet kunnen worden uitgezet naar hun land van herkomst en daarom ook niet in vreemdelingenbewaring mogen worden genomen. In 2012 worden tot en met juni 201 Somaliërs in bewaring gesteld. Als uitvloeisel van de uitspraak is het aantal inbewaringstellingen in juli tot en met december gedaald naar 75. Hiermee is de instroom in 2012 ten opzichte van 2011 met 27% gedaald. In december 2012 meldt staatssecretaris Teeven aan de Tweede Kamer dat de situatie in Somalië is verbeterd en dat Somaliërs weer uitgezet kunnen worden. Dit plan oogst veel kritiek. De President van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens treft daarom op 27 februari en 7 maart 2013 een voorlopige voorziening die uitzettingen verbood. Door de beperkte mogelijkheden om Somaliërs uit te zetten, worden in 2013 minder Somaliërs in bewaring gesteld. China Op 5 september 2008 doet de Raad van State een uitspraak over Chinezen in vreemdelingenbewaring. Chinezen mogen alleen nog in vreemdelingenbewaring worden gesteld als ze binnen een 'redelijke termijn' kunnen worden uitgezet. Aangezien deze bevolkingsgroep moeilijk uitzetbaar is, resulteert dit in een daling van de instroom in de vreemdelingenbewaring in 2009. In 2010 is er op ambtelijk niveau overleg gevoerd met de Chinese autoriteiten, teneinde meer draagvlak te creëren voor de medewerking aan de terugkeer van Chinese vreemdelingen. Mede door deze inspanningen neemt de instroom van Chinezen in 2010 weer toe (vooral in de tweede helft van 2010). In absolute zin stabiliseert de instroom in 2011 (294). Eind juni 2012 besluiten de Chinese autoriteiten geen uitzettingen meer te
5
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-juni 2010 is in de bijlage ‘Somaliërs in
de vreemdelingenketen’ meer informatie te vinden over ontwikkelingen die met dit onderwerp samenhangen. Pagina 22 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
accepteren op basis van een EU-staat. Deze staat is een soort reisdocument dat onder voorwaarden wordt afgegeven door de Nederlandse overheid. Ook worden laissez passers (een reisdocument waarmee de diplomatieke vertegenwoordiging van een land een onderdaan in staat stelt eenmalig terug te reizen naar het betreffende land) maar in summiere mate afgegeven door de Chinese autoriteiten. Het gevolg is dat de instroom in 2012 daalt naar 189 personen, omdat zicht op een spoedige uitzetting in veel gevallen ontbreekt en bewaring om die reden niet kan worden bevolen. Omdat deze situatie in 2013 nog niet wezenlijk is veranderd, wordt er nog steeds zeer terughoudend omgegaan met het in bewaring stellen van Chinese vreemdelingen. De instroom neemt hierdoor verder af naar 47 personen. In 2013 maken ze dan ook geen deel meer uit van de top 10 van ingestroomde nationaliteiten. Irak In de verslagperiode maakt Irak tot en met 2011 altijd deel uit van de top drie van nationaliteiten die instromen in vreemdelingenbewaring. In 2011 vormen Irakezen zelfs de omvangrijkste groep. Op 14 november 2011 delen de Irakese autoriteiten mee dat uitzettingen naar Irak alleen nog kunnen plaatsvinden indien de betrokkene in het bezit is van een geldig paspoort of laissez passer. Uitzettingen met een EUstaat zijn vanaf dat moment niet meer mogelijk. De RvS oordeelt op 13 april 2012 dat geen concrete aanknopingspunten bestaan die de verwachting rechtvaardigen dat op korte termijn zal kunnen worden overgegaan tot gedwongen vertrek van Irakese vreemdelingen naar Irak, ook indien die vreemdelingen de vereiste medewerking verlenen. Onder deze omstandigheden ontbreekt voor een vreemdeling die niet over een geldig reisdocument beschikt, het zicht op uitzetting naar Irak binnen een redelijke termijn. Deze uitspraak leidde er toe dat op 20 april 2012 circa 70 bewaringszaken van Irakese vreemdelingen werden opgeheven. Het aantal Irakezen dat in bewaring werd gesteld, nam na de uitspraak ook drastisch af; stroomden in 2011 nog 549 Irakezen in, in 2012 was dit aantal gedaald naar 230. Staatssecretaris Teeven heeft in juli 2013 Irak bezocht. Het bezoek is een belangrijke stap om op termijn tot een gezamenlijke oplossing met Irak te komen over de terugkeerproblematiek. Vanwege die terugkeerproblematiek daalde de instroom van Irakese vreemdelingen in 2013 naar 88 personen. 4.5
Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen Sinds eind 2006 worden Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers) die in vreemdelingenbewaring worden gesteld niet meer geplaatst in de reguliere detentiecentra voor vreemdelingenbewaring, maar op speciaal voor hen ingerichte opvanglocaties in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). Enkele dagen voor de uitzetting kunnen de AMV’ers overgeplaatst worden naar een detentiecentrum. Tabel 4.5 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
296
219
92
49
25
Indien de uitzetting binnen enkele dagen gerealiseerd kan worden, bestaat de mogelijkheid om AMV’ers direct in het DC Rotterdam te plaatsen (zonder een eerder verblijf in een JJI). Circa 40 AMV’ers werden in 2010 direct geplaatst; in zowel 2011 als 2012 is dit aantal gedaald naar circa 20 AMV’ers. In 2013 neemt dit aantal sterk af naar 4 AMV’ers.
Pagina 23 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
In juni 2010 heeft de toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij vreemdelingenbewaring van AMV’ers verder wil beperken. In 2011 is hiertoe een besluit genomen.6 In een brief aan de Tweede Kamer van 10 maart 2011 schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) dat alleenstaande illegale vreemdelingen niet meer in detentie terecht komen. In plaats daarvan komen zij onder voogdij en krijgen zij voorlopig huisvesting in speciale voorzieningen van het COA voor alleenstaande jongeren. Daar staan zij onder intensief toezicht. Alleen bij wijze van uitzondering kunnen alleenstaande minderjarige vreemdelingen nog in bewaring gesteld worden in een JJI. Detentie van alleenstaande minderjarigen mag alleen plaatsvinden als de overheid zwaarwegende belangen heeft om de beschikbaarheid van de vreemdeling te kunnen garanderen. In beginsel gaat het daarbij om plaatsing van AMV’ers die verdacht zijn van of veroordeeld zijn voor een misdrijf of AMV’ers die zich eerder aan een toezichtmaatregel hebben onttrokken. De discussie over de inperking voor vreemdelingenbewaring van AMV’ers kan in 2010 mede de oorzaak zijn dat het aantal ingestroomde AMV’ers in 2010 gedaald is ten opzichte van 2009. Als gevolg van de nieuwe maatregelen ten aanzien van AMV’ers neemt vanaf 2011 de instroom sterk af; in het laatste jaar van de verslagperiode worden 25 AMV’ers in een JJI geplaatst. 4.6
Instroom gezinnen met kinderen In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind staat dat de overheid bij een minderjarige alleen bewaring mag toepassen als uiterste maatregel en dat de termijn zo kort mogelijk moet zijn. Om deze reden gaan gezinnen naar de gezinslocatie (GL) als alternatief voor bewaring van gezinnen met kinderen. Bij plaatsing in een GL is er sprake van een vrijheidsbeperkende maatregel. Maximaal twee weken voor de datum van het vertrek uit Nederland kan een geheel gezin in vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Dit gebeurt in het DC Rotterdam waar speciale faciliteiten voor de opvang van kinderen aanwezig zijn. De vreemdelingenbewaring van een heel gezin kan alleen worden verlengd als er sprake is van fysiek verzet tegen de uitzetting of als op het laatste moment een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt ingediend. Aan een kind dat deel uitmaakt van een in bewaring gesteld gezin, wordt geen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Ouders kunnen er voor kiezen om hun kinderen gedurende de bewaring bij zich te houden, maar kunnen ook besluiten om hun kind tot aan de uitzetting bij bijvoorbeeld familie onder te brengen. Daarnaast kunnen zij desgewenst gebruik maken van door de overheid georganiseerde opvang buiten de inrichting. In paragraaf 1.3 werd verwezen naar de brief van de staatssecretaris van 13 september 2013 aan de Tweede Kamer. In deze brief wordt ook aandacht besteed aan de kwetsbare groepen binnen de bewaring. Het beleid aangaande gezinnen met kinderen is zo gewijzigd dat gezinnen niet in bewaring worden gesteld, tenzij zij zich eerder aan het toezicht hebben onttrokken. Wanneer een gezin dan alsnog in
6
Op 13 maart 2011 is in navolging van het genomen besluit JJI De Maasberg gesloten. De
meeste AMV’ers zijn geplaatst in een centrum van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Pagina 24 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
bewaring wordt gesteld, dan dient dit individueel gemotiveerd te worden en kan dat voor maximaal twee weken. Tabel 4.6 Instroom gezinnen met kinderen 2010-2013 2010
2011
2012
2013
Aantal gezinnen
149
174
201
89
Aantal kinderen
227
324
352
165
Het aantal gezinnen met kinderen dat instroomt, is in 2013 aanzienlijk gedaald. Dit is mede het gevolg van de beleidswijziging. In 2013 zijn er na 13 september nog maar zes kinderen opgenomen op de gezinsafdeling van het DC Rotterdam. De verblijfsduur van deze gezinnen bedraagt in zowel 2010, 2011 en 2012 gemiddeld 8 dagen. In 2013 daalt de verblijfsduur naar 5 dagen.
Pagina 25 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
5
Bezetting vreemdelingenbewaring
In Nederland zijn er eind 2013 vier detentiecentra waar vreemdelingen met een bestuursrechtelijke titel verblijven: • DC • DC • DC • DC
Alphen aan den Rijn Schiphol Rotterdam Zeist
Per 1 juli 2014 is DC Alphen aan den Rijn overgedragen aan het gevangeniswezen. Het is sindsdien een penitentiaire inrichting. Binnen de detentiecentra verblijven mensen in principe op een meerpersoonscel (mpc). De medische dienst bekijkt vooraf of er eventueel medische indicaties zijn waardoor iemand niet op een mpc geplaatst kan worden. Het is mogelijk om een verzoek te doen om samen met een landgenoot of een bekende een cel te delen. In dit hoofdstuk bezien we nader verschillende kenmerken van de aanwezige populatie in de afgelopen jaren. De vaste peildatum is ultimo september. Voor peildatum ultimo september is gekozen, omdat uit analyses van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat dit, gemiddeld genomen over het gehele jaar, het meest representatieve meetmoment is. 5.1
Algemene ontwikkeling bezetting Het verloop van de bezetting vertoont een grote gelijkenis met het verloop van de instroom, zoals in het vorige hoofdstuk te zien was; in 2010 neemt de bezetting geleidelijk af en in 2011 daalt deze sterk. In 2013 is de bezetting 621 vreemdelingen; ten opzichte van 2009 is dat een daling van 61%. Grafiek 5.1 Bezetting vreemdelingenbewaring 2009-2013
1.579
1.555
1.191 949
621
2009
2010
2011
2012
2013
Minder inbewaringstellingen vanuit MTV door uitspraak RvS op 28-12-2010, het van kracht worden van de Europese Terugkeerrichtlijn op 24 december 2010 en de Pagina 27 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
toegenomen aandacht voor het opleggen van alternatieven voor bewaring, hebben bijgedragen aan de sterke afname van de bezetting vanaf 2011 (zie hoofdstuk 4). 5.2
Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring Grafiek 5.2 Bezetting naar wettelijke grondslag van de vrijheidsontnemende maatregel 2009-2013
1.579 1.516
1.555
1.503
1.191
1.145 949
922
621
63
52
2009
46
2010 Totaal
2011 Artikel 59 Vw
599
27
22
2012
2013
Artikel 6 Vw
De onderlinge procentuele verdeling van beide groepen vreemdelingen (art. 59 en art. 6) in de bezetting blijft in de verslagperiode nagenoeg gelijk. Het percentage “artikel 59 vreemdelingen” ligt in die periode grofweg tussen de 96 en 97%. In procentueel opzicht is de bezetting van de artikel 59 vreemdeling iets minder sterk gedaald dan de bezetting van de aan de grens geweigerde vreemdeling; de eerstgenoemde groep is in de verslagperiode met 60% gedaald en de laatstgenoemde groep met 65%. 5.3
Bezetting naar geslacht Tabel 5.1 Bezetting naar geslacht 2009-2013 2009 Geslacht Man
2011
2012
2013
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1.466
93
1.438
92
1.081
91
851
90
589
95
113
7
117
8
110
9
98
10
32
5
Vrouw Totaal
2010
Aantal
1.579 100
1.555 100
1.191 100
949 100
621 100
In procentueel opzicht is er van 2010 tot en met 2012 sprake van een geringe toename van de vrouwen; in 2013 neemt het percentage vrouwen af naar 5%.
Pagina 28 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bij de instroom (hoofdstuk 4) is het percentage vrouwen hoger dan bij de bezetting in de vreemdelingenbewaring. Dit verschil wordt veroorzaakt door de verblijfsduur. De gemiddelde bewaringsduur van vrouwen is korter dan bij de mannen. Het resultaat is dat op een willekeurig peilmoment het aandeel van de mannen in de bezetting groter is. 5.4
Bezetting naar leeftijd Tabel 5.2 Bezetting naar leeftijd 2009-2013
Leeftijd minderjarig 18 en 19 jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
2
0,1
0
0,0
0
0,0
0
0,0
0
0,0
51
3,2
51
3,3
63
5,3
37
3,9
20
3,2
20 t/m 29 jaar
722 45,7
596 38,3
478 40,1
324 34,1
221 35,6
30 t/m 39 jaar
498 31,5
512 32,9
326 27,4
306 32,2
204 32,9
40 t/m 49 jaar
233 14,8
306 19,7
226 19,0
180 19,0
115 18,5
50 t/m 59 jaar 60 jaar en ouder onbekend Totaal Gemiddelde
57
3,6
61
3,9
71
6,0
70
7,4
49
7,9
5
0,3
11
0,7
15
1,3
15
1,6
6
1,0
11
0,7
18
1,2
12
1,0
17
1,8
6
0,9
1.579
100
1.555
100
1.191
100
949
100
621
100
32
33
33
34
34
De leeftijdscategorie ‘minderjarig' bevat alleen de AMV’ers die in de detentiecentra zijn gedetineerd. De AMV’ers die zich in een JJI bevinden, zijn niet in de tabel opgenomen. Ondanks een verdere daling van de bezetting in 2012 is het absolute aantal vreemdelingen van 50 jaar en ouder nagenoeg gelijk gebleven aan 2011; in procentueel opzicht betekent dit een stijging ten opzichte van 2011 (van 7,3% naar 9%). In 2013 stabiliseert dit percentage. Voor de leeftijdscategorie van 20 tot en met 29 jaar is het percentage in 2009 nog 45,7%; in 2013 is dit percentage afgenomen tot 35,6%. Het toegenomen percentage vreemdelingen van 50 jaar en ouder vertaalt zich in de gemiddelde leeftijd; deze neemt toe van 32 jaar in 2009 tot 34 jaar in 2012 en 2013. 5.5
Bezetting naar nationaliteit De top 5 van 2013 bestaat uit: Marokko (9,7%), Algerije (9,0%), Suriname, India en Afghanistan. Tabel 5.4 geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar 2013, sinds 2009. De meest opmerkelijke ontwikkeling is dat Irak vanaf 2012 geen deel meer uitmaakt van de top 10 van nationaliteiten in vreemdelingenbewaring; in 2010 en 2011 voerde Irak deze lijst nog aan met respectievelijk 9,3 en 9,6% van de bezetting. In hoofdstuk 4 is al eerder gememoreerd aan de uitspraak van de RvS op 13 april 2012, met als uitgangspunt dat Irakezen zonder geldige reisdocumenten geen zicht hebben om binnen redelijke termijn te worden uitgezet naar het land van herkomst. Na deze uitspraak werd een groot aantal bewaringszaken van Irakezen opgeheven en nam de instroom van deze bevolkingsgroep in het vervolg van het jaar sterk af, met als effect dat hun aandeel in de bezetting van september 2012 was gedaald tot 1,8%. Dit percentage is in 2013 verder afgenomen naar 1,3. Pagina 29 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Voor Chinese vreemdelingen is een soortgelijke beweging zichtbaar; in 2013 komt China niet meer voor in de top 10 van nationaliteiten, terwijl deze bevolkingsgroep in 2010, 2011 en 2012 steevast in de top 5 stond. Door verschillende oorzaken die in hoofdstuk 4 zijn beschreven, is er voor Chinezen geen zicht op uitzetting, waardoor bewaring niet kan worden bevolen. Hun aantal daalde in 2013 naar 4 personen (0,6%) in de bezetting van september 2013. Tabel 5.3 Bezetting naar nationaliteit 2009-2013 in procenten 2009
2010
2011
2012
2013
Land
% Land
% Land
% Land
% Land
%
Somalië
9,3 Irak
9,6 Marokko
10,5 Marokko
9,7
Marokko
11,6 Irak 9,1 Marokko
8,3 China
7,7 Afghanistan
6,8 Algerije
9,0
Algerije
8,7 Algerije
7,8 Marokko
7,6 Algerije
5,4 Suriname
5,5
Irak
6,7 China
5,9 Afghanistan
6,6 China
4,7 India
5,3
India
6,1 India
4,5 India
5,0 India
4,7 Afghanistan
5,2
Suriname
3,7 Suriname
4,1 Algerije
4,7 Nigeria
3,9 Somalië
4,3
Sierra Le.
3,6 Somalië
3,6 Suriname
3,7 Iran
3,1 Egypte
3,7
Palestina
2,4 Sierra Le.
2,9 Iran
3,3 Suriname
3,0 Guinee
2,9
Eritrea
2,3 Iran
2,8 Nigeria
2,6 Ghana
2,6 Rusland
2,6
Nigeria
2,0 Afghanistan
2,4 Ghana
2,4 Sierra Le.
2,6 Libië
2,6
Totaal 10
56,2 Totaal 10
51,6 Totaal 10
53,2 Totaal 10
47,4 Totaal 10
50,8
Overig
38,9 Overig
42,1 Overig
41,1 Overig
42,9 Overig
40,5
Onbekend Totaal
4,9 Onbekend 100 Totaal
6,3 Onbekend 100 Totaal
5,7 Onbekend 100 Totaal
9,7 Onbekend 100 Totaal
Vanaf 2010 komen de Somaliërs niet meer voor in de top 5 van nationaliteiten, terwijl ze ultimo september 2009 nog de grootste groep vormden in de vreemdelingenbewaring. Hun aantal is afgenomen van 183 personen (11,6%) in 2009 tot 27 personen in 2013 (4,3%). Bij de instroom zitten de Somalische vreemdelingen in 2010, 2011, 2012 en 2013 wel in de top 5 van nationaliteiten. Dit feit hangt mede samen met de beëindiging van het categoraal beschermingsbeleid voor Somaliërs in 2009 (zie hoofdstuk 4). Hierdoor kon deze bevolkingsgroep vanaf 2010 “gemakkelijker” worden uitgezet, wat leidde tot een kortere bewaringsduur. Vanaf 2011 kunnen Somalische vreemdelingen door rechterlijke uitspraken weer moeilijker in vreemdelingenbewaring worden genomen. Omdat Somaliërs relatief kort in vreemdelingenbewaring verblijven (54 dagen in 2013), wordt hun aandeel in de populatie kleiner ten opzichte van de moeilijker uitzetbare nationaliteiten. India en Algerije behoren tot de nationaliteiten die moeilijker uitzetbaar zijn; gemiddeld verbleven Indiërs en Algerijnen in 2013 circa 142 dagen in vreemdelingenbewaring. Hun aandeel in de bezetting ligt daarom beduidend hoger dan hun aandeel in de instroom. Op de volgende bladzijde geeft tabel 5.4 de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar 2013, sinds 2009. Grafiek 5.3 toont deze ontwikkeling in absolute zin. De Marokkanen en Indiërs behoren in de verslagperiode ieder jaar tot de top 5 van nationaliteiten die ultimo september in vreemdelingenbewaring verblijven. In 2013 vormen de Marokkanen, net als in 2012, de grootste groep vreemdelingen.
Pagina 30 van 40
8,7 100
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Tabel 5.4 Trend nationaliteit top 5 van 2013 2009
2010
2011
2012
2013
%
%
%
%
%
Marokko
9,1
8,3
7,6
10,5
9,7
Algerije
8,7
7,8
4,7
5,4
9,0
Suriname
3,7
4,1
3,7
3,0
5,5
India
6,1
4,5
5,0
4,7
5,3
Afghanistan
1,6
2,4
6,6
6,8
5,2
Land
Grafiek 5.3 Trend nationaliteit top 5 van 2013 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2009
2010 Marokko
2011 Algerije
2012 Suriname
2013 India
Afghanistan
Tabel 5.5 De duur van de vreemdelingenbewaring 2009-2013 2010
2011
Aantal
2009 %
Aantal
% Aantal
< 3 mnd
890
56,4
827
53,2
3 - < 6 mnd
382
24,2
411
26,4
6 - < 9 mnd
233
14,8
246
67
4,2
7 1.579
Duur
9 mnd t/m 1 jr > 1 jaar Totaal Gemiddelde
97,1
2012
2013
%
Aantal
%
Aantal
%
656
55,1
470
49,5
350
56,4
316
26,5
261
27,5
140
22,5
15,8
173
14,5
165
17,4
103
16,6
53
3,4
40
3,4
47
5,0
27
4,3
0,4
18
1,2
6
0,5
6
0,6
1
0,2
100
1.555
100
1.191
100
949
100
621
100
102,7
99,3
110,5
100,2
Pagina 31 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
6
Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring
Voor het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen uit Nederland werkt de Directie Bijzondere Voorzieningen van DJI nauw samen met verschillende partners. Belangrijke schakels in het terugkeerproces zijn de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Terugkeer & Vertrek en organisaties (DT&V) als Vluchtelingenwerk Nederland en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). In dit hoofdstuk komt de ontwikkeling van de uitstroom aan bod en wordt kort de gemiddelde bewaringsduur na uitstroom belicht. 6.1
Algemene ontwikkeling uitstroom De uitstroom volgt dezelfde tendens als de instroom (zie hoofdstuk 4). Bedroeg de uitstroom in 2009 nog 7.932 vreemdelingen, in 2013 is deze gedaald naar 3.977 vreemdelingen. Dit is een afname van 50%. Net als bij de instroom moet wel de kanttekening geplaatst worden dat er in 2010 een trendbreuk optreedt als gevolg van de registratiewijziging van de aan de grens geweigerde vreemdelingen. Grafiek 6.1 Uitstroom vreemdelingenbewaring 2009-2013
7.932
7.899
6.358 5.738
3.977
2009
6.2
2010
2011
2012
2013
Bewaringsduur op basis van uitstroom In dit hoofdstuk wordt de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom behandeld. Tabel 6.1 Gemiddelde verblijfsduur in dagen 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
73
74
76
75
72
In 2010 is de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom 74 dagen; deze is nagenoeg gelijk aan 2009, toen de verblijfsduur 73 dagen bedroeg. De vreemdelingen op de passantencellen van de KMar maakten in 2009 nog deel uit van de uitstroom. De verblijfsduur van deze vreemdelingen was doorgaans niet langer dan twee dagen. Pagina 32 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Indien deze vreemdelingen buiten beschouwing worden gelaten, dan is de gemiddelde verblijfsduur in 2009 ongeveer 76 dagen. Feitelijk is de gemiddelde verblijfsduur in 2010 dus iets afgenomen ten opzichte van 2009. Gesteld kan worden dat de verblijfsduur in de verslagperiode redelijk constant blijft.
Pagina 33 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
7
Incidenten
Tijdens het verblijf in een detentiecentrum kunnen er incidenten voorkomen. Twee van deze incidenten zijn speciaal van belang: de ontvluchtingen en de suïcides. 7.1
Ontvluchtingen Grafiek 7.1 Aantal ontvluchtingen uit vreemdelingenbewaring 2009-2013
3
3
0 2009
2010
2011
0
0
2012
2013
Bij iedere ontvluchting vindt er een grondige analyse plaats en worden er waar nodig en mogelijk maatregelen getroffen om een herhaling te voorkomen. Te denken valt aan bouwkundige aanpassingen en extra werk- en dienstinstructies voor het personeel. In zowel 2009 als in 2011 hebben drie ontvluchtingen plaatsgevonden. Na 2011 zijn er geen ontvluchtingen meer voorgekomen. 7.2
Suïcides Tabel 7.1 Aantal suïcides in vreemdelingenbewaring 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
0
1
1
0
1
In de verslagperiode 2009-2013 hebben zich drie suïcides voorgedaan. Het aantal suïcides in 2013 bedroeg één.
Pagina 35 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bijlage 1
Begrippenlijst
Alleenstaande Minderjarige Vreemdeling Een minderjarige vreemdeling die zonder ouders of wettelijk voogd naar Nederland is gekomen. Artikel 6 Vreemdelingenwet (synoniem grenslogies) Bestuurlijke maatregel om een vreemdeling die aan de grens de toegang tot Nederland is geweigerd, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat uitzetting mogelijk is. Artikel 59 Vreemdelingenwet Bestuurlijke maatregel om een vreemdeling die niet langer in Nederland mag blijven, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat uitzetting mogelijk is. Binnengrenzen (Schengen) Gemeenschappelijke landsgrenzen, daaronder begrepen rivier- en meergrenzen, van de EU-landen, de luchthavens voor de interne vluchten en de zee-, rivier- en meerhavens voor de regelmatige veerverbindingen. Buitengrenzen (Schengen) Landgrenzen van de EU-landen, met inbegrip van de rivier- en meergrenzen, de zeegrenzen alsmede hun lucht-, rivier-, zee- en meerhavens, voor zover zij geen binnengrenzen zijn. Bewaringsduur op peilmoment De bewaringsduur van de populatie wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling (op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de peildatum (30 september). Capaciteit Direct inzetbare capaciteit: Het aantal plaatsen dat bestemd is voor vreemdelingenbewaring inclusief plaatsen die tijdelijk niet bruikbaar zijn, niet zijnde reservecapaciteit of in stand te houden capaciteit. Reservecapaciteit: Het aantal plaatsen dat binnen vier maanden inzetbaar moet zijn, om een (tijdelijk) extra aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen. Toelichting: Voor de reservecapaciteit geldt een lagere normprijs. In stand te houden capaciteit Intramurale plaatsen die buiten gebruik zijn gesteld maar die nog niet zijn afgestoten. Toelichting: Betreft overschot aan capaciteit die echter niet is afgestoten maar voor een bepaalde periode (ten minste 1 jaar) wordt aangehouden. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Deze capaciteit maakt geen deel meer uit van de productietaakstelling.
Pagina 37 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Categoriaal beschermingsbeleid De minister van Justitie kan op grond van het bepaalde in artikel 29, lid 1 onder d van de huidige Vreemdelingenwet (Vw 2000) een zogeheten categoriaal beschermingsbeleid voeren ten aanzien van een bepaalde groep asielzoekers of van asielzoekers uit bepaalde staten of gebieden, indien de algemene situatie aldaar dusdanig slecht is, dat het van een bijzondere hardheid zou getuigen mensen daarheen terug te zenden. Detentiecentrum In de detentiecentra verblijven vreemdelingen waarbij uitzetting op korte termijn nog niet mogelijk is, omdat bijvoorbeeld het identificatieproces nog in volle gang is. Directie Bijzondere Voorzieningen (DBV) Directie Bijzondere Voorzieningen is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vreemdelingenbewaring en grenslogies. Een deel van de capaciteit van deze directie wordt ingehuurd door het gevangeniswezen voor insluiting van veroordeelde strafrechtelijke illegalen in hun laatste vier maanden en voor de insluiting van bolletjesslikkers. EU-staat Een EU-staat is een soort reisdocument dat onder bepaalde voorwaarden afgegeven wordt door de Nederlandse overheid. Hiermee kan een vreemdeling uit Nederland vertrekken. Huis van bewaring Door de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen penitentiaire inrichting, vooral bedoeld voor nog niet in eerste aanleg veroordeelden. Toelichting: In een HvB verblijven ook veroordeelden in afwachting van doorplaatsing naar een gevangenis, een penitentiair programma of een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De Detentiecentra van de Directie Bijzondere Voorzieningen hebben ook de bestemming HvB, maar deze centra zijn vrijwel uitsluitend bedoeld voor personen in vreemdelingenbewaring. Illegaal Een illegaal is een vreemdeling die in Nederland verblijft zonder toestemming van de overheid. Instroom Het aantal vreemdelingen dat, gedurende een bepaalde periode, nieuw of opnieuw is ingestroomd in vreemdelingenbewaring. Ontvluchting Ontsnapping vanuit het beveiligde inrichtingsgebouw of vanaf het beveiligde terrein, te weten het terrein binnen de ringmuur en/of het (penitentiaire) hekwerk. Populatie vreemdelingenbewaring (synoniem: administratieve bezetting) Het aantal vreemdelingen dat onder de administratieve verantwoordelijkheid van een inrichting valt. Naast de fysiek aanwezigen betreft het ook de vreemdelingen die tijdelijk elders verblijven (bijvoorbeeld op de Forensische Observatie- en Begeleidingsafdeling). Suïcide Zelfmoord, niet natuurlijke dood.
Pagina 38 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Totale bewaringsduur (op basis van uitstroom) De totale bewaringsduur wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling (op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de datum van de opheffing van de bewaring. Uitstroom Het aantal vreemdelingen dat, gedurende een bepaalde periode, is uitgestroomd uit vreemdelingenbewaring. Uitzetcentrum Bij uitzetting op korte termijn gaat een vreemdeling naar een uitzetcentrum. Dit is bijvoorbeeld het geval als alle reisdocumenten van een vreemdeling aanwezig zijn en alleen nog gewacht moet worden op een beschikbare vlucht. Uitzetting Het van het Nederlands grondgebied verwijderen (‘verwijdering met de sterke arm’) van een illegale vreemdeling. Vreemdeling Een persoon die niet in het bezit is van de nationaliteit waar hij of zij verblijft. Vreemdelingenbewaring Bestuursrechtelijke maatregel om een vreemdeling die de toegang tot Nederland is geweigerd dan wel niet langer in Nederland mag blijven en weigert zelfstandig te vertrekken, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat uitzetting mogelijk is. Toelichting: Een vreemdeling wordt ingesloten op respectievelijk artikel 6 of artikel 59 van de Vreemdelingenwet (Vw 2000). Vreemdelingenwet Op 1 april 2001 is deze wet in werking getreden. Het voornaamste doel van deze wet is om door betere en snellere procedures eerder antwoord te geven op het verzoek tot verblijf in Nederland. De wet is vooral veranderd voor hen die asiel aanvragen in Nederland. Ook de terugkeer, na afwijzing van het asielverzoek, is veranderd.
Pagina 39 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bijlage 2
Verblijfsduur op peilmoment
De duur van de bewaring wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling (op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de peildatum (30 september). De duur van de vreemdelingenbewaring 2009-2013 2010
2011
2012
Aantal
2009 %
Aantal
% Aantal
% Aantal
< 3 mnd
890
56,4
827
53,2
656
55,1
3 - < 6 mnd
382
24,2
411
26,4
316
26,5
6 - < 9 mnd
233
14,8
246
15,8
173
67
4,2
53
3,4
7
0,4
18
1.579
100
1.555
Duur
9 mnd t/m 1 jr > 1 jaar Totaal Gemiddelde
97,1
102,7
2013 %
Aantal
%
470
49,5
350
56,4
261
27,5
140
22,5
14,5
165
17,4
103
16,6
40
3,4
47
5,0
27
4,3
1,2
6
0,5
6
0,6
1
0,2
100
1.191
100
949
100
621
100
99,3
110,5
100,2
In de verslagperiode zit gemiddeld 80% van de vreemdelingenpopulatie korter dan 6 maanden in detentie. De gemiddelde bewaringsduur ultimo september fluctueert over de jaren en is in 2012 het hoogst (110,5 dagen) en in 2009 het laagst (97,1 dagen). De gemiddelde bewaringsduur op een peilmoment moet niet verward worden met de gemiddelde bewaringsduur, berekend tot het moment van de opheffing van de bewaring (moment van uitstroom). Deze laatstgenoemde duur ligt doorgaans lager dan de bewaringsduur op een peilmoment. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien onlogisch, maar een persoon met een lange bewaringsduur heeft nu eenmaal een grotere kans om deel uit te maken van de bezetting op een willekeurige peildatum dan een kort verblijvende, terwijl bij de berekening van de duur van de uitgestroomde vreemdeling elke persoon even zwaar meeweegt, ongeacht zijn bewaringsduur.
Pagina 40 van 40