Vraag het de patiënt En: Durf te luisteren Irèn Alders, Stichting Tinkerbell Patiëntencoach
Zwolle 4 februari 2013
Instructie voor tafelbegeleiders bij de thema-avonden georganiseerd door de DVN in samenwerking met huisartsen (-combinaties)
[Publicatiedatum]
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Je rol ................................................................................................................................................ 2
3
Houding en Gedrag: ........................................................................................................................ 3
4
Spreken:........................................................................................................................................... 3
5
Vragen: (soorten vragen: zie bijlage).............................................................................................. 4
6
Begin gesprek .................................................................................................................................. 4
7
Afsluiting gesprek ............................................................................................................................ 5
8
Bibliografie ...................................................................................................................................... 6
9
Bijlagen ............................................................................................................................................ 6 9.1
Soorten vragen: ....................................................................................................................... 6
9.2
Praktijktips: .............................................................................................................................. 7
1
Instructie Tafelbegeleider Toelichting bij training tot tafelbegeleider Thema -avonden diabetes.
1 Inleiding Om de rol van tafelbegeleider bij ronde tafelgesprekken goed te kunnen spelen is het goed je bewust te zijn van een aantal zaken. Hoe ben jijzelf van invloed op hetgeen er uit komt? Hoe kijken deelnemers (mensen met diabetes en hun partners) naar jou als begeleider, wat verwachten ze van jou? Als bekend is dat je professioneel hulpverlener of vrijwilliger bent (lotgenoot, ervaringsdeskundige) bij de DVN, zullen mensen zich tot jou richten met vragen, ze verwachten ook oplossingen van jou. Ze zullen ook de gebruikelijke vragen stellen, die je wellicht herkent vanuit je dagelijkse praktijk. Dit is wat er normaal gesproken gebeurd, en als je doet wat je altijd deed, krijg je ook wat je altijd als uitkomst kreeg. (Einstein). We willen nu juist iets anders bereiken, vandaar een andere aanpak. Onderstaande instructie komt voort uit de methodiek en praktijk van Tinkerbell patiëntencoaching en de ervaring met eerdere bijeenkomsten samen met de DVN. De instructie maakt deel uit van de training (4 uur) en wordt vooraf gegaan door een opdracht ter voorbereiding. Voor het verbeteren van je vaardigheden is het essentieel ze te blijven trainen op je werkplek (Heleen Staal, 2012) en kritisch naar jezelf te zijn wat er goed gaat, en wat er beter kan. Maar vergeet vooral niet te kijken wat er goed gaat, waar jij goed in bent. Het is namelijk gemakkelijker daar beter in te worden! Motivational Interviewing is iets anders dan patiëntencoaching (Suderée, 2012). Het verschil zit er in wie iets wil bereiken. Bij MI zijn de motieven van de professional leidend, bij coaching de patiënt en helpen we de patiënt bij zijn eigen motieven te komen. Het maakt niet uit of we (als professionals of hulpverlener) het daar mee eens zijn of niet. Dat is wel eens lastig te accepteren, want het is toch veel beter als…. (vul maar in). Maar het maakt niet uit wat wij vinden. Overtuigen vanuit onze eigen argumenten zal niet succesvol zijn op de lange termijn.
2 Je rol Bereid je zelf goed voor. Het helpt als je uitgerust begint, als je de dag achter je kunt laten, en je focust op je sterke punten. Als tafelbegeleider heb je de volgende opdracht:
Procesbegeleider, niet ingaan op de inhoud van de antwoorden (je hebt een andere pet op tijdens dit gesprek), mensen uitnodigen te vertellen… Je bent niet verantwoordelijk voor de uitkomst, je kunt alleen je best doen het proces zo goed mogelijk te begeleiden, zodat mensen zelf met ideeën komen. 2
Wees je bewust van je eigen oordelen, hoe je dat uit. Geen oplossingen bedenken, of uiten Alleen waarnemen, ruimte creëren, verduidelijking vragen Onderlinge gesprekken vermijden, spreek de onderlinge sprekers aan: “ik kan u niet goed verstaan en ik kan (degene met wie je spreekt) niet goed verstaan) hoe lossen we dit op?”
3 Houding en Gedrag: Hoe je zit, beweegt, ten opzichte van de groep, kijkt, lacht enz. maakt allemaal uit in hoe mensen zich uitgenodigd voelen. Wees je daarvan bewust. Te dicht bij, of teveel naar iemand toe buigen kan bedreigend, intimiderend zijn. Let ook vooral op jezelf, wat doe ik nu en wat is het effect daarvan?
Nieuwsgierig! (verder niks!) Iedereen regelmatig aan kijken, glimlachen (iedereen betrekken) Rechtop op de stoel (geïnteresseerd), handen in je schoot (open houding), armen niet over elkaar (gesloten houding) Niet naar iemand toe buigen Geen discussies aangaan, vraag anderen om opmerkingen, meningen, hoe zouden zij (probleem) doen? Balans vinden tussen gesprek naar je toe trekken en laten gaan. (proberen: wat gebeurt er als je het even stil laat zijn?) Als iemand veel aan het woord is: vat kort samen en stel een aansluitende vraag aan iemand anders, hou vol: “dank voor uw inbreng, maar ik ben nu even benieuwd naar de mening van deze mevrouw, meneer..”.
4 Spreken: Veiligheid en vertrouwdheid kan ook bewerkstelligd worden door je woordkeus. Hoe doe jij dat? Wat we willen bereiken is dat mensen zich uitgenodigd voelen te vertellen waar ze warm van worden, wat ze graag willen. Als ze zich gekend voelen, niet beoordeeld of geadviseerd zullen ze daar eerder toe bereid zijn. Het is een spannende omgeving voor de meesten, onderling begrip is belangrijk, hou daar ook rekening mee.
Gebruik positieve woorden, (vermijd “niet”) , gebruik bijvoorbeeld: “wat zou je graag willen”, waar verlang je naar”, “wat lijkt je leuk” ,”als je geen beperkingen zou kennen, wat zou je dan graag doen”, “wat is een grote wens”, enz. Blijf nieuwsgierig, wat zit er achter dat iemand dat wil? Geen genoegen nemen met ik wil afvallen, ik wil minder medicijnen, daar zit nog iets onder….. Belangrijk dat mensen het in hun eigen woorden zeggen. Let op dat ze het positief formuleren (dus niet: ik wil geen hypo’s meer, ik ben bang voor … enz.): (Luisteren, Samenvatten en Doorvragen) Vermijd overtreffende trap (grootste, liefste, beste), dat maakt het zo groot voor mensen en moeilijk te beantwoorden, het mogen ook kleine dingen zijn natuurlijk Gebruik dezelfde woorden als de ander, Korte zinnen
3
5 Vragen: (soorten vragen: zie bijlage).
Stel geen “waarom”-vragen, dat voelt als “verantwoording moeten afleggen” Open vragen stellen: ruimte voor alle ideeën: “Hoe…. , wanneer…. waar…. Wat…. Enz. o Vraag door en door en door: o wilt u dat eens toelichten? o Wat is uw gedachte daarachter? o Wat ziet u dan voor u? o Zijn er ook anderen bij betrokken? o Wat zijn de omstandigheden? o Welk jaargetijde is het? Vraag verduidelijking om er een beeld van te kunnen vormen. Bemoedig mensen om meer te vertellen, om er helemaal voor te gaan, hun passie te (her)vinden.
6 Begin gesprek Hoe begin je? Je geeft zelf het voorbeeld met de introductie, wat je van mensen vraagt om even kort te vertellen. Let op dat het gesprek niet meteen in de indicaties en de vragen van mensen terecht komt. (“dat komt later, misschien, zullen we even verder gaan met het rondje?”).
6.1 1e bijeenkomst Verlangen Leg de het centrale thema op tafel: wat zou jij graag willen? (1e bijeenkomst over Verlangen) Vertel over het doel van de bijeenkomst. Dan moeten we nog wat afspraken maken, om niet gestoord te worden, vertel ook hoeveel tijd hiervoor ingeruimd is.
Korte introductie van jezelf (naam, leeftijd, en waar je woont, niet je functie) en je rol nu Thema: individueel zorgplan diabetes, wat zou je graag willen? Je verlangen…. Doel van dit gesprek: helder maken van wat je graag zou willen, persoonlijke wensen, wat er met de uitkomsten gedaan wordt: niets, mogen de deelnemers zelf weten. Afspraken: telefoon uit, naar elkaar luisteren, respect voor elkaar, niet oordelen, vertrouwelijkheid (ieder neemt zijn eigen briefje weer mee).
Openingsvraag: Nagedacht over de vraag: Ik wil graag …………, maar mijn diabetes (of die van mijn partner) staat me (ons) hierbij in de weg? zonodig even over nadenken en dan opschrijven. (kan dus ook nog ter plekke). Mogelijkheid: hoeft niet: Opschrijven op post it, of in plan (IZP), iedereen op tafel plakken (anoniem) Vragen of iemand iets over zijn wens wil vertellen, lees eventueel iets voor wat er staat, of kom met een voorbeeld van jezelf (iets wat jij graag zou willen). Bedenk:
Er zijn geen goede of foute antwoorden Geen oplossingen aanreiken, ook al liggen ze nog zo voor de hand! Geen voorbeelden noemen uit je praktijk, of van anderen. Hou tijd in de gaten, of er nog mensen iets willen zeggen
4
6.2 2e bijeenkomst: Bijpassende actie bedenken Ook bij de tweede bijeenkomst gelden de instructies t.a.v. de procesbegeleiding.
nieuwsgierig blijven naar wat mensen zelf kunnen bedenken niet met oplossingen komen, niet gaan invullen
Mensen moeten het zelf bedenken. Centraal thema is nu: wat kun jij NU doen om je verlangen realiseerbaar te maken? Het belangrijkste is dat mensen met een idee komen welke stap zij NU (dus echt morgen ofzo) kunnen zetten. Wat ze morgen gaan doen op weg naar de vervulling van hun verlangen. Het gaat om het zo concreet mogelijk maken daarvan, zodat mensen het echt voor zich zien. Hierbij is doorvragen belangrijk en checken of dat haalbaar is (voor deze mens), anders ondersteunen bij het vinden van een haalbaar doel, liever veel kleine stappen dan 1 grote stap die tot teleurstelling leidt. Het Individueel Zorgplan kan als Anker op tafel liggen, om steeds naar terug te keren. Je kunt ook een aparte sheet maken met daarop iets wat aan haalbaarheid en NU herinnert. Je kunt als tafelbegeleider natuurlijk wel aangeven dat mensen naderhand verder kunnen praten met de aanwezige professionals voor eventuele ondersteuning. Je niet laten verleiden tot het meteen geven van advies. Als mensen nog niet over een verlangen hebben nagedacht kan het benoemen van hun verlangen en een kleine stap op weg daar naar toe misschien wel in 1 keer. Wat niet kan dat kan niet, niet te hard gaan werken….
7 Afsluiting gesprek
Iedereen mag zijn eigen briefje of individueel zorgplan natuurlijk weer meenemen, of zijn verlangen en geplande acties in zijn individueel zorgplan schrijven/plakken. Het is je eigen individuele plan, alleen je eigen oordeel telt, wat je op geschreven hebt is voor jou genoeg op dit moment. Complimenteren voor ieders moed om inbreng te hebben, toch lastig als je elkaar niet kent, je geeft je toch een beetje bloot. Bedanken voor het vertrouwen. Volgende programma onderdeel aankondigen, mogelijkheden om in gesprek te gaan.
5
8 Bibliografie Heleen Staal, V. v. (2012, december 14). Communicatie train je op de werkvloer. Medisch Contact, 67(50), 2855-2857. Suderée, M. (2012). praktische handleiding patientencoaching. Leimuiden: Context.
9 Bijlagen 9.1 Soorten vragen: Open vragen: (vanuit nieuwsgierigheid, belangstelling gesteld, zonder oordeel of vooropgesteld doel)
Geven alle ruimte om zelf vorm aan het antwoord te geven Geven ruimte om eigen mening, gevoelens, visie te verwoorden Zijn uitnodigend Beginnen met “wat, hoe, waar, wanneer…” Zeer geschikt om door te vragen: “wil je dat eens toelichten?”
Waarom-vragen: (Liever NIET stellen!)
Kunnen de indruk wekken dat men verantwoording moet afleggen, beschuldigend Vervang dit liever door “wat denk/vind je daarvan?” Of “hoe kijk je daar nu tegen aan?” “wat is je gedachte daarbij?”
Gesloten vragen: (behulpzaam bij het helder krijgen van een mening, dwingt tot een keuze, kunnen feiten helder maken)
Herkenbaar aan kort antwoord. Als het antwoord uitgebreider is, vraag herhalen? “Wil je graag in de bergen fietsen?” “is lange fietstochten maken wat je het liefst doet?”
Suggestieve vragen: (vermijden als je ruimte voor de ander wilt creëren)
Bevatten vaak waardeoordelen “vind je ook niet dat dit wel/niet kan?” Sturen de inhoud van het antwoord
Meervoudige vragen: (vermijden)
Brengen vrager en antwoorder in verwarring, welke vraag wordt beantwoord?
Invullen: (vermijden)
Combinatie van suggestief en meervoudige vragen. “Ik denk dat je eigenlijk het liefst…., denk je ook niet?”
6
9.2 Praktijktips:
Geen vooroordelen Het laten gaan zoals het gaat: loslaten Geen oplossingen Tong afbijten, niet invullen. Luisteren en afwachtend zijn (spannend!) Je kunt geen fouten maken, vertrouw op jezelf! Geen (on) gevraagd advies geven Maak een beeld bij de avond (visualiseren) De ander helpen zijn ideeën helder te formuleren
7