GEEN INDISCHE VE RLOFOANGE R KAN BUITE N E E N
.HIS MASTE R'S V O I C E " G R A M O P H O N E . HET WARE TROPE NINSTRUME NT! ENORME KE UZE VAN DE NIE UWSTE MODE LLE N, BIJ:
i N.V. WILLEM SPRE NGE R'S
GRAMOPHONE HANDE L
PASSAGE 46, L. v. ME E RDE RVOORT 60a en 453, DE N HAAG .,
.;£..•■
:
.•■•''■':.'
|^vür\ PT^.e?^ e r e i ^
STEEDS HE T NIE UWSTE f E E ST DS HE T BE STE I GEGARANDEERD ZE E WAARDIG E MBALLE E RE N * ■ '■• '' : '',.>''.'''. '*k''■■" "''•■•}■• ;,
;; v
v
Hsttimm
Redactie en Administratie: Galgewater 22, Leiden. TeL 7Ö0
Verschtfnt wekeiyks — Prfl» per kwartaal f 1.95
, 's \
\ \ / /
/^A\
>>t
] GOtt
r*v^—n ; .I
■
AMSTERDAM C A B A R E T V A R I É T É D A N C I N G
ADVERTEERT IN WE E KBLAD"
CINEMA & THE ATE R HET BLAD voor geïllustreerde reklame VRAAGT
OFFE RTE S
N. V. Int. ConcDir. ERNST KRAUSS Maandag 25 Febr. 8 uur, AMSTERDAM, Stadsschouwburg Dinsdag 26 Febr. 8 uur, GRONINGEN, Stadsschouwburg Woensdag 27 Febr. 8 uur, DEN HAAG, Geb. van K. & W.
I
De groote Russische Ballerina
TAMARA
[KARSAVINA
t
Pawlowa's tweelingsster" De Telegraaf
É
E N
A
B O
N
N
I DANS-INST. v. d. ZANDEN
aan ons gezonden
Schledamschesingel 49-50 R o t t e r d a m — Telef. 51565
Daaraan is voor u
PROFESSIONAL L ESSEN PPJVÉ-LES CLUB-LES
'N
MOOI
É
BO E K
Uw tandarts kent een nieuwe methode om tanden te reinigen. Delangrijke ontdekkingen in *-* verband met het onderhoud der tanden zijn gedaan. Nieuwe methodes ter bescherming der tanden zijn gevonden. Tandaanslag de g r o o t e vijand. De tandheelkundige wetenschap wijdt alle tand en tandvleesch aandoeningen aan een met bac teriën overladen aanslag, die zich op de tanden vormt. Voel met Uw tong langs Uw tanden en U zult hem bemerken een kleverigen laag. die ze bedekt. Verwijdert hem dagelijks. De aanslag hecht zich op de tanden en in de holten vast en blijft daar. Het zijn kweekplaat sen voor millioenen bacteriën, die de tanden bloot stellen aan
verval. Ouderwetsche methoden faalden dezen aanslag met succes te bestrijden. No een nieuwe methode. Probeert haar. De tandheelkundige wetenschap heeft nu een afdoende bestrijder van den aanslag gevonden in een nieuwe tandpasta, Pepsodent genaamd. Deze maakt den aan slag los. Hij polijst de tanden schitterend wit op een wijze, die onschadelijk is voor het glazuur. Probeert Pepsodent. Voelt hoe schoon Uw tanden zijn na het gebruik. Ziet de tanden witter worden, wanneer de aanslag wordt weggenomen. Na een paar dagen gebruik zult U dit reeds ondervinden. Koopt nog heden een tube.'
A»nh«vol*n door voor..n.i« a „dc t.nd.rL tn ov.r d< gthccle wtrtld.
™&SE
je
Een schaduw Als
Wees
van den
n)aak je
KOUDE WINTE RDAGE N, DOCH WARME WOLLE N SJAALS E N PULL OVERS DIE STE E DS ZACHT E N NIE UW BLIJVE N, DOOR WASSCHE N IN
dood
grijns
sterk —
en
de
rijk.
worm
ieder
menschen-lijk. waan . . .
Knielt Gij
rijkaard
neer,
beed'laar,
Niet
laf.
Het leven
Maak
voort, snelt
en
bidt
die
eens Uzelf
Maak af.
U groot
Bezit 7 Een
nood.
vrij,
wees niet
Ie masker /
Aan
is
in
af.
Toch knaagt
grauw;
van een beest
Doe boete,
Ge waant
schmink
Verwrongen
Kom,
Het masker vrouw.
even
Ie glimlach 'n
| e ld. | n r i c Ml„ g
af
bont-geverfde
Is alles
De moderne Amerihaansche Tandpasta
Sinds 1916 Ie sSravennage gevestigd
Het masker Achter
GtOtP.
DANSLE55FN
e tijd v a n het C a r n a v a l is w e e r a a n g e b r o k e n . W a t is er d a n k b a a r d e r o n d e r w e r p voor iemand, die den onbedwingbaren lust bezit t o t filosofisch beschouwen, dan zoo'n m a s k e r a ddee ? Kijk, hoe ze allen hun b e s t doen in de gedaante van een " a n d e r te « o o,'(H EFVAH DU'K kruipen om voor een p a a r luttele uren slechts hun fantasieën t e mogen uitleven. W a n t dit is het opmerkelijke van de menschen. Allen hebben ze in hun diepste wezen behoefte uit hun aldagleventje te stappen en eens uit den band te springen. D e meest ernstige mensch kan d a a r niet a a n ontkomen. H e t is alleen m a a r zoo doodjammer, tragisch zou ik Het masker af Het masker af bijna willen zeggen, d a t niemand d a a r eerlijk loon mij Uw waar gelaat. Artist bij Gods Gena. voor uit durft te komen. Angst voor kinderachtig te w o r d e n uitge Hoe is het, lief. Hiei is het licht maakt, ,— terwijl wij t w e e begrippen hopeloos Verwrongen soms door haat ? Waar ik in deemoed ga. v e r w a r r e n — „kinderachtig" en „kinderlijk". Toon, wie gij zijt Geen ijd'le waan. En ziet, h e t is juist de C a r n a v a l p f e t , die Ik wil U observeeren. Geen frase leeg en hol. speculeert op h e t b e s t e w a t de groote, ernstige, 'k Bedrieg mij nooit; angstigserieuze mensch bezit: d a t onbedorven Hiei spreekt de ziel kinderlijke. Ik weet U te taxeeren. Niet d'aangeleerde rol W a n t eigenlijk is het zóó! En 'k onderscheid Die 'n Hooger Macht H e t leven van alle dagen is de maskerade, Het koren van het kaf IJ ter beproeving gaf. de huichel, w a t de F r a n s c h m a n zoo k a r a k A/iez Wees waar — teristiek u i t d r u k t met zijn „bonne mine a mauvais Het masker af. jeu". N i e t w a a r , wij mogen als zakenmenschen Het masker af. onze relaties niet voor het hoofd stooten. W i j mogen als geëmployeerden onze onmiddellijke chefs niet onaangenaam stemmen. W i j mogen niet d i t . . . en w e mogen niet d a t . . . Het masker af Het masker af, M a a r als er m a s k e r a d e p r e t is, kijk, dan /ij dwaas verliefde Hans. Reg eer ing, Vorst en Volk. hebben w e even maling a a n alles, dan w o r d t Vlecht om je hoofd de k a n t o o r k l e r k millionnair, de w e r k v r o u w Gij gaat voorbij 'n middeleeuwsche burchtprinses en de groot Geen martelaren-krans. Als gindsche regenwolk. industrieel kan zich de weelde permitteeren Kom, wees je ze/f; Saamhoorigheid één avond in zijn leven eens e c h t g e z e l l i g Geen wereld stort ineen Beheerscht slechts dan een Stoat b e d e l a a r te zijn. Ter wille van Als deze wet D a n s l a a t de k l o k . . . t w a a l f sombere slagen... jouw ziele-pijn alleen. tijd voor het démasqué. In 't bloed geschreven staat. D e maskers af . . . om h e t an Een lijdensweg Geen dwaal-begrip : d e r e , het tragische, het lugubere Is 't pad van wieg tot graf. ,, Wees goed uit angst voor straf' masker w e e r voor te binden, Wees man. Wees groot. het m a s k e r d a t met ons zelve Het masker af.. Het masker af. vergroeid is, ajs een t w e e d e ik.
/ij
verbonden
CONST
CARNAVAL
D
MILLE COLONNES
HET
y;,.','>v*;'v;/. ■v.'v.."^ ■■>'fV> ,^ ■■*"■ ■;
bezit. doe 't nu. in
draf:
voort. Het masker
af.
CHEF VAN DIJK
GöSTA ECKMAhM
i ■
L307-27 HH
AVAiS'ONTMOETING EEN ÉÉNAKTE R
DOOR
(BRITISH PATHÉ DE R UFA.)
D'ALVARE Z
Regie: Graham
VOOR AMATE URS 15 DE OPVOE RINQ VRIJ Het tooneel stelt een bar voor, die in de nabijheid van een danszaal in eenzelfde gebouw is Men hoort uit de verte de dansmuziek en het geroezemoes van dansende paren. Voor de waarachter de bediende druk bezig is met gtazen gereed te zetten, zitten twee heeren te Nadat het scherm is opgegaan, blijven zij nog eenige oogenblikken zwijgen, totdat een van gezicht met een zi/den zakdoek afwischt en hiervoor zijn masker even heeft verwijderd. Dan ander het woord tot hem. In een der hoeken van de bar staat een tafeltje met eenige stoelen. de gewone aankleeding van een bar. Personen: John E/ten, een man van ongeveer veertig jaar, gekleed ais pierrot. vriend en ongeveer even oud, gekleed als clown. De buffetchef (figurant).
John en Dick zitten eenigen tijd zwijgend naast elkaar op de hooge stoeltjes. Dan wischt John zijn gezicht af en verwijdert daarvoor even zijn masker. Onwillekeurig kijkt Dick hem van terzijde aan. Dick (verrast): „Lieve Hemel, jij... Johnl" John (ook verrast): „ J a . . . maar wie is u?" Dick (neemt zijn masker van zijn gezicht en kijkt John a a n ) : „Ken je me nu? Dick Lang!" John: „Maar ketel, natuurlijk! Hoe maak je het ? Ik dacht, dat jij in Indië zat!" Dick: „Verleden jaar teruggekomen. — E n i k . . . ik dacht dat jij dood was! John: „Dood!?" Dick (knikt): „Ja. — Dankers, je weet wel, we gingen samen op de H. B. S., vertelde het me. Hij had het in de courant gelezen, zei h i j . . . E en goed jaar terug zoowat I" John: „Dat is mijn broer geweest..." (Terwijl hij dit zegt, kijkt hij naar de deur als verwachtte hij iemand). Dick: „Oh! — Maar wie had nu
ooit gedacht, dat wij elkaar hier, bp een. Carnaval, na al die jaren, zouden ontmoeten! We hebben elkaar toch zeker in geen tien jaar gezien, niet?" John (peinzend): „Ja, het is gauw tien jaar geleden, denk ik. (Kijkt weer naar de deur). Ja, kerel, de wereld is per slot van rekening toch maar klein, hè ? Je begrijpt in zulke oogen blikken pas goed, wat de astronomen bedoelen, als ze zeggen, dat we op een stofje wonen . . . " Dick (merkt dat zijn vriend ver strooid is en kijkt hem onderzoekend aan. Hij wil blijkbaar iets vragen, maar doet dit niet, doch zegt): „Je gaat met me mee naar huis, hoor kerel I Mijn vrouw is hier o o k . . . Ik ben maar even hier ingeloopen . . . Ben jij alleen, J o h n ? Neem anders gerust je familie mee..." John (lacht): „Ik ben a l l e e n . . . zoo als altijd. Ik ben nog steeds niet ge trouwd, Dickl (Kijkt weer naar de deur) Maar ik wacht hier op iemand. — J i j . . . ben jij wèl getrouwd ?" Dick (blij): „Of ik getrouwd ben! Ik ben zelfs verliefd.' — Ja, daar zou je niet zoo van staan te kijken, als je mijn vrouw kende, kerel! Het zou me niets verwonderen, als je zélf ook ver liefd op haar w e r d . . . E r is geen knap * pere vrouw . . . " John (zijn schouders ophalend): „Ik ben maar één keer verliefd geweest... En ik zal het nooit weer w o r d e n . . . " Dick (kijkt hem verbaasd aan, wil wat vragen, maar John vervolgt reeds): John: „Ik ben blij voor jou, dat je naar je zin getrouwd bent en dat je het goed maakt, man! Maar dat je de knapste viouw van de wereld hebt getrouwd (zwijgt even en maakt een ontkennend gebaar met zijn hoofd) neen, dat kan ik tot mijn spijt niet met je eens zijn... J e neemt 't me toch niet kwalijk, wel ? Maar ik . . . neen, dat kan ik niet met je eens zijn..." Dick (eenigszins verbaasd, lachend): „Maar je hebt haar niet eens gezien!" John (eenigszins kort): „Maar jij hebt die ander niet gezien . . . " Dick (slaat John op zijn schouder, joviaal): „Ah! Nu begrijp ik hetl J e bent niet getrouwd, maar je gaat trouwen! J a ? Heb ik het goed ge raden?" John (dof): „Nooit! Dat heb ik me bezworen! (Kijkt weer naar de deur. Als zijn blik op het tafeltje valt, dat in een der hoeken staat, zegt hij):
Dick
gelegen. toonbank, drinken. hen zijn richt de Overigens
Lang,
Quits.
^ = s v . PERSONEN = _ ^ a ^ = > Hertog Andrea Delia Zorro. Jack Buchanan; Dolores, Annette Benson ; Groot'Hertogin Maxixe, Sydney Fair brother j Carlo, Robin Irvine; Roxane, ——— Audree Sayre. ■
'"'^H
■l
"■%\
ïMÊffni
zijn
V
Ï
*,
wf «>\ '4'/
¥ *'
?*
."
*JU'
1 V et is carnaval in een stad in het zonnige Zuiden. Dolores, een knappe vrouw van middelbaren leeftijd, is verliefd op hertog Andrea Delia Zorro en die liefde is wederzijdsch. Het is de avond van het Groote bal. De hertog verklaart Dolores zijn liefde en vraagt haar zijn vrouw te willen worden... Roxane, een jeugdige schoone, wordt bemind door Carlo, een knappen, jongen Don Juan. Geen aardiger paar was er in de heele stad aan te wijzen. De groot hertogin heeft echter heel andere plan nen met Roxane, die met Carlo wil trouwen. Zij wenscht, dat Roxane een rijk huwelijk sluit. Op het carnaval heeft ze nu een uitgezochte gelegen heid, Roxane met welgestelde heeren in aanraking te brengen. Dolores heeft den hertog nog niet haar antwoord gegeven als de groot
H
Laten we daar even gaan zitten, als je het goed vindt. We kunnen daar rustiger praten." (Dick knikt. Ze nemen hun glas mee en zetten zich aan het tafeltje). Dick kijkt John verwachtend aan. John (buigt zich voorover en legt zijn hand op Dick's knie): „Werkelijk, kerel, er zijn vanavond vreemde dingen gebeurd . . . Als ik bijgeloovig was, zou ik denken, dat er iets achter z a t . . . Luister. Waarom ik eigenlijk naar dit gemaskerde bal ben gegaan, weet ik niet. Ik verveelde me, las de aan kondiging in de courant en er onder een advertentie, dat je aan de zaal costuums kon h u r e n . . . „Daar moest ik maar eens heen gaan," dacht ik. Ik ga e n . . . ontmoet onderweg erheen een vriend, dien ik zeker in geen twin tig jaar heb gezien. E n ik had vandaag juist een brief naar zijn broer ge schreven om te vragen, waar hij woonde,
hertogin met Roxane de balzaal binnen komt. De groothertogin stelt Roxane aan den hertog voor en deze raakt da delijk onder de bekoring van het jonge meisje; hij begint haar het hof te maken en Dolores wordt v e r g e t e n . . . . De weelde en het plezier, dat de her tog de jonge Roxane kon geven, ver blindt haar en van Carlo wil ze niets meer weten. De hertog besluit Roxane ten huwelijk te vragen. Bijtijds bemerkt hij, dat niet zijn per soon maar alleen zijn geld Roxane heeft beïnvloed. Hij beseft, dat het leeftijds verschil tusschen hem en Roxane te groot is . . . Hij weet, dat Dolores nog steeds van hem houdt en keert naar haar terug. In de vermomming van Harlekijn en Colombine vinden ook Carlo en Roxane elkaar voor altijd weer t e r u g . . . .
.
.J
4*
ROBIN IRVINE
ï m
20MNSLESSBH5' 2 Thé au Soirees d&ocaöes inbegrepen Dattsutstituut• -.
CDDypAy « « T E I N O e » TÏL 324TO AMSTERDAM
DE AVOND VAN HET GROOTE BAL
ALS DE HERINNERING KOMT
omdat ik iets van hem wilde weten. Dat is het eerste toeval. Ik kom hier in de zaal e n . . . herken, ondanks haar masker en v e r m o m m i n g . . . haar! Ik herkende haar aan een gebaar, haar s t e m . . . Ze danste met iemand. Ik wacht, totdat ze alleen i s . . . spreek haar aan e n . . . zij vraagt me hierheen te gaan en op haar te wachten. Ze zou zoo gauw mogelijk naar me toe komen. Tweede toeval I Ik zit hier . . . en ontmoet jou, terwijl ik dacht, dat je in Indië zat! Derde toevalI —Kerel, ik heb nooit gedacht, dat de wereld zóó klein was!" Dick (verwonderd): ,ffaar?" John: „Ja, de mooiste vrouw van de wereld! Viji jaar geleden, toen ik in Zwitserland zat, was ik tot over mijn ooren verliefd op haar. Ze heeft me echter voor eeuwig genezen. E n nu zie ik haar vanavond hier terug, mooier dan ooit!" Dick: „E n je hebt haar gesproken ook, zei je ?" John: „Natuurlijk! Ik ben over den leeftijd heen, waarop je een vrouw of meisje niet durft aanspreken! — Ik had me trouwens niets te verwijten! Maar zij... Ze viel bijna flauw, toen ze hoorde, wie ik was! Nog nooit heb ik iemand zóó zien veranderen als zij deed! E n ze smeekte me — dat is heusch het goede woord — ze smeekte me om hierheen te gaan en op haar te wachten, omdat ze me even alleen wilde spreken. Ik wil het haar niet lastig maken, hoor, dat moet je niet denken. Ik geef niets meer om haar. Maar ik w a c h t . . . omdat het me ge vraagd is." (Kijkt weer naar de deur). Dick (knikt begrijpend, presenteert hem een sigaret en steekt er zelf ook een o p ) : „Ik wil me natuurlijk niet in je zaken mengen, kerel, dat weet je wel, je bent trouwens oud en wijs genoeg. M a a r . . . misschien mag ik je tóch wel een goeden raad geven. . . Als je niets meer om haar geeft, blijf dan uit haar b u u r t . . . Vooral als je voor altijd van de liefde bent genezen. Als een vrouw flauw valt bij het zien van een man . . . " John (^corrigeerend): „Bijna flauw valt, als je blieft! Ze wankelde een beetje, werd wit — ondanks haar mas ker kon ik dit heel goed zien — en kon geen woord uitbrengen. E n geen wonder! Ik zal je iets van haar ver tellen, Dick, als je tenminste luisteren wilt. Je zoudt er me wel een genoegen mee doen, want ik zal vannacht geen oog dicht doen, als ik er niet met iemand over heb kunnen praten. J e kunt zooiets wel eens ü/Ypraten, niet ?" Dick (hartelijk): „Ik begrijp je vol komen, kerel. Ga je gang. Ik ben een en al oor . . . " John (gaat er voor zitten): „Dank je! — Nou dan. Ik ontmoette haar voor het eerst in een dorpje in Zwitserland.
fj
Dat is ongeveer een jaar of acht geleden. Ik moest daar toen zijn voor een of ander onbeduidend ingenieurswerkje. Zóó toen ik haar zag, was ik weg. J e weet heel goed, dat ik nimmer gauw onder den invloed van een vrouw of meisje kwam, Dick, maar als het eens een enkelen keer gebeurde, dan was het ook meteen f l i n k . . . Ik kan het mezelf echter niet kwalijk nemen. Zelfs nu nog niet! Het was de mooiste vrouw, die ik ooit heb gezien! Een engel in menschengedaante! Ik overdrijf niet. Het is de waarheid! Nooit heb ik zulk haar gezien en zulke oogen! E n een stem, en een h o u d i n g . . . Alles subliem! Iedere man zou onder haar bekoring zijn gekomen, zou haar hebben willen bezitten! Ik was verliefd, kerel, op het eerste gezicht verliefd! Den volgenden dag ontmoette ik haar ergens buiten. Ze was alleen en lachte tegen me. Later vertelde ze mij, dat ze niet wist, waarom ze dat gedaan had . . . " Dick (lachend): „Dat zeggen ze later altijd..." John (strijkt langs zijn voorhoofd): „Ik weet het niet. Misschien heb je gelijk! — In ieder geval, ze zei, dat ze het niet wist en dat het haar voorkwam, alsof een kracht, die sterker was dan zij, haar naar mij had toegedreven. Het was haar net, alsof ze
&
1/ vZRVANH INTE ■ƒ Jl
/ |j i
J)MST£nOAM nClUOCWCO70-2a
TEL 3I9B*
PRIVÉ-LESSEN RHYTMISCHE GYMNASTIEK
«US'
me al jaren lang kende . . . Ze woonde in Amerika. Zij was in Zwitserland voor haar gezondheid; ik voor zaken. E n zij was zonder geleide. Ze zei, dat Amenkaansche meisjes geen geleide nöödig hadden. Begrijp je de situatie, Dick?" Dick (knikt). John: „Eer er een week om was, ging de zon alleen nog maa'r voor ons op en onder. En de maand, die volgde, was de eenige zevende hemel op aa,rde» dien ik ooit heb gehad of zal hebben. Ik smeekte haar, met mij te trouwen, maar zij vertelde me, dat dit onmogelijk was. Over drie maanden moest zij in Londen zijn, waar ze haar ouders zou ontmoeten en waar ze moest trouwen met iemand, dien heur vader voor haar had bestemd. E n i k . . . ik hield haar honderd keer per dag in mijn armen en kuste haar misschien wel duizend keer op een d a g . . . Maar nimmer heb ik mijn liefde met iets onedels bezoedeld. (Als Dick een gebaar maakt, iets te willen vragen) Wacht even, kerel. Direct zul je alles weten en begrijpen. We wandelden dikwijls alleen en maakten dan natuurlijk p l a n n e n . . . Het resultaat was ten slotte, dat ze niet naar Londen zou gaan, maar dat ze met mij zou trouwen ... Over eenigen tijd. (Hij wacht even, maakt een gebaar alsof hij een herinnering van zich wil afschudden en vervolgt dan) Toen ontdekte ik iets. Ze had al dikwijls mijn jaloerschheid opgewekt door al te veel aandacht te schenken aan een pas gearriveerden gast in ons hotel. Die man was een Oostenrijker, een luitenant bij de huzaren, die met verlof was. Een kerel met een knap uiterlijk; groote, donkere, sprekende oogen en een klein zwart snorretje. Enfin, uiterlijk en innerlijk een echte lady-killer. Hij was rijk en van adel. Natuurlijk werd hij verliefd op haar. Waarom ook niet? Ik kan dit niet anders dan op zijn credit schrijven. E n z i j . . . wel, ik zal niet lang bij die episode stilstaan; wat zou dit geven? Op een dag vond ik hen in eikaars armen. Ik gaf dien luitenant een slag in zijn gezicht. J e begrijpt, wat er volgde. Hij stuurde mij zijn secondanten. Ik koos de revolver. Den volgenden dag bij zonsopgang zou het duel plaats vinden . . . " Dick (maakt een verschrikt gebaar). John (let hier niet op, doch vervolgt kalm): „Je weet, dat ik goed kan omgaan met een revolver. Ik schiet iemand op twintig pas afstand een cent uit zijn hand. Negen en negentig van de honderd keer schiet ik iemand n e e r . . . E n f i n . . . het zou zoo ver niet komen. Om een uur of tien dien avond zat ik op mijn kamer, toen er iemand aan> de deur klopte. Zij was het. (Als Dick een verrast gebaar maakt) Neen, wind je niet op, kerel! Het ging niet,zooals je waarschijnlijk denkt. Daar in mijn kamer, op haar knieën, smeekte ze mij, niet te willen duelleeren. En ze vertelde me de waarheid. Ik was daar blij om, want het was die waarheid, die mij genezen heeft. Ze was getrouwd en de vrouw van een heel bekend zakenman. Ze vertoefde in het hotel onder een aangenomen naam. Als die luitenant en ik om haar zouden gaan duelleeren, zou dit haar ondergang be-
t
■
** t%
\
"* »x ™
£!^5*T^a
Het MosKeusche ballet, b e s l a a n d e uil l e d e n v a n het voormalige Keizerlijk Qroole Theater, zal o n d e r d e auspiciën v a n E rnst Krauss e e n t o u r n e e door o n s l a n d m a k e n . Op d e z e pagina t o o n e n wtj u d e b e l d e hoofdpersonen v a n het ballet, M a r g a r e l e en Max Froman
X
•> /- *
- . •*
WIE CAFE-RESTAURANT 90 AMSTERDAM
REMBRANDTPLEIN
teekenen. Ze had een en ander reeds aan den luitenant bekend, en die wilde genoegen nemen met een verontschuldiging van mij . . . " Dick (reikt hem zwijgend over het tafeltje zijn hand). John (neemt de hand aan en zegt): „Dank je! (Na even gezwegen te hebben )Dick, toen ik dit allemaal hoorde, toen ik begreep, wat voor een slang die vrouw-engel was, toen ik begreep, dat die luitenant de directe oorzaak van mijn ontdekking was geweest, wilde ik hem de hand drukken inplaats met hem te duelleeren. En ik dèèd dit. Maar zijn adellijk bloed was verschillend van het mijne. Het kon hèm niet schelen, of die vrouw getrouwd was. Hij was krankzinnig verliefd op haar. En z i j . . . wel zij was niet minder wèg van hem. Natuurlijk verlieten zij het hotel. Twee maanden later vond ik door een toeval hun spoor. Ze hadden zich als man en vrouw laten inschrijven in een hotel in een groote stad. Toen ben ik hen
2 UN
Q
Middag-, Diner- en Avondconcert: HONG-KAPEL-BONZO-OLAH Zalen disponibel voor Vergaderingen en Partijen. Gerenommeerde Keuken. 17 Ie klasse electrisch verwarmde Toulet Billards — Billijke Prijzen. Aanbevelend F. REIBEL (Gérant) uit het gezicht verloren. Natuurlijk dacht ik, dat ze nooit meer naar haar man zou terugkeeren. Maar klaarblijkelijk heeft ze dit wèl gedaan. Want ze is nu h i e r . . . mooier dan ooit! — Kun je je begrijpen, dat ik benieuwd ben naar hetgeen zij mij te zeggen h e e f t . . . " Dick (verward): „ J a . . . misschien... Ik weet n i e t . . . (Hij kijkt zijn vriend een beetje angstig aan) Misschien was het beter, als je naar huis ging, en haar nooit meer terug z a g . . . Met zoo'n vrouw moet je de kennismaking liever maar niet hernieuwen... Ga met mij mee naar huis . . . " John (zijn hoofd schuddend): „Neen, ik heb beloofd hierop haar te wachten." Dick (aandringend): „Kerel, neem nu een raad van me aan. Wees verstandig. Ga met me mee . . . " John (moeilijk lachend en opstaand): „Je hebt gelijk, kerel 1 Ik dacht, dat het dood was . . . dat gevoel voor h a a r . . . maar het is niét zoo. Ik weet, dat het niet zoo is, nu ik haar vanavond heb teruggezien . . . Maar voor dat we weg-
MEGEli'l
gaan, wil ik je haar eerst even aanwijzen . . . Kom mee, door de deur kun je in de balzaal zien . . . Kom." John en Dick staan op en kijken door de d e u r . . . Na eenigen tijd zegt John fluisterend: „Kijk, daar gaat ze! Die vrouw met dat Pierrette-costuum. J e kunt haar gezicht niet zien, maar haar houding, haar loop kun je toch wel beoordeelen... Is het geen koninklijke vrouw en vind je m i j . . . (Hij kijkt naar zijn vriend, die zich aan den deurpost vasthoudt en akelig bleek is geworden) Wat is er kerel, word je niet goed ? Ga even z i t t e n . . . " Dick (kreunend, strijkt met zijn hand langs zijn voorhoofd): „O . . . O . . . I" John begrijpend): ,,Ken je haar soms?" Dick (fluisterend): „Het is mijn vrouw... " (DOEK.)
Reproductie naar een oude gravure
ANTONIO STRADIVARIUS IN ZIJN WERKPLAATS S t r a d i v a r i u s la d e b e r o e m d s t e v i o o l b o u w e r g e w e e s t , die ooit heeft geleefd. Hi) w a s e e n leerling v a n d e n e v e n e e n s b e r o e m d e n v i o o l m a k e r Amati. De violen v a n Stradivarius, die v a a k gecopieerd, d o c h n i m m e r g e ë v e n a a r d zijn, v e r t e g e n w o o r d i g e n e e n e n o r m e waar» de. In d e n jongslen tijd g a a n e r geruchten, d a t d e handleiding, w e l k e Stradivarius bij zijn -werk g e b r u i k t e , z o u zijn t e r u g g e v o n d e n . i
\
eder die ons voor I Maart a.s. opgeeft, wie de afgebeelde filmsterren zijn, ontvangt van ons een aardige verrassing. Inzendingen, liefst op een briefkaart, te adresseeren: Redactie „HET WEEKBLAD", Vroolijke Negen, Galgewater 22. Leiden
wiens voeten niet te onhandig zijn om het getrappel van den nieuwen VarsityDrag te onderlijnen, vindt er wel een cavalier, die medelijden heeft met haar eenzaamheid . . . Niet onwaarschijnlijk, omdat hij óók een beginneling is in de danskunst. En dan nog, omdat op een bal-masqué een vroolijke glimlach en een mecsleepend gebaar een ruime compensatie vormen voor eventueel gemis anderzijds. Maar dit wil nu niet zeggen, dat onze bal-masqués gelijk zouden zijn aan een wilden rondedans van enkele uitgelatenen! Geen kwestie vanl Wanneer de thans ophefmakende Ramona-Wals weerklinkt, of als de jazzmuziek den Constantinople foxtrot laat hooren, kan komt menig geoefend danspaar in de verleiding zich eindelijk eens onbeschroomd te laten meesleepen door de dansvreugde. Velen zijn er, die elders bang zijn om zich met hart 'en ziel aan den dans te geven en die thans voor het eerst voelen, wat een dans kan beteekenen, wanneer men er zich ten volle aan over geeft. Ook voor hen, die geen nieuwelingen zijn op den dansvloer, brengt het bal-masqué daardoor soms ongedachte verrassingen. En eindelijk komt dan het uur van het demasqué. Wat al vroolijkheid, wanneer men uren lang vruchteloos getracht heeft, zich een beeld te vormen van een partner, wien men in den geest allerlei hoedanigheden of eigenaardigheden heeft toegedicht en wanneer dan het wegvallende masker gelegenheid biedt de werkelijkheid te zien. Wat al vreugde om het aantreffen van een bekend gelaat, om de opheldering van een mystificatie!
CARMAXAl ,'--^_
A nda! Hombrel Que no me ^ j l conoce!" Aan de vensters der •S~- huizen, aan de „miradores" verdringen zich de ontelbare, bruingebrande gelaten, terwijl de oogen fonkelen van vreugde en verlangen. Door de straten verdringt zich een bonte menigte: langs de Sierpes, russchen de Giralda en 'het oude Alcazar, langs de Delicias met haar schaduwrijk geboomte, overal ziet men roode, blauwe, groene, gele kleuren door elkaar wem len, bonte stoffen, die niet zelden do~. de straatjeugd bevorderd zijn van gor dijnstof tot feestgewaad, van vrouwenonderrok tot wijdschen riddermantel, van nuttig fragment uit de moederlijke huishouding tot onmisbaar onderdeel van een dolle, elkeen 'meesléepende verkleedingspartij. „Anda H o m b r e l . . . " Het is de „Domingo de Pinatas", de groote Feestdag van de goede, oude stad Sevilla. Heel de stad heeft een nieuw aspect gekregen en alle jonge meisjes uit de streek zijn vandaag hierheen gekomen, waar ze zich over de balustrades en uit de geopende vensters buigen over het drukke gewoel op straat, er met glinsterende oogen aan deelnemen, vreugde opdoen voor het geheele jaar. De „papclillos" vallen even dicht als sneeuwvlokken. Geschreeuw, gejuich, gelach vervult de lucht. De eenige duizenden inwoners van het ouderwetsche stadje maken dien dag meer drukte dan alle Parijzenaars samen in een jaar zouden kunnen doen. „Anda! Hombrel" Langs de breede Guadalquivir, langs de stoffige Delicias heerscht een mondaine drukte en daar is het, dat de meer elegante wereld haar aandeel zoekt in de Carnavalsvreugde. Te Sevilla is de gegoede stand niet eiken dag in de gelegenheid drie maaltijden te nuttigen. Maar liever nog zou men een dezer drie opofferen, dan zich de vreugde van den „Ketelzondag" of Domingo de Pinatas te laten ontnemen, „Huevo'l H u e v o ' l . . . " In geel-rieten korven zijn honderdtallen eierschalen op elkaar gestapeld, zorgvoldig geledigd en gevuld met confetti. De twee helften zijn sierlijk met een gekleurd papieren bandje aan elkaar geplakt, maar wanneer die honderden projectielen bij het beroemde eierengevecht door de lucht vliegen, vliegen die papelillos in het rond, hechten zich in de haren, dringen tusschen de kleederen, bedekken de straat met een dikke laag kleurige snippers. „Huevo'l Quien quiere huevo'l" De roep van de verkoopsters wordt door niemand onbeantwoord gelaten. Iedereen verlangt papieren eieren, want iedereen doet mee. Een geheel jaar heeft men tijd om te denken aan de zorgen des levens, waarom zou men dan niet de vreugde genieten, wanneer men kan, de gelegenheid aangrijpen om een enkele maal uit den band te springen, zichzelf te zijn, de kluisters los te woelen, die ons —ohI zoo langt —steeds
,*-->,
maar opnieuw dwingen in het gareel der alledaagschheid te loopen? E r is maar één Carnaval elk jaar . . . Wie zou het den bewoners van Sevilla kwalijk nemen, dat ze dus zoo intens mogelijk ervan genieten en het zoolang mogelijk laten duren ? Het Carnaval eindigt in Spanje daarom niet, zooals elders, op Aschwoensdag. De indruk van het op dien dag uitgesproken „Gedenk, dat gij stof zijtl" slaagt er niet in langer dan een viertal dagen een stille stemming over de stad uitgespreid te houden. Reeds den eersten Zondag van de Vasten wordt Prins Carnaval opnieuw geboren. „Anda! Hombrel" Waar blijven in Nederland de huidebetuigingen aan de dynastie van Prins Carnaval ? Is de macht der. alledaagsche beslommeringen, waaronder we in den
CARNAVAL IN NERVI -
loop van het .jaar gebukt gaan, geringer dan voor andere menschen, dat we geen behoefte zouden hebben om, zooals gewone stervelingen, een enkele maal in volle vrijheid te lachen en te schertsen, te springen, te dansen en te genieten ? Helaas I Behoudens in enkele bevoorrechte steden in ons land, heeft de menschelijke wijsheid hier den eeredienst van Prins Carnaval vervangen door het droge ritueel van negatieve politie-verordeningen. Maar . . . , ondanks alle mooineergeschreven verbodsbepalingen geloof ik toch niet, dat men den eeredienst der vreugde volkomen heeft kunI e n dooden. Wanneer men ergens het |sren van het Carnaval verbiedt, dan Sekt onze evennaaste onwillekeurig de gelegenheid om op een anderen dag dezelfde voorrechten te hebben. Dan wordt een andere dag tot mascaradedag bevorderd. Of men doet als in het liedje gezongen wordt: „Dan gaan we naar Den Bosch t o e . . . " Overigens, ook de oude Carnavalsviering heeft zich in zooverre op moderne leest geschoeid, dat we nieuwe vormen voor onze vreugde hebben gevonden. Minder openbaar, maar daarom gezelliger; minder opgeschroefd, maarniet minder vroolijk; teruggebracht tot meer begrensde vormen en daarom in elk geval op hooger moreel peil, hebben onze gemaskerde bals de gelegenheid geopend om, in eer en deugd, een oogenblik de stemming te voelen van de vroolijke carnavalsdagen van Sevilla, Nizza, V e n e t i ë . . . Ik geloof niet, dat we met dien ruil zooveel verloren hebben. Waar Carnaval in het openbaar gevierd wordt, is het niet altijd mogelijk
EEN TYPISCHE JAZZ-BAND
ongewenschte verschijnselen te voorkomen. Ook in zijn vreugde kan men trachten aestethisch te blijven, en ik geloof, dat de meeste lezers het daarom wel met mij zullen eens zijn, indien ik beweer, dat het prettiger is naar een degelijk bal-masqué te gaan dan verloren te loopen tusschen achterbuurtsché leestvormen. Want er is groot verschil tusschen een Carnavalsfeest te Sevilla, zooals ik hierboven beschreef, en hetgeen zoo'n feest zou worden, verplaatst naar den Amsterdamschen Zeedijk of de Rotterdamsche Schiedamsche Dijkbuurt. Als we weldra onze voorbereidselen treffen om naar een bal-masqué te gaan, dan mogen we gerust denken, dat we het ongewenschte hebben overboord gegooid en behouden hebben waar het op aankomt: een gelegenheid om een stortbad van vroolijkheid te nemen, dat ons weer ^cens voor korten tijd opfrischt. En wat voor stortbad I Van alle kanten komt het op ons toegestroomd: ginds stapt een statige Turksche Pascha met zijn haremdames (meestal in het meervoud!) in de nabijheid van een dikbuikigen meneer, die overtuigd is er uit te zien als een Don Quichotte of een Magere Hein. Verder een echt-onschuldige geisha, op onbegrijpelijke manier in gezelschap gekomen van een Rooden Beul of van een Hansworst. Overal de meest heterogene elementen in hoopvolle verbroedering, in zooverre, dat een admiraal danst met een melkmeisje, een Negerin met de absolutionnistische figuur van een Uncle Sam . . . ja, zelfs ziet men er bij uitzondering twee gewone menschen zich met elkaar verbroederen! En over hen allen giet zich het stortbad uit der klanken van 't rumoerige orkest: opwindende jazz-muziek met alles ontredderende syncopen; vioolgeknars en schril geluid van koper, die gezamenlijk het rumoer van een overvolle zaal, van door den neus pratende maskers of met castagnetten klapperende ballerina's trachten te overstemmen. Niet elkeen kent reeds de vreugde van het bal-masqué. Ik zou hun gaarne
DE „PRINSES" IN NIZZA Opname
Smeets,
Nizzu
willen duidelijk maken, wat ze door hun eigen schuld missen. Laten ze dezen winter eens even den overdreven schroom van zich werpen: Zoodra ze de controle der feestzaal door zijn, zullen ze zelf lachen om hun vroegere schuchterheid en meedoen . . . mèèr dan anderen. E r is niet veel toe noodig om er de volle vreugde aan te hebben. Het is dwaasheid te denken, dat het pleizier er afhankelijk is van een duur costuum of zelfs van een flink gevulde portemonnaie. De vreugde is daar iets, dat bestaat op zichzelf, onafhankelijk van anderen. „Maar ik kan niet dansen . . . " Ja, meisjelief, dat is een verzuim, dat je nu gewroken ziet. Maar laat dit je toch niet afschrikken. Gauw een paar lessen genomen, die je weliswaar niet maken tot een prima-donna, maar die het je in ieder geval mogelijk maken mee te doen: op een bal-masqué wordt doorgaans toch geen demonstratie gegeven van klassieke dansen: elkeen huppelt er mee. Zelfs wie nauwelijks een paar figuren kent van den foxtrot, of
De overgang van het openbare Carneval naar het besloten bal-masqué biedt nog een ander voordeel: Slechts eens in hef jaar is het Vastenavond en slechts ééns is het Carnaval, zelfs in Zuidelijke landen. Maar onze Hollandsche winters daarentegen hebben vele dagen, waarop bal-masqués gevierd worden. We hebben dus een voordeel boven anderen, waarvan we dankbaar gehniik moeten maken. COR KLINKERT.
OOK DE MOHAMMEDANEN VIEREN CARNAVAL Een typische foto in Tirana genomen
•■
— ^ - ^ ^ —
'
GROOTE UITBOUWLOTERIJ
CARNAVAL PRAATJE S In „Het Weekblad" te gaan schrijven over Carnaval heeft veel weg van uilen dragen naar Athene. Immers, wie béter dan de lezeressen en lezers van ons blad zullen en kunnen weten, wat men te verstaan heeft onder een goede Carnavals viering? Wij gelooven: niemand! lntusschen, het is dan ook niet over de viering, de leut en de pret, die er aan dit volksfeest zijn verbonden, dat wij iets willen schrijven. W e wilden iets zeggen over den oorsprong van dit volksfeest en over sommige gebruiken, die er aan ver bonden zijn. Wij zijn overtuigd, dat wij, ondanks het vele, dat er reeds over geschreven is, tóch nog wel iets nieuws kunnen mededeelen, iets, dat onze lezeressen en lezers nog niét weten. E n dit men heeft het in ons vorige nummer kunnen zien — beschouwen zoowel redactie als medewerkers als hun taak!
Een origineel 'B'almasqüê'-' van oude couranten
Waaraan heeft het Carnaval of de Vastenavondviering zijn oorsprong te danken ? Deze vraag is niet zoo ééntweedrie te beantwoorden. Waarschijnlijk is het feest opgebouwd uit verschillende bestanddeelen. Oorspronkelijk is het wellicht een lente feest geweest, hetgeen zou kunnen blijken uit menig vruchtbaarheidsgebruik, dat nog in binnen en buitenland in eerc wordt gehouden. Misschien zelfs is het wel een Romeinsch feest, dat — na in onze streken eenmaal te zijn binnengedrongen — zich al verder heeft verspreid. Dit feest heeft zich in de Germaansche landen waaronder ook ons land behoort — wellicht saamgesmolten met de resten van een specifiek Germaansch feest, dat bestond uit het aanrichten van offervuren en offer maaltijden. Dit feest viel. naar men aanneemt, samen met het wederkeeren der zon Het Christendom heeft het echter weten terug te dringen tot onmiddellijk voor de groote of veertigdaagsche vasten. Het volk heeft dit natuurlijk dankbaar aanvaard als een soqrt ; vergoeding voor de onthoudingsdagen, welke het tegemoet ging. Merkwaardig is in dit verband zeker, dat we ook bij de Mohammedanen iets dergelijks vinden: ook zij vieren hun carnaval vóór het intreden van de groote vasten in de maand Ramadan. In de Middeleeuwen heeft de vastenavondpret haar hoogtepunt bereikt. Door de rederijkers werden er in die tijden speciale kluchten opgevoerd; men hield grootsche optochten, terwijl de uitgelatenheid der feestvierenden een uitweg vond in het verkleed op straat rondloopen. Dit laatste noemde men officieel de „maskerade", de volksmond heette het echter gemoedelijker „zot loopen". terwijl men nog heden ten dage in sommige streken van ons land spreekt van „vastenavondgekken". Dat er bij de vastenavondviering flink gegeten en gedronken werd, behoeft, gezien den aanleg onzer voorouders hiertoe, geen verwondering te wekken. Befaamd zijn de vastenavondkoeken, terwijl worst een onmisbare gang op een behoorlijk vastenavondmenu is. Dit laatste blijkt o.a. nog uit de z g. vastenavondliedjes, die eigenlijk, naar Dr. Schrijnen opmerkt, rommelpotliedjes zijn, d.w.z. liedjes, die ge zongen worden met begeleiding van een rommelpot of foekepot. Hierdoor komt het dan ook, dat de vastenavond op de Veluwe hier en daar nog foekedag wordt genoemd. Tot de vastenavondgebruiken behoorde op sommige plaatsen ook nog het haan slaan of gansrijden, een wreed vermaak, waarbij de jongelieden moesten trachten den kop af te trekken van een levende gans, die tusschen twee palen was opgehangen en waaronder zij te paard in galop moesten doorrijden. Of dit nu nóg wordt gedaan weten we niet Tot betrekkelijk kort geleden was het echter op sommige plaatsen in Limburg en NoordBrabant nog in zwang. . Dat op enkele plaatsen de worstenkar nog rond gaat door de straten, kan sommigen onzer lezeressen en lezers bekend zijn. De jeugd trekt er mee rond en bedelt om worst, spek of eieren. Soms ontbreekt die worstenkar wel eens, maar dat belet niet dat de kinderen er nog van zingen en de worst en eieren inzamelen. Ook het ontsteken van vastenavondvuren is op sommige plaatsen nog in z^ang, hetgeen wijzen kan op den oorsprong van het feest als Germaansch offervurenfeest. Viert in ons land de carnavalspret voornamelijk in de Zuidelijke streken hoogtij — althans wat betreft het verkleed op straat rondloopen — Rome, Venetië, Keulen. ■ Sevilla en Parijs zijn wat men noemen kan beroemd om de wijze waarop daar het carnaval gevierd wordt! Ten slotte: waar komt het woord Carnaval eigenlijk vandaan? Hierover zijnde geleerden het niet eens. De meest gangbare verklaring is die, waarbij men uitgaat van de veronderstelling, dat het woord is samengesteld uit „carne" en „vale", het geen zeggen wil „O vleesch, vaarwel!' Deze afleiding lijkt niet zoo dwaas, indien men bedenkt, dat in den tijd, waarin men het carnavalsfeest in zijn huidigen vorm is ontstaan, zonder uitzondering vleeschspijzen gedurende langen tijd verboden waren zoodra Carnaval voorbij was. ———
VAN
„DE JOODSCH E INVALIDE" HOOFDPRIJS
FRAAI HE E RE NHUIS ME T TUIN Aan de Weteringschans 251 te Amsterdam
w Fl. 32.000 TER WAARDE VAN
"
^
VERDER ME E R DAN 2500 ZEER KOSTBARE PRIJZEN WAARONDER
VIJFPERSOONS RENAULT AUTOMOBIEL VIVASIX (MODEL 1929)
LUXE VIE RPE RSOONS RE NAULT AUTOMOBIE L (MODEL 1929)
BENDERPIANO, MOTORFIE TS, AME UBLE ME NTE N RADIOINSTALLATIES, RIJWIE LE N, E TC. ETC. TREKKING IN HE T OPE NBAAR TE N OVE RSTAAN VAN NOTARIS E . HEIMANS
ft^
KOOPT NOG HEDEN UWE LOTEN a f 2.50 ~ ^ 1
bij „DE JOODSCHE INVALIDE ", Nw. Achtergracht 9 8 te Amsterdam PostGiro no. 10260 en Gemeente Giro V. 1026 en de diverse depots. TUumpje, eveneens vervaardigd van couranten
CARNAVAL PLAATJE S
Goedgekeurd bij K. B. dd. 7 Aug. '28 No. 86 Aantal loten 80.000 (Foto's Henri Ma nuel)
Moderne kapsels van goud- en zilverdraad
MnHMAffED P . 5 . te D E N H A A G . H e t adres van Greta Garbo i s M e t r o - G o l d w y n - M a y e r Studio, Culver>Ci£y, Californië. Z e sÉuurf portretten. E e n a n t w o o r d c o u p o n k u n t Q aan elk postkantoor voor twintig cent koopen. H. K. t e L E E U W A R D E N . D e n heer Clinge Doorenbos, B u s s u m , i s voldoende. Jenny Jugo i s n i e t getrouwd, w e l verloofd met den filmacteur Enrico B e n i e r . U k u n t baar in h e t D u i t s c h schrijven. Haar adres is Berlijn-Halensee, Kurrürstendamm 152. T. d. D . t e R O T T E R D A M . W e n d t U zich tot den balletmeester der B o u w m e e s t e r Revue, den heer E . Frankly, T i v o l i - S c h o u w burg, Rotterdam. D e z e heer zal U alle g e . w e n s c h t e inlichtingen verschaffen. F. H. t e H E E R L E N . E e n antwoordcoupon i s aan ieder postkantoor verkrijg, baar. H e t adres van Ramon Novarro i s M e t r o - G o l d w y n - M a y e r S t u d i o , Culver-City, Californië.
OP REIS NAAR DE LANDEN DER ZON Voor inlichtingen en prospectus betreffende de hotels relieve men zich te wenden to( het Internationaal Verkeerd-Bureau Amsterdam — Damrak 48. 's-Grarenhnge, Lange I'oten 15.
Hyères: Grimm's Park Hotel Groot park. Alle comfort. — Matige prüzrn. — Geheele jaar geopend.
MENTON twee prima Hotels:
DES ILES BRITANNIQUES en WINTER PALACE. MENTON. ORIENT HOTEL Rustig gelegen. Modern comfort 200 kamers. — 100 badkamera. Mooi park.
L. d. L . t e A M S T E R D A M . D e z e rol speelde Jean Bradin. Johan H e e s t e r s i s niet getrouwd. Wij h e b b e n pas foto's van D e blauwe M a z u r geplaatst.
MONTE CARLO Hotel PRINCE DE GALLES
C A R O L t e B U S S U M . H e t adres van H e n n y P o r t e n (geen U f a - s t e r ) i s BerlijnDahlem, Parkstrasse 74.
Voornaam Familie-HoteL Hollandsen» Directie.
D . B . t e M E E R S E N . D e hoofdrol in „ D e drie musketiers" speelt D o u g l a s Fairbanks". H. S. t e A L K M A A R . Ramon Novarro zal U w brief zeker n o g voor zijn E u r o peesche reis ontvangen. W e gelooven niet, dat hij naar Alkmaar zal komen. T. W. t e D E N H A A G . Wij k u n n e n niet al U w vragen in é é n keer beantwoorden. John Gilbert is niet getrouwd. Zijn adres is M e t r o - G o l d w y n - M a y e r S t u d i o , Culver City, Californië. N i l s A s t h e r kunt U aan hetzelfde adres schrijven. Iwan P e t r o w i t s c h ' adres is Berlijn S.W., Friedrichsstrasse 250. D e z e drie sterren filmen o n d e r h u n eigen naam. D e leeftijd van filmsterren wordt door ons n i e t vermeld. G. T. t e R O O Z E N D A A L . L u c i e Doraine is thans in Hollywood. Zij zal m e t Janet Gaynor e e n film voor F o x vervaardigen. S. R. t e V L I S S I N G E N . U meent d e film „The Patriot". In deze rolprent s p e e l t Emil Jannings d e hoofdrol. B i n n e n k o r t zal deze film ook in o n s land v e r t o o n d worden. Emil Jannings zal zeer s p o e d i g e e n bezoek aan zijn Heimat brengen. M e n fluistert zelfs, dat hij niet meer naar Amerika terug zal keeren. W. V. t e N I J M E G E N . E v e l y n Brent is in Engeland geboren. Zij h e e f t e e n tijdje in o n s land gefilmd bij d e Hollandia-film t e Haarlem. H e t s u c c e s van d e rolprent „ H e t laatste commando" is e e n triumf d e r Europeanen in Amerika. A. F. t e A M S T E R D A M . D i t w a s juist. A g n e s P e t e r s e n i s m e t Iwan Mosjoukin getrouwd. Lil Dagover i s op Java geboren. U kunt haar in h e t N e d e r l a n d s c h schrijven. Haar adres is Berlijn-Wesfend, A r i j s - A i l e e 4. R. B . ' t e W I N S C H O T E N . Viola D a n a is t e Brooklyn geboren. Haar ware naam is Viola Flugrafh. Is sedert 1920 in H o l l y w o o d . D . G . T. te A R N H E M . L i l l y Damita i s een filmontdekking v a n d e n regisseur Michael Kertesz. T o t 1925 w a s zij danseres, werd toen door Kertesz voor d e film „Speelgoed van Parijs" geëngageerd. Zij i s thans in Amerika. F. N . t e D E N H A A G . Hierbij d e g e . vraagde adressen. E l s e Heller, Berlijn" Halensee, Küstrinestrasse 26. T r u d e H e s terberg; Berlijn W 30, Eisenacherstrasse 7. Greta Garbo, M e t r o - G o l d w y n - M a y e r Studio, Culver-City, Californië.
MARTHA W A t D E N IN SAIGOTV
NICE HET PALACE HOTEL PLACE MAGENTA. Centrum der stad, temidden Tan grooten tuin, dicht bij Casino en de zee. Modern comfort. Matige prijzen.
NICE: HOTEL PACIFIC geheel nieuw. 8 min. van see. P e n s i o n vai.af 70 franc.
SAN REM0 mM
300
ROYAL kamers, 100 badkamers, aan see. M. BERTOLINI (Prop.)
Wien
Voor haar vertrek naar vreemde werelddeelen beloofde de riekende actrice Martha W a l d e n o n s eenige artikelen over haar reisindrukken t e zullen zenden. Zij stuurde o n s thans u i t Saigon reeds d e beide bovenstaande aardige kiekjes. O p h e t bovenste ziet m e n haar voor den Wachter van Tjandi Singasari op OostJava. H e t andere geeft e e n s c è n e uit e e n dansspel op Bali. Zij schrijft o n s erbij: Veel gewerkt h e b ik nog niet, w e l v e e l voorarbeid gemaakt — aanteekeningen enz. E r is ook zoo v e e l t e z i e n . . .
Diploma - Berlin
E
MAISON " ^ CAR HEGELEl MESKAPSALON J
Utrefhtschestr. 41, Amsterdam Telefoon 31941
EEN NIEUWE RUBRIEK DE 2de VRAAG f
BEZOEKT HET
ASTA'
TOIAH® TE DEN HAAG
MUNHARDT'S tabletten werken zonden kramp of pijn. Doos 6 O c e n t . BijApoth.en Drogisten
In ons vorige nummer deelden wij mede, dat wij onzen lezeressen en lezers iedere week een vraag zouden stellen, voor de oplossing waarvan wij een geldprjjs van f2.50 beschikbaar stelden, terwijl wij tevens nog, indien het aantal goede oplossingen ons hiertoe aanleiding gaf, eenige troostpry*en zouden beschikbaar stellen. De eerste vraag vond men in ons vorige nummer. Thans volgt hier de tweede: Uit hoevee] voor het bloote oog zichtbare sterren bestaat het bekende sterrenbeeld de Groote Beer? De antwoorden — op een briefkaart geschreven — worden tot uiterlijk 27 Febr. a.s. (voor Indische lezers tot uiterlijk 27 Juni) ingewacht en moeten geadresseerd zijn: Redactie „Het Weekblad", Nieuwe Rubriek, Tweede vraag, Galgewater 22, Leiden.
TIEN DAGEN, DIE DE ¥ERELD DEDEN WANKELEN F. I. M-.FILM Deze film heeft de bedoeling, de overweldigende gebeurtenissen, die in 1917 leidden tot de oprichting van den Sowj et-staat, in een artistiek beeld samen te vatten. Eerst brengt de film een overzicht van de daden van het opstandig geworden Russische volk, die in Februari 1917 den val van het door eeuwen van volkstraditie geheiligde Tsarisme na zich sleepten en de oprichting van de republiek Rusland met een voorloopige regeering onder het voorzitterschap van den advokaat Kerenski, ten gevolge hadden. _ Deze regeering, die de bij het Russische volk gehate oorlogs-overeenkomst met de Geallieerden voortzette en doorging de onuitputtelijke soldatenmassa's van het groote slavische rijk naar het front te zenden, werd spoedig een schijnregeering, bedreigd door de uitgeputte massa's en de bezitlooze kleinburgerij, die voor alles den vrede wilden. De algemeene desorganisatie van het land heeft de levensmiddelen-distributie in gevaar gebracht; er heerscht hongersnood. Herhaaldelijk hooren de voor de bakkerswinkels wachtende scharen armoedige uitgehongerden, de vreeselijke aankondiging: „geen brood meer". Het gist geweldig onder het volk; krijgt het een sterken leider, dan zal de zwakke besluitlooze regeering van Kerenski, die zich in deze dagen van bittersten nood omringd heeft met een lijfgarde van dames, worden weggevaagd. Dan komt Lenin, toegejubeld door een eindelooze massa, die redding verwacht uit een ondraaglijke ellende. Onmiddellijk heeft Lenin een overweldigenden invloed op de gebeurtenissen. Hij kent het volk en weet in enkele korte leuzen hun wenschen vasten vorm te geven en zijn wil tegenover dien van zijn vijanden te plaatsen. Het optreden van Lenin is he,t sein van een geweldige demonstratie. De voorloopige regeering, niet in staat op vreedzame wijze de orde te handhaven, laat de demonstranten met machinegeweren uit elkaar schieten. De uit elkaar gejaagde demonstranten vluchten naar de Newa om over de oude bruggen de arbeidersHET VROUWENREGIMENT wijken te bereiken. Nu laat Kerenski deze bruggen opendraaien en de opstandelingen zitten in de val. Thans aarzelt de voorloopige regeering niet om met groote gestrengheid op te treden tegen hen, die zij als landverraders beschouwt. Bij duizenden tegelijk worden de arbeiders gevangen genomen en door bereden kozakken naar de gevangenis gebracht. Doch ook het leger is onbetrouwbaar gebleken. H e t eerste regiment mitrailleurs schrijdt voorop in den langen stoet van gevangenen. Het is een overwinning van Kerenski, die meer fantast dan staatsman is en in zichzelf een nieuwen Napoleon ziet. Hij viert zijn overwinning en droomt zich reeds dictator van het nieuwe Rusland. Hij neemt plechtig zijn intrek in het prachtige paleis van de Tsaren. Dan voert hij de doodstraf weer in. Maar de gebeurtenissen gaan voort, verdringen zich in 'een razende opeenvolging van onverwachte feiten. De Ean sowjet-conferentie onder leiding van Lenin
tsaristische generaal Kornilow, die over een getrouwe troepenmacht beschikt, trekt tegen Petersburg op, om zich van de staatsmacht meester te maken. Hij is niet slechts de vijand van de bolsjewiki, doch ook van Kerenski; hij wil het • tsaristische regime weer invoeren met zichzelf als diktator. Het zijn nu de gewapende arbeiders, die zich gereed maken de stad te verdedigen tegen den eersten witgardist met zijn Kaukasische divisie. Kerenski staat nu tusschen twee vuren en om het ergste gevaar te ontgaan, aanvaardt hij de hulp van de arbeiders. De gevangen bolsjewiki worden uit de gevangenissen bevrijd en door de straten van Petersburg klinkt nu de kreet: „Vrede en BroodI" Een groote, ontembare drang naar de voleinding van de revolutie maakt zich van de massa meester, grijpt ook de soldaten van Kornilow aan, die zich met de arbeiders. verbroederen. De aibeiders hebben den eersten aanval van de witgardisten afgeslagen en hebben thans genoeg zelfvertrouwen om naar dè macht te grijpen. Hun leiders treffen hun voorbereidingen. Op het tweede algemeene arbeiders-congres wordt nu over het vraagstuk van de staatsmacht gedebateerd, maar buiten de vergaderzaal bereidt het comité van actie den aanval op het Kerenski-regime voor. Het doel van het comité is de arbeiders- en soldatenraden, die Kerenski verdedigen, tot een snelle beslissing te dwingen. Het tweede congres wordt geopend in een onrustige atmosfeer. Heftig botsen de meeningen op elkaar. Dan klinkt het eerste kanonschot van het revolutionnaire linieschip Aurora. Het is het afgesproken tceken van het comité van actie. Het schip, dat de Newa is komen opvaren, dekt den opmarsch der bolsjewiki tegen het winterpaleis der tsaren, dat slechts door kadetten en het vrouwenleger verdedigd wordt. Onder het donderen der kanonnen, in stikdonkeren nacht, is de revolutie g e l u k t . . . En aldus werd de Sowjet geboren.
(midden, achter de tafel). Op meesterlijke wijze Is men erin geslaagd de verschillende leidende figuren uit te beelden.
W a a r o m w o r d t er m i n d e r getrouwd ? Er wordt minder getrouwd dan eenige - laten wij zeggen: tien, twintig — jaar geleden. Hoe komt dat ? De verhouding tusschen de beide seksen heeft den laatsten tijd een radicale verandering ondergaan. Verscheidene meisjes en vrouwen zijn tot de conclusie gekomen, dat een betrekking veel aangenamer en afwisselender is dan de huishouding. Verscheidene mannen, die in het -moderne, onafhankelijke meisje een leuke, aardige vriendin zien, verkeeren in twijfel waar het gaat om haar kwaliteiten als huisvrouw. Er zijn echter nog andere factoren. In de kalme, monotone dagen van weleer was een huwelijk een gebeurtenis van gewicht. Heden is het léven overvol van groote, belangrijke gebeurtenissen en is het huwelijk heelemaal geen gebeurtenis meer. Indien het einde van dit alles zal zijn, dat er niet meer getrouwd zal worden, zal de maatschappij zich tegenover een buitengewoon interessant probleem zien gesteld, terwijl alleen de laatste oude vrijgezel en oude vrijster zullen weten, hoe het wordt opgelost.
De
Kristal-ziener.
Naar ik hoor, heeft een bekend litterair criticus het voornemen binnenkort een boek te laten verschijnen, dat de letterkunde van ons land gedurende het tijdvak 1915 —1965 zal behandelen. In het eerst keek ik hiervan een beetje, op, doch later begreep ik, dat het voor iemand, die een studie van onze letterkunde maakt, eigenlijk heelemaal niet moeilijk moet zijn, vooraf te weten, wat een schrijver in zijn boeken zeggen zal. Wij, gewone stervelingen, kunnen het al wel zoo'n beetje raden. Hebben ze niet allemaal hun stokpaardje ?
M a a k u op v o o r de s n e e u w !
Een ingenieus bedachte klok. is die, welke in de zestiende eeuw werd gemaakt voor Keizer Rudolph. Zij heeft den vorm van een schip en wanneer de zonnewijzer onder den grooten mast een bepaald uur aanwijst, komt „alle hens" aan dek en ziet men de gewone bedrijvigheid aan boord als bij een echt schip.
J u w e e l e n t u s s c h e n de bloemen. In de hoogste kringen te Londen en Parijs is het thans gebruikelijk den dames bloemen te schenken, waartusschen juweelen verborgen zijn . . .
B e l a n g r i j k e data Het Dans- en Gymnastiek-Instituut Th. W. Bus te Groningen zal aldaar op 23 Febr. a.s. in de Harmonie een jubileumavond geven ter gelegenheid van het feit. dat de heer Th. W. Bus zich vóór 5 jaar als dansleeraar te Groningen vestigde. Op 23 Maart zal het Instituut zijn slotbal geven! — Noteert U de data even?
T e n n i s s o k j e s ook des avonds. De tennissok heeft niet alleen burgerrecht verworven, maar is bovendien tot avonddracht gepromoveerd. Tennissokjes van de fijnste zijde en geborduurd met goud- en zilverdraad worden thans in Parijs over de vleeschkleurige kousen gedragen.
^€ B a r n s t e e n als g e n e e s m i d d e l .
Hij zag h e t tijdig in.
Barnsteen heeft de reputatie bij bronchitis en asthma verlichting te brengen. Eveneens beweert men, dat er niets zoo goed is voor een kind, dat tanden moet krijgen, dan een snoer stukjes echt barnsteen. In dit verband is het interessant te weten, dat de Duitsche ex-keizer en zijn familie gedurende den tijd, dat zij tanden en kiezen moesten krijgen, met barnsteen zijn ..grootgebracht". In Spanje heeft men in barnsteen steeds een geluk aanbrengende stof gezien, terwijl men er daar ook geneeskracht aan toeschrijft bij hooikoorts.
Een Italiaansche bruidegom in het plaatsje Pictoia heeft geweigerd zijn bruid te trouwen omdat zij op den morgen van het huwelijk nergens te vinden was. Na lang zoeken en nadat het uur voor 'de plechtigheid reeds verstreken was, werd de dame gevonden bij den kapper, waar zij doodkalm zat te wachten op haar beurt om „gekruld" te worden. De bruidegom kreeg hierdoor opeens een visioen van hetgeen hem te wachten stond : lange uren van alleen-thuis-zijn, lange uren vanwachten-voor- de - deur-van - een - kapper ; een leven-van-wachten-op krulletjes ! Daar dankte hij voor. Hij trouwde niet ! Hetgeen we hem niet kwalijk kunnen nemen!
Indien U meent HET BESTE gezien te hebben, dat er op filmcjebied bestaat, dan heeft de
WILTON METRO GOLDWYN iltijd N O G
BETERE
FILMS
Men heeft mij verteld, dat de gewone lippenstift en poeders niet geschikt zijn om gebruikt te worden wanneer men de wintersport beoefent. Hiervoor moet men zich speciaal „opmaken", en wel door een beschermende cream, en poeder en rouge, die zoo gekozen worden, dat men er té midden van sneeuw en ijs goed uitziet. Dit doet men met de gewone rouge en poeder niet.
Men weet, dat zoowel mannen als vrouwen beneden de veertig jaar in Turkije weer naar school moeten om het Latijnsche alfabet te leeren. Volgens hen, die het den Volwassenen moeten bijbrengen, blijkt thans duidelijk, dat de vrouwen veel bevattelijker zijn dan de mannen, want zij hebben het alfabet veel spoediger onder de knie.
Zijn eigen grafrede uitgesproken. De te Minneapolis overleden Rev. C. L. Morrell heeft, terwijl zijn stoffelijk«overschot reeds in den schoot der aarde rustte, zijn eigen grafrede gehouden. Dit door middel van een gramophoonplaat ! Deze zonderling heeft ook nog de hebbelijkheid gehad om zijn wekker bij testament te vermaken aan de politie uit de stad zijner inwoning. Waarschijnlijk heeft men uit dit „legaat" op te maken, dat de politie te Minneapolis af en toe wel eens indut . . . . §►€• Uitzoeken. „Ik geloof, dat het zeer verkeerd is, kinderen te leeren twijfelen ! De twijfel komt altijd nog te vroeg in hun leven !" „Wat ik beweer is, dat wij het kind niet alleen moeten leeren lezen, maar ook te twijfelen aan hetgeen het leest. Als wij het leeren alles te gelooven, wat het gedrukt ziet staan, missen wij de gelegenheid ons eigen kind op te voeden." „Dit is de eeuw van goedvertrouwen. We moeten alles op gezag aannemen. Hetgeen wij uit de eerste hand, door eigen ervaring, kunnen weten, is zoo gering in verhouding tot het vele, dat er te weten valt, dat het totaal in het niet verzinkt !" Deze drie uitspraken werden in een week tijds door drie — verschillende — héél knappe menschen in Engeland gedaan ! Den armen ouders, die met.zoo'n voor lichting gezegend zijn, onze, oprechte sympathie !
GIJ HEBT SUCCES MET
handtasch.
In Parijs worden door de toonaangevende dames thans handtaschjes gedragen, die een diagonalen vorm hebben en met futuristische motieven zijn versierd.
EMEM
D e v r o u w e n k n a p p e r dan mannen ?
^€ De nieuwste
G EVE- n
«oost'
FILMS
144 Keizersgracht, Amsterdam Telef. 45348
P—1
Dit is een film van fijnen hum geestigheid, die zich afspeelt 'i: conservenfabriek. De eigenaar v^„ _. fabriek, John Bauer, heeft een boezem vriend, Albert Kruger, die als voor man in de fabriek werkzaam is. John Bauer is sinds vele jaren weduwnaar en heeft sinds dien tijd dubbel hard gewerkt om zijn zoon een goede op voeding te kunnen geven. Deze gaat op een kostschool en zal nu tot groote blijdschap van de twee vrienden en ook van Marian, de dochter van Albert Kruger, thuiskomen. John Bauer be sluit zijn zoon feestelijk in te halen met een muziekkorps. De ontvangst is dan. ook zeer hartelijk en Jack Bauer is zeer onder den indruk. Jack vraagt zijn vader toestemming, om. het per soneel, dat ook bij de ontvangst ver tegenwoordigd was, eenige woorden te zeggen. Hij houdt een schitterende redevoering, waarin hij beweert, dat hij zijn opvoeding aan hen te danken heeft en dat hij van plan is de fabriek op een industrieeldemocratische basis te brengen, dat wil zeggen, dat de arbei ders medezeggingschap zullen krijgen in het beheer der fabriek en tevens in de winst zullen deelen. Dit voorstel wordt door de arbeiders luide toege juicht en zij noemen Albert Kruger een tweeden Lincoln, die hen van de sla vernij zal redden. Jack krijgt van de Nationale Bank vereeniging een brief, waarin hij ver zocht wordt zijn promesse groot $ 25.000 op den ióden Augustus te komen be talen. Marian Kruger wil niet hebben, dat haar vader meedoet, doch zij kan hem niet meer weerhouden. John Bauer is ook iets van de revolutie in zijn fa briek ter oore gekomen en hij ontbiedt direct zijn vriend bij zich. Deze ver telt hem hoe de zaak in elkaar zit en verklaart geen vriend meer met hem te willen zijn. John wil hem nog wij zen op zijn fout, doch Albert is niet meer te vermurwen, zoodat ze weldra in een heftig meeningsverschil gewikkeld zijn. Als John Bauer niet wil toestem men zegt Albert hem, dat hij dan maar zelf het fruit in de blikjes moet stop pen. Intusschen komt Jack ook bin nen, die door zijn vader een overlooper wordt genoemd, omdat Jack hem niet bijstaat. Deze kan echter ook niets be reiken. Na een maand wijst Marian Jack erop, dat de fabriek, die reeds slecht ging, nu geheel naar dën kelder dreigt te gaan en dat hij direct met dien onzin moet uitscheiden. Intusschen
DE FEESTELIJKE ONTVANGST VAN JACK BAUER
loert Drum, de directeur van de Bank, op de gelegenheid om dé fabriek in beslag te laten nemen en hij dreigt Jack er dan ook mede, indien deze niet binnen een dag zijn promesse betaalt. Het spreekwoord luidt: „Als de nood het hoogst is, is de redding nabij" en inderdaad: op dien kritieken' dag ont vangt Jack een telegram van Thomas Graig, welke een schitterend voorstel beweert te hebben. Deze komt ook op bezoek en om te laten zien, dat het ernst is, wil hij direct vijf millioen dol lar in de onderneming steken. Drum en zijn aanhangers zien nu, dat het buitenkansje hun neus voorbij gaat, om dat de arbeiders gezamenlijk de pro messe van hun helper voorschieten en Drum besluit zijn toevlucht tot 'n list te nemen. Den volgenden dag staat er in de krant te lezen, dat er een gevaarlijke krankzinnige, Thomas Graig geheeten, uit het gesticht ontsnapt is en dat deze zich voor millionnair uit geeft. Alles schijnt weer in de war te loopen en de arbeiders dreigen den boel af te breken, indien ze niet hun loo nen en voorschotten uitbetaald krijgen. Thomas Graig weet echter alles te logen straffen en te bewijzen, 'dat het een streek van een concurrent geweest is. Albert Kruger maakt maar vast zijn testament, doch wordt weer in genade aangenomen. Na eenigen tijd is alles weer rustig en Jack Bauer zal weldra wel iets anders te doen hebben dan zijn fabriek op een industrieeldemo cratische basis te brengen.
DE REDEVOERING IN DE FABRIEK
lüïimfl
■ ' .
■
■
■
* * ■ ■ ■/
|
' e '4 -»-7
■ Ë . fu
''M
J>
f
\ f:±
DRAMATISCHE C. B. UNIVERSAL COMEDIE IN 7 ACTEN
■
"
f
-V * '
*v' U?_ 'sU
M
v»..^^
•«
^1
* s / & ~ ^
'(
■
<
-
lr
V
In de hoofdrollen: Albert Kruger, G e o r g e S i d n e y ; Jack Bauer, George L e w i s ; Drum, Charles Rill Lailes; John Bauer, Jean Harshole; Marian, S h a r o n L y n n ; Graig, Sam Hardy.
'■ g^*wn 4&
SS ^* '" ^ i
>'■
-
-3"*'
"£
*"°"
DE TWIST TUSSCHEN JOHN BAUER EN ALBERT KRUGER
:
HFVEN Eli■ " ■
NEMEN
doei gi
^' als ^ ons een
n i e u w e n abonné geeft. doet, gij, als gij ons fraai boekwerk in ontvangst neemt.
DE ORIGINEELSTE VERMOMMING ill Wilkes, onder zijn kame- lijk een fijn heerschap, daar kun je van raden van de onderwereld op aan. Sommigen van die lui zijn geboren den later hoorde hij achter zich de voetstappen van twee heeren, die snel liepen. beter bekend als „Gauwvin- tooneelspelers !" Bill begreep, wie het waren : de detectives, ger", sloop langs de deftige Zoo koelbloedig alsof hij bij zijn vrouw die met de bewaking der prijzen waren huizen van het stadsgedeelte, de huiskamer binnenstapte, trad Bill de dat onder de boeven van de danszaal in. Een gemompel van bijval belast en die den koker hadden gemist. Een vloek mompelend zette hij het op stad algemeen de ,,goudvinkenwijk" werd steeg op, toen hij verscheen en Jonkheer genoemd vanwege de ,,lui-met-moppen" Patter sloeg hem joviaal op den schouder een loopen. . . . De heeren achter hem liepen óók hardie er woonden. en lachte smakelijk. der. . . . De eenzame wandelaar, die hem daar „Keurig, hoor." zei hij. ,, Je bent net een Toen besefte hij, dat hij niet ontkomen zou hebben zien voortsluipen, terwijl hij échte boef!" kon. . . . In het licht van een lantaarn, zich dicht tegen de huizen aandrukte ,,Ga uit mijn straatje," zei Bill, en om in hun schaduw te kunnen blijven, liep op een Markiezin toe, voor wie hij zóó dat zijn achtervolgers het goed konden zou zeker zijn schreden hebben verhaast! een gracieuze buiging maakte. Overal zien, wierp hij het étui vlak voor hun om maar spoedig uit zijn nabijheid te waar hij zich vertoonde brak er een luid voeten Dat was het beste, wat hij doen kon, dacht hij. Ze zouden zich natuurlijk komen. Bill's uiterlijk was dan ook niet gelach uit . . . bukken om het op t e rapen en dat zou bepaald vertrouwen-wekkend. Boven zijn Bill danste verscheidene malen. Zijn hem een voorsprong geven. . . . kool-zwarte oogen, die als gitten schitter- ,.keurig, geïmiteerd" dialect verwekte De beide mannen bukten zich, keken den, waren de stekelige wenkbrauwen tot groote hilariteit en verscheidene heeren een rechte lijn saamgegroeid. Zijn pet was probeerden in den bar een-praatj e met hem in het étui en slaakten, toen ze den koker ruw naar één kant getrokken en er onder te maken om te weten te komen, wie hij zagen, een zucht van verlichting. . „In orde," zei een van hen, naar adem uit hing een lok haar, die bijna het heele was. snakkend. „Hij heeft het weggegooid, om voorhoofd bedekte. Zijn kleeren waren ,,Praat nu eens gewoon, kerel," zeiden hem veel te groot ; het jasje reikte hem ze. „Hier kun je dat dialect toch laten zich uit de voeten te kunnen maken." „Laten we zoo gauw mogelijk terugbijna tot op zijn knieën en de broek zakte varen. In de balzaal is dat natuurlijk heel over zijn schoenen. In een diepen zak van aardig, maar hier, onder ons, is het nergens gaan," zei de ander. ,Als we gauw terug het jasje droeg hij zijn ..vakgereedschap" : voor noodig. We willen zoo graag weten zijn. heeft misschien niemand gemeikt, dat de koker even weg is geweest. Gaan we een eindje gaspijp, gedeeltelijk met lood wie j e bent. . . ." hem na-, en arresteeren we hem, dan gevuld. Bill maakte zijn hoofd nooit moe Bill deed zijn zakdoek nog wat beter met kwesties van to be or not to be. Zoo- voor zijn gezicht, liet zijn eindje gaspijp wordt het natuurlijk ruchtbaar en weet de iets deed hij op de hoofden van andere zien en zei: „Smeer 'm, of ik sla jullie heele wereld, dat we niet waakzaam genoeg zijn geweest. . . . " menschen neerkomen. mottig !" Eenige minuten later lag de koker Opeens hield hij zijn schreden in toen Waarop er natuurlijk weer een lachsalvo weer op zijn plaats. Niemand had hem hij ergens in de buurt zachte dansmuziek uitbrak. . . . gemist. . . hoorde en in een oogwenk was hij onzichtDe beide detectives bleven nu in de baar geworden in de diepe schaduw van onmiddellijke nabijheid der prijzen en een der huizen, toen er een auto achter Bill zocht een stil plekje op om eens over hem kwam aanrijden, die op eenige meters zijn verdere plannen na te denken. En het gingen niet meer naar den bar, blij, dat alles zoo goed voor hen was afgeloopen. . . . voor hem stilhield om er een Markies, een was toen, dat zijn blik viel op een voorToen het twee uur was, verzamelden Riddervrouwe, een Pierrot en een Pierrette werp, dat op een klein tafeltje lag. Bill was alle gemaskerden zich om de gastvrouw, uit te laten, die met hun vieren verdwenen bijna weg van verbazing. Hij maakte van die de prijzen zou uitreiken. . . . in het huis, waaruit de muziek kwam. een gunstige gelegenheid gebruik om van , Eerste prijs," zei zij luide, het étui Bill floot tusschen zijn tanden. Hij bleef plaats t e , veranderen en wat dichter te staan en er verscheen een tweede auto. komen bij den gouden sigarettenkokei, mef den gouden koker in de hoogte houdend. „De keus is niet moeilijk geDaaruit sprong een Sater en een Bosch- die rijk met juweelen was versierd. weest. Iedereen zal het zeker met mij nimf, die eveneens door de groote deur van Behalve den sigarettenkoker lagen er nog eens zijn, dat de koker toekomt aan den het deftige huis verdwenen. andere voorwerpen van waarde. Maar geen heer, die zich zoo uitstekend als boef .Gemaskerd bal," mompelde Bill. ,.Dat een er van was zóó kostbaar. In Bill's heeft vermomd. . . . Kom alstublieft nakan iets zijn !' verbeelding bestond er niets anders dan der, mijnheer met uw rooden zakdoek en Hij bleef in zijn schaduw-hoek staan en die koker met de edelsteenen. Hij lag uw eindj e gaspijp. . . ." zag hoe er nog meer gemaskerden in auto's in een prachtig met paars satijn gevoerd Maar Bill zat in zijn huiskamertje in de kwamen aanrijden en in het huis verdweétui. Paradijssteeg en veegde met zijn rooden nen. Toen zei hij opeens tegen zichzelf: „Prijzen voor het gemaskerd b a l , " langs zijn verhit en bezweet voor„Waarom niét ? Er is alleen maar wat las hij op een kaart. En er onder : „Démas- zakdoek hoofd. . . . geluk bij noodig !" Hij liet een blik langs qué om twee uur, vóór het souper." zijn kleeren glijden. . . . Als hij maar eenBill likte aan zijn lippen, die koortsig maal binnen was. . . . Maar die lui droegen droog waren. Berusten was het eenige. allemaal maskers. . . . Maskers. . . . Wacht, „Om twee uur," mompelde hij. „Nog Tijdens de opvoering der première van hij had een schitterend masker. Hij diepte twee uur om het ding in mijn zak t e laten zijn rooden zakdoek op en bond dien zóó glijden en er mee vandoor te gaan, voordat Shaw's „Mensch en Oppermensch" te Londen in 1903 klonk er plotseling tusschen voor zijn gezicht, dat alleen zijn oogen vrij de maskers af moeten." het daverend applaus een schel gefluit bleven. „Nou maai; er op wagen," mompelPeirizend begaf hij zich weer naar de door, juist op het oogenblik, dat de de hij en trad te voorschijn. balzaal. Maar een kwartier later, was hij schrijver voor het voetlicht was geroepen Een auto kwam van den anderen kant weer terug bij den gouden sigarettenkoker. der straat aanrijden. Zoodra de wagen En toen handelde hij. Direct en prompt. en buigend voor de hem gebrachte hulde dankte. De geestdriftige toeschouwers stilstond liep Bill er ongemerkt heen. Hij liep op het tafeltje toe. Hij deed het Terwijl de eerste inzittenden naar binnen keurig, zonder dat iemand het merkte. wendden zich verbolgen tot den .fluitist', gingen, schoot hij naar voren en volgde de Toen hij zich weer in een kluwen gasten maar Shaw gaf door een teeken te kennen, anderen vlak op de hielen. . . . en de mengde, zat het mooie étui met zijn kost- dat zij dit niet moesten doen. Zoodra hij zich eenigszins verstaanbaar kon maken, lakeien bogen even diep voor hém als voor baren inhoud in zijn zak. . . . zei hij tot den opposant : „Mijnheer, ik' de hertogen, graven en baronnen. Zijn Even later verdween hij langs de bui- ben het volkomen met u eens. Maar wat gaspijp hield hij vast omklemd in zijn gende lakeien in den nacht. . . . zullen we doen ? U ziet tpch even goed als zak . . . „Uw auto, mijnheer ?" vroeg er een ik, d a t we in de minderheid zijn ? Laten „Een origineele vermomming," fluis- verwonderd. we dus maar berusten terde een der lakeien tegen zijn collega. „Ik loop," zei Bill en verdween in de Ik denk, dat de ,fluitist' na dit antwoord „En of," antwoordde deze. „En natuur- schaduw der straat. Maar geen tien seconóók wel geklapt zal hebben !
V
ffof
Apri
CAN N ES DE STAD DER BLOEMEN EN ELEGANTE SPORT
TENNIS (100 banen) TWEE GOLF-LINKS >OLO - SCHERMEN WATERSPORT >TE AUTOMOBIEL WEEK
w.
JPORTPLAATS VOOR ATHLETIEKSPORT WEDRENNEN 22 ontmoetingen 3 millioen francs aan Dtjjzen
STEDELIJK CASINO HET MEEST ELEGANTE VAN DE RIVIERA
TWEE VOORSTELLINGEN PER DAG ALLE EERSTE WERELDKRACHTEN Muzikaal
leider:
RBYNALDO
HAHN.t Theater:
LBO
DBVAUX
RESTAURANT DES A M B A S S A D E U R S THEE - DINER - SOUPER DANSANT BILLY ARNOLD en ztfn orchest (de beste Jazzband) . Orquesta Argentina Bachicha Ferazano DINERS FLÉÜRIS - GALA VOORSTELLINGEN BIJZONDERE ATTRACTIES Organisator: JULIEN DUCLOS
HOTELS D E G R A N D L U X E
CALIFORNIE - CONTINENTAL * GRAND-HOTEL CARLTON * MIRAMAR * MARTINEZ * MAJESTIC BEAU-SITE - BELLEVUE - MÉTROPOLÊ Voor inlichtingen zich te wenden tot hetSYNDICATDINITIATIVB.CANNB
DE B E S T E ' S ^ T W \ A L T Hoe kan het peil van ons voetbal Worden verhoogd?
Mijn neef Jansen woonde een jaar of tien, vijftien geleden op een dorpje, waar een bloeiende tooneelvereeniging bestond, waarvan hij voorzitter was. Natuurlijk was hij slechts in naam voorzitter, want anders zou het onmogelijk zijn geweest, dat de vereeniging bloeide! Maar in ieder geval: hij hèètte voorzitter en 'toen de jaarlijksche uitvoering werd gegeven, moest hij natuurlijk ten tooneele verschijnen en de verzamelde boeren en burgers een woordje toespreken. Dat was nu echt een kolfje naar de hand van mijn neef J a n s e n ! Hij vond het prachtig, daar voor het voetlicht te staan en maar te mogen praten, zonder door iemand in de rede te worden g e v a l l e n . . . Maar terwijl hij daar zoo stond en sprak, zag hij opeens vlak voor het tooneel den verslaggever zitten van het „dorpelijk" nieuwsblad. Die man schreef met een spoed, waar mijn neef Jansen zich onder het spreken door intens over verbaasde . . . Hij werd er ten slotte zenuwachtig van, zóó vlug schreef die r e p o r t e r . . . En door zijn zenuwachtigheid begon mijn neef Jansen al maar vlugger en vlugger te praten. Maar hoe sneller hij sprak, hoe sneller het potlood van den man over het papier gleed . .. Tot mijn neef het eindelijk niet meer kon uithouden en totaal van streek uitriep: „Niet zoo gauw, mijnheer, niet zoo gauw! Ik kan u waarachtig niet bijhouden . . . " Het eten was er
* *
En toch heeft de heer Gerritsen geltfk. Organiseert de jeugd, maar begin dan ook bij de jeugd. De opleiding van onze toekomstige sportmen, dus niet alleen van de voetballers, maar ook van de tennissers cricketers, athletiekers enz., moet aanvangen op de lagere school f Vestigen we even een blik op Engeland. De bloem van de Engelsche amateurs is gebleven op de slagvelden van Noord-Frankrijk. Direct na den oorlog was dit merkbaar aan het spel der fcngelschen. De voor de wereldramp onfeilbare Corinthians leden nederlaag op nederlaag en behaalden weinig zeggende overwinningen met elftallen, waarin veteranen een sterk contingent vormden. En nu 14 jaren na den oorlog, komen de Corinthians langzaam maar zeker weder op het peil van ongeveer 1906—'12 De oorzaak hiervan kan niet anders liggen dan in het feit, dat de Engelsche schooljongen reeds op z n preparatory-school de verschillende takken van sport m o e t beoefenen onder deskundige leiding. Waar we dus heen moeten ? Naar een betere lichamelijke opvoeding van de Nederlandsche jeugd. De doode letter van Art. 2 der Wet op het Lager Onderwijs moet plaats maken voor een door de regeering krachtdadig doorgevoerde lichamelijke opvoeding der Nederlandsche jeugd. Wij moeten komen,laten we het groote woord maar noemen, tot een ministerie van sport, dat niet alleen zal reglementeeren, maar ook orgamseeren en nauwgezet contröleeren. Daar moet het heen [
wel
Landlooper (aan de deur van een landhuisje): „Heeft u niet wat te eten voor een hongerigen man, mevrouw?" Mevrouw: ,;Zeker, man . . . en hij zal zoo meteen wel komen om het op te eten ook!" Wel wat erg Pas verloofd jongmensch: „Je kunt je gewoon niet voorstellen, hoe verstrooid ik ben!" Z{/:' «Wat heb je dan gedaan?" Hij: „Ik heb bonbons voor je gekocht en . . . " Zij: „Je hebt ze verloren . . . " Hij: „Neen, ik heb ze opgegeten f" Baas boven
Opleiding van j e u g d i g e s p e l e r s preferent. (Slot) Door JAN VAN ZANT Organisatie van het jeugdvoetbal . . . P n , . z i e t — d a a r verscheen een ster aan het Oosteujk firmament! In de Sportkroniek van 10 Jan. j.1. gat de heer Gerritsen uit Apeldoorn de oplossing • Organiseert het Jeugdvoetbal I Het ei van Columbus r Adspiranten-competities van jongens van 15, 16 en 17 jaar. Jeugdcompetities van spelers .van 17, 18 erf 19 jaar. De N.V.B, houde de jonge spelers uit de competities van de plaatselijke bonden I Daar staat het zwart op wit f Eenvoudig, niet waar, en t o c h . . . o, zoo moeilük uit te voeren. De clubs en de erkende bonden hebben bestaansrechten en privilegiën gekregen en nu zal het niet gemakkelijk gaan, die weder in te trekken. Ook zij hebben contracten loopen met den N V B Het eigenbelang wordt niet altijd gemakkelijk opgeotterd aan het algemeen belang. Ik ben benieuwd te ondervinden welke medewerking uw vereeniging, heer Gerritsen, zal verleenen, wanneer de kortgeleden benoemde Commissie van Advies inzake jeugdvoetbal die van haar zal vragen.
baas
„Denk je eens in, mijn man kwam gisterenavond op handen en voeten thuis..." „Dat is nog niets! De mijne kwam verleden week op zes voeten thuis!" „Op zes voeten? Hoe kan dat n o u ? " „Twee vrienden moesten hem steunen!" Het ging hem niets aan Heer (in den schouwburg, tot praatzieken heer vóór hem): „Neemt u me niet kwalijk, mijnheer, maar we kunnen geen woord verstaan van hetgeen er gezegd wordt." De ander (verontwaardigd): „Het gaat u ook niets aan, wat ik mijn vrouw heb te zeggen."
Organiseert de J e u g d ! 1)
Door JAN VAN ZANT Als een der middelen ter verbetering van het spelpeil van onze voetballers is dan, we schreven het reeds hierboven, aangegeven een nauwgezette, streng doorgevoerde organisatie van het jeugdvoetbal. Wij zeiden ook reeds, dat hieraan heel w at , , . m e e r v a s t z a t ' d a n de voorsteller van dit plan blijkbaar wel vermoedde. Wil toch de N.V.B, de opleiding van het jeugdvoetbal nauwgezet ter hand nemen, dan zal hij de jeugdspelers o. a. dienen te ontrekken aan de leiding der Plaatselijke- en Gewestelijke bonden. Deze zullen zich dit zoo maar niet j t e £ a a " l e u n e n - Alzoo conflict no. 1. Bovendien zal de N.V.B. niet zoo gemakkelijk de medewerking der vereemgingen verwerven, omdat verscheidene clubs reeds den steun van jeugdspelers in hun eerste elftallen niet kunnen ontberen. Laten wij eerst even vaststellen, wat de N.V.B, onder jeugdspelers verstaat. De r.C. heeft aan dein November j.1. geïnstalleerde 1 commissie van Advies inzake jeugdvoetbal medegedeeld, dat door haar onder jeugdspelers werd verstaan, die spelers, die hun 16e jaar hebben bereikt fv n i 0 p \ x,D,'; l 92 , 8 n 0 f r Seen 19 jaar waren geworden. Wil nu de N.V.B, de zaken radicaal en met eenige kans op succes aanpakken, dan zal men al de spelers, die aan die leeftijdsgrenzen voldoen, moeten onttrekken aan hun tegenwoordige competities en onderbrengen in z.g.jeugdcompetities, zooals b.v. in België bestaan. Doet de N.V.B, dit niet, dan verricht hij o. i. lapwerk. r
* *
Onze voetbalwereld geeft voorbeelden te over van jonge spelers met grooten aanleg, die, doordat ze gedwongen werden, geregeld uit te komen tegen oudere, physiek krachtiger spelers, spoedig hun zelfvertrouwen en daarmede hun capaciteiten kwijt raakten. Zij werden in de wedstrijden overdonderd door het bruut optreden hunner oudere tegenstanders. Zij kregen angst en durfden weldra hun eigen spel niet meer spelen. Hun aanleg kon zich niet verder ontwikkelen en hun capaciteit verminderde weldra met tientallen procenten. Ook op het moreel en de mentaliteit van den jongen speler heeft de voortdurende striid tegen de meer lichamelijk ontwikkelde voetba Iers een slechten invloed. De jonge speler moet, S - * . d e i ° n K e Plant, zorgvuldig worden opgekweekt. Hij blijve zoolang mogelijk onder zijns gelijken. Competities van uitsluitend jeugdspelers zijn daarom noodzakelijk. Daar kan het talent zich vrij ontwikkelen, daar speelt de strijd voor promotie en degradatie althans geen groote rol. Spelverruwing is daar geen noodzakelijk kwaad en alle aandacht kan worden gewijd aan spelontwikkeling. Men scheide dus de jonge spelers van de oude en kweeke de jeugdspelers als teere kastplantjes op. (Wordt vervolgd)
Dat zou haar zeker verrassen A: „Ik denk er over, wat ik mijn vrouw zal geven voor haar verjaardag om haar te verrassen." B: „Geef haar niets, dat zal zeker een verrassing voor haar zijn!" Geen
wonder
„Heeft je zoontje heelemaal geen behoefte aan speelgoed?' „ N e e n ! Hij vermaakt zich uitstekend zonder. Gisteren heeft hij bijvoorbeeld het zolderkamertje in brand gestoken en je hadt eens moeten zien, wat een schik hij had \" ' Verantwoordelijker
taak
Tooneelspeelster: „Ik heb nu al jaren lang niets anders gedaan dan brieven op het tooneel brengen. Kan ik nu eindelijk niet eens een belangrijker rol krijgen?" Directeur: „Ja. Van nu afaan zul j e aangeteekende brieven mogen brengen!" Meer gelukkige
menschen
„Zoo, dus Henry gaat met zijn schatrijke nicht trouwen. Dat zullen dus weer twee gelukkige menschen meer op de wereld zijn." „Ja. Zijn kleermaker en zijn wijnhandelaar . . . Die zullen nu hun geld eindelijk krijgen." De
ruïne
„Ze hebben gisterenavond op mijn kantoor ingebroken. De brandkast opengemaakt . . . Ik ben een geruïneerd man." „Hoeveel hebben ze gestolen?" „Njets, maar ik had mijn vrouw verteld, dat ik laat op kantoor had zitten werken." Dat wou hij wel eens
zien
Uitvinder (tot kapitalist): „Mijnheer, die machine zal furore maken, dat beloof ik u . . . " Kapitalist: „V/erkelijk? Laat mij dan zoo'n furore eens zien f" Ongelooflijk Zij was als keukenmeid in verscheidene ' betrekkingen geweest. Behalve in hotels, pensions was ze ook bij deftige en gewoon-burgei lijke familres geweest. Het was haar dikwijls opgevallen, dat het in de hotels en pensions tusschen de bewoners veel vreedzamer en beleefder toeging dan tusschen de leden van een en hetze'.ïde gezin. Eindelijk was ze echter bij, een familie terechtgekomen, waar alles pais en vree was . . . „Die jongedames en jongeheeren rijn zeker niet uw kinderen, mevrouw?" vroeg zij op eon goeden dag aan haar meesteres. „Toch wel," antwoordde deze. „Waarom vraag je dat zoo?" „Wel, dat zou nou niemand hebben gedacht!" riep ze uit. „Ze zijn net zoo beleefd tegen elkaar, alsof het volslagen vreemden waren!"
kk kkkki.kki
DE VROUW
kkkJkkkkkkLkkk
k
VAM E6YPTE mmmwwn
kkikkkkkkikkkkkkkkUkki
ïèÈèèMJkteMMM
Dien nacht sliep Toea onder een zonnetent op het dak van haar paieis en het was Merkara die de wacht hield, maar tegen den ochtend werd zij moe en viel in slaap. En terwijl zij sliep droomde zij een droom, waarin zij Toea, de prinses, op de knieën van Ammon zag staan. Zij was prachtig gekleed en naast haar stond een schitterende held. Toen ontwaakte Merkara, want zij werd geroepen. „Merkara! MerkaraI" „Mijn prinses ?" „Het schip! Het schip!" Toea stond bij de balustrade en de ochtendschemering deed haar groote oogen meer nog dan anders schitteren. Merkara wreef haar oogen uit en zag hoe in de verte een schip de rivier op kwam. Op zijn zeilen was een groote, schitterende zon geschilderd. Vijftig riemen sloegen in het water en het vreemde schip, het schip van Toea's visioen, doemde steeds meer uit den mist van den morgen op en zeilde tot in het hart van de stad Theoe. „Ammon heeft gesproken!" „Een God of een held komt met de schemering!" De stad was pas ontwaakt, toen het vreemde schip zijn zeil liet zakken en de roeiers hun riemen binnenhaalden. Zij maakten het schip vast aan de Leeuwen-kade en vele menschen kwamen verbaasd en nieuwsgierig toeloopen om te zien naar het vreemde schip en zijn bemanning. Zij zagen hoe een man met lokken als de manen van een leeuw op de kade stapte en aandachtig naar de torens
Pijnloos Scheren Geen pijn of naschrijnen en stukgaan der huid, indien men vóór het inzeepende baardoppervlakte inwrijft met een weinig PUROL. Heeren die gewoon huid zijn na het scheren poeder poeder te gebruiken, nemen de verzachtende Purol-poeder daarvoor. Purol in doozen van 30 en 60 et., tuben 80 et. Purol-poeder in bussen van 60 et. en f 1.—. Bij Apoth. en Drogisten
/
van de stad keek. Hij was groot en had de gelaatstrekken van een held. Het vochtige blauw van de zee glansde in zijn oogen. Zijn kleed had de kleur van turkoois, zijn harnas was van geslagen zilver en glansde als de maan. Hij droeg geen helm, en slechts een zwaard aan zijn zij. „Vrienden," zei hij tegen de menschen, die zich bij het schip verzameld hadden, „is dit de stad Thebe?" Hij sprak een vreemde taai en niemand verstond hem, behalve een klein, gebogen mannetje, dat één oog verloren had. Deze oude man drong zich door de menigte heen en zei. kwekkerend als een aap: „Een prins van de zee, o Thebanen, een heer van de eilanden. Ik ken zijn taal, de taal van de gele menschen van het Noorden. Wat wenscht gij;, vreemdeling ?" Hij sprak langzaam en de man met de blauwe oogen keek hem vriendelijk aan toen hij zei: „Wijs mij het huis van de prinses van Egypte!" „Er zijn vele prinsessen, o heer, en vele paleizen!" „Er is echter slechts één Prinses, zij, die de goden mij in een droom hebben doen verschijnen, de groote vrouwe van het land, met haren zwart als de middernacht en oogen glanzend als diepe wateren." De man met het eene oog keek bevreesd. „U spreekt van prinses Toea, erfgename van heel Egypte, koninklijke dochter van Pharao. Ik durf u haar huis niet wijzen!" „Je zult durven, slaaf, omdat de zonnegod mij heeft gezonden. Vooruit, ga mij voor. Ik neem je 'onder de bescherming van mijn zwaard!" Zoo kwamen zij bij het paleis van Toea de prinses en een groote menigte volgde hen, een menigte, die mompelde en fluisterde, ofschoon zij niet wist waarom. De kapitein van Toea's wacht
zat bij de poort en hij sprak door de ijzeren tralies heen: „Wie zijt gij en wat staat gij aan de poort van het paleis van Pharao's dochter ?" De man met de blauwe oogen legde zijn hand op den schouder van den ouden zeeman met het eene oog. „Spreek, slaaf, wat ik je zeggen zal. Ik ben Jason, prins van de eilanden. Ik wil spreken met de Vrouwe van Egypte!" De kapitein van de wacht lachte den vreemdeling in zijn gezicht uit. „Je kunt hier niet binnen komenl" En toen keerde hij zich om en liet den vreemdeling staan. „Doe de poort open, Maroema, ik geef er het bevel toe!" Het was Toea, die dit zei. Toea in al de glorie van haar schoonheid. „O prinses, ik durf niet!" „Open de poort! Het is Ammon, de God, die het in mij zegt! Deze vreemdeling is een boodschapper van Ammon. Doe de poort open!" En Maroema, de kapitein, deed de poort open en liet den vreemdeling door. Zij stonden in den voorhof van het palcis, onder de schaduwen van de beschilderde muren, de prinses van Egypte en de zee-prins uit het blauwe Noorden. En Jason zag naar Toea en zij naar hem, en gedurende een oogenblik stonden zij zoo: hij als een man, bewonderend de pracht van ha#r zuidelijke schoonheid, zij in hem den man vindend van haar vrouwen-droom. Toen boog Jason diep voor haar. „Dochter van Pharao, ben ik niet uw dienaar?" Zij verstond zijn woorden niet en toch verstond de vrouw in haar, wat hij bedoelde. Zij keek hem aan en glimlachte en haar glimlach was de taal der goden. „, Maroema, bewaak mijn paleis goed en laat niemand binnentreden. En jij, Merkara, volg mij!" Ze beduidde Jason haar te volgen en gaande door een galerij, die door vele pilaren werd gedragen, leidde zij hem in haar tuin. Bij den vijver stond onder rozestruiken een steenen bank en Toea nam daar plaats, maar Jason bleef voor haar staan en wilde niet gaan zitten. En dit behaagde Toea. „Hoe zullen wij- spreken, o vreemdeling, gij en ik?" Zij glimlachte en raakte haar lippen aan en Jason's oogen antwoordden met een blik, die geen woorden behoefde. Toen riep Toea Merkara. „Is er niemand in mijn paleis, die de taal van dezen vreemdeling kan spreken?" „Jawel. Zaal, de kleine sidonische". „Breng haar bij mij, Merkara!" Prinses Toea en Jason keken elkaar aan en maakten zich als twee stommen begrijpelijk met teekens, totdat Zaal, het sidonische meisje, was gehaald. Zij was de dochter van een zeekapitein en was op alle eilanden geweest. „Kind," zei de prinses, ,.kun jij de
taal verstaan van dezen vreemden heer ?" van de sidonische maagd," zei Pharao. Zaal keek met haar donkere oogen E n Jason sprak zooals hij tot Toea den vreemden prins aan. had gesproken en er was verwondering „U komt misschien van Kreta, o en twijfel te lezen op de gezichten der prins ?" Egyptenaren. Maar Shabak kruiste zijn 'n Jason glimlachte tegen haar. zwarte armen over zijn borst en scheen „Je spreekt mijn taal, mijn kind. Het te genieten: het wreede beest was zéker is goedl" van zijn meerdere kracht. En door den mond van Zaal, het „Dat is zonderlinge taal, o vreemdesidonische meisje, sprak hij tot Toea, de ling. Indien gij onwaarheid spreekt, dan egyptische prinses. is het in dit paleis een godslastering. „Hier staat Jason, o prinses, Jason, Hoe kun je bewijzen, dat je de waarheid „Dat men zwijge! Ik wil er over zegt ?" de prins van de eilanden, een heer der denken!" schepen en een doler op de vreemde Jason wierp zijn hoofd in den nek Onbeweeglijk als een beeld in den wateren. Twee maanden geleden lag ik en schudde zijn haren, die als manen tempel zat de Pharao daar en niemand toevallig op het eiland'Kreta, moe van van een leeuw waren. durfde een woord spreken. Toen kwam het zwerven, een koning van krijgers „Ik ben gekomen om uw dochter te • Ptahmes, de prins, naar voren en en wilde wateren, maar zonder land. Op verlossen van het lot, dat gij op haar fluisterde iets in Pharao's oor. „Als zekeren nacht, toen ik sliep, verscheen schouders hebt gelegd, o groote koning. hij Shabak doodt, zijn wij vrij van de de zonnegod mij en gaf mij een visioen Moet dit zwarte beest trouwen met uw zwarte terreur. Als hij Shabak niet van de schoonste vrouw der aarde, van dochter, de prinses van Egypte? De doodt, zal morgen zijn als vandaag." u-, o prinses. En de God zei tegen mij: God heeft het verboden en ik ben zijn Pharao glimlachte en keek een oogen„Jason, ga naar het land van Egypte, boodschapper." blik naar zijn dochter. want de dochter van den Pharao heeft „Spreekt gij van Shabak, onzen prins Toen sprak hij: u noodig." En toen ik ontwaakte, o en getrouwen dienaar?" „Deze zaak is van tè groot belang. prinses, kon ik de vrouw van mijn droo„Ik spreek van den man, die aan uw Ik zal haar voor mijn ziel leggen, als mden niet vergeten en ik ging onder rechterhand staat. Als zijn hoofd valt de suite om mij heen is. Ptahmes, bezeil en kwam naar dit land, zooals door mijn zwaard zal de God hebben waak dezen tuin goed en uw wachten de God mij had gezegd." gesproken." zullen de wachten zijn van den tempel Toea keek hem lang aan. Shabak lachte. van Ammon. Dochter, ik vraag u, in „Ook ik had een visioen, o prins „Uw God zal blijken een leugenaar uw paleis te blijven. Vreemdeling, daar van de zeeën," zei ze toen. „Ik ver- te zijn, geelhoofd!" zei hij en de gij hebt gezegd, dat gij naar de dochter keer hier in gevaar en hopeloos en priesters en prinsen mompelden. van Pharao gezonden zijt door een God, zqnder hulp als ik was, heb ik rnijin Pharao hief zijn staf op. zult gij in haar paleis wonen en in god Ammon gesmeekt mij uitkomst te geven. Ammon glimlachte tegen mij en gaf mij het visioen van een groot schip, dat den Nijl opkwam, van uw schip, o Jason! Zoodat mijn God en uw T\e Paramount film Het laatste commando, die God één zijn. Maar vertel mij, wie de ~f een dezer dagen haar triomftocht door de prinses van uw visioen was!" Nederlandsche bioscopen is begonnen, heeft weer de aandacht gevestigd op den kundigsten aller „Dat waaa gij zelf, o Toea, zooals filmacteurs, den Duitschen kunstenaar Emil Janik u nu zier' nings. De vrouw in haar juichte, maar Jason Jannings is den 23sten Juli 1886 geboren. Zijn sprak weer door den mond van Zaall moeder was een zeer zwakke vrouw en toen „Zeg mij, o prinses, wat is het gede kleine Emil tien maanden oud was, verhuisde vaar, waarin gij verkeert?" het gezin Jannings naar Zwitserland. „DÈjt is mijn gevaar," zei ze, plot. Op vijftienjarigen leeftijd ontvluchtte Emil de seling opspringend en door de struiouderlijke woning. Na vele omzwervingen beken wijzend, „dat zwarte beest uit het reikte hij Hamburg en vond een plaats als Zuiden, dat daar aankomt, loopend aan scheepsjongen aan boord van een kleine vrachtboot. Hij moest hard werken en kreeg daarvoor de rechterhand van mijn vader, den slechts weinig te eten. Toen de boot Liverpool Pharao. Hij heeft zijn hand op de keel bereikt had, verliet hij het schip. In Londen van Egypte en ik " werd hij door de politie opgepikt en weer naar Toea zweeg, want naast haar stond huis gebracht. Maar het wegloopen zat den nu Pharao, die gewaarschuwd was, dat kleinen Emil blijkbaar in het bloed en op zevenzijn dochter met een vreemden man in tienjarigen leeftijd ontvluchtte hij opnieuw de ouderlijke woning, thans om met een troep den-tuin van haar paleis stond te pra-1 reizende comedianten mee te gaan. ten. En mèt den Pharao waren priesters Comedie-spelen kón onze vriend en op een en soldaten gekomen en ook Shabak. Éról ziet hem Felix Hollander, de bekende Merkara en het sidonische meisje vielen Juitsche schrijver. Deze brengt hem naar Max voor hem op hun aangezicht, maar Toea Reinhardt en na een debuut werd hij voor diens keek haar vader onbewogen aan en Teater te Berlijn geëngageerd. Zijn succes was Jason stond naast haar. WOt, het publiek vierde hem weldra als een l „Dochter van Egypte, wat beteekent *3P de grootste acteurs. Men bood hem een dit ?" filmcontract aan; Jannings weigerde. Hij voelde Jiiets voor deze kunst en zwoer, nooit een voet Hij wees met zijn staf naar Jason en "% een fïlmatelier te zullen zetten. Dit bleek Toea antwoordde hem trotsch: later echter een meineed te zijn. De bekende „Dit, o mijn vader, is Amnion's filmregisseur Robert Wiene liet hem niet los en boodschapper, de held, dien de groote heeft tenslotte na heel veel moeite bereikt, dat God mij in mijn droom heeft beloofd. l p een filmrol op zich nam. Hij debuteerde Ik zag zijn schip op de wateren, zelfs voor het witte doek in Die Ehe der Luise nog voordat het onze stad had bereikt! Rohrbach, tezamen met Henny Porten. g | Jannings zal dit jaar een bezoek aan zijn En hij, Jason, de prins van de eilanden, Heimat brengen en in Berlijnsche filmkringen is door den hemel gezonden. Laat hem mipelt men, dat het heel goed mogelijk is, spreken door den mond van deze sidol hij eenige films in Neu-Babelsberg zal vernische maagd I" fiardigen. De sprekende film moet hem in Pharao ging zitten en keek langen Hollywood een beetje hinderen. Wie weet... tijd naar Jason, en Jasón keek naar na Pola, Negri, Dupont, Erich Pommer volgt Shabak en Shabak keek naar hem. misschien ook Jannings de roepstem van de „Laat hem spreken door den mond oude wereld.
Mr. BOLBËC, ADVOCAAT EN... HAAK MAN •
OC#0
I
n het Rika Hopper Theater te Amsterdam gaf het gezelschap De Schouwspelen, onder directie van Pierre Mols, de première van het alleraardigste blijspel Mr. Bolbèc, advocaat, en . . . . haar man. De heerea Georges Beer en Louis Verneuil hebben wederom getoond blijspelschrijvers bij uitnemendheid te zijn. Dwaze situaties en gevoelige tooneeltjes wisselen elkaar af. Colette Bolbèc (Enny Mols—De Leeuwe) is een beroemd vrouwelijk advocaat aan het Gerechtshof te Parijs. Haar huishouden verwaarloost zij, in beslag als zij is genomen door de talrijke procedures. Edmond IPierre Mols), haar man, wordt het ten slotte beu; hij telt niet mee in huis en moet, als hij zijn vrouw wil spreken, in de wachtkamer plaats nemen, om als 'n cliënt in de spreekkamer zijner echtgenoote te worden ontvangen. Robert Valentin (Adolf Rijkens), de secretaris van Mr. Bolbèc, is verliefd op haar, maar door haar drukke werkzaamheden heeft ze dit niet gemerkt. Edmond, eindelijk door de onverschilligheid van zijn vrouw tot wanhoop gebracht, zoekt troost bij een cliënte, die hij op kantoor aantreft. Cecile Pointet (Af. Vink-van Norden) is juist de vrouw die hij zoekt, een oppervlakkig en dom schepseltje, dat tegen hem opziet en alle mogelijke moeite doet hem in te palmen. Eenigen tijd later ontdekt Colette, dat haar echtgenoot zich met Cécile in allerlei amusementsgelegenheden vertoont. Tegelijkertijd heeft haar secretaris zich verstout, haar zijn liefde te bekennen. Zij neemt daar echter niet veel notitie van; het gedrag van haar man kwelt haar. Zij besluit echtscheiding aan te vragen. Maar zij heeft buiten ' aar man gerekend. Als tij hem met verwijten wil overladen, :elt hij haar heel kalm Cécile voor en stelt zijn vrouw "een verantwoordelijk voor zijn uitspattingen. Hij herinnert ÏT aan den eersten tijd van hun huwelijk, aan hun prachtige ge huwelijksreis, toen ze zoo in-gelukkig waren. Hij verwijt lette, dat haar drukke werkzaamheden hen zoo van elkaar reemd hebben. Als zij haar praktijk zou willen opgeven en weer geheel aan haar man en huishouding zou willen len, zouden ze weder even gelukkig als vroeger kunnen rden. Colette, getroffen door de woorden van Edmond, luit haar advocaten-praktijk te likwideeren.
EMJL J E N N I N G S
f
(Foto Godfried de Groot)
ENNY DE LEEUWE, ALS Mr. BOLBÈC
Zij zal zich weer geheel aan haar vrouwelijke plichten wijden en de liefhebbende echtgenoote zijn, waarnaar haar man verlangt. Zijn heftig betoog heeft haar ontroerd en de sluimerende liefde in haar opnieuw gewekt. Maar tevens ontdekt zij, dat haar secretaris Valentin toch een heel knappe en aardige jongen is, In het derde' bedrijf heeft Colette de advocaten-toga verwisseld voor een elegant toilet. Talrijke mondaine verplichtingen nemen haar echter thans zoozeer in beslag, dat zij voor haar man nog minder tijd heeft dan voorheen. Zij is van het eene uiterste in het andere gevallen. Thans is zij een luchthartige, coquette Parisienne. Met welbehagen luistert «ij naar de liefdesverklaring van den dwependen Valentin. Zij spreken zelfs af, dat zij hem des middags in zijn woning zal komen opzoeken. Maar Edmond bemerkt tijdig, dat de verandering in het leven van Colette niet het gewenschte resultaat oplevert. Wanneer hij dan ook de gevaarlijke flirt-partij met haar secretaris bemerkt, heeft hij nog slechts één gedachte: zijn vrouw weer tot het opnemen van haar praktijk te bewegen. Het toeval is hem gunstig. Een vroegere cliënt heeft zich door verkeerde raadgevingen aan een ernstig vergrijp schuldig gemaakt en komt Colette smeeken, hem niet aan zijn lot over te laten, doch zijn verdediging op zich te nemen. Als ook haar man blijft aandringen, en wanneer zij hoort, dat haar tegenstander een beroemd -advocaat zal zijn, accepteert zij, haar cliënt Rebiscoul (John Timrott) te verdedigen. Thans is ook Edmond weer gerustgesteld. Want hij weet, dat na dit proces er meer zullen volgen, dat zijn thans zoo mondain vrouwtje weer geheel in haar beroep zal opgaan. Hij ontslaat Valentin, want van nu af aan zal hij bij zijn vrouw Mr. Bolbèc als secretaris werkzaam zijn. Dit amusante blijspel werd vlot gespeeld. Alle rollen waren goed bezet. Wij gelooven, dat Pierre Mols en zijn wakker troepje veel plelzier van Mr. Bolbèc zullen beleven. ERIC WINTER.
PIERRE MOLS EN ENNY DE LEEUWE
dezen tuin sterven als uw God u ver laat. , Prins Shabak, ga naar uw huis totdat u bekend zal worden gemaakt, wat mij behaagt te doen. E n nu, laat er in den naam van Ammon vrede zijn." Prins Ptahmes bracht Jason rwvir een steenen paviljoen in het midden van den tuin en zette wachten aan alle poorten. Tegen den avond bracht Zaal, de Sidonische maagd, hem een boodschap. „De prinses zendt u deze woorden: '„Verlangt mijn heer i e t s . . . muziek of danseressen ?" „Zeg aan de prinses, dat ik niets anders verlang dan de schoonheid van haar gezicht voor mijn geest te houdenl" Toen het schemer werd, kwam Toea, en Zaal mèt haar. De tong van het kind sprak weer woorden. In de oogen van Toea en in die van Jason was het mysterie geboren. * „Shabak zal probeeren u te verslaan," vertelde zij hem", en ik weet niet, wat OP HET GEMASKERD BAL er in het hart van mijn vader is. Shabak Twee aardige matroosjes; al lijken ze Amerikaanties, t zijn toch echte meisjes uit ons land vecht in zijn wagen, en mijn heer is van de zee." maar haar hart was dat van een vrouw. Plotseling vergrootten zich haar oogen „Toen ik zeven jaar was, mende ik de paarden van Argos. Had ik maar en haar gezicht werd nog bleeker en een wagen en paarden en mijn helm, trotscher. Zij zag ver weg een dichten speer en schild." drom menschen en een kolossale stof wolk, die zich snel naar de dichte men „Een wagen en paarden zult gij heb schenmenigte toe bewoog. Twee zwarte ben, mijn eigen paarden, de vlugste en sterkste van heel E gypte. Neem deze " paarden naderden in galop, een wagen trekkend met bloedroode wielen. Het welriekende sjaal. Laat hier de paarden aan ruiken en gij zijt hun meester! was Shabak, de E thiopiër, rijdend als En wat uw speer en schild betreft, een waanzinnige. daarover zal ik met Ptahmes spreken. Snel als de wind suisde hij voorbij Hij is onze vriend en zal ze van uw het paleis van Toea, midden tusschen schip laten halen." . de verschriktgillende menschenmenigte door. Waar de groote obelisk stond, Jason keek haar aan met oogen waar hield hij zijn paarden in, keerde en reed uit dank en bewondering spraken. stapvoets naar een open ruimte tus „Ik vrees niets dan uw schoonheid, schen de palmen en sphinxen. o Prinses!" „Dan zal mijn heer niets te vreezen Toen reed hij recht op Toea's paleis hebben!" aan en reed daar sneller weer voorbij, terwijl hij zijn stem verhief en riep: Jason sliep gerust dien nacht, maar „Kom naar buiten, gele hond, held Pharao sliep heelemaal niet. Tegen den onder de visschenl Waar verberg je je ochtend riep hij zijn schrijver en zond onder de vrouwen ? Je bleeke gezicht is een brief naar prins Shabak. het gezicht van een lafaard! Waar zit „Wapen u zelf, rijdt uit en doodt je achter de vrouwen van de dochter dien vreemdeling voor de poorten van van Pharao?" het paleis van mijn dochter!" De menigte mompelde: Shabak lachte en voelde Toea in zijn „Zou die beleediging ongewroken armen. voorbij gaan?" In het paleis van de prinses waren En plotseling zagen zij hoe de poor de paarden geharnast en voor den ten van het paleis opengingen en er strijdwagen gespannen en zij had de twee witte paarden, een gouden strijd dieren gevoed uit haar eigen geparfu wagen trekkend, naar buiten stormden, meerde handen. Jason had zich reeds recht op de menschen aan, die ontzet gekleed toen Toea en Merkara en achteruit weken. Jason, de zeeheld, andere maagden hem zijn eigen helm, mende ze en zijn haren wapperden i n ' speer en schild brachten. E n hij kuste den wind en zijn helm schitterde in haar de hand . . . de zon. „Vandaag zal de God mijn getuige En het volk riep: „Het is een God, zijn!'' een God!" In haar hart bad z'ij: „Ammon, Vader, gedoog, dat hij met mij op den troon van E gypte zit 1" Geheel Thebc scheen zich op den breeden weg vóór Toea's paleis te heb ben verzameld, want er waren zonder linge geruchten onder het volk gegaan. Op een breed terras van het paleis vertoonde Toea zich aan het volk, ter wijl zij onder een purperen tent lag met haar waaierdragers, wachten en vrouwen om haar heen. Haar kalmte was de kalmte van een groote koningin,
Shabak greep zijn groote speer en wendde zijn wagen bij den grooten obelisk om. De menigte week achteruit, drukte zich tegen de muren aan . . . Toen stormden de strijdwagens op elkaar in, snelden langs elkaar en onder wijl wierpen de beide strijders hun speren. Shabaks speer vloog langs Ja sons linker schouder, maar Jasons speer drong door Shabaks schild en wondde hem aan den arm. De E thiopiër grijnsde, wierp zijn schild weg en draaide zijn paarden tot onder de muren van het pa leis. Maar hij was langzamer dan Jason, misschien slechts drie hartslagen, want de witte paarden waren reeds gekeerd en gereed voor den aanval. Jason zette hen in galop en stormde op Shabak in, voordat de zwarte zijn snelheid had kunnen opvoeren. E n de witte paarden van Toea liepen de zwarte paarden van Shabak onder den voet. Paarden en wagen vielen om in de wolk van stof; Shabak vloog er uit en viel op den weg... Het volk riep luide: „Hij is een God! Een zoon van de zon!" Maar Shabak stond alweer overeind, bestoven, bloedend en woest en trok zijn zwaard. Jason verliet zijn wagen en liep hem tegemoet, zeker van zijn over winning, want zijn zwaard was zijn grootste' wapen. Toea had haar zonnetent verlaten. Zij leunde nu over de balustrade en keek naar de beide mannen, die op elkaar toetraden. Hun zwaarden schitterden in de zon als bliksemschichten. Shabak vocht met zijn zwaard als een reus met een knuppel, maar Jason weerde ai zijn slagen af. Hij glimlachte enzijn gezicht was het gezicht van een zeekoning, die zijn schip bestuurt in een storm. Plotseling weerde hij een van Shabaks vreesehjke slagen met zijn schild af, viel uit, stak met de punt van zijn zwaard naar Shabaks keel en de Ethiopiër viel op den grond. Jason sloeg opnieuw, terwijl de groote, bebloede armen van den zwarte als molenwieken in het rond draaiden. Opeens sprong hij op, liep op den zee prins toe en greep hem beet. E en oogen blik leken de beide lichamen één geheel. Toen zagen de toeschouwers hoe Jason Shabak bij de keel greep en op den grond gooide. Daar bleef hij wen telend in het stof liggen . . . Een luide kreet brak uit de menigte los, maar Jason keerde zich om en keek naar Toea, die over de balustrade leunde en haar oogen met haar handen be schermde tegen de zon. Hij stak zijn zwaard in de hoogte en wuifde met zijn helm naar haar:. Toen riep hij: „O vrouwe van E gypte, onze Goden heb ben gesproken!" En het volk riep: „De Goden heb ben ons een held gezonden!" Toen stapte Jason weer in zijn strijd wagen en reed de poort van Toea's pa leis door. Toea en haar vrouwen kwa men hem tegemoet, en d e . maagden strooiden bloemen onder de pooten van de witte paarden . . . Maar Jason stapte uit zijn wagen en kuste de hand van Toea, de prinses. „O koningin," zei hij, „uw schoonheid is verschrikkelijker dan de sterkte van Shabak1" En Toea's oogen waren de oogen van een vrouw, die b e m i n t . . .
Eem bijzomdeire R
op de weldadigheid der landgenooten. Een nieuwe loterij, thans groot 80.000 loten a f2.50 per stuk, werd haar toegestaan. Het is geen kleine taak om dit aantal te plaatsen, ook al zijn de prijzen talrijk en attractief. De A.V.R.O. biedt hierbij zijn hulp: de Joodsche Invalide krijgt op Maandag 18 Februari a.s. een specialen radio avond. Wij zijn in staat gesteld het programma af te drukken, dat behoudens onvoorziene afwijkingen, zoo den ether zal worden ingezonden. Dat het zijn doel moge bereiken!
is een zeer bijzondere kunstenares. Zij kent de ziel der Oost Joden, niet alleen omdat zij zelve uit dit milieu stamt, maar ook omdat haar fijn besnaarde kunstenaarszin het leed en de liefde, de poëzie en de tragiek van haar volk doorgrondt. Waar zij is opgetreden heeft zij enorm succes gehad. Mej. E rmolnikoff komt hier te lande voor het eerst ter ge legenheid van den radioavond, welken de Joodsche Invalide in staat is gesteld te geven. Wij reproduceeren hierbij muziek en woorden van een harer meest bekende kinderliederen, dat zij ook op dezen avond zal zingen.
SCHLUF, MAN TOCHTE R Wieeenlied f. Andante Gesang. jt u Klavier. (
'rSr
W
1*
p /^Ztï".
rft
Pi
■
i
•»
xÜJ LIJ,—
♦•
-**r
m
1
^rï"i
1. 8.20—8.30. Openingszang door het koor van de Groote Syna goge te A'dam onder leiding van den heer I. A. E nglander. «. Hanousein Tesjoengoh (Ge bed voor het Koninkl. Huis). 8.30—8.37. Openingswoord door den voorzitter van de Ver eeniging De Joodsche Invalide,j Mr. Jules Keizer. 8.37—8.55. Solozang van Mej. Rahel E rmolnikoff. Oostjoodsche en jeminitische volksliederen. Aan den vleugel de heer E nglander. a. Ham a wd il b. Dem Milners Treren Min. J Kan Mr. Jules K eizer c. Madchenlied. 1. 8.55—9.IO. Het koor van de 8. 9.50—10.00. Groote Synagoge te Amster Is dit Huis nu wel noodig?? dam, onder leiding van den heer 9. 10.0O—70.15. Englander, met solozang van „VazDias"berichten. den heer J. Rabbi. 10. IO.15-10.25. E en kort woord a. Omar Rabé E lozor van den voorzitter van het b. E lli, Elli, choesohnoh I (Mijn loterijcomité. Dr. I. H. J. Vos, God spaar ons). oudwethouder van Amster 5. 9.10—9.25. Solozang van dam, lid van de Tweede Kamer Mej. Rahel E rmolnikoff. der StatenGeneraal. a. KlipKlap • 11. 10.25-70.40. Vioolsolo's door b. Scnluf man Tochter (zie den heer Sam Swaap, Isten c. Ale Ljule [muziek) Concertmeester van het Resi d. Der E eberschte ist der Me dentieOrkest. chuten. .a. Larghetto d. WeberKreizler 6. 9.25—9.40. Rede, uit te spre b. Ballade el polonaise, door ken door Zijne E xcellentie den Henri Vieuxtemps. Aan den heer J. B. Kan, Minister van vleugel Mej. Chel Speyer. Binnenlandsche Zaken en Land 12. I0.40—T0.50. Zangnummer v. bouw. Mei. Rahel E rmolnikoff. 7. 9.40—9.50. Solozang van'den Hebreeuwsche gezangen van heer J. Rabbi: jeminitische joden, oewerkt a. Mie Kadousjeim E loukeinoe door Alice JacobsLoewenson. b. Wat zal er zijn als de Ver a. Unahari losser komt ? b. Libi moed jismach Solozang van den heer c. Inzer Rebenju, Chassidisch M. Gobets : d. Schur Dodi. [lied c. Joske, Joske. 13. T0.5Q. Slotzang Halleluja, toon Bovenstaande Jiddische volks zetting Victor Schlesinger, dnor liederen worden gezongen met het koor van de Groote Synn begeleiding van het koor der goge te Amsterdam. Groote Synagoge te Amsterdam.
Englander
Schluf man tochter, schaine, faine Slaap mijn dochter, mooie lieve In dan wigele In je wiegje Ich wil sech setzen lebn dir Ik wil me neerzetten naast je In singen a lidele En zing-en een liedje Ich wil dech wigenlider singer Ik wil je wiegeliedjes zingen Ljulinke man kind Lieveling mijn kind.
In schlufn gait di neschome arouf In den slaap gaat de ziel naar omhoog In schrabt die awaires in biches En schrijft de zonden in boeken In di man kind kost noch uit kain sind En jij myn kind hebt nog geen zonden Kenst schlufn rüg in siches . Kunt slapen rustig en veilig Ich wil dir wigenlider singen Ik wil je wiegeliedjes zingen Ljulinke man kind Lieveling mijn kind.
Sam. Swaap
Pischtschest sech in wainst in wainst Je huilt en weent In schlufn wilsti nit En slapen wil je niet Machst doch dan armen Mutter Je doet je arme moeder Schmerzen nor dermit Verdriet slechts daarmee Ljule, ljule, schluf man gdule slaap mijn alles Ljulinke man kind Lieveling mijn kind.
O, WAT
H
ector Berlioz, de man met de ont- meisje te verkleeden en zoo naar Parijs vankelijke ziel voor muziek e n . . . te gaan om d a a r . . . Camille, haar man, liefde. O ja: een vrouw werkte haar moeder en ook zichzelf te dooden. op zijn ziel als een vonk op een tondelInderdaad aanvaardde hij tot dit doel doos. Maar toch, ondanks alles, bleef de reis, maar toen hij aan de grens hij zijn echte, eerste liefde trouw, keerde was gekomen, begreep hij, dat een er althans naar terug. Die eerste liefde vrouw, hoe mooi ook, nimmer drie van hem is als een romance. Zoo als moorden en een zelfmoord waard kan trouwens zijn heele leven een romance zijn. Hij wierp zijn rok en dameshoed was... weg, borg zijn wapen op en keerde Berlioz werd den u d e n December terug naar Rome om er zijn studies te 1803 te Cóte St. André (Isère) geboren. voltooien. Zijn vader was dokter; een vrijgeest, Drie jaar later is hij weer in Parijs. met een bruut, doch edel karakter. Zijn Harriet Smithson, de Iersche, die zijn grootvader was een landedelman en het hart eens in opstand had gebracht, trad' was in diens huis dat Hector een mooi, nog steeds op. M a a r . . . zij was niet jong meisje leerde kennen: de twintiglanger de trotsche schoone, die hij had jarige Estelle Duboeuf. Hector was toen achtergelaten. Zij was dik e n . . . leelijk veertien. In minder dan geen tijd stond geworden en niet langer de lievelinge zijn hart voor haar in vuur en vlam. van het publiek. Schuldeischers maakten Als hij haar met een ander zag dansen, het haar lastig en toen zij op een avond kon de knaap het niet meer uithouden. uit haar koets stapte om den schouwDan vluchtte hij naar buiten, tot zijn opburg binnen te gaan, viel zij en brak standige ziel wat tot bedaren was gehaar enkel. Door deze wederwaardigk o m e n . . . Lang heeft hij haar niet geheden des levens geknauwd, weigerde kend: zij trouwde en verdween uit zijn zij niet langer Hector Berlioz te ontgezichtskring. Naar het scheen voor vangen. Berlioz, die nog steeds van haar altijd. Maar Estelle, die zijn eerste liefde hield, ondanks zijn liefde voor Camille, was, zou ook zijn laatste zijn. De golven ondanks zijn liefde voor Estelle . . : Harder levenszee — en de zijne was nog riet gaf echter niet direct toe. Berlioz al bewogen! — zouden hem weer naar moest er nog om vechten. Was zij mishaar terugvoeren. Zooals de zee steeds schien bang voor dien wilden, woesten doet: nemen en weer teruggeven. fantast, die als een wervelwind door Toen Hector achttien jaar was, zond het leven ging en die de vrouwen imzijn vader hem naar Parijs om er voor poneerde maar haar tegelijkertijd vrees, dokter te studeeren. De sectie-kamer angst inboezemde? schrikte hem echter zóó af, dat hij De ontknooping — of het begin ? — er niet meer heen wilde gaan en zijn studie opgaf. Zijn vader was daar woe- hield het midden tusscheh een drama dend over en onthield hem zijn toelage. en een klucht. Toen hij haar eindelijk Hierdoor was hij gedwongen in zijn genaderd was, viel hij voor haar op onderhoud te voorzien door liedjes bij zijn knieën, haar een flesch vergif zijn guitaar te zingen in derde rangs toonend. „Als je mij weigert, als je niet met theaters. me t r o u w t . . . drink ik deze flesch leeg!" In die dagen leerde hij een jonge Harriet lachte. Wat een dwaas, die Iersche kennen; Harriet Smithson, die op het tooneel nogal succes oogstte. Hector! Ha-ha! Maar h i j . . . ja hij was een dwaas en Berlioz zag h a a r . . . en raakte verliefd. Alle pogingen stelde hij in het werk om zette de flesch aan zijn mond en dronk. Als ze ziet, dat het hem ernst was, is haar te spreken, maar tevergeefs. De brieven, die hij haar schreef, werden Harriet aan wanhoop ten prooi. „ J a . . . niet eens g e l e z e n . . . In zijn wanhoop ik zal met je t r o u w e n . . . " schreeuwt hierover zocht hij troost bij een ander, ze letterlijk . . . een eenvoudig piano-onderwijzeresje, dat Hector neemt een tegengif in, brengt hij eeuwig trouw zwoer . . . De moeder eenige uren van heftige pijn door,.hervan Camille Moke — zoo heette zij, stelt en . . . leidt zijn Harriet naar het die hem troosten moest in zijn teleur- altaar o m . . . niet gelukkig met haar stelling — wilde echter geen schoonzoon, te worden. die geen cent b e z a t . . . Hierdoor liet Op den duur harmonieerden hun Hector zich evenwel niet ontmoedigen. karakters niet en Berlioz, die, ofschoon Zelfs toen hij in die dagen den Prix nog niet door het groote publiek erkend, de Rome won aan het Conservatorium, toch van zijn kunstbroeders waardeering hetgeen hem noodzaakte drie jaar in genoot, ging een tournee maken door Rome te gaan studeeren, wilde hij al Europa en liet Harriet a c h t e r . . . zijn vooruitzichten opgeven, om bij CaHij ging riiet alleen. Zijn vierde liefde, mille te kunnen blijven. Liever stierf hij van honger aan haar zijde, dan, ver weg een actrice, die „iedere vrouw in de van haar, welvaart tegemoet te gaan . . . schaduw stelt en eruit doet zien als Maar ten slotte ging hij tóch. Eenmaal een zak appelen op een kruk", zooals in Rome schreef hij haar van liefde hij zelf van haar schrijft, ging met hem brandende • brieven, maar . . . hij kreeg mee. Zij heette Marie Riccio en was geen antwoord. Tot hij op een dag de zijn kwade genius, want zij had zich in haar hoofd gehaald, dat zij zingen kon tijding kreeg, dat zij getrouwd was! en wilde daarom met hem optreden. Dit bericht maakte hem bijna krank- Maar haar verschijnen deed de concertzinnig! Een plan, even duivelsch als ge- zalen leegloopen. Zelfs Berlioz' godderaffineerd en fantastisch, rijpte in zijn lijke spel vermocht het publiek niet te brein. Hij besloot zich als een kamer- trekken, als zij op het tooneel verscheen.
Ti ÓCHAT
D e z e film is vervaardigd door de
Suzanna Summer, Colleen Moore; Paul Caroll, Donald Reed; Alice AH wold, Kathryn Chapman; John Altwold, Claude Gill ing water; Me> vrouw Altwold, Edythe Chapman; Oom Summer, Burr Mc Intosh.
FIRST NATIONAL FILM De personen, die er in optreden, vindt ge hiernaast vermeld.
HECTOR BERLIOZ
E n ze wilde verschijnen, was er door niets van terug te houden. Harriet — aan wie Berlioz steeds zooveel geld had gestuurd als hij missen kon — was inmiddels gestorven, waardoor hij met Marie Riccio kon trouwen. Met Marie, die nog steeds zong en nog steeds niet zingen kón! Toen ook zij stierf, was Berlioz een man van een en zestig jaar, grijs en mager als een skelet en met oogen, die gloeiden als van een tijger. Hij stond nu alleen op de wereld e n . . . dacht aan Estelle, zijn eerste liefde, die hij nimmer had kunnen vergeten ondanks Harriet, Camille en Marie . . . Estelle leefde nog. Zij was nu zeven en zestig en woonde te Lyon . . . Berlioz besloot haar op te zoeken en zoo staat hij op een goeden dag voor haar, de knaap uit haar jeugd, die nu een wandelend geraamte is geworden. Berlioz ziet in haar nog steeds het meisje uit zijn kinderjaren en zijn hart klopt voor haar met nog even snelle slagen. Hij gaat heen en schrijft haar brieven, die branden van passie en vereering. Als hij Adelina Patti ontmoet, maakt hij een geweldigen indruk op haar. Maar ofschoon de heele wereld aan de voeten van Adelina ligt, blijft Berlioz koud voor haar. „Zij is mooi, maar ze is n i e t . . . Estelle," zegt hij eenvoudig. En toen hij vyf jaar later stierf, was Estelle het laatste woord, dat over zijn lippen kwam . . .
COLLEEN MOORE
DONALD REED
Op haar i8den verjaardag wordt zanna Summer's innigste wensch vervuld: haar oude oom heeft haar toestemming gegeven de kostschool voor meisjes in Carrolltown te bezoeken. Suzanna is rijk, zeer rijk, want op de bezittingen van haar oom wordt zooveel petroleum gewonnen, dat deze oude heer er wel tweemaal per dag de geheele aardas mee zou kunnen smeren . . . Suzanna is echter heel weinig in aanraking geweest met jongelui en haar stijve kleeding en zware haardos kunnen niet" op tegen de moderne kleeding en de bobbiekopjes van haar kostschoolvriendinnen. Geen wonder dan ook, dat Paul Carroll, de Don Juan van Carrolltown, toen hij haar den eersten dag in zijn auto naar de kostschool bracht, haar bij den dienstbodenuitgang afzette . . . Het groote bal! Het eendje heeft zich tot een mooien zwaan ontwikkeld: het provinciemeisje, Suzanna, is" dank zij de hulp van Alice Altwold, haar vriendin, tot een elegante dame geworden. Is het nu een wonder, dat Paul op het bal alleen met Suzanna wil dansen? Een paar dagen later. Paul wacht in de hall van Washington Hotel op Suzanna en Alice. Met z'n drieën zullen ze gaan teaën. Wat een strop echter! Bij het binnenkomen loopen de beide meisjes als 't ware in de armen van de strenge kostschooldirectrice, die hun vraagt, wat ze hier zonder geleide doen. Suzanna verzint een leugentje . . . vertelt
dat ze den heer Smith uit Boston komen opzoeken. Om aan het spiedende oog van de directrice te ontsnappen, vluchten de meisjes een kamer in, de kamer van een vreemden jongeman, die bezig is zijn toilet te m a k e n . . . . W a t te doen, als plotseling de ouders van Alice, ingelicht door de duivelsche directrice, de kamer binnenkomen? Om de situatie te redden, stelt Suzanna zich aan mijnheer en mevrouw Altwold als de vrouw van den vreemden jongeman voor. Als Suzanna 's avonds bij Alice thuis is, blij van haar nieuwen „echtgenoot" verlost te zijn, verschijnt plotseling de vreemde jongeman weer, zich voorstellende als mijnheer Emmes. Hij komt om zaken met mijnheer Altwold te behandelen en hij zal eenige dagen in de woning doorbrengen... • Suzanna's nood stijgt, naarmate de tijd om te gaan slapen nadert en verstrijkt. Mevrouw Altwold brengt het jonggetrouwde paartje in één kamer en sluit deze af. Suzanna, vertwijfeld, rukt het raam open en laat zich, in een deken gehuld, naar beneden rollen. Dan gaat ze de straat op e n . . . ontmoet Paul. In het huis van de Altwolds teruggekeerd, verklaart Suzanna al haar handelingen, vertelt wat de aanleiding tot de verwikkeling is geweest en hoe ze toen de eene leugen na de andere moest verzinnen. Suzanna en Paul geven elkaar dan den eersten, maar vast niet den laatsten, kus
„HET LEELIJKE EENDJP GAAT NAAR HAAR EERSTE BAL
DE SLAAPKAMERSCÈNE
SUZANNE REDT DE SITUATIE
moet in de Flare. Ze meende als patrones van de een of andere saaie, oude politieke instelling — en ,ja — nog kort geleden in betrekking met die tableaux-vivants, waarover Miss Cawber dolgraag bijzonderheden hooren wilde Misschien kon Katharina dezen wensch vervullen. „Zag Hebe Vermout er niet beeldig uit als „Sicchy" en Lord Aldeus als „Beatrice zegt „beweert." J e weet— gaf ook een alleraardigste beschrijving „Cupido" ? Dat moet een prachtig paar Beatrice is niet gesloten van aard." geweest zijn! Ik zeg altijd tegen Fred van haar eigen emoties. Iedere vrouw „Neen, een zeer vlotte gezellin, wan- was verzot op Gerard en Agnes moest wanneer wij ze 's Zondags bij de Kerkneer ze geen verzen maakt of over d e eens weten h o e dol verliefd hij op Parade ontmoeten: Dat zijn nu de intensiteit van blauw redeneert met haar was. echten." Hebe Vermout." Dezen keer nam Katharina den hand„Ik ben bang, dat hij iets wanhopigs „Ben je er mee ingenomen, d a t Lao uit zal halen, wanneer ik niet spoedig schoen op, terwijl een harer sphinxmet Kerstmis komt?" achtige glimlachjes om haar mondhoetoegeef. Ik wenschte, dat de mannen »J—a. Ik verlang naar uw allerbeste waren, zooals wij. Jij ook niet?" ken speelde. champagne." „Lady Hebe Vermout stelde Psyche „Men moet aangenaam zijn, anders „Die zul je hebben. G en ik zullen blijven zij niet." voor — wanheer je dat soms bedoelt trachten het je niet te gemakkelijk te ** met „Sicchy", maar wie is Lord St. maken bij wijze van opwekkingsmiddel. Aldeus Mabel? Mijnheer John St. AlKatharina was in Laburnum Villa geIk merk, dat j e terneergedrukt rijt, beste deus, die Cupido voorstelde, is de zoon jongen! — Ik zal Lao in de papegaai- arriveerd, waar een troep zusters en van een baron. Zijn vader is Lord vrienden haar welkom heetten. suite opbergen." Hexam." Zoo rechtstreeks van den eersten „Dat zal wonderbaar goed passen." schermwedstrijd met Gerard Strobidge, Mabel kleurde. Katharina had meestal Beiden lachten. tegenover haar een koel stilzwijgen beklonk hun welmeenend babbelen en „Maar je bent bedrukt, G ?" waard en haar nooit opzettelijk tegenschertsen bijzonder flauw. Alleen de „Wellicht de schaduw van komende arme Gladys was stil en zat met gloeiengesproken. Zij was zeer verontwaardigd. dingen, niet bepaald ongeluk, of ik de oogen naar Katharina te kijken. Iemand, die in betrekking was, durfde moest zijn wat de Schotten noemen haar een dwaas figuur te laten slaan „Ik moet wat met j e bespreken, „fey". „Hij zuchtte. Hij voelde zich weer tegenover d e anderen! Zij, die haar Glad," zei deze laatste vriendelijk. „Lavermoeid en afgetrokken. Hij wist niet gansche leven nooit een vinger had uitdy Garribardine heeft mij vijftien pond hoe het kwam. Lady Garribardine ging gestoken! Zij zou die aanstaande schoonniet verder door op de zaak. Ze had gegeven om een mooi avondtoilet te zuster wel op haar plaats weten te koppen. Ik moet het meenemen naar buitengewoon veel takt. zetten, daar kon ze op rekenen! Het Blissington voor Kerstmis — wij gaan Mevrouw Delemar lag op dat oogen- de volgende week. W a t kan ik krijgen bleek duidelijk, dat Katharina in onblik op haar sofa in een bekoorlijk safgenade gevallen . was, toen ze op trotin dien tijd ?" fraan-kleurig gazen toilet, geurige sigaschen toon antwoordde: Gladys was onmiddellijk een en al retten te rooken, terwijl ze met haar „Dat had ik werkelijk kunnen weten. belangstelling. Kleeren waren haar stokliefste vriendin haar hartsgeheimen beMijn vader was ?eer bevriend met zijn paardje. Ze bedacht iets aardigs. Kasprak. vader en kwam dikwijls op hun landtharina moest liever twee japonnen „Gerard is doodelijk verliefd op mij, goed." nemen, één zwarte en die beeldige lichte Agnes. Ik weet heusch niet, wat ik be- mauve. „In welke hoedanigheid, Mabel? ginnen moet. Vanavond heb ik maar Geen van ons kan zich je vader herin„De zwarte moet zoo eenvoudig mobedankt om er een stokje voor te gelijk gemaakt worden. Ik laat het ge- neren, maar „Liv" en „Dev" vertelden steken." heel aan je over, wanneer een van de mij, toen ik er naar vroeg, dat hij „Het zal een knus dineetje zijn, hier, onderklerk geweest was bij Canford en meisjes* het voor mij maken kan." alleen met Bobbie Moreland en Jimmy Crin, d e notarissen van'St. Aldeu. Voor Gladys was verrukt. Daarna kwam en mij; je hadt gelijk, schat." zoover ik — n a een maand onder hen er in haar groote uitpuilende oogen „Arme Bobbie, weer terug uit dat verkeerd te hebben — de menschen weer een droevige uitdrukking. vreeselijke Indië, waar hij een jaar gekan beoordeelen, geloof ik niet, dat „Ik zou vanavond graag even met weest is. Ik kon het hem niet weigeren. Lord Hexam zoo buitengewoon intiem je spreken, Kitty," zei ze. „Mag ik in 'Maar Lady Garribardine is woest." geweest zal zijn met mijnheer Cawber. je kamer komen?" „Liefste Lao, het is beter om haar Maar, wij allen kennen ze op dezelfde Het werd goed gevonden en men niet jn ernst boos te maken. J e moet wijze, niet waar, Tild? J e hebt moeders zette zich aan het souper. Het was boetvaardig wezen en haar morgen wat vader ook wel eens over die familie juist zooals Katharina het dien middag bloemen zenden." beschreven had. Mijnheer Prodgers zat hooren spreken. Hij was hun slager, Wanneer Katharina Bush hier gewanneer ze te Maidenhead verbluf er in zijn beste gekleede jas, nog stakeweest was, zou ze een sterke gelijkenis hielden." riger dan Katharina hem ooit te voren opgemerkt hebben met Mevrouw Delegezien had. Als ze niet zoo diep gevoeld Mabel keek woest. Dit was meer mar en haar toekomstige schoonzuster had, dat deze menschen haar eigen dan onbeschaamd. Haar, de koningin Mabel Cawber. De sigarette-asch werd vleesch en bloed waren, zou de heele van dit kringetje, op die wijze te beafgestooten op dezelfde bevallige mazaak haar bepaald geamuseerd hebben. handelen. Hoe mal van Katharina! nier als deze laatste gewoon was haar De neerbuigendheid van Miss CawMabel's beschaafdheid stond op het vork te gebruiken. ber kende geen grenzen. Lady GarVipeil van die der Bostondame, die wilde, Mevrouw Delemar vergat nooit, dat bardine's naam was haar niet geheel dat de „pootjes" van de piano ' door ze een mooie vrouw was en moest en al onbekend, ofschoon ze natuurlijk broekjes met strookjes bedekt werden. overeenkomstig daarmee handelen. Het niet in dezelfde klasse viel als d e herHet zou niet bij haar opgekomen zijn eemge verschil tusschen haar beiden be- togin van Dashington, Lady Hebe Verom over een slager te spreken! Het stond hierin, dat Mabel Cawber nooit mout en meer anderen der „Smart Set", hinderde haar onzegbaar, om die klerkvergat, dat ze een volmaakte lady was maar toch had ze hem wel eens onthistorie vooral. Ze meende, dat die en zich h a d voorgenomen, dat niemand zaak geheel onbekend was. Het vendudoor haar schuld deze daadzaak uit meesterschap te Bindon's Green had het het oog zou verliezen. Haar zielenstonfortuin der familie aanmerkelijk doen den op gelijke lijn. — Mevrouw Deletoenemen. mar kwam met een zucht op het onderwerp Gerard terug. Ze vertelde haar De arme Matilda was radeloos en vriendin Agnes de meest intieme dinverweet het Katharina, toen het haar gen, die hij tot haar gezegd had en gelukte deze in een hoekje alleen te Prill 30 «I 60 et Bi] Apoth. en Qrogiuen spreken te krijgen.
VAN KATMARINA
MIJNH
5U5li
„Hoe kwam je er toe, om zoo tegen Mabel te spreken, Kitty? E n waartoe dient het om iedereen dat van grootpa te laten weten? Hij heeft hier nooit gewoond." „Ik word naar van haar nonsens, Tild. — Ze bluft altijd op die belachelijke bekendheid met de aristokratie. Ze verwart al de namen en vergist zich ieder oogenblik. Het kan geen kwaad, dat ze eens een terechtwijzing krijgt." Dat laatste vond Matilde ook zoo kwaad niet, maar het was geheel onnoodig geweest om den slager Baarbij te pas te brengen. „O, wat ben jelui toch erbarmelijke sukkels!" riep Katharina ten laatste wanhopig uit. „Ik schaam mij volstrekt niet over hem. Integendeel. Ik ben er trotsch op. Hij heeft zijn geld op een eerlijke wijze verdiend. Waarom ben jij en Mabel en al jelui vrienden zulke bespottelijke schuilvinken, Tild ? — E r ligt niets onwaardigs in om tot den kleinen middenstand te behooren. Waartoe dient het in vredesnaam, om zich iets anders in te beelden, wanneer iedereen weten kan, dat het niet zoo is ? — Of, wanneer je werkelijk het land hebt aan de klasse, waarin je leeft, doe dan als ik, en help jezelve er uit door je opvoeding te voltooien." „Mijzelf er uit helpen door mijn opvoeding te voltooien!" Matilda vond het ongehoord. „Wat, ik weet zeker, dat wij allen een opvoeding hebben gekregen zoo goed als de fijnste dames." Die zienswijze maakte natuurlijk een einde aan Katharina's argument; zij glimlachte en zei: „Best, het is heden je geboortedag lieve, goeie Tild. Ik wil dus niet met je kibbelen! Zeg eens, waar zit Bob Hartley ? Ik heb hem vanavond nog niet gezien." Gladys had de tijding ontvangen, dat haar verloofde door de koude verhinderd was te komen. De avond ging voorbij met lachen, schertsen en spelen, en de gramofoon draaide de negerzangen af, door allen meegezongen. „Wat is het allergezelligst geweest, Kitty," zei Matilda hartelijk, terwijl ze de nauwe trap opgingen. Haar verontwaardiging was geheel vervlogen. „Zoo'n heerlijken verjaardag heb ik nog niet beleefd. Ik weet zeker, dat ook jij in geen enkel huis ooit zoo'n prettigen, vroolijken avond bijgewoond hebt." Katharina kuste haar voor zij haar kamer binnentrad. „Lieve, goeie Tild," zei ze. Een oogenblik later kwam Gladys. Katharina had een ochtendjapon aangetrokken, die ze thuis had achter gelaten. Emily had het haardje aangemaakt. De beide meisjes keken elkaar aan en Gladys werd verzocht plaats te nemen. „Ik weet wat je mij komt zeggen." Katharina's stem klonk diep en ernstig. „Je hadt het niét behoeven te zeggen, wanneer je niet altijd zoo dwaas geweest waart, mijn arme Glad. J e zit in ellende en Bob Hartley trekt zich terug." Gladys barstte in wanhopig snikken uit.
„Ja — hij kan zijn moeders hart niet breken, zegt hij. Hij praat er over om naar Australië te gaan." „Zoo — ga nu slapen kind. — Ik zal morgen naar hem toe gaan en zien wat ik doen kan. Ik denk wel, dat hij je toch de volgende week trouwen zal. Wanneer ik de zaak in orde breng, moet jij voor de familie maar een reden trachten te verzinnen, die dergelijken spoed verklaarbaar maakt. Ga nu, beste. Ik moet over alles nadenken." Gladys betuigde snikkend haar dankbaarheid. „ E n Kitty, zul je heusch niet denken, dat ik werkelijk slecht ben? Heusch, ik was — het niet — maar Bob. W e waren 's avonds naar den schouwburg geweest en hadden gesoupeerd — en toen was ik zoo bang, dat hij naar Carry Green gaan zou, wanneer ik niet deed wat hij wilde." Twee dikke tranen welden op in Katharina's mooie oogen en rolden langzaam over haar bleeke wangen. „Ik geloof — dat de meeste mannen duivels zijn, Glad, maar negentienden van de vrouwen zijn zottinnen — en zottinnen moeten altijd het gelag betalen in het leven. Een vrouw verliest een- man steeds, wanneer ze hem zijn DINY VAN MAARLE, zin geeft tegen haar geweten in. J e die sinds kort zich bij het Gezelschap Pisuisse heeft aangesloten. Dit dappere groepje onder leiding van wist, dat je zondigde, denk ik ?" Paul Collin, waartoe, behalve deze twee, ook Henk „Ja, natuurlijk, Kitty. Ik ben heusch Stuurop en de danseres Sofia Galirrué behooren, blijft met succes in verschillende plaatsen van ons niet slecht." land optreden „Wat kon je dan anders verwachten? „Hoe kun je het weten, Kitty! Tild Wanneer je gevoelt, dat je verkeerd weet er niets van!" doet, weet je toch, dat de straf niet uit„Dat begrijp ik. Nu, wat moet er geblijven kan. Die daad van jou moest beuren — trouwen jelui ?" toch dit ten gevolge hebben. Luister „O, Katharina. Hij heeft het mij eerst Glad, geen van jelui mag het wagen plechtig beloofd — te Brigton. Zijn één enkelen voetstap te zetten buiten moeder houdt het tegen. Zijn tante het afgebakende pad. J e hebt „gezonEliza, bij wie wij logeerden, is op mijn digd", zooals je dat noemt — door hand. ik ben toch zeker even goed liefde. Het verschafte je geen genot als hij." en Bob heb je er eigenlijk door verWeer snikken. loren — denk hieraan en laat je nooit „Dat doet niets tot de zaak, even meer door hem misleiden." goed of niet even goed. Die laffe kerels, „Waarom kwamen er tranen in je zooals Bob Hartley, verleiden eerst de oogen Katharina? — Jij, zoo koel!" vrouwen met beloften, plechtige belof„Het was dwaas van mij, maar de ten van trouwen en weet ik wat niet al. ongeloofelijke armzaligheid van somWanneer ze het van plan waren, konmige dingen in het leven wekte voor den ze zoolang wachten — lage schureen oogenblik mijn deernis op. Ga nu ken!" slapen, "kind — en moed gehouden. „Kitty, je moet Bob niet beschuldiLaat Tild er niets van weten. Het zou gen. Hij heeft' het altijd eerlijk gehaar hart breken — en denk aan meend. Het is zijn moeder, die hem Mabel!" terug houdt!" „O,- hemel!" steunde Gladys en ging „Weet zij het?" naar de deur. Katharina sprong op en „O, hemel. Ik hoop het niet. Niegaf haar het bankbiljet van tien pond, mand weet het als jij — en Bob." dat op de imitatie eiken toilettafel onder „Heb je hem gezegd, dat jelui dadeeen lucifersdoosje gelegen had. lijk trouwen moeten?" „Hier, Gladys, maak dat zwarte ja„Ja, ik heb er hem op mijn knieën ponnetje voor mij zoo goedkoop mogeom gesmeekt." lijk. Lady Garribardine weet toch niet „En hij weigerde ?" wat het kost. Ze is gewoon veertig of vijftig pond voor haar avondcostuums te geven — en hou jij de rest. Als — als — Bob morgen niet voor reden vatbaar mocht wezen, kan het je te pas komen, wanneer je soms het een of ander noodig hebt, waarvan je Tild geen rekenschap wilt geven. „Ik weet, dat ze alles nagaat wat je koopt." „Maar, Katharina, je zult er hem wel toe krijgen. O! je kunt het, wanneer je wilt. J e bent zoo verstandig. E n wanneer je morgen met den eersten trein vertrekt, zie je hem. Dan kun je met hem praten."
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST
TE ROTTERDAM
Probeert deze nieuwe behandeling voor uitgezette poriën of een vette huid! Inbreker (verrast door nachtbrakers): „Die nachtcafé's zijn de vloek der samenleving1"
-■. ...
Redder: „V* aur is die man gebleven, die door het ijs is gezakt?" Jongen: „H ij wou niet langer op je wachten eni is eruit gekrabbeld!"
Auto-eigenaar: „Voordat mijn chauffeur gisteren zijn ontslag nam, heeft hij me g e zegd, dat hij mijn auto hier had gebracht om er een kleine reparatie aan te laten doen." Reparateur: „Ja, mijnheer. H ier isie!"
HlJjflPJ.:
Hoopvol jongeling (nu om de hund vun de dochter des huizes te hebben gevraagd): „Ik moet eerlijk bekennen, dat ik geen erg prettigen indruk maak, maar als ik een jaartje bij u over den vloer ben gekomen, zult u wel geleerd hebben me aardig te vinden."
■s «-<-■■
Eerste va lschspeler: „Je probeert in mijn kaarten te kijken!" Tweede av lschspeler: „Praat geen onzin, man. Ik heb toch immers gegeven!"
Zij: „O, Dick, lieve, ik heb vandaag een blauw o o g gekregen bij een uitverkoop." Hij (die niet goed geluisterd heeft, maar een goeden indruk wil maken): „Daar ben ik blij om, lieve. Dat had je al lang noodig, hè?"
Wanneer j e last hebt van uitgezette poriën of een vette huid probeert dan eens deze wonderbaarlijke nieuwe schoonheidsbehan deling, welke regelrecht doordringt tot de zweet en vetkliertjes in het corium, de onderste huidlaag. Deze kliertjes scheiden vetdeeltjes af, die door de poriën verdreven worden, en zoodoende neus en andere deelen van het gelaat doen glim men. Poeder en cream kunnen dit niet voorkomen, ze verergeren het kwaad door de poriën te verstoppen. De vetkliertjes worden ontstoken en veroorzaken vetwormpjes en puistjes. De Radoxbehandeling voorziet de kliertjes van zuiverende, antiseptische zuurstof. De overmatige vetdeeltjes .worden op natuurlijke wijze door de poriën verwijderd, terwijl de huid die prachtige blos van een vol maakte gezondheid krijgt, Alles wat ge te doen hebt, is een weinig Radox in Uw waschwater te 'mengen, dat hierdoor een hoeveelheid zuurstof krijgt, die regelrecht in de huid dringt. Ge zult verbaasd staan over het resultaat, dat binnen enkele dagen bereikt wordt. Om Rimpel» te Verwijderen. Voeg een theelepel Radox in een kop gefiltreerde zure melk, en pas dit middel eiken dag toe. Dit mengsel zal de huid verfrisschen, en de rimpels verwijderen. Om Vetwormpje. i« Verwijderen. Voeg een theelepel Radox in een kop beet water, en bet hiermede gedurende eenige minuten de aange taste plek. Droog het gezicht af en de vetwormpjes zullen ver dwenen rijn „/* vind Ra dox een uitsUktnd reinigingsmiddel voor het gelaat en rit huid, en heerlijk ver/risschend, terwijl het de huid za cht en blank ma a kt. Ik heb het beter voor tnijn teint gevonden da n welk ander middel ook, dat ik tot nu toe geprobeerd heb". Mevr. J. C. P. Orgineele brief ter inzage. Radox is heerlijk geparfumeerd en is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten, f 1.15 per pak. Een pak ia toereikend voor verscheidene weken. Import: Rowntree H andelsmij., Keizersgr. 124, Amsterdam Vert. Ned.Indië: fa. J. van Gorkom & Co. en hare filialen
Godfried de Groot "Jan £uykenstraat 2a Amsterdam Telefoon 28474 Het meisje (verrukt, na een vaas te heb ben laten vallen, zonder dat deze gebroken is): „Gelukkig, mevrouw, nou weet ik einde lijk, hoe je iets moet laten vallen!"
,Hé! Kun je niet iets doen, inplaats van me te staan aangapen?' „Ja. Eh . . . wat wil je, dat ik doe? O zal ik een handdoek voor je halen?"
y^M^jÉip
V^^I^S^INDIÉN
X
tASY
W
CREAM
GE DIT DOET MET
EASY CREAM
wordt
geleverd in pollen van 1 K . G .
tegen toezending van f 3 . — aan
T. LE VISSON, ZEEPFABRIEK •sGRAVENHAGE
:-: POST GIRO 6319?
THEATERAGENTUUR B. H. I BEUN GS Spui 84a - Den Haas - Tel. 16982
+*&w d a n
QUUI.E UÊ^UEM mm®.
90 IA AD lONGFD z i e t SU er uit sinds uw GROZE CV J M M K J W M V J t - K H A R E N d o o r m i d d e | ¥ a n p E R F E c T U M hunne vroege» e kleur teruggekregen hebben. — Pf.RFECTUM is een onschadelijk haarwater. is goed voor de hoofdhuid en voorkomt het uitvallen der haren.
GEEN H AARVERF
SUCCES VERZEKERD
Per ilac. f2,25 en f4.—. Verz. geschiedt franco huis na ontv. bedrag of onder remb
HMSIITOTr o
;^UTTI DEN HAAG.
FREDERIK HE NDRIKLAAN 63(A)
MIJN PIE PA Ik heb al vaak gemerkt, dat als mUn moeder komt, JU een afspraak hebt...
/ ^ ^ ^ \
jEW
©i
Vermoeide va der: „Ik geloof, dat het zoo wat tijd is om op te staan, lieve. Baby slaapt tenminste 1
^
«jenot
het meisje: „Mevrouw, ik kan dat stuk steenkool onmogelijk met den hamer kapot krijgen!" Mevrouw: „Probeer het nog maar eens en denk dan maar, dat het een bord van mijn beste servies is."
Jonge Criticus: „Dat heb ik gisterenavond gezien. Opschepperij, hoor! H et zijn tinnen F>orden V' * ■ * ■ »> * • "
*«l.™„
(The Daily Mirror)
Je stelt het toch wel op prtfs, dat ze komt?
Hu d d en Haarverzorging Gelaats en en Lichaarasmassage Coifl Manicure — Pedicure Coiffeur pour Darn es
Speciale
Ja, natuurlijk. De gedachte alleen reeds maakt...
Specialiteit in T^voderne en Artistieke foto's f\ex\ aie de vele reproducties van ons werk in ,.54et Weekblad" Cinema SSheater
installatie (met badinrichting) voor
massages.
JACQUES E LTE MUZIEK
E
N GROS
E
N
DE TAIL
PLAATSEN VAN ORKESTEN E N ARTISTE N IN BINNEN E N BUITE NLAND KORTE POTEN 17. DEN HAAG
EEN CARNAVALsïDYLLE GEÏNSPIREERD O P HET BEKENDE FRANSCHE PIERROT-LIEDJE: AU CLAIR DE LA LUNE
WOORDEN VAN CHEF VAN DIJK 'Niette "UHazajim.
f£ m g
Au clair de la Lune Mon ami Pierrot Prêtez-moi ta plume . . . . 't Gaat hier evenzoo Maar die Fransche namen Kennen wij hier n i e t : Pietertje is „Pierrette" En „Pierrot" is Piet.
Au clair de la Lune 'n Heerlijk glas Vermouth, Lispelende zinnen. Sneller stroomend bloed. Blozen achter 't masker Fijn mysterie-spel. Wacht m a a r , denkt hij, schatje, Strakjes krijg ' k j e wel.
Au clair de la Lune Klok slaat middernacht Af 'tfluweelen masker. De herkenning wacht. Piet staart zijn Pierrette In het rood g e l a a t : 't Is zijn fijne-waschvrouw Uit de Scheldestraat.
Au clair de la Lune Mon ami — vrind Piet Veilig achter 't masker Je herkent hem niet; Blond is zijn Pierrette 't Hart van liefde v o l : Kleine amourette. Niets is h a a r te dol.
Au clair de la Lune W a t een dwaze nacht. Serpentini, confetti, Bonte kleederdracht. Joelend hossen troepjes Kris-kras door elkaar, Piet en zijn Pierrette Drinken in de Bar.
Au clair de la Lune Heet de wasscherij, Piet en zijn Pierrette Varen wel erbij. Dat komt van de liefde, Hooggeëerd publiek: Schoone halve hemdjes Met wat romantiek.
(
OEEN INDISCHE VERLOFGANOER KAN BUITEN EEN
...HIS M A S T E R ' S V O T C E " G R A TVTOPTTOMi? HET WARE TROPEN-INSTRUMENT l
~
"
ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MODELLEN BIJ-
N.V. WILLEM SPRENGER'S
GRAMOPHQNE-HANDEL
PASSAGE 46, L. v. MEERDERVOORT 60a en 453 DEN HAAG STEEDS HET NIEUWSTE f STEEDS HET BESTEf GEGARANDEERD ZEEWAARDIG EMBALLEEREN Redactie en Administratie: Galgewater 22, Leiden. Tel. 700
Yerschtynt wekeltfks — PrJJs per kwartaal f 1.»5