Voorwoord. Wij wensen u veel plezier met het lezen van het jaarverslag en staan open voor uw vragen en opmerkingen

20 09 JAARVERSLAG

Jaarverslag albeda college 2009

Voorwoord Het College van Bestuur van het Albeda College kijkt terug op een jaar waarin de focus als vanouds was gericht op het onderwijs. Dat mag logisch klinken voor een onderwijsinstelling, maar in de twee voorliggende jaren zag het Albeda College zich vanwege de financiële situatie gedwongen zich meer te richten op de bedrijfsvoering, wat in 2008 een noodzakelijke sanering tot gevolg had. Door de vereiste ingrepen in 2008 kon Albeda zich in 2009 weer meer bezighouden met haar belangrijke onderwijskundige en sociale taak in de regio Rijnmond: kwalitatief goed beroepsonderwijs neerzetten in een regio die veel problemen kent. Zeker in een tijd van economische teruggang geen gemakkelijke opgave. De regio beschikt over relatief veel jeugd, waarvan een deel uiteenlopende, vaak complexe problemen heeft. De taakstelling van het Albeda College is uitdagend en van groot belang voor de samenleving. Gelukkig hebben wij ook in 2009 de onmisbare steun gehad van vele bondgenoten, waarbij de diverse ministeries en de gemeente Rotterdam niet onvermeld mogen blijven. Zij hebben er mede toe bijgedragen dat het Albeda College de extra zorg voor haar deelnemers kon blijven verzorgen. Eén van de ontwikkelingen die in het kader van de extra zorg voor deelnemers in 2008 al was ingezet, is het Rotterdams Offensief. Een samenwerkingsverband tussen Zadkine, LMC en Albeda, dat zich richt op de realisatie van onder andere de wijkscholen. De wijkscholen kenmerken zich door de intensieve wijze van loopbaanbegeleiding in een contextrijke leeromgeving in de directe omgeving van de jongeren. Daarbij vormen intensieve zorg en begeleiding belangrijke elementen. In 2009 zijn de eerste wijkscholen ingericht, waar deelnemers een start maken met hun loopbaan. Wij wensen u veel plezier met het lezen van het jaarverslag en staan open voor uw vragen en opmerkingen. College van Bestuur Albeda College Anja van Gorsel Marcel Nollen Renata Voss

Inhoudsopgave VOORWOORD

2

1. Organisatie

6

1.1 Organisatie algemeen

6

1.2 College van Bestuur

7

1.2.1 Terugblik 2009

7

1.2.2 VOORUITBLIK 2010

10

1.3 Raad van Toezicht

11

1.4 Centrale Medezeggenschapsraad

13

1.5 Facts & Figures

15

1.6 Tevredenheid en veiligheid

17

1.6.1 Klanttevredenheidsonderzoek

17

1.6.2 Medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO)

17

1.6.3 Deelnemertevredenheidsonderzoek

18

1.6.4 Klachtenregelingen

20

1.6.5 Veiligheid

20

1.7 Shared Service Center

22

2. Onderwijs

23

2.1 Alle talenten ontwikkelen

23

2.1.1 Sturen op rendement

23

2.1.2 Voldoende zorg en begeleiding

23

2.1.3 Voldoende onderwijstijd en goed gefaciliteerde onderwijsteams

24

2.1.4 Nieuwe initiatieven om de aansluiting te verbeteren

24

2.1.5 Leven Lang Leren

25

2.2 Onderwijs – op weg naar 2010

26

2.2.1 Invoering competentiegericht onderwijs (CGO)

26

2.2.2 Taal en rekenen

26

2.2.3 Leren, Loopbaan en Burgerschap

27

2.2.4 FES-gelden

27

2.3 Versterken relatie van onderwijs met arbeidsmarkt

28

2.3.1 Beroepspraktijkvorming

28

2.3.2 Rotterdamse samenwerking

28

2.3.3 Internationalisering

29

2.4 Stageboxgelden

30

2.5 Kwaliteitsmanagement

30

2.5.1 Beleidscyclus

30

2.5.2 Interne audit 2009 examinering

31

2.5.3 Intern onderzoek 850/300 klokurennorm

31

2.6 Horizontale verantwoording

32

2.6.1 Bondgenoten

32

2.6.2 Verankering in de regio

32

2.6.3 Critical Friends

32

2.6.4 Tevredenheidonderzoeken: DTO, KTO en MTO

2.7 Verticale verantwoording

32 33

2.7.1 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs

33

2.7.2 Thematisch inspectieonderzoek

33

2.7.3 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van de examinering

33

2.7.4 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van EVC

33


2.8 Trajectbureau 2.8.1 Terugblik op 2009

34

2.8.2 Vooruitblik naar 2010

35

2.8.3 Voorkomen voortijdig schoolverlaten (VSV)

35

2.8.4 Zorgstructuur

36

2.9 Beroepsonderwijs

34

38

2.9.1 AKA

2.9.2 Business Services

38

2.9.3 Gezondheidszorg

39

2.9.4 Handel & Commercie

40

2.9.5 Horeca & Toerisme

41

2.9.6 Lifestyle, Sport & Entertainment

41

2.9.7 Secretarieel & Administratie

42

2.9.8 Techniek

43

2.9.9 Welzijn & Onderwijs

44

2.10 Volwasseneneducatie

38

44

3. HRM

46

3.1 Taakbelasting en formatie

46

3.2

47

Informatie en communicatie

3.3 Verzuim

48

3.4 Ontwikkeling

48

3.5 Prioriteiten HRM 2010

49

4. Bedrijfsvoering

51

4.2 Begroting

51

4.3 Ontwikkelingen

51

4.4 Stelselwijziging RJ660

52

4.5

52

Interne risicobeheersing- en controlesysteem

4.6 Vermogensbeheer en treasury management

51

4.1 Exploitatieresultaat

53

4.6.1 Algemeen

53

4.6.2 Eigen vermogen

53

4.6.3 Treasury management

54

4.7 Helderheid in bekostiging

54

4.8

55

WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens)

5

Jaarrekening (geconsolideerd)

57

5.1 Algemene toelichting op de balans en de exploitatierekening

57

5.2 Balans per 31 december 2009

60

5.3 Exploitatierekening 2009

62

5.4 Kasstroomoverzicht 2009

63

5.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2009

64

5.6

71

5.7 Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening over het boekjaar 2009

Niet in de balans opgenomen regelingen

72

6 Overige gegevens

78

6.1 Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat

78

6.2 Gebeurtenissen na balansdatum

78

6.3 Accountantsverklaring

78

7 Bijlagen

80

7.1 Algemene gegevens

80

7.2 Verbonden partijen

82

7.3 Overzicht geoormerkte subsidies OCenW

83

7.4 Te verrekenen cursusgeld

85

8

Jaarrekening (enkelvoudig)

86

8.1 Balans per 31 december 2009

86

8.2 Exploitatierekening 2009

88

8.3 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2009

89

8.4 Toelichting op de enkelvoudige exploitatierekening over het boekjaar 2009

92


1. ORGANISATIE

rekening gehouden met wat deelnemers al weten en kunnen. Samen met de docenten ontwikkelen ze hun sterke kanten.

Dit eerste hoofdstuk van het jaarverslag laat zien wie we zijn en waar we voor staan. Het jaar 2009 wordt geëvalueerd door

Leren in betekenisvolle beroepscontext

het College van Bestuur (CvB), de Raad van Toezicht (RvT)

Het Albeda College maakt zich sterk voor competentiegericht

en de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) en we kijken

onderwijs. Deelnemers zitten bij het Albeda daarom niet alleen

vooruit naar 2010.

in de schoolbanken. Ze leren in de context van het beroep, simulatieomgevingen en lopen veel stage bij bedrijven,

1.1 Organisatie algemeen

organisaties en instellingen. Binding, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid

Algemeen

Door het Albeda College worden deelnemers zelfstandiger.

Het Albeda College is een regionaal opleidingencentrum

Ze leren om zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid

(roc) voor educatie en beroepsonderwijs. Ons roc is er voor

te nemen voor de weg die ze kiezen op school en in de

iedereen in Rotterdam en omgeving voor wie een mbo-

maatschappij. Daarbij houden ze rekening met de mensen om

opleiding of volwassenenonderwijs een nuttige stap kan zijn

hen heen. Want leven, leren en werken doe je niet alleen.

op weg naar werk of een hogere opleiding. Bij het Albeda College kunnen deelnemers kiezen uit meer dan 350 mbo-

Ondernemerschap en ondernemend zijn

opleidingen en kwalificatiemogelijkheden, verdeeld over 60

We dagen deelnemers uit om actief en creatief te zijn op

locaties. Onderwijstrajecten worden samen met bedrijven,

school. Niet afwachten, maar aanpakken. Want actieve,

instellingen, gemeenten en deelgemeenten ontwikkeld.

ondernemende mensen maken meer kans op een goede baan. Willen deelnemers na de opleiding een eigen bedrijf

Missie

starten? Dat kan. Het Albeda College helpt ze waar mogelijk

Doel van het Albeda College is om de participatie van onze

op weg.

deelnemers in de maatschappij en op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat begint bij een drempelloze toegang voor

Begeleiding en zorg

deelnemers. Want leren is een basisbehoefte. Daarbij zoeken

Bij het Albeda College kunnen deelnemers rekenen

we naar een gezonde, flexibele balans tussen de wensen van

op begeleiding door hun docenten. Als bijvoorbeeld

de deelnemers, de veranderingen in het bedrijfsleven en de

een deelnemer thuis problemen heeft of ziek is, is er

maatschappij, en de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen.

extra begeleiding en zorg. Wij werken daarvoor samen met bijvoorbeeld de GGD, Bureau Jeugdzorg en het

Onderwijsvisie: De weg naar werk en actief burgerschap

Jongerenloket. Zo wordt het misschien toch mogelijk voor deelnemers hun opleiding af te maken en een diploma halen.

Ons onderwijs is het middel om meer participatie te bereiken van deelnemers als werknemer en als burger. Flexibiliteit

Identiteit

is daarbij een sleutelwoord. Het Albeda College ziet dat de

Het Albeda College is een open school. Met respect, aandacht

competenties en ervaringen van deelnemers verschillen. Iedere

en tijd voor iedereen. Het maakt ons niet uit waar deelnemers

deelnemer is anders en leert dus ook anders. Daar houdt het

vandaan komen en wat hun achtergrond is. Het Albeda

Albeda College rekening mee. Dit inzicht sluit goed aan bij het

College geeft ze een kans. Altijd.

competentiegerichte onderwijs (CGO), waardoor inmiddels bijna alle opleidingen competentiegericht zijn opgezet.

Het Albeda College is een interconfessionele school. Met kernwaarden willen we houvast geven aan medewerkers en

Ankerpunten

deelnemers, onafhankelijk van geloofs- of levensovertuiging.

Bij het vormgeven van ons onderwijs laten we ons inspireren

Onze kernwaarden zijn betrokkenheid, resultaatgerichtheid en

door onder andere de volgende ankerpunten:

inspirerend zijn. Daarnaast vinden we het erg belangrijk dat we van elkaar leren en met elkaar samenwerken.

Loopbaan deelnemer centraal

Op het Albeda College draait het om de deelnemers.

Pas in dialoog met anderen kun je bepalen wat je eigen

We bereiden ze voor op een toekomst in de maatschappij. Hoe?

identiteit is. Daarom participeren we in een landelijk netwerk

Door uitdagend en goed onderwijs te geven. Daarbij wordt

van maatschappelijke instellingen op het gebied van identiteit

en diversiteit. En wisselen we van gedachten met collega’s

Organisatiestructuur

van andere roc’s. In 2010 zal er zowel intern als extern

In 2009 bestond Albeda College uit de volgende onderdelen:

meer gewerkt gaan worden aan de zichtbaarheid van onze identiteit.

• Een trajectbureau dat de branches op het terrein van deelnemerbegeleiding faciliteert

Juridische structuur

• Twaalf onderwijsbranches

Het Albeda College is een stichting. Er wordt nadrukkelijk

• Een staforganisatie bestaande uit zes afdelingen:

rekening gehouden met de scheiding tussen publieke en

I. AMC (Auditing Monitoring & Control)

private geldstromen. Private projecten krijgen een eigen

II. HRM (Human Resource Management)

financierings- en verantwoordingsconstructie. Ons CvB

III. F&AZ (Financiën & Administratieve Zaken)

heeft de positie van het bestuur. De RvT heeft alleen een

IV. Onderwijs & Kwaliteit

toezichthoudende rol. Dat betekent in de praktijk dat het

V. IFC (ICT, Facilitair & Communicatie)

CvB in formele zin eindverantwoordelijk is voor de volledige

VI. Vastgoed

gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden

• Eén faciliteit voor alle mogelijke ondersteunende en

instellingen. De Raad van Toezicht controleert dit beleid.

uitvoerende diensten: het Shared Service Center (SSC)

Raad van Toezicht College van Bestuur F&AZ

Bestuurssecretariaat

AMC

Onderwijs & Kwaliteit

IFC Vastgoed HRM

Trajectbureau

AKA

Business Services

Gezondheidszorg

Handel & Commercie

Horeca & Toerisme

Inburgering

Lifestyle, Sport & Entertainment

Re-integratie & Employability

Secretarieel & Administratie

Techniek

Toeleiding

Welzijn & Onderwijs

Shared Service Center

1.2 College van Bestuur

Het Albeda College heeft in 2009 hard gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, maar ook

1.2.1 Terugblik 2009

aan het verbeteren van het onderwijskundig rendement.

Was 2008 een jaar van sanering, 2009 geldt als een jaar

De resultaten van het schooljaar 2008-2009 laten zien

van consolidatie. Het Albeda College heeft zich weten te

dat het Albeda College redelijk tot goed scoort volgens de

herstellen. De jaarrekening is met een licht batig saldo

door de Inspectie van het Onderwijs gestelde normen. Het

afgesloten. Er zijn weer strategische projecten gerealiseerd en

percentage voortijdige schoolverlaters is in drie jaar tijd met

nieuwe ingezet, waarover hierna meer.

20% afgenomen. Dit percentage moet de komende jaren nog


verder omhoog. Daarom gaan we verder investeren in de

van het Rotterdams Offensief, waar het Albeda College

kwaliteit van het beroepsonderwijs. In het hoofdstuk Onderwijs

samen met Zadkine en LMC bestuurlijk bij betrokken is. Op

lichten we dit verder toe.

1 januari 2009 is Renata Voss begonnen als lid van het CvB. Vanwege het terugtreden van Piet Boekhoud per 1 januari

In 2009 bestond het College van Bestuur (CvB) uit de

2010 is er in het voorjaar 2009 een procedure gestart om de

volgende drie leden: Piet Boekhoud (voorzitter), Marcel Nollen

vacant komende functie in te vullen. Hij is op 1 januari 2010

en Renata Voss.

opgevolgd door Anja van Gorsel, van huis uit bedrijfssocioloog en bedrijfskundige. Ze heeft een brede ervaring als directeur

Nevenfuncties CvB-leden 2009

en bestuurder in de publieke sector.

Piet Boekhoud Namens het Albeda College:

Overleg

• Bestuurslid Bèta Techniek (bevordering innovatie in

Op grond van de statuten is het CvB bestuurlijk integraal

technisch onderwijs)

verantwoordelijk voor alle taken binnen het College. Naast

• Bestuurslid The Dutch Alliance

individuele gesprekken met branche- en stafdirecteuren waren

• Bestuurslid ETV.nl

er verschillende vaste vormen van overleg. Wekelijks vond er

• Lid raad van advies Kenteq

apart overleg plaats tussen het CvB en de branchedirecteuren

• Bestuurslid LWR, landelijk verband risicojongeren

en tussen het CVB en de stafdirecteuren. Eenmaal per maand

• Bestuurslid Savantis

was er een plenair overleg, waarbij zowel het CvB als staf-

• Bestuurslid Christelijk Sociaal Netwerk

en branchedirecteuren aanwezig zijn. Daarnaast vond er

• Lid Raad van Curatoren Penta

ongeveer eenmaal per maand een overleg plaats tussen het

Privé:

CvB en de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR).

• Lid Raad van Toezicht Laurens • Lid executive committee European Nazarener Bible College

Statuten

• Lid Economic development board Rotterdam

Omdat begin 2009 de Bve-branchecode over bestuur, toezicht

• Hoofd bestuur Youth for Christ

en horizontale dialoog in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie definitief is vastgesteld, heeft

Renata Voss

het CvB overlegd met de Raad van Toezicht (RvT) om

• Plv. voorzitter Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs

te bepalen welke wijzigingen er in de statuten en in het

• Lid Programmaraad ECBO

bestuursreglement moesten worden aangebracht. Belangrijk

• Lid Sponsorteam Jeugdwerkloosheid SZW

punt vormde het recht van de CMR op een bindende

• Lid Ondersteuningsteam Arbeidsmarktmaatregelen SZW

voordracht voor een lid van de RvT. Dit zal in 2010 worden

• Lid bestuur stichting Rotterdamse Ondernemers Academie

geëffectueerd. Aan de statuten is toegevoegd dat strategisch

• Lid bestuur stichting Rotterdam Entrepeneurship Week

beleid door de RvT moet worden goedgekeurd.

• Lid bestuur Rotterdams Offensief

Stakeholders Marcel Nollen

Om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren heeft het

• Vicevoorzitter Nederlandse Badmintonbond

Albeda College in 2009 weer nauw samengewerkt met haar

• Voorzitter adviesraad Leven Lang Leren van de MBO-Raad

stakeholders, zoals gemeenten, bedrijfsleven en toeleverende

• Bestuurslid samenwerkingsverband Healthy Cities

scholen. De nadruk lag op de zorgstructuur. In het recente

Rotterdam • Vicevoorzitter Stichting Triple A, samenwerkingsverband van 12 roc’s op het gebied van ICT en logistiek

verleden betekende die een te grote aanslag op de financiële middelen. Door samenwerking met partners als de gemeente Rotterdam en diverse ministeries is het gelukt om de kosten te

• Bestuurslid VVE Rosestraat toren

beperken, zonder dat de zorgstructuur daar onder heeft geleden.

• Lid Raad van Beheer Topsportcentrum Rotterdam B.V.

Het Albeda College werkt samen met diverse bondgenoten om de problemen in de stad en de regio op te lossen.

per 1 januari 2010 zijn functie als voorzitter van CvB zou

Bekostigingsverschil voortgezet onderwijs en mbo

neerleggen en zijn dienstverband verder zou voortzetten

Medio 2009 heeft het Albeda College het initiatief genomen

als adviseur van het CvB. Dit naast zijn positie als directeur

om samen met de roc’s van Amsterdam, Den Haag en

Met Piet Boekhoud was al in 2008 overeengekomen dat hij

Utrecht het onderzoeksbureau Berenschot te vragen inzicht

sluitende subsidierelatie met de gemeente Rotterdam en

te verschaffen in de bekostigingsverschillen tussen het

verzorgt de exploitatie. Het Albeda College is trots op de

voortgezet onderwijs en het mbo. De uitkomsten worden

positie die het inneemt in dit Topsportcentrum. Het biedt een

in april 2010 gepresenteerd. Er lijkt een aantoonbaar en

inspirerende en contextrijke leeromgeving voor de ongeveer

aanmerkelijk verschil in bekostiging te zijn tussen deelnemers

zeshonderd deelnemers.

in het voortgezet onderwijs en op het mbo, namelijk ongeveer 3.000 euro per deelnemer op de lagere niveaus.

Rotterdamse Ondernemers Academie

De problematiek bij deelnemers in beide onderwijsvormen is

Doelstelling van deze stichting is het bevorderen van

vergelijkbaar en in veel gevallen in het mbo zelfs groter.

ondernemerschap onder mbo-deelnemers. Dit past bij ankerpunt vier van onze onderwijsvisie: ondernemerschap en ondernemend

Versterken van Educatie

zijn. Albeda College en Zadkine zijn beide voor vijftig procent

Met de uitvoering van het businessplan Educatie is in 2009

eigenaar van de Rotterdamse Ondernemers Academie (ROA).

een begin gemaakt. In 2009 verloor het Albeda College vooral in de stad weer inburgeringscontracten. Met veel ambitie

Het Albeda College ondersteunt waar mogelijk de branches

wordt dan ook in 2010 gewerkt aan het behouden van een

van de twee roc’s bij het stimuleren van ondernemerschap.

positie op de Educatie-markt. Onze Educatie-branche moet

Dit gebeurt in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf

flexibel kunnen opereren op deze markt. Om een volwaardige

Rotterdam, de Kamer van Koophandel en de Rabobank.

participatie en emancipatie van zowel mannen als vrouwen te

Ook wordt nauw samengewerkt met de Hogeschool

bereiken moeten juist ook de ouderen meer bij het educatie-

Rotterdam (HRO). Incidenteel wordt ook met andere partners

onderwijs worden betrokken.

samengewerkt, zoals in de Rotterdam Entrepreneurs Week.

Tenslotte is het van belang dat de expertise die we binnen

Deze Week was opgezet met de Erasmus Universiteit,

de Educatie hebben ontwikkeld op het gebied van taal en

InHolland, HRO, Codarts, Hout- en Meubileringscollege,

rekenen wordt ingezet in het beroepsonderwijs, waar taal en

Grafisch Lyceum, Calvijn en LMC-De Waal. Deze zeer

rekenen veel meer aandacht moeten krijgen.

succesvolle week wordt ook in 2010 georganiseerd. De ROA participeert in de landelijke werkgroep voor de ontwikkeling

Meer inspraak van deelnemers en ouders

van de mbo-certificaten Ondernemerschap. Het werven

De Wet op Ondernemingsraden (WOR) is vanaf 2010 op

van ondernemers om cursisten te coachen verloopt tot nu

het mbo van toepassing. Daarnaast is een onderdeel van

toe succesvol. Ook de opzet en organisatie van de ROA

wetgeving het instellen van deelnemer- en ouderraden. Dit

Businessclub voor 2010, waar deelnemers en ondernemers

past in het streven van het Albeda College om deelnemers en

elkaar ontmoeten, is veelbelovend.

ouders meer te betrekken bij het onderwijs.

ICT Masterplan Albeda-brede projecten

Door de mindere financiële situatie van de afgelopen

Het CvB coördineert de Albeda-brede strategische projecten.

jaren werd onder andere op ICT flink bezuinigd, waardoor

Hieronder volgt een aantal van deze projecten.

(vervangings-) investeringen in de ICT-infrastructuur en ICTorganisatie werden uitgesteld. Om de achterstand in te halen

Topsportcentrum

is in 2009 door het Shared Service centrum, het facilitaire

In 2009 is begonnen met de bouw van een nieuw

bedrijf van het Albeda College, het ICT Masterplan ontwikkeld.

Topsportcentrum, naast het bestaande Topsportcentrum

Doel van het plan is te investeren in duurzame verbeteringen

Rotterdam. In het najaar van 2010 opent het vergrote

in de infrastructuur en de organisatie van ICT. Zo worden

en vernieuwde Topsportcentrum, met de modernste

verouderde werkstations vervangen door laptops, traditionele

sportfaciliteiten. Een groot deel van het complex is voor de

schoolborden door digiborden en is draadloos internet op

komende vijftien jaar exclusief bestemd voor onze opleidingen

steeds meer locaties aanwezig.

Sport & Bewegen. Het Albeda College is daarmee de grootste huurder van het gebouw. Daarnaast komt in het gebouw

Zo speelt het Albeda College in op de snel stijgende behoefte

een Albeda-leerwerkbedrijf voor de opleidingen Horeca,

aan moderne ICT-oplossingen binnen het onderwijs. Om het

Beveiliging en Facilitaire Dienstverlening.

Masterplan te realiseren is een deel van de dienstverlening uitbesteed en zijn beheerders en proceseigenaren benoemd.

De BV Exploitatie Rotterdam Topsportcentrum, waarvan

In 2012 moet het Masterplan zijn gerealiseerd.

het Albeda College de enige aandeelhouder is, heeft een


Vastgoed

In de loop van het schooljaar moeten dat er vijftig worden.

Onderdeel van de efficiëntere inrichting van de organisatie

Daarnaast zijn er op dit moment deelnemers van allerlei

was in 2009 het project Reductie vierkante meters. Het

andere opleidingen geplaatst voor hun beroepspraktijkvorming.

bruto vloeroppervlak van het Albeda College bedroeg op 1 januari 2009 166.663 vierkante meter, een reductie van

Het strategietraject

13.380 vierkante meter in vergelijking met een jaar eerder. De

In 2009 hebben het CvB en de branche- en stafdirecteuren

reductie is vooral bereikt door het afstoten van de panden die

uitvoering gegeven aan de Strategische Agenda. Deze is in

in gebruik waren voor de staf- en ondersteunende diensten.

het najaar van 2008 opgesteld als uitkomst van de eerste

Met deze actie zijn de huisvestingslasten structureel verlaagd.

strategieconferentie. De volgende hoofdthema’s zijn in 2009 door werkgroepen uitgewerkt:

In de loop van 2009 is een systematiek voor de berekening van de ruimtebehoefte ontwikkeld. Op basis van deze

• De positionering van het beroepsonderwijs en educatie

systematiek is het strategisch huisvestingsplan voor de

• Optimalisering en verbetering van het functioneren van de

komende tien jaar gemaakt, met aandacht voor de contextrijke

verschillende stafdiensten

leeromgeving en een reductie van nog eens 18.000 vierkante

• Identiteit, imago, positiebepaling en partnerstrategie

meter. Daar waar het eerste reductieplan vooral gericht was

• Strategische huisvesting in relatie tot contextrijk leren

op het afstoten van voornamelijk dure kantoorpanden gaat het tweede plan uit van mutaties in onderwijspanden

Daarnaast zijn in 2009 medewerkerbijeenkomsten voorbereid waarin de strategische thema’s worden besproken. Deze

RDM Campus

bijeenkomsten worden in 2010 per team gehouden. Deze

Nadat in 2005 het idee ontstond om de oude bedrijfsterreinen

bijeenkomsten zijn mede input voor het strategisch plan 2010

van de voormalige Rotterdamse Droogdok Maatschappij

– 2015. In dit kader worden ook discussiebijeenkomsten

(RDM) te ontwikkelen voor onderwijs, is hard gewerkt

georganiseerd.

om dit idee samen met de Hogeschool Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam te realiseren. Het resultaat is de

Tijdens de strategieconferentie van augustus 2009 is de

RDM Campus, een complex van circa tienduizend vierkante

tussenbalans opgemaakt en zijn de voorlopige doelen voor 2010

meter, waar mbo-deelnemers en hbo-studenten hun

geformuleerd. Deze zijn besproken met de Raad van Toezicht

technische opleidingen kunnen volgen. De oude machinehal

en de Centrale Medezeggenschapsraad. Vastgesteld is dat

en het directiegebouw van de RDM zijn vanaf 2007 grondig

bovengenoemde thema’s leidend blijven. Medio 2010 wordt het

verbouwd en heten nu Innovation Dock en Droogdok, een

definitieve strategisch plan gepresenteerd.

kweekkamer van de innovatieve maakindustrie.

1.2.2 Vooruitblik 2010 De RDM Campus biedt deelnemers een contextrijke

Het Albeda College kijkt na een aantal moeilijke jaren met

leeromgeving midden in de Rotterdamse haven, voorzien van

optimisme naar de toekomst. Medio 2010 wordt het hierboven

hoogwaardige en geavanceerde apparatuur. Voorjaar 2009

genoemde strategisch meerjarenplan gepresenteerd. Met

is het onderwijsgedeelte van het Innovation Dock in gebruik

dit plan voor de jaren 2010-2015 wil het Albeda College een

genomen door de Hogeschool Rotterdam en Albeda College.

uitdagend perspectief bieden aan iedereen die betrokken is bij

Na de verbouwing van het bedrijvendeel is de RDM Campus

ons roc: de deelnemers en hun ouders, partners in bedrijven,

sinds najaar 2009 volledig in bedrijf.

maatschappelijke organisaties, overheden en vanzelfsprekend onze eigen medewerkers.

De Rotterdam Eén van de doelen van het Albeda College was de realisatie

Dit strategisch plan zal ruimte bieden voor het vernieuwen van

van een contextrijke leeromgeving. In 2009 heeft het Albeda

het beleid, voor het versterken van onze onderwijsorganisatie

College besloten deze leeromgeving samen met Zadkine

en voor het intensiveren van de relaties met onze

op te zetten. Herfst 2009 konden beide roc’s starten met het

bondgenoten. Daarbij laten we ons inspireren door onze

ontwikkelen van leer- en praktijkfaciliteiten aan boord van de

missie en onze ankerpunten. Met een open en kritische blik,

Rotterdam, in eerste instantie voor de horecaopleidingen.

anticiperend op ontwikkelingen in onze omgeving. Het Albeda

Vanwege de steeds uitgestelde openingsdatum is er

College wil daarbij ruimte geven aan de wensen en ambities

gekozen voor een bescheiden start met twintig niveau 2

van onze stakeholders.

BOL-deelnemers Horeca voor in de keuken en de bediening.

10

Breed profiel: instroom / doorstroom

1.3 Raad van Toezicht

Hoofddoelstelling voor 2010 is het versterken van het brede profiel. Het Albeda College kiest ervoor een school te zijn

De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het beleid

voor de lagere niveaus (1 en 2 en de verbinding vmbo) én de

van het CvB en de algemene gang van zaken bij het Albeda

hogere niveaus van het mbo (niveaus 3 en 4, en associate

College en de met haar verbonden instellingen. Financiële

degree). Dat betekent dat we er niet alleen zijn voor vmbo-

stukken worden beoordeeld, zoals de jaarrekening, het

jongeren, maar ook voor de jongeren die op een hoger

accountantsrapport, de managementletter en de periodieke

kwalificatieniveau een beroep willen leren en na het mbo door

financiële rapportages en verslagen. Hiervoor is binnen de

willen stromen naar het hbo.

RvT een Audit Committee (AC) gevormd. De RvT wordt door het CvB geïnformeerd over belangrijke zaken en evalueert

Dat kan alleen maar door te streven naar een breed profiel.

rapportages over onderwijsresultaten en –activiteiten. Naast

Daarbij leggen we de nadruk op de volgende zaken:

een aantal formele taken en bevoegdheden en een rol als toezichthouder functioneert de RvT ook als klankbord en

Goed bereikbare locaties met contextrijke

adviseur van het CvB.

leeromgevingen: Met de RDM Campus, het Topsportcentrum en de

Het jaar 2009 is met een positief financieel resultaat

Rotterdam heeft het Albeda College de afgelopen

afgesloten. De RvT heeft veel waardering voor het CvB, dat

jaren grote stappen gezet naar contextrijk leren. Het

een groot aantal veranderingen en bezuinigingen heeft ingezet

is de ambitie van het Albeda College om voor alle

om dit positieve resultaat te halen. Jammer genoeg hadden

opleidingen vergelijkbare contexten te ontwikkelen. Onze

deze bezuinigingen wel enige invloed op de kwaliteit van de

vastgoedstrategie zal zich richten op het verwerven van

ondersteunende diensten, en daarmee indirect op de kwaliteit

locaties die het contextrijk leren mogelijk maken. Hierbij

van het onderwijs. Nadat in 2008 de eerste verbeteringen

zal samenwerking met diverse partners, bijvoorbeeld

zijn aangebracht in de bedrijfsvoering, is daarom in 2009

woningcorporaties, zeker niet worden uitgesloten.

doorgewerkt aan een verdere professionalisering. Bijvoorbeeld middels het project LEGO, een ICT-gerelateerd programma.

Stad én regio:

Doel is om het primaire proces beter te ondersteunen door

Het Albeda College is een instelling die zichtbaar aanwezig

ICT-processen en diensten te optimaliseren. In 2009 is het

wil zijn en blijven, in Rotterdam en de regio Rijnmond. We

centraal vastgelegde innovatieprogramma omgevormd naar

vinden het belangrijk dat deelnemers keuzevrijheid hebben.

de onderwijsbranches. Nu we overgaan van ontwikkeling

In Rotterdam streven we daarom naar het complete aanbod

naar implementatie zal de nadruk komen te liggen op de

van opleidingen, op alle vier de onderwijsniveaus. Buiten

afzonderlijke projecten binnen het programma.

Rotterdam richten we ons met verschillende partners vooral op de opleidingen van niveau 1 en 2, aangevuld met een

Werkgeverschap

beperkt aantal opleidingen op niveau 3 en 4.

Een belangrijke taak van de RvT is het werkgeverschap van het CvB. Vanuit deze taak heeft de RvT een

Vanuit kracht bondgenootschappen sluiten:

remuneratiecommissie. Deze commissie voert de evaluatie-

Samenwerken met andere onderwijsinstellingen is

en functioneringsgesprekken met het CvB. Verder adviseert

voor het Albeda College een logisch middel om onze

zij de RvT bij vacatures in het CvB. Op 14 juni 2008 was

onderwijsdoelstellingen te bereiken. Dat samenwerken doen

tussen de RvT en Piet Boekhoud afgesproken dat deze

we vanuit onze eigen kracht. Afhankelijk van het thema en

laatste per 1 januari 2010 zou terugtreden als voorzitter van

de gemeenschappelijke belangen kunnen per branche of

het CvB. In 2009 heeft de remuneratiecommissie, aangevuld

per cluster van opleidingen bondgenootschappen worden

met de voorzitter van de RvT, vergaderd over de invulling

gesloten met verschillende partijen.

van de voorzitterspositie in het CvB. In samenwerking met een wervings- en selectiebureau is vóór de zomer van 2009 een procedure gestart om extern te werven voor de ontstane vacature. De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR), leden van het College van Bestuur en verschillende staf- en branchedirecteuren zijn bij de intensieve selectieprocedure betrokken geweest. Anja van Gorsel heeft per 1 januari 2010 de voorzittersrol van Piet Boekhoud overgenomen.

11


Piet Boekhoud heeft de afgelopen twintig jaar een belangrijke

Zelfevaluatie

stempel gedrukt op het Albeda College. Er is een Albeda-

Tijdens een interne vergadering van de RvT is het eigen

naamdag georganiseerd voor het personeel en een aantal

functioneren geëvalueerd. Daarbij zijn de volgende

externe relaties. Op deze dag werd Piet Boekhoud door

onderwerpen besproken:

staatssecretaris Van Bijsterveldt geridderd. Ook ontving hij

1. De toekomstige samenstelling van de RvT

uit de handen van de vroegere wethouder Leonard Geluk de

2. De verhouding tot de CMR

Wolfert van Borselen-penning. In december 2009 heeft hij

3. De informatievoorziening

vervolgens afscheid genomen van het personeel en in januari

4. De verhouding tot het CvB

2010 van onze externe relaties. Wij spreken onze waardering

5. Het functioneren van het AC en de remuneratiecommissie

uit voor zijn grote verdiensten voor het beroepsonderwijs.

6. De behoefte aan meer werkbezoeken en leslocaties 7. De wenselijkheid van een regulier overleg met de staf- en

Naast de reguliere vergaderingen is er regelmatig overleg

branchedirecteuren

geweest tussen de RvT en het dagelijks bestuur van de CMR. Ook hier was de selectieprocedure voor een nieuwe CvB-

Corporate Governance

voorzitter een belangrijk onderwerp. Daarnaast is overlegd

Corporate Governance is voor de Raad van Toezicht een

over het verzoek van de CMR tot een bindende voordracht

belangrijk thema. Leden van de Raad van Toezicht hebben

voor een lid van de RvT. Vooruitlopend op de invoering van de

namens het Albeda College vergaderingen bijgewoond van

WOR heeft de CMR een lid voorgedragen. De RvT is hiermee

het Platform Raden van Toezicht van de MBO Raad waar dit

akkoord gegaan. Samen met de CMR is een procedure

een hoofdthema is. De code voor corporate governance van

ontwikkeld om dit in 2010 te effectueren.

de MBO Raad is uitgebreid doorgenomen met het CvB. Dit heeft tot grotere betrokkenheid bij de strategie van het Albeda

Thema’s

College geleid en tot een voordracht door de CMR van een lid.

In 2009 agendeerde de RvT onderstaande thema’s: - De strategische koers van het Albeda College

Samenstelling RvT

- Het Rotterdams Offensief om wijkscholen te creëren voor

Medio 2009 zou Casper Dickmann aftreden als lid van de RvT.

jeugd die nog niet kan doorstromen naar het reguliere

Vanwege de moeilijke financiële situatie waarin het Albeda

onderwijs

verkeerde, de wisselingen in het CvB en de gesprekken met

- De kwaliteit van het onderwijs

de CMR hierover heeft Casper Dickmann op verzoek van de

- Het strategisch huisvestingsplan

RvT besloten langer aan te blijven. De verwachting is dat bij

- Verbetering van de financiële situatie

het aantreden van de nieuwe leden in 2010 officieel afscheid

- De gevolgen van de uitvoering van het Sociaal Plan

genomen wordt van de heer Dickmann.

Vergaderingen

Samenstelling

In 2009 heeft de complete RvT acht keer vergaderd, waarvan

De samenstelling van de RvT was per 31 december 2009:

zes formeel in aanwezigheid van het CvB en tweemaal zonder. Het AC is zes keer bij elkaar geweest om de financiële

- Casper Dickmann (lid)

situatie beter te kunnen monitoren. Verder was er regelmatig

- Margriet Drijver (lid)

informeel overleg tussen de RvT en het CvB. De RvT heeft

- Jos Elbers (lid)

twee maal met de CMR vergaderd, vooral over de gang van

- Klaas Groenendijk (voorzitter)

zaken rondom het vertrek van Piet Boekhoud.

- Jan van Merwijk (lid)

Vergoeding

Audit Committee:

De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een bij hun

- Casper Dickmann

inzet en bij de schaalgrootte van het Albeda College passende

- Jan van Merwijk

vergoeding, conform de hiervoor geldende richtlijnen. In 2009 was deze vergoeding in totaal voor de vijf leden van de RvT

Remuneratiecommissie:

43.150 euro.

- Margriet Drijver - Jos Elbers De RvT wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

12

Nevenfuncties

1.4 Centrale Medezeggenschapsraad

De Raad van Toezicht is op de hoogte van de diverse nevenfuncties van alle leden en heeft geconstateerd dat

In het Albeda College vindt de medezeggenschap daar

er geen sprake is van belangenverstrengeling. Relevante

plaats waar de besluiten worden genomen. De centrale

nevenfuncties:

medezeggenschapsraad is in gesprek met het College van Bestuur, de branchemedezeggenschapsraden met

Klaas Groenendijk:

de branchedirecteuren met als doel de belangen van

Hoofdfunctie: directeur Binnenmaas Groep BV

medewerkers en deelnemers zo goed mogelijk te behartigen.

Nevenfuncties: - Bestuurder Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde

De samenstelling van de Centrale Medezeggenschapsraad

- Raadslid Gemeente Barendrecht

was op 1 januari 2009 als volgt:

- Lid van het algemeen bestuur van het Samenwerkingsverband Midden-IJsselmonde

Naam Branche

Casper Dickmann:

Dhr. M. van Dam (voorzitter)

Techniek

Hoofdfunctie: CFO Hamer Houdstermaatschappij B.V.

Dhr. M. J. A. van ‘t Hof

H&C

te Hendrik Ido Ambacht

(plaatsvervangend voorzitter)

Nevenfuncties:

Mw. T. Meyerink

Educatie

- Lid Raad van Toezicht stichting Thuiszorg Rotterdam

Dhr. N. H. J. Bloemendal

S&A

- Raad van Commissarissen Koninklijke Wijma B.V. te Kampen

Dhr. G.T.R. Klijberg

LS&E

- Voorzitter bestuur stichting Enviu te Rotterdam

Dhr. P. Simons

Gezondheidszorg

Dhr. G. A. Huurman

H&T

Jan van Merwijk:

Dhr. A. Goudriaan

Centraal

Hoofdfunctie: Directeur Stadion Feijenoord N.V.

Mw. M. T. Flinkerbusch

W&O

Geen nevenfuncties

Dhr. A. G. Blok

Gezondheidszorg

Dhr. P. den Turk

Business Services

Jos Elbers:

Dhr. P.G. Baris

AKA

Hoofdfunctie: consultant Capgemini Consulting B.V.

Mw. J.C. van de Drift - van de Hee

SSC

Nevenfuncties:

Mw. J. Hoek

Educatie

- Lid bestuur Rotterdam Media Fonds - Lid Raad van Commissarissen QuaWonen, Krimpenerwaard

In 2009 heeft de CMR gekozen zich te organiseren in een

Margriet Drijver:

werkgroepmodel. Er zijn vier werkgroepen samengesteld:

Hoofdfunctie: bestuurder Com·wonen

Onderwijs, Personeel, Organisatie en Financiën. Elke

Nevenfuncties:

werkgroep bereidt stukken voor en adviseert de CMR

- Lid Raad van Commissarissen K+V interim-management

hierover.

- Lid Raad van Toezicht Stichting Thuis op Straat (TOS)

Naast gesprekken met het College van Bestuur voert de CMR

- Lid algemeen bestuur Aedes m.i.v. 23-04-2009

ook overleg met de Raad. In 2009 waren de belangrijkste thema’s het vertrek van Piet Boekhoud en zijn opvolging. Een

Een woord van dank is op zijn plaats aan alle Albeda-

belangrijk thema was de wijziging in de Governance Code van

medewerkers, die ook in het turbulente jaar 2009 onder

de MBO Raad. De CMR kon een bindende voordracht voor

vaak lastige omstandigheden hard hebben gewerkt aan de

een lid van de Raad van Toezicht doen.

toekomst van jongeren in deze regio. De CMR vindt overleggen met andere grootstedelijke Klaas Groenendijk

medezeggenschapsraden belangrijk. In het grootstedelijk overleg (GSO) wordt gezamenlijk gezocht naar de goede oplossingen voor gemeenschappelijke problemen. De CMR neemt ook deel aan het IGO (instellingsgeorganiseerd overleg) dat het CvB voert met de vakbonden over de decentrale arbeidsvoorwaarden.

13


2009 was voor het Albeda College een jaar van consolidatie

Onderwijsteams

waarin bezuinigingsmaatregelen verder moesten worden

Het onderwijsteam moet het begin van beleidsontwikkeling,

uitgewerkt. De CMR was en is van mening dat er meer

zelfevaluatie, professionalisering en taakbeleid zijn. Dat is

geld beschikbaar moet komen voor onderwijs. Dat lukt

waar het om draait in het Albeda College. De CMR vindt dan

door een efficiënter gebruik van vastgoed. Naast een visie

ook dat het onderwijsteam beter gefaciliteerd moet worden

op onderwijsontwikkeling vindt de CMR een contextrijke

voor de invoering van CGO. Daar vindt de ontwikkeling van de

leeromgeving voorwaarde voor goed onderwijs. Beide

lesstof plaats. De implementatie van het vrije model taakbeleid

elementen komen terug in het strategisch plan Vastgoed.

draagt bij aan de zeggenschap van het team over de eigen werkzaamheden.

Educatie De Raad was betrokken bij het businessplan Educatie.

Tenslotte zal in 2010 de nieuwe wet medezeggenschap

Hierin werd de doorstart van het contractonderwijs en de

onderwijs van kracht worden waarin naast het

inburgering geregeld. De branches Toeleiding, Inburgering

ondernemingsraadmodel voor de medewerkers ook een

en Re-integratie & Employability werden samengevoegd.

ouderen een deelnemerraad verplicht zijn.

Het beroepsonderwijs werd overgedragen aan de beroepsbranches. Eind 2009 liep het Albeda College net als de andere roc’s belangrijke inburgeringscontracten in de stad mis. In 2010 zal de omvang van de nieuwe branche verder moeten worden aangepast.

Strategie In 2009 is in het Albeda College een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuwe strategie. De CMR is hierbij betrokken en denkt mee over wat voor school het Albeda College wil zijn. Medio 2010 zal deze strategie worden gepresenteerd.

Docenten In 2009 heeft de Raad er bij het College van Bestuur op aangedrongen dat er meer aandacht moest komen voor de docent, in de vorm van meer budget voor de startende docent. Nieuwe collega’s moeten worden behouden voor het onderwijs. De Raad heeft gepleit voor minder lessen voor beginnende docenten, zodat er ruimte is voor coaching door collega’s of een begeleider op school (BOS). Ook in 2010 ligt onze aandacht bij de docent. Het Albeda College implementeert het professioneel statuut voor het onderwijzend personeel zoals dit door de MBO Raad is vastgesteld. Het nieuw te ontwikkelen functiebouwwerk voor onderwijzend personeel met doorgroeimogelijkheden voor docenten naar salarisschaal LC kan mede door de Plassterkgelden versneld worden ingevoerd. Daarnaast zal ook worden onderzocht of de functie onderwijsmanager en docent/ teamleider kunnen worden samengevoegd tot een nieuwe functie.

14

1.5 Facts & Figures Tabel 1: De aantallen genoemd bij cursusjaar 2008-2009 zijn conform beschikking cfi peildatum 1 oktober 2008. De aantallen genoemd bij cursusjaar 2009/2010 kunnen nog door de accountantsverklaring gewijzigd worden. BO staat voor beroepsonderwijs.

Cursusjaar Branche

tot.dln.

gewogen dln

tot.diplo.

gewogen diplo

2008-2009

AKA

474

548

254

254

2009-2010

AKA

1.059

658

301

301

2008-2009

Business Services

1.399

1.408

507

1.472

2009-2010

Business Services

1.705

1.705

509

1.570

2008-2009

Gezondheidszorg

2.925

2.770

991

3.371

2009-2010

Gezondheidszorg

3.091

2.882

1.067

3.497

2008-2009

Handel & Commercie

2.538

2.503

867

2.999

2009-2010

Handel & Commercie

2.538

2.486

852

2.888

2008-2009

Horeca & Toerisme

1.381

1.536

436

1.236

2009-2010

Horeca & Toerisme

1.617

1.809

355

940

2008-2009

Inburgering BO*

0

0

80

80

2009-2010

Inburgering BO

0

0

0

0

2008-2009


1.312

1.625

344

1.140

2009-2010


1.316

1.640

406

1.070

2008-2009


2.404

2.281

580

1.860

2009-2010


2.429

2.328

607

2.085

2008-2009

Techniek

3.121

2.191

850

2.305

2009-2010

Techniek

2.931

2.144

932

2.539

2008-2009

Toeleiding BO

1.382

1.147

467

722

2009-2010

Toeleiding BO

0

0

400

648

2008-2009

Welzijn & Onderwijs

4.879

4.866

1.457

5.096

2009-2010

Welzijn & Onderwijs

5.212

5.264

1.606

5.574

2008-2009

Eindtotaal BO

21.815

20.875

6.833

20.535

2009-2010

Eindtotaal BO

21.898

20.916

7.035

21.112

Gewogen deelnemers zijn deelnemers die op basis van het crebonummer en de gevolgde leerweg gewichten krijgen toegekend. Een BOL deelnemer heeft ongeveer een driemaal hoger gewicht dan een BBL deelnemer. Een opleiding met dure voorzieningen bijv. bij de branche Techniek krijgt doorgaans een hoger gewicht dan een opleiding met weinig voorzieningen bijvoorbeeld bij de branche Welzijn en Onderwijs. De gewichten voor alle opleidingen en leerwegen zijn terug te vinden op de website van DUO/CFI. De gewichten van de diploma’s zijn eveneens terug te vinden op de website van het CFI. Het rendement bij het Albeda College vertoont een stijgende lijn. In het hoofdstuk Onderwijs leest u hoe hierin verder wordt geïnvesteerd. 15


Tabel 2: Deelnemers Beroepsonderwijs per leerweg per 1-10-2008 conform beschikking cfi. De aantallen genoemd bij cursusjaar 2009/2010 kunnen nog door de accountantsverklaring gewijzigd worden.

2008-2009

percentage tov

leerw

2009-2010

totaal BO

percentage tov Groei/krimp totaal BO

2009-2010

BOL

15.189

70%

15.573

71%

2,6%

BBL

5.871

27%

5.774

26%

-1,6%

755

3%

551

3%

-27,0%

21.898

0,4%

dt-BOL Eindtotaal

21.815

Tabel 3: Deelnemers Beroepsonderwijs per niveau per 1-10-2008 conform beschikking cfi. De aantallen genoemd bij cursusjaar 2009/2010 kunnen nog door de accountantsverklaring gewijzigd worden.

2008-2009

percentage tov

niveau

2009-2010

totaal BO

percentage tov totaal BO

groei/krimp 2009-2010

1

1.611

7%

1.554

7%

-3,5%

2

6.046

28%

5.737

26%

-5,1%

3

6.650

31%

7.144

33%

7,5%

4

7.508

34%

7.463

34%

-0,5%

21.898

0,4%

Eindtotaal

21.815

Tabel 4: (Bekostigde)gediplomeerden 2009 totaal AC per leerweg. De aantallen kunnen nog door de accountantsverklaring gewijzigd worden. Gegevens leerw Totaal diploma’s

Gewogen diploma’s

BOL 4.551 13.376 BBL dt-BOL COL Eindtotaal

2.162

6.807

314

897

8

32

7.035

21.112

Tabel 5: (Bekostigde)gediplomeerden 2009 totaal AC per niveau voor de accountantsverklaring. De aantallen kunnen nog door de accountantsverklaring gewijzigd worden. Gegevens nivo Totaal diploma’s

Gewogen diploma’s

1

700

700

2

2.143

4.286

3

1.937

7.106

4

2.255

9.020

Eindtotaal

7.035

21.112

16

1.6 Tevredenheid en veiligheid

1.6.2 Medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO)

Sinds 2007 worden bij het Albeda College

In 2009 zijn MTO’s uitgevoerd onder alle medewerkers

tevredenheidonderzoeken uitgevoerd: om het jaar onder

van het Albeda College. De meeste medewerkers in de

medewerkers en klanten, jaarlijks onder deelnemers. De

beroepsbranches namen voor de tweede maal deel aan het

tevredenheidonderzoeken zijn onderdeel van de kwaliteitszorg

MTO. Ook in 2007 werd onder hen een MTO afgenomen via

en geven input voor de zelfevaluaties en de beleidsplannen

de ROC spiegel. Hierin wordt via de uitgangspunten van de

van de branches.

kwaliteitszorg gekeken naar vragen als: doen we de goede dingen? Doen we die dingen goed? Hoe weten we dat. Wat

1.6.1 Klanttevredenheidsonderzoek

kan beter?

Het Albeda-brede klanttevredenheidsonderzoek (KTO) richt zich op vooral op BPV-bedrijven waar onze deelnemers hun

Pilot

beroepspraktijkvorming (BPV) uitvoeren. De onderwerpen

Dit jaar werd als pilot in een deel van de organisatie een MTO

uit het KTO zijn BPV-opdrachten, de deelnemer (kennis,

afgenomen door bureau Effectory. Dit onderzoek geeft naast

vaardigheden en houding), de BPV-begeleiding en de

de aspecten van tevredenheid van medewerkers ook inzicht

examinering. Het KTO is tijdens het schooljaar 2008-2009

in de balans goed werkgeverschap – goed werknemerschap,

gehouden. In totaal hebben 986 BPV-begeleiders van de BPV-

door middel van variabelen als Engagement, Loyaliteit,

bedrijven deelgenomen aan het klanttevredenheidsonderzoek.

Effectiviteit, Verloopbestendigheid. En het geeft inzicht in de

De tevredenheid van de BPV-begeleiders in de BPV-bedrijven

benchmarkscore van het Albeda College ten opzichte van de

is over het algemeen hoog. Het aantal contactmomenten moet

Nationale Tevredenheids Index. Aan deze pilot namen deel de

in een aantal gevallen verbeterd worden.

branches Business Services en Techniek, het Trajectbureau en alle stafdiensten. Aan het ROC Spiegel-onderzoek namen alle overige beroepsbranches deel.

Staafdiagram 1. Tevredenheid klanten

4

voelt zich gerespecteerd door overig personeel

85%

15%

voelt zich gerespecteerd door docenten

86%

14%

voelt zich gerespecteerd door mededeelnemers

88%

%

sfeer binnen opleiding is goed

12%

83%

veilig voelen in klas/groep

17%

92%

veilig voelen rondom schoolgebouw

8%

18%

82%

veilig voelen in schoolgebouw

86%

14%

% 0%

20%

40%

60%

80%

100%

% deelnemers van het Albeda College

Resultaten KTO 1 17

vertrouwen over functioneren gediplomeerde deelnemers

88%

12%


Verschil

De sfeer is goed. Op hun BPV-plek kunnen ze voldoende

In beide onderzoeken werden medewerkers op zelfde

leren, ze zijn tevreden over de toetsing in de BPV en over

onderwerpen bevraagd. Echter bij het ROC Spiegel-onderzoek

de begeleiding door het BPV-bedrijf. Deelnemers zijn ook

wordt als norm gesteld dat 70% van de medewerkers tevreden

tevreden over de voorlichting en de intake, en vinden de

moet zijn over een bepaald onderwerp. In het pilot onderzoek

leermiddelen goed bruikbaar. De toetsing scoort goed, net

is sprake van een rapportcijfer ten opzichte van de landelijke

als extra les en begeleiding, hulp bij taal- en leerproblemen,

benchmark.

mogelijkheden om de studie sneller of langzamer te doen en schoolmaatschappelijk werk. Vooral de competenties

Opgemerkt moet worden dat voorzichtigheid is geboden

zelfstandig werken en verantwoordelijkheid worden

als het gaat om stellige conclusies te trekken voor alle

ontwikkeld. Deelnemers vinden dat docenten voldoende weten

medewerkers van het Albeda College: de resultaten per

van hun beroep. Een ruime meerderheid van de deelnemers

branche en staf en soms per team of afdeling zijn heel

geeft de opleiding een voldoende. Het gemiddelde cijfer voor

verschillend. Branches bespreken de resultaten van

de opleiding is een 6,6.

de onderzoeken in de onderwijsteams en nemen de resultaten en actiepunten van deze gesprekken op in het

De helft van de deelnemers heeft behoefte aan begeleiding

zelfevaluatieverslag en het beleidsplan dat aansluitend wordt

bij het vinden van werk of vervolgopleiding. Een derde

ontwikkeld.

heeft behoefte aan extra les en begeleiding en één op de vijf deelnemers heeft behoefte aan hulp bij taal- en

Resultaten

leerproblemen. Iets meer dan de helft van de deelnemers

Respons

vindt de lessen aantrekkelijk of voldoende georganiseerd.

De respons van het onderzoek voor de ROC-spiegel was 59% en van de pilot 48,1%. Het aantal medewerkers dat het afgelopen jaar een functioneringsgesprek heeft gehad was voor de ROC spiegel 34% en voor de pilot 46,9%. Medewerkers zijn positief over erkenning en waardering door collega’s en leidinggevenden, zij voelen zich gerespecteerd. Ze ervaren hun werk als zinvol, uitdagend en afwisselend. Ook willen medewerkers zich verder ontwikkelen in hun vakgebied. De medewerkers voelen zich over het algemeen veilig op het werk. Er zijn een aantal onderwerpen die verbeterd moeten worden en waar meer aandacht voor moet komen. De onderwerpen zijn: de tevredenheid over ontplooiingsmogelijkheden met betrekking tot scholing, doorgroei- en ontwikkelingsmogelijkheden, feedback van de leidinggevende en bekendheid en tevredenheid met het personeelsbeleid. Daarnaast is de tevredenheid over de beschikbare faciliteiten om het werk naar behoren te kunnen uitvoeren lager dan de gestelde norm. Medewerkers ervaren de werkdruk wisselend, maar dit onderwerp vormt eveneens in beide onderzoeken een punt van aandacht.

1.6.3 Deelnemertevredenheidsonderzoek Aan het deelnemertevredenheidsonderzoek (DTO) 20092010 hebben 750 van de 1256 klassen meegedaan, een respons van 60%. De respons is hiermee 5% gestegen in vergelijking met vorig jaar. Deelnemers voelen zich over het algemeen veilig en gerespecteerd bij het Albeda College.

18

1

4

1 1 Staafdiagram 1. Tevredenheid deelnemers - intake en voorlichting tevreden over intakegesprek/test

4 4

tevreden over intakegesprek/test tevreden over intakegesprek/test tevreden over voorlichting tevreden over voorlichting tevreden over voorlichting 0% 0% 0%

2

84%

16%

84%

16%

84% 80%

16% 20%

80% 20%

40% 80%

20% 60%

80%

20% 100%

20% 40% 60% 80% % deelnemers van het Albeda College 20%

40%

60%

100%

80%

100%

% deelnemers van het Albeda College % deelnemers van het Albeda College

2 Staafdiagram 2. Tevredenheid deelnemers - niveau opleiding 2

niveau opleiding sluit aan bij vooropleiding

67%

33%

niveau opleiding sluit aan bij vooropleiding niveau opleiding sluitover aan niveau bij vooropleiding tevreden opleiding

67%

33%

tevreden over niveau opleiding tevreden over niveau opleiding 0% 0% 0%

78%67%

33%22%

78% 20%

22%

78%40%

60%

80% 22%

20% 40% 60% 80% % deelnemers van het Albeda College 20%

40%

60%

100% 100%

80%

100%

% deelnemers van het Albeda College % deelnemers van het Albeda College

3 Staafdiagram 3. Tevredenheid deelnemers - onderwijsprogramma 3 3

informatie onderwijsprogramma duidelijk

73%

27%

informatie onderwijsprogramma duidelijk informatie onderwijsprogramma duidelijk herkenning beroepspraktijk in schoolgebouw

73%

27%

48%

herkenning beroepspraktijk in schoolgebouw herkenning beroepspraktijk in schoolgebouw herkenning beroepspraktijk in lessen

73%

48%

herkenning beroepspraktijk in lessen herkenning beroepspraktijk in beroep lessen docenten weten voldoende van

52%

tevreden over begeleiding schoolopdrachten tevreden over begeleiding schoolopdrachten voldoende afwisseling werkvormen voldoende afwisseling werkvormen voldoende afwisseling werkvormen lessen zijn voldoende georganiseerd

55%

lessen zijn voldoende georganiseerd lessen zijn voldoende georganiseerd leermiddelen zijn goed bruikbaar

52%

74%

26%

74% 81%

26% 19%

81%

19%

81% 79%

19% 21%

79%

21%

79% 70%

30%

70%

30%

70% 64%

30% 36%

64%

36%

64%

45%

55% 55%

26%

74%

docenten weten voldoende van beroep docenten weten voldoende van beroep tevreden over begeleiding mentor tevreden over begeleiding mentor tevreden over begeleiding mentor tevreden over begeleiding schoolopdrachten

R R

27%

52%

48%

R

21%

36%

45% 45%

86%

14%

leermiddelen zijn goed bruikbaar leermiddelen zijn goed bruikbaar 0%

20%

40%86%

60%

80%

14% 100%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

20%

40%

60%

80%

100%

0%

86%

R

14%

% deelnemers van het Albeda College % deelnemers van het Albeda College % deelnemers van het Albeda College

19

R R


1.6.4 Klachtenregelingen

Hiervan zijn er drie ongegrond verklaard. Er zijn 62

Naast de tevredenheidonderzoeken kent het Albeda College

bezwaarschriften niet gehandhaafd, omdat de vakbonden

een aantal specifieke klachtenregelingen voor deelnemers,

en de MBO Raad hebben besloten tot het uitbetalen van de

medewerkers en externe partijen. Het Albeda College kent

volledige bindingstoelage. De werkgever heeft uitvoering

één procedure voor alle klachten. Decentrale klachten worden

gegeven aan dit besluit. Voor de overige

nu nog niet geregistreerd. De routing voor de verschillende

drie bezwaarschriften was de HOS-nota van toepassing. De

soorten klachten is terug te vinden op de website en het

werkgever heeft besloten om aan de HOS-gerechtigden de

Portaal. Hetzelfde geldt voor de reglementen.

bindingstoelage uit te betalen. Deze bezwaarschriften zijn eveneens niet gehandhaafd. De Interne Geschillencommissie

In eerste instantie wordt een klacht die is ingediend bij het

heeft in 2009 nog vier anders gerelateerde bezwaarschriften

CvB voor afhandeling teruggelegd bij de directeur van de

ontvangen. Hiervan zijn er twee in 2009 afgehandeld. De

organisatorische eenheid waar de klacht tegen gericht is. De

overige twee worden afgehandeld in 2010.

afhandeling wordt gemonitord door de stafafdeling Onderwijs in het geval van deelnemers en door de afdeling HRM in geval

Ongewenst gedrag

van medewerkers. Deze stafdiensten onderzoeken ook of de

Voor klachten over ongewenst gedrag kunnen deelnemers

klacht naar tevredenheid van de klager is afgehandeld.

en medewerkers zich wenden tot respectievelijk de vertrouwenspersonen en de Externe Commissie voor

In 2009 zijn 27 formele schriftelijke klachten bij het CvB

Ongewenst Gedrag. Zie verder 1.6.5.

ingediend. De bezwaren waren in gelijke mate gericht tegen de organisatie van het onderwijs, verwijdering en een negatief

Examinering

bindend studieadvies. Er zijn twee klachten ingediend

Voor klachten over examinering kunnen deelnemers terecht

betreffende discriminatie van deelnemers in het algemeen,

bij de Examencommissie van de betreffende branche. Deze

deze klachten zijn ongegrond verklaard. Er zijn geen klachten

commissies hebben twintig klachten behandeld, waarvan

ingediend vanwege discriminatie bij het verkrijgen van een

er twee gegrond zijn verklaard. Voor een vervolgprocedure

stageplaats.

kunnen deelnemers zich wenden tot de Commissie van Beroep voor de Examens. Hier zijn in 2009 geen klachten gemeld.

Deelnemer Een deelnemer kan tegen een besluit van de branchedirecteur

1.6.5 Veiligheid

in beroep gaan bij het CvB of de Interne Geschillencommissie

Onze onderwijsvisie is niet alleen richtinggevend voor ons

Deelnemers. Deze commissie adviseert het CvB over

onderwijs, maar ook voor de infrastructuur daar omheen.

de afhandeling. Aan deze commissie zijn in 2009 vier

Ook ons veiligheidsbeleid sluit hierop aan. In de tweede helft

klachten voorgelegd. In drie gevallen was de commissie niet

van 2009 is hard gewerkt aan een Albeda-brede visie op

ontvankelijk. In één geval is de klacht gedeeltelijk gegrond

veiligheid. Basis is de sociale binding van de deelnemer met

verklaard en in overeenstemming met het advies van de

onze school, samen met de ontwikkeling van normen, waarden

commissie afgehandeld.

en sociale competenties. Onze intensieve samenwerking met zorginstellingen en natuurlijk ook de betrokkenheid van ouders

Medewerker

draagt bij aan de veiligheid op onze locaties.

Voor medewerkers is er de Interne Geschillencommissie.

Ook docenten zijn belangrijk voor de veiligheid. Volgend

Deze commissie behandelt onder andere klachten die

cursusjaar willen we voor deze laatste doelgroep verschillende

voortvloeien uit de interpretatie van de CAO, de jaartaak en

themamiddagen organiseren. Ook gaan we workshops geven

de functiewaardering(FUWA). De commissie bestaat uit een

over omgaan met agressie en moeilijke deelnemers.

vertegenwoordiging op voordracht van de werkgever en op voordracht van de Centrale Medezeggenschapsraad. Samen wijzen zij een voorzitter aan. In 2009 is de vacature opnieuw ingevuld. De Interne Geschillencommissie heeft in 2009 de nog lopende zaken van het sociaal plan afgehandeld. Er zijn 68 bezwaarschriften ontvangen betreffende de bindingstoelage.

20

Staafdiagram 4. Tevredenheid deelnemers - veiligheid 4

voelt zich gerespecteerd door overig personeel

85%

15%

voelt zich gerespecteerd door docenten

86%

14%

voelt zich gerespecteerd door mededeelnemers

88%

%

sfeer binnen opleiding is goed

12%

83%

veilig voelen in klas/groep

17%

92%

veilig voelen rondom schoolgebouw

8%

18%

82%

veilig voelen in schoolgebouw

86%

14%

% 0%

20%

40%

60%

80%

100%


Een handboek Veiligheid met daarin een vernieuwd Resultaten KTO 1

vermeldingen op het Portaal, op de Albeda-website en in het

calamiteitenplan is in ontwikkeling. Het zal geactualiseerde

boekje Zorg en Veiligheid van het Trajectbureau.

protocollen en richtlijnen bevatten voor onder andere

vertrouwen over functioneren gediplomeerde

buitenschoolse activiteiten en sterfgevallen. Medio 2010 zal deelnemers

12% Tenslotte is in 2009 jaar88% de nieuwe versie van het handboek

het nieuwe handboek worden gepresenteerd.

Omgaan met ongewenst gedrag geïntroduceerd. Dit blijft echter een papieren tijger als het niet gepaard gaat met

tevreden over praktijkgerichtheid van het onderwijs

86%

14%

Bureau Vertrouwenspersonen

introductie, uitleg en trainen van de vaardigheden en

Het Bureau Vertrouwenspersonen heeft zich ook in 2009

werkprocessen die daarin staan beschreven. Contacten

ingezet voor een veilige leer- en werkomgeving. Vanuit de

met de werkvloer, samenwerken met mentoren en 83%

tweede lijn hebben de drie vertrouwenspersonen deelnemers

leidinggevenden blijven nodig. Hier zal dan ook in 2010 onze

en medewerkers een veilige plek geboden waar ze hun

prioriteit liggen.

tevreden over de samenwerking Albeda

tevreden verhaal kunnen over doen.het aantal contactmomenten Albeda

71%

17%

29%

In het jaar 2009 is het aantal klachten met negen

tevreden begeleiding Albeda toegenomen ten over opzichte van 2008:deelnemer 54 tegen 45.door Zoals

85%

15%

vorig jaar al was aangekondigd lag de focus dit jaar op deskundigheidsbevordering van de vertrouwenspersonen.

tevreden over voorbereiding deelnemer op BPV

82%

18%

Er is een scholingsplan opgesteld en een van de drie

vertrouwenspersonen is inmiddels opgeleid als mediator. De andere twee vertrouwenspersonen volgen dit jaar. Alle drie hebben ze in 2009 de opleiding voor vertrouwenspersonen

0%

20%

40%

60%

80%

100%


gevolgd. Er is ook veel aandacht besteed aan een nieuw communicatieplan. Dit heeft onder andere geleid tot duidelijke

Resultaten MTO 1

%

21

carriere-mogelijkheden

41%

59%


1.7 Shared Service Center Ook in het Shared Service Center is het na de bezuinigingsoperatie tijd voor stabilisatie. Het doel is de dienstverlening kleinschaliger en op locatie te organiseren. Locatiemanagers zijn verantwoordelijk gemaakt voor de dienstverlening op de locaties, waardoor er minder bureaucratie is. Zo is de systeembeheerder terug op de locatie en is er nog maar één formulier voor alle aanvragen van dienstverlening. Verder is de relatie met het onderwijs op de locatie verstevigd. De locatiemanager organiseert op iedere locatie regelmatig een gebruikersoverleg en geeft een nieuwsbrief uit. Het ziekteverzuim bij de facilitaire medewerkers is verder gedaald, van tien naar vijf procent. In 2010 starten we met de uitrol van het ICT Masterplan (zie bij paragraaf 1.2 ‘Albedabrede projecten’), Service Level Management(SLM) en een nieuw Facilitair Management Informatiesysteem(FMIS).

22

2. Onderwijs Inleiding Het Albeda College is een roc in de regio Rijnmond, een regio met de grootste haven van Europa. Dat betekent veel industrie en veel internationaal concurrerende activiteiten waarvoor vakmanschap, specialistische kennis en kunde belangrijk zijn. Tegelijkertijd kampt de regio met de problematiek van de grote steden, met als extra aandachtspunt een gemiddeld laag opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Zo was in 2008 34% van de Rotterdamse beroepsbevolking hoogopgeleid, tegen 40% in Den Haag, 52% in Amsterdam en 59% in Utrecht. De gemeente heeft als hoogste ambitie de economie te stimuleren, ook als het gaat om banen op een hoger opleidingsniveau. Aan het Albeda College de uitdaging om meer goedopgeleide werknemers af te leveren, op alle mbo-niveaus, ter ondersteuning van de economische ambities van de regio. Deze doelstelling sluit goed aan op de ambities van het Albeda College, zoals verwoord in de onderwijsvisie De weg naar werk en actief burgerschap: een zo hoog mogelijke kwalificatie voor elke deelnemer, gericht op duurzame participatie op de arbeidsmarkt. Nu onze financiën op orde zijn kunnen we weer meer tijd en aandacht besteden aan het verbeteren van de basiskwaliteit van ons onderwijs, aan het implementeren van de noodzakelijke onderwijsvernieuwingen, het professionaliseren van onze kwaliteitszorg en de verantwoording naar onze stakeholders.

2.1 Alle talenten ontwikkelen

2.1.1 Sturen op rendement Uitgaande van onze doelstelling om zoveel mogelijk deelnemers zo hoog mogelijk te kwalificeren is in 2009 sturen op het (onderwijskundig) rendement hoog op de agenda gezet: meer diploma’s, meer doorstroom naar hogere vormen van beroepsonderwijs en minder uitval. We zijn op de goede weg (zie tabel 1). Maar het is een langlopend verbeteren verandertraject, waarbij onderwijsteams een belangrijke rol spelen. Om de gewenste rendementsverbetering door te zetten is blijvend investeren in randvoorwaarden van cruciaal belang. Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld voldoende zorg en begeleiding voor deelnemers, voldoende onderwijstijd, meer aandacht voor scholing van onderwijsteams en een betere aansluiting tussen vmbo/mbo en mbo/hbo. Tabel 1: jaarresultaat over twee schooljaren (voorlopige resultaten november 2008) Opleidingsniveau 2007-2008 2008-2009 Inspectienorm niveau 1

48,3%

46,8%

59,1%

niveau 2

51,2%

56,8%

50,2%

niveau 3

55,1%

60,5%

56,7%

niveau 4

63,5%

66,8%

42,0%

Totaal

55,2%

59,4%

Onze ambitie in het kader van talentontwikkeling sluit aan bij die van het Rotterdams Onderwijsbeleid II (ROB II). Hierbij werken alle schoolbesturen binnen de keten van vve tot en met wo en de gemeente Rotterdam vanaf november 2009 samen aan de onderwijskansen van de jeugd. Doel is deze resultaten te laten toenemen en het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Het Albeda College participeert actief in de stuurgroep en in verschillende werkgroepen. Vanaf 2010 zullen de eerste resultaten zichtbaar zijn.

2.1.2 Voldoende zorg en begeleiding Het Albeda College is een onderwijsinstelling die zich wil onderscheiden door tijd, aandacht en zorg voor deelnemers. Binding en betrokkenheid bij deelnemers beschouwen we als een randvoorwaarde voor het behalen van succes. Kijken we naar de mbo-benchmark, dan staat het Albeda College met het onderwijskundig rendement (de verhouding tussen gediplomeerde en ongediplomeerde uitstromers) in de onderste regionen. Dat heeft te maken met de omstandigheden van de jongeren die bij ons op school zitten én onze keuze om de toegang tot ons mbo laagdrempelig te houden.

Het grootste deel van onze deelnemers (58%) woont buiten de gemeente Rotterdam. Ruim 9000 Rotterdamse jongeren tot 27 jaar (42%) volgen een opleiding bij het Albeda College. Zie hoofdstuk 1, tabel 3 voor een overzicht van het aantal deelnemers per opleidingsniveau. Met een deel van deze jongeren gaat het goed. Zij zijn gemotiveerd, vallen niet voortijdig uit, halen hun diploma en vinden een plek op de arbeidsmarkt. Deze jongeren worden gestimuleerd om door te stromen naar een hoger kwalificatieniveau. Daarnaast hebben al onze opleidingen – op alle niveaus – te maken met een groeiende groep jongeren die problemen heeft op meerdere leefgebieden. 23


Zie tabel 2 voor een overzicht van deze problemen per opleidingsniveau. Tabel 2: Procentuele verdeling van deelnemers met problemen over het aantal leefgebieden waarin zij problemen hebben. niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4

1 leefgebied 11,6% 43,7% 40,8% 40,0%

2 leefgebieden 30,1% 26,7% 21,5% 17,8%

Het motiveren van deze groep vraagt extra inspanning op het gebied van onderwijs, zorg en begeleiding. Een inspanning waarvan de afgelopen jaren duidelijk is geworden dat we die als Albeda College niet alleen kunnen leveren. In 2009 hebben de roc’s in Rotterdam daarom in het kader van het Rotterdams Offensief afspraken gemaakt met vijf ministeries en de gemeente Rotterdam voor het aanpakken van deze jongerenproblematiek. Dit betekent erkenning voor het feit dat de dreigende uitval van risicojongeren een maatschappelijk probleem is. De regierol voor de aanpak van deze problemen ligt dan ook bij de gemeente. De organisaties voor hulpverlening en begeleiding werken nauw samen om laagdrempelige zorg aan te bieden. Onderwijsteams hebben nu meer tijd voor het ontwikkelen van het onderwijs en de daarmee samenhangende begeleiding, zoals studieloopbaanbegeleiding, verzuimbegeleiding en de begeleiding van de BPV. Onderwijs en zorg versterken elkaar en leveren zo een bijdrage aan het verminderen van ongediplomeerde uitval.

2.1.3 Voldoende onderwijstijd en goed gefaciliteerde onderwijsteams Voldoende onderwijstijd en het terugdringen van lesuitval waren ook in 2009 speerpunten. De inspectie heeft opnieuw kunnen vaststellen dat we voldoen aan de wettelijke eisen. Zowel BOL als BBL deelnemers hebben voldoende onderwijstijd. De inzet, kennis en ervaring van docenten en onderwijsteams is een belangrijke bepalende factor voor de kwaliteit van ons onderwijs. Onder druk van de financiële situatie is de afgelopen jaren gekort op het budget voor (bij-)scholing en teamontwikkeling. Om de scholingsbehoefte in kaart te kunnen brengen is in 2009 vanuit HRM een onderzoek gestart in 24

3 of meer leefgebieden 50,6% 22,7% 15,2% 9,4%

aantal nog onbekend 7,7% 6,9% 22,5% 32,8%

een drietal branches. Door zowel te investeren in concrete scholingsactiviteiten als in onderzoek naar scholingsbehoefte, wordt geprobeerd de kwantiteit en de kwaliteit van scholing bij het Albeda te verhogen.

2.1.4 Nieuwe initiatieven om de aansluiting te verbeteren Het Albeda College werkt samen met de gemeente Rotterdam en de besturen van Zadkine en LMC in het kader van het Rotterdams Offensief aan het stimuleren van talentontwikkeling vanuit de wijk-, vak-, en topscholen. Dit zijn onderwijsconcepten die aanvullend zijn op het huidige aanbod. De wijkscholen worden gefinancierd door verschillende ministeries en richten zich op de jongeren in de wijk die door een opeenstapeling van problemen geen onderwijs volgen. In 2009 heeft het Albeda College twee wijkscholen opgestart. Kenmerk is een sluitende aanpak voor jongeren in de wijk. De vakschool kent een doorlopende leerlijn vmbombo niveau 2 en is bedoeld voor jongeren die voortijdig dreigen uit te vallen, vanwege de voor hun te theoretische aanpak op het vmbo. Deze doeners worden in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven via praktijkleren opgeleid tot enthousiaste vaklieden. In 2009 hebben wij conform de afspraken met de landelijke en de lokale overheid in samenwerking met LMC een begin gemaakt met de transformatie van de in 2008 gestarte VM2 experimenten naar vakscholen. Kenmerkend is het praktijkleren en de toename van de beroepscomponent. De ombouw vond plaats in de VM2 experimenten Techniek (Metaal, Electro, Bouw en Motorvoertuigen) en Jong Ondernemen (Handel & Commercie). De officiële start van de vakscholen in samenwerking met LMC zal plaatsvinden in augustus 2010.

Binnen de topschool staat de stimulering van het talent op niveau 3 en 4 centraal, evenals de doorgroei naar het hbo. Er zijn verschillende activiteiten te noemen, waaronder de talentklassen waarin deelnemers extra lessen krijgen aangeboden. Daarnaast is in 2009 gestart met het ontwikkelen van Associate Degree (AD), samen met de Hogeschool Rotterdam. Deze trajecten zijn bedoeld voor mbo 4 deelnemers die niet in één keer willen doorstromen naar een volledige hbo-opleiding van vier jaar, maar wel interesse hebben in een tweejarig traject dat opleidt tot een AD. In 2009 zijn ook de VM2-experimenten voortgezet. Doel van deze experimenten is om de voortijdige schooluitval te beperken en zoveel mogelijk deelnemers toe te leiden naar een mbo 2 diploma. Concreet zijn in 2009 zeven nieuwe VM2-experimenten van start gegaan. De ontwikkeling van de doorlopende leerlijnen en kennisuitwisseling zijn belangrijke opbrengsten van deze samenwerking. De laatste landelijk geleverde doorstroomcijfers betreffen de gediplomeerde mbo 4 uitstroom 2007-2008 naar het hbo. De Rotterdamse monitor doorstroom mbo-hbo heeft geen vervolg gekregen, omdat er landelijk een doorstroomkaart mbo-hbo wordt ontwikkeld door de MBO Raad en de HBO Raad, waardoor vergelijken met landelijke doorstroomcijfers mogelijk wordt.

2.1.5 Leven Lang Leren Het Albeda College richt zich ook op de markt voor 23+. Door de economische crisis is steeds meer vraag ontstaan naar scholing voor volwassenen. We willen als opleider voor volwassenen een duidelijke positie in de regio verkrijgen. Dit vereist flexibeler onderwijs, meer maatwerk en een professionele benadering van het bedrijfsleven. De realisatie van het businessplan een Leven Lang Leren loopt op schema. De opleidingsbranches bewerken de markt op basis van een onderbouwd salesplan. Er is een loket voor bedrijven en volwassenen, specifiek voor EVC, en er is een leergang voor accountmanagers ontwikkeld. Verder wordt gewerkt op basis van betere procedures, worden de resultaten beter bewaakt en is sprake van meer kennisdeling tussen de branches op het gebied van post-initieel onderwijs. Het Voorhoedescholen-project is geëindigd op 31 december 2009. De ontwikkelde producten zijn te vinden op de kennisdatabank, zie www.voorhoedescholen.nl. De aangesloten onderwijsinstellingen hebben besloten hun netwerk in stand te houden en ook in 2010 samen te blijven werken aan het verbeteren van beroepsonderwijs voor volwassenen.

Tabel 3 Doorstroom mbo 4 gediplomeerden 2007/2008 en hbo-inschrijvingen 2008/2009

Diplomajaar mbo 2007

Doorstroompercentage

Gesplitst in leerweg %

BOL

BBL

dt-BOL

Albeda College 41,8% Landelijk (roc’s) 41,5%

53,7% 51,4%

5,5% 7,4%

38,1% 15,0%

25


2.2 Onderwijs – op weg naar 2010

2.2.2 Taal en rekenen

CGO, taal en rekenen en Leren, Loopbaan en Burgerschap vormden de belangrijkste innovatiethema’s van 2009. Doelstelling van het Albeda College is een zorgvuldige implementatie van CGO-opleidingen per 1 augustus 2010 voor alle eerstejaars. De inhoudelijke kwaliteit van elke opleiding moet hierbij vanzelfsprekend gegarandeerd zijn. Voor Taal en Rekenen worden vanaf 2011 referentieniveaus ingevoerd waar alle deelnemers aan moeten voldoen. Ook Leren, Loopbaan en Burgerschap krijgt definitief vorm.

2.2.1 Invoering competentiegericht onderwijs (CGO) Op 1 augustus 2009 had het Albeda College voor 93 van de 123 kwalificatiedossiers de omslag naar CGO gemaakt. Dat is 76% van het totale aantal dossiers. De overige dossiers starten in 2010. Alle processen zijn erop gericht deze omslag op een zorgvuldige manier te maken. Dat blijkt ook als we kijken naar het percentage deelnemers dat op 1 oktober 2009 stond ingeschreven in een competentiegerichte opleiding: 55%, 20% hoger dan in 2008, maar 18% lager dan het landelijk gemiddelde van de totale sector (roc’s, aoc’s en vakinstellingen). De verklaring voor deze percentages is onze invoeringsstrategie: een decentrale, zorgvuldige en geleidelijke invoering gericht op draagvlak bij docenten, waarbij verbreding geleidelijk wordt ingezet. Door deze decentrale aanpak is er niet alleen verschil in aanpak en tempo, maar ook ruimte voor branchespecifieke kenmerken, zoals deelnemerspopulatie, beroepscontext en samenwerking met het bedrijfsleven. Het blijkt zeer waardevol om iedere branche de mogelijkheid te geven zelf te zoeken naar de juiste manier van invoeren van CGO.

In het mbo worden de referentieniveaus taal en rekenen vanaf studiejaar 2010-2011 opgenomen in alle kwalificatiedossiers. Daarnaast worden centraal ontwikkelde examens ingevoerd. In 2013-2014 doen de eerste deelnemers mbo 4 mee aan de centrale examens. Het jaar daarna volgen mbo 2 en 3. Er zal extra inspanning nodig zijn om deelnemers op het gewenste taal- en rekenniveau te brengen. In 2009 is in nauwe samenwerking met de branches het Implementatieplan Taal & Rekenen opgesteld. In een aantal branches zijn met succes taal- en rekencoördinatoren en coaches ingezet. Zij zijn verantwoordelijk voor het opstarten en ondersteunen van taal- en/of rekenbeleid. In andere branches is Nederlands op de werkvloer of het integreren van Nederlands en rekenen in de vak- en praktijklessen een belangrijk onderwerp Samenwerking met de ketenpartners uit het vmbo en hbo is onontbeerlijk om doorlopende leerlijnen te kunnen ontwikkelen. Het Albeda College participeert in twee projecten waarin deze samenwerking centraal staat: Elkaars taal spreken, een project waarin een taalportfolio vmbo-mbo gerealiseerd wordt, een taaltakenpakket gericht op de overgang vmbo-mbo en Rekenpiloot, een project waarin samen met het vmbo een doorlopende leerlijn rekenen wordt ontwikkeld. Uit resultaten van diagnostische toetsen van het CITO, waaraan ook het Albeda College in 2009 heeft meegedaan, blijkt dat er landelijk sprake is van grote achterstanden. In een grootstedelijke regio als Rijnmond zijn deze achterstanden nog groter. Uit de gegevens op brancheniveau blijkt dat meer dan de helft van onze

Tabel 4 Aantal deelnemers in experimentele opleidingen (beleidstelling 1 oktober 2009)

2008-2009 conform beschikking CFI Aantal deelnemers actief

Experimentele opleidingen

Totaal 01.10.2008

Gesplitst in leerwegen % BOL

BBL

dtBOL

2009-2010 Peildatum nov. 2009

Totaal 01.10.2009

Gesplitst in leerwegen % BOL

BBL

dtBOL

7.752

35,5%

83,2

15,5

1,3

12.480

54,8%

81,5

16,4

2,1

Eindtermen opleidingen

14.063

64,5%

62,2

33,2

4,6

10.307

45,2%

56,9

39,1

4,0

Totaal mbo-deelnemers

21.815

100,0%

69,7

26,9

3,4

22.787

100,0%

70,4

26,6

3,0

26

deelnemers niet op het gewenste niveau binnenkomt. Het mbo zit aan het einde van de doorlopende leerlijn po-vo-mbo en is afhankelijk van de instroom. Het mag niet zo zijn dat straks, ondanks alle inspanningen, veel deelnemers geen diploma halen, omdat ze niet aan de eisen voldoen van de centrale examens taal en rekenen. Vanaf 2010 wordt in alle branches een jaarlijkse nulmeting taal en rekenen voor de nieuwe instroom ingevoerd. Daarnaast investeert het Albeda College in het ontwikkelen van Taalassessments mbo, waarmee de taalvaardigheid van de deelnemer in de context van het beroep kan worden geëxamineerd. In 2010 zullen deze projecten verder worden uitgerold. Verantwoording van de aanvullende bekostiging en de resultaten van het gevoerde taal- en rekenbeleid zullen worden besproken in het jaarverslag over 2010.

Taalassessments Twee Albeda-docenten Nederlands van de branches Handel & Commercie en Horeca & Toerisme hebben een nieuw instrument ontwikkeld om de taalvaardigheid van deelnemers in de praktijk te kunnen meten: het taalassessment. Niet alleen deelnemers en docenten Nederlands zijn enthousiast, ook andere docenten in het team zien steeds meer in wat het belang van taal is in hun vak. Dat past in CGO. Taal is geen geïsoleerd vak meer, maar wordt steeds meer geïntegreerd in de beroepscontext. In het taalassessment moeten deelnemers vanuit een beroepssituatie opdrachten uitvoeren. De opdrachten variëren van het schrijven van een brief aan een leverancier tot het houden van een productpresentatie en het voeren van een klachtengesprek. Hierbij komen de vijf taalvaardigheden integraal aan bod: lezen, schrijven, spreken, luisteren en gesprekken voeren. De opdrachten passen bij het beroep waarvoor de deelnemer leert.

2.2.3 Leren, Loopbaan en Burgerschap In 2009 hebben alle branches een verantwoordingsdocument Leren, Loopbaan en Burgerschap opgesteld. Begeleiding bij het leren, gericht op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid, is de verantwoordelijkheid van het docententeam en daarmee een geïntegreerd onderdeel van ons onderwijs. De loopbaancompetenties sluiten nauw aan bij

ankerpunt 1 van onze onderwijsvisie en zijn verankerd in de branches. De tevredenheid over loopbaanmogelijkheden en loopbaanbegeleiding meten we jaarlijks via het deelnemertevredenheidsonderzoek (DTO): 66% van de deelnemers zegt dat het mogelijk is om de opleiding sneller of langzamer uit te voeren; 84% van de deelnemers die van deze mogelijkheid gebruikmaken is hier tevreden over; 65% van de deelnemers is tevreden over de begeleiding bij het zoeken naar werk en/of een vervolgopleiding. Vanuit een onderwijsvisie die gericht is op maatschappelijke participatie is burgerschapsvorming een integraal en herkenbaar onderdeel van de gehele organisatie. Als onderdeel van de lesstof is de inhoud afhankelijk van de beroepscontext. De school en de groep vormen een microgemeenschap en daarmee een oefenplaats voor deelnemers in de vorming naar actief en betrokken burgerschap. Er worden veel verschillende werkvormen ingezet die aansluiten bij de doelgroep, zoals projecten, gastlessen, excursies, workshops en debatten. Met een portfolio houdt de deelnemer zijn ontwikkeling en zijn leer- en vormingsdoelen bij. Reflectieverslagen zijn daarbij een instrument. De examinering moet nog geëvalueerd worden. Het Albeda College wacht op een nieuw brondocument rond Leren, Loopbaan en Burgerschap, waarvoor de opdracht is neergelegd bij de MBO Raad. Albedabreed wordt gewerkt aan een eigen visiedocument Burgerschap.

2.2.4 FES-gelden Op basis van innovatieplannen konden branches een beroep doen op de FES-middelen (Fonds Economische Structuurversterking). In 2009 zijn deze middelen primair besteed aan het ontwikkelen van les- en examen materiaal voor CGO, met in totaal veertig projecten. Aandacht is onder andere besteed aan competentiegericht beoordelen en de betrokkenheid van het werkveld hierbij. BPV-bedrijven hebben meegedacht en feedback gegeven op de ontwikkelde producten. Bij deze projecten zijn in totaal ruim vijfhonderd docenten betrokken geweest. Zij konden zich zo verder professionaliseren in het werken met CGO. Tevens zijn er vanuit de FES-middelen 66 docentstages gerealiseerd. Docentstages bieden docenten de mogelijkheid om kennis en ervaring op te doen in het bedrijfsleven. Het nut van docentstages wordt breed 27


onderkend. Onder andere de afstemming met het werkveld vroeg meer tijd dan vooraf was voorzien. De plannen worden in 2010 verder uitgevoerd. Verder zijn er 393 instroomtrajecten voor zwakkere deelnemers gerealiseerd. De ambitie van 417 trajecten is hiermee nagenoeg volledig gerealiseerd. Tot slot is een deel van de middelen besteed aan het realiseren van IT-toepassingen voor het nieuwe onderwijs. De financiële verantwoording van de FES-gelden is opgenomen in de jaarrekening.

2.3. Versterken relatie van onderwijs met arbeidsmarkt

Tabel 5 Cijfers algemeen oordeel KTO Gemiddeld BPV-opdrachten

6,9

BPV-begeleiding 6,7 Examinering 6,5 Samenwerking met het Albeda College

6,8

2.3.2 Rotterdamse samenwerking

Als roc leiden we deelnemers op tot vakbekwame, zelfstandige en verantwoordelijke werknemers. Vakbekwaamheid houdt in dat je kennis van zaken hebt en weet wat je moet doen. De toegevoegde waarde van competentiegericht onderwijs is dat deelnemers deze kennis en vaardigheden al tijdens de opleiding in de praktijk kunnen leren toepassen. Binnen het Albeda College vinden we het belangrijk dat dit zoveel mogelijk gebeurt op de werkvloer of in nagebootste praktijksituaties op school. Om deze reële beroepscontexten te realiseren zoeken we samenwerking met het werkveld. Deze aanpak leidt ertoe dat bedrijven en instellingen in onze regio steeds meer betrokken worden bij het onderwijs. Deze wisselwerking heeft een positieve uitwerking op de kwaliteit van ons onderwijs en de motivatie van onze deelnemers.

Het Albeda College werkt binnen het convenant Rotterdamse Werkafspraken intensief samen met Zadkine, de kenniscentra en de gemeente Rotterdam. Gezamenlijk wordt gewerkt aan het verhogen van de kwantiteit en kwaliteit van de beroepspraktijkvorming.

2.3.1 Beroepspraktijkvorming

In het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2009 zijn twee extra stagemakelaars aangesteld, om in samenwerking met het bedrijfsleven nieuwe stagemogelijkheden te creëren en deelnemers zo nodig te helpen een stageplaats te vinden. Het Actieplan Jeugdwerkloosheid is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het kabinet wil hiermee voorkomen dat jongeren in deze crisistijd langdurig aan de kant komen te staan, zoals in de jaren tachtig is gebeurd.

De branches zijn verantwoordelijk voor de inhoud en de vormgeving van de beroepspraktijk vorming (BPV). In 2009 is door het BPV-platform waarin branches participeren een gezamenlijke BPV-brochure ontwikkeld. Hierin worden leerbedrijven geïnformeerd over de vernieuwingen van het beroepsonderwijs. Er is ook één centraal contactadres voor bedrijven geopend. Om zicht te houden op de beschikbaarheid van voldoende BPVplaatsen wordt vier keer per jaar door het Albeda College een BPV-monitor opgesteld. De landelijke kenniscentra publiceren jaarlijks de landelijke Colo-barometer. Uit ons klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de BPVbegeleiders van de BPV-instellingen begeleiding door het Albeda College met gemiddeld een 6,7 waarderen. De samenwerking met het Albeda wordt met een 6.8 gewaardeerd. Onze inzet in 2010 is erop gericht deze waardering te verhogen naar een 7. 28

Het Stageservicepunt, een meldpunt voor BPVmatching, komt voort uit het convenant en heeft in 2009 ongeveer 300 moeilijk plaatsbare deelnemers geholpen bij het vinden van een erkende BPV-plaats. Ook heeft het servicepunt het afgelopen jaar circa 150 nieuwe werkgevers en leerbedrijven aangetrokken, waarvan een flink aantal met een structureel aanbod. Bij de gemeentelijke diensten zijn zestig extra stageplaatsen op niveau 1 en 2 geworven, met extra begeleiding op de werkvloer.

Op 16 september 2009 organiseerden de samenwerkende partijen voor de tweede keer de Rotterdamse Dag van de Stage om bekendheid aan dit fenomeen te geven. Burgemeester Aboutaleb opende ’s morgens de druk bezochte informatiemarkt voor BOL-deelnemers, die in de middag gevolgd werd door een speeddate voor deelnemers die op zoek waren naar een BBLleerwerkplek. ’s Avonds was het programma gericht op organisaties en bedrijven. Na een ronde met acht workshops en de presentatie van de nieuwste regio COLO-barometer, maakte wethouder Schrijer bekend dat Maersk Line dit jaar was gekozen als het Beste Rotterdamse Leerbedrijf. Tweede en derde plaats waren voor Erasmus MC en Vestia Rotterdam. De Rotterdamse Dag van de Stage werd georganiseerd door het Albeda College, COLO, Gemeente Rotterdam, UWV Werkbedrijf en Zadkine. De Kamer van Koophandel, het stedelijk project Leren & Werken en Your World waren de sponsors.

Actieplan jeugdwerkeloosheid Onderdeel van het actieplan Jeugdwerkeloosheid 2009 is het School Ex-programma. Het Albeda College heeft in 2009 8.935 examenkandidaten actief benaderd met een landelijke enquête rond de verwachte jeugdwerkloosheid. 3845 examenkandidaten hebben de enquête ingevuld teruggestuurd. Hieronder staan de resultaten van deze enquête. De 259 deelnemers die nog niet wisten wat ze wilden gaan doen, zijn actief benaderd voor een gesprek met loopbaanbegeleiders. Naar aanleiding van deze enquête gaat het Albeda College in 2010 een alumnibeleid formuleren.

2.3.3 Internationalisering De regio Rijnmond heeft de grootste haven van Europa en veel internationaal concurrerende activiteiten. De verwachting is dat de mobiliteit in de regio Rijnmond verder zal toenemen. Verbreding van het beleid en intensivering van activiteiten gericht op internationalisering binnen het onderwijs worden uitgewerkt in een beleidsplan voor de komende vijf jaar. Dat richt zich op internationale stages voor deelnemers en medewerkers in enkele Europese hotspots. De branches blijven zelf verantwoordelijk voor hun eigen internationaliseringagenda. Er zijn vijf Engelstalige opleidingen in de branche Handel & Commercie, de International Business Studies. Deelnemers van deze opleidingen worden naast een Nederlands diploma, ook opgeleid voor een internationaal erkend diploma: het BTEC National Diploma in Business. Het internationaal stagebureau (ISB) heeft een belangrijke rol gespeeld in het bemiddelen in buitenlandstages en het organiseren van studiereizen. In 2009 leidde dat tot 115 buitenlandstages en vijf studiereizen voor 35 medewerkers. Doel van de studiereizen was vooral kennisuitwisseling met andere onderwijsinstituten in Europa.

Tabel 6 Resultaat enquête School Ex-programma Aantal Percentage deelnemers van totaal Werken Verder leren Combinatie werken-leren Weet niet Iets anders Niet ingevuld

780 1810 605 259 12 379

20% 47% 16% 7% 0% 10%

Totaal

3845

100%

29


Hieronder de ervaringen van een deelnemer met internationalisering:

“Mijn naam is Linda Vrolijk. Ik ben voor mijn opleiding Sociaal Pedagogisch Werker naar Frankrijk geweest voor stage in het plaatsje Argentat, net onder het midden van Frankrijk aan de Dordogne. Het bedrijf waar ik stage liep heet Centre - Aurillange. Ik werkte bij het onderdeel dat probleemjongeren probeert voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij. Dat wordt geprobeerd door hun te leren hun gedrag aan te passen. In het Centre begeleidde ik Nederlandse kinderen van 9 tot 12 jaar met een gedragsprobleem.

Het bedrijf werkt volgens de methode Ervarend leren. Dat houdt in dat kinderen eerst zelf moeten ontdekken dat ze iets fout doen, waarbij ze de gevolgen van hun gedrag goed onder ogen moeten zien. Pas daarna krijgen ze een correctie. Kinderen leren dus door ervaringen wat hun gedrag inhoudt.

De locatie lag in de bossen. Weinig mensen in de buurt en weinig mogelijkheden om weg te lopen. Dat dwingt het kind min of meer om zijn eigen gedrag onder ogen te zien en veranderingen door te voeren.

Ik werkte vier dagen achter elkaar. Daarna waren we vier dagen achterelkaar vrij. Ik had een eigen kamer met de stagiaires in het huis en ik kon na 21.00 al naar bed, omdat dan ook alle kinderen op bed lagen. Je had dus voldoende rusttijd.

We hadden verder een heel strak dagrooster en de kinderen wisten dan ook precies waar ze aan toe waren. Ze moesten zes dagen per week klussen en zeven dagen per week voor de dieren zorgen. Er was een vast schema voor elk kind. Mijn mening over deze manier is dat het zeer effectief is. Ik zag aan de kinderen dat ze echt veranderd waren als ze terug gingen naar Nederland.”

30

2.4 Stageboxgelden Door de inzet van de stageboxgelden die wij van OCW ontvangen om moeilijk plaatsbare deelnemers een stageplaats te kunnen bieden en het intensiveren van de BPV-begeleiding is in 2009 het tekort aan stageplaatsen tot de zomervakantie met een half procent afgenomen. Door de economische crisis namen de tekorten de laatste maanden van 2009 weer toe. De stageboxgelden zijn vooral ingezet om het aantal BPV-plaatsen op niveau 1 en 2 te verhogen en te verbeteren. Er zijn simulaties en leerafdelingen opgestart of uitgebreid, bijvoorbeeld in de zorg. De branches Welzijn & Onderwijs en Handel & Commercie ontwikkelden innovatieve BPV-concepten in de wijk. Vanuit de vier scholingswinkels en het Praktijkhuis worden in de wijken activiteiten georganiseerd voor kleine zelfstandigen en buurtbewoners. Door het organiseren van relatieavonden, trainingen voor praktijkopleiders, docentenstages, het uitbreiden van het aantal accountmanagers en een uitbreiding met twee werkbanken is de relatie met het bedrijfsleven geïntensiveerd. In vier branches hebben medewerkers deelgenomen aan de training van de docent in de rol van intermediair. In 2010 zal vanuit de stageboxgelden gewerkt worden aan de volgende onderdelen: • Het afnemen van taalassessments • Uitbreiding van de innovatieve BPV concepten als BOL op de werkvloer • Een schoolsalon voor de kappersopleiding • Uitbreiding van het simulatiebedrijf Rotterdam international Trading Company (RiTC) waar administratieve stages worden gelopen en van het aantal leerwerkbedrijven.

2.5 Kwaliteitsmanagement Het Albeda College wil voortdurend werken aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Wij gaan uit van een pragmatische benadering, waarin we stellen dat kwaliteit van het onderwijs iets is waarover betrokkenen (intern en extern) steeds met elkaar in gesprek blijven en waarover zij het in dialoog eens worden. Kwaliteitsmanagement wil de kwaliteit van het onderwijs onderzoeken, borgen of verbeteren en openbaar maken.

2.5.1 Beleidscyclus Het Albeda College hanteert een vaste beleidscyclus die bottom up vanuit de onderwijsteams uitgevoerd wordt. Deze cyclus staat beschreven in het handboek Kwaliteitsmanagement. De cyclus start met het strategisch kader van het College van Bestuur, dat door de branches naar een eigen beleidsplan wordt vertaald. Dit plan wordt zo nodig jaarlijks naar aanleiding van een zelfevaluatie bijgesteld. De thema’s van deze zelfevaluatie worden door het CvB vastgesteld. Werkwijze en formats zijn vastgelegd in het handboek. Jaarlijks wordt het handboek Albeda-breed geëvalueerd. De wijzigingen in de editie van mei 2009 zijn beperkt. In het algemeen betreft het aanpassingen aan het nieuwe Toezichtkader BVE en het daarin opgenomen Waarderingskader van de Onderwijsinspectie. Zo zijn begrippen als naleving, jaarresultaat, diplomaresultaat, zorgplicht en zorg voor deelnemers opgenomen. Alle branches hebben in 2009 een tussentijdse evaluatie gemaakt.

2.5.2 Interne audit 2009 examinering Om de kwaliteit van de examinering te borgen, heeft in het voorjaar van 2009 een Albeda-brede interne audit examinering plaatsgevonden. De interne audit is bedoeld als aanvullende check op de zelfevaluatie examinering 2008 en de maatregelen die bij de branches genomen zijn naar aanleiding van onvoldoendes in de rapportage van de Inspectie van 12 september 2008 over het onderzoek 2007-2008. Het onderzoek is gebaseerd op de standaarden en normering zoals deze zijn opgenomen in het Toezichtkader 2007, inclusief addendum. Tijdens de periode van de interne audit werd het Toezichtkader 2009 van kracht. De wijzigingen die het nieuwe Toezichtkader met zich meebrengt ten opzichte van het Toezichtkader 2007 waren niet dusdanig van aard dat het interne onderzoek moest worden aangepast. De interne audits hebben plaatsgevonden door auditteams die gevormd zijn door de beleidsmedewerkers van de branches. Het gehele proces is begeleid door een extern bureau. De audit heeft plaatsgevonden op basis van de zelfevaluatie Examinering 2008, documentenonderzoek en gesprekken met directie, onderwijsmanagers, teamleiders, leden van de subexamencommissies en de toetsvaststellingscommissies. Bij een aantal branches zijn ook gesprekken met deelnemers geweest. Getoetst is of de bevindingen uit de zelfevaluatie Examinering bevestigd worden door medewerkers en deelnemers.

De audit vond plaats op het niveau van de opleiding, met een rapportage per opleiding. Het onderzoek betrof het jaar 2008 waarbij gekeken werd naar de standaarden van de inspectie. De focus lag op de standaarden 3, 4, 5 en 6. Bij de standaarden 4 en 5 is onderzocht of er een productaudit heeft plaatsgevonden. De opleidingen die in 2007-2008 als onvoldoende beoordeeld zijn, werden in het onderzoek meegenomen. De bevindingen en aanbevelingen uit de interne audit komen overeen met de opgeleverde zelfevaluatie Examinering van de branches. Hieruit kan afgeleid worden dat de kwaliteit van de examinering van het Albeda College op orde is.

2.5.3 Intern onderzoek 850/300 klokurennorm Ook dit jaar heeft een intern onderzoek plaatsgevonden naar de 850 en 300 klokurennorm. In de eerste fase van het onderzoek zijn de TOP-modellen (bijlage C4 van de OER) en de jaarplanners van 199 opleidingen en bijna 1400 groepen opgevraagd en gecontroleerd. In de tweede fase van het onderzoek is gecontroleerd in hoeverre de geplande klokuren ook daadwerkelijk zijn gegeven. Voor dit onderzoek is een groep van circa 25 deelnemers per branche aangewezen. Alle geselecteerde groepen beschikten over een instrument in de vorm van een jaarplanner, waarmee vroegtijdig kan worden gesignaleerd wanneer aan het eind van het cursusjaar de voorgeschreven 850 klokuren voor BOL-opleidingen en de 300 klokuren voor BBL en dt-BOL niet worden behaald. Dat kan zijn door openstaande vacatures en/of ziekte. Een verbeterpunt voor 2010 is het correct bijhouden van wijzigingen op de presentielijsten en de jaarplanners. De accountant heeft het intern onderzoek met een steekproef gecontroleerd en daarna een goedkeurende verklaring afgegeven.

31


2.6 Horizontale verantwoording Het Albeda College legt verantwoording af aan de belanghebbenden in de maatschappelijke omgeving. Dit zijn deelnemers, personeel, de rijksoverheid en organisaties zoals de onderwijsinspectie en niet in de laatste plaats aan externe belanghebbenden: het beroepenveld, de lokale overheid, re-integratiebedrijven, centra voor werk en inkomen, instellingen voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening, regionale werkgevers- en werknemersorganisaties, brancheorganisaties in het bedrijfsleven, het toeleverend onderwijs (voortgezet onderwijs), het afnemend onderwijs (hoger onderwijs) en andere regionale partijen zoals de Kamers van Koophandel.

• Er zijn verschillende werkveldbijeenkomsten georganiseerd door de opleiding Kappen die hebben geresulteerd in een regionale inkleuring van het onderwijsprogramma, aanpassing van de BPV opdrachten en docentenstages • In 2009 is er een pilot opgezet in het Albeda College voor de administratieve terugkoppeling van ingeschreven deelnemers naar het vmbo. Dit moet in 2010 resulteren in één doorstroom / en terugkoppelingsformulier • In het kader van de doorstroom van mbo naar hbo is er in 2009 onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktrelevantie en de haalbaarheid van AD opleidingen (Associate Degree)

2.6.3 Critical Friends 2.6.1 Bondgenoten Het Albeda College zet alle zeilen bij om in dialoog met onze bondgenoten de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en de kansen van de jongeren te vergroten. Het Albeda College beschouwt haar bondgenoten als partners, die met elkaar van gedachten wisselen over resultaten, kansen en bedreigingen, die gebaat zijn bij een gemeenschappelijke aanpak. In 2009 heeft het CvB op politiek bestuurlijk niveau in de verschillende stadsregiogemeenten van gedachten gewisseld over het participatiebudget en de mogelijke inzet ten behoeve van de zorgdeelnemers. In het kader van de horizontale verantwoording is de omvang van de problematiek en de specifieke aanpak besproken aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens per gemeente. Vanuit de gemeente Rotterdam zijn additionele middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de zorgstructuur voor de Rotterdamse deelnemers. In het kader van de monitoring van de zorgstructuur zijn er in 2009 verkennende gesprekken gevoerd met de Sociaal Wetenschappelijke Afdeling van de Gemeente Rotterdam over de start van een onderzoek op een pilotlocatie.

2.6.2 Verankering in de regio Ook de branches participeren in diverse regionale platforms en zijn voortdurend in dialoog met de verschillende belanghebbenden: deelnemers, ouders, bedrijven, overheden en andere onderwijsinstellingen. Op deze wijze verankert het Albeda College zich als een gemeenschapsschool in de samenleving. De resultaten hiervan zijn elders in het jaarverslag beschreven. We beperken ons tot een aantal voorbeelden: 32

Wij willen iedere deelnemer stimuleren om een zo hoog mogelijke kwalificatie te halen. Deze ambitie was het vertrekpunt van het Critical Friend Onderzoek, dat uitgevoerd is in december 2009 door het Alfa College uit Groningen. Met een breed samengesteld team hebben zij een onderzoek gedaan bij een representatief aantal opleidingen en afdelingen naar de vraag in welke mate wij in staat zijn het onderwijsrendement te verhogen van de opleidingen op niveau 3 en 4. Het onderzoek heeft geresulteerd in een aantal bruikbare aanbevelingen voor bestuur en management ten behoeve van de ontwikkeling van het rendementsbeleid. De kritische houding van deze onafhankelijke deskundigen is verhelderend en draagt bij aan de verdere verbetering van de onderwijskwaliteit. Sinds 2007 vindt er een jaarlijks onderzoek plaats bij één van de collega-instellingen.

2.6.4 Tevredenheidonderzoeken: DTO, KTO en MTO In 2009 zijn er drie tevredenheidonderzoeken gedaan. Voor het eerst betrof dat het ook klanttevredenheidsonderzoek (KTO) onder BPV-leerbedrijven. Daarnaast zijn het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO, tweejaarlijks) en het deelnemertevredenheidsonderzoek uitgevoerd (DTO, jaarlijks). De tevredenheidonderzoeken zijn onderdeel van de beleidscyclus en leveren input voor de zelfevaluaties en beleidsplannen van de branches. De vragen zijn gerelateerd aan het toezichtkader van de onderwijsinspectie.

2.7 Verticale verantwoording

2.7.4 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van EVC

2.7.1 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs

Het Albeda College speelt in op de ontwikkelingen in het land, de vraag naar maatwerk in onderwijs is toegenomen en door de crisis hebben werknemers meer tijd om zich bij te scholen. In navolging van het besluit in 2008 om een EVC centrum op te starten is vanaf 1 juli 2009 is binnen het Albeda College gestart met het EVC-loket als experiment. Het loket werkt samen met de branches S&A en W&O, die al in het bezit zijn van een voorlopige erkenning door het Kenniscentrum EVC, zoals bedoeld in het convenant van 2006. De doelstelling van het loket is om Albeda-breed de vraag naar EVC procedures voor alle opleidingen te makelen en te schakelen. Door het loket wordt gebruik gemaakt van de expertise van de branches S&A, W&O en de stafdienst O&K. De aandachtspunten uit het inspectierapport 2009 zullen worden meegenomen in de evaluatie van het Albeda-brede handboek EVC waarin de handleidingen, procedures en instrumenten voor het uitvoeren van EVC zijn opgenomen. Door de centrale aanpak van het loket is inmiddels meer vraag naar EVC door werknemers, werkgevers en uitkerende instanties gegenereerd.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het rapport van de onderwijsinspectie van 2009 was er bij het cluster ICT van de branche Business Services en het cluster Metaal/ Elektrotechniek en Mobiliteit van de branche Techniek een aangepast arrangement. Deze clusters hebben onmiddellijk een verbeterplan ontwikkeld. In oktober 2009 zijn de verbeterplannen en bijbehorende maatregelen aan de inspectie gepresenteerd. Een aantal van de opleidingen die onder het aangepaste arrangement vielen, worden nu niet meer aangeboden. In de plaats daarvan zijn competentiegerichte opleidingen gekomen. Alle opleidingen zijn intussen op alle kwaliteitsaspecten voldoende bevonden. Het aangepaste arrangement blijft nog gelden tot ook een voldoende rendement wordt behaald. Naar verwachting wordt dat in 2011 gerealiseerd. De inspectie zal de betrokken branches opnieuw bezoeken in oktober 2010.

2.7.2 Thematisch inspectie onderzoek Dit jaar heeft de inspectie eveneens twee themaonderzoeken - voor VSV én BPV - bij de branche Techniek en Business Services gehouden. Deze onderzoeken zijn positief verlopen. Andere thematische onderzoeken waren CGO, Klachten, Seksuele diversiteit. Deze onderzoeken leiden tot een landelijk rapport van de onderwijsinspectie op dit thema.

2.7.3 Inspectieonderzoek naar de kwaliteit van de examinering Voor de examens die in 2008 als onvoldoende beoordeeld waren door de inspectie, heeft het Albeda College een intensief verbetertraject ingezet. De herbeoordeling van deze examens zal in 2010 plaatsvinden. In 2009 is het handboek opnieuw geëvalueerd. Hierbij is geconstateerd dat bijlage 1, het handboek EVC, niet in het handboek Examinering thuishoort, vanwege de gewenste scheiding tussen onderwijs en EVC. Het handboek EVC zal eerst worden geëvalueerd en daarna apart worden gepubliceerd. Het handboek Examinering heeft verder een aantal kleine aanpassingen ondergaan naar aanleiding van opmerkingen van betrokkenen. Tevens zijn de controlelijst toetsbundel competentiegerichte examinering en controlelijst toetsbundel eindtermgerichte examinering van de Inspectie van het Onderwijs in het handboek opgenomen.

In december 2009 voerde de inspectie voor het laatste onderzoek uit naar de kwaliteit van EVC-procedures bij crebo-erkende, voor het mbo diplomerende EVCaanbieders. Het onderzoek ging uit van de normteksten bij de vijf subcodes van de EVC-code die het Kenniscentrum EVC met de convenantpartners op 2 juli 2009 vaststelde. Het onderzoek naar de kwaliteit van de EVC-procedures bij het Albeda College vond plaats op 1 december 2009. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat de kwaliteit van de volgende EVC-procedures nog niet voldoet aan de eisen van de EVC-code: Modelprocedure branche Welzijn & Onderwijs: 10742 Sociaal pedagogisch werker 3 10743 Sociaal pedagogisch werker 4 De EVC-procedures van de branche Welzijn & Onderwijs voldoen niet aan de eisen van code 2 (rechten) en code 3 (onderzoek). De EVC-procedures voldoen wel aan de eisen van code 1 (doel), code 4 (assessoren en begeleiders) en code 5 (kwaliteitszorg). Modelprocedure branche Secretarieel en Administratie: 10040 Directiesecretaresse/managementassistent 90472 Administratief medewerker (Secretarieel medewerker)

33


De EVC-procedures van de branche Secretarieel en Administratie voldoen niet aan de eisen van code 3 (onderzoek). De onderzochte procedures voldoen wel aan de eisen van code 1 (doel), code 2 (rechten), code 4 (assessoren en begeleiders) en code 5 (kwaliteitszorg). Het Albeda College kan deze tekortkomingen binnen een jaar tijd kan verhelpen. Het EVC-loket zal in het komende jaar verder uitgebouwd worden, waardoor het EVC aanbod van het Albeda College zich meer eenduidig kan presenteren.

2.8 Trajectbureau Ook in 2009 heeft het Trajectbureau zich ingezet voor het toegankelijker maken van het Albeda College, het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en het versterken en coördineren van de zorgstructuur. Het Trajectbureau onderhoudt hiervoor een netwerk van contacten, onder andere met het regionale melden coördinatiepunt (RMC) en Leerplicht in gemeentes in de (stads)regio, maar ook met organisaties voor (jeugd)hulpverlening, zoals Flexus Jeugdplein en Stek. Daarnaast werken we samen met de GGZ, de GGD, de Kredietbank Rotterdam en met scholen voor vo, so en mbo. Het Trajectbureau verzorgt de schoolgebonden interne zorg en de hulpverlening door schoolgebonden externe specialisten. De interne zorg bestaat uit twee onderdelen: • De loopbaancoaching voor jongeren die zich moeten oriënteren op opleiding en werk • De begeleiding van de overige doelgroepen: - jongeren met een handicap - jongeren met leerproblemen - jonge moeders - topsporters - ingestroomde deelnemers vanuit praktijkonderwijs en speciaal onderwijs De schoolgebonden externe specialisten zijn bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werkers, gedragstrainers, sociaal verpleegkundigen en medewerkers van Schuldhulpverlening en leerplicht/RMC. Deze externe specialisten komen naar locaties van het Albeda College. De opleidingsteams zelf weten bij vragen het Trajectbureau steeds beter te vinden.

34

2.8.1 Terugblik op 2009 Samen met de gemeente Rotterdam werken het Albeda College en Zadkine in Rijnmond aan een integrale aanpak van zorg voor jongeren. Daarbij staat de levensloopbaan van jongeren centraal en worden acht leefgebieden betrokken: scholing, wonen, werken, gezondheid, financiën, sociale omgeving (inclusief familie en relaties), politie-justitie en vrije tijd. In 2009 is besloten een pilot te starten met zorgcoördinatoren in de branches. Centraal staat het verzuimbeleid. Het in de regio Rijnmond ontwikkelde verzuimprotocol is ingevoerd. Het digitaal melden van ongeoorloofd verzuim heeft brede bekendheid gekregen via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In 2009 lag het accent bij trajectbegeleiding op een sluitende aanpak binnen de school. Trajectbureau en de branche AKA hebben een flexibele instroommogelijkheid gerealiseerd met het accent op loopbaancoaching. Door de economische crisis is er meer aandacht voor de uitstroom van gediplomeerde deelnemers naar de arbeidsmarkt. Een enquête in samenwerking met de MBO Raad geeft inzicht in de plannen van gediplomeerde schoolverlaters. Samen met de gemeente Rotterdam en het UWV zijn Aan de slag-dagen georganiseerd om gediplomeerde jongeren te steunen bij hun doorstroom naar werk of een vervolgopleiding. In het studie-informatiecentrum is het Werkplaza gevestigd als samenwerking met arbeidsintermediair Start People voor de bemiddeling van deelnemers naar BPV-plekken en werk. De voorlichting aan aspirant-deelnemers wordt steeds meer maatwerk. We nemen deel aan regionale beurzen als Skills Masters in Ahoy, maar doen ook aan kleinschalige voorlichting op vmbo-scholen. Daarnaast houden we elk jaar in januari en maart onze open dagen. Het Albeda College ziet ouders als partners. Er zijn enkele experimenten om naast de ouderavonden de contacten tussen ouders en school te versterken, zoals bij de intake. Ook op onze website wordt sinds 2009 gericht informatie aan ouders gegeven over de overstap van hun kinderen naar het mbo. In 2009 zijn ongeveer 1300 deelnemers van de derde klas vmbo in het kader van hun praktische sectororiëntatie op bezoek geweest. De vmbo deelnemers vulden een enquête in over hun bezoek aan de opleidingen. De tevredenheid is over het algemeen hoog: deelnemers gaven gemiddeld een 7,3 en

decanen/begeleiders een 7,9. Circa 200 deelnemers uit de vierde klas van het vmbo tl maakten gebruik van het proefstuderen aan een opleiding van hun keuze.

onderwijs en praktijkonderwijs worden afspraken gemaakt. Daarvoor moet de zorgcoördinatie verder geprofessionaliseerd worden.

De thema’s van de middag voor decanen en mentoren waren dit jaar zorgstructuur en nieuwe opleidingen. Deze onderwerpen zijn gekozen omdat er door decanen en mentoren vaak gevraagd wordt naar informatie over deze onderwerpen. Extra aandacht werd besteed aan niveau 2 opleidingen. In 2009 is het aantal mbo-loketten beroepsonderwijs in het vmbo uitgebreid. Albeda College en Zadkine zijn een dagdeel per week aanwezig op zes scholen voor vo. Het doel is het versterken van de loopbaanbegeleiding. In 2010 groeit dit aantal naar vijftien mbo-punten.

Het steunpunt Studie en handicap probeert samen met de Regionale expertisecentra (REC) de ambulante begeleiding voor jongeren met een handicap effectiever te maken.

Op één vmbo-school (VOS) hebben Albeda-docenten de eindgesprekken van de vierdejaars bijgewoond over hun projecten die met beroepskeuze te maken hadden. Dit is een goed voorbeeld van de manier waarop vmbo en Albeda College samenwerken om de loopbaanoriëntatie van deelnemers meer diepgang te geven.

2.8.2 Vooruitblik naar 2010 Een belangrijke opdracht voor 2010 is de verdere professionalisering van de zorgstructuur en de implementatie van de interne zorgadviesteams (ZAT) en de ZAT+, aangevuld met externe partners. Het aantal interne zorgoverleggen (ZAT’s) is toegenomen tot 62 eind 2009. In een ZAT+ participeren externe organisaties, zoals jeugdhulpverlening, GGZ, GGD, leerplicht en politie rondom complexere casussen. Er worden afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak volgens het principe één jongere, één plan. Er functioneren twee ZAT’s+ in het Albeda College, een voor deelnemers van AL-trajecten in Rotterdam Noord, en een voor deelnemers van alle niveaus in Rotterdam Zuid. Een ZAT+ voor Rotterdam Noord is in voorbereiding. Daarnaast biedt het VSV-beleid, vooral de activiteiten rond de overgang vmbo-mbo en samenwerking met leerplicht/RMC verdere kansen tot een sluitende aanpak in regio. Het Albeda College streeft als vervolg op het Verzuimprotocol naar een verdere afstemming van RMC leerplicht in de regio Rijnmond. De mbo-loketten zullen samen met vo en mbo scholen verder worden uitgezet in de regio Rijnmond. De discussies over passend onderwijs voor iedereen bieden kansen voor de begeleiding van kwetsbare deelnemers. Met de RMC-punten, leerplicht en scholen voor speciaal

2.8.3 Voorkomen voortijdig schoolverlaten (VSV) In december 2007 heeft het Albeda College een convenant getekend met OCW en de gemeenten met als doel de komende vier jaar de uitval met 40% terug te dringen. In 2009 is door nog meer persoonlijke aandacht en verzuimbegeleiding hard gewerkt om dat percentage te halen. Ook het tweede convenantjaar is succesvol afgerond: het Albeda College heeft de dalende tendens van voortijdig schoolverlaten verder kunnen doorzetten. Volgens de voorlopige cijfers van 2008-2009 van het ministerie van OCW is ten opzichte van 20052006 de uitval gedaald met 22 % tot 11,9 % totaal. De trajectbegeleiding van jongeren onder de 23 jaar die zonder startkwalificatie de school dreigen te verlagen was daarbij belangrijk. In 2009 kwamen 451 jongeren bij het loopbaanpunt waar zij individueel en in groepen loopbaanbegeleiding kregen. 456 niveau 1 deelnemers en 1984 deelnemers van niveau 2, 3 en 4 kregen individuele begeleiding. Verder zijn er in het kader van VSV-beleid nog de volgende projecten: • Verdieping van de loopbaanoriëntatie van vmbo’ers • Verbetering van de overdracht tussen vmbo en roc • Meer flexibele instroom • Versterken van de zorgstructuur en de verzuimbegeleiding In 2008-2009 werden 2891 studiestakers bij het Trajectbureau gemeld. 12% van hen reageerde niet op het aanbod van trajectbegeleiding; zij zijn gemeld bij RMC/leerplicht. Van de jongeren die zijn begeleid is 56% naar een onderwijstraject begeleid of richting werk. De overige deelnemers zijn overgedragen aan het jongerenloket, leerplicht, hulpverlening en andere organisaties. Jongeren die willen instromen bij het Albeda College kunnen begeleiding krijgen van een trajectbegeleider of deelnemen aan een training in het Loopbaanpunt.

35


Tabel 1 Cijfers VSV van het Albeda College, naar leerweg en niveau (Bron CFI)

2005-2006

2008-2009 Landelijk

Totaal VSV Percentage Totaal VSV Percentage

BOL niveau 1

1685

612

36,3

1024

335

32,7

33,8%

niveau 2

3709

757

20,4

3220

542

16,8

13,9%

niveau 3

2909

267

9,2

3736

270

7,2

6,7%

niveau 4

5714

402

7

5324

326

6,1

5,1%

14017

2038

14,5%

13304

1473

11,1%

Totaal

BBL niveau 1

65

26

40

107

50

46,7

41,1%

niveau 2

1222

272

22,3

1462

305

20,9

17,3%

niveau 3

912

107

11,7

930

70

7,5

5,8%

niveau 4

442

44

10

478

34

7,1

6,5%

2641

449

17,0%

2977

459

15,4%

Totaal

Uit het VSV-onderzoek blijkt dat voortijdig schoolverlaten slechts voor een deel door het onderwijs wordt veroorzaakt. Juist de contacten met andere organisaties in de zorgstructuur zijn noodzakelijk voor een daling.

2.8.4 Zorgstructuur Centraal in de zorgstructuur staan de deelnemer en de studieloopbaanbegeleider van de opleiding. Op basis van begeleidingsgesprekken, studieresultaten en verzuimregistratie merken de opleidingsteams op dat bepaalde deelnemers het minder goed doen op school. Deze deelnemers worden dan besproken in het intern zorgoverleg of ‘lichte’ ZAT. Hierin zitten de studieloopbaanbegeleiders, de trajectbegeleider, de schoolmaatschappelijk werker en eventueel de gedragstrainer. In het voorjaar van 2010 wordt een derde ZAT+ gestart. Een vierde begint in het najaar.

Signaleringssysteem Het Albeda College heeft zich aangesloten bij het signaleringssysteem sluitende aanpak (SISA) in Rijnmond, waardoor wordt bevorderd dat begeleiders van een jongere contact met elkaar kunnen krijgen en zo de begeleiding kunnen afstemmen. Het geautomatiseerde SISA-systeem is aangesloten op de registratiesystemen van diverse organisaties. Jongeren die in de registraties van die organisaties zijn opgenomen, komen volgens afgesproken selectiecriteria terecht in het basisbestand van SISA. Op het moment dat twee organisaties zich bezig 36

houden met eenzelfde jongere, gaat de jongere over naar het actiebestand. De betreffende organisaties maken dan een trajectplan en koppelen dit terug naar SISA. Het Trajectbureau organiseert trajectbegeleiding en schoolmaatschappelijk werk (smw) centraal en voert het decentraal uit. Op alle grote locaties van het Albeda College is een of meer dagen per week een trajectbegeleider en een schoolmaatschappelijk werker aanwezig. Begin 2009 was een team van veertien schoolmaatschappelijk werkers (circa 10 FTE) gedetacheerd vanuit Flexus Jeugdplein; eind 2009 was dit dankzij de OCW-gelden voor schoolmaatschappelijk werk gegroeid naar een team van 21 schoolmaatschappelijk werkers (smw) (15 FTE). Alle deelnemers van het Albeda College tot 23 jaar hebben toegang tot smw. De schoolmaatschappelijk werkers hebben in 2009 1980 deelnemers begeleid, waarvan 172 eenmalig. Financiën, huisvesting en meerdere sociaal emotionele problemen zijn vaak de aanleiding om bij het schoolmaatschappelijk werk hulp te zoeken. In 2009 is het schoolmaatschappelijk werk uitgebreid met online hulpverlening; zie www.helpff.nl

Gedragstraining

Dyslexie

Time4you is in het Albeda College de naam voor gedragstraining voor deelnemers, uitgevoerd door Stek, een organisatie voor jeugdhulpverlening. 146 jongeren kregen individuele training en 295 groepstraining. Totaal was deze vorm van begeleiding beschikbaar voor 441 jongeren in een beperkt aantal opleidingen op niveau 1 en 2. Vergeefs is in 2009 gezocht naar aanvullende middelen om deze vorm van begeleiding uit te breiden.

Nog steeds komen er jongeren op het mbo waarvan niet eerder is vastgesteld dat ze dyslectisch zijn. In 2009 heeft de orthopedagoog bij 30 deelnemers vastgesteld dat ze dyslectisch zijn. Zij kregen een officiële dyslexieverklaring die recht geeft op extra ondersteuning en faciliteiten. Daarnaast heeft de orthopedagoog adviesgesprekken gevoerd met jongeren die in het verleden een dyslexieverklaring hadden gekregen. In 2009 is een dyslexiepas ontwikkeld voor deelnemers. De onderwijsteams kunnen op basis van de aanbevelingen op deze pas en advies van de orthopedagoog rekening houden met de dyslexie van deelnemers. De orthopedagoog heeft een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een dyslexieprotocol voor het mbo. Tevens heeft de orthopedagoog deelnemers onderzocht op andersoortige leerproblemen.

De Coachingspool is een samenwerkingsverband van het Albeda college, het ROC Zadkine, het Jongerenloket, het mentoraat voor jongeren en FlexusJeugdplein. Sinds 1 januari 2009 zijn er voor het Albeda College vijf coaches beschikbaar. De Coachingspool is er voor risicodeelnemers met complexe of meervoudige problematiek, die moeilijk benaderbaar zijn en die intense begeleiding nodig hebben,

Handicap Woonfoyers De woonfoyers van het Albeda College en het Zadkine College zijn in 2009 samengevoegd en overgedragen aan FlexusJeugdplein. De kamers blijven beschikbaar voor jongeren van de beide roc’s. Helaas kreeg de succesvolle pilot Het Gezonde Roc van de GGD, ondanks de positieve resultaten in het jaar ervoor, geen vervolg in 2009. Als vervolg op het project Eergerelateerde zaken (afgerond in 2008) in opdracht van het ministerie van VROM heeft het Albeda College met de GGD afspraken over preventief melden door jongeren bij wie deze problemen in de zomervakantie kunnen spelen. Verder neemt het aantal jonge moeders dat onderwijs volgt toe op het Albeda College. In 2009 had het Trajectbureau contact met 241 jonge moeders.

Er waren in 2008-2009 binnen het Albeda College 304 deelnemers met een handicap bekend bij Studie&Handicap. Daarvan hadden 209 leerlinggebonden financiering (LGF)(69%). Ruim een kwart heeft een chronische ziekte, 15% heeft een vorm van autisme. Verder is er een grote diversiteit van handicaps: auditief, visueel, motorisch, meervoudig, psychisch, dyslectisch etc. In 2009 is de branche Business services in de ICT opleiding een speciale klas voor jongeren met een stoornis in het autistisch spectrum gestart. Er zijn intensieve contacten tussen de ambulante begeleiding vanuit de Regionale expertise centra (REC’s), de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en de opleidingsteams van het Albeda College. Studie&Handicap coördineert dit en bewaakt de kwaliteit van de geboden begeleidingsdiensten. Daarnaast coördineert Studie&Handicap het aanvragen en inzetten van de leerlinggebonden financiering binnen het Albeda College.

Deelnemers met een handicap Blijft in opleiding of stroomt door naar vervolgopleiding in het Albeda College Uit met diploma Uit met certificaten Uit zonder diploma (hiervan is 82% doorgestroomd vanuit cluster 4) Totaal

aantal

percentage

195

65%

35

12%

1

-

73

24%

304

37


2.9 Beroepsonderwijs 2.9.1 AKA Terugblik In het jaar 2009 heeft de branche AKA verder gewerkt aan de realisatie van de doelen uit het beleidsplan 2008 2010. Deze zijn onder te verdelen in de volgende thema’s:

Maatwerk Bij AKA zijn we in 2009 nog meer maatwerk gaan leveren, waarbij we zijn uitgegaan van de verschillende deelnemerskenmerken. Er is samengewerkt met wijkscholen, arbeidsorganisaties, scholingswinkels en de gemeente. Op deze manier zijn er in verschillende branches doorstroomtrajecten AKA-niveau 2 opgezet. Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Deelnemers die uit dreigen te vallen worden doorverwezen naar AKA-trajectbegeleiders of naar een opvangklas. Er zijn ook verschillende methodieken ontwikkeld voor deze deelnemers, zoals praktijksimulaties. Samenwerking: BPV De werkbank AKA vindt twee keer per jaar plaats. Hier zijn in 2009 twee succesvolle projecten uit voortgekomen: docenten hebben de training tot intermediair gevolgd en/of de docentenstage gelopen. Samenwerking: kwetsbare deelnemers Er is in 2009 een zorgcoördinator aangesteld. Ook is er een pilot gestart om de succesvolle samenwerking met hulpverlenerinstanties, vmbo en praktijkonderwijs verder uit te werken. Voor 502 deelnemers is er extra SoZaWe financiering, veertig deelnemers hebben rugzakgelden en voor 25 deelnemers is er aanvullende financiering inburgering. 67 deelnemers die onder het generaal pardon voor uitgeprocedeerde asielzoekers vallen, volgen een AKA/BBL–traject, dat samen met de Service Dienst Werken is georganiseerd. CGO Er wordt gewerkt met een portfolio, prestaties en een Proeve van Bekwaamheid, in contextrijke leeromgevingen en praktijksimulaties. Het ontwikkelen van aanbod voor stage- en BPV-stakers is gestart. De tussentijdse instroom blijft mogelijk. Daarnaast is er een groep van mobiele werkmeesters opgezet om deelnemers in praktijksituaties extra te begeleiden. 38

Taal, rekenen en Leren, Loopbaan & Burgerschap (LLB) De werkgroep Nederlands is ook in 2009 actief geweest en een werkgroep rekenen is gestart. Deze werkgroepen hebben de CEF-niveaus voor Nederlands en rekenen duidelijk vertaald naar de lespraktijk en hebben ook een beoordelingsmethodiek ontwikkeld. Vanaf eind 2009 wordt geanticipeerd op het referentiekader (Meijerink) en worden taal- en rekenassessments ontwikkeld. Het project Nederlands en rekenen op de werkvloer (tijdens de BPV) is succesvol. Voor LLB heeft deskundigheidsbevordering plaatsgevonden en is een verantwoordingsdocument ontwikkeld.

Vooruitblik De AKA-doelgroep bestaat uit kwetsbare deelnemers met leer- en gedragsproblemen. Dit heeft gevolgen voor de pedagogisch-didactische aanpak en de inzet van personeel. Vanaf 2010 willen we binnen de branche AKA met de onderwijsteams een traject ingaan, waarbij deze meer leren over de problematiek van deelnemers en de leerstijlen die daarbij horen. Elk team heeft een bij de doelgroep en leerstijlen passende aanpak ontwikkeld. De te behalen resultaten zijn geformuleerd (diploma ja of nee, doorstroom naar startkwalificatie, arbeidsmarkt of maatschappelijke redzaamheid). Elk team heeft voldoende deskundigheid in huis om de aanpak te realiseren. De onderwijsteams gaan in 2010 werken met het vrije jaartaak model en gaan verder met de implementatie van de teamrollen. De branche zelf gaat zich meer profileren op de re-integratie markt, om ook andere doelgroepen te bereiken. Dat doen we in het kader van het participatiebudget en de wet Wij.

2.9.2 Business Services Terugblik De branche Business Services bestaat uit de clusters Facilitaire Dienstverlening, ICT en Beveiliging. De inspectie onderzocht in 2009 bij de ICT-academie het VSV en de BPV. De conclusie van beide onderzoeken was goed. Ook heeft de inspectie de BBL-opleiding ICTnetwerkbeheerder onderzocht en in orde bevonden. Bij ICT niveau 3 zijn verschillende activiteiten ingezet om het rendement te verbeteren. Deze activiteiten staan beschreven in een ICT- rapportage en hebben al op een aantal gebieden resultaat gehad.

Los van cijfers denken wij als branche dat meer interactie en betrokkenheid tussen deelnemers en docenten het belangrijkste resultaat is. De zorgstructuur binnen de branche is sterk verbeterd door de komst van zorgmedewerkers op locatie, onder andere van Jeugdzorg. Doordat mentoren en studieloopbaanbegeleiders beter samenwerken met deze zorgmedewerkers zijn de lijnen veel korter geworden. Zo wordt er op tijd en adequaat ingespeeld op de behoefte van onze deelnemers. Het curriculum heeft bij alle clusters centraal gestaan: de overgang naar CGO. Hierbij hebben we steeds de balans gezocht tussen sturing van bovenaf en zelfsturing, maar ook tussen kennis, vaardigheden en competenties. Door de feedback van de bedrijven uit de regioraad is er binnen de ICT-opleidingen meer accent komen te liggen op certificering voor onder andere ECDL, MOS, Cisco en ITIL. Ook zijn er door het bedrijfsleven gastlessen op school gegeven en hebben docenten stage gelopen in het bedrijfsleven. Het cluster ICT is verder gestart met een structuurklas, speciaal gericht op deelnemers die alleen goed kunnen werken in een duidelijk gestructureerde leeromgeving. Deze deelnemers zijn vaak in meer of mindere mate autistisch. De klas is bewust klein - maximaal 12 deelnemers - en de ruimte en de lessen zijn op autisme ingericht. De opleiding wordt gecombineerd met een training in sociale vaardigheden. Deze aanpak is nu al geslaagd. Van de groep deelnemers die in schooljaar 2009 – 2010 is gestart heeft nog niemand de school voortijdig verlaten. De combinatie van structuur, goede zorg en onderwijs zorgt ervoor dat ook deze jongeren in staat worden gesteld om een mbo-diploma te behalen op niveau 2, 3 of 4.

Vooruitblik In 2010 blijven wij bij Business Services werken aan het verbeteren van het rendement. De samenwerking tussen zorgmedewerkers aan de ene kant en mentoren en studieloopbaanbegeleiders aan de andere kant zal verder verbeteren. Hierdoor krijgen onze deelnemers de aandacht en zorg die ze verdienen, waardoor er naar verwachting in 2010 minder uitval zal zijn dan in 2009. Ook blijft de branche openstaan voor input vanuit het bedrijfsleven. Alleen door de wederzijdse verwachtingen van opleiding en werkveld goed op elkaar af te stemmen

kunnen onze deelnemers na hun diploma een makkelijke overstap maken naar de beroepspraktijk.

2.9.3 Gezondheidszorg Terugblik Omdat het de branche Gezondheidszorg lukte haar financiële taakstelling voor 2008 te halen, konden we in 2009 groeien in het aantal deelnemers. Daarnaast werden eerder ontstane vacatures voor docenten eindelijk vrijgegeven. Ook in 2009 heeft de branche tevredenheidonderzoeken gehouden onder deelnemers, medewerkers en BPV-organisaties. Over het algemeen zijn deze drie doelgroepen tevreden, maar de ICTvoorzieningen kunnen beter. CGO Verdere ontwikkeling van CGO stond in 2009 centraal. Zeven van de negen onderwijsteams zijn in 2009 gestart met CGO. Minder dan in eerste instantie de bedoeling was, maar de branche vond het belangrijk om een team pas te laten starten na een goede voorbereiding. De experimenten zijn voor een deel ook al in 2009 geëvalueerd. Hierbij zijn deelnemers, docenten en later ook het werkveld betrokken. Bedrijven en instellingen denken actief mee en geven nuttige feedback. Andersom geeft onze branche de werkbegeleiders van zorginstellingen ondersteuning bij de implementatie van CGO in hun instelling of organisatie. Met zorginstelling Careijn is een duurzame samenwerking opgezet, waarbij deelnemers onderwijs op niveau 2 en 3 kunnen volgen op de eigen werkplek. Met de GGZ is het leerplan mboverpleegkundige ontwikkeld. Doorstroom De branche heeft ook gewerkt aan een betere doorstroom tussen vmbo, mbo en hbo. Met het Farelcollege, een protestants-christelijke scholengemeenschap voor onder andere lwoo, vmbo en mavo, is een doorlopende leerlijn gestart. Met het hbo is een begin gemaakt met het creëren van een Associate Degree voor de ICverpleegkundige. Scholing De projecten Scholing op Examinering, Fysieke Agressie en Excel & PowerPoint zijn in 2009 gecontinueerd. Alle instructeurs hebben de BVE-cursus gevolgd. Een aantal docenten hebben de ‘Plasterkbeurs’ aangevraagd: het persoonlijk scholingspotje voor leraren. Rond CGO is scholing gestart in het ontwikkelen van 39


casustoetsen. Ook voor de docentrollen coach en studieloopbaanbegeleider was er scholing. Een belangrijk onderdeel zijn de her-, bij- en nascholingsactiviteiten, en de verpleegkundige vervolgopleidingen. In toenemende mate is de branche hiermee een partner in verdere professionalisering van personeel in het werkveld.

De branche wil met onderwijs op maat structureel aanwezig zijn in de economisch en sociaal zwakkere wijken van vooral Rotterdam. Daarom blijven wij investeren in voorposten zoals de Scholingswinkels. Via de vier scholingswinkels geven we een kwalitatieve impuls aan de omgeving. Hierin werkt de branche nauw samen met de betrokken deelgemeenten, het OBR, maar ook met andere branches van het Albeda College.

Vooruitblik In 2010 richt de branche Gezondheidszorg zich vooral op de volgende punten: • CGO: • starten binnen alle onderwijsteams met alle standaard kwalificaties • het implementeren van het plan voor het onderwijs in Nederlands, Rekenen, Moderne Vreemde Taal en Burgerschap • het gericht informeren en communiceren over CGO aan medewerkers van de branche en aan het werkveld • Een verdere professionalisering van medewerkers • Meer inspraak van medewerkers, deelnemers en hun ouders, waaronder het continueren van gesprekken met deelnemers over onderwijsvernieuwing en CGO • Het afbouwen van de eindtermgerichte kwalificatiestructuur • Het bieden van oplossingen voor de arbeidsmarktproblematiek in de zorg, samen met het werkveld

2.9.4 Handel & Commercie Terugblik In 2009 gaat de branche Handel & Commercie verder op de ingeslagen weg. Zo zijn de contacten met het beroepenveld verder uitgebouwd. De Advisory Board – bestaande uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de locale overheid, die meedenken over de strategische ontwikkelingen van onze branche - werd een feit. De aftrapbijeenkomst vond plaats op 26 november 2009. Tevens organiseerde de branche meerdere relatieavonden voor ongeveer 50 vertegenwoordigers uit het regionale beroepenveld. Sinds 2009 zijn de voorlichtingsactiviteiten aan deelnemers geherstructureerd. Per regio is een voorlichtingscoördinator actief. Deze coördineert en organiseert de diverse sectororiëntaties voor de vmbodeelnemers en voorlichtingsactiviteiten. 40

In 2009 is ingezet op beleidsontwikkeling taal en rekenen, en studieloopbaanbegeleiding (SLB). Voor zowel taal en rekenen als SLB zijn de kaders aangegeven op basis waarvan ontwikkel-, scholings- en implementatietrajecten zijn gestart. Vanuit de gedachte dat verantwoordelijkheid laag in de organisatie hoort te liggen, zijn diverse onderdelen van het branchebudget, waaronder deskundigheidsbevordering, teamniveau uitgezet. De locatie Zuster Hennekeplein is met ingang van september 2009 aangewezen als pilotlocatie ten behoeve van het ICT-Masterplan. In overleg met het management en de medewerkers van de locatie zijn per functie ICTfaciliteiten vastgesteld. Ook is er een invoeringstraject uitgewerkt.

Vooruitblik De beroepspraktijk vormt de ruggengraat van elke opleiding. De branche maakt daarom optimaal gebruik van de leer- en kwalificatiemogelijkheden die in de directe omgeving te vinden zijn. In het licht hiervan zal het BPVPlatform met ingang van 2010 het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering gaan monitoren en, in nauw overleg met de BPV-bedrijven en kenniscentra, de deskundigheid van praktijkopleiders borgen. In 2010 zal de branche extra inzetten op onder meer de volgende thema’s: • Zorgstructuur: de branche stelt een tweetal zorgcoördinatoren aan, die de zorgstructuur, op basis van het Albeda-brede Protocol ZAT, voor de branche gaan inrichten. • Taal en rekenen: de branche stelt vier coördinatoren taal en rekenen aan. Zij zullen de teams ondersteuning bieden bij de uitvoering van het beleid, projecten en deskundigheidsbevordering van docenten. • SLB: onder leiding van een externe deskundige wordt een branchebreed SLB-traject ingezet. • Marktwerking: vragen uit het bedrijfsleven houden ons alert. De branche streeft ernaar om in de behoefte

van bedrijven te voorzien. Flexibiliteit, maatwerk, proactiviteit en kwaliteit zijn hierbij uitgangspunt. De branche zal de thema’s SLB en taal en rekenen in een projectenstructuur onderbrengen. In navolging van het visiedocument geeft de branche in 2010 een branchevisiedocument uit. Met het visiedocument 2010+10 zal de branche de basis leggen voor ontwikkelingen op lange termijn.

Het Klant Tevredenheids Onderzoek (KTO) heeft in 2009 voor het eerst plaats gevonden. De resultaten waren overwegend positief, maar door de geringe respons slechts richtinggevend Het is de branche gelukt om in overleg met het roosterbureau en andere gebruikers van het gebouw de roosterproblematiek het hoofd te bieden. De aanpassingen van praktijkruimtes zijn gedeeltelijk gerealiseerd.

2.9.5 Horeca & Toerisme Vooruitblik Terugblik De branche Horeca & Toerisme heeft in 2007 en 2008 te maken gehad met een reductie in medewerkers en uitgaven. In 2009 is deze ontwikkeling doorbroken. De meeste vacatures konden worden opgevuld en we hebben een aantal belangrijke investeringen gedaan. Mede door inzet van FES-middelen en Stagebox-gelden heeft de branche de nodige successen kunnen behalen. De volledige invoering van het CGO is volgens plan gerealiseerd, de exameninstrumenten zijn verbeterd, er is meer maatwerk mogelijk gemaakt en de praktijkruimtes van de Breitnerstraat zijn verbeterd.

De branche is in rustiger vaarwater terecht gekomen. Dit is duidelijk te zien aan de toegenomen tevredenheid van de medewerkers. We verwachten dat deze ontwikkeling zich in 2010 doorzet. Wel is het zo dat de werkdruk nog steeds hoog is en de middelen beperkt. Hieraan besteden we in 2010 extra aandacht. Ook zullen we in 2010 de praktijkruimtes verder aanpassen aan de eisen van het lesgeven in een contextrijke leeromgeving. Als de plannen voor de verbouwing van de Rosestraat worden goedgekeurd, hebben we in de zomer van 2010 een sterk verbeterde leslocatie.

2.9.6 Lifestyle, Sport & Entertainment Op het gebied van teamrollen, vaardigheden, competenties en resultaatverantwoordelijke teams bleek de planning niet haalbaar. Toch zijn op deze onderdelen wel resultaten geboekt. De branche wil het beleid op deze terreinen voortzetten en opnemen in het komende beleidsplan. Vijf maatwerktrajecten stonden gepland. De trajecten De SS Rotterdam, De Cees Helder Academie, een post-mboopleiding voor culinair ondernemer, en de remediërende en verlengde trajecten Horeca Assistent zijn gerealiseerd. De trajecten Hospitality N Care en het traject Front Office Medewerker/variant Rotterdamse Hotel Combinatie zijn vooralsnog niet gerealiseerd. Onze deelnemers beoordeelden het onderwijs over 2009 weer overwegend positief. De medewerkers waren over de branche en het onderwijs ten opzichte van de vorige meting op vrijwel alle punten positiever. Bij beide groepen geldt dat de tevredenheid op vooral facilitaire zaken, waaronder ICT, nog niet op het peil is dat we als branche nastreven. We zullen daar in 2010 extra aandacht aan besteden.

Terugblik De branche heeft vooruitgang geboekt in de strijd tegen voortijdig schooluitval. Ondersteund door het VSVFocusproject hebben we gewerkt aan een sluitende aanpak van zorg, intake, pedagogisch-didactisch klimaat en studieloopbaanbegeleiding. Daardoor is het rendement van 2008-2009 behoorlijk verbeterd ten opzichte van dat van 2007-2008. CGO Bij de clusters Lifestyle en Sport zijn voorbereidingen getroffen om in 2010 te kunnen starten met de nieuwe kwalificatiedossiers. Doel is de kwaliteit van onze opleidingen verder te verbeteren. De innovatie kon plaats vinden door de FES-middelen. Bij Entertainment is al vanaf de start gewerkt met de competentiegerichte kwalificatiedossiers. Er is hard gewerkt aan de verbetering van de examens in alle clusters. Bij de opleiding Dans zijn in 2009 de eerste examens afgesloten. Waar nodig zijn de examens bijgesteld. Bij de opleiding Muzikant/producer is in 2009 gestart met de nieuwe manier van examinering. Daar wordt in 2010 voor het eerst gediplomeerd. Lastig was dat 41


bij Lifestyle veel ingekochte examens werden afgekeurd door de inspectie. Met veel energie en enthousiasme zijn in samenwerking met andere roc’s de examens aangepast. Ze voldoen nu volledig aan de inspectieeisen. Tot slot werkt er sinds 2009 een taalcoördinator in de branche, die de teams ondersteunt bij de invoering en het verbeteren van de lessen Nederlands.

door de inzet van een zorgcoördinator en het verbeteren van de pedagogisch-didactische benadering van onze deelnemers. Daarbij proberen we beter te begrijpen hoe huidige jongeren leven. We maken hiervoor gebruik van de nieuwe inzichten in hersenonderzoek.

Beroepspraktijkvorming De resultaten van de tevredenheidonderzoeken die de branche in 2009 heeft gehouden onder BPVbedrijven, deelnemers en medewerkers zijn over het algemeen positiever dan het jaar ervoor. Bedrijven zijn alleen minder tevreden over de begeleiding bij de beroepspraktijkvorming. We gaan samen met deze bedrijven onderzoeken hoe dat komt.

Terugblik

Er waren op BPV-gebied opvallende successen: kenniscentrum Calibris koos ons Impressariaat Roots & Routes tot het tweede beste leerbedrijf internationaal en onze leerafdeling Stichting Ridderkerk Sport werd beste leerbedrijf. Onze dansdeelnemer Angelo Pardo stond in de finale van So you think you can dance? In 2009 heeft de opleiding Muzikant/producer een nieuw passend onderkomen gekregen in het Muziekcentrum Albrandswaard in Rhoon. Een prima praktijkgerichte leeromgeving.

Vooruitblik In 2010 gaat onze huisvesting verder verbeteren. De Modeopleidingen verhuizen naar een betere locatie en de opleiding Uiterlijke verzorging krijgt een extra salon. Daardoor kan er worden gestart met een niveau 4 opleiding, als brug naar het hbo. Ook het onderwijsprogramma kan dan efficiënter worden ingericht en klanten kunnen beter worden ontvangen en bediend. Zo creëren we in deze contextrijke leeromgeving het juiste leerklimaat. De opleiding Sport & Bewegen verhuist najaar 2010 naar de nieuwbouw van het Topsportcentrum. Het gebouw is een bijzonder architectonisch ontwerp en is uitgerust met de modernste sportfaciliteiten. Hier kunnen deelnemers al hun theorielessen en een groot deel van de praktijklessen volgen. Doelen voor komend jaar zijn de verdere invoering van taal- en rekenonderwijs, het versterken van de samenwerking met vmbo en hbo en het verder terugdringen van de uitval. Dat laatste willen we bereiken 42

2.9.7 Secretarieel & Administratie

De branche heeft in 2009 na tegenvallende resultaten in het schooljaar 2007 – 2008 nu vooruitgang geboekt. We hebben meer diploma’s uitgereikt en er zijn minder deelnemers zonder diploma van school gegaan. Ook in 2009 heeft de branche S&A zich ingezet om het beste uit de deelnemers te halen. De onderwijsteams kregen de ruimte om het onderwijs zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de doelgroep. Die ruimte is door heldere kaders aangegeven. De teams voelden zich hierbij gesteund door de extra financiële middelen die ingezet mogen worden en de ondersteuning die Rotterdam wil geven aan overbelaste deelnemers. In de branche is ervoor gekozen om in de teams te werken met specialisten op diverse terreinen. Deze werken samen in vakgroepen, bij beleid en bij andere zaken zoals kwaliteitzorg en Portaal. Hierdoor wordt de samenwerking tussen de teams bevorderd en daarmee de horizontale kennisdeling. Deze aanpak heeft inmiddels succes. Daarnaast is vooruitgang geboekt op het gebied van een Leven Lang Leren, doordat het EVC- bureau steeds meer hoogwaardige EVC-procedures verzorgt. Door geld van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) zijn medewerkers geschoold tot assessor en is de examinering sterk verbeterd. De vier hoofdthema’s in het beleid van de branche zijn duurzame relaties met het beroepenveld, geïntegreerd taalbeleid, teamontwikkeling en geïntegreerde zorg. Op het gebied van duurzame relaties met het beroepenveld is geleerd van het Reuma–verpleeghuisproject. Andere projecten konden daardoor makkelijker starten, zoals de projecten Belastingdienst, Roteb, gemeentelijke diensten, Creative Factory en het VVE-project. Dit soort initiatieven zijn erg belangrijk, omdat een aantal deelnemers door een gebrek aan BPV-vaardigheden geen stageplaats kan vinden. De Stagebox-gelden blijven dus nodig.

Het taalbeleid van de branche krijgt steeds meer aandacht in de teams. Niet alleen zijn eigen plannen per team gemaakt, er is ook geld om de plannen uit te voeren. De teamontwikkeling kan door blijven gaan door de extra middelen uit een nieuw project: HRM Duaal. De branche heeft een HR adviseur toegevoegd aan de teams bij de invoering van CGO. Zorg is een nieuw doel waaraan we kunnen werken door de extra bijdragen van SoZaWe en de hulp die de stad wil bieden.

Vooruitblik De teams maken in 2010 duidelijke afspraken met het management over de doelen die ze stellen en welke resultaten ze hierbij nastreven. Door de vier bovengenoemde hoofdthema’s verder uit te werken verwachten we dat het aantal ongediplomeerde schoolverlaters in 2010 verder zal afnemen.

2.9.8 Techniek Terugblik De branche Techniek heeft zich in 2009 vooral gericht op de examinering en het rendement. In 2008 constateerde de onderwijsinspectie onvolkomenheden in de exameninstrumenten van een aantal opleidingen. Daarom zijn in 2009 alle zelf opgezette exameninstrumenten gescreend en waar nodig aangepast, waarbij nauw is samengewerkt met Cito. Voor de nieuwe competentiegerichte opleidingen is in overleg met de leerbedrijven vastgesteld welke delen van het examen op school worden gedaan en welke tijdens de BPV. Voor elke opleiding is daarnaast een examenplan vastgesteld, dat bestaat uit een evenwichtige mix van theorietoetsen en toetsen in de beroepspraktijk. Bij het examenonderzoek van 2009 kreeg onze branche voor alle instrumenten die in eigen beheer ontwikkeld zijn een voldoende beoordeling. We hebben ons ingezet om het rendement van de opleidingen te verbeteren, onder andere door een betere begeleiding van de deelnemer. Deze wordt nu vanaf het begin tot aan het moment waarop hij of zij de opleiding verlaat begeleid op basis van een persoonlijk begeleidingsplan. Dit plan is het resultaat van de intake. Hierbij worden voor elke deelnemer de risico’s in kaart gebracht op een drietal aspecten: de mate waarin de vooropleiding aansluit bij de gekozen opleiding, de motivatie en de privésituatie van de deelnemer. Tijdens de opleiding bepalen daarnaast de resultaten en de mate van aanwezigheid de intensiteit van de begeleiding.

Voor de competentiegerichte opleidingen geldt dat de loopbaanbegeleiding van de deelnemers inhoudelijk is gekoppeld aan de eisen uit het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. Door onze inzet was het percentage gediplomeerde schoolverlaters in 2008-2009 2,5% hoger dan het jaar ervoor. Naast de focus op de examinering en het rendement stond het jaar 2009 vooral in het teken van de opening van de RDM-Campus op het voormalige RDM-terrein bij Heijplaat. De opleidingen metaaltechniek en de maintenance-opleidingen zijn hier naar toe verhuisd. Ook deelnemers van een aantal opleidingen van de Hogeschool Rotterdam volgen hier onderwijs. Een goed voorbeeld van samenwerking met het hbo.

Vooruitblik De komende jaren komt er veel op de branche af. De nieuwe kwalificatiestructuur zal opnieuw flinke inspanningen vragen van medewerkers. Voor de onderdelen Nederlands en rekenen moet een gericht onderwijsaanbod komen, dat inhoudelijk is afgestemd op de eisen van het beroep. Door opleidingen te verplaatsen wil de branche op korte termijn vier hoofdlocaties inrichten, op een manier dat deze duidelijk herkenbaar zijn voor deelnemers en voor contacten in het werkveld. De komende jaren zal vooral op de RDM-Campus worden gewerkt aan verdere intensivering van de samenwerking tussen mbo, hbo en bedrijfsleven. Zo wordt de RDM-Campus dé plaats waar wordt samengewerkt aan de ontwikkeling van duurzame en innovatieve oplossingen in bouw, mobiliteit, energie en industrieel onderhoud. De branche verwacht verder veel van de verbeterde loopbaanbegeleiding van de deelnemers. Wij gaan er vanuit dat het aantal deelnemers dat uitstroomt met een diploma verder zal stijgen.

43


2.9.9 Welzijn & Onderwijs Terugblik Net als in 2008 hebben we in 2009 bij Welzijn & Onderwijs gewerkt aan de invoering van CGOonderwijs en aan de contacten met onze externe relaties. Terugkijkend kunnen we constateren dat we veel hebben bereikt. Alle opleidingen bij Welzijn & Onderwijs zijn vorig jaar gestart met CGO-onderwijs. We hebben ook geëxamineerd in experimentele opleidingen en onder andere de examinering van het onderdeel Leren, Loopbaan en Burgerschap kan nu binnen het CGO-programma worden gedaan. In de vorm van onderwijsprogramma’s en een projectplan is een goede basis gelegd om invoering van CGO verder vorm te geven. Door de nauwe samenwerking met het werkveld hadden we dit jaar voldoende stageplaatsen voor de deelnemers. Enkele cijfers • Aantal deelnemers op peildatum 1 januari 2009: 5178* • Aantal fte: 261, waarvan 222 OP en 39 fte OBP • Aantal leerbedrijven: 1200 • Aantal BPV-plaatsen: 2.350 * exclusief 231 deelnemers die later in 2009 van de branche Toeleiding naar Welzijn & Onderwijs kwamen. Verantwoording De invoering van CGO vraagt van de branche om een continue afstemming met docenten, deelnemers en onze relaties in het werkveld. Intern verantwoorden we ons vooral door de teamjaarplannen en het branchejaarplan. We maken daarbij gebruik van managementcontracten binnen de branche en richting het College van Bestuur. Door het inzetten van deelnemerspanels kunnen onze deelnemers feedback geven op onze ideeën en ons onderwijs. Via werkveldbijeenkomsten zijn we in overleg geweest met onze externe relaties over de ontwikkelingen in het onderwijs en binnen de verschillende beroepen in de welzijns- en onderwijssector. Tot slot is de jaarlijkse zelfevaluatie voor ons een prima middel om te laten zien in hoeverre we onze doelstellingen hebben bereikt.

Vooruitblik CGO is ook in 2010 het hoofdthema. Het projectplan CGO wordt verder uitgevoerd, waarbij we voortbouwen op onze ervaringen. Contextrijk leren, maatwerk voor de deelnemers en doorlopende leerlijnen blijven hierbij de belangrijke onderwerpen. Verder krijgen taal en rekenen de extra aandacht die deze vakken nodig hebben, net 44

als het onderdeel Leren, Loopbaan en Burgerschap. Daarnaast promoten we kennisdeling, blijven we ontwikkelingskansen voor ons personeel bieden en zetten we ons in voor goed werkgeverschap.

2.10 Volwasseneneducatie Terugblik In 2009 is de stap gezet om van de branches Inburgering, Toeleiding en Re-integratie & Employability een nieuwe branche Educatie te vormen om zo sterker te staan in de Educatie-markt, met haar veranderende wetgeving en wisselend beschikbare middelen. Het VAVOonderwijs is inmiddels formeel geen onderdeel meer van Educatie. Met het VAVO van Zadkine is dit onderdeel samengevoegd onder de werktitel VAVO Rijnmond College. Tegelijk is medio 2009 het beroepsonderwijs dat in de regio verzorgd werd door de branche Toeleiding overgezet naar de betrokken branches van het beroepsonderwijs. In 2009 is bij Toeleiding een instructeurspool opgezet. Hier kunnen docenten worden bijgeschoold, zodat ze in andere branches inzetbaar zijn. Het doel om docenten breder in te zetten is maar voor een deel gehaald, vanwege de drukke werkzaamheden voor de contracten. Toch zijn er al veel docenten die op meerdere activiteiten inzetbaar zijn. Door regelmatig overleg en tussentijdse metingen proberen we meer grip te krijgen op het rendement van ons onderwijs. Over het jaar 2009 hebben een groot aantal medewerkers vrijwillig afscheid genomen; in totaal 20 wtf. We hebben ervoor gekozen om de ontstane vacatures op te vullen met flexwerkers, zodat we de pieken en dalen in de Educatie beter kunnen opvangen. 2009 is op het financiële vlak overigens een voorspoedig jaar geweest. Het boekjaar is met een positief exploitatieresultaat afgesloten. Werk Het werk bestond grotendeels uit contracten WEB en WI in ongeveer 15 gemeenten en het Educatiecontract in Den Haag. Opvallend zijn de grote aantallen cursisten digitale vaardigheden, alfabetisering en de groei bij de opleidingen laaggeletterdheid. Er zijn mooie maatwerkprojecten opgezet, zoals het Prachthuis Overschie, de ondersteuning van ongehuwde moeders en de deur-aan-deur aanpak in de deelgemeente IJsselmonde met het project Meedoen werkt. Inmiddels worden individuele trajecten aangeboden op alle

kwalificatieniveaus. Helaas zijn we maar beperkt succesvol geweest bij een grote aanbesteding in Rotterdam. Communicatie Door het proces van branchevorming en de veranderingen in de Educatie-markt was het nodig om extra te communiceren met de medewerkers. Dat hebben we gedaan door het organiseren van bijeenkomsten en het sturen van een tweewekelijkse nieuwsbrief. Overig We hebben veel tijd en geld gestoken in het innoveren van ons onderwijs. Voorbeelden zijn nieuwe multimediale pakketten, ondersteunend lesmateriaal, experimenten binnen de opleiding alfabetisering en taalstudios die meer flexibiliteit en maatwerk mogelijk maken.

Vooruitblik Het proces van vorming tot één Educatie-branche wordt in het eerste kwartaal van 2010 afgerond.

45


3. HRM De branches die contractonderwijs verzorgen hielden hun Prioriteit in 2009 was het op orde krijgen van de

eigen specifieke model gebaseerd op de in de contracten

percentage (aantal werkprocessen van deontwikkelactiviteiten stafdienst HRM. tov gem. aantal mdw. in 2009) gevraagde afrekening. Een nieuwe passende regeling

Automatiseringssystemen beter benut en aantal mdw. in 2009)Taaktoedeling voor deze branches treedt in 2010 in werking. percentage (aantalwerden ontwikkelactiviteiten tov gem. procedures versimpeld en versneld. Om duidelijk te maken 70,00% wat 60,00% werknemers van HRM mogen verwachten en wat

We vinden dat het vrije jaartaakmodel zorgvuldig ingevoerd

HRM verwacht van de medewerkers en de organisatie is 50,00%

moet worden. Teams kunnen in cursusjaar 2009-

40,00%met het maken van afspraken over doorlooptijden gestart

2010 kennismaken met de nieuwe systematiek en de

(bijv. declaratie van een personeelslid ingeleverd voor een

ondersteunende programmatuur. Met een voorlichtings- en

20,00% vaste datum in de maand betekent verwerking met de

scholingprogramma worden teams voorbereid op de nieuwe

30,00%

10,00%

salarisbetaling in die maand). Daarnaast is in 2009 gewerkt

manier van taaktoedeling. In mei 2010 wordt er geëvalueerd

0,00%

Li

go

ijs

W el z

ijn

&

O

nd

Va st

ni

tb

Tr aj

ec

Te ch

m

Se

cr et

Formatiebeleid

er w

ed

u

ek

ur ea

SS C

t.

in

er w

Ad

&

ar ie

el

Sp e, yl st fe

is

ijs

te En

nd

or te

door de branches, HRM en CMR. O

n

H

ris

To e

&

or ec

a

Ec l&

H

de

H

an

ez

on

dh

ei

on

ds

uc

Ed

G

Bu

si

ne ss

Se

rv i

door opleidingen en trainingen verder professionaliseren.

3.1 Taakbelasting en formatie

hoe het eerste jaar met deze nieuwe werkwijze is verlopen

IF C

R M

m

e

ie

zo

om

rg

Z

ie

F& A

at

ce

s

C

AM

Ak

a

aan kwaliteitsverbetering. Medewerkers HRM konden zich

In de tweede helft van 2009 is een werkgroep bestaande uit management en HR-adviseurs gestart om formatiebeleid

Een regeling taaktoedeling is één van de voorwaarden om met

op te stellen. Hierin wordt beschreven hoe de gewenste

kwalitatief goede en gemotiveerde medewerkers een moderne

personeelsformatie er op de korte en langere termijn uit moet

kennisonderneming te zijn. Begin juli 2009 is een akkoord

zien en hoe zich dat verhoudt tot de huidige situatie. De

gesloten over een nieuwe regeling Taaktoedeling inclusief

toekenning van de gelden voor de risicoregio’s in het kader

taakverdeling en taakbelasting na voorbereidend werk vanuit

van het Convenant Leerkracht door de minister van onderwijs

een werkgroep van de stafafdeling HRM, management en

waren een extra impuls om hiermee aan de slag te gaan. We

de CMR. Het jaartaakbeleid van het Albeda College sluit aan

kunnen door deze gelden niet alleen meer docenten in hogere

bij de kaders van de CAO-BVE. Het belangrijkste model, het

salarisschalen waarderen maar ook tijdelijk extra formatie

vrije model (artikel F-5), komt tegemoet aan de wens om de

inzetten ter verlichting van de werkdruk. Het is de intentie van

jaartaak op teamniveau vast te stellen. Als het niet mogelijk

de overheid om de tijdelijke regeling per 2011 om te zetten

blijkt om op teamniveau tot overeenstemming te komen, is

naar een structurele regeling.

de zogenaamde ‘terugvaloptie’ of wel het geregelde model (artikel F-6 van de CAO) van toepassing.

medewerkers aantal jaren in dienst bij Albeda per 31-12-2009 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 0 t/m 5

6 t/m 10

11 t/m 15

16 t/m 20

21 t/m 25

26 t/m 30

31 t/m 35

36 t/m 40

Aantal jaren in dienst

46

verhouding tijdelijk en vast personeelverhouding tijdelijk en vast personeel

100% 84,46%

40 t/m 45

600 500 400 300 200 100 Contractsoort

verhouding tijdelijk en vast personeel peildatum: 31-12-2009

Stageovereenkomst 0

0,13%

Tijdelijke benoeming 0 t/m 5 6 t/m 10 15,42% 11 t/m 15 Vaste benoeming 84,46%

16 t/m 20

21 t/m 25

26 t/m 30

31 t/m 35

36 t/m 40

40 t/m 45

Aantal jaren in dienst

Eindtotaal 100,00%

verhouding tijdelijk en vast personeelverhouding tijdelijk en vast personeel 100% 84,46% 80%

60%

40% 15,42%

20% 0,13%

0%

Stageovereenkomst

Tijdelijke benoeming

Vaste benoeming

41% van de medewerkers die in 2009 in dienst zijn (geweest) heeft niet verzuimd in verband met ziekte.

3.2 Informatie en communicatie

Arbeidsmarktcommunicatie Het Albeda College is in 2009 begonnen met het

Personele informatie/HRM-systeem

professionaliseren van haar arbeidsmarktcommunicatie,

Veel administratieve HRM-processen zijn onder de loep

waaronder het positief beïnvloeden van het werkgeversimago.

genomen en aangepast. Waar mogelijk wordt digitaal gewerkt.

Doel is het werven van vakkundige, gemotiveerde nieuwe

De rollen en taken van de verschillende medewerkers

medewerkers en het contact onderhouden met huidige

sluiten logischer op elkaar aan. Ook zijn er nieuwe

en oud-medewerkers. In het laatste kwartaal van 2009 is

templates(ontwerpen) gemaakt voor de onderliggende

begonnen met het verbeteren van het melden van vacatures.

documenten en formulieren. Verdere verbetering en borging

In 2010 werken we verder aan de professionalisering van de

van de HRM-processen zullen in 2010 aandacht krijgen. De

arbeidsmarktcommunicatie.

Poortwachter-module in het personeelssysteem is in gebruik genomen: het stappenplan uit de Wet Poortwachter waarin

Portaal en welkomstbrochure

re-integratie na arbeidsongeschiktheid/ziekte geregeld wordt,

In 2009 is het Portaal HRM (= het intranet) volop in

kan nu in Merces@Work (personeelssysteem) geïnitieerd en

ontwikkeling geweest. Veel informatie is nu te vinden op het

gemonitord worden.

Portaal. De informatie sluit zoveel mogelijk aan bij de opbouw van de CAO-BVE. Ook is in 2009 een nieuwe, beknopte welkomstbrochure voor nieuwe medewerkers gemaakt. De brochure verwijst in veel gevallen naar het Portaal en heeft ook dezelfde uitstraling. Wij stimuleren op deze manier het gebruik van het Portaal.

47


3.3 Verzuim

3.4 Ontwikkeling

Het Albeda College heeft het jaar 2009 afgesloten met een

Het Albeda College heeft in 2009 een verdiepingsslag

gemiddeld verzuim van 5,4%. Het landelijk gemiddelde in het

gemaakt op het gebied van scholing, opleiding en

mbo is 4,97%. Een deel van het verzuim is werkgerelateerd.

ontwikkeling. Het aanbod is uitgebreid, waarbij de behoefte

Het tijdig onderkennen hiervan en adequaat actie

vanuit de organisatie centraal stond. De volgende doelen

ondernemen bleek hierbij een knelpunt. Ook psychosociale

stonden centraal:

problematiek speelt een grote rol, zowel in werk als in de privésfeer. In 2009 is hieraan bij de ondersteuning van

• Professionalisering van alle medewerkers

leidinggevenden veel aandacht besteed. In 2010 vervolgen

• Onderwijskwaliteit waarborgen en verhogen

we met een praktijkgerichte training voor leidinggevenden

• Aandacht voor het welzijn van medewerkers

en de inzet van bedrijfsmaatschappelijk werk. Medewerkers

• Ontwikkeling en behoud van (gemotiveerde) medewerkers

en leidinggevenden zijn positief over de advisering en ondersteuning van de bedrijfsartsen.

Dit vraagt om individuele ontwikkeling zoals coaching en individuele loopbaangesprekken, maar ook om teamgerichte

In 2009 is het contact tussen leiding en Arbo geïntensiveerd.

ontwikkeling, zoals trainingen en teamactiviteiten. Ook

Dit heeft geleid tot een beter verzuimadvies, zowel

hebben externe en interne ontwikkelingen bijgedragen aan

naar de medewerker als naar de leidinggevende. De

het samenstellen van het aanbod. Voorbeelden hiervan

leidinggevenden krijgen regelmatig van HRM overzichten van

zijn: convenantgelden, Wet BIO, WEB, implementatie CGO,

zieke medewerkers, verzuimpercentages en de acties die

onderwijsvisie en HRM visie. Alle scholing is gemonitord

ondernomen moeten worden conform de wet Poortwachter.

per branche en stafafdeling. Het scholingsbudget is in 2009

Verder is op alle locaties een RI&E (Risico Inventarisatie &

volledig benut op basis van bovenstaande thema’s.

Evaluatie) uitgevoerd. De uitkomsten kunnen helpen om het verzuim verder te laten dalen. De inventarisatie wordt half april 2010 verwacht.

Tabel: Aantal ontwikkelactiviteiten ten opzichte van het aantal medewerkers. Onder ontwikkelactiviteiten wordt verstaan: scholing, opleiding, training, loopbaanontwikkelingsgesprekken, adviesgesprekken en teamondersteuning.

percentage (aantal ontwikkelactiviteiten tov gem. aantal mdw. in 2009) percentage (aantal ontwikkelactiviteiten tov gem. aantal mdw. in 2009) 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00%

ijn

&

O

ijs w

nd

er

go

ea

Va st W el z

ur tb

ed

u

k ie hn

ec

t. is

SS C

Te c

Tr aj

ie

el

&

Ad

m

er nd

O Se

cr

et

ar

e, yl st fe

in

w

En

ijs

te

C n te or Sp

& a

ec or

H

Li

48

IF

R M H

m ris

To e

on Ec

l&

e

ie

zo

om

rg

Z

de an

H

G

ez

on

dh

ei

ds

F& A

ie

Ed

uc

at

ce

s

C

Bu

si

ne ss

Se

rv i

AM

Ak

a

0,00%

Begin van het schooljaar 2009-2010 zijn vier werkgroepen

Project duaal HRM

gevormd bestaande uit onderwijsmanagers en staf waarin

Project duaal HRM heeft najaar 2009 concrete vormen

HRM-beleid wordt geformuleerd met betrekking tot:

aangenomen. Het project wordt gesubsidieerd op basis

• Het functiebouwwerk

van de landelijke doorbraakprojecten in het mbo. Er nemen

• Beoordelen & belonen

diverse mbo’s aan deel die geselecteerd zijn op innovatieve

• Personeelsplanning op basis van een formatieplaatsenplan

aspecten van de projecten die ze willen uitvoeren en met

• De inzet van convenantgelden voor de zogenaamde

elkaar kennis willen delen. Het Albeda-project is bedoeld

risicoregio’s gericht op de onderwijsfuncties

om de onderwijsorganisatie (opleidingsteams, HRM) te professionaliseren, maar ook om de samenwerking met het

De resultaten zullen in 2010 omgezet moeten worden in

bedrijfsleven en externe partners effectiever te maken. In

definitieve besluiten. De implementatie en uitvoering zijn in de

ons onderwijs moeten we inspelen op de veranderingen in

tweede helft van dat jaar voorzien.

de bedrijfscultuur. Alleen zo kunnen we de vernieuwing in het onderwijsproces verder vormgeven. HR-instrumenten

Startende werknemer

moeten gericht zijn op de uitvoering, op nieuwe (team)rollen

2009 was ook het jaar waarin een begin is gemaakt met

en de loopbaan van docenten en managers. In dit project

beleid voor de startende werknemer. Structureel worden

participeren de branches Secretarieel & Administratie,

introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers

Lifestyle, Sport & Entertainment en Gezondheidszorg. Het

georganiseerd. Branches en staven kunnen begeleiding

project wordt vanuit HRM aangestuurd.

van de startende medewerker zelf invullen. In 2009 zijn wij met verschillende onderdelen van de organisatie in

Cafetariasysteem Arbeidsvoorwaarden

gesprek gegaan over de meerwaarde van bossers in de

In 2009 heeft HRM een cafetariasysteem arbeidsvoorwaarden

onderwijsteams. De rol van de bosser (begeleider op school/

geïntroduceerd. Dit systeem biedt medewerkers de

de coach) wordt steeds belangrijker. Voor de rol van bosser

gelegenheid om een pakket aan arbeidsvoorwaarden

zoekt het Albeda College intern mensen met de potentie om

aan te passen aan hun persoonlijke wensen. Ruim 800

een goede coach te worden. Daarom geven we regelmatig

medewerkers hebben in 2009 van dit systeem gebruik

trainingen voor bossers.

gemaakt, waarbij in totaal een bedrag van € 400.000, - vanuit de bruto looncomponenten is uitgeruild tegen de verschillende

Gesprekscyclus

onderdelen van het cafetariasysteem.

Ook hebben we in 2009 aandacht besteed aan de implementatie van de gesprekscyclus die bestaat uit functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken. Als

3.5 Prioriteiten HRM 2010

onderdeel hiervan is het instrument 360° feedback ontwikkeld en klaar voor gebruik. Naast het geven van voorlichtingen adviesgesprekken aan managementteams zijn er ook

• In kaart brengen van de ontwikkelingsbehoeften op het gebied van CGO en het aanbieden van passende scholing

trainingen ontwikkeld voor teamleiders en onderwijsmanagers.

• Ondersteuning en implementatie van het vrije jaartaakmodel

In totaal zijn er 12 trainingen georganiseerd voor steeds

• Ontwikkeling van leidinggevenden (teamleiders, management)

10 deelnemers. Halverwege het jaar bleek dat docenten

• Verder implementeren van het instrument 360° feedback

ondersteuning nodig hebben bij effectief werken, waarna we

• Met deelname aan een project Krachtig meesterschap willen

een training timemanagement hebben aangeboden.

we ondersteuning bieden aan docenten van niveau 1 en 2. Er is een projectplan ingediend bij de subsidieverstrekker,

We kunnen voorzichtig concluderen dat door het voeren van functioneringsgesprekken en ontwikkelinggesprekken

medio 2010 weten we of dit is goedgekeurd. • Uitvoering RI&E: na afronding van de inventarisatie (eind

met medewerkers meer scholingsvragen HRM bereiken.

1e kwartaal 2010) moet in combinatie met de resultaten van

Teamleiders en (onderwijs)managers blijken gericht advies

het MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek) een plan

nodig te hebben over het verder professionaliseren en

van aanpak worden gemaakt op het niveau van branche,

ontwikkelen van de medewerker. Hiermee wordt tegelijkertijd

staf en locatie; waar nodig op het niveau van de gehele

uitvoering gegeven aan de implementatie wet BIO door de

organisatie.

branches. Deze wet heeft tot doel dat onderwijspersoneel bekwaam is en bekwaam blijft.

• Van ziekmeldingprotocol naar verzuimbeleid: in combinatie met RI&E en MTO moet in 2010 een verdiepingsslag in ons preventieve en curatief verzuimbeleid worden gemaakt.

49


50

4. Bedrijfsvoering 4.1 Exploitatieresultaat

4.2 Begroting De begroting van 2009 is opgesteld met een positief resultaat van € 0,1 miljoen vanuit het meerjarenperspectief richting 2012 waar het Albeda College een gezond exploitatieresultaat

De baten in de goedgekeurde begroting van 2009

combineert met een adequate inzet van mens en middelen.

bedroegen geconsolideerd € 181,8 miljoen en het geplande

De focus in 2009 was tweeledig. De groei naar een

exploitatieresultaat bedroeg € 0,1 miljoen. In 2008 is de basis

bedrijfseconomisch stabiele organisatie stond centraal

gelegd om in 2009 een positief exploitatieresultaat te kunnen

maar van even groot belang was de aandacht voor en

behalen. Het jaar 2009 was een jaar van consolideren en

allocatie van middelen ten behoeve van de kwaliteit van het

stabiliseren van de gerealiseerde doelen. De komende jaren

onderwijs. De uitgevoerde structuuraanpassingen in 2008

zullen in het teken staan van het realiseren van een hoger

kregen een vervolg in de gerealiseerde scheiding tussen

beheersingsniveau van de algehele organisatie met als doel

beroepsonderwijs en educatie-activiteiten.

het afgeven van een in-control statement bij de jaarrekening van 2011. Hiertoe zijn enkele belangrijke trajecten opgestart rond strategie en in-control.

4.3 Ontwikkelingen

Het exploitatieresultaat in 2009 bedraagt € 2,3 miljoen

Het Albeda opereert voor wat betreft beroepsonderwijs in

positief inclusief incidentele baten zoals boekwinst op

een jaarlijks lichtgroeiende markt met structurele, maar

verkochte panden. Het uitgevoerde sociaal plan in 2008 en

dalende inkomende geldstromen. Vanaf 2010 krijgt de

de terugdringing van het aantal m2 heeft het lastenniveau

verbetering van het onderwijsrendement hoge prioriteit. Dit

teruggebracht conform doelstelling. Het resultaat wordt

leidt weliswaar tot hogere outputbekostiging, maar om dit

toegevoegd aan het Eigen Vermogen.

realiseren zijn extra investeringen noodzakelijk in scholing van medewerkers, in zorg en begeleiding van deelnemers, in

Bij de Educatie-branches blijft de situatie nadrukkelijk

ondersteunende ICT middelen en huisvesting en verbetering

aandacht vragen voor aanpassing van de interne organisatie

van sturingsmogelijkheden.

aan de nieuwe marktsituatie. Eind 2009 zijn enkele belangrijke aanbestedingen verloren, waardoor opnieuw een

Op het terrein van Educatie is het noodzakelijk om flexibel te

herstructurering noodzakelijk is.

kunnen opereren binnen de vrije markt en om te heroriënteren en meer gebruik te maken van de sterke punten van het

Het aantal personeelsleden in loondienst was begroot op

Albeda. De niet toegekende aanbestedingen leiden de

1.988 FTE. De formatie ultimo 2009 bedroeg 1.982 FTE. (De

komende jaren tot afnemende baten. In verband met de

gemiddelde realisatie in 2009 bedroeg 1.948 FTE)

continuïteit dient de organisatie daar wederom aan te worden aangepast.

Het resultaat is als volgt opgebouwd: Educatie-branches

€

1.254.000 -/-

Voorziening herstructurering Educatie

€

1.183.000 -/-

€

4.947.000

Centrale staven, Shared Service Center en instellingskosten

€

638.000

Interestlasten

€

1.257.000 -/-

Resultaat deelnemingen

€

390.000

€

2.281.000

Beroepsonderwijsbranches

Totaal positief exploitatieresultaat

51


De invloed van de kredietcrisis op het aantal deelnemers

4.4 Stelselwijziging RJ660

is beperkt gebleven. De beoogde besparingsoperatie van de overheid zal de komende jaren leiden tot de verlaging

De nieuwe inrichtingsvereisten schrijven voor dat het eigen

van geoormerkte incidentele subsidies. De kwaliteit van het

vermogen in een publiek- en/of een privaatdeel wordt

onderwijs komt daardoor onder druk te staan.

gesegmenteerd. In 2009 heeft het Albeda besloten het gehele Eigen Vermogen te bestempelen als publiek vermogen.

Het Albeda werkt veelvuldig samen met allerlei partners en stakeholders op het gebied van nieuwe onderwijsvormen (Vakscholen en Wijkscholen), beroepspraktijkvorming enzovoort, waardoor het aantal samenwerkingsverbanden

4.5 Interne risicobeheersing- en controlesysteem

regelmatig wijzigt. Vanwege de nadrukkelijke aandacht voor de bestrijding van de jeugdwerkeloosheid is een

Reikwijdte

samenwerking met de gemeente Rotterdam onder de naam

Alle gebeurtenissen die het Albeda College kunnen hinderen

Rotterdams Offensief in 2009 gestart.

om de strategische doelstellingen te behalen worden als risico’s beschouwd. Adequaat risicomanagement is

In 2010 zijn de invloeden van de afgenomen baten van OC&W

een proces dat op alle niveaus in de organisatie plaats

en de verloren aanbestedingen op de Educatiemarkt nog

moet vinden. Dit omvat niet alleen het tijdig signaleren en

beperkt. Er is een toename van de baten geprognosticeerd

identificeren van potentiële dreigingen, maar vooral het met

van circa € 4,0 miljoen. De hierboven genoemde effecten

een bepaalde mate van zekerheid ervoor zorgen dat ze

worden in 2011 merkbaar. In 2010 kunnen de afnemende

binnen aanvaardbare proporties blijven.

baten binnen de flexibele kosten worden opgevangen. Het Albeda College wordt ondermeer geconfronteerd In E 1.000

Begroting 2010 Realisatie 2009

Baten

194.244

189.838

Personeelskosten

143.447

138.826

48.268

47.477

Financieringslasten

1.618

1.254

Exploitatieresultaat

911

2.281

Overige lasten

met risico’s ten aanzien van aantal deelnemers, kwaliteit onderwijs, personeel en organisatie, huisvesting, inventaris en apparatuur en ten slotte politiek bestuurlijke risico’s. Uiteraard dienen deze risico’s in eerste instantie beheerd te worden door middel van goed bestuur. Een aantal risico’s is echter moeilijk te voorzien. Dit betreft vooral: • Fluctuaties in deelnemersaantallen • Financiële gevolgen arbeidsconflicten • Instabiliteit in de bekostiging • Onvolledige indexatie van de bekostiging • Kostendekking voor bijzondere zorgstructuur in de grote steden

De strategie van het Albeda College om in te zetten op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs moet worden

Aanvullend hebben we te maken met een economische

gefundeerd op een hoog niveau van kennis en kunde bij

crisis, bezuinigingen vanuit de rijks - en lokale overheid en de

het personeel. Daarom wordt de beschikbare ruimte aan de

marktwerking in Educatie en Inburgering.

lastenzijde ingevuld bij de personeelslasten. De overige lasten blijven vrijwel gelijk aan het niveau van 2009.

Raamwerk risicomanagement De basis voor Albeda-breed risicomanagement is in 2007 gelegd met het opstellen van het handboek Governance gebaseerd op de Governancecode BVE. Hierin zijn ondermeer de uitgangspunten voor risicobeheersing vastgelegd. In 2008 is tevens het Reglement Vermeende Onregelmatigheden vastgesteld waarmee de positie van een klokkenluider geregeld is. Voor specifieke risicogebieden zijn beheersingsmaatregelen benoemd en operationeel. Een raamwerk voor organisatiebreed risicomanagement

52

implementeren van een “in control statement”.

4.6 Vermogensbeheer en treasury management

Planning- en controlcyclus

4.6.1 Algemeen

Door middel van de planning- en controlcyclus verankert

Als gevolg van de in voorgaande paragraaf beschreven

de organisatie het strategisch beleid in concrete plannen.

risico’s is een financiële buffer noodzakelijk om de

Jaarlijks wordt de planning- en controlcyclus geactualiseerd.

continuïteit te kunnen waarborgen. Deze buffer dient als

Uitgangspunten zijn de kaders zoals geformuleerd in de

“garantievermogen” voor externe financiers en hiermee

onderwijsvisie en meerjarenbegroting en geconcretiseerd

kunnen tijdelijke tekorten worden opgevangen. Tegelijkertijd

in de jaarlijkse kaderbrief. Op basis hiervan maakt ieder

wenst het Albeda College invulling te geven aan haar

organisatieonderdeel een jaarplan en een begroting die

maatschappelijke taakstelling. Winstmaximalisatie staat

worden bekrachtigd middels een managementcontract. De

daarmee op gespannen voet.

wordt ontwikkeld. In 2009 is een aanzet gegeven voor het

Raad van Toezicht maakt voor het hele Albeda College een managementcontract met het College van Bestuur. Hierin

In 2009 heeft het Albeda interne kaders opgesteld voor de

worden de belangrijkste prestatieafspraken met concrete

verbetering van de financiële positie en het vermogensbeheer

doelstellingen opgenomen.

in het algemeen. Hierbij is zowel gekeken naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het Albeda College

De planning- en controlcyclus geeft tevens aan welke

als de uitgangspunten van de externe onderzoeken naar

stappen voor 31 december van ieder jaar ondernomen

financieringsstructuren in het onderwijs (Commissie Don) en

moeten worden voor goedkeuring van de jaarplannen en

de verantwoording naar externe stakeholders zoals banken.

een sluitende begroting door het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De realisatie wordt gevolgd via periodieke rapportages over de totale baten, kosten, exploitatieresultaat,

4.6.2 Eigen Vermogen

liquiditeitspositie en -prognose en door gesprekken tussen het

De interne kaders gaan uit onder meer uit van:

management en het College van Bestuur waarin eventuele

• Operationele rentabiliteit van minimaal 0,5% en maximaal

bijsturingmaatregelen worden besproken.

2,0%; meerjarig gemiddeld 1% • Solvabiliteit target van 35%

Beheersingsmaatregelen

• Current ratio van 0,5

Risicobeheeractiviteiten zoals functiescheiding, autorisaties,

• Eigen bestaat uit algemene reserve exclusief herwaardering

procedures, rapportages en dergelijke maken onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering. Onafhankelijke toetsing

inclusief de BAPO voorziening • Buitengewone baten (boekwinsten panden, toegekende

vindt plaats op specifieke beheersmaatregelen van

claims etc.) worden geheel toegevoegd aan het eigen

risicogebieden die, bijvoorbeeld op basis van regelgeving,

vermogen

extra aandacht vereisen. Zo worden risico’s ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs specifiek getoetst tijdens de

• Voor omvangrijke investeringen (vooral gebouwen) wordt deels gebruik gemaakt van vreemd vermogen

verantwoordingsgesprekken tussen branchedirecties en CvB en de jaarlijkse zelfevaluaties door de branches. Daarnaast wordt door middel van interne audits de betrouwbaarheid van de gegevens uit de deelnemersadministratie getoetst, die de basis zijn voor de bekostiging vanuit OC&W.

Financiële risico’s De directie Rekenschap van Inspectie van het Onderwijs houdt op iedere onderwijsinstelling in het mbo toezicht. De intensiteit hiervan is afhankelijk van het financieel risicoprofiel van de onderwijsinstelling, wat wordt bepaald aan de hand van de financiële kerngetallen solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit en/of specifieke signalen. Bij het Albeda College is gedurende 2009 sprake geweest van het verscherpt toezicht voor onderwijsinstellingen met een hoog risicoprofiel.

53


2009

In mln. €

2008 In %

In mln. €

In %

Solvabiliteit Eigen Vermogen

28,0

21,5%

23,3

17,6%

Vreemd Vermogen

102,3

78,5%

109,3

82,4%

Totaal Vermogen

130,3

132,6

Current ratio

35,8%

22,0%

Rentabiliteit

1,2%

-2,6%

(excl. Herwaarderingsreserve, inclusief voorzieningen)

Uitgaande van de traditionele balans (excl. herwaarderingsreserve, incl. voorziening BAPO), zoals hierboven gedeeltelijk weergegeven ligt de rentabiliteit over 2009 met 1,2% binnen de norm. Verdere verbetering van de financiële positie is noodzakelijk.

4.6.3 Treasury management

4.7 Helderheid in bekostiging

Het treasury statuut richt zich op het beheersen van de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen

Uitbesteding onderwijs

en de hieraan verbonden risico’s op het gebied van de

In het boekjaar 2009 is met 5 penitentiaire inrichtingen en

financieringspositie, liquiditeitspositie en de beheersing van

het psychiatrisch ziekenhuis Delta van het project Scholing

het renteresultaat. Hierbij wordt het innemen van risicovolle,

zonder drempel een convenant afgesloten om het onderwijs

speculatieve beleggingsposities uitgesloten.

aan deelnemers van deze instellingen voort te zetten. In

dit boekjaar gaat het om 70 deelnemers. Deze instellingen

De liquiditeitspositie van het Albeda College is volgens de

verzorgen voor eigen rekening een deel van het onderwijs,

geconsolideerde jaarrekening ultimo 2009 verbeterd met

onder toezicht en verantwoordelijkheid van het

€ 25,5 miljoen. Van de beschikbare kredietfaciliteiten bij de

Albeda College.

huisbankiers van in totaal € 33,5 miljoen is per balansdatum geen gebruik gemaakt. Eind 2008 bedroeg dit nog € 17,0

De rijksmiddelen, die het Albeda College heeft ontvangen, zijn

miljoen. De post liquide middelen op de balans is toegenomen

aangewend om vorm te geven aan de intensieve begeleiding

met € 8,5 miljoen.

van de individuele deelnemers, de deelnemersregistratie en om toezicht te houden op de uitvoering, de examinering, de

De verbetering is vooral ontstaan door:

inhoud en de kwaliteit van het onderwijs door het

• De toename van vooruit ontvangen subsidiebedragen

Albeda College.

waarop in 2010 uitgaven gaan plaatsvinden • De terughoudendheid bij investeringen

Het Albeda College voert de MBO Theaterschool uit in

• De opbouw van voorzieningen

nauwe samenwerking met Stichting Jeugdtheater Hofplein.

• Het positieve exploitatieresultaat

De onderwijsprogrammering en examinering geschieden onder verantwoordelijkheid van het Albeda College. Voor de

De liquiditeit betreft een momentopname. Het Albeda College

beschikbaar gestelde middelen van het theater worden op

stelt maandelijks cashflow prognoses op en zorgt er voor dat

factuurbasis kosten vergoed door het Albeda.

er voldoende faciliteiten zijn om tijdelijke tekorten te kunnen financieren.

54

activiteiten aan de orde geweest.

4.8 WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens)

Eigen fonds voor les- en cursusgelden

Als gevolg van het OCW-controleprotocol en de W.O.P.T.

Er is geen eigen fonds voor les- en cursusgelden in onze

kan worden gemeld dat er in 2009 geen medewerkers zijn

instelling aanwezig.

geweest die een bezoldiging hebben ontvangen, die boven de

Investeringen in private activiteiten Uit de rijksbijdrage zijn in 2009 geen investeringen in private

norm uitkomt.

In-/uitstroom deelnemers relatief kort na de inschrijfdatum Het aantal deelnemers dat kort na de inschrijfdatum (door ons

Rotterdam, 2 juni 2010.

gedefinieerd als voor 31 december 2009) weer uitgeschreven

Namens het College van Bestuur,

is, bedraagt 891. Dit afgezet tegen een totaal aan bekostigde inschrijvingen van 21.910 is dit 4,1%. (vorig jaar 3,5%). Met diploma

181

Zonder diploma

710

Daarentegen bedraagt het aantal deelnemers dat kort na

A. van Gorsel Voorzitter College van Bestuur

1 oktober 2009 is ingeschreven 336, ofwel 1,6% (vorig jaar 1,7%).

Verandering leerweg Het aantal deelnemers dat tijdens het cursusjaar 2009/2010 (na 1-10-2009) van leerweg veranderde, bedraagt 17 (0,1%). (vorig jaar 0,1%). Binnen dezelfde leerweg veranderden 191 deelnemers van opleiding (0,9%) vorig jaar 162 (0,7%).

Maatwerktrajecten De door de onderwijsbranches uitgevoerde maatwerktrajecten zijn binnen het Onderwijsexamen reglement (OER) en Weten regelgeving beschreven en als zodanig uitgevoerd.

Stapeling van diploma’s In 2009 heeft geen stapeling van diploma’s plaats gevonden.

55

FINANCIEEL VERSLAG

2009

VAN DE STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL BEROEPS- EN ALGEMEEN VORMEND ONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE VOOR ROTTERDAM & OMSTREKEN

Rekening is gehouden met de inrichtingsvereisten van boek 2 titel 9 BW, de richtlijnen van de Raad voor Jaarverslaggeving en de toelichtingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op deze richtlijnen, zoals deze gelden met ingang van verslagjaar 2008 56

5 Jaarrekening (geconsolideerd)

Gebouwen en terreinen Vanaf 2008 waardeert het Albeda College de gebouwen en terreinen tegen actuele waarde verminderd met de jaarlijkse

5.1 Algemene toelichting op de Balans en de Exploitatierekening

afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt rekening gehouden met de restwaarde.

Kosten aan onderhoud, verbouwingen of aanpassingen

Grondslagen, waardering en resultaatbepaling

worden geactiveerd indien zij een aanmerkelijke verbetering van de vastgoedsituatie tot gevolg hebben, dan wel een verlenging van de levensduur van het actief bewerkstelligen.

Algemeen

Voor het opstellen van de jaarrekening zijn de

Inventarissen en apparatuur

inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk

De inventarissen en apparatuur worden gewaardeerd

Wetboek en de adviezen van de Raad voor de

tegen de aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve

Jaarverslaggeving gehanteerd. Ook zijn de bepalingen en

afschrijvingen. Investeringssubsidies worden in mindering

modellen voor onderwijsinstellingen, zoals opgenomen in

gebracht op de aanschafwaarde.

Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 660, aangehouden.

Afschrijvingstermijnen In de jaarrekening zijn de volgende afschrijvingstermijnen

De jaarrekening is weergegeven in duizendtallen (euro’s).

gehanteerd:

Waardering

Tenzij anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen

Gebouwen en terreinen

tegen geamortiseerde kostprijs. De liquide middelen worden

- Gebouwen

opgenomen tegen nominale waarde.

- Erfpacht 26-45 jaar - Verbouwingen

25-40 jaar 10-12 jaar

Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn de

Investeringen in een huurpand worden afgeschreven over de

financiële gegevens van het Albeda College en haar

resterende huurtermijn. Op terreinen wordt niet afgeschreven,

groepsmaatschappijen per 31 december van het boekjaar

met uitzondering van niet eeuwigdurende erfpacht.

opgenomen op basis van de integrale methode. Hierbij worden de activa en passiva, alsmede de baten en lasten voor

Inventarissen/apparatuur

100% in de geconsolideerde jaarrekening van de stichting

- Inventaris en apparatuur

3-10 jaar

opgenomen. Het aandeel van derden in het eigen vermogen

- Computerapparatuur

3 jaar

en in het resultaat wordt afzonderlijk in de geconsolideerde

- Andere vaste bedrijfsmiddelen

5 jaar

jaarrekening tot uitdrukking gebracht. Bijzondere waardevermindering De grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Wanneer zich wijzigingen of omstandigheden voordoen

zijn toegelicht bij de financiële vaste activa. De gelieerde

die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief

maatschappijen worden niet meer in de consolidatie

niet terugverdiend zal worden, dan wordt vaste activa

opgenomen vanaf de datum waarop geen sprake meer is van

met een lange levensduur beoordeeld op bijzondere

beslissende zeggenschap.

waardevermindering. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte economische waarde, wordt een

Materiële vaste activa

bedrag ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil

Investeringen met een waarde groter dan € 5.000 worden

tussen de boekwaarde en de economische waarde van het

geactiveerd vanaf het moment van ingebruikname. De

actief.

afschrijving geschiedt lineair op basis van de verwachte economische levensduur. Op materiële vaste activa in

Financiële vaste activa

uitvoering wordt niet afgeschreven.

Deelnemingen waarmee de instelling een economische en organisatorische verbondenheid heeft, en waarin zij overheersende zeggenschap heeft of de centrale leiding uitoefent, worden tegen de vermogensmutatiemethode

57


gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode worden de

Vrijvallen uit, en dotaties aan, de voorzieningen vinden plaats

deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van

ten gunste of ten laste van het bedrijfsresultaat. Uitgaven

de vennootschap in de nettovermogenswaarde vermeerderd

vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorziening.

met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen

vanaf het moment van de verwerving, bepaald volgens de

Voorziening personeel

grondslagen in deze jaarrekening. In de exploitatierekening

De voorziening personeel is opgenomen voor

wordt het aandeel van de stichting in het resultaat van de

verplichtingen aan personeel als gevolg van ondermeer de

deelnemingen opgenomen.

wachtgeldregeling, de regeling spaarverlof langdurig zieken en inactief personeel.

Voorraden vervaardigingsprijs, voor zover nodig verminderd met een

Voorziening uitgestelde personele beloningen

voorziening wegens incourantheid.

De voorziening voor uitgesteld personeel is gebaseerd op

de verplichtingen tot uitkering van jubileumuitkeringen en

Vorderingen

de bapo-regeling zoals vastgelegd in de CAO. De bapo-

De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale

regeling heeft tot doel het behouden van senioren voor het

waarde onder aftrek van een voorziening wegens

arbeidsproces door taakverlichting en taakvermindering.

oninbaarheid.

Voor de bepaling van de omvang van deze voorziening zijn

op basis van ervaringscijfers inschattingen gemaakt van de

Eigen Vermogen

kans dat de per jaareinde aanwezige werknemers tot aan

Het eigen vermogen wordt verdeeld in:

bapo-leeftijd in dienst blijven en de mate van gebruik van

- een algemene reserve

de regeling. De voorziening is tegen de contante waarde

- een herwaarderingsreserve

gewaardeerd.

De waardering vindt plaats tegen kostprijs of tegen

In de jaarrekening over het jaar 2009 is gekozen om geen

Voorziening herstructurering

segmentatie toe te passen op het eigen vermogen. Daarnaast

De voorziening herstructurering is ondermeer bedoeld voor

wordt het gehele vermogen als publiek bestempeld. Het deel

de afronding van de uitvoering van het sociaal plan en het

van het vermogen dat als privaat gepresenteerd zou kunnen

transitie- en integratieproces van de diverse branches.

worden, wordt hiermee op nihil gesteld.

Resultaatbepaling Afhankelijk van het resultaat wordt besloten tot toevoeging of onttrekking aan de algemene reserve.

Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarin

De herwaarderingsreserve brengt de herwaardering van

de prestatie is geleverd c.q.

de gebouwen en terreinen tot uitdrukking. Dit zijn alleen

waarop de prestatie betrekking heeft. Een uitzondering hierop

de positieve verschillen tussen de waardering tegen

betreft de door deelnemers

actuele waarde en verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs.

verschuldigde deelnemersbijdragen welke worden

Negatieve herwaarderingen worden direct ten laste van

verantwoord in het kalenderjaar waarin het betreffende

het exploitatieresultaat gebracht. Het gerealiseerde deel

studiejaar aanvangt.

van de herwaarderingsreserve komt ten gunste van het exploitatieresultaat.

De geoormerkte rijksbijdragen en de meerjarige doelsubsidies worden in de exploitatierekening verantwoord voorzover

Voorzieningen

er daadwerkelijk kosten gemaakt zijn. Baten uit ‘tweede geldstroomactiviteiten’ en ‘werken voor derden’ worden

Een voorziening wordt op de balans opgenomen indien sprake

bepaald naar rato van de uitvoering van de betreffende

is van:

projecten/contracten.

- een verplichting (in recht afdwingbaar of feitelijk) waarvan - het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen benodigd is en - een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.

58

Pensioenregeling Het Albeda College kent een Pensioen- en Flexibele Uittredingsregeling voor huidige en voormalige werknemers. De pensioenen zijn ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP en de Flexibele Uittreding bij Stichting Flexibel Uittreden Onderwijs. Beide regelingen zijn te karakteriseren als zogeheten toegezegd-pensioenregelingen, waarbij de pensioenuitkering gebaseerd is op de lengte van het dienstverband en het gemiddelde salaris van de werknemer gedurende dit dienstverband. De pensioenregelingen kunnen worden aangemerkt als ‘multi-employer funds’. De regeling is conform het verplichtingenstelsel en de richtlijnen van de jaarrekening opgenomen.

59


5.2 Balans per 31 december 2009 Geconsolideerd (* € 1.000) (na verwerking voorstel bestemming exploitatieresultaat) Activa 31 december 2009 31 december 2008 Materiële vaste activa Gebouwen en Terreinen 103.642 105.105 Inventaris en apparatuur 7.559 9.596 Bouwkundige projecten in uitvoering 0 + 5.455 + Totaal Materiële vaste activa 111.201 120.156 Voorraden 57 65 Vorderingen Debiteuren en deelnemers 3.621 3.841 Vorderingen op overheden 1.240 1.240 Overige vorderingen en overlopende activa 2.344 + 3.977 + Totaal Vorderingen 7.205 9.058

Liquide middelen 11.835 3.305 + +

Totaal activa

60

130.298

132.584

Geconsolideerd

Passiva 31 december 2009 31 december 2008 Eigen Vermogen Algemene reserve 1.226 -1.055 Herwaarderingsreserve 37.493 + 40.540 + Totaal Eigen vermogen 38.719 39.485 Voorzieningen Personeelsvoorzieningen 20.585 17.990 Overige voorzieningen 6.149 + 6.383 + Totaal Voorzieningen 26.734 24.373 Langlopende schulden Kredietinstellingen 11.710 + 12.415 + Totaal Langlopende schulden 11.710 12.415 Kortlopende schulden Kredietinstellingen 980 17.998 Crediteuren en overige kortlopende schulden 12.221 12.523 Pensioenen, belastingen en sociale premies 7.447 6.594 Overlopende passiva 32.487 + 19.196 + Totaal Kortlopende schulden 53.135

Totaal passiva

+ 56.311 +

130.298

132.584

61


5.3. Exploitatierekening 2009 Geconsolideerd (* € 1.000) Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008 Baten Rijksbijdragen 141.393 138.032 127.857 Overige overheidsbijdragen en subsidies

27.747

23.529 26.719

Werk in opdracht van derden

13.609

12.984 11.824

Les- en Examengelden

3.359

2.954

3.157

Overige baten

3.730 +

4.277 +

5.446 +

Totaal Baten

189.838

181.776 175.003

Lasten Personele lasten 138.826 131.650 129.858 Afschrijvingen

12.101

11.998 10.533

Huisvestingslasten

15.110

15.388 17.943

Overige lasten

22.982 +

23.038 + 21.994 +

Totaal lasten 189.019 -/- 182.074 -/- 180.328 Saldo baten en lasten 819 Vrijval Herwaarderingsreserve 2.716 Financiële baten en lasten

-1.254

-298

-5.325

2.700

2.752

-2.291

-2.051

1.462 +

409 +


2.281

111

62

701 + -4.624

5.4 Kasstroomoverzicht geconsolideerde jaarrekening 2009 (* € 1.000) 2009 2008 Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat 2.281 -4.624 Aanpassingen voor: - Afschrijvingen 12.101 10.533 - Vrijval herwaarderingsreserve -3.047 -2.752 - Mutaties voorzieningen 2.361 + -1.088 + 11.415 6.693 Mutaties werkkapitaal: - Voorraden 8 -25 - Vorderingen 1.853 1.496 - Kortlopende schulden 15.127 + 3.976 + 16.988 + 5.447 + Kasstroom uit bedrijfsoperaties

30.684

7.516

Ontvangen rente 186 43 Betaalde rente -1.472 + -2.094 + -1.286 + -2.051 + Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 29.398 5.465 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa -3.551 -6.399 Desinvesteringen in materiële vaste activa 405 + 3.346 + Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -3.145 -3.053 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie kredietinstellingen -17.018 -5.470 Mutatie overige langlopende schulden -705 -915 Mutaties lening u/g 0 + 250 + Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -17.723 -6.135 Mutatie liquide middelen 8.530 -3.723 Beginstand liquide middelen 3.305 7.028 Mutatie liquide middelen 8.530 -3.723 Eindstand liquide middelen 11.835 3.305

63


5.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2009 (* € 1.000) activa Materiële vaste activa Gebouwen Inventaris en Bouwkundige totaal en terreinen apparatuur projecten materiële in uitvoering vaste activa Aanschafwaarde 140.326 18.085 5.455 163.866 Cumulatieve afschrijving en waardevermindering -35.221 -8.489 0 -43.710 + Boekwaarde 31 december 2008 105.105 9.596 5.455 120.156 Investeringen 6.421 2.585 -5.455 3.551 Desinvesteringen -405 0 0 -405 Afschrijvingen -7.479 -4.622 0 -12.101 + Boekwaarde per 31 december 2009 103.642 7.559 0 111.201 Actuele waarde per 31 december 2009 145.718 20.670 0 166.388 Cumulatieve afschrijvingen en waardevermindering -42.076 -13.111 0 -55.187 + Boekwaarde per 31 december 2009 103.642 7.559 0 111.201

De des-investering bij gebouwen en terreinen betreft verkoop van het pand de Vloot te Hellevoetsluis. De investering in gebouwen en terreinen betreft met name in gebruik name van de RDM Campuslocatie per 1 maart, wat in 2008 nog werd vermeld als bouwkundig project in uitvoering. De schattingswijziging van de activeringsgrens van € 1.000 naar € 5.000 euro heeft geleid tot een verlaging van de boekwaarde cq een versnelde afschrijving met € 1,4 miljoen bij inventaris en apparatuur. Inzake renovaties resulteerde de wijziging in extra afschrijvingslasten van € 0,7 miljoen bij de rubriek gebouwen en terreinen.

64

Hieronder is een overzicht opgenomen van de getaxeerde bedrijfswaarde en boekwaarde van gebouwen:

Plaats Adres Getaxeerde bedrijfswaarde Boekwaarde per voor eigen gebruik 31 december (* € 1.000) 2009 Rotterdam Weena 743 8.100 7.435 OudeTonge Mercuriuslaan 16 1.980 1.901 Rotterdam Rosestraat 1101 30.525 28.120 Rotterdam Spinozaweg 398/400 4.730 4.088 Capelle aan den IJssel Van Speijkstraat 5a 835 724 Vlaardingen Buys Ballotlaan 25 4.155 3.876 Rotterdam Haastrechtstraat 3-5 12.970 11.851 Rotterdam Breitnerstraat 92-94 4.580 4.356 Rotterdam Sportlaan 90 6.105 4.838 Rotterdam A. van Raephorstlaan 245 3.865 3.424 Rotterdam Slingeplein 8/13 1.390 1.202 Rotterdam Baljuwstraat 2 4.850 4.028 Rotterdam Schiedamseweg 245 3.460 2.953 Rotterdam Zst. Hennekeplein 80 9.825 9.140 Rotterdam Mathenesserlaan 321 9.175 8.340 Renovaties in huurpanden + 7.366 + Totaal 106.545 103.642

In 2007 is een taxatie uitgevoerd van de onroerend goed zaken die in eigendom zijn. Het peilmoment was oktober 2007. De waardebepaling is gebaseerd op de opbrengst bij beoogd voortgezet gebruik door de koper. Uitgegaan is van de comparatieve methode waarbij aspecten zoals markt, locatie en de onroerende zaak zelf een rol hebben gespeeld. Periodiek wordt een hernieuwde taxatie uitgevoerd. De WOZ-waarde van de geactiveerde panden bedraagt € 96,7 miljoen en de verzekerde waarde € 189,5 miljoen. Het pand Rosestraat 1101 is belast met een 1e hypotheek met een schuld van € 5,5 miljoen per 31 december 2009. Op het pand aan de Breitnerstraat 92-94 rust een hypotheek met een restschuld van € 3,2 miljoen per balansdatum. Bij de ING Bank is voorts een Roll-Over lening afgesloten met een restschuld van € 3.7 miljoen per balansdatum inzake het pand Rosestraat 1101. Aan de gezamenlijke huisbankiers Rabobank en ING-Bank is in 2008 als zekerheid voor het verstrekte rekening-courant krediet een hypotheekinschrijving verstrekt van € 50 miljoen.

65


Voorraden 31 december 2009 31 december 2008 Gebruiksgoederen 57 65 + Totaal 57 65

De post voorraden betreft voorraden op het gebied van PR, drukwerk, kantoorbenodigdheden, computerrandapparatuur en onderwijs- praktijkmaterialen.

Debiteuren en deelnemers 31 december 2009 31 december 2008 Debiteuren 2.649 2.942 Deelnemers/cursisten 1.598 1.606 Af: Voorziening wegens oninbaarheid -626 -707 + Totaal 3.621 3.841

De verbetering van de procedures rond facturatie en debiteurenbewaking hebben in 2009 geleid tot lagere uitstaande debiteurensaldi. Voor het bepalen van de gewenste omvang van de voorziening geldt: - Vorderingen kleiner dan € 10.000: standaardpercentages in relatie tot ouderdom - Vorderingen groter dan € 10.000: volgens individuele beoordeling

Vorderingen op overheden 31 december 2009 Ministerie OCW 1.240 Totaal

1.240

31 december 2008 1.240 + 1.240

De vordering op OC&W betreft Europese projectsubsidies uit het Europees Sociaal Fonds in het kader van bestrijding van voortijdig schoolverlaten. Een specificatie is opgenomen in bijlage 8.3. De gelden zijn ontvangen in 2010.

Overige vorderingen en overlopende activa 31 december 2009 31 december 2008 Personeel 4 0 Overige 11 14 Vooruitbetaalde kosten 1.698 1.558 Nog te ontvangen inkomsten 512 2.356 Verstrekte voorschotten 119 49 + Totaal 2.344 3.977

De post nog te ontvangen inkomsten betreft onder andere nog te factureren detacheringen, indexering van contracten met gemeenten en te ontvangen uitkeringen AAW /ZW uitkeringen.

66

Liquide middelen 31 december 2009 Kasmiddelen 98 Tegoeden op banken girorekeningen 11.737 Totaal 11.835

31 december 2008 97 3.208 + 3.305

De liquide middelen staan ter vrije beschikking. De hier vermelde tegoeden betreffen tegoeden van lopende banken girorekeningen bij de ABN-AMRO bank en de huisbankiers Rabobank en ING-Bank. De verbetering van de liquiditeitspositie is ontstaan door terughoudendheid bij investeringen, het positieve exploitatieresultaat en de ontvangst van een aantal subsidiebedragen, die in 2010 worden ingezet. Dit betrof onder andere ontvangsten vanuit de gemeente Rotterdam van € 10,7 miljoen voor zorgdeelnemers en € 3,2 miljoen voor bestrijding van de jeugdwerkeloosheid. Van OC&W werden bedragen ontvangen voor groei van het deelnemersaantal in verband met de kredietcrisis (€ 3,3 miljoen), gelden voor bestrijding van de jeugdwerkeloosheid (€ 2,3 miljoen) en gelden voor verbetering van de salarismix van docenten (€ 1,7 miljoen)

67


passiva Eigen vermogen 31 december 2008

resultaat 2009

overige 31 december mutaties 2009

Algemene reserve -1.055 2.281 0 1.226 Herwaarderingsreserve 40.540 37.493 - Vrijval ten gunste van exploitatieresultaat -2.716 - Vrijval in verband met verkoop panden -331 + Totaal 39.485 2.281 -3.047 38.719

De herwaarderingsreserve heeft betrekking op de panden in eigendom die sinds 2008 worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Hierop valt jaarlijks een bedrag ter grootte van de afschrijving van geherwaardeerde panden vrij. De vrijval in verband met verkoop van panden houdt rechtstreeks verband met de verlaging van de aanschafwaarde en komt niet ten laste van het exploitatieresultaat.

Voorzieningen Voorziening Voorziening totaal Voorziening Overige totaal personeel uitgestelde personeels- herstruc- voorzien- overige personele voorzieningen turering ingen voorzien- beloningen ingen 1 januari 2009 3.130 14.860 17.990 5.004 1.379 6.383 Dotatie 2.031 1.480 3.511 1.677 1.360 3.037 Onttrekking -578 0 -578 -1.497 -1.379 -2.876 Vrijval -338 0 -338 -395 0 -395 + 31 december 2009 4.245 16.340 20.585 4.789 1.360 6.149 Kortlopend deel (<1 jaar) 2.707 3.694 6.401 2.721 1.360 4.081 Langlopend deel (>1 jaar) 1.538 0 1.538 2.068 0 2.068 Langlopend deel (>5 jaar) 0 12.646 12.646 0 0 0

De uitvoering van het sociaal plan dat is vastgesteld in 2007 en waarvan de kosten via de voorziening herstructurering worden verantwoord, heeft ook in 2009 geleid tot een verhoogd aantal langdurig zieke en inactieve medewerkers en tot aanvullende verplichtingen voor de uitbetaling van wachtgelden. De verplichtingen en uitgaven die niet voldoen aan de criteria voor verantwoording via het sociaal plan, worden via de voorziening personeel verantwoord. Alleen de langlopende verplichtingen zijn contant gemaakt tegen een gemiddelde rekenrente. De dotatie van € 1,5 miljoen voor de voorziening uitgestelde personele beloningen is toe te schrijven aan de toename van de duur van het gemiddelde dienstverband bij het Albeda en de toegenomen gemiddelde leeftijd. De uitgaven als gevolg van de uitvoering van het sociaal plan zijn onttrokken aan de voorziening herstructurering. De dotatie is voor voorgenomen aanpassingen binnen de branche Educatie vanwege de marktwerking. De overige voorzieningen bestaan onder meer uit toekomstige kosten voor niet meer aan het productieproces ten dienste staande panden.

68

Langlopende schulden

Lening BNG 021928 Aanvulling lening BNG 021928 Lening ING 67.69.98.275 Lening BNG 096413 Gem. Hellevoetsluis (De Vloot) Totaal

1 januari 2009

aangegane leningen

aflossingen 2010

5.043 488 3.684 3.200 0 275

698 0 135 134 13

4.345 488 3.549 3.066 262

980

11.710

12.415

275

31 december 2009

looptijd > 1 jaar

looptijd rentevoet > 5 jaar

3.670 675 8,35 vast 0 488 8,35 vast 540 3.009 1,25 variabel 533 2.533 5,37 vast 44 218 4,75 vast 4.788 6.923

Alle panden zijn hypothecair in onderpand gegeven aan de huisbankiers Rabobank en ING-Bank. Het pand aan de Breitnerstraat wordt hieruit onttrokken ten gunste van de dekking van de lening van de BNG. Bij de ING-Bank is een Roll-Over Lening afgesloten met een restschuld per balansdatum van € 3,7 miljoen en een variabele rente van 1,245% per jaar op balansdatum. Hiervan is € 0,1 miljoen onder kortlopende schulden opgenomen. Het renterisico uit variabele rente van deze lening wordt valutair gedekt met een renteswap, die in hoofdsom gelijk is aan de schuld van de hierboven genoemde lening. De renteswap heeft een looptijd tot 1 juni 2014 en een vaste rente van 4,04%. De variabele rentevergoeding op balansdatum bedraagt 0,825%. De marktwaarde van de renteswap bedraagt € 243.209 negatief per balansdatum. Voor de uitgevoerde verbouwingen aan het pand De Vloot in Hellevoetsluis is met de gemeente een nieuwe lening afgesloten met een looptijd van 15 jaar en een rentevoet van 4,75%.

Kortlopende schulden Kredietinstellingen 31 december 2009 Krediet instellingen 0 Kortlopend deel langlopende schuld kredietinstellingen 980 Totaal 980

31 december 2008 17.031 967 + 17.998

Van de verstrekte rekening courant kredieten door de huisbankiers Rabobank en ING-Bank is per balansdatum geen gebruik gemaakt. De Rabobank heeft een rekening courant krediet verstrekt met een maximum van € 17,8 miljoen op basis van een variabel rentepercentage van 0,4% boven het geldende éénmaands Euribor-tarief. De ING-Bank heeft een gelijkluidend rekening courant krediet verstrekt met een maximum van € 15,7 miljoen op basis van een variabel rentepercentage van 0,5% boven het geldende éénmaands Euribor-tarief. Ter dekking van het renterisico, ontstaan door de kredietverstrekking op basis van de variabele Euribor rentetarieven, is een renteswap bij de Rabobank afgesloten voor een bedrag van € 10 miljoen met een vast rentepercentage van 4,92% tot 1 januari 2018. Op balansdatum bedroeg de variabele rentevergoeding 0,75%. De marktwaarde van de renteswap bedraagt € 1.395.316 negatief per balansdatum.

69


Crediteuren en overige kortlopende schulden 31 december 2009 31 december 2008 Crediteuren 8.036 5.953 Schulden aan overheden 0 723 Overig 4.185 5.847 + Totaal 12.221 12.523

De overige kortlopende schulden betreffen de positie ‘onderhanden werk’ van de lopende contracten bij de branche Educatie na aftrek van de daarop van toepassing zijnde vooruit ontvangen termijnen. Pensioenen, belastingen en sociale premies 31 december 2009 Loonbelasting 5.624 Omzetbelasting 130 Schulden terzake van pensioenen 1.693 Totaal 7.447

Overlopende passiva 31 december 2009 Vooruitontvangen college- en lesgelden 203 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 14.857 Vooruitontvangen termijnen 8.177 Vakantiegeld en -dagen 4.035 Overige 5.215 Totaal 32.487

31 december 2008 5.299 -164 1.459 + 6.594

31 december 2008 38 8.691 4.928 3.836 1.703 + 19.196

De geoormerkte vooruit ontvangen subsidies van OCW zijn per beschikking verantwoord in bijlage 8.3 en betreffen nog in te zetten middelen in 2010. Het bedrag vermeld onder vooruit ontvangen termijnen betreft reeds ontvangen bedragen van uiteenlopende subsidieverstrekkers waarvoor het Albeda College de dienstverlening in 2010 zal starten dan wel voortzetten. De toename van deze post is met name ontstaan door de ontvangst van een subsidiebedrag van de Gemeente Rotterdam inzake het Rotterdams Offensief. De post Overige omvat nog te betalen kosten van verschillende aard door in 2010 ontvangen facturen betrekking hebbende op boekjaar 2009. De toename is ontstaan doordat er enkele incidentele schulden zijn opgenomen zoals een schuld uit een belastingcontrole, herstelkosten voor huurpanden waarvan het huurcontract wordt beëindigd en kosten uit een geschil met een leverancier.

70

5.6 Niet in de balans opgenomen regelingen Verplichtingen Per 31 december 2009 heeft het Albeda College: - 55 huurcontracten met een gevarieerde looptijd (max. 2022) met een totale huursom van € 5,9 miljoen op jaarbasis. - 1 erfpachtovereenkomst met de gemeente Schiedam voor een jaarlijkse canon van € 67.600 - 7 leaseovereenkomsten voor personenauto’s met een totale contractwaarde van € 102.000 op jaarbasis. - een aantal contracten voor periodiek onderhoud en kopieerapparatuur e.d. Op balansdatum waren voor 7 huurcontracten bankgaranties afgegeven tot een totaalbedrag van € 211.889.

71


5.7 Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening over het boekjaar 2009 (* € 1.000) Baten Rijksbijdrage Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Normatieve rijksbijdragen OCW 129.739 126.385 120.674 Geoormerkte subsidies OCW 4.596 4.851 3.992 Overige subsidies OCW 7.058 6.796 3.191 + Totaal 141.393 138.032 127.857

De normatieve rijksbijdrage is € 3,3 miljoen hoger dan begroot door de toekenning van extra budget vanwege verwachte extra instroom door de kredietcrisis ad € 2,2 miljoen, een incidentele toekenning van € 0,5 miljoen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid, € 0,2 miljoen voor invoering van het competentie gericht onderwijs, € 0,2 miljoen vanwege loon- en prijscompensatie en € 0,2 miljoen voor bijstelling van het macrobudget uit oudere jaren. De geoormerkte subsidie betreft de wachtgeldbaten. De overige subsidies betreffen de baten uit Innovatiebox- en FESgelden, de Stageboxgelden, de leerlinggebonden financiering, VSV en schoolmaatschappelijk werk. Overige overheidsbaten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Gemeentelijke bijdrage educatie 7.265 7.860 10.063 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 20.482 15.670 16.656 + Totaal 27.747 23.529 26.719

Onder de Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn een groot aantal subsidies verantwoord waaronder: - SoZaWe subsidie van de Gemeente Rotterdam inzake zorgverlening aan jongeren met gestapelde problematiek - Project De Nieuwe Kans, dat scholingsmogelijkheden biedt voor kansarme jongeren. - Project Aan de Slag ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid - Reïntegratie contract met de Gemeente Den Haag - Subsidies in het kader van Voortijdig Schoolverlaten en Schoolmaatschappelijk werk - ID-banen De stijging ten opzichte van het jaar 2008 vindt plaats op het gebied van trajectbegeleiding (€ 0.4 miljoen), voortijdig schoolverlaten (€ 1,2 miljoen), project De Nieuwe Kans (€ 0,3 miljoen), Wijkschool (€ 0,2 miljoen), project Aan de Slag (€ 0,4 miljoen) voor projecten inzake zorgverlening (€ 0,3 miljoen) en veel andere projecten met kleinere bedragen.

72

Werk in opdracht van derden Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Contractactiviteiten gericht op: Educatie en Inburgering 7.137 7.324 6.595 Beroepsonderwijs 6.472 5.660 5.229 Totaal 13.609 12.984 11.824

Les- en examengelden Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Deelnemersbijdragen 3.280 2.878 3.049 Examengelden 79 76 108 + Totaal 3.359 2.954 3.157

Overige baten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Huurontvangsten 1.663 1.637 992 Detacheringen 915 949 1.173 Ontvangsten kantines, restaurants, automaten 178 173 231 Overigen 974 1.518 3.050 + Totaal 3.730 4.277 5.446

In de post Overigen is net als vorig jaar een bijdrage in de uitvoeringskosten opgenomen van het experiment Informatie- en Communicatie Technologie, ingevolge de ministeriële regeling Herontwerp Kwalificatiestructuur Mbo 2007/2008. Van de bijdrage in 2008 ad. € 63.000 voor het penvoerderschap van het toegewezen cluster is 7/12e gedeelte in de jaarrekening 2009 verantwoord vanwege de inzet van de gelden per schooljaar in plaats van per kalenderjaar. Van de nieuwe bijdrage in 2009 is 5/12 verantwoord in deze jaarrekening en zal 7/12 verantwoord worden in de jaarrekening over het boekjaar 2010. Tot slot zijn de volgende baten opgenomen als ‘overige baten’ - schade-uitkeringen - restituties van WAO premies oude jaren - administratieve dienstverlening aan derden - kortingen op lesmateriaal/boeken - stagevergoedingen - lesmateriaal/boeken bekostigd door bedrijven

73


Lasten Personele lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Lonen en salarissen, incl. verplichtingen VU/ZKOO 94.570 95.566 94.485 Sociale lasten 9.187 8.300 8.046 Pensioenlasten 12.002 11.716 11.358 Bovenwettelijke wachtgelduitkering 1.315 1.056 796 Dotatie/vrijval personele voorzieningen 3.173 -93 552 Mutatie voorziening herstructurering 1.282 0 54 Personeel niet in loondienst 14.248 11.218 11.424 Overige personeelslasten 3.692 4.310 3.611 af: Uitkeringen (AAW/ZW-opbrengsten) -643 -423 -468 + Totaal 138.826 131.650 129.858

De kosten voor bovenwettelijke wachtgelduitkering zijn gestegen doordat de WW instroom is gestegen door de uitvoering van het sociaal plan in 2008. Deze tendens was reeds deels ingecalculeerd in de begroting. Bij de post personeel niet in loondienst is het budget met € 2,9 miljoen overschreden. Voor € 1,4 miljoen is dit ontstaan door de uitvoering van meerdere ICT projecten. De overige € 1,5 miljoen is ingezet voor subsidies in het kader van schoolmaatschappelijk werk, zorg en projecten op het gebied van ontwikkeling competentie gericht onderwijs.

Bestuurdersbezoldiging in €

Belastbaar loon

Pensioenpremie

2009

2008

2009

2008

2009

137.117 - 140.171 113.120

142.482 17.897 125.294 -

37.349 - 30.713 27.143

35.662 5.288 26.714 -

174.466 - 170.884 140.263

178.144 23.185 152.008 - +

485.613

353.337

De heer P. Boekhoud De heer A. Vader (tot 1 maart 2008) De heer dr. M.J.W.T. Nollen Mevrouw R.G.K. Voss

Totaal 2008

Afschrijvingen Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Erfpacht terreinen 173 173 173 Gebouwen en terreinen 7.306 7.313 6.605 Inventaris en apparatuur 3.229 3.239 2.054 ICT-inventaris 1.393 1.273 1.701 + Totaal 12.101 11.998 10.533

Met ingang van 2009 worden investeringen vanaf € 5.000 geactiveerd in plaats van vanaf € 1.000. Deze schattingswijziging verklaart samen met de versnelde afschrijving van activa waarvan de boekwaarde hoger was dan de geschatte economische waarde de hogere afschrijvingslasten ten opzichte 2008. In de begroting is hier rekening mee gehouden.

74

Huisvestingslasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Huren 5.199 6.645 7.634 Verplichtingen inzake afstoten panden 916 0 2.219 Onderhoudskosten vastgoed 2.665 2.419 1.816 Advieskosten vastgoed 427 400 472 Energie en water 2.629 2.351 2.487 Schoonmaak 2.299 2.060 2.064 Heffingen 615 771 626 Overige huisvestingslasten 360 742 625 + Totaal 15.110 15.388 17.943

Het terugdringen van het aantal beschikbare m2, waarvoor het plan reeds in 2008 is gestart, heeft in 2009 geleid tot lagere huurlasten. De verplichting inzake afstoten van panden heeft betrekking op de leegstand in de vleugel aan de Van Blommesteijnweg, het verlaten van de Triathlonstraat en de A. van Raephorstlaan. Beide bewegingen vinden plaats in het boekjaar 2010. Vanwege de betrachte soberheid bij het onderhoud van panden in 2008 is er ruimte gecreëerd in de begroting om een inhaalslag te maken in 2009.

75


Overige lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer 1.978 1.359 2.191 Reis- en verblijfskosten 161 145 184 Accountantskosten 545 394 542 Telefoon- en portokosten e.d. 1.417 1.342 1.388 Kantoorartikelen 577 474 472 Bestuurskosten 38 48 73 Overige 6.092 6.928 5.130 + 10.808 10.690 9.980 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris 759 493 398 Software licenties 2.822 1.972 1.999 Leermiddelen 4.146 5.692 4.144 Examenkosten 1.491 1.333 1.428 + 9.218 9.490 7.969 Dotatie overige voorzieningen 175 172 742 Overige Kantinekosten 403 230 263 Excursies/werkweek 969 895 1.028 Contributies 722 585 613 Abonnementen 156 76 141 Verzekeringen 149 110 120 Overige faciltaire lasten 382 790 1.138 + 2.781 2.686 3.303 Totaal 22.982 23.038 21.994

Onderstaande tabel geeft de vereiste uitsplitsing van de accountantskosten voor het jaar 2009 weer.

Ernst & Overige Totaal Young accountants accountantskosten Onderzoek van de jaarrekening 110 0 110 Andere controleopdrachten 130 47 177 Adviesdiensten op fiscaal terrein 48 0 48 Andere niet-controle diensten 70 0 70 Accountantskosten voorgaande jaren 140 0 140 + Totaal

498

47

Het bedrag voor softwarelicenties is toegenomen vanwege de kosten met betrekking tot de ontwikkeling van het nieuwe deelnemerssysteem. Onder de post overige administratie- en beheerslasten vallen onder andere € 1,9 miljoen advieskosten/uitbesteed werk, € 1,3 miljoen drukwerk-, repro-, en kopieerkosten, € 0,7 miljoen PR/communicatiekosten, € 0,4 miljoen catering- en vergaderkosten, € 0,2 miljoen transport-/ koerierskosten etc.

76

545

Bezoldiging van de Raad van Toezicht in € Realisatie 2009 De heer K. Groenendijk Aangetreden per 01.01.2007 9.500 De heer L. Martijn - De heer J.M.M. Elbers Aangetreden per 01.01.2007 7.000 Mevrouw M. Drijver Aangetreden per 01.01.2007 7.000 De heer J.W.N. van Merwijk 7.000 De heer A.F.C. Dickmann 7.000 Totaal 37.500

Realisatie 2008 8.500 7.450 7.000 6.200 7.000 7.000 + 43.150

Vrijval herwaarderingsreserve Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Vrijval herwaarderingsreserve 2.716 2.700 2.752 + Totaal 2.716 2.700 2.752

De vrijval van de herwaarderingsreserve is ontstaan door de waarderingswijziging naar actuele waarde in 2008. Deze post compenseert de extra afschrijvingslasten van gebouwen die als gevolg van hiervan zijn gestegen met eenzelfde bedrag.

Financiële baten en lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Rentebaten 151 156 223 Rentelasten -1.405 -2.447 -2.274 + Totaal -1.254 -2.291 -2.051

77


6 Overige gegevens 6.1 Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat boekjaar 2009 Het gehele gerealiseerde exploitatieresultaat van over 2009 wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

6.2 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.

6.3 Accountantsverklaring Aan: het College van Bestuur van ROC Albeda College

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken te Rotterdam bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd.

Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507). Tevens is het bestuur van de entiteit verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante weten regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3., tweede lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het Onderwijscontroleprotocol OCW 2009. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende weten regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

78

Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507). Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2009 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het Onderwijscontroleprotocol OCW 2009 opgenomen relevante weten regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 referentiekader.

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 2 juni 2010 Ernst & Young Accountants LLP w.g. J.C. Besters RA

79


7 BIJLAGEN 7.1 Algemene gegevens Raad van Toezicht Naam De heer A.F.C. Dickmann Aangetreden per 01.01.2001 Mevrouw M. Drijver Aangetreden per 01.01.2007 De heer J.M.M. Elbers Aangetreden per 01.01.2007 De heer K. Groenendijk Aangetreden per 01.01.2007 De heer J.W.N. van Merwijk Aangetreden per 01.01.2007

Functie Lid Lid Lid Voorzitter Lid

College van Bestuur Gedurende het verslagjaar bestond het College van Bestuur uit de volgende personen: Naam De heer P. Boekhoud (afgetreden per 31 december 2009) De heer dr. M.J.W.T. Nollen (met ingang van 1 november 2006) Mevrouw A.K. Voss (met ingang van 1 januari 2009)

Functie Voorzitter Lid Lid

Gegevens over de rechtspersoon

Naam instelling : Albeda College Bevoegd gezag : Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken Adres : Rosestraat 1101/1103 Postadres : Postbus 9451 Postcode/plaats : 3007 AL Rotterdam Telefoon Fax E-mail Internet site

: : : :

Brinnummer

: 00GT

Contactpersoon Telefoon Fax E-mail

: : : :

Stafbureau

: Van Blommensteynweg 75 : 3087 BV Rotterdam : Tel. 010 - 8927600

80

010 - 2901259 010 - 2901005 [email protected] www.albeda.nl

de heer R. Louwerse, directeur AMC 010 - 8927600 010 - 8927999 [email protected]

Beroepsonderwijsbranches AKA : Sportlaan 90, 3078 WR Rotterdam Tel. 010 - 2928200 Business Services : Stolwijkstraat 8, 3079 DN Rotterdam Tel. 010 - 2929029 Gezondheidszorg : Rosestraat 1101/1103, 3071 AL Rotterdam Tel. 010 - 2901010 Handel & Commercie : Zr. Hennekeplein, 3033 BW Rotterdam Tel. 010 - 4430100 Horeca & Toerisme : Rosestraat 1101/1103, 3071 AL Rotterdam Tel. 010 - 2901010 Lifestyle, Sport & Entertainment : Rosestraat 1101/1103, 3071 AL Rotterdam Tel. 010 - 2901010 Secretarieel & Administratie : Weena 743, 013 AL Rotterdam Tel. 010 - 4338500 Techniek : Haastrechtstraat 3, 3079 DC Rotterdam Tel. 010 - 4973737 Welzijn & Onderwijs : Slingeplein 8/13, 3085 EZ Rotterdam Tel. 010 - 4819066

Contractonderwijs Educatie : Triathlonstraat 3, 3078 HX Rotterdam Tel. 010 - 2921070

81


7.2 Verbonden partijen (* € 1.000) naam

juridische vorm

statutaire zetel

code eigen vermogen Omzet activiteiten 31 december 2009

resultaat conso- Hoofdelijk deel- consoli2009 lidatie aanspr. name datie

2009 Meerderheidsdeelneming / Beslissende zeggenschap Matrix (vh Centrum Vakopleiding) B.V. Rotterdam 1 918 0 10 Ja Ja Exploitatie

%

%

100% 100%

Topsportcentrum Exploitatie Branche

B.V.

Rotterdam

4

20

1.119

0

Ja

Ja

100% 100%

Opleidingscentrum Kop van Zuid

C.V.

Rotterdam

3

4.542

546

380

Ja

Ja

100% 100%

Interconf. BOG Stichting Rotterdam 4 -13 411 0 Ja Ja 100% vd Gezondheidszorg 5.467 2.076 390 Overige verbonden partijen Exploitatie Technisch Paviljoen Stichting Hellevoetsluis 3 Nee Expertisecentrum ETV.nl

Stichting

Rotterdam 4

Nee

Rotterdamse Ondernemers Academie

Stichting

Rotterdam 1

Nee

Triple A

Stichting

Rotterdam 4

Nee

St Beheer Branche Opleidingscentrum Gezondheidszorg

Stichting

Rotterdam 3

Nee

Vereniging Rotterdam 3 Nee Vereniging van Eigenaren Rosestraat

1: contractonderwijs 2: contractonderzoek 3: onroerende zaken 4: overig

82

7.3 Overzicht geoormerkte subsidies OC&W (* € 1.000) Omschrijving kenmerk

bedrag saldo van 2008 toewijzing

ontvangst 2009

lasten 2009

saldo 2009

1. Geoormerkt en aflopend in jaar 2009 School -ex programma BEK09/137601 M 388 0 388 388 0 0 LGF MBO 06/07 BVH/BVE-2006/184422 M 336 -7 0 -7 0 Stagebox beroepsonderwijs 06 BVH/BVE-2006/189577 M 1.353 478 0 478 0 LGF MBO 07/08 BVH/BVE-2007/163605 M 671 41 0 41 0 Stagebox beroepsonderwijs 07 BVH/BVE-2007/63958 M 1.526 269 0 269 0 Voorhoedescholenproject PLW/2007/37186 SZW 150 99 0 99 0 + Subtotaal 4.424 880 388 1.268 0 2. Geoormerkt en doorlopend na jaar 2009 Plusvoorziening 2009-2011 BEK09/117156 U Salarismix Randstadregio’s BEK09/131556 M LGF MBO 09/10 BEK09/71858 M Conjuncturele Effecten BEK09/129238 Schoolmaatschappelijk Werk BEK09/72208 M VSV 2008 prestatiesubsidie BEK09/91628 M Bekostiging Visueel Gehandicapten BEK09/135724 U Stagebox beroepsonderwijs 06 BEK09/18468 M Innovatiebox 2008 BEK09/69521 M Visueel gehandicapte deelnemers 12371 Regeling Stagebox 2008 12938 LGF MBO 2008/2009 13086 VSV kalenderjaar 2009 13408 Innovatiebox Beroepsonderwijs 2006-2009 14014 Regeling lerarenbeurs FES Middelen 14014

2.352 0 1.728 0 416 0 3.275 0 817 0 994 0 25 0 1.474 0 2.031 0 17 17 1.616 1.616 370 234 746 746 2.060 1.948 122 0 3.250 3.250

2.352 1.728 416 3.275 817 994 25 1.474 2.031 0 0 -30 -368 0 122 0

0 0 158 118 41 0 0 0 0 0 867 191 0 1.043 122 3.250

2.352 1.728 258 3.157 776 994 25 1.474 2.031 17 749 13 378 905 0 0 +

Subtotaal 21.293 7.811 12.836 5.790 14.857 Vooruitontvangen Lumpsum bedrag 2008 723 Totaal OC&W 25.717 9.414 13.224 7.058 14.857 3. Overige vooruitontvangen inkomsten 4.825 8.177

83


Omschrijving kenmerk

bedrag saldo van 2008 toewijzing

ontvangst 2009

lasten 2009

saldo 2009

1. Vordering op OC&W Educatie ESF / VSV 2005/2006 BVH/BES 2005-20098 U

552

-238

0

0

-238

Economie ESF / VSV 2005/2006 BVH/BES 2005-27412 U

1102

-654

0

0

-654

GWDV ESF / VSV 2005/2006 BVH/BES 2005-408 U

57

-22

0

0

-22

GWDV ESF / VSV 2005/2006 200500/DRS-nr: 20051516

61

-21

0

0

-21


136

-61

0

0

-61


687

-265

0

0

-265


16

21

0

0

2.611 -1.240

0

0 -1.240

Totaal

84

21 +

7.4 Te verrekenen Cursusgeld 2009/2010 (* € 1.000)

Niveau 1 + 2 Niveau 3 + 4 Totaal Beroepsonderwijs Techniek 173 405 578 Business Services 24 28 52 Secretariaat & Administratie 25 51 76 Handel & Commercie 13 138 151 Horeca & Toerisme 27 77 104 Lifestyle, Sport & Entertainment 6 30 36 Welzijn & Onderwijs 13 318 331 Gezondheidszorg 47 822 869 AKA 39 0 39 + Subtotaal Beroepsonderwijs 367 1.869 2.236 Contractonderwijs Toeleiding 106 3 109 + Subtotaal Contractonderwijs 106 3 109 Totaal 473 1.872 2.345 Reeds verrekend via de maandelijkse bekostiging 2.254 Saldo 91

85


8 JAARREKENING 2009 ENKELVOUDIG 8.1 Balans per 31 december 2009 Enkelvoudig (* € 1.000) (na verwerking voorstel bestemming exploitatieresultaat) Activa 31 december 2009 31 december 2008 Materiële vaste activa Gebouwen en Terreinen 99.328 100.633 Inventaris en apparatuur 7.514 9.324 Bouwkundige projecten in uitvoering 0 + 5.455 + Totaal Materiële vaste activa 106.842 115.411 Financiële vaste activa Deelnemingen 5.502 5.491 Vorderingen 0 + 269 + Totaal Financiële vaste activa 5.502 5.760 Voorraden 57 65 Vorderingen Debiteuren en deelnemers 3.439 3.700 Deelnemingen 460 80 Vorderingen op overheden 1.240 1.240 Overige vorderingen en overlopende activa 2.261 + 3.925 + Totaal Vorderingen 7.400 8.945 Liquide middelen 10.888 + 2.567 + Totaal activa

86

130.689

132.749

Enkelvoudig

Passiva 31 december 2009 31 december 2008 Eigen Vermogen Algemene reserve 1.226 -1.055 Herwaarderingsreserve 37.493 + 40.540 + Totaal Eigen vermogen 38.719 39.485 Voorzieningen Personeelsvoorzieningen 20.581 17.986 Overige voorzieningen 6.141 + 6.361 + Totaal Voorzieningen 26.722 24.347 Langlopende schulden Kredietinstellingen 11.710 + 12.415 + Totaal Langlopende schulden 11.710 12.415 Kortlopende schulden Kredietinstellingen 980 17.998 Crediteuren en overige kortlopende schulden 12.996 12.906 Pensioenen, belastingen en sociale premies 7.411 6.544 Overlopende passiva 32.151 + 19.054 + Totaal Kortlopende schulden Totaal passiva

53.538

+

130.689

56.502 + 132.749

87


8.2 Exploitatierekening 2009 Enkelvoudig (* € 1.000) Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008 Baten Rijksbijdragen

141.393

138.032 127.857

Overige overheidsbijdragen en subsidies

27.747

23.529 26.410

Werk in opdracht van derden

13.609

12.984 11.824

Les- en Examengelden

3.359

2.954

3.157

Overige baten

2.866 +

2.796 +

4.511 +

Totaal Baten

188.974

180.295

173.759

Lasten Personele lasten

138.328

131.120 129.363

Afschrijvingen

11.922

11.981 10.317

Huisvestingslasten

15.505

14.968 17.934

Overige lasten

22.786 +

22.904 + 21.909 +

Totaal lasten

188.541 -/-

180.973 -/-

179.523

Saldo baten en lasten

Vrijval Herwaarderingsreserve Resultaat deelnemingen Financiële baten en lasten

433

-678

2.716

2.700

2.752

390

380

441

-1.258 +

-2.291 +

-2.053 +

1.848 +

789 +


2.281

111

88

-5.763

1.140 + -4.623

8.3 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2009 (* € 1.000) Voor de algemene grondslagen, waardering en resultaatbepaling wordt verwezen naar paragraaf 6.1. Slechts de relevante informatie die afwijkend is van de geconsolideerde jaarrekening is hierin opgenomen. Materiële vaste activa Gebouwen Inventaris Bouwkundige totaal en terreinen en apparatuur projecten materiële in uitvoering vaste activa Aanschafwaarde 134.051 17.465 5.455 156.972 Cumulatieve afschrijving en waardevermindering -33.418 -8.142 0 -41.559 + Boekwaarde 31 december 2008 100.633 9.324 5.455 115.412 Investeringen 6.421 2.790 -5.455 3.756 Desinvesteringen -404 0 0 -404 Afschrijvingen -7.322 -4.600 0 -11.921 + Boekwaarde per 31 december 2009 99.328 7.514 0 106.842 Actuele waarde per 31 december 2009 139.443 20.255 0 159.699 Cumulatieve afschrijvingen en waardevermindering -40.115 -12.741 0 -52.856 + Boekwaarde per 31 december 2009 99.328 7.514 0 106.842

Financiële vaste activa boekwaarde investeringen des- resultaat boekwaarde 1 januari en verstrekte investeringen deelnemingen 31 december 2009 leningen en afgeloste 2009 leningen Deelnemingen 5.491 0 0 11 5.502 Overige vorderingen 269 0 269 0 0 + Totaal 5.760 0 269 11 5.502

De overige vordering betrof een lening van € 275.000 aan de deelneming Albeda Hap B.V. Bij verkoop van de B.V. in 2009 is de lening verrekend in de opbrengst.

Vorderingen Debiteuren en deelnemers 31 december 2009 Debiteuren 2.467 Deelnemers/cursisten 1.598 Af: Voorziening wegens oninbaarheid -626 Totaal 3.439

31 december 2008 2.801 1.606 -707 + 3.700

89


Deelnemingen 31 december 2009 Deelnemingen 460 Totaal 460

31 december 2008 80 + 80

Betreft de vordering vanwege het uit te keren resultaat van Cv Kop van Zuid over 2009 en een deel van 2008.

Overige vorderingen en overlopende activa 31 december 2009 31 december 2008 Personeel 4 0 Overige 11 12 Vooruitbetaalde kosten 1.686 1.550 Nog te ontvangen inkomsten 441 2.314 Verstrekte voorschotten 119 49 Totaal 2.261 3.925

Liquide middelen 31 december 2009 Kasmiddelen 96 Tegoeden op banken girorekeningen 10.792 Totaal 10.888

90

31 december 2008 94 2.473 + 2.567

Crediteuren en overige kortlopende schulden 31 december 2009 Crediteuren 8.024 Schulden aan overheden 0 Schulden aan deelnemingen 804 Overig 4.168 Totaal 12.996

31 december 2008 5.801 723 547 5.835 + 12.906

De schuld aan deelnemingen betreft de rekening courant met Matrix B.V.

Pensioenen, belastingen en sociale premies 31 december 2009 31 december 2008 Loonbelasting 5.612 5.248 Omzetbelasting 127 -163 Schulden terzake van pensioenen 1.672 1.459 + Totaal 7.411 6.544

Overlopende passiva 31 december 2009 Vooruitontvangen college- en lesgelden 203 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 14.857 Vooruitontvangen termijnen 8.143 Vakantiegeld en -dagen 4.024 Overige 4.924 Totaal 32.151

31 december 2008 38 8.691 4.825 3.825 1.675 + 19.054

91


8.4 Toelichting op de enkelvoudige exploitatierekening over het boekjaar 2009 (* € 1.000) Baten Overige overheidsbaten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Gemeentelijke bijdrage educatie 7.265 7.860 10.063 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 20.482 15.669 16.347 + Totaal 27.747 23.529 26.410

Overige baten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Huurontvangsten 790 685 568 Detacheringen 915 949 1.173 Ontvangsten kantines, restaurants, automaten 178 173 231 Overigen 983 989 2.539 + Totaal 2.866 2.796 4.511

92

Lasten Personele lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Lonen en salarissen, incl. verplichtingen VU/ZKOO 94.189 95.196 94.137 Sociale lasten 9.187 8.300 8.046 Pensioenlasten 12.002 11.716 11.358 Bovenwettelijke wachtgelduitkering 1.315 1.056 796 Dotatie/vrijval personele voorzieningen 3.173 -93 548 Mutatie voorziening herstructurering 1.304 0 54 Personeel niet in loondienst 14.099 11.078 11.292 Overige personeelslasten 3.702 4.290 3.600 af: Uitkeringen (AAW/ZW-opbrengsten) -643 -423 -468 + Totaal 138.328 131.120 129.363

Afschrijvingen Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Erfpacht terreinen 173 173 173 Gebouwen en terreinen 7.150 7.312 6.507 Inventaris en apparatuur 3.209 3.223 1.936 ICT-inventaris 1.390 1.273 1.701 + Totaal 11.922 11.981 10.317

Huisvestingslasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Huren 5.776 6.441 7.851 Verplichtingen inzake afstoten panden 916 0 2.219 Onderhoudskosten vastgoed 2.665 2.399 1.778 Advieskosten vastgoed 427 400 472 Energie en water 2.500 2.216 2.352 Schoonmaak 2.279 2.038 2.047 Heffingen 582 745 590 Overige huisvestingslasten 360 729 625 + Totaal 15.505 14.968 17.934

93


Overige lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Administratie- en beheerslasten 10.657 10.665 9.959 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 9.172 9.447 7.907 Dotatie overige voorzieningen 175 172 752 Overige 2.782 2.620 3.291 + Totaal 22.786 22.904 21.909

Resultaat deelnemingen Het resultaat van gelieerde ondernemingen is als volgt opgebouwd: Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Resultaat gelieerde instellingen 390 380 441 Totaal 390 380 441

- C.V. Kop van Zuid voordelig - Matrix B.V. voordelig

380 10

390

Financiële baten en lasten Realisatie Begroting Realisatie 2009 2009 2008 Rentebaten 147 156 205 Rentelasten -1.405 -2.447 -2.258 + Totaal -1.258 -2.291 -2.053

94

Colofon Het jaarverslag 2009 van het Albeda College is een uitgave van het College van Bestuur.

Redactie, planning, coördinatie en productie Het Bestuurssecretariaat, de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteit en de Servicegroep Communicatie.

Vormgeving en DTP Media Options.

Druk Daalhuisen. Albeda College Rosestraat 1101 - 1103 3071 AL Rotterdam www.albeda.nl © Albeda College, juli 2010.

95

Voorwoord. Wij wensen u veel plezier met het lezen van het jaarverslag en staan open voor uw vragen en opmerkingen

Recommend Documents