Voorzieningen voor slechthorenden in gebouwen
Aanbevelingen
Leeswijzer Deel A vormt de inleiding van dit rapport. Er wordt uiteengezet wat het effect is van slechthorendheid op communicatie en welke voorzieningen kunnen worden getroffen om de communicatiesituaties voor slechthorenden zo gunstig mogelijk te maken. In Deel B wordt vervolgens een opsomming gegeven van de diverse voorzieningen, waarbij elke voorziening kort toegelicht wordt. Bij het in gebruik nemen van elke voorziening moet een aantal zaken worden afgewogen, o.a. de bouwtechnische aspecten, het onderhoud en de flexibiliteit van de installaties. De beslissing voor aanschaf en aanleg van bepaalde voorzieningen hangt af van de karakteristieken en het gebruiksdoel van de ruimte waarvoor de voorziening beoogd is. Verder wordt in tabelvorm een overzicht gegeven van een groot aantal kenmerkende situaties die in openbare gebouwen worden aangetroffen. Bij elke situatie wordt aangegeven welke afwegingen een rol spelen in de keuze voor of juist tegen een bepaalde voorziening. De schematische overzichten kunnen gebruikt worden als hulpmiddel bij de besluitvorming over de ingebruikname van bepaalde voorzieningen. Deel C, tenslotte, geeft in een aantal bijlagen o.a. nadere specificaties betreffende het keuren van nieuwe of gerepareerde installaties volgens geldende normen. Er is informatie opgenomen over ringleidingsinstallateurs en -versterkers. Ook toegevoegd zijn relevante adressen, verwijzingen naar vakliteratuur en naar computerprogramma’s.
februari 2003
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
Inhoudsopgave DEEL A: Voorzieningen voor slechthorenden Waarom voorzieningen voor slechthorenden? Slechthorendheid en communicatie(problemen) Aanpak van het communicatieprobleem Toegankelijkheid van gebouwen Welke voorzieningen zijn nodig? Nuttige en noodzakelijke voorzieningen Akoestiek, lichtinval, inrichting Optimale geluids/signaaloverdracht Attenderen en alarmeren Ondersteunende informatie Doelgroepen Wie heeft baat bij welke voorziening?
DEEL B: Aandachtspunten voorzieningen Aandachtspunten bij aanleg en ingebruikname voorzieningen Technische aspecten Onderhoud en beheer Privacy Flexibiliteit van de voorziening Bekendheid met de voorzieningen Normering en keuring Kenmerkende situaties en bruikbare installaties Eisen, voordelen en nadelen van ringleiding-, infrarood- en FM-installatie Ringleidinginstallatie Infraroodinstallatie FM-installatie
DEEL C: Bijlagen Bijlage I: Specifieke bouwtechnische eisen en aanwijzingen voor apparatuur en installatie Bijlage II: Relevante adressen Bijlage III: Overzicht ringleidinginstallateurs Bijlage IV: Ringleidingversterkers A. Overzicht ringleidingversterkers B. Adressen fabrikanten/leveranciers van ringleidingversterkers C. Toelichting overzicht ringleidingversterkers Bijlage V: Vakliteratuur en computerprogramma’s
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-1 A-2 A-2 A-2 A-2 A-4 A-4 A-5 A-5 A-6 A-7 A-8 A-8 B-1 B-2 B-2 B-3 B-3 B-4 B-4 B-5 B-6 B-7 B-7 B-8 B-9 C-1 C-2 C-4 C-5 C-7 C-7 C-8 C-9 C-11
DEEL A Voorzieningen voor slechthorenden
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-1
Waarom voorzieningen voor slechthorenden? Slechthorendheid en communicatie(problemen) Circa 10% van de mensen is slechthorend (Chorus et al., 1995). Slechthorend zijn betekent dat geluiden niet alleen zachter maar vooral ook 'anders' worden gehoord doordat bepaalde geluidsfrequenties slecht worden waargenomen. Daarnaast wordt het horen verder bemoeilijkt doordat slechthorenden extra gevoelig zijn voor storende bijgeluiden en slechte akoestiek. Deze aspecten van slechthorendheid brengen met zich mee dat er in de gesproken communicatie al snel problemen ontstaan: gesprekken met meer dan een paar mensen tegelijk zijn voor een slechthorende doorgaans moeizaam of niet te volgen. Omdat 'slecht horen' vooral 'anders horen' betekent, biedt een standaard versterking van geluiden (microfoon- versterker-luidsprekerset) onvoldoende mogelijkheden.
Aanpak van het communicatieprobleem Communicatieproblemen als gevolg van slechthorendheid kunnen voor een groot deel verlicht of voorkomen worden door het gebruik van voorzieningen die de voorwaarden voor goede communicatie optimaliseren. Voor een deel gebeurt dit doordat de slechthorende als persoonlijk hulpmiddel een hoortoestel gebruikt. Maar vaak is dat niet genoeg, omdat hoortoestellen onvoldoende compensatie bieden in juist die lastige situaties waarin veel bijgeluiden voorkomen of waar galm optreedt. Bovendien is er een grote groep (licht) slechthorenden die geen hoortoestel gebruikt, maar die in lastige luistersituaties wel in de problemen komt. Om die redenen is het dan ook noodzakelijk om andere, meer algemene voorzieningen te treffen.
Toegankelijkheid van gebouwen Goede toegankelijkheid van gebouwen op het terrein van verstaanbaarheid is noodzakelijk voor een adequaat maatschappelijk verkeer van en met slechthorenden. Om dit te kunnen realiseren is informatie en kennis nodig, niet alleen binnen de kring van de slechthorenden, maar ook bij al diegenen die op een of andere wijze verantwoordelijk zijn voor de bouw, inrichting en het beheer van gebouwen. Het onderhavige rapport ‘Voorzieningen voor slechthorenden in gebouwen. Aanbevelingen’ beoogt in dit verband een handreiking te zijn voor al diegenen, die zich bezig houden met de toegankelijkheid van gebouwen.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-2
Het rapport is bedoeld zowel voor ontwerpers/architecten, bouwers/uitvoerders als voor eigenaren en beheerders. Het is ontstaan op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden (NVVS), en samengesteld in overleg tussen de NVVS, de Landelijke Technische Commissie (LTC) van de NVVS, de afdeling Regio Den Haag van de NVVS, en de Rijksgebouwendienst (Rgd) van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Uitgangspunt van de NVVS is hierbij: In alle gebouwen (wel of niet openbaar) dienen voor slechthorenden zodanige voorzieningen te zijn aangebracht, dat zij van de functie van dat gebouw naar behoren gebruik kunnen maken. Uitgangspunt van VROM/Rgd is hierbij: In alle gebouwen (wel of niet openbaar) moeten in principe toegankelijkheidsvoorzieningen worden aangebracht conform het Bouwbesluit. Voor rijkshuisvesting geldt, dat er gestreefd wordt deze voorzieningen en dus ook die voor slechthorenden aan te brengen daar waar dat nuttig en mogelijk is.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-3
Welke voorzieningen zijn nodig? Nuttige en noodzakelijke voorzieningen Voorzieningen die nuttig en/of noodzakelijk zijn in gebouwen kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën. Akoestiek, lichtinval, inrichting Aandacht voor akoestiek, lichtinval en inrichting van de werk/vergaderruimten schept gunstige voorwaarden voor een goede communicatie. In verband met het spraakverstaan (het, eventueel met behulp van hulpmiddelen, verstaan van het gesproken woord) dienen nagalm en omgevingsgeluid zoveel mogelijk beperkt te worden. In verband met de mogelijkheid tot spraakafzien (liplezen) dient de ruimte goed verlicht te zijn en dient een zodanige tafelopstelling gekozen te worden dat alle sprekers goed te zien zijn. Optimale geluids/signaaloverdracht Slechthorenden zijn meer dan goedhorenden gevoelig voor storende bijgeluiden veroorzaakt door apparatuur in de omgeving (airco, kopieerapparaat) of mensen in de nabijheid (geroezemoes). Deze geluiden zijn meestal niet uit te schakelen. Een oplossing is dan om het geluid van de spreker(s) direct, zonder de bijgeluiden, bij de slechthorende te brengen. Dergelijke optimale geluids/signaaloverdracht wordt mogelijk gemaakt door het installeren van ringleiding-, FM- of infraroodinstallaties en/of het gebruik van flexibele vergadersets. Attenderen en alarmeren Slechthorenden kunnen auditieve attenderings- en waarschuwingssignalen zoals deurbel, zoemer of brandalarm niet of slecht horen. Dergelijke geluidssignalen kunnen aangevuld worden met visuele (lichtflitsen) en/of trilsignalen: in het geval van attenderen is dit gewenst, in het geval van alarmering noodzakelijk. Ondersteunende informatie in woord en beeld Slechthorenden kunnen baat hebben bij geschreven of geïllustreerde ondersteuning van het gesproken woord. Deze ondersteuning kan algemeen van aard zijn (informatie op lichtkrant of beeldmonitor plaatsen, een lezing ondersteunen door overheadprojectie of velotypist) of meer individueel getint (bijvoorbeeld een schrijftolk). In de hierna volgende onderdelen wordt nader ingegaan op elk van deze categorieën voorzieningen.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-4
Akoestiek, lichtinval, inrichting Akoestiek Reflectie van geluiden (nagalm) in een vergader- of werkruimte levert voor slechthorenden grote problemen op en heeft een direct negatief effect op de verstaanbaarheid. Om een gunstige akoestiek te creëren dienen grote harde vlakken vermeden te worden. Waar mogelijk dient gebruik gemaakt te worden van geluidsabsorberende aankleding/materialen, zoals zachte vloerbedekking, een (verlaagd) systeemplafond of tafelkleedjes. Bij vergaderingen is het belangrijk dat de slechthorende zo veel mogelijk binnen de zogenaamde galmstraal van de geluidsbron zit; om deze reden is een goede verhouding tussen zaalgrootte en aantal deelnemers van belang. Tenslotte kan meubilair gebruikt worden om de akoestiek gunstig te beïnvloeden, bijvoorbeeld een open in plaats van gesloten boekenkast tegen de wand. Lichtinval In verband met de mogelijkheid tot spraakafzien dient er een goede verlichting in alle werk- en vergaderruimten te zijn. Schaduwvorming op het gezicht van de spreker dient vermeden te worden. Bij het spreekgestoelte van een auditorium kan eventueel extra verlichting worden aangebracht. Een verder punt van aandacht is dat vanachter de spreker(s) geen fel tegenlicht schijnt, omdat dit het spraakafzien bemoeilijkt. Inrichting In vergader- en overlegsituaties geldt dat slechthorenden, wederom in verband met het spraakafzien, alle deelnemers goed in het gezicht moeten kunnen zien. Bij een beperkte groep deelnemers valt het gebruik van een ronde of ovale tafel te overwegen, bij een grote groep dient in ieder geval een kringopstelling in plaats van een klaslokaalopstelling gebruikt te worden.
Optimale geluids/signaaloverdracht Alle apparatuur voor optimale geluids/signaaloverdracht is erop gericht om het 'bronsignaal', afkomstig van de spreker, met zo min mogelijk storende bijgeluiden over te brengen naar de slechthorende luisteraar. Dit gebeurt door de spreker op een afstand tussen de 20 en 30 cm van een richtinggevoelige microfoon te plaatsen, het opgevangen geluid te versterken en via een elektromagnetisch signaal (ringleiding), hoogfrequent signaal (FM) of infrarood signaal aan te bieden aan een persoonlijke ontvanger van de slechthorende. Vaak is deze ontvanger het eigen hoortoestel, maar het kan ook een ontvanger uitgerust met een hoofdtelefoonset of een zogenaamde kinbeugel zijn voor slechthorenden die zelf geen of geen geschikt hoortoestel hebben. Doordat het geluid via deze directe koppeling wordt overgebracht, heeft de slechthorende geen last van bijgeluiden in zijn omgeving - deze worden namelijk niet of slechts in zeer geringe mate opgevangen door de microfoon van de spreker.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-5
Ringleiding De ringleiding heeft zijn naam aan de uiterlijke vorm te danken: een elektriciteitssnoer/draad wordt in een ring of lus binnen een bepaalde ruimte gelegd, zodat binnen de lus een elektromagnetisch veld ontstaat. Met behulp van een oppikspoeltje in het hoortoestel (de zogenaamde “T”-stand) wordt dit elektromagnetische signaal opgevangen en in het hoortoestel omgezet naar een geluidssignaal. Er bestaan vaste en mobiele ringleidingen voor grote ruimten (zalen, kamers) en voor kleine ruimten (balie, loket). FM-installatie Bij een FM-installatie wordt het opgevangen geluid door een zender verstuurd, waarna de slechthorende met een speciale ontvanger het signaal kan waarnemen. Deze ontvanger is aan een hoortoestel te koppelen, maar is ook te gebruiken met een conventionele hoofdtelefoonset of een zogenaamde kinbeugel zodat slechthorenden zonder hoortoestel baat hebben bij een dergelijk systeem. Infraroodinstallatie (IR-installatie) Een IR-installatie werkt vergelijkbaar met een FM-installatie, alleen wordt van een laagfrequent lichtsignaal gebruik gemaakt. De installatie werkt met verschillende stralers die alle optisch contact moeten hebben met de ontvangers. Vergadersets Een vergaderset bestaat uit een serie aan elkaar gekoppelde microfoon/luidsprekersets. Tijdens de vergadering spreekt iedere deelnemer steeds in de microfoon, zodat het geluid ten behoeve van de slechthorende deelnemers versterkt kan worden. Bij de vergaderset dienen enkele ontvangsets (voor slechthorenden zonder hoortoestel) en/of soloapparatuurunits (voor slechthorenden die hun hoortoestel gebruiken) aanwezig te zijn. Bij voorkeur kan de vergaderset ook gebruikt worden in combinatie met een aanwezige ringleiding, IR- of FM-installatie. Er dient minimaal één microfoon per twee deelnemers aanwezig te zijn.
Attenderen en alarmeren Attenderen Deurbellen, telefoons, zoemers e.d. dienen zoveel mogelijk, ter attendering, gekoppeld te worden aan een lichtflits-/trilsignalering. Hiervoor zijn diverse systemen verkrijgbaar. Alarmeren Alarmeringssystemen als een brandalarm, rookmelder of inbraakalarm zouden voor slechthorenden gekoppeld dienen te worden aan een lichtflits/trilsignalering. Indien er gesproken alarmeringsberichten worden doorgegeven, moet er voor gezorgd worden dat deze ook automatisch via de bovengenoemde voorzieningen (ringleiding e.d.) doorgegeven worden.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-6
Ondersteunende informatie Bij ontvangstbalies, loketten en dergelijke kan ondersteunende informatie gegeven worden via lichtkranten of beeldmonitoren. Zo kan worden aangegeven in welke zaal een bepaalde bijeenkomst plaats vindt, naar welke balie iemand zich dient te begeven of wanneer "de volgende cliënt" wordt opgeroepen. Op deze manier kan worden voorkomen dat een slechthorende bezoeker naar alle informatie moet vragen en daarbij de mededeling misverstaat. Bij grote vergaderingen, lezingen en congressen kan een schrijftolk/velotypist worden ingezet: deze kan met een speciaal toetsenbord de sprekers woordelijk volgen en de uitvoer van het toetsenbord kan via een beamer of overheadprojector op een groot scherm geprojecteerd worden. De schrijftolk kan ook voor individuele slechthorenden ingezet worden, bijvoorbeeld als een voorziening als ringleiding of vergaderset nog niet getroffen is of anderszins niet bruikbaar is. Overigens zijn deze ondersteunende informatievoorzieningen ook van groot nut voor hen die om een andere reden dan slechthorendheid het Nederlands niet goed verstaan (anderstaligen).
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-7
Doelgroepen Wie heeft baat bij welke voorziening? Bij de keuze voor een bepaalde installatie kan de afweging gemaakt worden wie er allemaal (tegelijkertijd) gebruik kan maken van de voorziening. Ringleiding Om gebruik te kunnen maken van een ringleiding, dient de slechthorende de beschikking te hebben over een hoortoestel met zogenaamde “T”-stand (een oppikspoel waarmee het elektromagnetisch signaal binnen de ringleidinglus kan worden opgevangen). Dit maakt de ringleiding ongeschikt voor (licht) slechthorenden die of geen hoortoestel hebben, of een klein zogenaamd in-hetoortoestel, een type dat vaak geen “T”-stand heeft. Overigens hebben de meeste hoortoestelgebruikers wel de beschikking over een “T”-stand op hun toestel. FM- en infraroodinstallatie Een FM- of infraroodinstallatie met kinbeugels of headsets als ontvangers is te gebruiken door die slechthorenden die geen hoortoestel of geen toestel met “T”stand hebben. Deze ontvangers zijn echter voor hoortoesteldragers die een “T”stand hebben, ongewenst omdat ze niet in combinatie met het hoortoestel gebruikt kunnen worden. Daarmee verliest de slechthorende zijn optimaal aangepaste persoonlijke geluidsversterker. Voor deze groep slechthorenden is daarom de beschikbaarheid van halslus-ontvangers noodzakelijk. In zalen met een infrarood- of FM-installatie dienen steeds voldoende ontvangers, 5 á 10% van het aantal zitplaatsen, aanwezig te zijn. Van beide soorten (kinbeugel/headset en halslus) dienen er evenveel aanwezig te zijn. Simultaanvertaling Bij gebruikmaking van een FM- of infraroodinstallatie met een zogenaamd meerkanalen-systeem is het mogelijk om de installatie voor simultaanvertaling in te zetten.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
A-8
DEEL B Aandachtspunten voorzieningen
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
B-1
Aandachtspunten bij aanleg en ingebruikname voorzieningen Technische aspecten In deze paragraaf komen een aantal algemene technische aspecten aan bod. Meer specifieke bouwtechnische eisen en aanwijzingen voor apparatuur en installatie zijn in Deel C als bijlage opgenomen. Ringleiding Een ringleiding wordt in het algemeen tegen de wanden in/op de vloer geplaatst. De aanwezige staalconstructies, verlaagde plafonds en wanden van staal en elektrische leidingen met grote stromen en leidingstraten kunnen (ver)storingen veroorzaken in de ringleidinginstallatie. Bij het gebruik van ringleidingen in naast elkaar gelegen loketten of balies dient men alert te zijn op het zogenaamde 'strooiveld' rond de leiding: de elektromagnetische velden buiten de lussen kunnen elkaar gaan storen. Een ringleiding om en om in plaats van bij ieder loket kan dan een optie zijn. De noodzaak van een loketringleiding bestaat alleen bij met een glaswand gesloten balies/loketten of bij veel omgevingslawaai en/of slechte akoestiek (loketten in een hal). FM-installatie Per ruimte waar een FM-installatie geplaatst wordt, is één zender nodig die zo centraal mogelijk geplaatst wordt. Omdat men in het algemeen met een reikwijdte van een tiental meters kan volstaan, is het vermogen van dit soort installaties relatief laag. Infrarood-installatie Een infraroodinstallatie werkt met optische stralers die zodanig tegen het plafond worden geplaatst dat ze in alle richtingen uitzenden en dat ze altijd optisch contact kunnen maken met de ontvangers (obstakels vermijden). Het aantal benodigde stralers is afhankelijk van het bereik en van de constructie van de zaal. Infraroodinstallaties zijn gevoelig voor overmatige lichtinval en direct zonlicht: dit brengt vaak ontvangstproblemen met zich mee. Vergaderset Vergadersets bestaan in mobiele en vaste uitvoeringen. Een vergaderset bestaat meestal uit een kastje met luidspreker en een drukknop voor het inschakelen van de aan het kastje bevestigde microfoon. De kastjes worden verbonden met een centrale post. Dit systeem kan eenvoudig aan de vergadertafels bevestigd worden. Het is zeer wenselijk dat de kastjes van dit soort installaties over de mogelijkheid beschikken om er eventueel een verbinding met een hoortoestel te maken. Dit kan via een inductielus of een draadverbinding.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
B-2
Onderhoud en beheer Ringleiding Een goede ringleidingversterker heeft geen uitwendige instelorganen (knoppen). Dit soort installaties blijft goed en zonder onderhoud functioneren. Wel dienen de gebruikers over een hoortoestel met een “T”-stand te beschikken. Het verdient sterke aanbeveling dat de zaalbeheerders beschikken over een eenvoudige veldsterktemeter met een hoofdtelefoonuitgang en hoofdtelefoon. FM- en infraroodinstallatie Beide soorten installaties vergen nogal wat onderhoud en beheer van de uitgegeven ontvangers. Er zijn twee soorten ontvangers: één met een kinbeugel of headset, te gebruiken door slechthorenden die geen hoortoestel met “T”stand hebben, en één met een halslus die als een kleine ringleiding fungeert, te gebruiken in combinatie met een hoortoestel met “T”-stand. De uitgifte en inname van de headset/kinbeugel en halslusontvangers vergt een goede organisatie. De kinbeugels en headsets werken met beschermende 'oordopjes' die in of bij de gehoorgang van de gebruiker zitten. Bij uitgifte van de ontvanger dient een nieuw dopje te worden geplaatst, bij inname dienen de dopjes te worden verwijderd. De ontvangers worden (bij voorkeur) gevoed door oplaadbare batterijen. Er dient voor te worden gezorgd dat de oplaadstations voor deze ontvangers zich op een voor iedereen bekende plaats bevinden en dat ze voortdurend onder spanning staan. Verder dienen de oplaadbare batterijen op tijd vervangen worden (1 maal per 2 jaar).
Privacy Ringleiding- en FM-signalen kunnen ook buiten de ruimte waarvoor ze bestemd zijn, worden opgevangen. Bij uitwisseling van gevoelige informatie (in een rechtszaal, in kamers bestemd voor persoonlijke gesprekken) verdient een infraroodinstallatie derhalve de voorkeur, of, indien het om een kleine ruimte gaat, een vergaderset. Infrarood gaat gewoon door glas. Het is dan wenselijk om glazen wanden af te schermen.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
B-3
Flexibiliteit van de voorziening Indien flexibiliteit van een installatie gewenst is, kan een FM- of infraroodinstallatie de voorkeur boven een ringleidinginstallatie krijgen. Bij verandering van functionaliteit van een zaal, of bij vergroting of verkleining van de ruimte, kan dit soort installaties relatief eenvoudig worden verwijderd en in een nieuwe zaal worden aangebracht. Voor zalen met een wisselende indeling, door middel van schuifwanden, heeft het gebruik van infraroodinstallatie voorkeur boven de FMinstallatie: infraroodstralers laten zich betrekkelijk gemakkelijk (ont)koppelen, waardoor ze los van elkaar dan wel samen goed kunnen functioneren. Voor kleine ruimten (overlegkamers) kan ook een vergaderset gebruikt worden. Tenslotte is het mogelijk draagbare voorzieningen te benutten, bijvoorbeeld voor ruimten die niet standaard voorzien zijn van een installatie. In voorkomende gevallen kan een mobiele ringleiding- of infraroodinstallatie gehuurd worden. Deze optie vraagt wel om een deskundige installatie en controle voor/tijdens de bijeenkomst.
Bekendheid met de voorzieningen Voor een goed gebruik van de aanwezige voorzieningen dient er vanuit twee gezichtspunten bekendheid te zijn met de voorzieningen: De slechthorende bezoeker of werknemer dient te (kunnen) weten welke voorzieningen op welke plaatsen aanwezig zijn. Dit kan eventueel worden aangegeven in een folder of brochure. De (zaal)beheerder of conciërge dient in staat te zijn om de aanwezige apparatuur in en uit te schakelen en om klein onderhoud of reparaties te verrichten. Ook dienen medewerkers van de ontvangstbalie/receptie op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van diverse voorzieningen. Tenslotte moeten lokettisten/baliemedewerkers goed geïnstrueerd zijn over het gebruik van de loketringleiding en moeten de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de uitgifte van ontvangers, toezien op het plaatsen in een daarvoor bestemd laadstation dat aangesloten is op de netspanning, en het tijdig vervangen van batterijen als functie van de levensduur.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
B-4
Normering en keuring Bij het inschakelen van een installateur is het wenselijk te informeren of deze de cursus heeft gevolgd van de UNETO/NVVS of op welke andere wijze hij deskundigheid op het gebied van voorzieningen voor slechthorenden heeft verworven. Bij het opleveren van een installatie dient deze gekeurd te worden. Metingen moeten worden uitgevoerd volgens de keuringsprocedure en criteria in de IEC 60118 - 4 en 10 omschreven waarden. De keuring dient te gebeuren door de toezichthouder op het werk, zonodig in samenwerking met een onafhankelijke keurder in het bijzijn van de installateur en zaal- en/of installatiebeheerder. Bij veranderingen aan een installatie en na het verstrijken van een periode van 5 jaar is een (her)keuring noodzakelijk. Na goedkeuring wordt het blauwe symboolbordje verstrekt door het landelijk bureau van de NVVS op advies van de Landelijke Technische Commissie van de NVVS. Dit symboolbordje is wettelijk gedeponeerd en het symbool is internationaal vastgesteld.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
B-5
Kenmerkende situaties en bruikbare installaties: schematisch overzicht 1 De schematische tabel op deze pagina geeft samen met de schematische tabel op de volgende drie pagina’s een overzicht van de kenmerkende situaties waarbinnen zich communicatieproblemen als gevolg van slechthorendheid kunnen voordoen, alsmede van de geschikte oplossingen die daarvoor bestaan. Deze tabellen vormen zodoende een schematisch hulpmiddel bij het nemen van besluiten over de aanschaf en aanleg van bepaalde voorzieningen in diverse (gebruiks)ruimten. ruimte of gebruiksdoel auditorium
geschikte installatie ringleiding
infrarood
FM-installatie gerechtszalen
infrarood
vergaderzalen
vergaderset
ringleiding in permanente zalen infrarood in zalen met flexibele ruimte-indeling
receptie/ balie/loket
FM in zalen met flexibele ruimteindeling loket-ringleiding
rondleidingen binnen en/of buiten
een rondleidingset
schrijftolk
laptop met een Velotype toetsenbord
gebruikswaarde te gebruiken door elke slechthorende met hoortoestel(len) die zijn uitgerust met een oppikspoel (pick-upspoel of “T”-stand). Verder zijn geen extra voorzieningen nodig. in zalen met zware staalconstructies, omdat een ringleiding dan minder goed kan functioneren door de beïnvloeding van de staalconstructie. Uitzending met simultaanvertaling is bij IR mogelijk. kan in een meer-kanalen uitvoering geschikt zijn voor meer-talen uitzending met simultaanvertaling. i.v.m. de gevoeligheid van te behandelen zaken. Infrarood treedt niet naar buiten bij optisch (licht)dichte ruimten. Glazen wanden afschermen. een vergaderset bestaande uit een kastje (max. twee deelnemers per kastje) op de tafel en uitgerust met een luidspreker en een in-/uitschakelbare microfoon. De vergaderset moet worden uitgevoerd in combinatie met een ringleiding-, infrarood-, FM-systeem of met de mogelijkheid voor een “Solo-set”. eenmalige installatie met weinig onderhoud en goed toegankelijk voor slechthorenden verplaatsbare stralers of vast in het plafond (groepsgewijs) aangebrachte stralers. Koppelbaar met andere naastgelegen zalen. verplaatsbare zender of vast in het plafond aangebrachte zender. Koppelbaar met andere naastgelegen zalen. een loket/balie-ringleiding is aan te bevelen boven andere soorten van installaties. Maar men dient bij aanbrengen van dit systeem rekening te houden met de eventueel naast -liggende loketten. Een ringleiding geeft ook buiten de ring een signaal af en dat geeft hinder bij andere loketten met een gelijksoortig systeem. Er bestaat tot op heden nog geen afdoend systeem. een rondleiding-set bestaat uit een microfoon met FMzender (beperkt bereik) en ontvangstunits. De ontvangstunits kunnen zijn uitgevoerd als kinbeugel/ headset of halslus. Gewenst is om 10% hiervan uit te voeren met een halslus en er zorg voor te dragen dat er altijd een paar extra ontvangers als reserve aanwezig zijn. in ruimtes waar een installatie niet gebruikelijk is (bijv. in een werkkamer met vergaderhoek) kan men de slechthorende laten bijstaan door een schrijftolk.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
niet geschikte installatie
ringleiding en FMinstallatie. Beide installaties hebben een signaallekkage ook door muren.
infrarood is niet goed te gebruiken in ruimten die openstaan voor veel dag/zonlicht FM is minder geschikt i.v.m. de reikwijdte ook buiten de zaal infrarood- en FMinstallatie. Beide systemen hebben randapparatuur nodig en dat is hinderlijk bij de meestal korte informatie die bezoekers wensen.
B-6
Eisen, voordelen en nadelen van ringleiding-, infrarood- en FM-installatie: schematisch overzicht 2 Ringleidinginstallatie Eisen zoals: voordelen Met behulp van 1 bouwkundige bijv. ringleiding vrijwel iedere voorzieningen(ledige in de afsmeer- bezitter van een draad in de buisleiding in ruimte en deze lagen van een constructie of aangesloten op vloeren en hoortoestel smeervloer) een hiervoor muren of kan er direct bedoelde plafond, goede gebruik van versterker is het scheiding t.o.v. maken mogelijk dat energiegebruikers van leidingen hoortoestellen in 2 altijd een versterker het niet versterker kan de “T”-stand die onafhankelijk is kunnen dan niet (oppikspoel) het van de zaalverinmengen van verkeerd elektromagnesterker en die alleen extra geluiden worden tische veld door deskundigen ingesteld oppikken en verstelbaar is daarmee de op de versterker aangeboden speciale hiermee kan 3 speciale signalen horen. voorzieningen aan ringleidingcon- men tot een de installatie i.v.m. structie; bijv. vlakkere signaallek naar een dubbele verde-ling van buiten de zaal lus. het magnetische veld van een grote lus komen 4 voor vergaderruimten minimaal 1 microfoon per 2 personen
5 beheerder van zaal met ringleidinginstallatie(s), dient regelmatig de ringleidinginstallatie te controleren op functionaliteit.
een eenvoudige veldsterktemeter moet aanwezig zijn en kunnen worden bediend (zwaarwegend advies)
6 als criterium voor ringleidinginstallaties gelden de richtlijnen in de norm IEC 60118-4 7 installatie dient gekeurd en herkeurd te worden door een onafhankelijke instantie
keurmeesters van de NVVS of andere daar toe gerechtigden
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
weinig tot geen onderhoud. Met behulp van een veldsterktemeter zelf controle op het functioneren van de installatie.
zoals: mits voorzien van een “T”of een gecombineerde T/Mstand (oppikspoel)
nadelen kan nadelig worden beïnvloed door constructiestaal
zoals: betonijzer, frames, kabelgoten, stalen buizen
gevoelig voor stoorsignalen van buiten; alleen monoontvangst en minder geschikt voor muziek. zaalbeheerder moet kunnen waarnemen of de installatie blijft functioneren
energiebekabeling, brom van TLverlichting, etc.
m.b.v. een veldsterktemeter
weinig privacy
hoortoesteldragers met "T"-stand (oppikspoel), kunnen buiten de ruimte ook het gesprokene waarnemen. meerdere zalen men kan met ringleiding elkaars naast/boven bijeenkomst elkaar. horen in mengeling met de eigen zaal.
alleen te gebruiken door mensen met een hoorapparaat met een "T"stand installatiekosten kunnen hoog zijn
B-7
Infraroodinstallatie Met behulp van een infrarood ontvanger kan men het signaal ontvangen en met een hoofdtelefoon of kinbeugel de op de versterker aangeboden signalen horen. Een andere mogelijkheid is: een ontvanger met een halslus, zodat hoortoestel gebruikers via de “T”-stand (oppikspoel) het elektromagnetische veld van de halslus oppikken en daarmee de aangeboden signalen kunnen horen.
Eisen 1 zaalbeheerder moet een uitgiftepunt hebben waar deze sets voortdurend onder lading staan zodat de installatie blijft functioneren 2 ontvangsets; minimaal 5 á 10% van een zaalbezetting
3 er moeten voldoende zenders in een zaal zijn, zodat men onder alle omstandigheden het signaal kan ontvangen
zoals: vast laadstation met daarin alle luistersets en daarbij een instructie over hoe te handelen met deze sets 50% halslus, en 50% headset of kinbeugel
voordelen voor de zaalbeheerder controleerbaar; stereo ontvangst mogelijk, grote ruimte te bestrijken headset te gebruiken door mensen met een minder groot gehoorverlies.
vermijden van optische hindernissen zoals pilaren etc.
geen grote en lastige bouwkundige voorzieningen
nadelen onderhoud i.v.m. aanwezigheid van oplaadbare batterijen in de ontvangers
zoals: oplaadbare batterijen na 2 jaar vervangen
in een ruimte met veel invallend zonlicht kunnen er ontvangstproblemen ontstaan de ontvanger dient altijd de zender optisch te kunnen zien
bijv. ramen zonder gordijnen, etc.; glas is geen belemmering voor infrarode stralen.
geen bijzondere bouwkundige voorzieningen nodig
hogere apparatuurkost en t.o.v. ringleidinginstallatie
voldoende stralers en ontvangstappa -ratuur; aanschaf/ vervanging van de oplaadbare batterijen en/of de ontvangers
d
e
f
ook voor niethoortoestelgebruikers en voor hoortoestellen zonder “T”stand
het signaal blijft altijd in een optisch gesloten ruimte
4
5 voor vergaderruimten minimaal 1 microfoon per 2 personen 6 als criterium voor de signalen in de halslus gelden de richtlijnen in de IEC 60118-4 norm voor ringleidinginstallaties
7 installatie dient gekeurd en herkeurd te worden door een onafhankelijke instantie a
zoals: zonder hoortoestel: alleen headsets en kinbeugel.
relatief lage installatiekosten t.o.v. ringleidinginstallatie
keurmeesters van de NVVS of andere daar toe gerechtigden b c
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
belemmering door bijv. pilaren dienen vermeden te worden
B-8
FM-installatie Met behulp van een FM-ontvanger kan men het signaal ontvangen en met een hoofdtelefoon of kinbeugel de op de versterker aangeboden signalen horen. Een andere mogelijkheid is: een ontvanger met een halslus, zodat hoortoestelgebruikers via de “T”-stand (oppikspoel) het elektromagnetische veld van de halslus oppikken en daarmee de aangeboden signalen kunnen horen.
Eisen 1 de zaalbeheerder moet een uitgiftepunt hebben waar deze sets voortdurend onder lading staan zodat de installatie blijft functioneren
zoals: vast laadstation met daarin alle luistersets en daarbij een instructie over hoe te handelen met deze sets
voordelen voor de zaalbeheerder controleerbaar; stereo ontvangst mogelijk, grote ruimte te bestrijken
zoals: zonder hoortoestel: alleen headsets en kinbeugel; geen bijzondere bouwkundige voorzieningen nodig
2 ontvang sets: minimaal 5 á 10% van een zaalbezetting
50% halslus, en 50% headset of kinbeugel
headset te gebruiken door mensen met een minder groot gehoorverlies.
ook voor niethoortoestelgebruikers en voor hoortoestellen zonder “T”stand
3 voor vergaderruimten minimaal 1 microfoon per 2 personen
geen grote en lastige bouwkundige voorzieningen
4
veel minder last van dode hoeken zoals bij IR- installaties relatief lage installatiekosten t.o.v. ringleidinginstallatie
5 als criterium voor de signalen in de halslus gelden de richtlijnen in de IEC 60118-4 norm voor ringleidinginstallaties 6 installatie dient gekeurd en herkeurd te worden door een onafhankelijke instantie
keurmeesters van de NVVS of andere daar toe gerechtigden
bij meerdere kanalen bestaat de mogelijkheid tot het gebruik van meerdere talen
7 opletten bij gebruik dat zij de van FM-microfoons andere installatie(s) niet in de weg zitten a b c
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
nadelen onderhoud i.v.m. aanwezigheid van oplaadbare batterijen in de ontvangers
zoals: oplaadbare batterijen na 2 jaar vervangen
extra aandacht i.v.m. doorstralen van het FM-signaal door wanden
ontvangstmogelijkheid buiten de ruimte
wat hogere kosten i.v.m. oplaadbare batterijen van de ontvangers
het uitzenden van de berichtgeving via simultaanvertaling
hogere apparatuur kosten t.o.v. ringleidinginstallatie en t.o.v. IR-installatie
zender en ontvangstapparatuur; aanschaf/ vervanging van de oplaadbare batterijen en/ of de ontvangers
d
e
f
B-9
DEEL C Bijlagen
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-1
Bijlage I Specifieke bouwtechnische eisen en aanwijzingen voor apparatuur en installatie Bouwtechnische eisen Een ruimte met een daarin aan te brengen adequate installatie dient zo storingsarm (50 of 100 Hz brom-arm) en reflectie-arm mogelijk te zijn, zodat het functioneren van hoortoestellen niet extra nadelig wordt beïnvloed. Bij betonnen vloeren dient men er op te letten dat een ringleiding niet voor het storten is aangebracht en bevestigd is aan de bewapening. Leg de draad pas na het storten op het verse beton en druk hem er licht in. Een betere oplossing is om de draad in de afstrijkvloer te verwerken. Een fractioneel duurdere maar veel betere oplossing is om de draad aan te brengen in een lege buisleiding. Deze leiding kan dan voor het storten of het aanbrengen van de afstrijkvloer gelegd worden, waarna de draad zelf pas tijdens de afwerking hoeft te worden getrokken. Infrarood- en FM-installaties die werken met een koppeling aan het hoortoestel (via halslus of oorhanger), moeten gekeurd worden volgens dezelfde IEC 60118 4 en 10 norm voor het keuren van ringleidingen. Ook moeten aan de ruimte dezelfde eisen aan stoorniveau gesteld worden als voor ringleidingen. Tenslotte verdient het aanbeveling om bij de eerste ingebruikname en bij periodieke controles verstaanbaarheidsproeven uit te voeren, waarbij enkele slechthorende mensen met hoortoestellen (met “T”-stand) worden ingeschakeld.
Apparatuur en installatie: specifieke aanwijzingen Ringleiding Een ringleiding wordt in het algemeen tegen de wanden in/op de vloer geplaatst. Men dient daarbij altijd rekening te houden met de aanwezige staalconstructies, verlaagde plafonds en wanden van staal en elektrische leidingen met grote stromen. In die gevallen is er namelijk een vrij grote kans op storingen in de ringleidinginstallatie. Het is mede daarom sterk aan te bevelen om in voorkomende gevallen metingen te laten verrichten met behulp van een 'proeflus'. In vloeren met vlechtwerk voor gewapend beton kunnen tegen-Emk’s (Elektromotorischekracht) ontstaan, dit geldt vooral wanneer de bewapening galvanisch (elektrisch) met elkaar in verbinding staat. Hierdoor treedt een tegenwerkend magnetisch veld op dat het ringleidingsignaal geheel of gedeeltelijk teniet doet. Constructievloeren van voorgespannen beton hebben dit probleem niet, omdat de spandraden of spanstaven in de vloer geen galvanische (elektrische) verbinding vormen.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-2
Loket/balie-ringleiding Hiervoor zijn geen echte bouwkundige aanpassingen noodzakelijk. Bij het gebruik van ringleidingen in naast elkaar gelegen loketten of balies dient men wel alert te zijn op het zogenaamde 'strooiveld' rond de leiding: het opgewekte elektromagnetische veld ligt ook buiten de lus. Hierdoor kunnen naast elkaar gelegen ringleidingen elkaar gaan storen. Extra maatregelen zijn dan sterk aan te bevelen, bijvoorbeeld het houden van voldoende afstand tussen de ringleidingen. Dit kan leiden tot de keuze voor plaatsing om en om in plaats van bij ieder loket. Infraroodinstallaties Een infraroodinstallatie werkt met optische stralers die zodanig tegen het plafond worden geplaatst dat ze in alle richtingen uitzenden. Het aantal benodigde stralers is afhankelijk van het bereik en van de constructie van de zaal. Bij zalen met een variabele indeling is het mogelijk om met behulp van op een statief staande stralers te werken. Ook kunnen verschillende infraroodinstallaties met elkaar gekoppeld worden. Bij de plaatsing van de stralers dient men er op te letten dat de infraroodontvangers altijd de zender kunnen zien (optisch contact). Er mogen geen obstakels aanwezig zijn, zoals pilaren in een zaal of aan het plafond bevestigde posters. In die gevallen dienen extra voorzieningen aangebracht te worden. Tenslotte dient men bij gebruikmaking van infraroodinstallaties rekening te houden met de ligging van de zaal. Een zaal met veel glas en direct (sterk invallend) zonlicht brengt ontvangstproblemen met zich mee. FM-installaties Hierbij is maar één zender nodig die zo centraal mogelijk geplaatst wordt. De zendfrequentie dient hoger zijn dan 600 MHz. Het vermogen van dit soort installaties is over het algemeen klein omdat men met een reikwijdte van een tiental meters kan volstaan. Men dient zich ervan te vergewissen of een zendvergunning nodig is. Mogelijk voldoet de apparatuur al aan alle zendeisen. Voor zover bekend zijn er geen nadelige gevolgen van de hoogfrequente straling van dit soort systemen.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-3
Bijlage II Relevante adressen NVVS Bezoekadres: De Molen 89a 3995 AWHouten Postadres: Postbus 129 3990 DC Houten +31 30 261 7616
[email protected] http://www.nvvs.nl/ UNETO-VNI Bezoekadres: Bredewater 20 2715 CA Zoetermeer Postadres: Postbus 188 2700 AD Zoetermeer +31 79 325 0650 +31 79 325 1544 (Cursus info) +31 79 325 0666 (fax)
[email protected] http://www.uneto.nl/opleiden/
[email protected] www.uneto-vni.nl Beltone Netherlands B.V. Bezoekadres: Hurksestraat 42 5652 AL Eindhoven Postadres: Postbus 80029 5600 JZ Eindhoven +31 40 272 2427 +31 40 272 2375 (fax) http://www.beltone.com/
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-4
Bijlage III Overzicht ringleidinginstallateurs Overzicht van installateurs waarvan een of meer medewerkers de UNETO-cursus of de LTC- cursus Ringleidingadviseur hebben gevolgd. De door hen aangelegde ringleidingen dienen te voldoen aan de bepalingen gesteld in de norm NEN 10118-4 en te worden gekeurd door de NVVS. Groningen Leijdsman Electro b.v. Mennes Elektrotechniek Smid Geluidstechniek DVC Audio Video Systemen
Wismarweg 19 Rigaweg 17 Kerkstraat 211 Hereweg 65-67
9723 HC 9723 TE 9601 AE 9700 AK
Drenthe Hummel Elektrotechniek Vredenburg Steenwijk b.v.
P. Foggestraat 12 Gelderingen 10
7821 AK Emmen 8341 PX Steenwijkerwold
0591-61 79 28 0521-58 82 24
Overijssel Masseling Install. techniek Ribbink en zn Timmerman ETB
Esrein 19 b Deventerweg 18 Haaksbergerstraat 244
7553 CX Hengelo 7437 BJ Bathmen 7513 EE Enschede
074-250 08 01 0570-54 13 04 053-431 56 22
Gelderland Backwood Music Coerts en zn b.v Ebing Inst. Bedrijf Lankhof Telecom IBO Instal. Buro Kortes EIB Lankhof Bev. Techniek Leertouwer Elektrotechn Ploeg Overberg
Faberstraat 9 Vlijtseweg 192 Kerkweg 3 4e Broekdijk Gladsaxe 38 Krachtighuizerweg 44 Aaltenseweg 6 Kapteynstraat 15 Haarweg 13 a
6951 BJ 7317 AM 7021 CM 7122 JD 7327 JZ 3881 PD 7091 AE 3771 CA 3959 AM
Dieren Apeldoorn Zelhem Aalten Apeldoorn Putten Dinxperlo Barneveld Overberg
0313-45 04 45 055-521 23 75 0314-62 13 78 0543-49 50 05 055-542 88 55 0341-49 17 29 0315-65 17 27 0342-42 51 51 0343-48 12 09
Flevoland Beta audioservice
Televisieweg 105
322 BD
Almere
036-535 00 47
Utrecht Benschop gel techn. Electrob installaties Gerssen el. techn. Huussen elektro b.v.
Dorp 288 Bekenlaan 34 't Zand 52 Hessenweg 106
3405 BL 3448 XD 3451 GS 3731 JM
Benschop Woerden Vleuten De Bilt
0348-45 12 36 0348-42 28 98 030-666 25 36 030-220 04 04
Noord Holland Audio Enginering Nld Scheerman El. Techniek Best Henk de El. Techniek Graaf de Electronica
Groenelaantje 11 Strooijonkerstraat 12 Kerkplein 20 Ruiterweg 36 a
1815 VA 1812 PK 1621 CX 1901 BK
Alkmaar Alkmaar Hoorn Castricum
072-505 37 00 072-540 29 84 0229-21 56 23 0251-65 14
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
1
Groningen Groningen Hoogezand Groningen
050-549 31 18 050-542 08 00 0598-39 22 20 050-525 34 35
C-5
41 Hoek en Sonepouse Iepega Hoorn Jacot techn. buro b.v. Lambda Geluidstechniek Luitjes elektrotechn. Nadort elektrotechn. 49 Taylor elektrotechn. Stigho Electro b.v.
Verrijn Stuartweg 14 Neutronweg 10 Westerdreef 7 Aalmeerweg 67 Grotewallerweg 30 Stofkuipstraat 7
1112 AX 1627 LG 2152 CS 1059 AD 1742 NM
F. Bijlweg 238 Panoven 56
1784 MC Den Helder 3401 RB IJsselstein
0223-63 77 74 030-688 73 06
Zuid Holland Jordaan telecom b.v. R.F. systems Roos en Doorn elektra b.v. Schelven elektrotechniek. Verkerk inst. tech. Westland studio's W.K. audiosystems IJsselmuiden en zn Zeggelaar inst. tech.
Danckertstraat 43 Zilverstraat 102 Vondelstraat 182 Achterwetering 24 Molenvliet 1 Industriestraat 21 Pr. Margrietlaan 8a H. v. Doorneweg 7 Nassaustraat 39
2517 TG 2544 EL 2513 EZ 2871 RK 3335 LH 2671 CT 2404 HA 2171 KZ 2983 RA
070-364 37 19 070-367 35 89 070-346 92 18 0182-38 71 66 078-610 01 66 0174-63 10 01 0172-43 12 08 0252-26 01 01 0180-41 24 00
Zeeland Stroosnijder v.o.f. Wisse inst. bedrijf
Boerenweg 4 a Verrijn Stuartweg 3
4301 SG Zierikzee 4462 GE Goes
0111-41 35 88 0113-22 70 72
Noord Brabant Abeelen elektrotechn. Beaten elektrotechniek. Elektravon Breda b.v. Ned. Elektronica Mij Wolf Piet electronics Stork Worksphere Z
Willemstraat 29 c Wittebollenstraat 20 Paardeweide 14 De Ambachten 41 Oosterbeekstraat 33 Postbus 356
5611 HB 5046 CE 4800 CA 4881 XZ 5045 TH 5600 AJ
040-245 04 48 06-529 591 27 076-542 28 22 076-597 66 40 013-570 20 11 040-282 52 00
Limburg Hoevenaars b.v. Jansens Jos elektro Tummers Cremers b.v.
Slot Aldeborglaan 8 Kraakstraat 1 Keulsebaan 503
6432 JM Hoensbroek 6013 RR Hunsel 6045 GG Roermond
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
Diemen 020-690 91 41 Hoorn 0229-21 27 33 Nieuw Vennep 0252-67 60 04 Amsterdam 020-617 75 28 Schagen 0224-29 77 66 1521 SE Wormerveer 075-642 70
Den Haag Den Haag Den Haag Schoonhoven Zwijndrecht Naaldwijk Alphen a/d R Sassenheim Ridderkerk
Eindhoven Tilburg Breda Zundert Tilburg Eindhoven
045-521 43 68 0475-56 50 69 0475-37 07 77
C-6
Bijlage IV: Ringleidingversterkers A. Overzicht ringleidingversterkers 1 fabrikant
2 type
3 4 5 6 s/sp opp. uitg. str.max verm. continu m5 VAeff Aeff. Bo EDIN AB univox 2A s 15 0,4 Bo EDIN AB univox 70A s 50 0,9 Bo EDIN AB univox 380 s 170 1,5 Bo EDIN AB univox 39M s 150 1,35 Bo EDIN AB univox 39MD 2) s 150 1,35 Bo EDIN AB univox 300 s 300 2 Bo EDIN AB univox 650 s 650 3 Licaudio XL 500 R s 500 2,4 AUDIONICS 4 Ohm sp 120 AUDIONICS incl. RL trafo sp 120 AUDIONICS 4 Ohm sp 180 AUDIONICS incl. RL trafo sp 180 AUDIONICS 8 Ohm sp 240 AUDIONICS 2 x 4 Ohm sp 2 x 120 AUDIONICS 8 Ohm sp 360 AUDIONICS 2 x 4 Ohm sp 2 x 180 AUDIONICS BRG1 34 W.K. TKV 75-B s 3,5 W.K. TKV 100D s 5,5 Mustang DL 500 s 500 2,4 Ampetronic ILD 122 s 120 1,25 Ampetronic ILD 9 s 550 2,6 Ampetronic ILD 20 s 20 0,5 Ampetronic ILD 60 s 60 0,9 Ampetronic ILD 252 s 300 2 Logia Logibit 1200 s 1200 4 Logia Logibit 12604) s 1200 4 Logia LA1000 s 300 2 Logia PA/L 20004) s 300 2 Televox Pal 63(P649B) s Millbank Tal DLS1 s HPI Echo Megaloop s 50 0,9 Audio Control RV-BT-972. s 300 2 Phillips SM 25 B, F60 sp 60 0,8 Phillips SM 25 B, F120 sp 120 1,6 Phillips SM 25 B, F240 sp 240 3,2 s = stroomsturende versterker. sp = spanningsturende versterker.
juni 2002 7 8 9 10 11 12 13 str.max uitg.sp. actieve lusweerst. micr. kortsl. richtprijs 125ms max. toonr. grenzen ingang vast incl. BTW Aeff. Veff. dB ohm aantal ja/nee euro 3,2 loket 0+9 1-1,3 2 ja 193 3,4 0+9 2 ja 279 15 10,5 0+9 0-2 1 1) ja 390 9,5 15 0+9 0,5 - 2 3 ja 572 9,5 15 0+9 0,5 - 2 3 ja 1298 14 31 0+9 0,3 - 1 1 ja 1014 40 36 0+9 0 - 1,5 3 ja 1264 15 40 + / -9 3-4 1 ja 1286 + / -12 4,0 3) ja 1134 + / -12 0,7 - 4,2 3) ja 1300 + / -12 4,0 3) ja 1246 + / -12 0,7 - 4,2 3) ja 1411 + / -12 8,0 3) ja 1575 + / -12 2x4 3) ja 1575 + / -12 8,0 3) ja 1661 + / -12 2x4 3) ja 1661 loket ja 417 5 25 + / -12 1-43) ja 756 7,5 28 + / -12 3) ja 1023 10 35 0,1 - 3,5 1 ja 1144 5 11 0 +3 0,2 - 1 ja 685 9,6 36 0 +3 0,4 - 2 ja 1221 3 3,5 <1 2 ja 386 4 5 <1 2 ja 445 7 19 0+3 0,3 - 1,2 1 ja 894 16 65 +/-6 0,5 - 1 2 of 5 3) ja 1634 16 65 +/-6 0,5 - 1 2 of 5 3) ja 2314 6,9 14 0 +10 0 - 0,5 1 953 6,9 14 0 +10 0 - 0,5 4 1634 6,3 0,3-1,2 0,3 - 1,2 1 10 +/-8 0,5 - 6 ja 731 3 0+10 <1 2 ja 184 5 18,5 + / -10 0,2 - 3 ja 644 2,4 10 0+10 < 0,5 3) ja 1034 4,8 10 0+10 < 0,5 3) ja 1129 9,6 10 0+10 < 0,5 3) ja 1487 1) Alleen speciale meegeleverde microfoon bruikbaar. 2) Mobiele ringleiding compleet in koffer. 3) Aantal microfoon ingangen op aanvraag. 4) Heeft tevens eindversterker(s) voor audio signaal
N.B. De NVVS is niet aansprakelijk voor de prijzen en de gegevens op deze lijst.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-7
B. Adressen fabrikanten/leveranciers van ringleidingversterkers
Bo EDIN AB GN ReSound bv Selsweg 16 6955 BJ Ellecom 0313 42 2688
Logia Tannoy Nederland BV Anth. Kuylstraat 19 3066 GS Rotterdam 010 286 0538
Licaudio GN ReSound bv Selsweg 16 6955 BJ Ellecom 0313 42 2688
Televox Imrex Marinestraat 23 3071 PC Rotterdam 010 412 5774
AUDIONICS AUDIONICS Ringleidingtechnologie Marsstraat 21 7622 VT Borne 074 266 4871
Millbank Hacousto Holland B.V. Industrieweg 87 2651 BC Berkel en Rodenrijs 010 511 7566
W.K. STI Acoustics Postbus 1015 2445 ZG Aarlanderveen 06 2556 1938
HPI Multi Care Systems B.V. Boekweitstraat 112 2153 GL Nieuw-Vennep 0252 62 2644
Mustang Ned. Elektronika Maatschappij B.V. de Ambachten 41 4881 XZ Zundert 076 597 6640
Audio Control PD. Nederland Jan v Gaalenstraat 28 3115 JG Schiedam 010 246 0460
Ampetronic Tau Handelsweg 8 T 9804 TK Noordhorn 0594 52 8424
Philips Philips Communication, Sec.& Im. Postbus 90050 5600 PB Eindhoven 040 278 7113
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-8
C. Toelichting overzicht ringleidingversterkers Met behulp van bijlage IVA kan een keuze worden gemaakt uit de op de Nederlandse markt beschikbare ringleidingversterkers. De lijst bevat uitsluitend versterkers, die voorzien zijn van AGC (automatische sterkteregeling). Toelichting technische gegevens. (kolom) 4
Het aantal m5 geeft een indicatie van het vermogen van de versterker. Het aangegeven getal is (volgens de Scandinavische richtlijn NSH 1999-10-29) het maximale oppervlak van een vierkante lus met nominale belastingweerstand (zie kolom 10), in welks middelpunt op 1,20 m boven of onder het lusvlak de versterker onder ideale omstandigheden een veldsterkte van 100 mA/m langdurig kan realiseren.
5
Voor spanningsturende versterkers is het vermogen in VA eff., dat aan de uitgang geleverd kan worden, essentieel voor de keuze van de versterker. Deze waarde is voor stroomsturende versterkers minder interessant. Voor een verantwoorde keuze van dit type versterker zijn de gegevens van de kolommen 6, 7 en 8 onmisbaar.
6
De stroom, die bij een frequentie van 1000 Hz continu geleverd kan worden in een nominale belastingweerstand. De totale harmonische vervorming mag hierbij maximaal 1% bedragen. De hier genoemde waarde moet dus voldoende zijn om bij 1000 Hz de in IEC 60118-4 genoemde gemiddelde veldsterkte van 100 mA/m te kunnen handhaven.
7
De stroom, die bij een frequentie van 1000 Hz gedurende 125 ms geleverd kan worden in een nominale belastingweerstand. De totale harmonische vervorming mag hierbij maximaal 1% bedragen. De hier genoemde waarde moet dus voldoende zijn om kortdurend (125 ms) zonder merkbare vervorming een gemiddelde veldsterkte van 400 mA/m te kunnen leveren. Men neme hiervoor 4 maal de berekende stroom voor de gemiddelde veldsterkte van 100 mA/m.
8
De maximale spanning, die gedurende 125 ms aan een belasting geleverd kan worden. De totale harmonische vervorming mag hierbij maximaal 1% bedragen. Deze spanning is nodig, om in de geprojecteerde of reeds aanwezige lus de onder kolom 7 berekende stroom te kunnen leveren. De hiervoor benodigde spanning wordt, als de ringleiding uitsluitend voor spraak benut wordt, berekend door de benodigde stroom te vermenigvuldigen met de impedantie van de lus bij 1600 Hz. (Uit metingen is gebleken, dat voor spraak bij 1600 Hz het grootste vermogen gevraagd wordt, daarboven vindt
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-9
een afval van ca. 6 dB per octaaf plaats). Als de ringleiding ook voor muziekweergave gebruikt wordt, dan moet de impedantie bij 5000 Hz in rekening gebracht worden. 9
Voor spanningsturende versterkers is een ruim gedimensioneerde actieve toonregeling essentieel om een correcte frequentiekarateristiek van het ringleidingsignaal te kunnen bewerkstelligen. Stroomsturende versterkers geven ‘van nature’ een nagenoeg rechte karakteristiek als de lusweerstand binnen de in kolom 10 aangegeven grenzen gehouden wordt. Een correctiemogelijkheid van de hoge frequenties wordt echter desondanks door de reeds genoemde Scandinavische NNH richtlijn aanbevolen, om eventuele negatieve invloed van betonwapening te kunnen compenseren. Mocht een gewenste of reeds aanwezige versterker een dergelijke regelmogelijkheid niet hebben, dan moet worden nagegaan of de leverancier een afzonderlijke toonregelaar (metal loss corrector) kan leveren.
10 Het aanhouden van de juiste waarden van de lusweerstand is zeer belangrijk. De lusweerstand binnen de uiterste grenzen heet nominale belastingweerstand. 11 Een microfooningang op een ringleidingversterker is in veel gevallen voor vaste opstellingen niet noodzakelijk, maar wel handig voor controle en afstelling van de installatie. Een mobiele ringleidinginstallatie kan uiteraard niet zonder microfoon functioneren. Heeft de versterker geen ingang voor dit doel, dan kan een eenvoudig mengpaneeltje of een aparte microfoonversterker uitkomst bieden. Sommige leveranciers hebben deze apparaten in hun leveringspakket. 12 Een ringleiding versterker hoort ‘kortsluitvast’ te zijn. 13 De prijs van een versterker is aan wijziging onderhevig. Het in deze kolom genoemde bedrag kan dus uiteraard slechts een richtprijs zijn.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-10
Bijlage V Vakliteratuur en computerprogramma’s Literatuur Chorus, A.M.J., Kremer, A., Oortwijn, W.J. & Schaapveld, K. (1995). Slechthorendheid in Nederland. Rapport 95.076 van TNO Preventie en Gezondheid, Leiden. Kraft, P. (1994). Over horen. Eindhoven: Philips Consumer Electronics B.V., business unit Hearing Instruments. NEN/IEC 61672 - 1 Electroaccoustics - Sound Level Meters NEN/IEC 60118 - 4 Hearing aids - part 4: Inductive loop system NEN/IEC 60118 - 10 Hearing aids - Inductive loop system Het ontwerpen van een audio-frequent ringleidingsysteem voor slechthorenden. UNETO, cursus 304 (geheel herziene uitgave). Ringleidingen, deel I: algemene achtergronden t.b.v. keuring en ontwerp. Houten: NVVS, 50/51. Ringleidingen, deel II: keuren met behulp van de signaalinjectiemethode. Houten: NVVS, 50/52.
Computerprogramma’s Specialistische programma’s, te downloaden van de NVVS-Website http://www.nvvs.nl/rl/index.html.
Aanbevelingen voorzieningen slechthorenden
C-11