Vraag en antwoorden over chroom-6 Dit is een overzicht van de meeste gestelde vragen over chroom-6 die gesteld zijn tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten. In de verslagen van de bijeenkomsten zijn alle vragen opgenomen. Staat uw vraag er niet bij? Stel deze dan aan het informatiepunt:
[email protected] of telefonisch (070) 376 5 476. Heeft u vragen over het onderzoek van het RIVM (Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu)? Ook deze kunt u bij het informatiepunt kwijt. Wat zijn CARC en Chroom-6? CARC staat voor Chemical Agent Resistant Coating. Het is bekend als de camouflageverf die Defensie gebruikt voor militair materieel. CARC is de toplaag van een verfsysteem (coating) en bevat geen chroom. Naast de toplaag heeft dit verfsysteem ook een roestwerende grondverf. Deze grondverf kan chroom-6 bevatten. Deze chroomverf zorgt ervoor dat het materiaal onder zware omstandigheden veel minder snel roest. Waar wordt chroomhoudende verf gebruikt? Het verfsysteem wordt op dit moment nog in de militaire- en civiele luchtvaart gebruikt. In het verleden werd het ook op voertuigen gebruikt. Voor bepaalde vliegtuigen en helikopters is chroom-6 houdende verf een noodzakelijk middel om corrosie tegen te gaan. En om zo te voldoen aan de luchtwaardigheidseisen. Op dit moment zijn er geen goedgekeurde alternatieven. Bij het aanbrengen van het verfsysteem wordt eerst de grondverf aangebracht en vervolgens de toplaag. Dit betekent dat beschermende maatregelen alleen bij het spuiten van de grondverf nodig zijn. En bij het schuren en slijpen aan het verfsysteem. De beschermende maatregelen zijn, door kennis en onderzoek, in de afgelopen jaar steeds verder ontwikkeld. Hoe kan ik weten of ik in het verleden met materiaal heb gewerkt waar chroom-6 op was verwerkt? U kunt zich bij uw bedrijfsveiligheidsorganisatie melden. De bedrijfsveiligheidsfunctionaris kan aan de hand van lijsten achterhalen of het materieel waar u mee gewerkt heeft mogelijk behandeld was met chroomhoudende verf. Deze lijsten worden regelmatig geactualiseerd met de informatie uit de sessies (bijvoorbeeld het
toevoegen van de patriotlaunchers), maar ook op basis van voortschrijdend inzicht. In gesprek met u wordt vastgesteld of u aan voertuigen of ander materiaal heeft gewerkt waarop chroom-6 werd aangebracht. Zijn alle Nederlandse voertuigen met chroomhoudende verf behandeld? Tot de jaren '90 is een grondverf, waar mogelijk chroom-6 in is verwerkt, gebruikt voor verschillend defensiematerieel. Daarna is, waar mogelijk, een andere grondverf gebruikt. Voor bepaald materieel, zoals de luchtvaart, is chroomhoudende verf verplicht. Ik heb een oud militair voertuig, en wil daar aan gaan klussen. De kans is groot dat hier chroomhoudende verf op is verwerkt. Hoe moet ik hiermee omgaan? Er is inderdaad een kans dat er chroomhoudende verf is gebruikt in de grondlaag. Zolang u met schuren, slijpen of verspanen de grondverf niet beschadigt, is er geen gevaar voor de gezondheid. U kunt er gewoon overheen verven. Waarom heeft Defensie zo lang niets gezegd en gedaan? Vanaf begin van de jaren negentig was er bij de POMS-sites aandacht voor het werken met gevaarlijke stoffen, zoals chroom-6. Van alle stoffen zijn Veiligheids Informatie Bladen aanwezig, zodat de medewerkers weten welke stoffen er in bepaalde verven zitten. Regelmatig zijn onderzoeken gehouden en zijn verbeteringen doorgevoerd om binnen de normen te blijven werken. Ook werden risico inventarisaties gehouden. De verbeterpunten, die daaruit voortkwamen, werden opgenomen in de ARBO-jaarplannen. Vanaf 1997 werden deze jaarplannen voorgelegd en goedgekeurd door de Dienstcommissie; de vertegenwoordigers van het personeel. Op deze manier was informatie over het werken met gevaarlijke stoffen ter beschikking van het personeel. Hieruit heeft Defensie de conclusie getrokken dat de medewerkers voldoende waren geïnformeerd. Of die conclusie juist is en of er daadwerkelijk moeite is gedaan om medewerkers actief kennis te laten nemen van deze informatie, zal uit het onderzoek moeten blijken. Wat heeft Defensie wel of niet gedaan om te zorgen voor veilige werkomstandigheden? Defensie wil precies weten wat er is gedaan of nagelaten als het gaat om het bieden van een veilige werkomgeving. Daarom nu eerst onderzoek en dan conclusies. Waar wordt onderzoek naar gedaan?
In het voorjaar van 2014 heeft Defensie signalen binnengekregen van medewerkers die vermoeden ziek te zijn geworden door het werken met chroomverf en CARC. Allereerst van medewerkers van vroegere Amerikaanse opslagplaatsen (POMS-sites). Daarna ook van andere defensieonderdelen. Defensie neemt de meldingen serieus en heeft het onafhankelijke onderzoeksinstituut RIVM opdracht gegeven dit te onderzoeken. Het RIVM analyseert de informatie uit de archieven die is verzameld en gebruikt deze informatie bij hun onderzoek naar de blootstelling aan chroom-6, of er voldoende beschermingsmaatregelen zijn genomen en of er een causaal verband bestaat tussen het gebruik van chroom-6 en ziektebeelden. Meer informatie over het onderzoek van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/C/Chroomhoudende_verf_en_CARC Hoe wordt er onderzoek gedaan naar de huidige situatie? Op de eerste plaats voert de GGD onderzoek uit naar de mate van veiligheid van het werken in de huidige situatie op de voormalige NAVO POMS-sites waar Amerikaans materieel was opgeslagen. Dit om ongerustheid bij het personeel dat daar werkt of gaat werken weg te nemen. Het gaat om de POMS-sites in Brunssum, Eygelshoven, Ter Apel, Coevorden en Vriezenveen. Daarnaast heeft het CEAG (de Arbodienst van Defensie) een quickscan gehouden op 10 lokaties waar nog actief met chroomhoudende verf wordt gewerkt. Doel van deze quickscan is om inzicht te krijgen in hoe er op dit moment op die 10 lokaties wordt omgegaan met chroom-6. Hoe wordt er onderzoek gedaan naar wat er in het verleden is gebeurd? Defensie heeft het RIVM opdracht gegeven om een historisch onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van het werken met Chroom-6 en CARC op alle defensie locaties, inclusief de POMS-sites, waar met deze stoffen is en wordt gewerkt. Voor dit onderzoek verzamelt Defensie alle relevante historische gegevens en rapporten. Het onderzoek beslaat een tijdspanne van ongeveer 1984 tot heden en wordt gebaseerd op informatie uit archieven. Omdat van voor 1990 weinig documenten bewaard zijn gebleven wordt de informatie aangevuld met informatie van (oud-)medewerkers
die zich hebben gemeld. Zij worden opgeroepen om eventuele informatie in hun bezit beschikbaar te stellen. Alle informatie wordt gepubliceerd op internet, zodat alle betrokkenen hier inzage in hebben en mogelijk nog ontbrekende informatie kunnen aanleveren. We zorgen er wel voor dat persoonlijke informatie zoals namen niet meer leesbaar zijn. Het RIVM doet onderzoek naar de blootstelling aan chroom-6, of er voldoende beschermingsmaatregelen zijn genomen en of er een causaal verband bestaat tussen het gebruik van Chroom 6 en ziektebeelden. Het RIVM analyseert daarvoor de informatie die is verzameld en is, indien nodig, bevoegd om aanvullend onderzoek te laten doen. Ook organiseren zij focusgroepen met medewerkers. Deze groepen worden samengesteld uit verschillende belanghebbenden. Aan de hand van deze informatie stelt het RIVM de onderzoeksvragen op.
Wie stelt de focusgroepen samen en moet je je daar voor aanmelden? In april 2015 krijgt u een brief waarin u wordt gevraagd of en zo ja, hoe u wilt deelnemen in het onderzoek. Bijvoorbeeld via een online vragenlijst of via een focusgroep. U moet daarvoor wel geregistreerd zijn bij het informatiepunt van het CAOP. Bij de focusgroepen zitten begeleiders van RIVM, maar het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de deelnemers aan de focusgroep hun verhaal vertellen. Als begeleiders vragen stellen zullen dat open vragen zijn zodat de antwoorden van de deelnemers niet worden beïnvloed. Wie stuurt het onderzoek aan? Een paritaire commissie, onder voorzitterschap van Ruud Vreeman en bestaande uit een gelijk aantal leden van werknemers- en werkgeverszijde, is betrokken bij het prioriteren van de onderzoeksvragen en stuurt het onderzoek van het RIVM aan. Worden er, naast chroom-6 en carc, ook andere stoffen meegenomen in het onderzoek zoals asbest, benzeen, JP8, PX10? Ja. Het RIVM inventariseert, op basis van de focusgroepen, welke gevaarlijke stoffen, naast chromaten, in het onderzoek worden betrokken. Op welke manieren kan je blootgesteld worden aan chroom-6?
Je kunt op drie manieren worden blootgesteld: aanraken, inademen en inslikken. In alle gevallen wordt chroom-6 al vrij snel omgezet in chroom-3. Daarnaast gaat het er om hoe lang je bent blootgesteld en in welke mate. De blootstelling hangt verder af van de functiegroepen waarin de medewerker werkzaam was en de werkzaamheden die zijn gedaan. Dit zijn vragen die het RIVM gaat onderzoeken. Hoe zit het met onze collega’s in het buitenland? Doelstelling is dat ook in het buitenland de voorschriften worden nageleefd. Nederlandse medewerkers die in het buitenland hebben gewerkt en die met chroomhoudende verf in aanraking denken te zijn gekomen kunnen zich ook aanmelden bij het informatiepunt van het CAOP voor het RIVM onderzoek. Heb ik als administratieve kracht deze stoffen ook ingeademd? De kans dat je als administratieve kracht ziek wordt door chroomverf en CARC, is waarschijnlijk heel klein. Het risico van gezondheidseffecten is afhankelijk van de duur en mate van de blootstelling. Hoe groot de risico's op gezondheidseffecten zijn, is onderdeel van het RIVM-onderzoek. Welke mensen hebben het grootste risico gelopen? Kun je ook ziek worden doordat je dagelijks door de werkplaats liep, op weg naar kantoor? De kans dat je ziek wordt door dagelijks door de werkruimte te lopen, is heel klein. Het risico van gezondheidseffecten is afhankelijk van de duur van de blootstelling. Hoe groot de risico's op gezondheidseffecten zijn, is onderdeel van het RIVM-onderzoek. Zijn deze stoffen via kleding overdraagbaar aan derden? Het is niet aannemelijk dat de blootstelling aan derden door stofdeeltjes op kleding hoog is. Het vaststellen van de risico's voor risicogroepen wordt door het RIVM onderzocht. Kan ik mijn kinderen (die klachten hebben) laten onderzoeken? Daarvoor moeten we het RIVM-onderzoek afwachten. Ik wil weten of mijn overleden man ziek was door CARC? Een doodsoorzaak is niet vastgesteld. In het onderzoek wordt bekeken welke risicogroepen er zijn. Het is achteraf altijd moeilijk om een duidelijk verband aan te kunnen tonen. Dit zal deel uitmaken van het RIVM-onderzoek.
Ik wil weten of mijn vruchtbaarheid is aangetast door het werken met chroom. Dit maakt deel uit van het onderzoek door het RIVM. Ik ben ziek en ik heb hierdoor hoge ziektekosten. Kan ik deze verhalen op Defensie? Defensie heeft samen met de vakbonden een tijdelijke regeling opgesteld voor (voormalig) Defensiemedewerkers die mogelijk ernstig ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 houdende stoffen. De regeling is op 1 maart 2015 ingegaan. De regeling geeft de betrokken (voormalige) werknemers een tegemoetkoming, vooruitlopend op een eventuele resterende schadevergoeding. In aanvulling op een financiële tegemoetkoming kunnen de (voormalige) werknemers ook ondersteuning krijgen. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) zorgt voor de afhandeling van de tijdelijke tegemoetkoming. Kunnen alle Nederlandse huisartsen worden geïnformeerd over chroom-6? Hierdoor kunnen mogelijke ziekten eerder worden opgespoord. Het RIVM heeft in februari 2015 een informatieblad opgesteld voor huisartsen over de gezondheidsrisico’s van chroom-6. Dit informatieblad is opgestuurd aan alle huisartsen. Alle melders in het informatiepunt hebben het blad thuisgestuurd gekregen. Het staat ook op de site van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/C/Chroomhoudende_verf_en_CARC Dit informatieblad kunt u, indien van toepassing, voorleggen aan uw huisarts. Daarnaast informeert het RIVM via vakbladen en andere literatuur deze specialisten. Wat als ik nu nog gezond ben, maar later toch ziek word? Als u gezondheidsklachten krijgt, moet u naar de arts gaan en melden dat u hebt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Krijgt u op enig moment gezondheidsklachten, en u vermoedt dat deze in verband staan met de werkzaamheden bij Defensie en u wilt daarvoor defensie aansprakelijk stellen? Dan raden wij u aan om direct een belangenbehartiger in te schakelen. Dit kunt u ook doen via uw vakbond of rechtsbijstandsverzekering. Volgens de media zijn er schadeloosstellingen uitgekeerd. Moet
ik daarvoor een advocaat in de arm nemen? Of geldt dit voor alle medewerkers? Een advocaat is niet verplicht. Voor een verzoek om schadevergoeding kan altijd de hulp van een belangenbehartiger worden ingeschakeld. Dit kan de vakbond zijn of een rechtsbijstandsverzekeraar, letselschadespecialist of letselschadeadvocaat. Het is belangrijk dat dit iemand is die kennis heeft op het gebied van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Kan ik mij medisch laten onderzoeken (zoals een bloedtest of bodyscan)? De minister van Defensie heeft de Tweede Kamer toegezegd alle betrokken (oud-)medewerkers een gezondheidskundig onderzoek aan te bieden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder toezicht van het CEAG, de arbodienst van Defensie. Oud-medewerkers die zich hebben aangemeld bij het zorgloket van het ABP omdat ze zich zorgen maken over hun gezondheid, zijn begin maart uitgenodigd voor een consult bij een arbo-arts. Het bedrijfsgeneeskundig consult voor de oud-medewerkers vindt plaats in Amersfoort, Assen, Den Haag, Den Helder, Oirschot of Schaarsbergen. Het doel van het bedrijfsgeneeskundig consult is informeren en voorlichten en bestaat uit een gesprek met een bedrijfsarts van Defensie. De huidige medewerkers worden in april uitgenodigd voor een gezondheidskundig onderzoek. Kan ik de kosten van een afgenomen bloedtest vergoed krijgen? Kosten komen in principe ten laste van de ziektekostenverzekering. Dat kan betekenen dat het eigen risico aangesproken moet worden. Hoe denkt Defensie schadeloos te gaan stellen? Wanneer de resultaten van het RIVM-onderzoek daartoe aanleiding geven, neemt Defensie zijn verantwoordelijkheid. Wat doen het ABP, CAOP en de taskforce in het onderzoek naar werken met chroomverf en CARC? Het ABP is verantwoordelijk voor de uitvoering van de coulanceregeling. Het informatiepunt bij het COAP beantwoordt vragen van betrokkenen. Ook kunnen (oud-)medewerkers die hebben gewerkt met chroom-6 zich hier registreren. De Taskforce coördineert de acties
binnen Defensie voor het onderzoek naar werken met chroomverf en CARC. Wat doet het ABP? Het ABP behandelt de aanvragen van oud-medewerkers die een beroep doen op de tijdelijke (coulance-)regeling voor (voormalig) Defensiemedewerkers die mogelijk ernstig ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 houdende stoffen. Wat doet het CAOP? Bij het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) is een informatiepunt ingericht over het onderzoek naar chroomverf en CARC. Bij het CAOP kunt u met al uw vragen en informatie terecht die betrekking hebben op het RIVM onderzoek. Ook kunnen (oud-)medewerkers van Defensie die met chroom-6 hebben gewerkt of er nog mee werken zich bij het informatiepunt registreren. Het CAOP ondersteunt het RIVM, de paritaire commissie en de Taskforce. Wat doet de Taskforce? De Taskforce zorgt voor de coördinatie van het aanleveren van relevante Defensie-documenten aan het CAOP. De Taskforce publiceert regelmatig de beschikbare informatie voor het onderzoek naar CARC en chroom-6. Ook is de Taskforce verantwoordelijk om alle betrokken partijen te informeren over het verloop van het onderzoek. Waar staan de verslagen van de voorlichtingsbijeenkomsten? Alle verslagen van de voorlichtingsbijeenkomsten over het werken met chroomverf staan op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/c/chroomverf. In november 2014 is het verslag gepubliceerd van de 4 bijeenkomsten voor oud-POMS-medewerkers, familie en nabestaanden in Kerkrade en Almelo. In februari 2015 is het verslag gepubliceerd van vier bijeenkomsten die in januari zijn gehouden in Den Helder, Eindhoven en Stroe. In maart 2015 is het verslag gepubliceerd van twee voorlichtingsbijeenkomsten in Amersfoort en Breda.
Ik wil mijn persoonlijke verhaal en ervaringen delen, zodat het onderzoek daar gebruik van kan maken. Hoe en wanneer kan ik dit laten vastleggen? U kunt contact opnemen met het informatiepunt bij het CAOP. U kunt daar uw vragen stellen, maar ook uw informatie delen. Het informatiepunt zorgt er dan voor dat de informatie wordt overgedragen aan het RIVM voor het onderzoek. Ook kunt u hierbij aangeven of uw informatie voor defensie beschikbaar mag zijn. Waarom moeten oud-medewerkers zich melden? Kan niet worden gekeken naar de oude personeelsdossiers? Een personeelsdossier is gebonden aan een persoon en niet aan een organisatieonderdeel. Hierdoor is het niet mogelijk om alle dossiers van één onderdeel uit het archief te halen. Wordt een uitzendkracht hetzelfde behandeld als een Defensiemedewerker? Medewerkers die bij Defensie werkzaamheden hebben verricht, in dienst van een uitzendorganisatie, melden zich bij hun (voormalige) werkgever. Daarnaast raden wij hen aan zich ook te melden bij het zorgloket van het ABP.