Vragen en antwoorden – PHS Meteren – Boxtel
17 december 2015 1/9
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Algemeen…………………………………………………………….3 Goederenvervoer……………………………………………………4 Veiligheid……………………………………………………………..5 Schade en waarde…………………………………………………..6 Trillingen en geluidsoverlast………………………………………..7 Ruimtebeslag………………………………………………………...8 Planning………………………………………………………………9 Participeren, klachten en suggesties……………………………...9
2/9
1. Algemeen Nr/Datum 1
Vraag Waarom wordt het spoor tussen Meteren en Boxtel aangepast?
Antwoord De spoorcapaciteit moet beter worden benut en waar mogelijk ook groeien, zodat kan worden voldaan de huidige én toekomstige vraag van vervoerders. De werkzaamheden zijn onderdeel van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS), dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. PHS is een landelijk project. De werkzaamheden tussen Meteren en Boxtel zijn onderdeel van het project PHS Meteren – Boxtel.
2
Wat is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer en wie is daarvoor verantwoordelijk?
De kern van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is meer personentreinen op drukke trajecten, en goederenvervoer vooral over de Betuweroute. Het PHS is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, die hoofdverantwoordelijk is voor de geplande werkzaamheden.
3
Zijn er bij het maken van deze keuze nog andere aanpassingsvarianten bestudeerd?
Ja. Er zijn meerdere varianten bestudeerd. Hierover kunt u meer lezen in de milieueffectrapportage (MER). Daarin staat per variant aangegeven wat de afwegingen zijn geweest bij het maken van de uiteindelijke keuze voor de uitvoeringsvarianten die nu in beschouwing worden genomen (V3 en V3 Oost Verkort).
4
Wat is de aanleiding voor het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)?
Met PHS wordt beoogd om de capaciteit van het spoor te vergroten, zodat meer reizigerstreinen kunnen rijden op de drukste trajecten in de Randstad, Noord-Brabant en Gelderland. Tegelijkertijd heeft PHS tot doel om de verwachte groei van het goederenvervoer mogelijk te maken. Een vorm van goederenroutering is randvoorwaarde voor het kunnen realiseren van hoogfrequent reizigersvervoer.
3/9
2. Goederenvervoer Nr. 5
Vraag Waarom worden goederentreinen niet via de Betuweroute geleid?
Antwoord Om een drietal redenen is het niet mogelijk om alle goederentreinen richting Duitsland over de Betuweroute te laten rijden: 1. Voor treinen naar Noord-Duitsland, Scandinavië en bestemmingen in Oost-Europa is de route via Oldenzaal – Duitse grens de kortste en dus de efficiëntste. 2.
In Duitsland is de capaciteit voor goederentreinen op het traject Emmerich – Oberhausen niet onbeperkt. Daardoor rijden er in de toekomst bijvoorbeeld treinen via Venlo, waarvan de logische (kortste) route via Emmerich zou zijn.
3.
In het dichtbevolkte Roergebied is op de aanwezige spoorlijnen onvoldoende capaciteit om veel extra goederentreinen te verwerken tussen Oberhausen (spoorlijn vanuit Nederland) en Hamm (spoorlijn naar het noordoosten)
6
Waar wordt de geplande intensivering van goederenvervoer op het spoor op gebaseerd?
Als gevolg van het besluit over hoogfrequent spoorvervoer tussen Schiphol en Lelystad (OV SAAL) en het besluit om voorlopig in afwachting van de ontwikkeling van het goederenvervoer nog geen besluit te nemen over het project Goederenroute Oost Nederland, heeft er een herijking plaatsgevonden. Het rapport Verwerking herijkte goederenprognoses PHS zal na publicatie beschikbaar zijn op www.rijksoverheid.nl.
7
Vindt er met de toename van het aantal goederentreinen, ook een toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen plaats?
In principe kan met de toename van het aantal goederentreinen ook een stijging van het aantal treinen met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Dit is echter ook afhankelijk van de vraag van de vervoerders die gevaarlijke stoffen vervoeren.
4/9
3. Veiligheid Nr. 8
Vraag Waarom mogen goederentreinen met gevaarlijke stoffen over het spoor en door woonkernen?
Antwoord Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor is een veilige manier van transport. Er gelden internationaal vastgestelde eisen aan het materieel. In de nationale regelgeving “ Basisnet” wordt de regelgeving met eisen over de aantallen wagens over de diverse spoorlijnen en de ruimtelijke ontwikkeling langs de spoorlijnen gegeven. Deze regels bewerkstellingen een balans tussen de belangen van de vervoerders, industrie en omwonenden. Zo lang aan de wettelijke eisen wordt voldaan is het vervoer veilig. De inspectie Leefomgeving en Transport ziet o.a. toe op het nakomen van deze regels. Er is dan ook geen reden om het vervoer van gevaarlijke stoffen door stedelijk gebied te verbieden.
9
Wat doet ProRail als er een ramp gebeurt?
Afhandeling van rampen vindt plaats door de lokale hulpdiensten, in nauwe samenwerking met de calamiteitenorganisatie van ProRail. ProRail heeft een calamiteitenplan en er kan direct gekeken worden wat de aard van het ongeval is en welke maatregelen daarbij horen. ProRail is hier wel bij betrokken maar de leiding ligt bij de gemeente (lokale hulpdiensten).
4. Schade en waarde Nr. 10
Vraag Waar kan ik terecht voor schade aan mijn eigendom(men) naar aanleiding van: trillingen bouwwerkzaamheden
Antwoord - Trillingen: U kunt hiervoor contact opnemen met Bureau Publiekscontacten van ProRail. Op basis van het protocol “Beoordelen van claims inzake trillingschade” wordt gekeken of er sprake is van achterstallig onderhoud dat trillingen kan genereren. Zo nodig wordt aanvullend onderhoud aan het spoor uitgevoerd. - Bouwwerkzaamheden: De directe omgeving waar de bouwwerkzaamheden plaatsvinden wordt vooraf onderzocht. Van de panden binnen het invloedsgebied wordt voor de start van de werkzaamheden een bouwkundig rapport opgesteld. Het bepalen van het invloedsgebied is onder meer afhankelijk van de gebruikte bouwmethode, de bodemgesteldheid en de bouwaard van de opstallen. Als later toch schade ontstaat en het blijkt dat de schade aan het project is toe te rekenen, is er sprake van bouwschade. Om te bepalen of er verband bestaat tussen de bouwwerkzaamheden en de schade kan er een schade-
5/9
expert worden ingeschakeld. Bij een verband onderzoekt de schade-expert ook de hoogte van de schade. 11
Mijn huis is/wordt minder waard/onverkoopbaar door de spoorwerkzaamheden. Kan ik die kosten ergens verhalen?
Nadat het Tracébesluit genomen is, kan de omwonende (participant) een verzoek om nadeelcompensatie indienen middels het opvragen van een schadeformulier bij Publiekcontacten (bel: 0800 776 72 45 (gratis). Mocht er sprake zijn van schade ten gevolge van het Tracébesluit, die redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van participant behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, dan kent de minister van Infrastructuur en Milieu de participant op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe (zie artikel 22 van de Tracéwet). Aan de hand van de ‘beleidsregel nadeelcompensatie infrastructuur en milieu 2014’ en jurisprudentie wordt onderzocht of er sprake is van schade die voor vergoeding in aanmerking komt. De minister neemt pas een besluit over schadevergoeding nadat het vastgestelde Tracébesluit onherroepelijk is geworden. Het is niet mogelijk eerder dan het Tracébesluit een schadevergoeding toe te kennen. Meer informatie over nadeelcompensatie is te vinden in “Beleidsregel nadeel- compensatie infrastructuur en milieu 2014” op de website: http://wetten.overheid.nl/BWBR0010692
12
Worden eventuele kosten voor de inhuur van externe adviseurs vergoed door ProRail, indien mijn woning/eigendom aangekocht dient te worden?
Ja, op het moment dat uw woning moet worden aangekocht ten behoeve van de spooraanpassingen, dan valt het inschakelen van een externe deskundige ten behoeven van een taxatie onder "de vergoeding inhuur deskundigen kosten". Mocht dit aan de orde zijn, dan komt er een deskundige namens ProRail persoonlijk naar u toe om dit proces verder uit te leggen.
6/9
5. Trillingen en geluidsoverlast Nr. 14
Vraag Welke maatregelen worden getroffen om trillingen te verminderen?
Antwoord Bij het berekenen van trillingen en trillinghinder wordt al gerekend met de normen uit het BTS (Beleidsregel Trillingshinder Spoorverkeer). Onderzoek stelt vast hoeveel woningen aan trillingen worden blootgesteld. En wat het verschil is in vergelijking met de huidige- en referentiesituatie (wat gebeurt er als PHS Meteren - Boxtel niet doorgaat). Op basis daarvan worden waar nodig voorstellen gedaan voor mogelijke doelmatige maatregelen om trillinghinder te verminderen.
15
Wat doet ProRail bij klachten over overlast of schade door trillingen?
Bij klachten over hinder buiten een project kijken we samen met de onderhoudsaannemer of dat het gevolg is van een defect aan het spoor. Indien dat het geval is lossen we het op. Als er sprake is van een vermoeden van schade dan hebben we een protocol van TNO waarmee we objectief kunnen vaststellen hoe groot de kans is dat de schade veroorzaakt wordt door treinverkeer. Als hier een gerede vermoeden voor bestaat laten we metingen verrichten op onze kosten. Zo niet, dan staat het de bewoner vrij om metingen te verrichten. Wij zullen ook die metingen serieus nemen. Het is tot op heden enkele malen voorgekomen dat het spoor aantoonbaar bijdroeg aan schade. Meestal is dit niet het geval. Jaarlijks komen er circa 90 schademeldingen.
16
Worden er geluidmetingen uitgevoerd en zo ja, aan welke criteria moeten de resultaten voldoen?
Nee, er worden geen geluidsmetingen gedaan. Om de toekomstige geluidswaarden te bepalen wordt gebruik gemaakt van rekenmodellen. Voor betrouwbare metingen is het noodzakelijk langdurig zoals beschreven in het Reken- en meetvoorschrift op dezelfde plek te meten. Op die manier wordt onder verschillende (meteorologische) omstandigheden gemeten, wat leidt tot betrouwbare meetresultaten voor die ene specifieke plek. Dat is op grote schaal niet mogelijk. Tevens levert meten geen informatie op over de toekomstige situatie. Mede om deze reden zijn rekenmodellen ontwikkeld. De rekenmethoden zijn getest. Ervaring heeft geleerd dat de rekenmodellen en rekenmethoden een voldoende betrouwbaar beeld opleveren.
17
Welke maatregelen worden getroffen om geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken?
Bij toenames van het aantal treinen worden, aan de hand van de Wet milieubeheer, de gevolgen voor de geluidhinder in de omgeving onderzocht. Daarbij wordt gekeken of het geluid onder de geluidplafonds (GPP's) blijft. Bij de prognose wordt rekening gehouden met het stiller worden van goederenverkeer in de toekomst. Zonodig worden oplossingen bedacht om de geluidshinder te verminderen, zoals bijvoorbeeld
7/9
geluidschermen. Het daadwerkelijk plaatsen van geluidschermen hangt af van de (financiële) doelmatigheid.
6. Ruimtebeslag Nr. 18
Vraag Zijn de plannen en tekeningen die er nu liggen definitief, of kunnen er bij de uiteindelijke uitvoering nog verschillen optreden?
Antwoord Nee, de plannen zijn pas definitief nadat het Tracébesluit is genomen. Het Tracébesluit is onderdeel van deTracéwet, die de procedure beschrijft waarmee de minister van IenM wijzigingen aan het spoor kan doorvoeren. Voordat het Tracébesluit wordt genomen, vindt eerst een periode van plannen maken, inspraak en besluitvorming plaats.
19
Moeten er woningen/eigendommen verdwijnen voor de spoorplannen onder het project Meteren – Boxtel?
In Meteren zullen geen huizen hoeven te verdwijnen. Wel zullen daar particuliere gronden nodig zijn om de boog te kunnen bouwen en in te passen in de infrastructuur. In Vught is gekozen voor een verdiepte ligging. Om de bouw hiervan mogelijk te maken zal een aantal woningen moeten verdwijnen. Het exacte aantal woningen woning dat moet verdwijnen is nog onderwerp van nader onderzoek.
8/9
7. Planning Nr. 20
Vraag Hoe ziet de planning voor PHS Meteren – Boxtel er uit?
Antwoord Op 17 december 2015 spreken de betrokken bestuurders van het ministerie van I&M, de provincie NoordBrabant en de gemeente Vught hun voorkeur uit voor V3 of V3 Oost Verkort. In 2016 wordt het OTB-MER geschreven, dat ongeveer in het vierde kwartaal van 2016 gereed zal zijn. In het vierde kwartaal zal het OTB-MER ter inzage worden gelegd. Gedurende zes weken krijgt u de mogelijkheid om op het OTB-MER te reageren. Afhankelijk van het aantal reacties, is de Nota van Antwoord gereed in het derde kwartaal van 2017. In dit document geeft ProRail reactie op de ingediende zienswijzen die bij de ter inzagelegging worden gegeven. Eind 2017/begin 2018 wordt het Tracébesluit genomen. Hierna volgt de aanbestedingsperiode, om uiteindelijk toe te werken naar de start van de bouw.
8. Participeren, klachten & suggesties Nr. 21
Vraag Op welke momenten kan ik meedenken en –praten over de voorliggende spoorplannen?
Antwoord U kunt op meerdere momenten meepraten en –denken over de voorliggende spoorplannen. Participatie is namelijk een belangrijk aspect van de verdere voorbereiding van het Ontwerp Tracébesluit (OTB). Op het OTB kunt u zienswijzen indienen als u van mening bent dan planonderdelen fouten bevatten of mogelijk verbeterd kunnen worden. Verder is er een vijftal klankbordgroepen geformeerd. U kunt te allen tijde terecht bij de Klankbordgroepen om input te leveren. Voor Vught en Meteren geldt dat er daarnaast ook werkgroepen aan de slag gaan. De werkgroepen bestaan uit verschillende disciplines, waaronder burgers en experts. Zij leveren input voor specifieke gebieden en denken actief mee over inhoudelijke aangelegenheden.
22
Waar kan ik terecht met klachten, vragen of suggesties?
Voor klachten, vragen of suggesties kunt u contact opnemen met de afdeling Publiekscontacten van ProRail, via telefoonnummer 0800 – 7767 245 (gratis) of u kunt een e-mail sturen via www.prorail.nl/contact.
9/9