Vraag en antwoord Eikenprocessierups:
1. Biologie, ecologie 2. Verspreiding 3. Gezondheidsaspecten 4. Behandeling van klachten 5. Hoe klachten te voorkomen 6. Gedragsadviezen 7. Risico s voor dieren 8. Bestrijdingsmethoden 9. Hoe als particulier te handelen 10. Wettelijke verplichtingen t.a.v. bestrijding 11. Waar informatie te verkrijgen
1. Biologie, ecologie 1.1 Wat is de eikenprocessierups? De eikenprocessierups (Thaumeatopoea processionea Linnaeus (1758)) is een behaarde rups die van april tot en met juli op eikenbomen voor kan komen. De rupsen gaan groepsgewijs, in processie, op zoek naar voedsel - eikenbladeren - in de toppen van de bomen. 1.2 Waar leeft de eikenprocessierups? De eikenprocessierups komt oorspronkelijk uit Midden-Europa. De rups heeft zich, vermoedelijk onder invloed van klimaatsverandering, ook in Nederland gevestigd. Zoals de naam al aangeeft leeft hij vooral op eikenbomen (voornamelijk de zomereik). Maar je kunt de rups ook aantreffen op andere boomsoorten zoals de beuk, berk en Amerikaanse en Moeraseik. Dit treedt vooral op als op aanwezige eikenbomen al veel rupsen voorkomen (hoge populatiedruk). Vooral bij warmere en droge voorjaarsomstandigheden gedijt de rups goed. 1.3. Hoe is de eikenprocessierups te herkennen? De jonge rupsen hebben een oranje kleur, als ze in april uit hun eitjes komen. Als ze volgroeid zijn, verandert de kleur in grijsgrauw met lichtgekleurde zijden. De rupsen kunnen ongeveer 3 cm groot worden. De eikenprocessierupsen leven in groepen bijeen en maken op de stammen of dikkere takken grote nesten. Dit gebeurt vooral aan de zonnige zuidkant van de eikenbomen. De nesten bestaan uit een dicht spinsel van vervellingshuidjes, met (brand)haren en uitwerpselen. Vanuit hun nesten gaan de rupsen s nachts in processie op zoek naar voedsel: de eikenbladeren. Soms met als zichtbaar gevolg kaalgevreten eikenbomen. 1.4 In welke stadia komt de eikenprocessierups voor? De eikenprocessierups is de larve van de nachtvlinder die haar eitjes in de maand augustus in de toppen van de eikenbomen legt. De eitjes overwinteren daar. In april of begin mei komen de rupsen uit de eitjes. Dan ondergaan de rupsen een vijftal vervellingen, waarna ze in juli volgroeid zijn. Vervolgens verpoppen de rupsen zich in juli tot vlinder. Van eind juli tot eind augustus vliegen de vlinders uit (vrouwtjes 5 tot 20 km, mannetjes verder), ondertussen zetten de vrouwtjes hun eitjes af, waaruit volgend voorjaar weer jonge rupsen komen. Hoe warmer en stabieler het weer, hoe meer vlinders er zijn en hoe meer eitjes er dus worden afgezet.
1
1.5 Wanneer verschijnen de brandharen? Het venijn van de eikenprocessierups schuilt in de aanwezigheid van de vele microscopisch kleine brandharen op de rups, die in de maanden mei-juli vanaf het derde larvale stadium naast de normale beharing verschijnen en die een actief verdedigingsmechanisme voor de soort vormen. 1.6 Hoeveel brandharen heeft een rups? Een volgroeide rups heeft circa 700.000 brandharen. 1.7 Hoe groot zijn de brandharen van de rupsen? De brandharen zijn ongeveer 0,2 tot 0,3 millimeter lang. 1.8 Hoe zien de brandharen er uit? De brandharen zijn pijlvormig met weerhaakjes, die gemakkelijk de oppervlakkige lagen van de huid, ogen en bovenste luchtwegen kunnen binnendringen. 1.9 Kunnen de eitjes overleven? Wanneer de eitjes in augustus hoog in de boom afgezet worden door de vrouwtjes worden ze bedekt met een bruine kitlaag vermengd met haren van het achterlijf. Op deze wijze zijn ze goed gecamoufleerd en nauwelijks van de schors te onderscheiden. Uit onderzoek is gebleken dat de eitjes zeer lage temperaturen gemakkelijk kunnen doorstaan. 1.10 Waar leven de rupsen van? Al voor het uitlopen van de eikenbladeren komen de rupsen tevoorschijn. Deze eikenbladeren zijn hun voornaamste voedingsbron. Bij een gebrek aan voedsel kan het voorkomen dat ze hun voedsel zoeken bij andere boomsoorten zoals de berk, beuk en Amerikaanse en Moeraseik. 1.11 Hebben de rupsen natuurlijke vijanden? De natuurlijke vijanden van de rupsen zijn sluipwespen en -vliegen. Buiten bosgebieden worden de rupsen tot nu toe nog niet in hun bestaan of overleven bedreigd omdat de natuurlijke vijanden zich hier onvoldoende kunnen ontwikkelen. 2. Verspreiding 2.1 In welke gebieden van Nederland komt de eikenprocessierups voor? Vanaf 1989 heeft de rups zich gevestigd in Nederland. In het verleden kwam de eikenprocessierups in Nederland vooral voor in het zuiden van Noord-Brabant en het aangrenzende deel van Limburg. Inmiddels bevindt het verspreidingsgebied zich buiten de grenzen van Noord-Brabant, namelijk tot in Gelderland, Utrecht, Overijssel, Zuid-Holland en in grote delen van Noord- en Midden-Limburg. Daarnaast is de eikenprocessierups ook al gesignaleerd in bijvoorbeeld Zeeuws-Vlaanderen en Delft. 2.2 Komt de eikenprocessierups ook in onze buurlanden voor? Ja, de eikenprocessierups komt ook voor in het noordelijk, oostelijk en westelijk deel van Vlaanderen en in een aantal gebieden in Duitsland, aan de grens met Nederland. Zo komt in Kreis Kleve (ten oosten van Nijmegen), in Kreis Vierssen (ten oosten van Venlo) en in Belgisch-Limburg de eikenprocessierups in groten getale voor. 2.3 Zijn er speciale gebieden aan te geven waar de eikenprocessierups zit? De rups wordt vooral gesignaleerd in zomereiken langs lanen in steden en dorpen, erfbeplantingen op campings en op landgoederen in bosrijke omgeving. In bosgebieden zelf wordt de rups ook waargenomen, maar hier lijkt er een biologisch evenwicht te bestaan met zijn natuurlijke vijanden (de sluipwesp, sluipvlieg). Hierdoor leidt de eikenprocessierups in bosgebieden nauwelijks tot problemen.
2
3. Gezondheidsaspecten 3.1 Is de eikenprocessierups gevaarlijk voor mensen? Vanaf het derde vervellingstadium (half mei en begin juni) ontwikkelen de rupsen naast de normale witte haren ook de karakteristieke brandharen. Deze brandharen zijn een actief verdedigingsmechanisme van de rups. Het zijn juist deze brandharen die gezondheidsrisico s voor mensen met zich mee kunnen brengen. Wanneer contact met deze brandharen optreedt, kunnen gezondheidsklachten als jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan luchtwegen ontstaan. 3.2 Hoe kan iemand in contact komen met de brandharen? De brandharen worden bij een ongewenste aanraking actief afgeschoten door de rups. Tevens kunnen de haren vanuit de nesten passief met de wind worden meegevoerd of door trillingen van verkeer vrijkomen en verder verspreid worden. Ook eenmaal met brandharen besmette kleren of een tent kan een bron van overdracht van deze haren naar mensen zijn. 3.3 In welke maanden verschijnen de brandharen van de eikenprocessierups en wanneer leveren ze overlast en hinder op voor de mens? Wanneer de rupsen volgroeien, in de periode van half mei tot eind juni, ontwikkelen ze brandharen. Deze brandharen zijn over het gehele lijf aanwezig. De vrijkomende brandharen kunnen tot overlast in de directe omgeving leiden. In de maanden juni, juli en augustus kunnen de brandharen uit de nesten veel ongemak opleveren voor de mens. 3.4 Hoe lang blijven de brandharen actief? Proefondervinderlijk is gebleken dat de brandharen na 6 tot 8 jaar nog steeds hun karakteristieke vorm en activiteit hebben behouden. Op plaatsen waar dus in voorafgaande jaren processierupsen aanwezig waren en waar deze nu niet meer voorkomen, kunnen de brandharen echter nog geruime tijd voor ongemak zorgen. 3.5 Welke gezondheidsklachten kunnen de brandharen veroorzaken? Na direct contact met de brandharen kan binnen 8 uur een rode pijnlijke huiduitslag met hevige jeuk ontstaan, die zich kenmerkt door bultjes, pukkeltjes of met vochtgevulde blaasjes die kunnen gaan ontsteken. Vaak ontstaan deze reacties op de onbedekte huid, maar door versleping met bijvoorbeeld zweet kan dit ook plaatsvinden op de bedekte huid. Als er brandharen in de ogen terechtkomen, kunnen zij binnen 1 tot 4 uur een heftige reactie geven van het oogbindvlies en/of hoornvlies met zwelling, roodheid en jeuk en in sommige gevallen met ontstekingen. Na inademing kunnen brandharen irritatie of ontsteking geven van het slijmvlies van de bovenste luchtwegen (neus, keel en bovenste gedeelte luchtpijp). De klachten lijken op een neusverkoudheid. Tevens kunnen mensen ook klagen over pijn in de keel en eventuele slikstoornissen, in sommige gevallen is er sprake van kortademigheid. Daarnaast kunnen algemene klachten optreden, zoals braken, duizeligheid, koorts en algehele malaise. Tenslotte is er een aantal indirecte gevolgen merkbaar, zoals vermindering van het woon- of recreatiegenot; mensen kunnen beperkt worden in hun bewegingsvrijheid. 3.6 Zijn er risicogroepen aan te geven? Er zijn geen duidelijke risicogroepen aan te geven. De reactie als gevolg van contact met de brandharen kan van persoon tot persoon variëren. Frequent contact kan tot verergering van klachten leiden. Zo zullen patiënten die bekend zijn met astmatische klachten, doordat zij al gevoelige luchtwegen hebben, waarschijnlijk eerder en sterker reageren. Mensen die beroepsmatig betrokken zijn bij het beheersen van de overlast lopen meer kans dat zij in contact komen met de brandharen. Hetzelfde geldt voor kinderen, die door hun speelgedrag en omdat zij dicht bij de grond zitten eerder in aanraking kunnen komen met de brandharen.
3
3.7 Kan men als de brandharen in de ogen terechtkomen blind worden? In zeldzame gevallen kan het gebeuren dat de brandharen, zonder aanvankelijk verschijnselen te geven, de diepere slijmvlieslagen van het oog binnendringen. Dit kan een knobbelvormige ontsteking geven. Zolang de brandhaar blijft zitten, zullen de klachten blijven bestaan. Wanneer deze brandhaar niet operatief verwijderd wordt, kan blindheid ontstaan. Het advies is om tijdig naar de oogarts te gaan als de klachten aanhouden. 3.8 Kun je allergisch worden voor de brandharen van de eikenprocessierups? De reacties die optreden na blootstelling aan de brandharen lijken op een allergie. Deze reacties kunnen ontstaan door mechanische irritatie of door een toxisch mechanisme. In het laatste geval reageert het lichaam op een door de brandharen afgescheiden lichaamsvreemd eiwit (thaumetopoiene), met het aanmaken van histamine. Uit bloedonderzoek blijkt echter dat er geen specifieke afweerreactie plaatsvindt. De optredende verschijnselen worden daarom ook wel pseudo-allergische reacties genoemd. Ze treden op binnen enkele uren na contact met de brandharen. Daarnaast zijn er ook mensen die na contact met de brandharen een allergie hiertegen ontwikkelen. Deze allergie kan vastgesteld worden via specifieke huid-testen en door het bepalen van specifiek IgE in bloed. Als er sprake is van een allergische reactie treden de klachten na contact met de brandharen veel sneller op; vaak al binnen 30 minuten. Ook zijn ze vaak heftiger. 3.9 Als men eenmaal met de brandharen in contact is gekomen, zijn dan bij een volgend contact met de brandharen de klachten sterker? Uit ervaring blijkt dat hernieuwd contact met de brandharen of bij langdurige blootstelling (bijvoorbeeld door het dragen van besmette kleding), de reacties en klachten van sterker zijn. 4. Behandeling van klachten 4.1 Moet men naar de dokter als men klachten heeft? Meestal verdwijnen de klachten binnen enkele dagen tot weken spontaan. Bij ernstige klachten is het verstandig contact op te nemen met de huisarts. 4.2 Zijn er medicijnen voor het tegengaan van de klachten? Bij lichte symptomen zijn geen medicijnen nodig. Bij hevige jeuk kunnen anti-jeukmiddelen, zoals een crème op basis van menthol, aloë vera of calendula verlichting geven. Deze middelen zijn bij de apotheek of drogist verkrijgbaar. Indien de lokale effecten zeer ernstig zijn kan door de huisarts overwogen worden een zalf op basis van corticosteroïden voor te schrijven of antihistaminica. 5. Hoe klachten te voorkomen 5.1 Wat kan men zelf doen om de klachten te verlichten? Om verdere verspreiding van de brandharen over het lichaam te voorkomen en om de ontstekingsreactie tegen te gaan is het zinvol de huid direct na de blootstelling met plakband te strippen, om zo alle brandharen te verwijderen. Vervolgens is het zeer belangrijk de huid goed te wassen en de ogen goed te spoelen met lauw water. 5.2 Als kleren onder de brandharen zitten, wat moet men dan doen? De brandharen zijn moeilijk uit de kleding te verwijderen. Om herhaalde blootstelling te voorkomen is het verwijderen van de haren uit de kleding echter wel noodzakelijk. De kleding dient daarom zeer grondig met water en zeep gereinigd te worden (liefst op 60°C), zeker wanneer men weet dat men in een belast gebied is geweest en overlast van de brandharen heeft ondervonden.
4
6. Gedragsadviezen (ref: op basis van ervaring en casuïstiek) 6.1 Moet ik verhuizen als in mijn omgeving de eikenbomen besmet zijn met de eikenprocessierups? U hoeft niet te verhuizen indien de eikenprocessierups in uw woonomgeving voorkomt. U dient vooral in de periode half mei tot eind september wel rekening te houden met de risico s die de brandharen met zich meebrengen. 6.2 Wat zijn de risico s rondom mijn woning als in mijn omgeving eikenbomen besmet zijn met de eikenprocessierups? Speciale aandacht moet uitgaan naar nesten of besmette bomen in de directe nabijheid van woningen. Probeer te voorkomen dat brandharen of nesten de woning binnenwaaien; houdt ramen eventueel gesloten. Ook wordt geadviseerd om geen was buiten te hangen, zandbakken zoveel mogelijk gesloten te houden, geen speelgoed buiten te laten liggen en kinderen niet op het gazon te laten spelen. Uit de praktijk is duidelijk geworden dat brandharen zich vanuit nesten over grote afstand kunnen verplaatsen (50-100 meter). Du, ook al zijn er geen eikenbomen in de directe omgeving, dit is geen garantie dat u in uw eigen woonomgeving geen overlast van brandharen kunt ondervinden. 6.3 Kan ik de was buiten hangen in een besmet gebied? Dit is niet verstandig, de kans is aanwezig dat uw was besmet raakt met brandharen. Hang de was in ieder geval niet benedenwinds van besmette bomen. Indien de bomen besmet zijn, is het advies het wasgoed eerst intensief te wassen voor gebruik (>60 oC). 6.4 Kan ik op het gazon zitten en het gras maaien in een besmet gebied? Brandharen die verwaaien kunnen op het gazon terecht komen. Hier kunnen ze behoorlijk lang overlast geven. Ze zakken met regen wel iets de grond in, maar er zullen er ook veel op of aan het gras blijven vastzitten, die bij opdrogen weer opnieuw voor problemen kunnen zorgen. De overlast kan tot ver in augustus aanwezig zijn, afhankelijk van de situatie. Zowel tijdens het maaien van besmette gazons als ook bij het opruimen van het gemaaide gras kunnen aanwezige brandharen voor problemen zorgen. Uit de praktijk is duidelijk geworden dat brandharen zich vanuit nesten over grote afstand kunnen verplaatsen (50-100 meter). 6.5 Kan ik buiten geteelde groenten in een besmet gebied eten? Wanneer u de groenten voorzichtig oogst en vervolgens goed wast, hoeft het eten van groenten uit besmet gebied geen probleem op te leveren. Een probleem kan wel bestaan indien moestuinen gelegen zijn direct onder of in de onmiddellijke nabijheid van eikenbomen, die besmet zijn met de eikenprocessierups. Hoewel het consumeren dan niet direct een probleem hoeft op te leveren, kan het oogsten wel een probleem opleveren, omdat de gewassen besmet kunnen zijn met brandharen. 6.6 Kan ik onder eikenbomen met de eikenprocessierups fietsen of picknicken? U dient rekening te houden met de risico s. Zorg minimaal voor een bedekking van armen, hals en benen. Ga daarnaast niet direct op de grond of in de berm zitten. Het is verstandig uzelf op de hoogte te stellen van de situatie. Kies, indien noodzakelijk en mogelijk, een alternatieve route of locatie. 6.7 Kan ik gaan kamperen in besmet gebied? U kunt gaan kamperen, maar dient wel rekening te houden met de risico s. Plaats uw tent niet direct onder eikenbomen, waarin de eikenprocessierups aanwezig is. De kans is anders groot dat uw tent besmet raakt. U herkent deze aan de nesten op de stammen of dikkere takken (vooral aan de zonnige zuidkant van de bomen). De nesten bestaan uit een dicht spinsel van vervellinghuidjes, met (brand)haren en uitwerpselen. Stel uzelf eventueel vooraf op de hoogte van de actuele situatie door contact op te nemen met de beheerder of de gemeente.
5
6.8 Kan ik naar het bos gaan in een besmet gebied? Zorg bij een bezoek aan een gebied waar de rups voorkomt voor een goede bedekking van de hals, armen en benen en ga ook niet op de grond zitten. 6.9 Kan ik hooi dat onder of in de buurt van besmette eikenbomen lag nog gebruiken? Bij weilanden die direct grenzen aan lanen met besmette eikenbomen (binnen 10 meter), moet voorzichtig omgegaan worden met het hooi dat hier vanaf komt. In dit hooi kunnen nog de nodige brandharen zitten en het dient dan ook gescheiden te worden van de rest van het hooi. Als gevolg van verdere verspreiding van brandharen (50-100 meter), bijvoorbeeld bij bestrijding, kan dit gebied soms groter zijn dan 10 meter. 7. Risico s voor dieren 7.1 Lopen dieren ook risico s? Honden lopen vooral risico s wanneer zij in de bermen aan nesten snuffelen of deze in hun bek nemen. Houd uw hond dus goed in de gaten en/of aangelijnd. Ook voor koeien en paarden geldt dat voorkomen moet worden dat zij aan de nesten kunnen zitten of deze in hun bek kunnen nemen. Paarden lijken gevoeliger voor de eikenprocessierups dan andere dieren. Daarnaast kunnen klachten optreden als bijvoorbeeld vee graast onder aangetaste eikenbomen of als gras afkomstig uit de directe nabijheid van aangetaste eiken als veevoer wordt gebruikt. In aangetaste eikenlanen wordt aangeraden geen vee te laten grazen binnen 10-15 meter rond de bomen. 8. Bestrijdingsmethoden 8.1 Wat doet de overheid aan het probleem? Op plaatsen waar veel ongemak verwacht wordt, probeert men (vroegtijdig) op milieuvriendelijke wijze de plaag te bestrijden. Afhankelijk of de bomen van gemeente, provincie of Rijkswaterstaat zijn, is een van genoemde partijen verantwoordelijk voor het beheersen en bestrijden van de problematiek. 8.2 Hoe wordt het probleem aangepakt? Bij de aanwezigheid van de eikenprocessierups kan op verschillende manieren worden gehandeld: niets doen, waarschuwen, gebieden afsluiten, rupsen wegbranden of wegzuigen en vroegtijdige bestrijding met biologische middelen (chemische bestrijding wordt afgeraden vanwege de ecologische gevolgen). De keuze voor de bestrijdingsmethodiek hangt af van de mate van aanwezigheid van mensen, de omvang en ernst van de plaag, de hoogte van de te bestrijden bomen en de aanwezigheid van beschermde vlinders. Er is door deskundigen een leidraad beheersing eikenprocessierups opgesteld waarin de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen bij de keuze voor de bestrijdingsmethodiek worden behandeld. Zie www.minlnv.nl/eikenprocessierups. 8.3 Waar moet men op letten tijdens de bestrijding? Bij personen die rechtstreeks in contact komen met bestrijdingsmiddelen kan irritatie van de huid en slijmvliezen optreden. Het is daarom belangrijk dat degene die de rupsen beroepsmatig bestrijden zich zelf goed beschermen tegen direct contact met de brandharen door adequate persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Bijvoorbeeld rubberen handschoenen, laarzen, een overall die bij de onderarmen en enkels is af te sluiten, een volgelaatsmasker. Tijdens de bestrijding zelf is het van belang de omgeving (bijvoorbeeld met borden) in te lichten over de werkzaamheden. Publiek, vee en huisdieren dienen tijdens de werkzaamheden op afstand te worden gehouden. 9. Hoe als particulier te handelen 9.1 Wat kan ik zelf doen om ongemak te voorkomen? Probeer direct contact met de rupsen, (oude) brandharen en spinselnesten zoveel mogelijk te vermijden. Bedek hals, armen en benen en ga niet in de berm zitten. Probeer kinderen te
6
attenderen op het gevaar van de rups. Indien een andere route genomen kan worden, waar geen met door rupsen besmette eikenbomen staan, dan verdient dit de voorkeur. 9.2 Wat kan ik doen als ik bomen zie die besmet zijn met de eikenprocessierups? Staan de bomen langs een gemeentelijke weg, dan is het goed dit te melden bij de gemeente. Zij kunnen dan maatregelen nemen. Bij het signaleren van besmette bomen langs een provinciale weg belt u de provincie. Particulieren zijn in principe zelf verantwoordelijk voor (het laten) bestrijden van de rups of het wegnemen van de overlast van aanwezige nesten in de bomen, maar kunnen daarbij altijd voor advies de hulp inroepen van de gemeente. 9.3 Wat kan ik zelf doen als eikenbomen in mijn tuin besmet zijn met de eikenprocessierups? Bent u eigenaar van de boom, dan bent u in principe zelf verantwoordelijk voor de bestrijding. Het zelf bestrijden van de rupsen door particulieren wordt echter, zeker wanneer het ondeskundig gebeurt, sterk afgeraden. Geadviseerd wordt om contact op te nemen met uw gemeente en hen (tegen een vergoeding) te verzoeken de rupsen in uw tuin te bestrijden. Mocht de gemeente hier niet aan mee willen werken, dan kunt u zelf een loonwerkerbedrijf inschakelen. Mogelijk kan de gemeente u helpen aan adressen. Indien u de nesten er toch zelf uit wilt halen, is het gebruik van goede persoonlijke beschermingsmiddelen een absoluut vereiste. Dit betekent het dragen van een goed sluitende overall, een stofmasker en -bril, handschoenen en laarzen. Tevens moet u gebruik maken van goede ladders, omdat de rupsen en nesten vaak hoog in de bomen zitten. 10. Wettelijke verplichtingen ten aanzien van bestrijding 10.1 Wie is verantwoordelijk voor de bestrijding van de eikenprocessierups? De eigenaar van de boom is zelf verantwoordelijk voor bestrijding. De bestrijding is echter geen verplichting. Het wordt wel aangeraden om op plaatsen waar overlast te verwachten valt aan bestrijding te doen dan wel hiervoor te waarschuwen. 10.2 Zijn er beschermde diersoorten waarmee rekening moet worden gehouden bij de bestrijding? Bij bestrijding met een biologisch middel worden ook andere vlindersoorten bestreden. Alle beheerders zijn wettelijk verplicht om te voorkomen dat beschermde soorten schade ondervinden van de uitgevoerde bestrijding. Op de website van De Vlinderstichting en sommige provincies worden verspreidingskaarten van beschermde vlinders ter beschikking gesteld (zie www.vlinderstichting.nl/eikenprocessierups) . 10.3 Is de gemeente aansprakelijk te stellen voor de overlast die wordt ondervonden als gevolg van de eikenprocessierups? In principe is de gemeente niet aansprakelijk te stellen voor schade en/of overlast die de eikenprocessierups oplevert of kan opleveren voor de omgeving. Hoewel er wel sprake is van een zorgplicht, kan een gemeente niet zonder meer verplicht worden handelend op te treden. Wel kan van de gemeente in dit kader gevraagd worden er zorg voor te dragen dat indien sprake is van een voorzienbare situatie, de burger adequaat wordt voorgelicht en dat daar waar een situatie in de openbare ruimte tot voorzienbare problemen leidt preventieve maatregelen worden genomen. Welke maatregelen dat zijn kan de gemeente zelf beslissen. Bij openbare wegen rust de risicoaansprakelijkheid op het overheidslichaam, in dit geval de gemeente, dat moet zorgen, dat de weg in goede staat verkeert. 10.4 Is de provincie aansprakelijk te stellen voor de overlast die wordt ondervonden als gevolg van de eikenprocessierups? In principe is de provincie niet aansprakelijk te stellen voor schade en/of overlast die de eikenprocessierups oplevert of kan opleveren voor de omgeving. Hoewel er wel sprake is van een zorgplicht, kan een provincie niet zonder meer verplicht worden handelend op te
7
treden. Bij openbare wegen rust de risicoaansprakelijkheid op het overheidslichaam, in dit geval de provincie, dat moet zorgen, dat de weg in goede staat verkeert. 10.5 Is een gemeente of provincie verplicht de overlast van de eikenprocessierups afkomstig van bomen op particulierterrein te bestrijden? Nee, op geen enkele wijze kan de overheid verplicht worden om de bestrijding op particulier terrein ter hand te nemen. In principe is elke eigenaar van een perceel zelf verantwoordelijk voor de aanpak van de bestrijding van de overlast. 11. Waar informatie te verkrijgen 11.1 Waar kan ik terecht voor meer informatie? Informatie over de eikenprocessierups is bijeengebracht op www.minlnv.nl/eikenprocessierups. Bij gezondheidsspecifieke vragen kunt u contact opnemen met uw lokale GGD. Kijk in het telefoonboek of op www.ggd.nl voor de gegevens van de desbetreffende GGD. Voor nadere informatie over bestrijding en aanpak van overlast kunt u terecht bij uw gemeente. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Auteurs: Drs. H.W.A. Jans, arts/medisch milieukundige, Bureau GMV, GGD en Brabant/Zeeland Drs. E. Franssen, Regio-adviseur milieu en gezondheid, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Datum: Mei 2008
8