Jaarverslag Stichting Blijf Groep 2008
Inhoudsopgave VOORWOORD.......................................................................................................................................................5 A. MAATSCHAPPELIJK VERSLAG..................................................................................................................7 1. Uitgangspunten van de verslaggeving...........................................................................................................7 Aan dit document is in de Onderdelen C. en D. bijlagen (1. en 2.) de verantwoording, voor zover die aanvullend geleverd moet worden ten behoeve van gemeenten en derden, opgenomen. Onderdeel A van dit document volgt de indeling die voor het maatschappelijk verslag wordt aangegeven. De verantwoording heeft betrekking op het geheel van activiteiten en ontwikkelingen van de organisatie. Dit document kan vergeleken worden met de verslaggeving over het vorige jaar, 2007. In dat jaar is voor de eerste keer het jaarverantwoordingsdocument gebruikt...................................................................7 2. Profiel van de organisatie.................................................................................................................................8
2.1Algemene identificatiegegevens..........................................................................................11 2.2Structuur van het concern....................................................................................................11 2.3Kerngegevens.......................................................................................................................13 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering.........................................................................13 14 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten.......................................15 Ontwikkelingen AWBZ....................................................................................................16 Zorgkantoor Agis..............................................................................................................19 Voor Haarlem en IJmond is in 2008 een samengevoegde rekenstaat (NZa) van kracht geworden. ...............................................................................................................20 2.3.3Werkgebieden AWBZ..............................................................................................22 2.4Belanghebbenden – het netwerk van de organisatie ...................................................22 3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering.............................................................................25 3.1 Bestuur en toezicht..............................................................................................................25 3.1.1 Zorgbrede Governance Code...................................................................................25 3.1.2 Raad van Bestuur.....................................................................................................25 3.1.3 Raad van Toezicht ...................................................................................................26 De (ontwikkeling van de) bedrijfsvoering in de organisatie heeft in 2008 veel aandacht gekregen. De relatief snelle ontwikkeling van en toenemende complexiteit in de organisatie heeft dit onderstreept. De herinrichting van het bedrijfsbureau is in 2008 een stap verder gekomen. Er zijn adviseursfuncties ingesteld. Aansluiting van de nieuw aangesloten vestigingen IJmond en Alkmaar heeft zijn beslag gekregen. Met uniformering van begrotingen en projectaanvragen is gestart. Ook is een facilitair management functie ingericht. Beheer van de ICT infrastructuur is uitbesteed. Dat heeft geleid tot aanzienlijke verbeteringen in de beschikbaarheid van de ICT omgeving. De administratieve AWBZvereisten worden vervuld. In 2008 is de AO&IC opnieuw aangepast en zijn ten behoeve van de AWBZ productie interne kwartaalaudits uitgevoerd. ........................................................28 In 2008 is helaas de administratieve lastendruk in de organisatie vanwege de vereisten van AWBZ, accountant, en gemeenten, weer toegenomen. Zo is het aantal AWBZ-producten vanwege komende overheveling naar de gemeenten, afzonderlijk geadministreerd. ..............28 HKZ certificering heeft in februari plaatsgevonden. Later in het jaar is een interne auditronde uitgevoerd. Implementatie van de HKZ systematiek en inhoud in de nieuw aangesloten werkeenheden is voorbereid. In 2008 heeft tweemaal een MT/directiebeoordeling volgens HKZ richtlijnen plaatsgevonden. Het intranet is uitgebreid.....................................................28 De Raad van Toezicht heeft in 2007 een aantal risico’s benoemd die nauwlettend worden gevolgd. In 2008 is dit als volgt verlopen:................................................................................28 Kenmerkend voor het jaar 2008 is een overall toename van risico’s voor de organisatie. Deze toename heeft zowel betrekking op de toename van financiële risico’s als op de toenemende gevoeligheid voor incidenten/imago. Het eerste heeft onder meer betrekking op het 2
achterblijven van accrèssen van gemeentelijke subsidies bij de kostenstijgingen, strakkere sturing op kosten/kostprijzen door de gemeenten, (dreigende) afkalving van de AWBZ inkomsten en druk op de tarieven. Dit in combinatie met toenemende administratieve lastendruk die ook kosten met zich meebrengt. De tweede factor betreft de publieke en politieke aandacht voor het onderwerp Huiselijk Geweld en Eergeweld in combinatie met de grote gevoeligheid voor incidenten die in PR vaak de boventoon voeren. Blijf Groep ontwikkelt zich breed in dit veld en loopt dus ook daardoor steeds meer risico. In 2009 wordt de risicoanalyse daarom bijgesteld...........................................................................................31 3.3Cliëntenraad.........................................................................................................................31 4. Beleid, inspanningen en presentatie..............................................................................................................33
4.1Meerjarenbeleid ................................................................................................................33 4.2Algemeen beleid..................................................................................................................33 4.3Algemeen kwaliteitsbeleid...................................................................................................35 4.4Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten............................................................35 4.4.1Kwaliteit van zorg.....................................................................................................35 4.4.2 Klachten en klachtrecht.........................................................................................36 4.4.3Toegankelijkheid .....................................................................................................36 4.5Kwaliteit ten aanzien van medewerkers..............................................................................38 4.5.1Personeelsbeleid........................................................................................................38 Sociaal Beleid...................................................................................................................38 ARBO...............................................................................................................................39 4.5.2 Kwaliteit van het werk.............................................................................................41 Ondernemingsraad............................................................................................................41 Medewerkerstevredenheidsmeting 2008..........................................................................................................41
4.6 Samenleving.................................................................................................................41 4.7Financieel beleid..................................................................................................................43 B.FINANCIËN......................................................................................................................................................47 Toelichting:............................................................................................................................................................47 C. BIJLAGE 1: ACTIVITEITEN VERSLAGEN GEMEENTES.......................................................................48 1. Amsterdam .......................................................................................................................................................48
1.1 Structurele activiteiten Amsterdam ....................................................................................48 1.1.1 Steunpunt Huiselijk Geweld – telefonisch...............................................................48 1.1.2 Steunpunten Huiselijk Geweld Amsterdam- ambulante hulpverlening...................50 1.1.3Crisis opvang (Time-out)..........................................................................................55 1.1.4 Noodbed Amsterdam ..............................................................................................57 1.1.5 Langer 24-uurs verblijf ...........................................................................................57 1.1.6 Buiten Beeld opvang................................................................................................58 1.1.7Begeleid wonen Amsterdam (P14 en Satellieten) ...................................................59 1.1.8 Totale bezetting verblijfplaatsen .............................................................................60 1.1.9 Nazorg......................................................................................................................60 1.1.10Begeleide Terugkeer...............................................................................................61 1.1.11 Weerbaarheid ........................................................................................................61 1.1.12Cursusaanbod residentieel......................................................................................61 1.2 Projecten Amsterdam..........................................................................................................62 1.2.1. Eergerelateerd geweld ........................................................................................62 1.2.2 Mannenopvang....................................................................................................62 1.2.3Financiële problemen cliënten en financiële relatie Blijf Groep Amsterdam - cliënt / Derving verblijfsgelden Amsterdam.......................................................................63 1.2.4 AWARE Amsterdam .............................................................................................64 1.2.5 Preventie huiselijk geweld Stadsdeel Westerpark...................................................64
3
1.2.6Stadsdeel Zuidoost....................................................................................................64 2. Diemen 65 2.1 Steunpunt Huiselijk Geweld Diemen.................................................................................65 3. Flevoland .............................................................................................................................66 3.1 Structurele activiteiten Flevoland en ontwikkelingen..................................................66 3.1.1 Steunpunt Huiselijk Geweld – Telefonisch............................................................67 3.1.2.Steunpunt Huiselijk Geweld - ambulant Almere en Lelystad................................67 3.1.3 Voorlichting en deskundigheidsbevordering ..........................................................68 3.1.4 Begeleid Wonen Flevoland......................................................................................68 3.1.5 Noodbedden Flevoland in Amsterdam en Zwolle..................................................69 3.2
Projecten Flevoland....................................................................................................69 3.2.1 Coördinatiefunctie ketenaanpak huiselijk geweld Flevoland.................................69 3.2.2 Nazorg door AMW (Almere en Lelystad)..............................................................70 4. Zaanstreek.............................................................................................................................71 4.1 Structurele activiteiten.......................................................................................................71 4.1.1Intensieve Begeleiding Zaanstreek...................................................................................71 4.1.2 Begeleid wonen Zaanstreek.....................................................................................72 4.1.3 Noodbed Zaanstreek in Amsterdam......................................................................72 4.1.4 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek-Waterland .........................73 4.1.5 AWARE................................................................................................................73 5. Haarlem 75 5.1 Structurele activiteiten Haarlem ........................................................................................75 5.1.1. Intensieve Woonbegeleiding...................................................................................75 5.1.2.Noodbed Kennemerland in Alkmaar......................................................................75 5.1.3AWARE Kennemerland .........................................................................................76 5.2 Overigens activiteiten Haarlem ..........................................................................................76 5.2.1 Groep voor vrouwen met huiselijk geweld ervaringen.........................................76 5.2.2 Activerende activiteiten - Samenwerking Sociale Dienst.....................................76 5.2.3 Tijd voor Toontje in opvang Haarlem, IJmond en Alkmaar..........................................77 6.IJmond 78 6.1Structurele activiteiten.........................................................................................................78 6.1.2Programma Begeleid wonen ............................................................................................78 6.2Samenwerking met Dijk en Duin.........................................................................................79 7. Alkmaar.................................................................................................................................79 7.1 Structurele activiteiten........................................................................................................80 7.1.2 De opvang................................................................................................................80 7.1.2 Begeleid wonen 3-luik.............................................................................................81 7.1.3Steunpunt Huiselijk Geweld.....................................................................................81 7.2 Projecten / nieuwe initiatieven............................................................................................81 7.2.1 Oranje Huis..............................................................................................................81 D. Bijlage 2: OVERIGE PROJECTEN.................................................................................................................83
1. Toelichting ...........................................................................................................................83 2. En nu ik …! ..........................................................................................................................83 3. Kind hulpverlening...............................................................................................................83 4. Online hulpverlening............................................................................................................85 5. Kleine Opknapbeurt Crisisopvang Amsterdam..................................................................85 6.Computers voor cliënten........................................................................................................85 7.Activiteiten voor vrouwen en kinderen..................................................................................85
4
VOORWOORD Per januari 2008 is, bij de fusie van Vrouwenopvang Amsterdam Flevoland Haarlem Zaanstreek met Blijf van m’n Lijf Alkmaar en met Blijf van m’n Lijf IJmond, een vernieuwde organisatie gevormd met de naam: Blijf Groep en als ondertitel: thuis in huiselijk geweld. Blijf Groep heeft vestigingen in Alkmaar, Amsterdam, Flevoland, Haarlem, IJmond en Zaanstreek. De steunpunten huiselijk geweld in Amsterdam, Diemen, Almere en Lelystad én in Alkmaar zijn eveneens werkeenheden van Blijf Groep. In het jaar 2008 heeft Blijf Groep zich versterkt en uitgebreid. Ook is er een kwaliteitsslag gemaakt. Dit alles heeft veel gevraagd van alle medewerkers. Met grote betrokkenheid en enthousiasme is hieraan gewerkt. Zwaartepunten waren: HKZ-certificering, het intern project kostenbeheersing, diverse AWBZ ontwikkelingen, verdere herinrichting van het bedrijfsbureau, vorming van een afdeling beleid, en implementatie van de fusies met IJmond en Alkmaar. Ondanks alle onrust, ontwikkelingen en fusies is het ziekteverzuim in 2008 heel langzaam verder gedaald. Over het algemeen is de productie in 2008 op het voorgenomen peil geweest. Er komt bij de steunpunten steeds meer druk op de ketel door betere doorgeleiding (vooral van de politie). De druk op de crisisopvangbedden is veel te hoog, het is vaak moeizaam zoeken naar alternatieven. De verblijfslocaties erachter zitten dus ook heel vol. Mannenopvang en Meldpunt Eergeweld gingen van start in Amsterdam. Voorbereiding van het Oranje Huis in Alkmaar was complex en werd nog complexer door het zoeken naar tijdelijke huisvesting, dat snel lukte. Het bijeenkrijgen van middelen, voor een flink deel van fondsen, bedrijven en in natura, en de voorbereiding van de verhuizing, waren eind 2008 gereed. De AWBZ productie is in 2008 stabiel gebleken. Nog niet alle productie wordt gehonoreerd. Financieel is de exploitatie over het jaar in negatief resultaat geëindigd. Daarnaast is er sprake van een eenmalige vrijval van een deel van de onderhoudsvoorziening en projectgelden voor projecten die over de jaargrens heen gaan. Het jaar is geëindigd met enerzijds zorgen over de mogelijke beperking van AWBZ begeleiding en anderzijds een veelheid van nieuwe projecten.
Maart 2009,
Mw. A. van den Brink directeur-bestuurder
5
Dit verslag wordt mede ondertekend door de Raad van Toezicht in de hoedanigheid van toezichthouder op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken binnen Stichting Blijf Groep
_____________________ M.F. Andriessen
______________________ J.C. Vos
_____________________ J.A. van Tuijl – Hagen
_____________________ H.J. Schepers
____________________ M.A. Stet
_____________________ E.N.H. Nahumury-Comvalius
6
A. MAATSCHAPPELIJK VERSLAG 1.
Uitgangspunten van de verslaggeving
Deze jaarverantwoording zorg betreft het verslag van het bestuur van Stichting Blijf Groep over de gang van zaken in het boekjaar 2008, de stand van zaken op balansdatum en de verwachte gang van zaken in het komende boekjaar. Het maatschappelijk verslag vormt één geheel met de jaarrekening 2008. Over het jaar 2008 zijn kwartaalrapportages gemaakt ten behoeve van de Raad van Toezicht voor de werkplanonderdelen die onder directe verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder vallen, evenals van de risicobeheersing. Resultaten van het plan zijn na ieder kwartaal mondeling besproken in het Management Team. De inhoud van deze rapportages is benut ten behoeve van deze jaarverantwoording. Aan dit document is in de Onderdelen C. en D. bijlagen (1. en 2.) de verantwoording, voor zover die aanvullend geleverd moet worden ten behoeve van gemeenten en derden, opgenomen. Onderdeel A van dit document volgt de indeling die voor het maatschappelijk verslag wordt aangegeven. De verantwoording heeft betrekking op het geheel van activiteiten en ontwikkelingen van de organisatie. Dit document kan vergeleken worden met de verslaggeving over het vorige jaar, 2007. In dat jaar is voor de eerste keer het jaarverantwoordingsdocument gebruikt.
7
2.
Profiel van de organisatie
Missie en visie Medio 2007 is de missie van Blijf Groep geformuleerd. Deze luidt: Wij bieden, coördineren en organiseren directe hulp op maat, thuis of in de opvang aan iedereen die te maken heeft met uitbuiting in relaties en huiselijk geweld. Daarbij is onze eerste zorg veiligheid voor betrokkenen. Met de cliënt werken we verder aan oplossingen voor een toekomst zonder geweld. Ons werkgebied ligt in Amsterdam/Noord-Holland en Flevoland. Wij spelen actief in op veranderingen in de maatschappij, ontwikkelen en delen kennis over huiselijk geweld en vragen structureel steun en aandacht hiervoor van de Nederlandse samenleving. Wij realiseren ons dat we bij al onze activiteiten samen sterker zijn dan alleen. De formele doelstelling van de organisatie is aangepast aan de ontwikkelingen en luidt: De stichting heeft ten doel: het voorkomen en stoppen van huiselijk geweld en uitbuiting in relaties. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: - het bieden, coördineren en organiseren van directe hulp op maat, thuis of in de opvang; aan iedereen die te maken heeft met uitbuiting in relaties en huiselijk geweld; - het ontwikkelen en delen van kennis over huiselijk geweld en het structureel vragen van steun en aandacht voor de aanpak van huiselijk geweld. De organisatie waarden en uitgangspunten bij de hulpverlening zijn in 2008 onder de loep genomen. Ter voorbereiding hierop zijn de visie op veiligheid én de visie op geweld in 2007 opnieuw geformuleerd. De organisatie heeft in 2008 met de volgende leidende waarden en uitgangspunten: •
•
•
•
•
•
Respectvol in de omgang met elkaar, gericht op het in zijn of haar waarde laten van de ander; cliënt, collega en samenwerkingspartner en het tonen van respect voor ieders eigenheid Respect voor diversiteit betekent dat wij rekening houden met verschillen, niet alleen tussen groepen maar ook binnen groepen. Diversiteit verwijst naar verschillen in etniciteit, cultuur, religie en taal maar ook naar verschillen in sekse, leeftijd of seksuele voorkeur. Transparant benaderbaarheid en openheid naar elkaar, cliënten, subsidiegevers en ketenpartners; in het algemeen in de verwachtingen van wat wij kunnen, wat wij doen en resultaten daarvan. Flexibel de bereidheid om eigen aanpak te veranderen en af te stemmen op veranderende eisen van cliënt, subsidiegever en organisatie zodat maatwerk kan worden geleverd. Vakbekwaam / Professioneel met de nodige distantie van de cliënt en het cliëntsysteem planmatig werken aan resultaat; daarbij optimaal de aanwezige kracht en eigen verantwoordelijkheid stimulerend. Ondersteunend zorgend dat managers, collega medewerkers en ketenpartners voldoende informatie, middelen en support krijgen en geven om voor de cliënt het beste resultaat te halen in een plezierige werkomgeving. 8
•
•
Rendabel vanuit bewustzijn van eisen van cliënt en subsidiegever zoeken naar diensten die een billijke prijs / kwaliteitsverhouding hebben en onderscheidend zijn. Klantgerichtheid Bij de herijking van de waarden in 2008 is klantgerichtheid toegevoegd. Blijf Groep wil daarmee het belang van een voortdurende afstemming op het aanbod aan de veranderende vragen van de cliënten én het belang van een goede dialoog met de cliënten over aanbod en gewenst resultaat aandacht geven.
In alle facetten van het werk zijn de volgende doelstellingen richtinggevend: Systeemgericht werken Bij een systeemgerichte benadering worden vraagstukken altijd gesitueerd in de context of het systeem waarin ze ontstaan zijn. Ook mogelijke oplossingen worden hier mede door beïnvloed. Bij huiselijk geweld is de context doorgaans het gezin bestaande uit de vrouw, haar partner en kinderen. Het gezin is weer ingebed in een sociale context. Blijf Groep neemt deze context als uitgangspunt voor hulpverlening en ondersteuning. Competentiegericht, doelgericht en toekomstgericht werken Cliënten die een beroep doen op de organisatie hebben meestal zeer ingrijpende gebeurtenissen achter de rug. Ze hebben tijd nodig om deze te verwerken. Tegelijkertijd moeten zij ook de draad van hun eigen leven weer oppakken. De kern van de hulpverlening is dat de cliënten weer greep krijgen op hun eigen leven en een perspectief voor de toekomst ontwikkelen. Al dan niet samen met hun partner. Om deze reden worden in de opvang niet alleen de problemen van een vrouw en haar kinderen in kaart gebracht, maar juist ook haar mogelijkheden op verschillende levensterreinen. De hulp en ondersteuning zijn gericht op het versterken van de positieve krachten en sluit aan bij mogelijkheden en competenties van de vrouwen c.q. de gezinsleden. Het gaat erom draagkracht en draaglast in evenwicht te brengen. Cliënten worden ondersteund om hun eigen doelen en toekomstperspectieven helder te krijgen. Het gaat daarbij altijd om concrete en haalbare doelen, die voor de cliënt te overzien zijn. De hulp en begeleiding zijn erop gericht deze doelen te bereiken. Respect voor diversiteit Respect voor diversiteit betekent dat Blijf Groep rekening houdt met verschillen. Niet alleen tussen groepen maar ook binnen groepen. Diversiteit verwijst naar verschillen in etniciteit, cultuur, religie en taal, maar ook naar verschillen in sekse, leeftijd of seksuele voorkeur. Balansmodel Blijf Groep oriënteert zich op het balansmodel. Geweldsproblematiek is niet alleen te verklaren vanuit het individu. Risico- en beschermende factoren komen voor op het niveau van het individu, het gezin en de samenleving. De ondersteuning is primair georiënteerd op enerzijds het verminderen van risicofactoren en belastende omstandigheden en anderzijds het versterken van kansen, mogelijkheden, beschermende factoren en competenties. Beschermende factoren kunnen een tegenwicht bieden aan risicofactoren. Voor de cliënten is het van belang dat draaglast en draagkracht in evenwicht zijn: er moet een evenwicht zijn tussen de taken waar zij voor staan en de mogelijkheden en vaardigheden die zij ter beschikking hebben. Verdere ontwikkeling Landelijk is visieontwikkeling voor het werkveld actueel in samenhang met het bieden van een eenduidig aanbod in alle regio’s, als partner bij de integrale aanpak van huiselijk geweld. De
9
vrouwenopvangcentra vormen zich om tot ‘centra aanpak huiselijk geweld’ in alle delen van het land. Samengevat is de visie op het hulpverleningsproces: Kerntaak: - stoppen en voorkomen van geweld Nieuwe inzichten: - opvang alleen is niet voldoende - het slachtoffer-denken voorbij - kenmerken van het geweld: de geweldsspiraal, geheimhouding en isolement - balansmodel, verhouding tussen draaglast en draagkracht Werkwijze: - systeemgericht werken - een gedifferentieerd aanbod - aanbod op maat, niet “zwaarder”dan nodig is - een zakelijke, “stevige” en flexibele aanpak van werken - samenwerking en integrale aanpak Inhoudelijke aspecten: - vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid - verhelderen en realiseren van toekomstperspectieven - bijdragen aan veiligheid - doorbreken van isolement en geheimhouding - hulp en begeleiding bij actueel huiselijk geweld - aandacht voor kinderen - investeren in de toegang - afbreken van drempels - een gids voor iedere cliënt
In 2009 zal een vernieuwd motto worden geïntroduceerd, een verdere stap in het ontwikkelingsproces van Blijf Groep. Ook is een aantal speerpunten voor de komende jaren vastgesteld.
10
2.1
Algemene identificatiegegevens
De verslagleggende rechtspersoon is Stichting Blijf Groep (hierna: ”Blijf Groep”). Blijf Groep is op 1 januari 2008 ontstaan uit een juridische fusie tussen Stichting Aanpak Huiselijk Geweld Amsterdam Flevoland Zaanstreek Haarlem (verkrijgende stichting) en Stichting Blijf van m’n Lijf IJmond (verdwijnende stichting) en Stichting Blijf van m’n Lijf Alkmaar (eveneens verdwijnende stichting). Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: KvK nummer: e-mail adres: internetpagina :
2.2
Stichting Blijf Groep Postbus 2938 1000 CX Amsterdam 020 – 5210 150 34126509
[email protected] www.blijfgroep.nl
Structuur van het concern
Per januari 2008 is, bij de fusie van Vrouwenopvang Amsterdam Flevoland Haarlem Zaanstreek met Blijf van m’n Lijf Alkmaar en met Blijf van m’n Lijf IJmond een vernieuwde organisatie gevormd met de naam: Blijf Groep en als ondertitel: thuis in huiselijk geweld. Blijf Groep is een stichting. De organisatorische structuur van de stichting is als volgt: Raad van Toezicht
Cliëntenraad
Directeurbestuurder
Ondernemingsraad
De taken en bevoegdheden van de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten, het bestuursreglement en het reglement van de Raad van Toezicht. Verder beschikt Blijf Groep over een Cliëntenraad en een Ondernemingsraad. De directeur-bestuurder treedt op als gesprekspartner van beide organen. De volledige personele structuur is weergegeven op pag. 40. Het Management Team wordt naast de directeur-bestuurder gevormd door 3 sectormanagers, de manager bedrijfsbureau/controller en het hoofd beleid. De vestigingen en werkeenheden worden aangestuurd door teammanagers. Het overzicht van de opvang-vestigingen ziet er als volgt uit:
11
Overzicht opvang-vestigingen Stichting Blijf Groep
Vestigingen Amsterdam
Vestiging Flevoland
Vestiging Haarlem
Vestiging Zaanstreek
Vestiging IJmond
Vestiging Alkmaar
De vestigingen hebben geen eigen rechtspersoonlijkheid. In het kader van de AWBZ over 2008 is voor genoemde vestigingen apart geregistreerd en verantwoord. In paragraaf 2.3.2 is een overzicht van AWBZ activiteiten per vestiging opgenomen. Blijf Groep beschikt over toelating tot: - Ondersteunende Begeleiding - Activerende Begeleiding - Behandeling - Verblijf In 2008 is Ondersteunende en Activerende begeleiding geboden. Blijf Groep heeft een contract met de zorgkantoren Agis (voor Amsterdam en Flevoland), Achmea (voor Zuid-Kennemerland en Zaanstreek-Waterland) en Univé (voor Noord-Kennemerland). Naast AWBZ middelen wordt de begeleiding in de opvang-vestigingen bekostigd door/vanuit de centrumgemeenten en eigen bijdragen van cliënten. Naast opvang-vestigingen heeft Blijf Groep werkeenheden in de vorm van Steunpunten Huiselijk Geweld, die worden bekostigd door de betreffende (centrum)gemeenten:
Overzicht werkeenheden Steunpunten Huiselijke Geweld (SHG’s)
SHG Amsterdam
SHG Diemen
Stichting Blijf Groep
SHG Zaanstreek*
SHG Almere
SHG Lelystad
SHG Alkmaar
SHG Zaanstreek in samenwerking met maatschappelijke dienstverlening
12
2.3
Kerngegevens
2.3.1
Kernactiviteiten en nadere typering
Blijf Groep biedt een aantal verschillende activiteiten in het kader van de WMO, andere gemeentelijke beleidskaders, AWBZ en op eigen initiatief. De organisatie heeft haar oorsprong in het bieden van opvang aan bedreigde en mishandelde vrouwen en hun kinderen. In de laatste vijf jaar ontwikkelt de organisatie zich tot een ‘centrum voor aanpak huiselijk geweld’, waarbij de doelgroep is verbreed (naar alle betrokkenen bij huiselijk geweld), het werkgebied is uitgebreid (een groot deel van Noord-Holland/Amsterdam en Flevoland) én naast crisisopvang en vervolgprogramma’s ook een groot aantal meer preventieve en ambulante activiteiten verzorgd worden. Blijf Groep heeft vestigingen in Alkmaar, Amsterdam, Flevoland, Haarlem, IJmond en Zaanstreek. De steunpunten huiselijk geweld in Amsterdam, Diemen, Almere en Lelystad, Zaanstreek (in samenwerking met maatschappelijke dienstverlening) én in Alkmaar zijn eveneens werkeenheden van Blijf Groep. Blijf Groep heeft een subsidierelatie met de volgende centrumgemeenten voor vrouwenopvang: Alkmaar, Almere, Amsterdam, Haarlem, Zaanstad. Het aanbod aan de cliënt zag er in 2008 schematisch als volgt uit1 (zie volgende pagina):
voor een nadere toelichting bij de genoemde programma’s wordt verwezen naar Onderdeel C (Bijlage 1) van deze Jaarverantwoording. 1
13
Steunpunt Huiselijk Geweld A’dam Flevoland (telefonisch)
SHG’s SHG’s
Crisisopvang
Intensief Langer Verblijf
Begeleid Wonen
Programma Crisis (Time-out) opvang Amsterdam
Programma Buiten beeld Opvang Amsterdam
Programma Langer 24-uurs verblijf Amsterdam
Programma Begeleid wonen Amsterdam
Programma Begeleid wonen Flevoland
Steunpunten Huiselijk Geweld A’dam/Diemen/ Flevoland/ Zaanstreek*/ Alkmaar
Noodbedden - Amsterdam (voor A’dam, Flevo en Zaanstreek) - Alkmaar (voor Kennemerland) Programma Intensieve Woonbegeleiding Haarlem Begeleid Wonen Zaanstreek
* i.s.m. maatschappelijk werk
Programma Crisisopvang Alkmaar
Programma Crisisopvang IJmond (tot 1 juli 2008)
Programma Intensieve Begeleiding Zaanstreek
Begeleid Wonen Alkmaar (3-luik)
Begeleid Wonen IJmond (Dépendance)
Programma Satellieten Amsterdam
Nazorg
Programma Nazorg Amsterdam
Programma Nazorg Haarlem
Programma Nazorg Zaanstreek
In januari 2009 verhuizen in Alkmaar het Steunpunt Huiselijk Geweld en de opvang naar eenzelfde (tijdelijke) accommodatie. Het is de bedoeling in 2009 deze vestiging om te vormen tot Oranje Huis, crisisopvang in nieuwe vorm, van waaruit de vestigingen in Haarlem, IJmond en Zaanstad worden
14
benut als doorstroomvoorzieningen. In de loop van 2008 is al een noodbed voor de regio Haarlem in Alkmaar op tijdelijke basis gerealiseerd. In 2009 komen noodbedden voor Alkmaar, Haarlem/IJmond, Zaanstad en wellicht Den Helder in de nieuwe voorziening. Blijf Groep zal daarmee beschikken over twee crisisopvanglocaties in haar werkgebied. De overige vestigingen en begeleid wonen in Amsterdam fungeren als doorstroomlocaties. De noodbedden zorgen voor een grote regionale instroom. Daarnaast zijn de opvangbedden landelijk toegankelijk. Vooral vanwege veiligheidsproblemen is dit een noodzaak.
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten In onderstaande tabel wordt een uitsplitsing gegeven van het aantal cliënten in de diverse voorzieningen, het aantal telefonische gesprekken en het aantal voorlichtings- en weerbaarheidbijeenkomsten: Programma Amsterdam - Begeleid wonen (P14 & Satellieten) - BegeleideTerugkeer - Langer 24 uursverblijf - Nazorg - Steunpunten - Crisisopvang - Buiten Beeld Diemen – steunpunt Flevoland - Steunpunten - Begeleid wonen Haarlem Zaanstreek - Begeleid wonen - Intensieve begeleiding Zaanstreek
Cliënten Kinderen 62 42 19 33 866 237 10 34
68 27
207 15
243 31 19
58 33
8 29
16 35
42
40
76 243
127
62 56
71 67
- Noodbed Zaanstreek
33
25
- Noodbed Alkmaar
9
3
IJmond Alkmaar - Opvang - Steunpunt Noodbedden - Noodbed GG&GD A’dam - Noodbed Flevoland
Voetnoot : het totaal aantal cliënten en kinderen is niet de optelsom van bovenstaande cijfers omdat het aantal cliënten gemeten wordt op basis van afgesloten trajecten per voorziening.Cliënten stromen bijv. door van Crisisopvang naar Begeleid Wonen.
15
Aantal en herkomst telefonische gesprekken Amsterdam Flevoland Haarlem Zaanstad Onbekend Totaal Herkomst Aanbod Nazorg Nazorg A'dam P14 Nazorg A'dam Langer 24-uursverblijf Nazorg A'dam Satellieten Nazorg Intensieve Gezinsbegeleiding Haarlem Nazorg Begeleid Wonen Zaanstreek Nazorg Intensieve begeleiding Zaanstreek Voorlichting Aantal voorlichtingsacitviteiten Aantal workshops Weerbaarheid Aantal lessen Weerbaarheid
5569 328 61 19 107 6074
14 12 7 4 5 1
163 57 107
Ontwikkelingen AWBZ In 2008 heeft verschuiving in de AWBZ productie plaatsgevonden. Vanaf 1 januari 2008 wijzigde de procedure voor het aanvragen van indicaties. Tot eind 2007 werd binnen 21 dagen een aanvraag voor indicatie bij het CIZ ingediend. Deze werd in de meeste gevallen met terugwerkende kracht (maximaal 2 weken) afgegeven. Deze procedure is vervangen met het instellen van een standaard indicatie aanvraag (SIP). In 2008 is vanaf de eerste dag van zorgverlening voor alle cliënten deze tijdelijke indicatie aangevraagd. De tijdelijke indicatie (SIP= Standaard Indicatie Protocol) kent een psychosociale grondslag met een beperkt aantal begeleidingsuren en is maximaal 13 weken geldig. Ongeveer tien dagen na opname heeft de cliënt een gesprek met een van de psychologen of GGZinstelling om diagnostiek vast te stellen. Daarna wordt een reguliere indicatie (200) aangevraagd. Na toekenning wordt deze begeleiding vanaf de datum van toekenning ingezet tijdens de verdere periode van verblijf. Deze werkwijze heeft er toe geleid dat in 2008 voor meer cliënten dan in 2007 een (voorlopige) financiering via de AWBZ is aangevraagd (totaal 581), deels voor de duur van een kort verblijf. Ook worden daardoor uitsluitend beperkte middelen op psychosociale grondslag vergoed terwijl veel van deze cliënten zoals uit de reguliere indicatie zal blijken een psychiatrische grondslag voor begeleiding hebben. Dit heeft ertoe geleid dat in de beginfase van de opname meer uren dan toegekend zijn ingezet, om aan te blijven sluiten bij de behoeften van de cliënten. Vanwege de invoering van de SIP’s, die alleen een psychosociale grondslag kennen, is – onbeïnvloedbaar en los van de problematiek van cliënten - de verhouding tussen de door Blijf Groep geboden psychosociale en psychiatrische begeleiding verschoven. Per 2009 wordt op basis van de uitkomsten in 2007 het budget van de begeleiding op psychosociale grondslag overgeheveld naar de
16
gemeenten. Vanwege de stelselwijzigingen in 2008 zullen deze budgetten helaas niet meer aansluiten op de benodigde begeleidingscapaciteit, er ontstaat een tekort. In 2008 is nog steeds sprake geweest van een “interne wachtlijst”. Dit betekent niet dat cliënten geen hulp ontvangen, maar dat alle cliënten minder uren begeleiding ontvangen/bekostigd krijgen, dan waarvoor ze geïndiceerd zijn. Dit wordt veroorzaakt door budgettekort. De meeste SIP’s en reguliere AWBZ indicaties zijn aangevraagd op de vestigingen in Amsterdam, Alkmaar en IJmond. De vestigingen in Alkmaar en IJmond, voorheen zelfstandige organisaties, hebben in 2008 (voor een deel) een crisisopvangfunctie vervuld. Vanuit deze vestigingen en vanuit de crisisopvang in Amsterdam zijn cliënten in een aantal gevallen intern doorgestroomd naar vestigingen in Almere, Haarlem en Zaanstreek. Herindicaties (40) zijn op alle vestingen van Blijf Groep aangevraagd. In 2008 zijn 344 SIP aanvragen ingediend, waarvan drie besluiten op 31-12-2008 nog niet waren afgegeven. In totaal zijn in 2008 240 indicatie-aanvragen (reguliere én herindicaties) verstuurd naar het CIZ. Blijf Groep ontving 210 besluiten retour waarvan 163 met een psychiatrische grondslag en 47 besluiten met een psychosociale grondslag. Eind 2008 was bij 30 aanvragen het besluit nog niet retour ontvangen. Blijf Groep heeft in 2008 de functies activerende en ondersteunende begeleiding geboden. Aantal SIP besluiten
Amsterdam Flevoland Haarlem IJmond Zaanstreek Alkmaar Totaal
Totaal aantal indicatie aanvragen Inclusief SIP 438 11 5 43 18 66 581
Regulier Indicatiebesluit met Psychiatrische grondslag
Amsterdam Flevoland Haarlem IJmond Zaanstreek Alkmaar Totaal
Regulier Indicatiebesluit met Psychosociale grondslag Regulier herindicatie 24 3 3 1 1 1 6 3 0 1 4 0 38 9
(psychosociale grondslag) 264 4 1 22 8 42 341
Regulier 101 4 3 5 9 12 134
herindicatie 21 2 0 5 1 0 29
Totaal aantal indicatie of herindicatie-aanvragen Regulier herindicatie 149 25 4 3 3 1 13 8 8 2 23 1 200 40
Nog niet afgegeven besluiten in 2008 (nog onbekend) Regulier herindicatie 18 1 0 0 0 0 0 0 1 0 7 1 28 2
78%van de aanvragen gedaan in 2008 leverde een indicatiebesluit op psychiatrische grondslag op. Dat is ongeveer hetzelfde als in het jaar ervoor (80%). In IJmond en Alkmaar werden in 2007 alleen indicatie-aanvragen op psychosociale grondslag gedaan. Het aantal indicaties was in 2007: 31 in Alkmaar en 28 in IJmond.
17
In december 2007 en januari 2008 zijn uitvoerende medewerkers als vervolg op de instructie van het CIZ/Federatie Opvang in oktober 2007 extra geschoold vanuit perspectief van de doelgroep. In april 2008 is eveneens de handleiding Indicatiestelling geheel herzien. In het najaar heeft Blijf Groep zich voorbereid op de aangekondigde Pakketmaatregelen AWBZ per 2009. Landelijk is hiervoor door de Federatie Opvang in samenspraak met de leden, waaronder Blijf Groep politiek aandacht gevraagd. Op dit moment zijn er nog een aantal knelpunten. Die hebben te maken met het vervallen van de mogelijkheid van de SIP, waardoor niet in acute situaties begeleiding kan worden geboden en met het proces van indicatiestelling en tenslotte mogelijk ook met bij de inhoud van de indicatiebesluiten in 2009. Pas in de loop van het 1e kwartaal 2009 zal duidelijk worden wat de effecten van de stelselwijziging zullen zijn. Realisatie AWBZ 2008 De omvang van AWBZ begeleiding in 2008 was 40.500 uur. Hiervan kon 35.600 uur bij de Zorgkantoren gefactureerd worden. De opbrengsten waren € 363.000,- hoger dan in 2007. Zowel bij Achmea als bij Univé was het niet mogelijk om de volledige begeleiding vergoed te krijgen. Bij de herschikkingen in 2008 zijn de productie-afspraken met € 78.000 verhoogd, maar een tekort van € 150.000,- is blijven bestaan. In 2008 hebben gesprekken met Univé (Alkmaar) plaatsgevonden om de zwaardere zorg vertaald te zien in een andere productmix. Dit is helaas niet gelukt en daardoor zijn de opbrengsten beduidend lager dan de gewenst ( € 100.000,-). Inmiddels is voor 2009 overeenstemming bereikt met Univé om de zwaardere productmix toe te mogen passen. In 2007 is hard gewerkt aan verfijning van de productmix en de voorbereiding op de wijzigingen van wet- en regelgeving in de komende tijd. In 2008 hieraan verder vervolg gegeven en is Blijf Groep in staat geweest om zowel bij Agis als Achmea de verfijnde productmix toe te kunnen passen. Ten behoeve van aanvulling op de 24uurs opvang was voor 2008 binnen de G4 middelen een projectplan ingediend voor een RIBW voorziening. Ook is een voorstel gedaan voor de ontwikkeling van intensief aanbod aan huis. Om diverse redenen, o.a. geen beschikbaarheid locatie, is in 2008 geen uitvoering gegeven aan deze plannen. In hoeverre dit wel in 2009 zal lukken is nog onzeker. Per kwartaal is een interne materiële controle uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten is gericht gestuurd op het verbeteren van de AWBZ-verantwoording bij de locaties. Dit heeft in 2008 tot een duidelijke verbetering van de controle-uitkomsten geleid. Door Univé (locatie Alkmaar) is ook een materiële controle uitgevoerd, welke tot een positief oordeel geleid heeft. Bovendien zijn registratie en rapportages aangepast en is de regeling AO&IC aangepast aan de regelgeving 2008.
18
AWBZ activiteiten overzichten 2008 Zorgkantoor Agis Amsterdam: Activiteit H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus Totaal Flevoland Activiteit H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus Totaal
Productie (in uren) 1.725 285 76 8.442 742 6.536 2.912 Nvt 20.717
Gefactureerd (in uren) 1.725 285 76 8.442 742 6.536 2.912 Nvt 20.717
Productie in € € 74.942 € 13.319 € 3.515 € 366.800 € 34.433 € 480.046 € 213.874 Nvt € 1.186.929
Gefactureerd in € € 74.942 € 13.319 € 3.515 € 366.800 € 34.433 € 480.046 € 213.874 € 37.307 € 1.224.236
Productie (in uren) 132 41 4 1054 59 1832 1291 Nvt 4.416
Gefactureerd (in uren) 132 41 4 1.039 59 1.806 1.273 Nvt 4.354
Productie in € € 5.721 € 1.934 € 176 € 45.940 € 2.733 € 132.640 € 94.975 Nvt € 285.890
Gefactureerd in € € 5.721 € 1.934 € 176 € 45.295 € 2.733 € 132.640 € 93.523 € 7.227 € 289.248
19
Zorgkantoor Achmea Haarlem Activiteit H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus Totaal IJmond Activiteit H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus Totaal
Productie (in uren) 108 13 21 1.450 49 1.788 747 Nvt
Gefactureerd (in uren) 87 10 17 1.166 39 1.437 600 Nvt
Productie in € € 4.327 € 573 € 869 € 58.016 € 2.214 € 128.753 € 53.794 Nvt
Gefactureerd in € € 3.477 € 460 € 699 € 46.624 € 1.779 € 103.472 € 43.231 € 7.627
4.176
3.356
€248.546
€207.369
Productie (in uren) 251 9 26 929 44 473 168 Nvt
Gefactureerd (in uren) 199 7 21 928 47 374 133 Nvt
Productie in € € 10.047 € 412 € 1.014 € 46.864 € 2.729 € 34.044 € 12.078 Nvt
Gefactureerd in € € 7.957 € 326 € 803 € 37.113 € 2.161 € 26.961 € 9.565 € 3.717
2.158
1.709
€ 107.189
€ 88.603
Voor Haarlem en IJmond is in 2008 een samengevoegde rekenstaat (NZa) van kracht geworden. Zaanstreek Activiteit
Productie (in uren)
H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus
769 18 57 1639 33 1.674 938 Nvt
Gefactureerd (in uren) 534 13 40 1.343 23 1.163 652 Nvt
Totaal
5.423
3.767
Productie in € € 30.779 € 824 € 2.376 € 77.359 € 1.500 € 120.492 € 67.547 Nvt
Gefactureerd in € € 21.380 € 573 € 1.651 € 53.734 € 1.042 € 83.693 € 46.918 -
€ 300.877
€ 208.991
20
Zorgkantoor Univé Alkmaar Activiteit H 121 Begeleiding H 129 Begeleiding extra H 130 Activerende thuiszorg H 160 Begeleiding Psycho H 164 Begeleiding Psycho Extra F 123 Psych. Intensieve zorg H 148 Gespec. begeleiding Bonus/Malus Totaal
Productie (in uren) 120 183 15 2.269 269 597 132 Nvt
Gefactureerd (in uren) 95
Gefactureerd in € € 4.193
Nvt
Productie in € € 5.290 € 8.566 € 667 € 99.834 € 12.519 € 43.829 € 9.688 Nvt
3.584
1.761
€ 180.393
€ 82.576
1.666
€
73.292
€
5.091
21
2.3.3
Werkgebieden AWBZ
Het werkgebied van Blijf Groep is als volgt: Amsterdam Flevoland Haarlem Zaanstreek IJmond Alkmaar
- Zorgkantoor Amsterdam (Agis) - Zorgkantoor Amsterdam (Agis) - Zorgkantoor Zuid-Kennemerland (Achmea) - Zorgkantoor Zaanstreek-Waterland (Achmea) - Zorgkantoor Zuid-Kennemerland (Achmea) - Zorgkantoor Noord-Holland Noord (Univé)
Amsterdam en Flevoland vallen onder Zorgkantoor Agis. Haarlem, Zaanstreek en IJmond vallen onder Zorgkantoor Achmea en Alkmaar onder Zorgkantoor Univé.
2.4
Belanghebbenden – het netwerk van de organisatie
Blijf Groep onderhoudt contacten met (centrum)gemeenten en zorgkantoren in het werkgebied. Dit vindt plaats door regelmatig overleg in verschillende vormen (voor- en najaar, per kwartaal). In 2008 is met alle ontwikkelingen ook het netwerk van de organisatie uitgebreid en versterkt. Lokaal is Blijf Groep actief in de relevante gremia zoals coördinatie/stuurgroepen Huiselijke Geweld en/of OGGZ en Maatschappelijke Opvang , Platform van Opvangvoorzieningen. Afspraken met ketenpartners afzonderlijk worden jaarlijks geëvalueerd. In 2008 heeft een onderzoek onder ketenpartners plaatsgevonden. Per e-mail is een korte tevredenheidsenquête verzonden naar 110 ketenpartners van Blijf Groep in Noord-Holland en Flevoland. De namen van ketenpartners zijn door medewerkers aangedragen. De doelgroep was divers: managers, beleidsmedewerkers, uitvoerenden van politie, maatschappelijk werk, jeugdzorg, GGZ, gemeenten, enz. Per e-mail zijn 35 enquêtes retour gezonden. In de telefonische belronde die daarop gevolgd is hebben nog 31 mensen de enquête (telefonisch) ingevuld. In totaal zijn er 66 enquêtes ingevuld. De totale respons is daarmee gekomen op 60%. In de enquête is een aantal vragen gesteld die met de scores 1 tot en met 5 (moet sterk verbeteren tot zeer tevreden) konden worden beantwoord. Ook konden respondenten een “rapportcijfer” geven: het cijfer dat Blijf Groep van de ketenpartners krijgt voor de overall kwaliteit is gemiddeld 7,4, een ruime voldoende. Opvallend is dat één van de belangrijkste ketenpartners, de politie, iets boven dit gemiddelde zit met 7,9. Ook is er veel waardevolle informatie verzameld. De gemaakte opmerkingen zijn geanalyseerd. Waar sprake was van persoonlijke ervaringen of opmerkingen die om specifieke reactie vroegen is met de betrokken ketenpartner direct contact gezocht. Opvallend is dat de Amsterdamse ketenpartners kritischer zijn over de snelle en adequate afhandeling van vragen, maar weer positief zijn over de laagdrempeligheid van Blijf Groep voor cliënten. Verder zien veel ketenpartners nog mogelijkheden om de samenwerking te verbeteren door beter gebruik te maken van elkaars deskundigheid. De meerderheid van de respondenten is (zeer) tevreden over de samenwerking. Ruim 75% gaf de score (zeer) tevreden op alle vragen samengevoegd. Bijna 20% is redelijk tevreden en minder dan 5% van de respondenten vindt dat Blijf Groep (sterk) moet verbeteren. In algemene zin kan
22
geconcludeerd worden dat het profiel van Blijf Groep organisatie helder is voor de meeste ketenpartners, dat zij Blijf Groep als (zeer) deskundige partner beschouwen en dat zij positief zijn over de samenwerking. Verbeterpunten die uit deze meting naar voren kwamen, sluiten goed aan bij beleidsvoornemens en speerpunten die binnen Blijf Groep zijn geformuleerd en zijn verder ter hand genomen: - het versterken van de samenwerking met ketenpartners; - het beter benutten van specifieke deskundigheid van ketenpartners; - de versterking van het aanbod aan kinderen (in de opvang); - de wens om meer maatwerk voor de cliënt te ontwikkelen. Bij ontwikkelingen zoals de voorbereiding van de Wet op het Tijdelijk Huisverbod is er in toenemende mate sprake vaneen rol in de organisatie en coördinatie van hulpverlening. In enkele gemeenten is casuïstiekoverleg een nieuwe vorm. De samenwerking met de politie is in alle gemeenten voor een goed aanbod aan de cliënten van Blijf Groep cruciaal. De vertaling van landelijke protocollen en onderhoud van de afspraken met alle partners blijven aandacht vragen in de verschillende gebieden. Om de preventieve taken van de Steunpunten Huiselijk Geweld verder te versterken is het wenselijk als ‘doormelding’ vanuit de politie naar de steunpunten huiselijk geweld een standaard wordt. In Amsterdam zijn na de vorming van de Steunpunten Huiselijk Geweld nieuwe stijl contacten met alle stadsdelen in Amsterdam verstevigd. De samenwerkingsbereidheid bij de Steunpunten is, ook in Flevoland en Alkmaar, groot. Ten behoeve van de totstandkoming van het Oranje Huis is in Alkmaar een raad van advies ingesteld, waardoor een groot netwerk is verkregen en de voortgang concreet gestalte heeft gekregen. In maart 2008 is een omvangrijk subsidie van het Ministerie van VWS ten behoeve van de inhoudelijke ontwikkeling van het vernieuwde aanbod toegekend voor een periode van drie jaar. Ook besloot eind 2008 de Provincie Noord-Holland tot driejarige ondersteuning van de doorvertaling van de ontwikkelingen naar de doorstroomlocaties in Noord-Holland, de verbetering van de hulpverlening aan kinderen en afstemming met ketenpartners. Met diverse woningcorporaties en gemeenten is ook in 2008 overlegd over de noodzaak voldoende en tijdig beschikbare vervolghuisvesting voor cliënten te realiseren. Een voorziening voor langer 24uursverblijf is nog niet gevonden. Doorstroom vanuit de vestigingen stagneert in een aantal gevallen. Her en der zijn nog wensen voor verbetering van accommodaties en doorstroom. In Alkmaar is medio 2008 tijdelijke huisvesting beschikbaar gekomen in afwachting van nieuwbouw in 2010. In Amsterdam is in 2008 een convenant met Het Oosten en Far West tot stand gekomen. Het wordt hierdoor mogelijk in 2011 de begeleid wonen vestiging over te brengen naar de omgeving van de crisisopvanglocatie. Ook zullen de cliënten dan beschikken over zelfstandige woonruimte met voldoende privacy. Door de nabijheid zal ook de continuïteit in de hulpverlening verbeteren. Ten behoeve van de residentiële vestigingen is de samenwerking met GGZ instellingen en jeugdzorg geïntensiveerd. Vanaf begin 2009 zal de diagnostiek door de GGZ instellingen worden verzorgd. De provincie Noord-Holland ondersteunt met ingang van 2008 enkele jaren het wekelijks aanbod Tijd voor Toontje aan kinderen in de vestigingen IJmond, Haarlem en Alkmaar. Blijf Groep is actief in landelijke samenwerking met collega-voorzieningen. De directeur-bestuurder is bestuurslid van de Federatie Opvang en voorzitter van de landelijke verenigingscommissie vrouwenopvang en stuurgroep van het landelijk Verbeterplan.
23
In 2008 is een G4 actieplan huiselijk geweld tot stand gekomen. Regelmatig vindt overleg plaats tussen de directeuren van de vrouwenopvangvoorzieningen in de vier grote steden en de ambtenaren Vrouwenopvang/aanpak huiselijk geweld. Mede ondersteund door Blijf Groep heeft in 2008 een project gericht op accommodatieverbetering voor de vrouwenopvangvoorzieningen geleid tot de publicatie Van Huis en Haard. Blijf Groep participeert in de Proeftuin die ter verbetering van de accommodaties landelijk aan de slag is gegaan. Een aantal vrouwenopvangorganisaties, gemeenten en corporaties, werken hierin samen. Begin 2008 is de Academische Werkplaats (aanvankelijk in de voorfase genaamd Kenniscentrum Opvang & OGGZ) van start gegaan. Het betreft een samenwerking tussen de universiteit van Nijmegen, onder verantwoordelijkheid van hoogleraar Prof. mevrouw J. Wolf, en instellingen voor maatschappelijke en vrouwenopvang, met als doel om kennis te bundelen, vergroten en ontwikkelen. Blijf Groep is één van de twaalf vrouwenopvang instellingen die deel uitmaken van de Academische Werkplaats. Per jaar wordt een werkplan vastgesteld. Het belangrijkste onderwerp voor 2008 betrof het ontwikkelen van een methodiek 1e interventie in de vrouwenopvang. Dit project loopt door in 2009.
24
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1
Bestuur en toezicht
3.1.1
Zorgbrede Governance Code
Blijf Groep past de principes van de Zorgbrede Governance Code toe. De statuten, het bestuursreglement en het reglement van de Raad van Toezicht zijn hierop ingericht. De volgende onderdelen van Zorgbrede Governance Code werden in 2008 (nog) niet toegepast: •
•
3.2.4 – Openbare werving van leden van de Raad van Toezicht Toelichting: in het kader van de fusies zijn enkele leden uit de verdwijnende organisaties lid geworden van de Raad van Toezicht; voor het overige heeft openbare werving plaatsgevonden en wordt in 2009 openbaar geworven voor een op voordracht van de Cliëntenraad te benoemen lid. 3.4.3 – Leden van de Raad van Toezicht verrichten nimmer taken van de Raad van Bestuur. Toelichting: de statuten bepalen dat in geval van belet of ontstentenis van het bestuur de raad van toezicht voorlopig met het bestuur is belast, onverminderd zijn bevoegdheid als dan één of meer tijdelijke bestuurders aan te wijzen. In een voorkomend geval zal de Raad van Toezicht in de praktijk gebruik maken van de bevoegdheid om zo spoedig mogelijk één of meer tijdelijke bestuurders aan te wijzen.
3.1.2
Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur bestaat uit één directeur-bestuurder: Mw. A. van den Brink. Nevenfuncties: - Lid algemeen bestuur vereniging Federatie Opvang - Lid bestuur Stichting Vrouwenopvang Nederland Blijf Groep heeft een bestuursreglement. Kernelementen zijn als volgt samen te vatten: het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het beleid is gericht op het bevorderen van de continuïteit en de ontwikkeling van de organisatie. Het bezoldigingsbeleid is in 2008 gewijzigd ten opzichte van het jaar daarvoor. Gezien de toegenomen omvang van omzet, organisatie en werkgebied en de toegenomen complexiteit van opgaven waar de organisatie voor staat is de functiewaardering onderzocht en opnieuw vastgesteld door de Raad van Toezicht. Er is aansluiting gezocht bij de Adviesregeling arbeidsvoorwaarden raden van bestuur / directies zorginstellingen 2007.
25
3.1.3
Raad van Toezicht
Samenstelling per 31 december 2008: Naam: Mw M.F. Andriessen (voorzitter)
(Neven) functies Directeur a.i. Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA) tot juni 2008 Nevenfuncties:
-
Voorzitter Cultureel Educatief Centrum Zuidoost
-
Secretaris Stichting Klein Pompeï Vice-voorzitter Weekblad De Groene Amsterdammer
-
Mw J.S. Vos
Dhr H.J. Schepers Mw J.A. van Tuijl – Hagen
Beschermvrouw Margo Andriessen Instituut, Rijksuniversiteit Groningen - Voorzitter adviescommissie bezwaarschriften, Nationaal Agentschap Leven Lang Leren - Coach levens- en loopbaanvraagstukken - Mediator, gespecialiseerd in echtscheidingen - Coördinator Eigen Kracht - Directeur Restinn B.V. - Organisatie-adviseur Opleidingsmanager bachelor en master HBO pedagogiek Hogeschool InHolland Nevenfuncties:
-
Lid Raad van Toezicht voortgezet onderwijs Zaanstad
Mw M.A. Stet Mw E.N.H. Nahumury - Comvalius
Bestuurslid Zaanse Cultuurmarkt Lid Raad van Bestuur De Hartekamp Groep (gehandicaptenzorg) - Directeur Krater Theater
-
Coach van kunstenaars via Kunstenaars&Co
Verbonden aan het Stimulerings Fonds Nederlandse Omroepproducties Nevenfuncties: Bestuurslid theateropleiding en theatergezelschap DNA Alle leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk. Zoals blijkt uit bovengenoemde nevenfuncties zijn die geen van allen conflicterend met de belangen van Blijf Groep. De Raad van Toezicht geeft invulling aan haar wettelijke, statutaire en reglementaire taken door ten minste vier keer per jaar te vergaderen met de directeur-bestuurder aan de hand van een agenda en vergaderpunten. Daarnaast informeert de directeur-bestuurder de Raad van Toezicht indien nodig tussentijds. In 2008 heeft de Raad van Toezicht vijf maal vergaderd. De Raad van Toezicht heeft haar eigen functioneren geëvalueerd buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder.
26
Rapportages van de directeur-bestuurder zijn besproken en toegelicht tijdens de vergadering. De voorzitter van de Raad van Toezicht is in 2008 één keer aanwezig geweest bij de overlegvergadering van de Ondernemingsraad en de directeur-bestuurder en eenmaal bij de overlegvergadering van de Cliëntenraad en de directeur-bestuurder. (Leden van) de Raad van Toezicht hebben enkele werkbezoeken afgelegd aan vestigingen en werkeenheden van Blijf Groep en zijn aanwezig geweest bij plenaire bijeenkomsten/studiedagen van de organisatie. De directeur-bestuurder heeft op verzoek van en in overleg met de Raad van Toezicht in 2007 een risico-document opgesteld, waarin een aantal risico’s is gedefinieerd alsmede beleid om deze risico’s te beteugelen (zie ook par. 3.2 hierna) . In het werkplan 2008 zijn alle risico’s ‘ belegd’ en met de kwartaalrapportages verantwoord. Ter afsluiting van 2008 heeft de directeur-bestuurder een samenvatting gemaakt van de resultaten en acties in 2008. Dit onderwerp is een voortdurend aandachtspunt van de Raad van Toezicht. In 2008 is gewerkt met een jaarwerkplan, waaraan de directeur-bestuurder voorafgaand een kaderbrief heeft meegegeven. Overleg over interne beheersings- en controlesystemen tussen de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht vindt plaats aan de hand van de management kwartaalrapportages. Eénmaal per jaar, zo ook in 2008, is de accountant aanwezig bij de vergadering met de Raad van Toezicht. Tijdens deze vergadering geeft de accountant een toelichting bij de jaarrekening over het voorafgaande jaar en beantwoordt eventuele vragen. In 2008 heeft de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de directeur-bestuurder door de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Het beoordelingsgesprek is gevoerd door de voorzitter van de Raad van Toezicht met de directeur-bestuurder. De Raad heeft hiervoor, buiten aanwezigheid van de directie, input meegegeven. Ook heeft terugkoppeling aan de Raad van Toezicht plaatsgevonden. De leden van het Managenement Team geven voordien hun input. Ook is er een kort verslag van de samenwerking van de directeur-bestuurder met de Ondernemingsraad beschikbaar geweest. In 2008 ontvingen leden van de Raad van Toezicht, naar rato van het aantal maanden zitting in de Raad van Toezicht, een vergoeding van € 1.000 per jaar en de voorzitter van de Raad van Toezicht een vergoeding van € 1.500.
27
3.2
Bedrijfsvoering
De (ontwikkeling van de) bedrijfsvoering in de organisatie heeft in 2008 veel aandacht gekregen. De relatief snelle ontwikkeling van en toenemende complexiteit in de organisatie heeft dit onderstreept. De herinrichting van het bedrijfsbureau is in 2008 een stap verder gekomen. Er zijn adviseursfuncties ingesteld. Aansluiting van de nieuw aangesloten vestigingen IJmond en Alkmaar heeft zijn beslag gekregen. Met uniformering van begrotingen en projectaanvragen is gestart. Ook is een facilitair management functie ingericht. Beheer van de ICT infrastructuur is uitbesteed. Dat heeft geleid tot aanzienlijke verbeteringen in de beschikbaarheid van de ICT omgeving. De administratieve AWBZvereisten worden vervuld. In 2008 is de AO&IC opnieuw aangepast en zijn ten behoeve van de AWBZ productie interne kwartaalaudits uitgevoerd. In 2008 is helaas de administratieve lastendruk in de organisatie vanwege de vereisten van AWBZ, accountant, en gemeenten, weer toegenomen. Zo is het aantal AWBZ-producten vanwege komende overheveling naar de gemeenten, afzonderlijk geadministreerd. HKZ certificering heeft in februari plaatsgevonden. Later in het jaar is een interne auditronde uitgevoerd. Implementatie van de HKZ systematiek en inhoud in de nieuw aangesloten werkeenheden is voorbereid. In 2008 heeft tweemaal een MT/directiebeoordeling volgens HKZ richtlijnen plaatsgevonden. Het intranet is uitgebreid. In 2008 zijn de leidinggevenden beter in staat gesteld om hun rol als integrale manager uit kunnen voeren. Ondersteuning vanuit Planning & Control heeft zichtbaar vorm gekregen en ook de klantgerichtheid van de overige ondersteunende diensten is toegenomen. Voor het management/bestuurder zijn in 2008 zijn kwartaalrapportages beschikbaar geweest en benut voor de besturing. Op relevante onderdelen zijn week- en maandrapportages gemaakt. In het jaarverslag, de jaarverantwoording, evaluatie van het jaarwerkplan en risicodocument is de verantwoording aan de Raad van Toezicht georganiseerd. De Raad van Toezicht heeft in 2007 een aantal risico’s benoemd die nauwlettend worden gevolgd. In 2008 is dit als volgt verlopen:
•
Invloed van (landelijke en lokale) politiek en overheid: Er is in 2008 sprake geweest van een veelheid van ontwikkelingen, die nauwlettend worden gevolgd en waarop voor zover mogelijk wordt ingespeeld. In uitgebreide – interne – kwartaalrapportages en een kwartaalsamenvatting voor de Raad van Toezicht wordt deze beschreven met de gevolgen voor de organisatie. De verbinding met de landelijke lobby (Federatie Opvang) is sterk door het bestuurslidmaatschap/voorzitterschap van de verenigingscommissie Vrouwenopvang van de directeur. De AWBZ pakketmaatregelen per 2009 brachten veel onzekerheid over de begeleidingsmiddelen en mogelijkheden in 2009. In landelijk verband is hier een intensieve lobby gevoerd. Verwachting is dat er bij aanmerkelijke schade sprake zal zijn van reparatie. De Rijksoverheid geeft prioriteit aan de aanpak van huiselijk en eergeweld. De Wet op het Tijdelijk Huisverbod wordt in januari 2009 van kracht. Ook de G4 (vier grote steden) zijn actief met een eigen actieprogramma. In 2008 startte Blijf Groep in Amsterdam een Meldpunt Eergeweld en een pilotproject Mannenopvang. Met de stadsdelen en ketenpartners in Amsterdam wordt steeds intensiever samengewerkt. De centrumgemeenten breiden vanaf 2009 opvangcapaciteit – enigszins – uit, versterken de steunpunten huiselijk geweld en bereiden de uitvoering van de wet voor. Dit brengt omvangrijke projecten met zich mee in verschillende gemeenten in het werkgebied. Blijf Groep ontwikkelt het nieuwe concept Oranje Huis. Het Ministerie van VWS en
28
de Provincie Noord-Holland steunen de inhoudelijke ontwikkelingen voor een periode van drie jaar, waarin ook overdracht naar collega voorzieningen in den lande voorzien is. •
Kwaliteit personeel: staat onder druk vanwege krapte, de noodzaak van een goede match tussen klantengroep en personeel, er is aandacht nodig voor verzakelijking, idem vanwege de fusies en veranderingen; talent behouden is van belang: De implementatie van de fusie per 2008 is in 2008 in het algemeen goed verlopen. Veel is geharmoniseerd en ingepast. De fusies hebben, met uitzondering van het leidinggevende kader, geen gedwongen personele gevolgen met zich meegebracht. Jarenlang gegroeide achterstanden in ontwikkeling in met name één van de vestigingen zijn aan het eind van 2008 nog niet helemaal weggewerkt. In 2008 is na een succesvol proefproject voor alle hulpverlenende medewerkers een extern begeleid intervisietraject in groepsverband aangeboden met positief resultaat (open bespreken van dilemma’s, reflectie toegenomen, professionaliteit versterkt). Het is in 2008 nog steeds gelukt nieuw personeel, vanwege uitbreiding van werk en vanwege vervanging, aan te trekken. Dit kost wel steeds meer inspanningen. Personeel voor een aantal ondersteunende functies is met moeite gevonden. De vacatures zijn 2008 vrijwel allemaal vervuld. Er is in 2008 wederom ingezet op de ontwikkeling en scholing van alle personeelsleden en een vernieuwd opleidingsplan uitgevoerd met een basispakket, onderhoudspakket en ontwikkelingspakket. Aan alle medewerkers is een interne inhoudelijke studiedag aangeboden. Er is aanhoudend aandacht voor het vasthouden/bevorderen van een positieve werksfeer. Eind 2008 is de tweejaarlijkse medewerkerstevredenheidsmeting gehouden, de uitkomsten zijn positief: betere deelname en een hoger eindcijfer dan twee jaar tevoren (van een ruime zes naar een zeven als algemene waardering) ondanks alle hectiek. In 2008 werd een uitgebreid plan van aanpak ziekteverzuim ingezet. Het ziekteverzuim daalde in 2008 langzaam verder, vooral in het laatste kwartaal zet de daling aantoonbaar door. Beheersen van werkdruk blijft een belangrijk item voor het komende jaar. De invoering van seniorfuncties, om doorgroeimogelijkheden te bieden en inhoudelijke ontwikkeling te belonen, is onderzocht. Gezien de financiële onzekerheden wordt het op dit moment nog niet ingevoerd. De nieuw afgesloten CAO voor 2008/2009 geeft verbetering van arbeidsvoorwaarden door toegroei naar een volledige 13e maand voor het personeel. Het functieboek zal vanwege alle tussentijdse bijstellingen, nieuwe ondersteunende functies en invoegen van functies vanwege de fusies, in 2009 doorgelicht worden. Dan vindt ook waar nodig herziening van waardering plaats. In 2008 is de waardering voor de directeur-bestuurder aangepast.
•
Veiligheid.: extra zorg voor veiligheid vanwege de doelgroep; efficiëntie en doelmatigheid mogen niet ten koste gaan van veiligheid: De visie op veiligheid en op geweld zijn in 2007 geherformuleerd. Er is in 2008 een plan van aanpak ontwikkeld om tot een volledige set regelingen (handboek) te komen, dit wordt in 2009 afgerond. Extreme veiligheidsrisico’s bij de cliënten komen vaker voor dan voorheen, zowel in de opvang als in het werk in de steunpunten/meldpunt eergeweld. Methodisch zal in 2009 met het gestructureerd maken van veiligheidsplannen nog een volgende stap worden gezet. Veiligheid was in 2008 het overkoepelende thema van de interne studiedag voor alle medewerkers. In 2008 werden incidenten systematischer dan voorheen gevolgd en geanalyseerd en werden op maat zo nodig maatregelen genomen. Voor het nieuwe concept Oranje Huis werd door de politie een veiligheidsplan gemaakt, dat wordt uitgevoerd.
De overige risicopunten uit het document van 2007 zijn ook nog steeds relevant:
29
•
Verschillende eisen en wensen van stakeholders waaronder in de informatievoorziening: Zowel landelijk (via de Federatie Opvang) als naar de centrumgemeenten vragen we hier aandacht voor en intensiveren dit ook, omdat er nog geen resultaat wordt geboekt en met de toename van krapte bij de gemeente de neiging bestaat om ook daar steeds meer in detail te willen weten. Landelijk gaat gepoogd worden de informatieset (die verwerkt is in het Regassysteem) te vereenvoudigen. Onderzoeksactiviteiten in de komende jaren zullen ook meer gaan vragen van de informatievoorziening. Intern is de registratie van ambulant werk gescheiden van die van de opvanglocaties zodat een en ander beter op elkaar aan kan gaan sluiten. De invoer en verwerking van product, financiële, personele en tijdschrijfgegevens is in 2008 flink verbeterd. De maandelijkse terugkoppeling gebeurt nu tijdig en heeft aan betrouwbaarheid veel gewonnen. Het tijdschrijf- en declaratiesysteem AWBZ is in 2008 tussentijds getoetst door de accountant en positief beoordeeld.
•
Dienst-marktcombinaties moeten meegaan met veranderingen in de klantengroep; ook de mondigheid van de cliënten neemt toe: Aanpassing van de dienstverlening aan de behoeften van de cliënten is in 2008 op verschillende manieren opgepakt. Enkele voorbeelden: het project Steuntje in de rug (bij de 24-uurs Langerverblijf afdeling in Amsterdam), Tijd voor Toontje (voor kinderen en moeders) in IJmond, Haarlem en Alkmaar; uitbreiding van AWARE; groepsaanbod voor cliënten van AWARE. En de al genoemde Meldpunt Eergeweld, Mannenopvang en voorbereiding op het Oranje Huis. De cliëntenparticipatie en cliëntenraad krijgen bij de ontwikkelingen steeds beter een stem. Verbetering van de accommodaties is gestart met een vernieuwd plan van aanpak voor Oranje Huis en Begeleid Wonen. Realisatie daarvan wordt voorbereid maar kost de nodige tijd. Blijf Groep maakt met een tiental collega-instellingen in den lande neemt deel uit van de Academische Werkplaats, speerpunt Huiselijk Geweld (bij UMC Radboud), en is actief bij het landelijk verbeterplan van de vrouwenopvang, waar verbetering van het aanbod centraal staan. Blijf Groep heeft een interne en externe klachtenregeling die onder de aandacht van de cliënten wordt gebracht. Klachtenbespreking en analyse is onderdeel van de jaarlijkse cyclus.
•
Imago in de markt, invloed van de media In 2008 werd een tevredenheidsmeting onder ketenpartners gehouden (zie paragraaf 2.4 hiervoor). In 2008 is de introductie van de nieuwe naam: Blijf Groep goed verlopen, de naam is snel geaccepteerd en al op veel plaatsen terug te vinden. Het is gelukt om in 2008 regelmatig het aanbod en de ontwikkelingen positief in het nieuws te brengen. Natuurlijk was er in 2008 ook sprake van enkele klachten en incidenten, maar deze leidden niet tot negatieve media-aandacht.
•
Financiële risico’s: de komst van aanbestedingsprocedures en meer resultaatgerichte financieringssystematieken. Zorgelijk is dat na de veranderingen per 2008 (invoering Standaardindicatieprotocol bij het CIZ en overheveling van begeleiding op psychosociale grondslag naar het kader van de WMO/de centrumgemeenten) voorgenomen pakketmaatregelen AWBZ per januari 2009 verdere onzekerheid brachten over de toekenning van indicaties aan de doelgroep van de vrouwenopvang en de omvang daarvan. In 2008 is tussentijds op basis van de overproductie door de zorgkantoren budget toegekend, nog niet voor het volledig overgeproduceerde bedrag. Voor 2009 zijn de budgetonzekerheden aanzienlijk vergroot. De al eerder geschetste trend dat gemeentes zich stringenter gaan opstellen in financieel opzicht werd ook in 2008 bewaarheid. Het in 2008 verder ontwikkelde interne kostprijsmodel, dat nu
30
volledig wordt gedraaid, heeft intern geleid tot meer houvast in overleg, onderhandelingen en offertetrajecten. Tussen de centrumgemeenten (en begrotingen) bestaan vanwege de geschiedenis verschillen die niet allemaal snel zijn op te heffen. Met het nu onstane inzicht is al wel met een van de gemeenten resultaat geboekt in verevening. In 2009 krijgt dit vervolg. Ook het toewerken naar interne standaarden (van kosten per product en overhead) kan in 2009 gestalte krijgen. Kenmerkend voor het jaar 2008 is een overall toename van risico’s voor de organisatie. Deze toename heeft zowel betrekking op de toename van financiële risico’s als op de toenemende gevoeligheid voor incidenten/imago. Het eerste heeft onder meer betrekking op het achterblijven van accrèssen van gemeentelijke subsidies bij de kostenstijgingen, strakkere sturing op kosten/kostprijzen door de gemeenten, (dreigende) afkalving van de AWBZ inkomsten en druk op de tarieven. Dit in combinatie met toenemende administratieve lastendruk die ook kosten met zich meebrengt. De tweede factor betreft de publieke en politieke aandacht voor het onderwerp Huiselijk Geweld en Eergeweld in combinatie met de grote gevoeligheid voor incidenten die in PR vaak de boventoon voeren. Blijf Groep ontwikkelt zich breed in dit veld en loopt dus ook daardoor steeds meer risico. In 2009 wordt de risicoanalyse daarom bijgesteld.
3.3
Cliëntenraad
Blijf Groep past de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) toe. Er is een cliëntenraad. Ter ondersteuning van de Raad en de cliëntenparticipatie is een medewerker ondersteuning in dienst. In 2008 is de cliëntenraad versterkt. Eind 2008 was de raad (korte tijd) compleet met zeven leden uit de verschillende regio’s van het werkgebied afkomstig. Door de versterking en ondersteuning is er inmiddels sprake van continuïteit en een veelheid van activiteiten. Het jaar 2008 was voornamelijk gericht op groei daarvan en op scholing van de raad. Onder meer zijn drie twee-daagse trainingen gevolgd door bijna alle leden. Besproken onderwerpen zijn ondermeer: de WMCZ en de veranderingen die op komst zijn; strategieën voor contact met de achterban; taakverdeling binnen de raad met nadruk op de taken behorende bij de functies van het dagelijks bestuur; het belang van een werkplan en planmatig werken; verstevigen van netwerken en de meerwaarde van uitwisselen van ervaringen met andere cliëntenraden van soortgelijke organisaties. De raadsleden zijn erg te spreken over de ontvangen scholing, die hun kennis en vaardigheden duidelijk heeft versterkt. Ook de ondersteuner van de cliëntenraad heeft haar deskundigheid versterkt. De cliëntenraad is onderling veelvuldig bijeen gekomen, eens per maand. Raadsleden zijn in 2008 betrokken geweest bij de driemaandelijkse introductiedagen voor nieuwe medewerkers, opdat nieuwe medewerkers goed op de hoogte zijn van de rol van de raad. De raad overlegde een aantal keer met de leidinggevenden van verschillende vestigingen. Leden van de raad Zijn werkten mee aan de voorbereidingen/presentatie bij enkele landelijke conferenties en vertegenwoordigden de raad bij meerdere gelegenheden. Contact met de achterban heeft plaatsgevonden door middel van gesprekken met cliënten op de verschillende locaties. Daarnaast heeft de cliëntenraad een promotiefilmpje gemaakt. De raad bereidt een werkplan voor 2009 voor. Er hebben vier overlegvergaderingen met de directeur-bestuurder plaatsgevonden, een vijfde geplande vergadering is door de cliëntenraad afgezegd. Een breed scala van onderwerpen kwam aan de orde: scholing van de raad; het proces van nieuwe leden werven; het activiteiten- en hulpaanbod voor kinderen; cliëntenparticipatie op locatie; gedragscode voor medewerkers; cliëntenpanel in het kader van de activiteiten in de Academische Werkplaats; klachtbehandeling; de jaarbegroting van 2008; voorbereidingen voor de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht en kennismaking met
31
de voorzitter van de Raad van Toezicht; praktische voorzieningen voor de cliëntenraad; cursusaanbod voor de cliënten; strategische ontwikkelingen van Blijf Groep; behoefte van cliënten aan klus- en verhuishulp. Eind 2008 heeft de raad te kennen gegeven ‘toe te zijn’ aan behandeling van meer formele adviesaanvragen. De raad is te spreken over zijn groeiende zichtbaarheid binnen de organisatie en de groeiende aandacht bij het management voor het belang om de cliëntenraad in een vroeg stadium van beleidsontwikkelingen actief te betrekken.
32
4.
Beleid, inspanningen en presentatie
4.1
Meerjarenbeleid
Blijf Groep is als organisatie het resultaat van de uitbreiding, ontwikkeling en fusietrajecten van de afgelopen jaren. Er is sprake geweest van een stevige groei. Leidend hierbij is geweest het ontwikkelen als ‘specialist’: eerst als vrouwenopvangorganisatie en vervolgens breder als specialist op het terrein van huiselijk geweld. In 2003 is deze ontwikkeling vastgelegd in een nieuwe visie ( notitie: Vrouwenopvang bereidt zich voor op de toekomst). Vervolgens is het – toen bestaande - aanbod in 2004 ingrijpend gereorganiseerd met als resultaat een gedifferentieerd aanbod. Er heeft een scheiding van crisisopvang en vervolgopvang plaatsgevonden, en een verdere uitbouw van ambulant werk. Van 2004 tot heden hebben de fusies in Noord-Holland plaatsgevonden. Ten behoeve daarvan is een inhoudelijke notitie vastgesteld met als doel een organisatie te vormen die een dekkend en gedifferentieerd aanbod huiselijk geweld in Noord-Holland tot stand kan brengen. Landelijk is er de afgelopen jaren gewerkt aan een meer herkenbare positionering van de organisaties voor vrouwenopvang/huiselijk geweld. In de afgelopen jaren is er politiek een toenemende aandacht voor huiselijk geweld. Onderzoeksresultaten hebben hieraan zichtbaar bijgedragen. De onderzoeksfeiten zijn benut om de positie te verbeteren en aandacht te vragen voor de benodigde verbeteringen van de kwaliteit van de hulpverlening. In de notitie Ontwikkeling aanbod VOA (augustus 2006) en ontwikkeling ambulante steunpunten (augustus 2006), zijn deze ontwikkelingen vertaald en zijn vervolgens de benodigde acties ondernomen en ook resultaten bereikt. In 2007 heeft vertaling van de ontwikkelingen geresulteerd in de ontwikkeling van een nieuwe missie en naam van de organisatie en een aantal nieuw geformuleerde visieonderdelen (visie op veiligheid en geweld). Missie en uitgangspunten zijn in dit verslag opgenomen bij het (eerdere) profiel van de organisatie in hoofdstuk 2. Ook heeft een organisatie-ontwikkeltraject plaatsgevonden, met eindrapportage aan de Raad van Toezicht eind 2007. Voor wat betreft de organisatieontwikkeling is in de komende jaren de lijn doorgezet om verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen en carrière mogelijkheden voor het personeel te bevorderen. In 2008 is onderzocht of er inhoudelijke seniorfuncties kunnen worden ingesteld en is aandacht besteed aan taakspecialisatie van medewerkers. Ook versterking en verdere ontwikkeling van het bedrijfsbureau is speerpunt voor de komende jaren. Op langere termijn wordt een managementontwikkeltraject ingezet. In 2008 is de strategische oriëntatie op de toekomst vervolgd. Een leidend Business Idea is ontwikkeld. Vervolgens is de missie/het motto opnieuw gedefinieerd en zijn speerpunten voor de komende jaren vastgesteld. Begin 2009 worden deze in de organisatie geïntroduceerd.
4.2
Algemeen beleid
33
Binnen het raamwerk van de algemene doelstelling en uitgangspunten is in 2008 een aantal concrete activiteiten ondernomen. De resultaten staan beschreven in dit verslag. Het jaar 2008 is positief verlopen. Er is hulp geboden aan een groter aantal cliënten dan voorheen. Ook is de intensiteit van begeleiding voor een aantal cliënten verbeterd en zijn vernieuwingen tot stand gebracht. Het werkplan 2008 was een omvangrijk geheel, ambitieus neergezet. Er waren veel zwaartepunten zoals: certificering, kostenbeheersing en AWBZ ontwikkelingen, verdere herinrichting van het bedrijfsbureau, totstandkoming van de afdeling beleid, implementatie van de fusies met IJmond en Alkmaar. In 2008 is Blijf Groep HKZ gecertificeerd, voorbereiding was een omvangrijk karwei. Begin 2009 worden een aantal nieuwe vestigingen geaudit voor de HKZ, er is hard aan gewerkt in 2008 alle afdelingen voldoende te synchroniseren en in te bedden. De jaarlijkse managementbeoordeling vindt nu langs deze lijnen plaats en leidt steeds meer tot overzicht over verbeterpunten. Het ziekteverzuim is in 2008 heel langzaam verder gedaald tot 7% als jaargemiddelde (was circa 8% in 2007). In het laatste kwartaal lijkt de daling weer wat verder door te zetten. Training van leidinggevenden wordt in 2009 nog voortgezet. Kortverzuim gesprekken zijn ingevoerd, de registratie van het verzuim is in de loop van 2008 aanmerkelijk verbeterd. Over het algemeen is de productie in 2008 op het voorgenomen peil geweest. Er komt bij de steunpunten steeds meer druk op de ketel door betere doorgeleiding (vooral van de politie). De druk op de crisisopvangbedden is veel te hoog, het is vaak moeizaam zoeken naar alternatieven. De verblijfslocaties erachter zitten dus ook heel vol. Mannenopvang en Meldpunt Eergeweld gingen van start in Amsterdam. Voorbereiding van het Oranje Huis in Alkmaar was complex en werd nog complexer door het zoeken naar tijdelijke huisvesting, dat snel lukte. Het bijeenkrijgen van middelen, voor een flink deel van fondsen, bedrijven en in natura, en de voorbereiding van de verhuizing zijn eind 2008 gereed gekomen. De AWBZ productie is dit jaar stabiel gebleken. Nog niet alle productie wordt gehonoreerd. Eind 2008 is besloten de diagnostiek/behandeling in het volgende jaar niet meer zelf uit te voeren. Met de diagnostiek in 2008 en de pilot behandeling zijn wel goede resultaten bereikt, die de ondergrond voor de uitbesteding stevig maken. Enkele mijlpalen en resultaten eruit gelicht:
-
-
De voorbereiding van het Oranje Huis en Oranjelicht (tijdelijke huisvesting): veel steun van omgeving en bedrijven draagt bij aan draagvlak en zichtbaarheid van onze activiteiten; de Provincie Noord-Holland gaat de komende drie jaar ook de inhoudelijke ontwikkeling steunen; er is een begin gemaakt met gemeenschappelijk overleg tussen de centrumgemeenten in Noord-Holland om met ons overstijgend te gaan denken met het oog op de toekomst. De steunpunten in Amsterdam, Almere en Alkmaar hebben zich aanhoudend goed bewezen en worden door steeds meer cliënten en derden gevonden. Om die reden is er vertrouwen gegroeid op basis waarvan nieuwe taken worden toegekend: eergeweld, mannenopvang, organisatie van huisverbod. de omvorming van de steunpunten in Amsterdam: er is een stevig bouwsel van steunpunten ontstaan, waarop in 2008 verder wordt ontwikkeld (voor wat betreft onder meer de begeleiding van mannelijke slachtoffers, aanpak van eergeweld).
34
-
-
-
In de opvanglocaties wordt met de ingewikkelde problematiek van cliënten steeds beter omgegaan; ook relatief kleine nieuwe initiatieven zoals Steuntje in de rug en Tijd voor Toontje, dragen hieraan bij. Cliëntenparticipatie en cliëntenraad gaan een grotere rol spelen; de cliëntenraad is sinds kort compleet en geschoold en kan nu formeel hun adviesrol gaan vervullen; de samenwerking verloopt goed; de cliëntenparticipatie is gestart in vijf van de zeven opvanglocaties; Goede resultaten van de tevredenheidsmeting onder ketenpartners: een zevenenhalf als uitkomst en verbeterpunten die aansluiten bij onze plannen. Eveneens aan het eind van het jaar: goede uitkomsten van de tevredenheidsmeting van medewerkers, ook daar een goed cijfer en verbetering op alle fronten ten opzichte van twee jaar geleden, ondanks alle hectiek. Een uitgebreid aantal activiteiten gericht op de verbetering van hulp aan de kinderen is nu gebundeld om in de komende jaren tot structurele oplossingen te kunnen gaan leiden.
Een aantal onderdelen uit het werkplan zijn doorlopende werkzaamheden en komen in het werkplan 2009 terug. Er is voortgang geboekt met vrijwel alle onderdelen van het plan, maar op een aantal punten is het proces vertraagd of nog niet afgerond en wordt dit vervolgd in 2009 zoals de herinrichting en verdere ontwikkeling van het bedrijfsbureau, aanpak van het ziekteverzuim.
4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid
Kwaliteitsysteem, en HKZ certificering Vanaf 1 maart 2008 is Blijf Groep als organisatie HKZ gecertificeerd op basis van de normen die zijn opgesteld voor Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang. De externe audit is gehouden op het Bedrijfsbureau, Crisisopvang, Begeleid Wonen, Zaanstreek en Almere. De overige vestigingen komen begin 2009 aan bod. In 2008 waren achtereenvolgens van belang: aanpak van de verbeterpunten bij de externe audit, de MT-beoordelingen, het uitvoeren en verwerken van de interne audits, aanvullen en verbeteren van het kwaliteitshandboek en vervolgens de voorbereiding van de nieuwe vestigingen op de externe audit. Aandachtspunten vanuit de externe audit waren de dossiervoering (cliënten en personeelsleden), incident- en klachtmeldingen en het vollediger invoeren van evaluatie en verbetercyclus. De MT-beoordelingen zijn in 2008 gehouden in april en in oktober. Interne audits hebben plaatsgevonden tussen mei en september. In paragraaf 4.5.2. staan de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek vermeld. De resultaten van een onderzoek naar de samenwerking met ketenpartners komt aan de orde in paragraaf 2.4.
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.4.1
Kwaliteit van zorg
Blijf Groep borgt de kwaliteit van de zorg door het systematisch volgen van de methodiek TGW (Toekomst Gericht Werken). Hieraan gekoppeld zijn vaste momenten van evaluatie, vervolgafspraken en verslaglegging. De afspraken rond het cliëntdossier, het volgen van het werkplan (ondertekening
35
en verslaglegging en de evaluatie iedere zes weken), en een aanpassing van de checklist dossier heeft in 2008 extra aandacht gekregen. Door gebruik van dit systeem wordt gegarandeerd dat vervanging goed mogelijk is en de continuïteit van de begeleiding vastgelegd is. Tot slot wordt de kwaliteit van zorg verbeterd door het ontwikkelen van nieuwe producten, cursussen en het hebben van aandacht voor de bejegening van cliënten, het geven van informatie, en aandacht voor zorgvuldige communicatie. In 2008 is een start gemaakt met zoveel mogelijk uniform maken en samenvatten van de informatie voor cliënten. Ook het systematisch voeren van exitgesprekken met cliënten kreeg aandacht. In de eerdere paragrafen is al aandacht geschonken aan de manier van kwaliteitsbewaking: interne- en externe audits, plan van aanpak opstellen voor verschillende onderwerpen. Uitkomsten worden opgenomen in het werkplan voor de gehele organisatie, de vestigingen en de individuele medewerkers. Monitoring vindt plaats middels werkoverleg, kwartaalrapportages, jaarverslagen en de eerder genoemde MT-beoordeling (twee keer per jaar). Het tweejaarlijks cliënttevredenheidsonderzoek is gehouden in 2007 en zal in 2009 opnieuw plaatsvinden. De cliëntenraad wordt betrokken bij de ontwikkeling en verbetering van de zorg (zie paragraaf 3.3.).
4.4.2
Klachten en klachtrecht
Blijf Groep beschikt over een interne klachtenregeling en volstaat gezien de grootte van de organisatie met een beperkte interpretatie van de Wet Klachtrecht Zorginstellingen. Naast de interne klachtenregeling kunnen cliënten van alle vestigingen terecht bij de Stedelijke klachtencommissie voor de Maatschappelijke- en Vrouwenopvang in Amsterdam. Nadat in 2007 de interne klachtenregeling is aangescherpt, is de klachtbehandeling beter verlopen. De klachten worden omschreven op een klachtenformulier waarop melding gemaakt wordt van de preventieve maatregelen die genomen worden om herhaling te voorkomen. Inhoud van klachten en behandeling en overzicht van klachten worden besproken in overleg met de leidinggevenden en bij de MT-beoordeling. In 2008 zijn 15 formele klachten verzameld. Hiervan zijn zeven klachten afkomstig van buren/omwonenden van enkele vestigingen. Dit type klachten neemt toe. Om deze reden zijn in 2008 nadere afspraken over contact met buren gemaakt voor alle locaties., de contacten zijn geïntensiveerd. Zes klachten hadden betrekking op de bejegening door medewerkers dan wel verwachtingen over de begeleiding. Eenmaal was een cliënt het oneens met plaatsing en eenmaal betrof het een klacht met betrekking tot de facilitaire dienst. De klachtbehandeling heeft over het algemeen tot een voldoende positief resultaat geleid. De klachten waren afkomstig van (cliënten in) een aantal vestigingen: Zaanstreek (3), Crisisopvang in Amsterdam (3) en Begeleid wonen in Amsterdam (3), Haarlem (4), het Bedrijfsbureau (1), één van de steunpunten huiselijk geweld (1). Bij de Stedelijke Klachtencommissie zijn in 2008 geen klachten van cliënten van Blijf Groep in behandeling geweest.
4.4.3
Toegankelijkheid
De organisatie is 7 x 24 uur bereikbaar in de verschillende regio’s. In Amsterdam en Flevoland verloopt dit via de Steunpunten voor Huiselijk Geweld, tijdens kantooruren. Voor acute zaken buiten kantoortijd gebeurt dit voor deze vestigingen en voor Haarlem en Zaanstreek door de
36
maatschappelijk werker in de Crisisopvang. In IJmond en Alkmaar is een bereikbaarheidsdienst van medewerkers van de afdeling. Blijf Groep heeft eveneens de beschikking over een aantal Noodbedden voor de verschillende regio’s die 24 uur te gebruiken zijn. Als er voor aanvragen bij crisis buiten de noodbedregeling geen plaats is vindt verwijzing plaats, dan wordt gekeken naar open plekken binnen Nederland: dit gebeurt via het Meldpunt Open Plaatsen (MOP lijst) bij de Federatie Opvang. Doorstroom naar zelfstandig wonen wordt vertraagd door een te kort schietend woningaanbod voor zelfstandig wonen, en vertragingen bij schuldhulpverlening en juridische verblijfsproblematiek. Dit is wel wisselend in de verschillende steden. Vanuit Blijf Groep zijn er contacten met de Dienst Wonen Amsterdam en andere gemeenten en met woningcorporaties om een verbetering teweeg te brengen. Voor de steunpunten huiselijk geweld zijn folders in een aantal talen beschikbaar. Alle cliënten in de opvangvoorzieningen krijgen bij binnenkomst een welkomstgesprek en een informatiepakketje uitgedeeld. Indien nodig wordt gebruik gemaakt van een tolk of de tolkentelefoon. Daarnaast is Blijf Groep sinds dit jaar betrokken bij een overleg met de SGOA (Stichting Gehandicapten Overleg Amsterdam) en OSA (Ondernemingskring Sociale Sector), waar een convenant “toegankelijk welzijnswerk voor mensen met een beperking” is ontwikkeld. Verbetering van de toegankelijkheid van de vestigingen wordt onderzocht.
4.4.4
Veiligheid
Veiligheid is binnen Blijf Groep een kernbegrip. De visie op veiligheid is in 2007 vernieuwd. Organisatie, medewerkers en cliënten dragen ieder verantwoordelijkheid hiervoor. Feiten en beleving zijn beide van belang. Binnen Blijf Groep zijn allerlei procedures ontwikkeld om de fysieke veiligheid te verbeteren of te waarborgen: deurbeleid, sleutels, camera’s, er is veelal een inbraakalarm en er zijn brandmeldinstallaties en ontruimingsoefeningen (in een grote locatie extern begeleid). Blijf Groep heeft een specifiek begeleidingsaanbod waarbij cliënten in bepaalde situaties gebruik kunnen maken van een mobiel alarmsysteem (AWARE). Hiermee kan rechtstreeks verbinding gemaakt worden met de politie. Het aanbod was in 2008 nog niet in Flevoland beschikbaar. Ook weerbaarheidsworkshops en cursussen zijn voor cliënten onderdeel van het aanbod. Voldoende medewerkers zijn opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Herhalingstraining is aangeboden. Medewerkers zijn getraind in het omgaan met onveilige situaties. Binnen Blijf Groep worden de afspraken rond personeels- en cliëntendossiers (archivering, toegankelijkheid en vernietiging) nageleefd.
37
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1
Personeelsbeleid
Op pagina 40 is een organogram weergegeven van de personele organisatie. Op 31 december 2008 werkten bij Blijf Groep in totaal 223 medewerkers (2007: 204). De omvang van het personeel was 157 fulltime dienstverbanden (fte’s), inclusief 5 fte’s ten behoeve van projecten. Ten opzichte van 2007 is dit een stijging van 14 fte’s waarvan 5 fte’s vanwege projecten. De groei kwam voort uit de fusie met Alkmaar/IJmond en uitbreiding van activiteiten in verschillende delen van het werkgebied. In totaal hebben 43 medewerkers de organisatie in 2008 verlaten, dit is 19%. Meest genoemde redenen van vertrek zijn: behoefte aan andere werkkring, salarishoogte, en de mogelijkheden voor scholing en loopbaanontwikkeling. Ziekteverzuim Blijf Groep besteedt systematisch aandacht aan het terugdringen van ziekteverzuim. In 2007 bedroeg het verzuimpercentage 8 %. Doelstelling voor 2008 was 7%. Het gemiddeld ziekteverzuimpercentage in 2008 was 7%. Dat betekent dat Blijf Groep haar doelstelling voor 2008 heeft behaald. De daling komt mede door het voeren van een actief verzuimbeleid, waarbij is geïnvesteerd in training van de leidinggevenden in het voeren van verzuimgesprekken. In totaal zijn in 2008 425 ziekmeldingen ontvangen. De gemiddelde verzuimduur in 2008 bedroeg 13 dagen, de meldingsfrequentie 1,6. In 2008 zijn ook de verzuimprotocollen aangepast. Hierbij is de procedure ziek- en herstelmeldingen aangepast en zijn de wijzigingen rondom de Wet Verbetering Poortwachter verwerkt. In 2009 wordt Blijf Groep eigen risicodrager voor de verzuimkosten. Sociaal Beleid Op basis van vastgesteld scholingsbeleid wordt jaarlijks een scholingsplan uitgevoerd. Een deel van het budget is gedelegeerd aan de teammanagers, een deel wordt centraal ingezet. In 2008 zijn aan uitvoerend medewerkers trainingen aangeboden voor het gebruik van het cliëntvolgsysteem, bedrijfshulpverlening, vergroten van veiligheid, systeemgericht werken, methodiek toekomst gericht werken, basis training psychopathologie en trainingen op gebied van Microsoft Office. De scholing van iedere medewerker wordt middels een persoonlijke scholingskaart geregistreerd. Voor de komende jaren is een scholingsplan ontwikkeld waarin een basis scholingspakket is opgenomen, bestaande uit een starterspakket (voor nieuwe medewerkers), een onderhoudspakket (voor behoud van kwaliteitsnormen) en een ontwikkelpakket (scholing i.v.m. innovaties). Ook is er een budget vrijgemaakt voor scholing op verzoek. Blijf Groep hecht belang aan het aanbieden van stageplekken. In 2008 zijn 12 stageplaatsen aangeboden. In 2008 heeft er vier keer 2008 een introductieochtend plaatsgevonden voor alle nieuwe medewerkers. De CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening wordt toegepast, deze loopt van 1 mei 2008 tot 1 januari 2011. Per 1 mei 2008 zijn de salarissen met 2,5% verhoogd, per 1 januari 2009 met 1,25%. Per
38
1 juni hebben de medewerkers van Blijf Groep een eenmalige uitkering van 200 euro bruto naar rato van het dienstverband ontvangen. In 2008 is een feedbackregeling toegevoegd aan de uitvoering van het competentiemanagement. Het competentiemanagement wordt geïmplementeerd in de nieuwe vestigingen. Blijf Groep heeft enkele jaren geleden gekozen voor de management stijl van coachend leiding geven. In 2007 en begin 2008 zijn de teammanagers getraind in deze leiderschapsstijl. Ook het MT heeft in 2008 een trainingsdag coachend leidinggeven gevolgd. Vervolgens is in 2008 een werkgroep aan de slag gegaan met het schrijven van een notitie coachend leiderschap. Deze notitie is tot stand gekomen door verschillende sessies in het teammanagersoverleg en het MT. De OR heeft ingestemd met de notitie. In 2009 zal er een implementatieplan geschreven worden voor de jaren 2009 en 2010.
ARBO Binnen Blijf Groep is in 2008 voor alle vestigingen een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd in samenwerking met de Arbodienst (Preventie en Werk). Op basis hiervan is overall en per vestiging een plan van aanpak uitgewerkt dat in de komende twee jaar wordt uitgevoerd. Aandacht is dit jaar uitgegaan naar inrichting van de werkplekken voor medewerkers. Bij RSI klachten is specifiek gekeken met de medewerker naar de werkplek en de eventuele aanpassingen. Alle medewerkers beschikken over een hand-out voor werkplekinrichting.
39
Raad van Toezicht
Directeurbestuurder
Cliëntenraad
Ondernemingsraad
Directieassistent
Manager Bedrijfsbureau/ Controller
Sectormanager Ambulant & Flevoland
Hoofd Beleid
Managementassistenten
Afdeling Beleid
Fac. Manager
Adviseurs P&O AWBZ PR&Com. Info Man. P&C
Receptie, Cliëntadministratie
Medewerkers Afd. P&O, AWBZ, Info man, Fin adm
Sectormanager Residentieel Amsterdam
TM Ambulant 1
TM Ambulant 2
Tel. Afd. + Steunpunt: Noord, Oost, Zuidoost
Steunpunt: Zuid, Centr./ Oudwest NwWest
TM Flevoland
Team Flevoland
Sectormanager NoordHolland
Psychologen
TM MW Crisisop vang/ LV 24 u
TM
Team MW Crisisopv /LV 24 u
Team
SPW/KW
Crisisop /LV 24 u
SPW/KW Crisisopv /LV 24 u
TM Begeleid wonen A’dam
TM Zaanstreek
TM Alkmaar
TM Haarlem
TM IJmond
Team BGW A’dam
Team Zaanstreek
Team Alkmaar
Team Haarlem
Team IJmond
40
4.5.2 Kwaliteit van het werk Ondernemingsraad In 2008 hebben acht overlegvergaderingen plaatsgevonden tussen de Ondernemingsraad en de directeur-bestuurder. Begin 2009 is de samenwerking directeur-bestuurder/Ondernemingsraad positief geëvalueerd. Belangrijke onderwerpen waren: ziekteverzuimbeleid, intervisie/supervisie, herijking van het adviesrecht bij reorganisaties, OR verkiezingen, het scholingsbeleid en het scholingsplan 2009 en de nieuwe CAO. Medewerkerstevredenheidsmeting 2008 Eind 2006 is binnen Blijf Groep de eerste (digitale) medewerkerstevredenheidsmeting gedaan, onder medewerkers in Amsterdam en Flevoland. De eerste meting werd gevolgd door een uitgebreid traject, waarin een werkgroep aanbevelingen heeft geformuleerd, op basis waarvan het MT een plan van aanpak heeft vastgesteld dat is uitgevoerd tussen juli 2007 en maart 2008. De eerste meting is binnen Blijf Groep dus actief gebruikt om te verbeteren en verbinding te leggen met uit andere trajecten bekende informatie. Om de resultaten van het plan van aanpak te kunnen meten en te vergelijken met 2006, is er in 2008 voor gekozen om dezelfde meting nogmaals te gebruiken. Hierbij zijn verbeterpunten vanuit de eerste meting ten aanzien van communicatie en gebruikersgemak meegenomen. De cliëntenraad, de OR en de werkgroep aanpak ziekteverzuim zijn uitgenodigd elk een aanvullende open vraag te formuleren. De open vragen zijn als tekstblok onder in de meting opgenomen. Er is door intensieve communicatie ingezet op vergroting van de respons ten opzichte van de vorige meting. De meting heeft in november plaatsgevonden. De deelname aan de meting was aanzienlijk hoger dan bij de eerste meting. In totaal hebben 126 medewerkers meegedaan aan de meting, dat is 65% van het vaste medewerkersbestand van Blijf Groep: een forse stijging ten opzichte van de vorige meting (59 deelnemers, 49%). Daarmee is het in het werkplan 2008 vastgestelde streefcijfer gehaald. Niet alleen het opkomstpercentage is gestegen ten opzichte van 2006, ook het gemiddelde rapportcijfer dat medewerkers over het geheel genomen aan Blijf Groep geven als werknemer is hoger dan 2 jaar geleden: gemiddeld bijna een 7 ( 6,4 in 2006). Vooral het percentage medewerkers dat de organisatie met een 7 of 8 waardeert is behoorlijk gestegen (68% t.o. 52% in 2006); het aantal mede werkers dat de organisatie een 5 of lager geeft is gedaald (25% in 2006 naar 9% in 2008). In december is de uitwerking van de resultaten, in 2009, voorbereid.
4.6
Samenleving
Vanaf 1 januari 2008 treedt de organisatie naar buiten onder de nieuwe naam Blijf Groep, “thuis in huiselijk geweld”. De naam geeft de verbinding aan met de oorsprong van de organisatie, de groei en de bredere ontwikkeling in de aanpak van huiselijk geweld. De naam is intern en extern snel geaccepteerd en positief ontvangen. In de media kwamen in 2008 verschillende activiteiten van Blijf Groep in de aandacht. Items die veel aandacht kregen waren: de start van de proef in de vier grote steden waaronder in Amsterdam met de opvang van mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld, het nieuwe Meldpunt Eergeweld in Amsterdam, en de komst van het Oranje Huis in Alkmaar evenals de komst van de tijdelijke accommodatie Oranjelicht. Andere persmomenten waren: de opening op 23 januari van het zesde steunpunt huiselijk geweld in Amsterdam-Oost; de ondertekening van een samenwerkingsconvenant
met woningcorporaties Het Oosten en Far West op 5 februari, de verkiezing van de Amsterdammer van het jaar waarvoor de directeur werd genomineerd, huiselijk geweld in de Ghanese gemeenschap in Amsterdam Zuidoost in november. Enkele achtergrondartikelen volgden naar aanleiding van deze publiciteit waaronder in het Psychologie Magazine en het maandblad MIDI. Blijf Groep biedt gelegenheid voor werkbezoeken en organiseert die ook een aantal keer per jaar. Daarbij wordt de balans gezocht tussen belasting voor cliënten en beter zichtbaar maken van het werk. Wethouders en ambtenaren van de gemeenten Alkmaar, Haarlem en Zaanstad bezochten de crisisopvanglocatie in Amsterdam, Gedeputeerde mevrouw S. Baggerman bracht een bezoek aan de opvanglocatie in Alkmaar. Staatssecretaris Bussemaker werd ontvangen in Almere, een delegatie van de afdeling langdurige zorg van het Ministerie van VWS bezocht de 24-uurs Langerverblijf afdeling in Amsterdam. Ook werd een groep Amsterdamse ambtenaren uitgenodigd voor een bezoek aan de crisisopvang en één van de Steunpunten in Amsterdam en bezocht één van de wethouders een Steunpunt. Op een aantal momenten werden studenten en buitenlandse bezoekers ontvangen. Een aantal landelijke fondsen en bedrijven werd ontvangen met een werkbezoek aan verschillende locaties. Met de naamsverandering van de organisatie is een heel eenvoudige vernieuwde website in gebruik genomen. Het is de bedoeling die verder te professionaliseren in combinatie met een vorm van digitaal aanbod voor cliënten. In 2008 werden op de website ruim 29.000 bezoekers geteld met een gemiddelde van 2400 bezoekers per maand. In november was een piek zichtbaar en bezochten bijna 4100 bezoekers de site. Het bezoekersaantal van de website is in vergelijking met 2007 gestegen met ruim 1000 bezoekers per jaar. Blijf Groep versterkt de verbindingen met maatschappelijke organisaties, bedrijven en particulieren. In 2008 kreeg dit gestalte in de vorm van een aantal activiteiten voor cliënten, giften in natura. Ook in de vorm van de organisatie van sponsoring in natura voor de opknapbeurt van een van de locaties in Amsterdam én de verbouwing en inrichting van de tijdelijke accommodatie in Alkmaar. Activiteiten voor cliënten bestonden bijvoorbeeld uit: een muziektheatervoorstelling door studenten van het conservatorium van Amsterdam en een dansvoorstelling van de Zuid-Afrikaanse danseres Mamela Myamsa in de crisisopvang locatie in Amsterdam. Ook werden er uitstapjes georganiseerd voor vrouwen en kinderen met medewerkers van De Nederlandse Bank, Zwitserleven, Fortis/Falconleven en Serve in the city. Een locatie in Amsterdam kreeg een serie yogalessen aangeboden en op verschillende locaties is door Rotaform en de Fortis Foundation het Sinterklaasfeest georganiseerd. Door L’Oréal werd een aantal keer een beautydag voor cliënten op verschillende locaties verzorgd. Deze activiteiten worden door vrouwen en kinderen die verblijven in de opvanglocaties hoog gewaardeerd en maakt het voor bedrijven en burgers mogelijk een bijdrage te leveren aan het herstel na huiselijk geweld. In natura krijgt Blijf Groep van een aantal bedrijven kleding, beautyartikelen en cadeaus voor de feestdagen. Inmiddels is er een complete winkel met nieuwe kleding ingericht waar vrouwen en kinderen die zonder enige persoonlijke bezittingen hun huis hebben moeten ontvluchten gebruik van kunnen maken. Wij ontvangen regelmatig kleding van een aantal filialen van Esprit, Bellissima, M&S mode en Villa Happ. Cadeaus voor de feestdagen kregen we van: Mattel, Jumbo, L’Oréal, Postbank/ING, American’s Womens Club, Fortis Foundation, Shell Women’s Network, JAN Magazine en Rotaform. Financiële bijdragen voor activiteiten en materialen voor vrouwen en kinderen kwamen onder andere van: de Janivo Stichting, Kattendijke/Drucker Stichting, Stichting Trein 828 H.IJ.S.M, Stichting Witte Bedjes Het Parool, Stichting Jong, Stichting Madurodam Steunfonds en Stichting Welsuria. Ook ontvingen wij een bijdrage van de VARA voor het opknappen van gemeenschappelijke ruimtes in de Crisisopvang en heeft Stichting Union bijgedragen aan de aanschaf van TV’s en computers voor de locatie in Haarlem.
42
In 2008 werd op 30 mei, ter afronding, met een feestelijke avond een open huis gehouden voor ieder die aan de grote opknapbeurt in de locatie in Amsterdam heeft bijgedragen. Met de hulp van plaatselijke bedrijven en vrijwilligers is van september tot eind december een tijdelijke locatie voor het Oranje Huis in Alkmaar opgeknapt en ingericht. Tijdens de Beursvloer op 30 november in de Grote Kerk in Alkmaar, hebben vele bedrijven hun hulp en diensten aangeboden. Op de website van Blijf Groep is de complete en omvangrijke lijst van sponsoren te vinden. Ook hier droegen fondsen ruimschoots bij, wij ontvingen bijdragen van onder andere het Skanfonds, het Oranje Fonds, Cordaid Bond zonder naam en Stichting Dr. Hofstee. In 2007 is Blijf Groep met ondersteuning van Stichting het Maagdenhuis van start gegaan met het ontwikkelen van een methodiek kindhulpverlening. In 2008 ontvingen wij voor het aanbod ‘Kortdurende Video Home Training’ bijdragen ontvangen van ‘De Zusters van de Goede Herder’ en Stichting Jeugdfonds ‘Wees een Zegen’.
4.7 Financieel beleid Blijf Groep kent inkomsten van verschillende financiers, waaronder gemeentelijk subsidies en AWBZ inkomsten. In de voorgaande paragraaf 2.5 is de toename van bedrijfsrisico’s beschreven. Met de fusie per 1 januari 2008 heeft Blijf Groep een relatie met vijf centrumgemeenten, enkele stadsdelen en andere gemeenten en drie zorgkantoren. Bij de in de laatste twee jaar aangesloten Blijf van m’n Lijf voorzieningen was sprake van achterstand in ontwikkeling. Na de aansluiting per 2008 is in de loop van het jaar overzicht over kosten en ontwikkelingen tot stand gekomen. In 2008 is geconstateerd dat kosten in een aantal gevallen sneller gestegen zijn dan de accrèssen van verschillende gemeentelijk subsidies. Ook waren de AWBZ tarieven in een aantal gevallen niet kostendekkend en is niet de volledige productie door de zorgkantoren vergoed. In 2008 is met verschillende financiers deze situatie besproken. Dit heeft geleid tot een aantal verbeteringen in 2008 en per 2009. Blijf Groep wil, zeker gezien de actuele context, met middelen zo efficiënt mogelijk omgaan. Om die reden is een project kostenbeheersing van start gegaan en zijn uitgaven doorgelicht met een taakstelling voor de begroting 2009. Toelichting: Het resultaat van Blijf Groep over het jaar 2008 uit Gewone Bedrijfsvoering bedraagt € 1.240.000,-. Dat is € 1.148.000,- hoger dan het resultaat van 2007. Dit resultaat is door gedeeltelijke vrijval van de Voorziening Groot Onderhoud met €664.000,- positief beïnvloed. De vrijval van de Voorziening Groot Onderhoud is het gevolg van het in 2008 herzien van het Meerjaren Onderhoudsplan en de constatering dat in afgelopen jaren uitgaven voor groot onderhoud niet gerealiseerd zijn of direct ten laste van de exploitatie gebracht zijn. Het grootste deel van de vrijval ( € 464.000,-) is ten gunste gekomen van het resultaat 2008. Het restant is bij de winstbestemming als Bestemmingsreserve Inventaris opgenomen. Veel initiële omvangrijke aanschaf van inventaris bij verbouwingen en opknapbeurten is tot op heden gefinancierd door middel van eenmalige subsidies of giften, waardoor vervanging niet gefinancierd kan worden uit de afschrijvingen. Hoewel er een aantal keren succesvol fondsen is geworven, is ook duidelijk dat dat in toenemende mate alleen slagingskans heeft bij de opstart van nieuwe activiteiten. Vervanging van bestaande inventaris valt daarmee niet te financieren, daarvoor is het nodig een reserve te vormen.
43
Het resultaat uit Gewonen Bedrijfsvoering is ook in belangrijke mate in positieve zin beïnvloed door niet bestede projectgelden € 874.000,-. Door o.a. latere start van een aantal projecten, zoals Mannenopvang en ontwikkeling Oranjehuis, zijn beschikbaar gestelde budgetten niet volledig in 2008 besteed. De niet bestede middelen zijn bij de resultaatbestemming toegevoegd aan bestemmingfondsen. Exclusief projecten en vrijval van de Voorziening Groot Onderhoud is in 2008 sprake geweest van een negatief resultaat van € 289.000,-. De opbrengsten stegen met € 1.257.00,-, waarvan € 363.000,- door hogere AWBZ-inkomsten en € 1.558.000,- door hogere gemeentelijke subsidies en projectsubsidies (€ 706.000,- resp. € 852.000,-). De stijging bij de AWBZ-opbrengsten is bij Agis en Achmea (€ 137.000,- resp. € 226.000,-) gerealiseerd. De in 2007 ingezette weg om in samenspraak met de zorgkantoren te komen tot vergoedingen die recht doen aan de geleverde (zwaardere) prestaties hebben in 2008 bij Agis en Achmea geleid tot hogere productieafspraken. In 2008 hebben gesprekken met Univé (Alkmaar) plaatsgevonden om de zwaardere zorg vertaald te zien in een andere productmix. Dit is helaas niet gelukt. Om die reden zijn de opbrengsten beduidend lager dan de gewenst ( € 100.000,-). Inmiddels is voor 2009 overeenstemming bereikt met Univé om de zwaardere productmix toe te mogen passen. Bij Achmea is het in 2008 niet gelukt om de volledige AWBZ-productie vergoed te krijgen (circa € 150.000,- ), ondanks het feit dat Blijf Groep bij de herschikkingen van Achmea € 78.000,- extra budget ontvangen heeft. De toename bij de gemeentelijke subsidies is deels veroorzaakt door indexatie (circa € 250.000,-) en deels door uitbreiding van activiteiten. Het verlies dat is geleden bij Gewone bedrijfsvoering als de projectbaten niet meegenomen worden ( € -/- 289.000,-) is mede veroorzaakt doordat bij een aantal gemeenten in 2008 nog geen sprake is geweest van integrale dekking van de kosten, ondanks hogere AWBZ-opbrengsten. Met Alkmaar en Almere zijn inmiddels nieuwe afspraken gemaakt. Blijf Groep is nog in overleg met Zaanstad en Haarlem met het doel tot een vergelijkbaar resultaat te komen. In 2008 zijn de projectsubsidies (verschillende Gemeenten , Ministerie van VWS en Provincie NoordHolland) sterk toegenomen ten behoeve van o.a. Mannenopvang, Eergerelateerd geweld en de ontwikkeling Oranje Huis. De Bedrijfslasten zijn ten opzichte van het jaar 2007 met € 1.560.000,- toegenomen. Van deze stijging komt € 1.318.000,- voor rekening van de personeelskosten. Meer personeel (fte’s) als gevolg van uitbreiding van (project)activiteiten, CAO-effecten, hogere premies sociale lasten, afvloeiïngskosten en verlof/overwerk uitkeringen zijn de belangrijkste verklaringen voor deze stijging. De rest van de kostenstijgingen is vooral veroorzaakt door de hogere prijsindex in 2008 ten opzichte van 2007(circa 2,5%). De liquiditeit van Blijf Groep bedroeg 2,3, exclusief vooruitontvangen projectgelden 1,7 (2007 : 1,8). De solvabiliteit (eigen vermogen/balanstotaal) bedroeg 55,7%, exclusief Bestemmingsfondsen projecten 30,5% (2007: 27,8). Het eigen vermogen bestaat voor het grootste deel uit egalisatiereserves en bestemmingsfondsen, waarbij de omvang van de egalisatie reserves begrensd wordt door de subsidieeisen van de verschillende gemeenten (maximale percentages). Vergelijking van en toelichting op de individuele V & W – en Balansposten ten opzichte van 2007 is vanwege de volgende redenen lastiger dan normaal gesproken:
44
1.
2.
3.
In de jaarrekening 2007 zijn de fusiepartners Blijf van m’n Lijf Alkmaar en Blijf van m’n Lijf IJmond geconsolideerd in de jaarrekening van de Blijf Groep opgenomen. De presentatie van de door de lokale accountant goedgekeurde jaarrekeningen verschilde echter op verschillende onderdelen met die van Blijf Groep. In 2008 is sprake geweest van een eenduidige presentatie van de V&W en Balansposten. In 2007 is zowel een jaarverslag in de ‘”oude vorm” als het Jaardocument Zorg opgesteld, omdat vanaf 2007 dit document verplicht gesteld is. De Jaarrekening 2007 is in het Jaardocument Zorg alleen op Blijf Groep niveau ingediend, terwijl de jaarrekeningverantwoordingen ten behoeve van de gemeenten nog in het jaarverslag “oude vorm” opgenomen zijn. Dat over 2007 twee jaarverslagen opgesteld zijn heeft vooral te maken gehad met de te korte voorbereidingstijd om tot een integraal Jaardocument, inclusief gemeenten, te komen. De verantwoording voor gemeenten moesten in het algemeen uiterlijk 1 april ingediend worden, terwijl het Jaardocument uiterlijk 1 juni ingediend moest worden. Over 2008 zijn we in staat om uiterlijk 31 maart het integrale Jaardocument op te stellen. Het Jaardocument kent echter specifieke presentatievereisten en dat kan in vergelijking met de door gemeenten in 2008 ontvangen verantwoording over 2007 tot verschillen (in benaming) leiden.
Ook in 2008 is uitvoering gegeven aan de aanbevelingen zoals verwoord in de management letter van de accountant (PricewaterhouseCoopers). De management letter is ook ter informatie besproken in aanwezigheid van de Raad van Toezicht bij gelegenheid van de bespreking van de jaarrekening in aanwezigheid van de accountant. Voor Blijf Groep zijn de volgende financieringsbronnen aan de orde:
1. Gemeenten dragen op dit moment in de vorm van structurele subsidies voor 65 % bij aan de 2. 3. 4.
5. 6.
financiering van Blijf Groep, waarbij de gemeente Amsterdam de grootste is (€ 5.2000.000,van € 8.578.000,-). Projectsubsidies hebben voor 12% bijgedragen aan de opbrengsten. In 2007 was dat nog 7%. De bijdragen vanuit de AWBZ bedroegen in 2008 16% van de opbrengsten (€ 2.108.000,-). Dat is ongeveer gelijk aan 2007. De overige opbrengsten bestaan uit eigen bijdragen van cliënten ( € 540.000,-) en overige opbrengsten (o.a. dotatie). Voor wat betreft de eigen bijdrage cliënten loopt Blijf Groep een groot debiteurenrisico. In 2008 bleek € 85.000,- niet-inbaar te zijn. In samenspraak met de gemeenten wordt naar oplossingen gezocht. Fondsenwerving is vooral bedoeld om incidentele of extra uitgaven die niet gefinancierd worden (zoals inventaris en kinderactiviteiten) te kunnen dekken. Blijf Groep prijst zich gelukkig dat, zowel financieel als materieel, gerekend kan worden op diverse sponsoren. Naast financiering van de reguliere activiteiten is Blijf Groep afhankelijk van partijen die investeringen willen voorfinancieren zoals investeringen in nieuwbouw/verbouw van accommodaties. Gebouwen worden gehuurd van woningcorporaties. Blijf Groep intensiveert de contacten met een aantal corporaties in het werkgebied om de accommodaties in de komende jaren op wenselijk peil te brengen. In Alkmaar wordt nieuwbouw in 2010 gerealiseerd.
45
Vooruitblik Zonder maatregelen zou in 2009 sprake geweest zijn van een verwacht resultaat van -/- € 250.000,-, waarbij nog geen rekening gehouden is met mogelijke negatieve effecten als gevolg van de stelselwijzigingen binnen AWBZ of andere bezuinigingseffecten. Inmiddels zijn intern besparingen en maatregelen voor 2009 vastgesteld (waaronder minder inhuur, in eigen beheer nemen van de verzuimkosten) waardoor het verwachte resultaat circa € 160.000,- zal bedragen, nog wel exclusief mogelijke effecten AWBZ. Dit betekent dat het financiële resultaat in 2009 van Blijf Groep onder druk blijft staan. De door Achmea en Agis toegekende initiële budgetten zijn circa 15% lager dan de verwachte/noodzakelijke productie. Pas in de loop van het 2e kwartaal 2009 zal meer inzicht bestaan over verhoging van de initiële budgetten en effecten van de pakketmaatregelen op de indicaties voor cliënten. Niet alleen bij AWBZ maar ook bij het verkrijgen van de overige opbrengsten is sprake van steeds meer onzekerheden, risico's en onvoldoende dekking voor inflatie. Vanuit de rijkssubsidiestromen (onder andere het actieprogramma Beschermd en Weerbaar van het Ministerie van VWS) wordt tot op dit moment uitbreiding van gemeentelijke activiteiten (opvang en steunpunten huiselijk geweld, uitvoering wet tijdelijk huisverbod) voorzien, anderzijds kan de financiële krapte bij gemeenten en noodzaak ‘meer te doen voor minder’, in 2009 en daarna leiden tot negatieve effecten voor Blijf Groep. Ook staan randvoorwaarden (zoals stabiele financiële middelen) voor uitvoering van het landelijk Verbeterplan Vrouwenopvang (waaraan Rijk en gemeenten zich gecommitteerd hebben) met als doel kwaliteitsverbetering te gaan realiseren, haaks op financiële ingrepen. Blijf Groep volgt de actuele ontwikkelingen nauwgezet. Belangrijk uitgangspunt bij voorbereiding van mogelijke aanpassingen is het zoveel als mogelijk ‘ontzien’ van de kwaliteit van de dienstverlening.
46
B. FINANCIËN In 2008 bedroegen de opbrengsten € 13,2 miljoen, in 2007 was dat € 11,1 miljoen * (afgerond in euro's x 1.000) Baten*
Lasten*
Subsidies Subsidie Gem.Amsterdam Subsidie Almere Subsidie Gemeente Diemen Subsidie Gemeente Zaanstad Subsidie Gem. Haarlem Subsidie Gem. Lelystad Subsidie Gem. Alkmaar
5.245 Personeelskosten 804 Huisvestingskosten 53 Verzorgingskosten 545 Kantoor- en algemene kosten 1.160 Organisatiekosten 48 Afschrijvingskosten
8.798 1.546 207 211 1.034 203
724
Opbrengsten Zorgkantoor-AWBZ Eigen bijdragen clienten Baten projecten Overige inkomsten en donaties
2.108 540 1.620 392 13.239
Saldo baten en lasten
11.999
1.240
Toelichting: Het genormaliseerd resultaat is € 289.000 negatief. Door gedeeltelijke vrijval van de Voorziening Groot Onderhoud ten bedrage van € 655.000 en niet in 2008 bestede projectgelden ten bedrage van € 874.000 is het resultaat uit Gewone Bedrijfsvoering uitgekomen op € 1.240.000 positief. Het resultaat is niet vrij besteedbaar.
47
C. BIJLAGE 1: ACTIVITEITEN VERSLAGEN GEMEENTES 1.
Amsterdam
1.1
Structurele activiteiten Amsterdam
1.1.1
Steunpunt Huiselijk Geweld – telefonisch
Voor Amsterdam en Flevoland is één telefoonnummer beschikbaar voor alle vragen over huiselijk geweld. Slachtoffers, daders, kinderen, werkgevers, buren, familie, hulpverlenende instanties: iedereen die informatie, advies of hulp wil bij huiselijk geweld kan bellen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld. Hulpverlenende instanties kunnen ook bellen voor consultatie ten behoeve van hulpverlening aan een cliënt. Het Steunpunt Huiselijk Geweld is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. Tijdens kantooruren wordt ieder telefoongesprek opgenomen door een medewerker van de front office, de telefonische balie. Deze medewerker kan een aantal vragen zelf beantwoorden en schakelt door naar de maatschappelijk werker van de telefonische back office bij hulp- en adviesvragen of consultatievragen (dit zijn maatschappelijk werkers van de steunpunten huiselijk geweld die de telefonische backoffice in roulatie vervullen). Buiten kantooruren is er telefonische bereikbaarheid voor acute situaties. In de telefonische back office zijn diverse anderstalige medewerkers werkzaam. In 2008 is gestart met de invoering van het landelijk beleidskader instroom, dat in opdracht van het Ministerie van VWS ingesteld is door de Federatie Opvang in samenwerking met de instellingen voor vrouwenopvang. Doel is om de (telefonische) intake van vrouwen die opvang nodig hebben eerst in de eigen regio uit te voeren om vervolgens ambulante hulp of opvang te zoeken binnen of buiten de regio. De intake moet volgens een vaste vragenlijst gebeuren, zodat de basisgegevens beschikbaar zijn voor de instelling waar men uiteindelijk plek vindt en niet opnieuw een intake hoeft te worden afgenomen. Voorheen moesten cliënten of verwijzers zelf het land rondbellen tot ze een plek gevonden hadden, dat gebeurt dus nu door het steunpunt huiselijk geweld. Omdat het om een nieuwe taak binnen het telefonisch hulpaanbod gaat en landelijk nog diverse interpretaties van deze beleidsafspraak bestonden, waren er aanvankelijk wat startproblemen, die inmiddels met een vernieuwde landelijke instructie opgelost zijn. Daarnaast blijkt deze –klantgerichte – aanpak nogal wat extra personele capaciteit te vragen. Dit knelpunt wordt in 2009 verder in kaart gebracht. Prestatie-afspraak 2008
Resultaat 2008
6750 gesprekken - 6000 voor Amsterdam (5000 informatie, advies en hulpgesprekken, 1000 consultatiegesprekken met verwijzers) - 750 voor Flevoland Openstellingstijden: 7 x 24 uur (zie tekst) 6074 gesprekken Herkomst: - 5569 uit Amsterdam (stijging van 325 tov 2008) - 328 uit Flevoland - 61 uit Haarlem - 19 uit Zaanstad - 107 onbekend
48
Prestatie-afspraken Amsterdam 5000 informatie, advies en hulpgesprekken 1000 consultatiegesprekken met verwijzers
Resultaat 4229 informatie, advies en hulpgesprekken 1348 consultatiegesprekken (inclusief informatieverstrekking aan verwijzers inzake landelijk Meldpunt Open Plaatsen) 11 onbekend
De telefonische activiteiten zijn voor hun bereik sterk afhankelijk van campagnes en media aandacht. In de eerste maanden van 2008 heeft Gemeente Amsterdam campagne gevoerd in het openbaar vervoer (GVB). Eind mei is het meldpunt Eergeweld in de media gelanceerd. In het najaar heeft de Rijksoverheid de landelijke campagne ‘Nu is het genoeg!’ van 2007 op TV en radio herhaald. Toch tonen de kwartaalcijfers geen grote schommelingen. Gemiddeld worden er per maand tussen de 440 en 490 telefoongesprekken ontvangen. Wel is er opnieuw sprake van een lichte stijging van het aantal telefoontjes met bijna 200 gesprekken t.o.v. 2007. Met ingang van 2008 registreert Blijf Groep ook op de Steunpunten Huiselijk Geweld de eenmalige telefonische hulp- en adviesgesprekken en de telefonische consultatiegesprekken, omdat er steeds vaker rechtstreeks naar de steunpunten wordt gebeld (dus niet via dit ene telefoonnummer). De verantwoording van deze telefoongesprekken vindt plaats bij het desbetreffende steunpunt huiselijk geweld (zie hierna). De cijfers voor Flevoland blijven achter bij de prestatie-afspraak. De afgelopen drie jaar is er geen publiekscampagne gevoerd in Flevoland. Wel blijkt dat de Flevolandse ketenpartners vaak rechtstreeks naar de steunpunten huiselijk geweld in Almere en Lelystad bellen voor consultatie en informatie (zie de verantwoording in paragraaf 3.1.1). Haarlem en Zaanstad hebben het telefonisch steunpunt huiselijk geweld ondergebracht bij de GGD in de desbetreffende regio en dus niet bij Blijf Groep. Hier vermelden wij de telefoontjes die bij Blijf Groep zijn binnengekomen. 82% van de telefoongesprekken wordt tijdens kantoortijden gevoerd (gemiddeld 95 per week = 19 per dag), 11% (gemiddeld 13 telefoontjes per week = 2 a 3 per avond) komt in de avond/nacht binnen en 7% (gemiddeld 8) in het weekend binnen. 75% van de telefoontjes duurt minder dan 15 minuten, 18% duurt tussen 15 en 30 minuten, 7% duurt langer dan een half uur. Soort gesprek Advies & hulp Algemene informatie Consultatie (verwijzers) Informatie aan verwijzers m.b.t. Meldpunt Open Plaatsen Onbekend Totaal
Amsterdam 1535 2694
Flevoland 28 217
Haarlem 4 44
Zaanstreek 14
Onbekend 3 59
433
12
4
-
1
915
71
19
5
44
12 5569
0 328
0 61
14
0 107
49
Hoofdproblematiek bij advies, hulp en consultatie Huiselijk geweld Stalking Eergerelateerd geweld Kindermishandeling Ouderenmishandeling Geweld in homo/lesbische relatie Seksueel geweld Tienermoeders Prostitutie/vrouwenhandel/loverboys Uithuwelijking Huisvesting Overig reden opvang elders Geen plaats bij Blijf Groep Ernstige verwardheid/psychiatrische problematiek of verslaving Illegaal verblijf (zonder kinderen) Leeftijd mee op te nemen jongens Veiligheid Overig/onbekend
1.1.2
Amsterdam
Flevoland
Haarlem
1715 63 58 66 20 8 41 2 46 11 181 136
35 1 1 5 2 12 3 2
6 2 -
Amsterdam 450 5
Flevoland 7 -
Haarlem 4 -
5 40 91
-
-
2 2
Steunpunten Huiselijk Geweld Amsterdam- ambulante hulpverlening
2008 heeft enerzijds in het teken gestaan van verankering van de in 2007 opgerichte 6 regionale Steunpunten Huiselijk Geweld in de lokale samenwerkingsstructuren en de toename van het aantal hulpverleningstrajecten, anderzijds blijven de beleidsontwikkelingen en –vernieuwingen zich in hoog tempo in dit werkveld presenteren. De stedelijke procesbeschrijving van de ketenaanpak huiselijk geweld (‘het procesmodel’) is na lange voorbereidingstijd op 30 juni 2008 in een convenant vastgelegd. In dit procesmodel heeft het steunpunt huiselijk geweld een centrale rol toebedeeld gekregen in de verwerking van meldingen huiselijk geweld en de uitvoering van zorgcoördinatie. Uitwerking van het procesmodel per stadsdeel/steunpuntregio moet nog gebeuren. De steunpuntmedewerkers zijn in mei 2008 in een workshop geïnformeerd over en getraind in de werkwijze van het procesmodel. Begin 2008 heeft gemeente Amsterdam het Kadermodel Preventie Huiselijk Geweld vastgesteld, waarin uiteengezet wordt hoe de taakverdeling is tussen stad en stadsdelen op het terrein van preventie. Voor de stadsdelen Westerpark en Zuidoost zijn extra taken verricht. In stadsdeel Zuidoost is een casuïstiekoverleg gestart onder leiding van het steunpunt huiselijk geweld en zijn twee basistrainingen ‘signaleren en bespreken van huiselijk geweld’ aan ketenpartners gegeven. In stadsdeel Oud-Zuid is gestart met een pilot-casuistiekoverleg met de politie Amsterdam-Amstelland om de samenwerking tussen steunpunt en politie verder te stroomlijnen. Het Steunpunt Huiselijk Geweld in Noord borduurde verder voort op de ontstane samenwerking in de pilot huisverbod van 2007, en heeft een structurele en intensieve samenwerking kunnen opbouwen
50
met politie en maatschappelijke dienstverlening (Doras), wat tot een continue instroom van cliënten leidt. Helaas ontstonden ook al de eerste huisvestingsproblemen: de (drukke!) steunpunten Noord en Centrum/Oud-West blijken te krap bemeten. Inmiddels is voor Noord een nieuwe locatie gevonden, voor Centrum/Oud-West wordt nog gezocht. Nieuwe ontwikkelingen waren verder: - de voorbereiding van de implementatie van de Wet Tijdelijk Huisverbod (voorstel voor organisatie van een interventieteam huisverbod, waarbij het steunpunt huiselijk geweld de rol van zorgcoördinatie toebedeeld krijgt). Het voorstel is eind 2008 door de gemeenteraad aangenomen en wordt in 2009 uitgevoerd. - de oprichting van het meldpunt Eergeweld in mei, met de bijbehorende zorgcoördinatie voor slachtoffers van eergeweld. Het meldpunt is ondergebracht bij het Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam. - per 1 november de start van de begeleiding van mannen in het kader van de mannenopvang (opvang mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld en eergeweld) vanuit Steunpunt Huiselijk Geweld Oost. Dit is een samenwerkingsproject met HVO-Querido. Deze ontwikkelingen worden verder toegelicht in de paragraaf projecten (paragraaf 1.2). Overzicht prestatie-afspraken 2008: zie volgende pagina
51
Product Collectieve preventie (selectief)
Activiteit voorlichting
prestatieindicator Aantal bijeenkomsten Afspraak: 150 Resultaat: 111
prestatieindicator Gemiddeld aantal deelnemers Afspraak: 12 Resultaat: 15
Ambulante hulpverleningstrajecten
Kortdurende hulpverlening
Aantal unieke clienten, voltooide trajecten Afspraak: 850 Resultaat: 866
Aantal face-toface contacten op jaarbasis Afspraak: 4250 Resultaat: niet terug te halen uit registratie, vanaf 2009 wel.
Ambulante hulpverleningstrajecten
Begeleide Terugkeer
Aantal unieke cliënten, voltooide trajecten Afspraak: 150 (75 trajecten) Resultaat: 84 (42 trajecten)
Aantal face-tofacecontacten op jaarbasis Afspraak: 900 Resultaat: zie hierboven
Ambulante hulpverleningstrajecten
AWARE
Aantal unieke clienten, voltooide trajecten Afspraak: 20 Resultaat: 27
Aantal face-tofacecontacten op jaarbasis Afspraak: 240 Resultaat: zie hierboven
Ambulante hulpverleningstrajecten
casusoverleg
Eenmalige dienstverleningscontacten en begeleidingscontacten
Hulp, advies, informatie en consultatie
Aantal (meersporen) casusoverleggen Afspraak: 30 Resultaat: 52 casusoverleggen + 82 overlegbijeenkomsten met netwerkpartners Aantal face-to-face contacten op jaarbasis (cliënten) Afspraak: 150 Resultaat: 419 waarvan Face tot face: 274 Telefonisch: 136 Huisbezoek: 9
prestatieindicator Gemiddelde duur bijeenkomst: Afspraak: 2 uur Resultaat: niet geregistreerd. Aantal indirect cliëntgebonden contacten op jaarbasis Afspraak: 2.550 Resultaat: 1.078 (NB ook hier verbetering in registratie v.a. 2009) Aantal indirect cliëntgebonden contacten op jaarbasis: Afspraak: 75 Resultaat: niet te herleiden, zie hierboven Aantal indirect cliëntgebonden contacten op jaarbasis Afspraak: 40 Resultaat: zie hierboven (wel altijd overleg met politie)
Aantal face tot face contacten met verwijzers (consultatie) Afspraak: 150 Resultaat: 326 Face to face: 30 Telefonisch: 296
52
In algemene zin zien we dat in het eerste volledige jaar van de steunpunten huiselijk geweld het aantal reguliere, kortdurende hulpverleningstrajecten gehaald is en weer verder gestegen is t.o.v. 2007 (762). Het aantal begeleide terugkeertrajecten blijft achter vanwege een nieuwe opzet en uitbreiding met nieuw personeel. Ook in reguliere trajecten worden gesprekken met partners gevoerd. In 2009 wordt n.a.v. de toepassingsvragen van de steunpuntmedewerkers (wanneer noem je het begeleide terugkeer, in welke gevallen zet ik het in?) de methodiek waar nodig aangescherpt en verhelderd. Het aantal AWARE-aansluitingen is verdubbeld ten opzichte van 2007 (13). Na introductie van het mobiele AWARE-systeem is in 2008 hard gewerkt aan het stroomlijnen van de procedure en de werkafspraken met de politie. Dit is vastgelegd in een handboek AWARE. Ook is in 2008 gestart met lotgenotengroepen voor slachtoffers van stalking/cliënten AWARE, onder begeleiding van een maatschappelijk werker van een steunpunt. Dit aanbod is zeer enthousiast ontvangen door de betrokken cliënten. AWARE wordt ook ingezet bij de Buiten Beeld opvang (zie paragraaf 1.1.6 hierna), Eergerelateerd Geweld (zie paragraaf 1.2.1 hierna) en Mannenopvang (zie paragraaf 1.2.2 hierna). Het aantal voorlichtingsactiviteiten is iets achter gebleven, al is het bereik relatief goed te noemen. In 2008 is veel energie gestoken in het opstarten van lokale samenwerkingsoverleggen en casusoverleggen. Hieronder volgt een overzicht wie met de voorlichting is bereikt:
Andere (vrouwen) opvang organisaties Gezondheidszorg Huisarts Jeugdzorg PR (affiches, visitekaartjes, media, folders) Politie Psycho-sociale hulpverlening Sociaal Cultureel Werk Binnen Blijf Groep Wijkorganen / Stadsdelen Zelfhulp organisaties Anders Totaal
Aantal 2 15 4 4 9 11 11 11 7 23 18 49 164
In 2008 zijn voor het eerst de eenmalige advies/hulp (cliënten) en consultatiegesprekken (ketenpartners) bijgehouden. Dit blijkt om veel contacten te gaan: 419 keer ging het om cliënten (24x omstander/bekende, 57x de pleger, en 338x het slachtoffer). Door ketenpartners werd er 326x contact opgenomen voor eenmalige consultatie. Dit waren medewerkers van de politie (74x), AMW (42x), GGD Vangnet Jeugd (44x), Jeugdzorg en AMK (39x), onderwijs (14x), GGZ en verslavingszorg (11x) en verder enkele malen een huisarts, slachtofferhulp, zelforganisatie en reclassering. De face-tofacegesprekken duurden meestal 60 tot 90 minuten, de telefonische contacten waren korter: 15 tot 30 minuten. In 2008 is gewerkt aan de opzet van een nieuw registratiesysteem voor de ambulante hulpverlening, om te kunnen voldoen aan de verantwoordingseisen die verschillende gemeenten aan Blijf Groep stellen én daarnaast beter aansluit bij de werkwijze van de steunpunten. Na een korte testperiode in het najaar van 2008 wordt deze per 1 januari 2009 operationeel. Daarmee worden lacunes in de registratie zoals deze in de prestatiematrix naar boven komen opgelost.
53
Profiel cliënten steunpunten - Leeftijd: 14% van de cliënten is jonger dan 25 jaar, 33% van de cliënten is tussen de 25 en 35, 32% van de cliënten is tussen de 35 en 45 jaar, 21% van de cliënten is ouder dan 45 jaar. (nagenoeg identiek aan 2007!) - 76% van de cliënten heeft de Nederlandse nationaliteit, 7% heeft de Marokkaanse nationaliteit, 5% de Turkse nationaliteit, 12% overig. - 96% van de cliënten woont in Amsterdam. De overige cliënten van elders werken in Amsterdam. - 39% van de cliënten is gehuwd, 32% is ongehuwd en nooit gehuwd geweest, 6% heeft een partnerschap, 15% is gescheiden. - 6% van de cliënten is alleenstaand, 21% leeft met partner en kinderen, 11% zonder partner, met kinderen (eenoudergezin), 5% met partner, zonder kinderen. 1% van de cliënten is zwervend/dakloos, 1% van de cliënten leeft in een instelling (GGZ of MO). - het opleidingsniveau is divers: 15% heeft geen of alleen basisonderwijs gevolgd, 12% heeft MAVO/ VMBO, 5% heeft HAVO/VWO, 21% heeft MBO, 14% heeft HBO/Universiteit. Van 34% is het onbekend of gaat het om een buitenlandse opleiding.
54
1.1.3
Crisis opvang (Time-out)
Het programma Crisisopvang heeft een duur van maximaal zes weken met incidenteel een mogelijkheid tot verlenging. In de Crisisopvang worden cliënten vanuit een crisissituatie opgevangen. De eerste tien dagen wordt onderzocht wat de beste vervolgstap is voor de cliënt. Een deel van de cliënten keert terug naar huis en een ander deel besluit te blijven. Er wordt gewerkt met de methodiek Toekomstgericht Werken. Maatschappelijk werkers en sociaal pedagogisch werkers sluiten zoveel mogelijk aan bij de behoeften van de cliënt. Zij inventariseren met de cliënt aan welke doelen op de verschillende leefgebieden zij wil gaan werken. Op basis van een werkplan wordt hier invulling aan gegeven. Dit gebeurt individueel. Door middel van een aanbod van cursussen en weerbaarheidstrainingen werken cliënten in groepen aan verschillende thema’s zoals: omgaan met je ex, omgaan met woede, opvoedingsondersteuning. Screening en diagnostiek Vanaf mei 2007 is er een psycholoog werkzaam op de Crisisopvang. In 2008 is een tweede psycholoog aangesteld. De psychologen voeren een diagnostisch gesprek met de cliënten tien dagen na binnenkomst. Vervolgens stelt zij een diagnose volgens de DSM IV classificatie. Het gaat veelal om de volgende problematiek: Post traumatische stres stoornis (PTSS), angststoornis, depressie en persoonlijkheidsstoornissen. Dit komt overeen met het landelijk beeld van cliënten in de opvang (zie ook J.Wolf, Maat en baat van de vrouwenopvang). Het verslag van het diagnosegesprek wordt door de maatschappelijk werker met de cliënt besproken. Het vormt ook een basis voor de verdere begeleiding. In 2008 zijn er 176 gesprekken gevoerd. Bij 146 vrouwen is een diagnose vastgesteld (87%). De meest voorkomende stoornissen zijn posttraumatische stress stoornis (PTSS) (70), depressieve stoornis (42), aanpassingsstoornis (63) en andere angststoornissen dan PTSS (9). 30 Vrouwen (13%) hebben geen diagnose. Wel hebben alle vrouwen psychosociale problematiek. De psycholoog ondersteunt ook de werkers en cliënten met enige regelmaat in het geval van crisissituaties. Door het in dienst nemen van een eigen psycholoog wordt minder vaak dan voorheen een beroep gedaan op de crisisdienst. Eind 2008 heeft Blijf Groep besloten om in 2009 met de GGZ (Arkin/Mentrum) samen te gaan werken wat betreft de diagnostiek. Het werken met twee eigen psychologen bleek kwetsbaar en financieel niet houdbaar. De GGZ gaat dezelfde diensten leveren op de locatie van Blijf Groep als nu worden geboden. Financiering vindt plaats uit de zorgverzekeringswet. Bezetting en doorstroom De bezetting op de Crisisopvang is het hele jaar hoog geweest. Regelmatig konden cliënten niet worden opgenomen. Dit betekent dat Blijf Groep zich oriënteert op uitbreiding van de capaciteit van de Crisisopvang. Na gemiddeld 6 weken kunnen cliënten, als een langere periode van opvang nodig blijkt te zijn, doorstromen naar het programma Langer 24-uurs verblijf, Begeleid wonen in Amsterdam (P14 of Satellieten), Begeleid wonen Flevoland of naar de voorzieningen in Haarlem, IJmond en Zaanstad. Doorstromen kan ook naar andere vrouwenopvangvoorzieningen in het land. Cliënten zonder recht op voorzieningen Blijf Groep heeft in 2008 acht keer een vrouw met kinderen opgenomen, die bij binnenkomst geen recht op voorzieningen had. In het Crisisopvang traject wordt uitgezocht of de cliënt toch mogelijk 55
recht heeft op een verblijfsstatus en er wordt begeleiding geboden. Wanneer er geen mogelijkheden zijn dan wordt gekeken of cliënt terug naar land van herkomst kan gaan en wordt daar begeleiding bij geboden. De acht cliënten die zijn opgevangen in 2008, waren afkomstig uit Bulgarije (2), Turkije, Colombia, Suriname, Afghanistan, Irak en Tunesië. Vier van hen hadden kinderen bij zich. Het resultaat van het verblijf bij Blijf Groep is als volgt; - 3 cliënten bleken perspectief te hebben op verblijf in Nederland. Voor hen is een RvBuitkering aangevraagd en verkregen. De cliënten zijn doorgestroomd binnen Blijf Groep naar respectievelijk Langer 24-uurs verblijf, Haarlem en Zaanstreek. - 1 cliënt is ondersteund met vertrek naar Spanje, waar ze een asielverzoek kan indienen. - 1 cliënt is ondersteund met doorstroom naar aanmeldcentrum Ter Apel (asielaanvraag). - 3 cliënten bleken geen of heel weinig perspectief te hebben op verblijf in Nederland. Blijf Groep heeft hen voorgelicht over mogelijkheden van terugkeer naar eigen land. Alle drie de cliënten zijn vertrokken met onbekende bestemming. In 2008 heeft Blijf Groep afspraken gemaakt met de gemeentelijke bestuursdienst in het kader van het Fonds Gevolgen Vreemdelingenwetgeving. Voor cliënten uit Amsterdam zonder recht op voorzieningen kan een beroep op dit fonds gedaan worden. In 2008 is voor zes van de acht cliënten een uitkering gerealiseerd uit dit Fonds (betaling verblijfs- en leefgelden). Totaal aantal trajecten In 2008 zijn er in de Crisisopvang 237 trajecten afgerond. In 2007 waren dit 271 trajecten. Er is dus sprake van een daling van het aantal trajecten. De belangrijkste reden hiervoor is het gebrek aan capaciteit in de vervolgopvang zowel bij Blijf Groep, als elders in het land. Op het niveau van de Federatie Opvang is herhaaldelijk gesproken over dit knelpunt. Omdat sinds 1 oktober het landelijk beleidskader instroom is ingegaan waarbij cliënten zoveel mogelijk hulp ontvangen in de eigen regio, zal registratie in 2009 gemakkelijker en eenduidiger worden. Het streven is om in de loop van 2009 een realistisch beeld te kunnen geven van het capaciteitstekort in Nederland en met name ook in de Amsterdam-regio. Ofschoon er sprake is van een daling van het aantal trajecten, is de gemiddelde verblijfsduur van cliënten in de crisisopvang binnen de prestatie-afspraken gebleven. 87 cliënten (37%) verlieten na een verblijf van ongeveer 10 dagen Blijf Groep. De meeste van hen keerden, al dan niet met begeleiding (Begeleide Terugkeer), terug naar huis. De overige 150 cliënten (63%) maakte het verblijf in de Crisisopvang af en stroomde in veel gevallen door naar één van de begeleid wonen programma’s van Blijf Groep of van andere vrouwenopvanginstellingen in het land. De gemiddelde bezetting in 2008 is 104%. Er zijn 19 units beschikbaar plus de noodbedden (zie verder in dit verslag). Van de cliënten die niet binnen tien dagen terugkeerde naar huis, maar bij Blijf Groep bleven, is het in 2008 mogelijk gebleken om een gemiddelde verblijfsduur van 40 dagen (iets minder dan 6 weken) te realiseren in de Crisisopvang (in 2007 was dit 35 dagen).
56
Cliëntprofiel Het cliëntprofiel is uitgewerkt voor alle cliënten in de verblijfsprogramma’s samen omdat veel cliënten doorstromen vanuit de Crisisopvang naar het vervolg. Het cliëntprofiel is als volgt: 20% van de cliënten is jonger dan 25 jaar, 41% tussen de 25 en 35 jaar, 29% tussen de 36 en 45 jaar en 10% ouder dan 46 jaar; 60% van de cliënten heeft de Nederlandse nationaliteit, 13% de Marokkaanse, 4% de Turkse. De overige cliënten hebben andere nationaliteiten (23%); 46% van de cliënten komt uit Amsterdam en 15% uit Almere, 3% uit Lelystad, 3% uit Rotterdam, 6% uit Zaanstad en 1% uit Diemen.; 43% is gehuwd, 12% gescheiden,36% ongehuwd; het opleidingsniveau is heel gevarieerd;
1.1.4
Noodbed Amsterdam
In de Crisisopvang is een noodbed aanwezig, waarop de GGD buiten kantoortijd, na melding van de politie, vrouwen plaatst die slachtoffer zijn van huiselijk geweld met hun eventuele kinderen. Op dit noodbed hebben in 2008 62 afgeronde opnames plaatsgevonden, dat waren er 13 meer dan in 2007. De gemiddelde opname duur was 3,3 dagen. Dit was meer dan in 2007 (2,2 nachten). In overleg met de GGD was eind 2005 afgesproken om de doorstroom te versnellen en tot een gemiddelde van 3 nachten te komen. Dit is in 2008 iets moeilijker gebleken dan in de jaren daarvoor. De doorstroom is weer moeilijker dan voorheen gebleken. Er is meer tijd voor vrij gemaakt zodat de hulpverlening net zo lang kan zoeken tot er een vervolgplek voor de cliënt gevonden is. In totaal kwamen er 71 kinderen mee. Dat is een gemiddelde van iets minder dan 1 kind per vrouw (2007 – 40 kinderen).
1.1.5 Langer 24-uurs verblijf Het Langer 24-uurs verblijf is bestemd voor vrouwen en kinderen die baat kunnen hebben bij een langer verblijf met 24-uurs personele aanwezigheid. Veiligheid, de structuur en de leefbaarheid in de dagelijkse leefsituatie krijgen aandacht. Ontwikkeling van praktische en sociale vaardigheden en het vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid zijn doel van de begeleiding. In het programma Langer 24-uurs verblijf kunnen 10 vrouwen met problemen op verschillende gebieden een half jaar verblijven. De bezetting van het programma Langer 24-uurs verblijf (24-uurs begeleiding) was in 2008 99% (2007 95%). De wenselijke termijn van verblijf is gesteld op zes maanden. De begeleiding is arbeidsintensief. In de praktijk blijkt het om zulke complexe problemen te gaan, dat cliënten na zes maanden vaak nog niet zelfstandig kunnen wonen en/of er wachtlijsten zijn bij andere instellingen waar de cliënten beter op hun plaats zouden zijn (RIBW etc.). Gevolg hiervan is dat veel cliënten gemiddeld langer dan 6 maanden verblijven in dit programma. Dit was ook in 2007 het geval. Omdat er ook een aantal cliënten korter verbleef, ligt het gemiddelde voor 2008 wel op ongeveer een half jaar. Blijf Groep heeft vastgesteld dat er meer cliënten gebaat zouden zijn bij het programma Langer 24uurs verblijf dan we met de huidige capaciteit kunnen bieden. Blijf Groep wil daarom een uitbreiding 57
realiseren van 10 naar 24 plaatsen. In 2007 heeft Blijf Groep dit neergelegd bij de gemeente Amsterdam en het zorgkantoor. Beiden hebben ingestemd met uitbreiding op voorwaarde dat er eerst een geschikte locatie is gevonden. In 2008 sprak Blijf Groep met verschillende woningcorporaties en exploreerde Blijf Groep mogelijkheden bij de Gemeente Diemen. Tot op heden heeft dit geen resultaat opgeleverd. In 2009 gaan we door met de zoektocht naar een nieuwe locatie. In 2008 zijn er 19 trajecten afgesloten (in 2007 waren dat er 17) in het programma Langer 24-uurs verblijf. De gemiddelde verblijfsduur in 2008 was 26 weken (in 2007 was dat 25 weken).
1.1.6
Buiten Beeld opvang
Vanaf 2008 zijn de units aangemeld op het landelijk Meldpunt Open Plaatsen van de Federatie Opvang om zo een hogere bezetting te realiseren. Dit is ook gelukt. De bezetting in 2008 is gemiddeld 62% geweest. Ter vergelijking; in 2007 was dit 55 %. In 2008 zijn er twaalf cliënten geplaatst in Buiten Beeld. Tien van deze trajecten zijn afgerond. In 2007 ging het om slechts vier cliënten. De vrouwen hebben gemiddeld 6,7 weken in Buiten Beeld verbleven. De verschillen in verblijfsduur zijn wel fors. Eén cliënte heeft 5 maanden verbleven, een aantal anderen ruim 2 maanden. Ook zijn er een aantal geweest die slechts een paar dagen in Buiten Beeld hebben verbleven. De streeftijd is gesteld op maximaal negen weken verblijf in Buiten Beeld. Het blijkt moeilijk te zijn om een vervolgplek te vinden voor cliënten die ernstig bedreigd worden. Dit knelpunt vraagt om landelijke aandacht. Van de twaalf cliënten die afgelopen jaar in Buiten Beeld hebben gewoond, zijn er vijf vrouwen (met kinderen) doorgestroomd binnen de Blijf Groep. Eén vrouw is doorgestroomd naar een andere vrouwenopvangvoorziening in Nederland. Eén vrouw heeft aan de andere kant van het land, via urgentie, een nieuwe eigen woning weten te bemachtigen. Twee vrouwen hebben onderdak weten te regelen via familie. Eén vrouw had besloten om terug te keren naar haar eigen woning. Voor twee vrouwen was het traject in Buiten Beeld eind 2008 nog niet afgerond, zij worden verder buiten beschouwing gelaten in de schema’s. Overzicht vluchtredenen van Buiten Beeld cliënten Ernstig Huiselijk (dreiging met) Ex-partner in geweld eergerelateerd crimineel circuit geweld 6 5 3 Overzicht trajecten na Buiten Beeld 2008 Blijf Groep Vrouwenopvang Eigen woning in Nederland 5 1 1 Overzicht leeftijden cliënten < 20 jaar 20- 25 jaar 1 4 Overzicht nationaliteiten cliënten Nederlandse Irakese 7
Stalking
Loverboyproblematiek 1
1
Opvang bij familie 2
26- 35 jaar
Terug naar huis 1
> 35 jaar 4
1
Afghaanse 2
1
58
Culturele achtergrond cliënten Nederlandse Turkse 5 1
Irakese 2
Joegoslavische 1
Afghaanse 1
De vrouwen die in Buiten Beeld verblijven zijn zeer bedreigd en hebben een geheime en veilige plek nodig. Het blijkt voor de vrouwen moeilijk te zijn om afstand van hun situatie te nemen, omdat verblijf in Buiten Beeld inhoudt dat het contact met vrienden en familie wordt verbroken. De tijd die cliënten in Buiten Beeld verblijven wordt gebruikt om inzicht te krijgen in hun situatie. Tijdens het verblijf in Buiten Beeld worden cliënten op verschillende gebieden ondersteund en geholpen. Het eerste gebied waarmee alle vrouwen problemen hebben is hun veiligheid. Door middel van de Buiten Beeld plek in combinatie met een AWARE aansluiting wordt ingezet op vergroting van het gevoel van veiligheid bij de cliënten. In 2008 is de overstap naar mobiel AWARE gemaakt. Contact met de politie en/of het MEP (landelijk expert team van de politie) is vaak noodzakelijk. Er wordt samengewerkt met een vaste contact persoon van de politie. Het is voor cliënten die een groot veiligheidsrisico lopen vaak niet mogelijk om zich in te schrijven in het bevolkingsregister, met alle gevolgen van dien. Soms is het inschrijven op een andere locatie een mogelijkheid. Vanwege de geïsoleerde positie van de vrouwen die in Buiten Beeld verblijven wordt er genoeg gelegenheid gegeven om te praten. Er worden binnenshuis activiteiten aangeboden; zoals knutselen met de kinderen, een kookactiviteit. Cliënten worden ondersteund in het uitzoeken van de mogelijkheden om inkomen te verwerven/te behouden en andere praktische zaken te regelen, rekening houdend met hun veiligheid. Dit kan ook betekenen dat er uitgezocht moet worden wat de mogelijkheden zijn om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met advocaten die hierin gespecialiseerd zijn. Aan cliënten met kinderen kunnen adviezen en tips worden gegeven met betrekking tot de opvoeding van de kinderen. Vanwege de stress die velen voelen en de moeilijke situatie waarin vrouwen verkeren, is er de mogelijkheid om gesprekken met een psycholoog te voeren. Hoewel het voor cliënten moeilijk is om hun oude situatie te verlaten en geen contact meer op te nemen met hun netwerk, betekent dit voor velen van hen wel de eerste stap om een eigen leven op te bouwen, samen met hun kinderen, op een veilige plek. Het belangrijkste wat cliënten in Buiten Beeld ontvangen is een nieuw gevoel van veiligheid. Dit kan enige tijd duren omdat zij vaak lang geleefd hebben in een angstige en bedreigende situatie. Het vergrootte gevoel van veiligheid geeft hen de rust en de mogelijkheid om na te denken over de toekomst en stappen hierin te ondernemen.
1.1.7
Begeleid wonen Amsterdam (P14 en Satellieten)
Begeleid wonen in Amsterdam bestaat uit 28 units in één locatie (P14) en 13 units in een aantal satellietwoningen in de stad (Satellieten). De woonsituatie in P14 blijft verre van ideaal, omdat er veel knelpunten zijn, die worden veroorzaakt door het delen van de appartementen door gemiddeld 3 vrouwen met ieder gemiddeld één of twee kinderen. In 2007 is er daarom onder begeleiding van een extern adviesbureau een programma van uitgangspunten voor de nieuwe locatie ontworpen. Met de woningbouwverenigingen het Oosten en Far West is er een traject gestart op zoek naar een nieuwe locatie. Begin 2008 is er door Blijf Groep, Het Oosten en Far West een intentieverklaring getekend: door Far West en Het Oosten zal nieuwbouw gerealiseerd worden in Amsterdam West, in de buurt van de Crisisopvang. In clusters van 8 à 9 woningen zullen vrouwen in eigen appartementen gaan wonen. Ook zal er door Far West
59
kantoorruimte gebouwd worden. Blijf Groep is erg blij met dit perspectief, ook al zullen we er nog even op moeten wachten: de planning is nu dat de nieuwbouw in 2011 van start zal gaan (met enige vertraging helaas). De gemiddelde bezetting in P14 in units is in 2008 103% geweest (in 2007 was dat 100%). In 2008 zijn 47 trajecten trajecten afgerond (in 2007 waren dat er 36). De gemiddelde verblijfsduur was 35 weken (32 weken in 2007). De gemiddelde bezetting van de satellieten was in 2008 83% (2007 90%). Er zijn 15 trajecten afgerond (28 in 2007), de gemiddelde verblijfsduur is 30 weken, dit was in 2007 25 weken. De bezetting was minder hoog dan gewenst. Reden daarvoor is dat enkele woningen opgeknapt zijn, waardoor ze tijdelijk niet bezet waren. Daarnaast was er een gezin met veel kinderen, waardoor er één cliëntsysteem minder opgenomen kon worden. De gemiddelde verblijfstijd is nog steeds hoger dan wenselijk (26 weken). De doorstroom vanuit de locatie P14 en satellieten naar zelfstandige huisvesting loopt vaak niet goed. Voor cliënten met hoge schulden en verblijfsstatusproblematiek of cliënten die heel veel begeleiding nodig hebben is het bijna niet mogelijk om na zes maanden uit te stromen. Hun verblijfstermijnen worden verlengd met minstens drie tot zes maanden. Enkele keren verblijven zij zelfs langer dan een jaar bij Blijf Groep. Een ander probleem is dat sommige cliënten wel klaar zijn om uit te stromen na 6 maanden, maar niet in aanmerking komt voor een voorrangsverklaring (onder meer geldt dit voor cliënten onder de 35 jaar, die geen zelfstandige woonruimte achterlaten en geen kinderen hebben / cliënten met een Nederlands paspoort, die in het buitenland zijn mishandeld en terug naar Nederland komen). Volgens een circulaire van het ministerie van VROM, die eind december 2008 is gepubliceerd, zouden deze cliënten echter wel voor voorrang in aanmerking moeten komen. Blijf Groep heeft de Dienst Wonen Amsterdam verzocht om interne regelingen aan te passen in de lijn met de circulaire. DWA is dit nu aan het onderzoeken.
1.1.8
Totale bezetting verblijfplaatsen
Het bezettingpercentage voor de Crisisopvang in Amsterdam - uitgedrukt in units - was gemiddeld 104% en voor Begeleid Wonen gemiddeld 96%. Veel cliënten zijn doorgestroomd door de verschillende programma’s. In totaal is er in 2008 voor de Gemeente Amsterdam sprake geweest van 274 verschillende vrouwen (in 2007 waren dit er 309) en 260 kinderen die gebruik maakten van de verschillende verblijfsvoorzieningen (294 in 2007).
1.1.9
Nazorg
Het programma Nazorg wordt aangeboden aan vrouwen, die uitstromen uit het programma Begeleid wonen Amsterdam en het programma Langer 24-uurs verblijf. Gedurende enkele maanden kunnen zij nog een aantal gesprekken voeren met een maatschappelijk werker om in de nieuwe woonsituatie hun leven weer helemaal goed op de rit te krijgen. In ongeveer de helft van de gevallen vinden deze gesprekken bij de cliënt thuis plaats, in de andere helft vinden ze op het kantoor van Blijf Groep plaats. Nazorg wordt alleen geboden als het (met) de cliënt niet lukt vanuit het verblijf bij Blijf Groep het toekomstig benodigde netwerk voldoende te verstevigen. In de praktijk blijkt dit heel vaak het geval te zijn. Daarom heeft Blijf Groep om uitbreiding van het aantal nazorg trajecten gevraagd voor 2009 (dit verzoek is gehonoreerd).
60
Begeleid Wonen (P14 en satellieten samen) Het aantal afgeronde trajecten Nazorg in 2008 was 21. De productie afspraak was 20 trajecten. De gemiddelde trajectduur was 3 maanden. Langer 24-uursverblijf Het aantal afgeronde trajecten Nazorg in 2008 was 12. Er was geen productie afspraak. Blijf Groep heeft deze nazorg bekostigd uit AWBZ middelen.
1.1.10
Begeleide Terugkeer
Zie paragraaf 1.1.2.
1.1.11
Weerbaarheid
Blijf Groep organiseert binnen en buiten haar deuren workshops en cursussen weerbaarheid. Binnen Blijf Groep zijn er workshops weerbaarheid en cursusaanbod weerbaarheid voor cliënten van de Crisisopvang voorziening in Amsterdam en begeleid wonen. Daarnaast organiseert Blijf Groep workshops en korte cursussen bij collega-instellingen in Amsterdam zoals HVO-Querido de Roggeveen, Cordaad etc. Tot slot organiseert Blijf Groep in samenwerking met verschillende AMWinstellingen ambulant aanbod in de wijk: de ‘lange’ weerbaarheidscursus Sterk door Sport en Spel. Prestatieafspraak: 75 lessen weerbaarheid In 2008 werden 57 workshops verzorgd ( waarvan 45 residentieel Blijf Groep en 12 extern) met 171 unieke deelnemers, en gemiddeld 7 deelnemers per workshop. Er zijn 20 cursussen verzorgd van gemiddeld 7 bijeenkomsten (waarvan 9 ambulant, 8 residentieel intern Blijf Groep en 3 residentieel extern), met 161 unieke deelnemers en gemiddeld 5 deelnemers per les. In totaal zijn er 197 lessen gegeven aan in totaal 332 unieke deelnemers. Zowel het aantal workshops (2008: 57; 2007: 31) als het aantal cursussen (2008: 20; 2007: 18) was hoger dan het jaar ervoor.
1.1.12Cursusaanbod residentieel Cursusaanbod is een vast onderdeel van alle opvanglocaties. Per kwartaal wordt een aantal groepsbijeenkomsten aangeboden aan de cliënten in de vorm van een cursus of voorlichtingsbijeenkomst. In de crisisopvang heeft het aanbod vooral het karakter van informatie-/voorlichtingsbijeenkomsten, op andere locaties worden daarnaast ook cursussen aangeboden. De staf werkontwikkeling volgt de implementatie van het cursusaanbod, ondersteunt uitvoerende medewerkers door het maken van draaiboeken en het organiseren van bijeenkomsten voor uitvoerders (4 x per jaar) waarin de programma’s inhoudelijk worden afgestemd. Op dit moment bestaat het organisatiebrede cursusaanbod uit een pakket van vijf draaiboeken: Omgaan met woede (twee varianten, met en zonder inzet vanuit weerbaarheid); Huiselijk geweld: dat gebeurt mij nooit meer; Communicatie in relaties; 61
Hoe bereik ik mijn doel? Omgaan met mijn ex-partner. Daarnaast worden op een aantal locaties (in Zaanstreek, IJmond en Alkmaar) andere groepen uitgevoerd, ook in samenwerking met GGZ en AMW.
1.2 Projecten Amsterdam In 2008 zijn twee projecten van start gegaan die gefinancierd worden door de gemeente Amsterdam, te weten het project Meldpunt Eergeweld en de pilot Mannenopvang van de G4. Daarnaast is in een intensief overleg tussen betrokken uitvoeringspartners gewerkt aan het implementatieplan van de Wet Tijdelijk Huisverbod en de oprichting van een zorgcoördinatiepunt Huisverbod, verbonden aan de steunpunten huiselijk geweld. Blijf Groep wordt verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie tijdens de tien dagen van het huisverbod en werkt nauw samen met politie, GGD Vangnet en Advies, GGD Vangnet Jeugd en de GGZ. Het zorgcoördinatiepunt huisverbod gaat in 2009 van start. Ook met de regiogemeenten worden samenwerkingsafspraken gemaakt.
1.2.1.
Eergerelateerd geweld
Blijf Groep heeft van gemeente Amsterdam een projectsubsidie ontvangen voor de oprichting van een Meldpunt Eergeweld (per 1 juni 2008) binnen de structuur van de steunpunten huiselijk geweld. Doel is het vervullen van de zorgcoördinatie voor Amsterdamse slachtoffers van eergeweld (mannen en vrouwen). Het geschat aantal cliënten is 70 op jaarbasis. Daarnaast gaat het om de verdere uitbouw van het netwerk van samenwerkingspartners en om actieve participatie in de ontwikkeling van een stedelijke procesbeschrijving Aanpak eergerelateerd geweld. Met hulp van een extern ingehuurde projectleider zijn al deze zaken ter hand genomen. Inmiddels functioneert het meldpunt Eergeweld met twee zorgcoördinatoren. De instroom van cliënten is vanaf het begin goed op gang gekomen. In 2008 zijn 97 meldingen geregistreerd en begeleid van Slachtoffers van eergeweld. Zonodig wordt AWARE ingezet. In 2008 is er sprake geweest van een handmatige registratie omdat het systeem in sommige zaken onvoldoende geheimhouding biedt én omdat de casushouder soms een andere organisatie is dan het steunpunt. In de week tegen geweld (eind november) is met een stedelijke bijeenkomst het stedelijk protocol eergeweld en een intentieverklaring van ketenpartners gepresenteerd. Deze is vervolgens ondertekend. Een tussenrapportage met meer inhoudelijke informatie over het meldpunt eergeweld is aangeboden aan de gemeente Amsterdam. Voor 2009 is een vervolgaanvraag voor het project ingediend bij de gemeente.
1.2.2
Mannenopvang
In het kader van het G4 actieprogramma huiselijk geweld is medio juni een akkoord bereikt tussen de wethouders van de G4 en het Ministerie van VWS over het realiseren van 40 plaatsen voor de opvang van bedreigde mannen, 10 in elk van de steden. Blijf Groep heeft hiervoor in samenwerking met HVO-Querido (onderaannemer) offerte uitgebracht, waarna de opdracht door de gemeente Amsterdam is verstrekt. In het najaar is na voorbereiding de daadwerkelijke opvang van bedreigde mannen gestart. Blijf Groep levert de zorgcoördinatie, de begeleiding en enkele buiten beeld-plekken, HVO-Queridod raagt zorg voor de overige bedden. De pilot loopt tot eind 2009. Blijf Groep werkt samen met collegavoorzieningen Wende (Den Haag), VieJa (Utrecht) en Arosa (Rotterdam) bij de
62
ontwikkeling van een gezamenlijke methodiek voor mannenopvang bij huiselijk geweld en eergeweld. In totaal zijn vanaf 1 juli 19 meldingen van bedreigde mannen begeleid. Er bleek, ondanks geringe publiciteit, behoefte aan deze plekken. De meldingen hebben in de periode tot 1 januari 2009 geleid tot opname van 10 mannen. Zes van hen waren op 1 januari 2009 nog in de opvang. Zonodig wordt AWARE ingezet De doelgroep blijkt divers van samenstelling. Zij waren tussen de 18 en 50 jaar oud. Bij enkele cliënten speelt homosexualiteit een rol. De meerderheid van de meldingen (12 maal) betreft problemen met huiselijk geweld. In vier gevallen ging het om eergerelateerd geweld en in drie gevallen om mensenhandel. In één geval is waarschijnlijk sprake van een combinatie van eergerelateerd geweld en mensenhandel. Wanneer we uitsluitend naar de opnames kijken, dan komt een vergelijkbaar beeld naar voren: zes maal huiselijk geweld, twee maal eergerelateerd geweld en twee maal mensenhandel. Een kwart van de meldingen betreft autochtone cliënten, de anderen hebben een allochtone achtergrond, overwegend Marokkaans en Afrikaans. Er zijn tot dusverre geen Turkse/Koerdische cliënten.
1.2.3
Financiële problemen cliënten en financiële relatie Blijf Groep Amsterdam - cliënt / Derving verblijfsgelden Amsterdam
In 2008 heeft Blijf Groep opnieuw veel aandacht besteed aan de financiële problemen van de cliënten in de opvang en de gevolgen hiervan. Doel: het oplossen van deze problemen voor cliënt en organisatie en het bevorderen van de doorstroom. In 2007 liep de samenwerking met DWI niet meer goed door het vertrek van de vaste medewerkers van het pensionteam en verhuizing van DWI. In 2008 zijn er daarom nieuwe afspraken met DWI gemaakt, die begin 2009 van kracht zullen gaan. DWI zal o.a. eerder voorschotten aan cliënten gaan verstrekken, zodat Blijf Groep dit niet meer hoeft te doen en de gederfde inkomsten van Blijf Groep daardoor terug zullen lopen. Ook zijn er afspraken gemaakt met FIBU (inkomensbeheer). De samenwerking met FIBU loopt goed. De gederfde inkomsten van Blijf Groep voor wat betreft de gemeente Amsterdam zijn in 2008 verder toegenomen tot een bedrag van ruim € 70.977 (2007 - € 55.592). Daarvan is een bedrag van EUR 8.566,00 vergoed uit het Fonds Gevolgen Vreemdelingenwetgeving. Er zijn drie belangrijke groepen te onderscheiden: - Buiten Beeld cliënten – voor deze groep cliënten kan geen uitkering aangevraagd worden op het adres van Blijf Groep omdat hun veiligheid daarmee in gevaar komt. Blijf Groep heeft bij DWI het verzoek neergelegd om van een postadres gebruik te maken. Dit blijkt niet mogelijk te zijn. Met de Dienst Persoonsgegevens Amsterdam is afgesproken om per cliënt in te schatten of inschrijving in Amsterdam risicovol is of niet. Vanaf 2009 zullen sommige cliënten wel ingeschreven worden en dus een uitkering kunnen ontvangen. Totale schuld van Buiten Beeld cliënten aan Blijf Groep in 2008 € 9.042 (2007: € 6.465). - Illegale cliënten – er zijn 8 cliënten met kinderen opgevangen die geen recht hadden op voorzieningen bij binnenkomst Blijf Groep. Zij hebben een totale schuld van EUR 9.087. Daarvan is een bedrag van € 8.566 vergoed uit het Fonds Gevolgen Vreemdelingenwetgeving (6 cliënten met binding met Amsterdam). - De overige gederfde inkomsten, € 52.847 zijn door tal van redenen ontstaan, zoals patstellingen tussen verschillende uitkeringsinstanties voordat inkomen hersteld wordt en op gang komt, cliënten die korter dan 10 dagen verblijven in de crisisopvang etc.
63
De Dienst Zorg en Samenleven van de Gemeente Amsterdam heeft met Blijf Groep eind 2008 besproken dat ze niet langer wil dat Blijf Groep gederfde inkomsten opneemt als een aparte post op de begroting. Voor 2009 zijn er daarom andere afspraken gemaakt, die er op neer komen dat Blijf Groep een deel van de gederfde inkomsten op heeft genomen in de kostprijs van de programma’s crisisopvang en Buiten Beeld. Een ander deel zal Blijf Groep zelf op moeten gaan oplossen, o.a. door het inschakelen van een incasso bureau.
1.2.4
AWARE Amsterdam
Zie paragraaf 1.1.2 (Steunpunten Huiselijk Geweld Amsterdam- ambulante hulpverlening).
1.2.5
Preventie huiselijk geweld Stadsdeel Westerpark
Stadsdeel Westerpark heeft Blijf Groep een opdracht verleend voor het preventiewerk huiselijk geweld in het stadsdeel. Deze opdracht wordt uitgevoerd door Steunpunt Huiselijk Geweld Centrum/ Oud-West. In het kader van de opdracht zijn sleutelfiguren benaderd om huiselijk geweld bespreekbaar te maken, is voorlichting gegeven aan ondermeer zelfhulporganisaties en heeft werving voor trainingen plaatsgevonden, die in 2009 worden uitgevoerd. Ook is in samenwerking met maatschappelijke dienstverlening gewerkt aan groepsaanbod.
1.2.6
Stadsdeel Zuidoost
Stadsdeel Zuidoost heeft Blijf Groep in 2006 en 2007 subsidie gegeven om de openstelling van het Steunpunt in Zuidoost te verruimen. Vervolgens zijn afspraken gemaakt over de herinzet van resterende middelen in 2008: - Organiseren en voorzitten van een maandelijks casuïstiekoverleg huiselijk geweld (vanaf april 2008). - Organiseren van twee trainingen Signaleren, bespreekbaar maken en toeleiden naar hulpverlening bij huiselijk geweld. Genoemde activiteiten hebben plaatsgevonden conform afspraak. Er was grote belangstelling voor de trainingen.
64
2.
Diemen
2.1
Steunpunt Huiselijk Geweld Diemen
In gemeente Diemen is het Steunpunt Huiselijk Geweld (voorheen relationeel geweld) twee dagen per week geopend. De afspraak is om jaarlijks aan 30 nieuwe cliënten een hulpverleningstraject te bieden. Het steunpunt Diemen loopt zeer goed. Er zijn in 2008 in totaal 45 nieuwe hulpverleningstrajecten gestart, waarvan 5 trajecten Begeleide Terugkeer (partnergesprekken). In totaal heeft steunpunt Diemen in 2007 64 cliënten geholpen (inclusief doorloop uit 2007). Er zijn 34 trajecten afgerond. 30 trajecten lopen nog door in 2009. Er zijn vanuit het steunpunt vijf voorlichtingsbijeenkomsten gehouden.Daarnaast heeft de steunpuntmedewerker 2 keer een casusoverleg bijgewoond en 3x een overleg bij/met ketenpartners. De steunpuntmedewerker van Diemen is ondergebracht bij het steunpuntteam van Amsterdam Zuidoost, zodat daar collegiale consultatie en deskundigheidsbevordering kan plaatsvinden. Vanaf de start van het Steunpunt Huiselijk Geweld in Zuidoost medio 2007 wordt aan mensen uit Diemen de mogelijkheid geboden om naast de twee dagen in Diemen op de overige dagen een afspraak te maken in Zuidoost. Daar maakt tot op heden nauwelijks iemand gebruik van. Cliëntgegevens - 11% van de cliënten is jonger dan 25 jaar, 31% is tussen de 26 en 35, 30% is tussen de 35 en 45 jaar, 28% is ouder dan 45. - 90% van de cliënten heeft de Nederlandse nationaliteit. 59% van de cliënten is in Nederland geboren, 14% in Suriname, 6% in Turkije, 5% op de Nederlandse Antillen. Overige landen: 16%. - het opleidingsniveau is gevarieerd: 11% heeft alleen basisonderwijs, 27% heeft MAVO/VMBO, 6% heeft HAVO/VWO, 17% heeft MBO, 13% heeft HBO of Universiteit. Van 26% is het onbekend of is er sprake van een buitenlandse opleiding. - 23 cliënten komen uit Oud-Diemen/Diemen-Centrum, 25 cliënten wonen in Diemen-Zuid, en 10 cliënten in Diemen Noord. De overige 6 cliënten komen uit Amsterdam Oost of Amsterdam Zuidoost (en werken in Diemen).
65
3.
Flevoland
3.1
Structurele activiteiten Flevoland en ontwikkelingen
De Flevolandse voorzieningen zijn in 2008 wederom goed tot zeer goed gebruikt. De noodbedvoorziening in Amsterdam en Zwolle laat opnieuw een forse groei zien, de Begeleid Wonen voorziening blijft goed bezet en bij de steunpunten zijn weer meer cliënten begeleid. Het telefonisch meldpunt geeft een daling aan van het aantal gesprekken, maar wij zien een toename van de telefoontjes direct naar medewerkers op het Steunpunt in Almere en Lelystad, hetgeen dus een positief resultaat geeft. Een eventueel (doorlopende) publiekscampagne in Flevoland zou dit aantal zeker nog veel meer laten groeien. De huisbezoeken zullen in 2009 een meer prominente plaats gaan innemen, omdat er in verband met de kleinschaligheid het nogal eens onmogelijk was om dit uit te voeren (onderbezetting op het steunpunt als er niemand op kantoor is, reistijd). De eerste helft van 2008 kenmerkt zich door consolidatie en opbouw. Blijf Groep was in gesprek met gemeente Almere over de visie op de ontwikkeling van de steunpunten huiselijk geweld op de middellange termijn. Gemeente Almere ziet graag dat het steunpunt haar rol als zorgcoördinator verder uitbouwt en versterkt, mede in het licht van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Inbedding in het Veiligheidshuis is eveneens aan de orde. In de tweede helft van het jaar heeft Blijf Groep deelgenomen aan de vier werkgroepen die als taak hadden de voorbereiding om de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod te kunnen uitvoeren. Het Steunpunt Huiselijk Geweld Flevoland zal samen met de Zorggroep “Oude en Nieuwe Land” en de Reclassering het project Tijdelijk Huisverbod vorm gaan geven, waarbij Blijf Groep de provinciale coördinatie taak op zich gaat nemen. Er hebben personeelswisselingen op alle niveaus plaatsgevonden: na het vertrek van de teammanager eind 2007 is met een interimmer tijdelijk aan het roer de personele situatie verbeterd, er is geconsolideerd, nieuwe personeelsleden zijn aangetrokken en ingewerkt. Aan het eind van het tweede kwartaal is de nieuwe teammanager aangetreden (interne kandidaat) en per 1 november een nieuwe sectormanager. Er is een start gemaakt om verder te groeien en op de nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen. De contacten met de ketenpartners hebben in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van het convenant een andere invulling gekregen. Door de voorbereidingen voor de uitvoering de Wet Tijdelijk Huisverbod is er intensief met ketenpartners gekeken hoe het Steunpunt Huiselijk Geweld de eerste probleeminventarisatie en analyse kan doen en het gezin zo goed mogelijk kan motiveren voor verdere hulpverlening. Elkaar kennen, elkaar goed vinden en heldere werkafspraken zijn is daar onontbeerlijk bij. Eind 2008 is gestart met het onderzoeken hoe alle meldingen van huiselijk geweld via het casusoverleg opgepakt kunnen worden. In het casusoverleg Lelystad heeft het Steunpunt Huiselijk Geweld het voorzitterschap op haar genomen. In het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod is geconstateerd dat er geen Flevolands dekkend casusoverleg is. Met name voor Almere zal hier snel een oplossing voor gezocht moeten worden. Het Steunpunt Huiselijk Geweld neemt in ieder geval de verplichting op zich om de voorzitter (behalve Urk/NOP) van dit overleg te zijn. In het bestuurlijk overleg met wethouders van de gemeenten in Flevoland en de bestuurders van de zorgorganisaties zijn o.m. de volgende onderwerpen besproken: de overheveling van AB en OB naar de gemeenten, de WMO en de ontwikkeling van voorzieningen (regiovisie MO/VO/Verslavingszorg). Vanwege de groei is er in 2008 ten behoeve van de gemeente Almere een afzonderlijke notitie gemaakt. Het is duidelijk dat met de groei van het inwoneraantal én de activiteiten behoefte is aan een volwaardige 7x24uurs crisisopvang voorziening (in de vorm van het concept Oranje Huis) en uitbreiding van ambulant werk. In mei heeft de staatssecretaris van VWS, mevrouw J. Bussemaker,
66
een bezoek gebracht aan Almere, waaronder aan het steunpunt huiselijk geweld. Het bezoek heeft een positieve indruk achtergelaten. Ter gelegenheid van dit bezoek is het concept Oranje Huis als wens van de gemeente naar voren gebracht. De gemeente Almere vecht de landelijke verdeelsleutel aan en wijst daarbij op de specifieke positie van Almere (groei van inwoneraantal). Nu de verdeling van middelen toch volgens het verdeelmodel gaat legt de gemeente zich daar niet bij neer. De burgemeester heeft daarover een brief aan VWS geschreven en nogmaals de totstandkoming van het Oranje Huis in Almere bepleit. De Gemeente heeft in de planning van woningbouw een locatie gereserveerd. Tot op heden zijn hiervoor nog niet voldoende financiële middelen beschikbaar. Wel zijn we samen met de Gemeente Almere op zoek naar andere accommodatie voor zowel Begeleid Wonen als het Steunpunt, dit omdat het erg veel voordelen biedt om de hulp vanaf een centrale plek te kunnen gaan aanbieden. In de subsidieaanvraag 2008 was ook gevraagd geld ter beschikking te stellen voor het Persoonlijk Alarmeringssysteem AWARE. Dit is afgewezen. Blijf Groep vindt dat AWARE niet kan ontbreken in het aanbod (landelijk een groot succes) Alle werkafspraken tussen de Reclassering en de Politie zijn gemaakt en wederom is er half 2008 opnieuw een aanvraag ingediend. Ook weer afgewezen. Wij hopen dit aanbod in 2009 wel aan te kunnen gaan bieden. In de hieronder geplaatste kolom met de prestatie-afspraken ziet u de gegevens van het aantal telefoongesprekken. 3.1.1
Steunpunt Huiselijk Geweld – Telefonisch
Prestatie afspraak 2008
Aantal telefonische contacten via telefonische afdeling
Aantal telefonische contacten via SHG Almere
Aantal telefonische contacten via SHG Lelystad
Resultaat 2008
750
328
656
49
1033
3.1.2.
Steunpunt Huiselijk Geweld - ambulant Almere en Lelystad
Prestatieafspraak: Realisatie:
155 nieuwe trajecten en 15 trajecten Begeleide Terugkeer 241 nieuwe trajecten en 40 trajecten Begeleide Terugkeer Almere Lelystad totaal resultaat resultaat afspraak Aantal nieuwe cliënten, SHG 171 70 155 Kortdurende Hulpverlening Aantal nieuwe cliënten 28 12 15 Begeleide Terugkeer Totaal aantal nieuwe cliënten: 199 82 Totaal aantal cliënten 257 108 (= incl. doorloop uit 2007): Afgesloten trajecten 209 78 Lopende trajecten op 31/12/2008: 57 31 Groepsactiviteiten: 1 2 “Lotgenotengroep” Voorlichtingsactiviteiten/aantal 30/5633 17/168 bereikte mensen
resultaat 241 40 281 365 287 88 10 cliënten 47/5801
67
Opnieuw is er in 2008 sprake van een forse groei van het aantal hulpverleningstrajecten bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Zie hier een overzicht van de cliëntgegevens in heel Flevoland, zowel ambulant als residentieel. Cliënt gegevens Leeftijd <25 jr. 25-35 jr. 35-45 jr. >45 jr. Nationaliteit, Nederlands Marokkaanse nat. Turkse nat. Overige nat. Woonplaats: Almere Lelystad Amsterdam Elders Opleiding: LO MAVO/VMBO MBO HAVO/VWO HBO/Universiteit Onbekend
3.1.3
Ambulant Almere / Begeleid wonen Lelystad = Som 36+8=44 5 74+32=106 19 80+38=118 17 39+17=56 3
Noodbed Flevoland
187+91=278 7+2=9 3+0=3 32+2=34
29 3 2 10
43 2 1 8
216+3=219 3+69=72 4+0=4 10+20=30
14 2 8 22
37 8 2 8
9+5=14 29+24=53 61+39 13+4=17 48+10=58 42+6=48
4 13 11 3 1 5
8 6 11 0 3 22
10 22 18 5
Voorlichting en deskundigheidsbevordering
In 2008 is opnieuw door het Steunpunt Huiselijk Geweld in samenwerking met de politie een stand bemand gedurendede Libelleweek in Almere, Medewerkers spreken van een succes. Hun inzet heeft opnieuw taboedoorbrekend gewerkt en heeft geleid tot een aantal aanmeldingen. De steunpuntmedewerkers hebben in 2008 keer voorlichting gegeven aan diverse organisaties zoals scholen, ziekenhuizen en huisartsen. In totaal zijn meer dan 5.000 mensen bereikt.
3.1.4
Begeleid Wonen Flevoland
Prestatie-afspraak: Realisatie:
90% bezetting en uitstroom naar Flevoland 98% bezetting, de uitstroom hoofdzakelijk in Flevoland
In 2008 hebben 44 cliënten gebruik gemaakt van de Begeleid Wonen voorziening. Dat is een toename ten opzichte van 2007. De gemiddelde verblijfsduur is iets afgenomen van gemiddeld 28 weken in 2007 naar bijna 27 weken. De bezettingsgraad is gemiddeld 98%. De cliënten van begeleid wonen zijn als volgt uitgestroomd:
68
28 naar een woning in Almere, 1 naar een woning in Sittard, 1 naar Dronten bij haar nieuwe partner, 1 cliënt is teruggekeerd naar ouderlijk huis in Zaandam. Overige cliënten zijn teruggekeerd naar huis/de partner. Medio 2008 is aan Woningcorporatie Goede Stede een uitbreiding gevraagd van het aantal doorstroom woningen voor cliënten. Dit is tot onze vreugde gehonoreerd. Derhalve heeft Blijf Groep nu 25 woningen in Almere per jaar beschikbaar voor doorstroom. Voor Lelystad handhaven wij het aantal op zes. Gezien de toename van de GGZ problematiek, die overeenkomt met bevindingen van het onderzoek “ Maat en Baat in de Vrouwenopvang” van J. Wolf is Blijf Groep in 2008 gestart met een pilot behandeling in Almere, een vijftal kortdurende behandelingen ( 5-8 sessies) door een interne GGZ psycholoog. Elke behandeling kende een voor- en nameting en deze laten een positief beeld zien. Ondanks deze positieve resultaten en een grote tevredenheid bij cliënten is een doorlopende interne financiering niet haalbaar gebleken. In 2009 zal opnieuw gezocht worden naar een samenwerking met GGZ/1e lijns aanbieders, die naast crisisinterventie ook deze kortdurende hulpverlening aan onze cliënten kan aanbieden. In 2008 zijn alle medewerkers geschoold in psychopathologie. Vanaf maart 2008 is er 8 uur per week hulpverlening beschikbaar voor de kinderen van de cliënten van de opvang van Blijf Groep. De kinderen hebben een eigen kennismakingsformulier en ontvangen op maat eigen aandachtsmomenten. Drie keer per week, verdeeld naar leeftijd, zijn er groepsbijeenkomsten met kinderen. Aangepast aan hun leeftijd worden daar thema’s behandeld als loyaliteit, verdrietig, boos etc.
3.1.5 Noodbedden Flevoland in Amsterdam en Zwolle Prestatieafspraak: Realisatie:
50 plaatsingen In Amsterdam alleen al 56 (exclusief kinderen) plaatsingen en in Zwolle 96 nachten, voor 18 cliënten, (exclusief kinderen)
De noodbedvoorziening voorziet duidelijk in een behoefte. De gemiddelde verblijfsduur was 3.3 nachten (in Zwolle 5,3 nachten). 48 cliënten zijn na verblijf op het noodbed Flevoland doorgestroomd naar de Crisisopvang in Amsterdam. De overige vrouwen zijn teruggekeerd naar huis of hebben elders onderdak gevonden. Van het noodbed in Zwolle zijn de uitstroomgegevens niet beschikbaar.
3.2
Projecten Flevoland
3.2.1 Coördinatiefunctie ketenaanpak huiselijk geweld Flevoland Begin 2008 is er gestart met de evaluatie van de ketenaanpak Huiselijk geweld Flevoland. In afwachting daarvan zijn er geen werkconferenties meer georganiseerd. Overige ontwikkelingen zijn aan het begin van dit hoofstuk beschreven. In 2009 zal de rol van het Steunpunt Huiselijk Geweld van coördinator ketenaanpak naar provinciaal regiehouder en casemanager verder vorm gaan krijgen.
69
3.2.2 Nazorg door AMW (Almere en Lelystad) Ten behoeve van nazorg na uitstroom naar zelfstandig wonen wordt ingezet op samenwerking met het algemeen maatschappelijk werk. Ondanks inspanningen komt deze afspraak rond ‘nazorg’ niet goed van de grond. Eind 2008 zijn er daarom afspraken gemaakt over het aanbieden van gespecialiseerde gezinsverzorging als praktische nazorg . Dit als een uitbreiding op de GGZ ondersteuning en de materiële hulpverlening. Voor cliënten van het steunpunt kan het AMW een goede verdere hulpverlening zijn in de keten. Om het AMW sneller en efficiënter in te zetten is zowel de Zorggroep als het MDF bezig om aandachtsfunctionarissen Huiselijk geweld te benoemen.
70
4.
Zaanstreek
4.1
Structurele activiteiten
In Zaanstreek worden residentieel de programma’s Intensieve Begeleiding (10 plekken voor vrouwen en kinderen) en Begeleid Wonen (4 plekken) aangeboden. Daarnaast is er sinds maart 2006 een noodbed voor Zaanstreek Waterland, dat zich in de Crisisopvang in Amsterdam bevindt. In totaal waren er dus 15 opvangplaatsen beschikbaar voor de Zaanstreek in 2008. Zaanstreek fungeert als doorstroomlocatie voor de crisisopvang die in Amsterdam is gevestigd. In de crisisopvang verblijven cliënten gemiddeld 6 weken. In deze periode wordt een keuze gemaakt voor vervolgstappen. Hierbij behoort doorstroming naar de Intensieve Begeleiding Zaanstreek tot de mogelijkheden. Begeleid Wonen biedt een hulpprogramma aan gezinnen die doorstromen vanuit de Intensieve begeleiding en nog ondersteuning nodig hebben. Dit ter overbrugging naar zelfstandige huisvesting.
4.1.1
Intensieve Begeleiding Zaanstreek
Afspraak Intensieve begeleiding:
10 units, 85 % bezetting
Intensieve Begeleiding Zaanstreek
som
aantal opnames
28
aantal vertrek Bezetting
29 94%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
19,7
Leeftijd hoofdaanmelder 0-24
5
25-34
18
35-45
10
46-ouder
4
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
3
Nederlandse
22
Turkse
2
Onbekend
2
Overig
8
Aantal kinderen
35
Het huidige pand waar Intensieve Begeleiding wordt geboden aan 10 cliënten (+ kinderen) laat in twee opzichten te wensen over. Allereerst is de technische staat van het sanitair en de keuken verouderd en gebrekkig. De Risico-inventarisatie (RIE) heeft dit bevestigd. Ten tweede voldoet de inrichting van het pand niet aan de vernieuwde inzichten van groepsbewoning. Cliënten beschikken over te weinig privacy en eigen leefruimte. Het delen van de woonkamer, keuken en sanitair met andere cliënten vraagt té veel aanpassing. In het najaar zijn de besprekingen gestart met de
71
verhuurder Parteon met als gezamenlijke inzet een vervangende locatie te vinden binnen het gebied Zaanstreek. Ook wordt de optie van een grondige verbouwing onderzocht. Binnen het programma Intensieve Begeleiding is een pilot gestart die zich richt op kindhulpverlening. Deze pilot maakt deel uit van een groter nieuw beleidsgebied kindhulpverlening dat elders in dit jaarverslag uitgebreider wordt beschreven.
4.1.2
Begeleid wonen Zaanstreek
Afspraak Begeleid Wonen:
4 units en 90% bezetting
aantal opnames
9
aantal vertrek bezetting
8 99%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
21,4
Leeftijd hoofdaanmelderftijd 0-24
0
25-34
8
35-45
3
46-ouder
2
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
3
Nederlandse
6
Turkse
0
Onbekend
0
Overig
4
Aantal kinderen
16
De bezetting is goed geweest in 2009. De gemiddelde verblijfsduur ligt binnen de voor dit programma vastgestelde termijnen (6 – 8 maanden). De doorstroom stagneerde in een aantal gevallen omdat het moeilijk bleek voor alleenstaande vrouwen vervolghuisvesting te vinden aangezien zij niet in aanmerking komen voor de voorrangsregeling zoals die met de woningcoöperaties is afgesproken. Ook stagneerde de doorstroom omdat het toekennen van een verblijfsstatus lang op zich liet wachten.
4.1.3
Noodbed Zaanstreek in Amsterdam
Het noodbed Zaanstreek is 7 x 24 uur beschikbaar voor opname van vrouwen (en kinderen) uit de regio; er is een taxiregeling ingesteld voor vervoer van cliënten naar het noodbed (in de Crisisopvang locatie in Amsterdam) in noodgevallen. Er is een toename van het aantal dat gebruik maakt van het noodbed (In 2006 waren dit er 16, in 2007: 20 en in 2008: 33).
72
- aantal opgenomen hoofdaanmelders - aantal opgenomen kinderen
33 25
- aantal dagen verblijf alle hoofdaanmelders samen (som) 79 - gemiddeld aantal dagen cliënt Clientprofiel van de hoofdaanmelder Noodbed Leeftijdeeftijd 0-24 25-34 35-45 46-ouder Nationaliteitonaliteit Marokkaanse Nederlandse Turkse Onbekend Overig
4.1.4
2,4
7 17 3 4 3 16 3 1 8
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek-Waterland
Cijfermatige en inhoudelijke rapportage vindt plaats door de coördinator van het ASHG, de GGD. In april 2008 is een nieuw samenwerkingsconvenant 2008 gesloten door de in het ASHG participerende instellingen (GGD, SMD en Blijf Groep). Vanwege de in 2008 en 2009 te verwachten ontwikkelingen, zoals het huisverbod is er voor gekozen om een één-jarig convenant te sluiten, dat in najaar 2008 geëvalueerd werd. Tijdens de evaluatie is door Blijf Groep geconstateerd dat de huidige constructie van het ASHG niet het gewenste resultaat oplevert. Er worden weinig cliënten rechtstreeks bereikt en de daadkracht, onder meer ten behoeve van het huisverbod ontbreekt. In afwachting van een nieuw verbeterd model is het convenant voor de duur van een half jaar, te weten medio 2009, voortgezet.
4.1.5
AWARE
Afspraak: 10 aansluitingen beschikbaar Resultaat: 10 aangesloten cliënten in 2008 Per 1 februari 2008 is een nieuw, mobiel AWARE systeem in gebruik genomen. Met dit systeem kunnen cliënten niet alleen in huis met één druk op de knop de politie waarschuwen, maar ook buitenshuis in de regio Zaanstreek-Waterland. Ook als ze dus bijvoorbeeld naar de supermarkt gaan of hun kinderen naar school brengen, kunnen ze gebruik maken van AWARE. Voor de ingebruikname van dit nieuwe systeem is een nieuw samenwerkingsconvenant geschreven en ondertekend. In de zomer is aan het licht gekomen dat het mobiel AWARE niet altijd feilloos werkt. Blijf Groep heeft met prioriteit onderzocht, samen met de politie en de leverancier van het systeem, om welke problemen het precies gaat en hoe deze opgelost kunnen worden. Inmiddels zijn er verschillende verbeteringen aangebracht voor wat betreft de technische - samenwerkings- en voorlichtings-
73
aspekten rond Mobiel AWARE. Het blijkt heel belangrijk om in de voorlichting de verwachtingen bij te stellen en draag- en controle-adviezen te verstrekken aan de gebruikers. In maart heeft een voorjaarsborrel plaatsgevonden voor cliënten, buurtbewoners en ketenpartners.
74
5.
Haarlem
5.1
Structurele activiteiten Haarlem
In Haarlem wordt een residentieel programma Intensieve Woonbegeleiding (11 plekken voor vrouwen en kinderen) aangeboden. Daarnaast is er sinds januari 2008, als experiment, een noodbed ingericht voor de politieregio Zuid-Kennemerland. Dit noodbed bevindt zich in Alkmaar. Haarlem fungeert als doorstroom locatie voor de crisisopvang die in Amsterdam is gevestigd. In de crisisopvang verblijven cliënten gemiddeld 6 weken. In deze periode wordt een keuze gemaakt voor vervolgstappen. Hierbij behoort doorstroming naar de Intensieve Woonbegeleiding Haarlem tot de mogelijkheden. 5.1.1.
Intensieve Woonbegeleiding som
aantal opnames
20
aantal vertrek Bezetting
19 96%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
28,4
Leeftijd hoofdaanmelder 0-24
5
25-34
17
35-45
10
46-ouder
0
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
1
Nederlandse
19
Turkse
2
Onbekend
0
Overig
10
Aantal kinderen
33
De bezetting in 2008 is goed geweest. Er is nauwelijks sprake van onderbezetting om de vraag nog altijd het aanbod overschrijdt. De verblijfstijd benadert ons streven het hulpverleningstraject tot een half jaar te beperken. Dankzij de afspraken met de woningcoöperaties kunnen gezinnen doorstromen naar zelfstandige huisvesting.
5.1.2.
Noodbed Kennemerland in Alkmaar
Ten behoeve van de politie Kennemerland is er een noodbed ingericht in onze locatie Alkmaar. Dit naar aanleiding van de dringende vraag die zich in 2007 voordeed waarbij de politie te weinig plaatsingsmogelijkheden had voor vrouwen en eventuele kinderen. Vooral buiten de kantoortijden en in het weekend is het ingewikkeld om een plek ergens in het land te vinden. Een noodbed in de regio dat specifiek kan worden ingevuld door de politie beantwoordt aan de behoefte van een directe
75
plaatsingsmogelijkheid. Landelijk is hiervoor door de vrouwenopvang in vrijwel alle regio’s voorzien. Haarlem vormde daarvoor tot voor kort een van de weinige uitzonderingen. Vrouwenopvang in Haarlem kan niet voorzien in een noodbed omdat hier geen crisisopvang wordt geboden (en eerder niet vanwege de geheimhouding van het adres). Binnen de opvangvoorziening in Alkmaar is nu een kamer vrij voor 1 vrouw met kinderen. Er wordt bij wijze van experiment boventallig opgenomen. De maatschappelijk werker van Blijf Groep zorgt vervolgens voor doorverwijzing naar passende opvang. De politie kan te allen tijde een cliënt plaatsen. Met een taxibedrijf in de regio zijn afspraken gemaakt over het vervoer van de cliënt en eventuele kinderen naar de opvang in Alkmaar. In 2008 is er 17 x gebruik gemaakt van dit noodbed.
5.1.3
AWARE Kennemerland
In januari 2008 is het mobiel AWARE-systeem ingevoerd. Dit systeem biedt gebruikers de mogelijkheid om zich op een veilige manier buitenshuis te begeven. Met de politie is een samenwerkingsconvenant afgesloten waarin de werkwijze is vastgelegd. Met de komst van mobiel AWARE is de vraag enorm toegenomen. In 2008 zijn er 36 systemen uitgezet. In 2007 waren dit er 17. Bezien wordt of de gemeente Haarlem het aantal uren voor personeelsinzet wil uitbreiden zodat beantwoord kan worden aan de toenemende vraag. Daarbij wordt een groepsaanbod ontwikkeld zodat gebruikers van AWARE elkaar kunnen treffen en thema’s aan bod kunnen komen zoals “hoe kan ik zorgdragen voor mijn eigen veiligheid”.
5.2 5.2.1
Overigens activiteiten Haarlem Groep voor vrouwen met huiselijk geweld ervaringen
Samen met een maatschappelijk werker van Kontext wordt wekelijks een groepsbijeenkomst geboden aan vrouwen die in het verleden te maken hadden met huiselijk geweld. Thema’s die aan de orde komen zijn: organogrammen en de koppeling met de cyclus van huiselijk geweld, socialisatieprocessen; boodschappen van thuis en normen en waarden, angst en zelfbeeld, assertiviteit en agressiviteit, grenzen stellen. In 2008 hebben er 29 bijeenkomsten plaatsgevonden. In totaal hebben er 11 vrouwen deelgenomen.
5.2.2
Activerende activiteiten - Samenwerking Sociale Dienst
Dankzij subsidie van de Dienst Sociale Zaken van de gemeente Haarlem kunnen activiteiten worden ontplooid die bijdrage aan de activering van de cliënten waardoor deelname aan het arbeidsproces kansrijker wordt. De kosten voor de reguliere kinderopvang waar de jonge kinderen gebruik van maken worden vergoed. Hierdoor kan de moeder gedurende een aantal dagdelen haar handen vrij hebben voor eigen zaken. De kosten voor sporten, gedurende tweemaal per week in een nabijgelegen fitnesscentrum, worden vergoed. Ook worden er kinderactiviteiten aangeboden en bekostigd. Moeders kunnen samen met hun kinderen hieraan deelnemen. Dit ter bevordering van de ouder/kind relatie. De samenwerking met de Sociale Dienst is versterkt. De trajectbegeleider en de hulpverlener van de opvang weten elkaar gemakkelijk te vinden als het gaat om cliëntzaken.
76
5.2.3
Tijd voor Toontje in opvang Haarlem, IJmond en Alkmaar
De Provincie Noord-Holland heeft projectsubsidie verstrekt voor de implementatie van het project Tijd voor Toontje in de opvang Haarlem. In IJmond wordt dit aanbod al langere tijd aangeboden. Tijd voor Toontje is een van de nieuwe projecten op het gebied van kinderhulpverlening. Dit project is ontwikkeld binnen de opvang IJmond in samenwerking met de GGZ-instelling Dijk en Duin. Toontje is een schildpad-poppenkastpop die tijdelijk in een koffer in de voorziening voor vrouwenopvang woont. Elke week komt Toontje een keer tevoorschijn en vertelt hij wat over zijn leventje. In deze verhalen zitten aanknopingspunten voor kinderen, die te maken hebben gehad met ervaringen van geweld in hun thuissituatie. De kinderen kunnen hierop inhaken met hun eigen ervaringen. De bijeenkomsten worden geleid door een dramatherapeute. Parallel aan de kindergroep komen de moeders in groepsverband bij elkaar. Er wordt met de moeders gesproken over opvoedingsthema’s en over omgaan met de geweldservaringen van de kinderen. Er worden ervaringen uitgewisseld en handvatten geboden om de kinderen te ondersteunen.
77
6.
IJmond
Sinds januari 2008 is de fusie tot Blijf Groep formeel bekrachtigd en maakt IJmond nu ook juridisch deel uit van Blijf Groep. De overgang naar deze situatie heeft de nodige veranderingen gevraagd van de bestaande werkwijze; op methodisch vlak is nu de methodiek Toekomst Gericht Werken ingevoerd. Op registratiegebied werd het systeem Regas en AWBZ registratie leidend. Ten behoeve van het kwaliteitssysteem HKZ en de Arbo wetgeving worden werkprocessen vastgelegd en randvoorwaarden verbeterd. De informele werkcultuur werd op onderdelen verzakelijkt. Al met al was er sprake van het inlopen van een forse achterstand op professioneel gebied. Naar aanleiding van de krappe huisvesting en de beperkte personeelsbezetting (uitsluitend tijdens kantoortijd) is besloten, in lijn met de ontwikkeling van het residentiële aanbod in Noord-Holland, de opvang in IJmond in te richten als vervolgopvang in plaats van eerste crisisopvang. De vervolgopvang sluit momenteel aan op de crisisopvang elders in het land (waaronder Amsterdam) en vanaf dit jaar op (de tijdelijke huisvesting van) het Oranje Huis in Alkmaar. Met de komst van het Oranje Huis wordt het mogelijk om cliënten uit de regio Noord-Holland op te vangen in de provincie en door te leiden naar een zelfstandig bestaan in de eigen regio.
6.1
Structurele activiteiten
In IJmond wordt residentieel het programma Begeleid Wonen (14 plekken voor vrouwen en kinderen) aangeboden. IJmond fungeert als doorstroom locatie voor de crisisopvang die in Amsterdam is gevestigd. In de crisisopvang verblijven cliënten gemiddeld 6 weken. In deze periode wordt een keuze gemaakt voor vervolgstappen. Hierbij behoort doorstroming naar Begeleid Wonen IJmond tot de mogelijkheden. Cliënten hebben hier de mogelijkheid om gedurende 6 maanden zich te richten op een perspectief van zelfstandig wonen.
6.1.2
Programma Begeleid wonen
Het programma Begeleid Wonen is bedoeld voor cliënten die in redelijke mate zelfstandig kunnen leven en zaken op orde brengen. De hulpverlening is aanwezig tijdens kantoortijd. Een keer per week vindt een hulpverleningsgesprek plaats met maatschappelijk werk. Daarnaast is er wekelijks een spreekuur voor tussentijdse vragen/zaken. Ook vindt er wekelijks cursussen plaats die betrekken hebben op levensvragen. De discipline groepswerk ondersteunt cliënten bij alledaagse problemen bij het wonen in groepsverband. De discipline kinderwerk organiseert activiteiten voor kinderen en kinderen met hun moeder waaronder het terugkerend programma Tijd voor Toontje (zie paragraaf 5.2.3). Begeleid Wonen (inclusief Dépendance) aantal opnames
som
aantal vertrek Bezetting
26 94%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
12
25
Leeftijd hoofdaanmelder 0-24
13
25-34
27
35-45
9 78
46-ouder
2
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
4
Nederlandse
27
Turkse
1
Onbekend
10
Overig
9
Aantal kinderen
30
Tot juli 2008 fungeerde de opvanglocatie IJmond als crisisopvang. Zowel het pand als de personeelsomvang leende zich niet voor deze functie. Personeel werkt tijdens kantoortijd en niet in avond of weekend. In de nieuwe gefuseerde organisatie Blijf Groep kon de crisisopvang worden uitgevoerd door Amsterdam. De locatie IJmond kon beter opgezet worden binnen het programma Begeleid Wonen. In bovenstaande cijfers is deze omslag nog zichtbaar. Het totale aantal cliënten dat IJmond bezocht is groot en de verblijfsduur is laag. Dit is kenmerkend voor de crisisopvang. In de eerste dagen/weken besluiten veel cliënten om terug te keren naar huis of om elders te verblijven. De accommodatie De opvanglocatie IJmond is verbeterd voor wat betreft de werkplekinrichting van personeel. Er zijn nieuwe computers geplaatst evenals verbeterde keukenvoorzieningen en een mobiele wand die scheiding van de ruimte mogelijk maakt. De cliënten beschikken sinds vorige jaar over een eigen (dop-)sleutel zodat er meer vrijheid ontstaat over het in- en uitgaan van het pand. Het delen van enkele kamers door alleenstaande cliënten is sinds het najaar opgeheven. De situatie bood onvoldoende privacy en werd als zeer ongewenst ervaren. De actie om de opvangvoorziening uit te breiden met het huren van een tweede dependance is ingezet. In IJmond is met een regionale woningcorporatie Woon-op-Maat overleg gestart over mogelijkheden voor vervangende huisvesting. Vervolghuisvesting De doorstroom van cliënten naar eigen woonvoorziening stagneert omdat de toelatingseisen te hoog zijn. Met de gemeente Heemskerk zijn gesprekken gestart en afgesproken dat de contingentenafspraken in gunstige zin worden herzien. Hopelijk worden deze voornemens beging 2009 geëffectueerd waardoor de doorstroom naar eigen huisvesting soepeler verloopt.
6.2
Samenwerking met Dijk en Duin
De samenwerking met GGZ instelling Dijk en Duin vindt plaats op verschillende onderdelen. Zo is een dramatherapeute bij ons gedetacheerd om uitvoering te geven aan het kindhulpprogramma Tijd voor Toontje (zie paragraaf 5.2.3). Daarnaast neemt een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige deel aan het 6-wekelijks Casuïstiekoverleg. De diagnostiek die nodig is voor een AWBZ indicatie wordt uitgevoerd door een GGZ psycholoog.
7.
Alkmaar
79
De ontwikkelingen binnen Alkmaar hebben het afgelopen jaar in het teken gestaan van de fusie en de komst van het Oranje Huis (zie paragraaf 7.2.1). De fusie die per 1 januari 2008 juridisch een feit werd vroeg om veel logistieke en administratieve aanpassing. Werkinhoudelijk liep deze vestiging goed in de pas en konden andere afdelingen van Blijf Groep leren van de werkwijzen in Alkmaar.
7.1
Structurele activiteiten
De opvang Alkmaar biedt 10 opvangplekken en 6 plekken Begeleid Wonen en 6 ambulante trajecten woonbegeleiding. Dit laatste in samenwerking met de maatschappelijke opvang. Het Steunpunt Huiselijk Geweld is een werkeenheid van Blijf Groep.
7.1.2
De opvang som
Opvang aantal opnames
51
aantal vertrek Bezetting
50 111%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
11.9
Leeftijd hoofdaanmelder 0-24
13
25-34
27
35-45
9
46-ouder
2
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
4
Nederlandse
27
Turkse
1
Onbekend
10
Overig
9
Aantal kinderen
75
80
7.1.2
Begeleid wonen 3-luik
3-luik aantal opnames
som
aantal vertrek Bezetting
26 99%
Gemiddelde verblijfsduur in weken
38.6
15
Leeftijd hoofdaanmelder 0-24
7
25-34
17
35-45
11
46-ouder
3
Onbekend
0
Nationaliteit Marokkaanse
4
Nederlandse
23
Turkse
1
Onbekend
1
Overig
9
Aantal kinderen
52
Na een vruchtbare samenwerking van bijna 10 jaar hebben de Maatschappelijke Opvang DNO en de Blijf Groep het Begeleid Wonenproject 3-luik ontvlecht. De beschikbare subsidie is opgesplitst evenals de 2 panden en de personele capaciteit.
7.1.3
Steunpunt Huiselijk Geweld
Nieuwe cliënten
386
Vooraanmelding/ advies/folders
297
Aantal slachtoffers
386
Aantal plegers Telefonische contacten
297 1308
Face tot face contacten
269
Contacten met derden
1245
Emailcontacten
525
Post
239
Aantal mensen bereikt met voorlichting
5.126
Aantal betrokken kinderen
440
7.2
Projecten / nieuwe initiatieven
7.2.1
Oranje Huis
81
In 2008 zijn veel inspanningen gericht geweest op de totstandkoming van het Oranje Huis. Hierover is afzonderlijk gerapporteerd. De voorbereiding van het Oranje Huis heeft het eerste kwartaal jaar vooral gelegen in het vinden van overeenstemming met de wijkraad in de buurt waar de nieuwbouw wordt gevestigd. In april kon worden bekend gemaakt dat het Oranje Huis er medio 2010 in wijk Overdie komt. Met subsidie van het Ministerie van VWS is gestart met de methodiekontwikkeling door het extern bureau Koning-Grit. In augustus werd duidelijk dat, ter overbrugging naar de nieuwbouw, het voormalige verzorgingshuis Westerlicht kon worden betrokken. De verhuizing van de Opvang en het Steunpunt Huiselijk Geweld naar de tijdelijke huisvesting vroeg enorme voorbereiding. Ondanks de grote investering door gemeente en materiële inzet van de woningcoöperatie waren de financiële middelen onvoldoende om dit (onderhavige) pand gebruiksklaar te maken. Met fondsenwerving en inzet van veel vrijwilliger moest de verbouwing worden gerealiseerd. Eind 2008 was de tijdelijke accommodatie gereed, waarna begin 2009 de verhuizing kan plaatsvinden.
82
D.
Bijlage 2: OVERIGE PROJECTEN
1. Toelichting Dit onderdeel beschrijft enkel overige projecten van Blijf Groep .gefinancierd door fondsen of die deels worden gefinancierd door gemeente subsidies en deels door fondsen.
2. En nu ik …! En nu ik...! is een ambulant groepsaanbod voor kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld en hun ouders. Het is een samenwerkingsproject tussen Blijf Groep, Bureau Jeugdzorg, GGZ Mentrum en Raster (Maatschappelijke Dienstverlening). De coördinatie is in handen van Blijf Groep. In 2008 zijn 7 groepen En nu ik…! uitgevoerd, verspreid over de 6 steunpuntregio’s in Amsterdam. In totaal hebben 48 kinderen en hun moeders (in één geval de niet-geweldplegende vader) het aanbod gevolgd. Het aantal aanmeldingen lag hoger, in totaal 100, maar helaas vallen veel gezinnen om uiteenlopende redenen tijdens de intakeprocedure af: kinderen blijken te jong, de moeder heeft psychiatrische problematiek, men geeft de voorkeur aan andere naschoolse activiteiten, of kinderen geven aan geen herinneringen aan Huiselijk Geweld te hebben. In het najaar kon één groep in Amsterdam-Noord vanwege de hoge uitval bij de intake niet starten. Deze (achtste) groep is uitgesteld naar het voorjaar van 2009. Het aantal aanmeldingen stijgt ten opzichte van eerdere jaren nog steeds, en ook steeds meer instellingen melden aan. Naast de steunpunten huiselijk geweld (grootste stroom) zijn dat: GGD Vangnet Jeugd, Spirit, Altra, AMK, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, Blankenbergstichting en Roggeveen. Toch blijft het een punt van aandacht: immers, in Amsterdam moet het toch mogelijk zijn om véél meer aanmeldingen te krijgen voor dit aanbod. Om het aanbod beter verankerd te krijgen in regionale samenwerkingsnetwerken rond de steunpunten en zo de werving te verbeteren, is besloten om de verantwoordelijkheid voor de organisatie van En nu ik…! met ingang van 2009 over te dragen naar het team ambulante hulpverlening Amsterdam (het was tot en met 2008 een taak van het team staf en projecten). In de zomer van 2008 is de methodiek op basis van de evaluaties van de kindgroepen en de oudergroepen door Blijf Groep en Bureau Jeugdzorg op onderdelen aangepast. De Vrije Universiteit, vakgroep kinderpsychologie/ F. Lamers heeft van ZonMW subsidie gekregen voor een onderzoek naar de effectiviteit van En nu ik…!. Dit onderzoek, met als doel En nu ik…! evidence based te maken, start in 2009 en wordt ondersteund door Blijf Groep en het samenwerkingsverband En nu ik…!
3. Kind hulpverlening Een belangrijk speerpunt binnen Blijf Groep is het ontwikkelen van aanbod voor kinderen. In de eerste maanden van 2008 is de kindmethodiek 0-6 jarigen en 6-12 jarigen verder uitgewerkt en beschreven. Na de zomer is op drie locaties een pilot gestart, te weten bij de crisisopvang Amsterdam, Begeleid Wonen Amsterdam en Begeleid Wonen Zaanstreek. In deze pilot wordt de methodiek en de bijbehorende instrumenten (kindwerkplan, kindveiligheidsplan, contact leggen met de vader in verband met gedeeld ouderschap) uitgetest. De pilot loopt door tot april 2009. In 2007 is met middelen van diverse fondsen gestart met een pilot kortdurende videohometraining voor cliënten van Blijf Groep voor de duur van een jaar. Kortdurende videohometraining is een vorm van opvoedingsondersteuning, waarbij een maatschappelijk werker met behulp van video-opnamen 83
opvoedsituaties in beeld brengt en bespreekt met de moeder. De pilot is in augustus 2008 zeer positief geëvalueerd, zowel door de betrokken moeders als door de medewerkers. In het najaar zijn fondsen geworven, zodat dit aanbod in 2009 voortgezet kan worden. Er moet nog gezocht worden naar structurele financiering. De Provincie Noord-Holland heeft in het voorjaar van 2008 voor 3 jaar projectgelden toegekend voor de ontwikkeling van het residentiële groepsaanbod voor kinderen en hun moeder (in twee parallelgroepen): het programma Tijd voor Toontje met in de hoofdrol het schildpadje Toontje. Dit programma is in samenwerking met GGZ Dijk en Duin ontwikkeld in IJmond. In de periode 2008 t/m 2010 wordt dit aanbod uitgeschreven in een methodiek en een draaiboek en kan het aangeboden worden op de locaties Alkmaar, Haarlem en IJmond. De eerste kindergroepen en parallel lopende moedergroepen zijn al van start gegaan en worden zeer enthousiast ontvangen. Onderzocht wordt of dit aanbod ook op andere locaties van Blijf Groep aangeboden kan worden. Medio 2008 heeft Blijf Groep zich aangemeld voor Triple P, een evidence based opvoedondersteuningsprogramma uit Australië dat breed wordt uitgerold in de stadsregio Amsterdam-Zaanstreek-Waterland. In oktober zijn 8 medewerkers van Lang Verblijf Amsterdam, Begeleid Wonen Amsterdam en Begeleid Wonen Zaanstreek getraind in de methodiek, behorend bij trede 2 (er zijn binnen Triple P 5 treden geformuleerd die ieder voor een type interventie staan, oplopend van licht – trede 1 tot intensief – trede 5). Kort gezegd komt trede 2 neer op het aanbieden van een zgn. ‘tipsheet’ voor verschillende opvoedingsproblemen en het kort bespreken daarvan. Als nodig kunnen cliënten doorverwezen worden naar instellingen die intensiever kunnen en mogen begeleiden. Zowel medewerkers als cliënten zijn enthousiast over het gebruik van de tipsheets, maar al snel bleek dat wij voor onze cliëntengroep tekort komen met trede 2: het uitdelen van de tipsheet leidt tot intensieve begeleidingsvragen (terwijl er 2x 10 minuten voor staat). Helaas ontbreekt de capaciteit om intensievere begeleiding te geven. Blijf Groep is daarover in gesprek met Bureau Jeugdzorg en Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Feitelijk raken we daarmee aan een algemeen probleem: de huidige financieringsstromen (AWBZ, WMO en –nog niet voor Blijf Groep -Jeugdzorg) zijn verkokerd en niet toegesneden op onze cliëntengroep: moeder én kind. Omdat de AWBZ en WMO-middelen bestemd zijn voor volwassenen, komt het hulpaanbod aan kinderen in gedrang. Dit probleem is eind december op verzoek van gemeente Amsterdam in een beleidsnotitie beschreven. In 2009 worden de gesprekken daarover op ambtelijk en mogelijk ook bestuurlijk niveau voortgezet. Naast bovenstaande activiteiten blijken in 2008 veel nieuwe mogelijkheden voor projecten en (project)financiering te ontstaan voor het verbeteren van het hulpaanbod aan kinderen. Het gaat om een kansrijk aandachtsveld. Zo is in 2008 bijvoorbeeld het onderzoek naar ‘kinderen in de opvang’ van J. Wolf gestart, waar Blijf Groep in participeert en is gestart met de voorbereidingen van het onderzoek van F. Lamers naar de effecten van het aanbod En nu ik…! Ook ligt er van diverse gemeenten de vraag om aanbod voor tieners te ontwikkelen en heeft Provincie Noord-Holland eind november 2008 middelen ter beschikking gesteld om o.a. de kindmethodiek in het kader van het Oranjehuis verder te ontwikkelen. In november heeft een inventarisatie plaatsgevonden: de teller kwam op 13 activiteiten en ontwikkelingen. Om het toenemend aantal activiteiten goed te managen is besloten om kindhulpverlening te gaan benaderen als een ‘programma’. Met programmamanagement kunnen doelen, inspanningen en middelen samenhangend bestuurd worden en prioriteiten beter gesteld. De taak van programmamanagement kindhulpverlening is belegd bij de nieuw aangestelde senior stafmedewerker innovatie en projecten. Daarnaast zijn uit diverse projectbudgetten middelen bij elkaar geschraapt om de stafcapaciteit kindhulpverlening voor 1 jaar tijdelijk uit te breiden (met ingang van 2009).
84
4. Online hulpverlening In 2007 heeft het Oranjefonds subsidie verstrekt voor het doen van onderzoek naar de mogelijkheden van online hulpverlenen bij huiselijk geweld. Eind 2007 is het onderzoek naar de mogelijkheden van online hulpverlenen afgerond. Daarin is beschreven voor welke doelgroepen, in welke vormen en voor welke vragen online hulpverlening een toegevoegde waarde heeft. Ook is gespecificeerd aan welke organisatorische en technische randvoorwaarden online hulpverlenen moet voldoen. In 2008 zijn de resultaten van het onderzoek in een samenvatting ter beschikking gesteld aan collega-instellingen in de sector. In het eerste kwartaal van 2008 is gewerkt aan een projectopzet voor een pilot online hulpverlening. Stappen zijn o.a. het opzetten van een website dat online hulpverlenen mogelijk maakt, het vormgeven van een lijst ‘frequently asked questions’, het werven en trainen van medewerkers en uitvoering van een proef van een half jaar bij de telefonische afdeling, met uitbreiding van uren in de avond en in het weekend (de tijden dat men het meest chat). Dit vraagt om landelijke aanpak, waarvoor wellicht in 2009 mogelijkheden zullen komen.
5. Kleine Opknapbeurt Crisisopvang Amsterdam Zie paragraaf 4.6 in onderdeel A (pag. 41)
6.
Computers voor cliënten
Zie paragraaf 4.6 in onderdeel A (pag. 41)
7.
Activiteiten voor vrouwen en kinderen
Zie paragraaf 4.6 in onderdeel A (pag. 41)
85