Voorwoord jaarlijks gedeelte 03. Algemene informatie: 04. Groepsindeling 04. Advies in materiaal per groep 05. Schooltijden, aantal uren onderwijs 05

Schoolgids 2015-2016 Voorwoord jaarlijks gedeelte

03

Algemene informatie:

04

Groepsindeling

04

Advies in materiaal per groep

05

Schooltijden, aantal uren onderwijs

05

Overzicht van het aantal uren onderwijs

06

Gymtijden

06

Vakanties en vrije dagen

07

Vieringen, activiteiten, feesten

07

Rapporten en oudergesprekken

08

Klassikale ouderavond

08

Citoscore schooljaar 2014 – 2015 Sint Joseph

09

Informatieavond rondom het voortgezet onderwijs

11

Overzicht projecten

11

Ouderbijdrage

12

Overblijven

12

Diversen

13

Bibliotheek in school

13

Parkeerbeleid rondom de school

13

Schoolplein

13

Gym

13

Namen, emailadressen, telefoonnummers:

14

Team

14

Oudervereniging

15

Medezeggenschapsraad

15

GMR van kom Leren

15

Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

1

Overige namen, adressen en telefoonnummers

16

Contactpersoon

16

Vertrouwenspersoon

16

Overige informatie

17

Klachtenregeling

17

Gedragscode

17

Veiligheidsplan

18

Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen

18

Passend onderwijs

19

Jaaroverzicht

24

Algemeen gedeelte schoolgids 2015-2016

27/84


2

Voorwoord Beste ouders / verzorgers, Dit is de nieuwe schoolgids 2015-2016 van basisschool Sint Joseph. Met deze schoolgids geven wij u inzicht in ons dagelijkse werk en proberen wij u op alle mogelijke gebieden uitleg over onze school te geven. De Wet op het Primair Onderwijs schrijft voor wat uw kind op de basisschool moet kunnen leren. De manier waarop dat wordt gedaan is een keuze van de school zelf. De school heeft daarbij de opdracht zorgvuldig rekening te houden met de verschillen tussen leerlingen in aanleg en tempo. U heeft uiteraard het recht te weten hoe de school dit in de praktijk uitwerkt. Daar wordt u over geïnformeerd tijdens de algemene informatieavond en oudergesprekken, maar ook door het lezen van deze schoolgids en de nieuwsbrief krijgt u informatie. Naast een schoolgids maakt elke school een schoolplan. Dit schoolplan is gemaakt voor de jaren 2015-2019. In het schoolplan geven scholen voor de lopende vier jaar aan op welke manier ze werken aan ontwikkeling en verdere verbetering van het onderwijs. Elke school is verplicht om haar eigen kwaliteit regelmatig te toetsen. De informatie die dat oplevert, vormt de basis voor het plan. Elk jaar wordt aan de hand van een schoolevaluatie een jaarplan opgesteld, waarin de voorgenomen veranderingen en aandachtspunten staan vermeld. Het schoolplan en het jaarplan liggen op school ter inzage. De schoolgids wordt zowel door de Medezeggenschapsraad als het Schoolbestuur goedgekeurd. De ouders kunnen deze gids na vaststelling op de website van onze school vinden. Onze website is: www.sintjoseph-mheer.nl Op deze site kunt u daarnaast het laatste nieuws vinden en delen we formulieren, links voor onze leerlingen en foto’s van activiteiten. Zo blijft u steeds op de hoogte van alle gebeurtenissen in de school. Wij hopen dat u de gids met veel plezier zult lezen en u de informatie geeft die u wenst. Heeft u nog vragen of wilt u nog meer informatie, dan horen wij dat graag. We wensen iedereen een plezierig en leerzaam schooljaar 2015-2016 toe. Mocht u na het lezen van deze gids nog vragen hebben, dan horen wij dat graag. Team basisschool Sint Joseph.


3

Algemene informatie: Groepsindeling schooljaar 2015-2016

Ma

Di

Groep ochtend middag

1-2 Martine K. Martine K.

2-3* Yvonne Yvonne

4-5 Audrey Audrey

5-6 Christel Christel

7-8 Chantal Chantal

ochtend middag

Martine K. Martine K.

Yvonne Yvonne

Suzanne Suzanne

Christel Christel

Chantal Chantal

Annelies

Sanne

Suzanne

Christel

Chantal

Woe Do

ochtend middag

Annelies

Margriet Yvonne

Audrey Audrey

Christel Christel

Chantal Margriet

Vrij

ochtend middag

Annelies

Yvonne

Audrey Audrey**

Christel Christel

Margriet Margriet

* Groep 2 start in augustus in groep 1-2. In november, na de eerste periode, zullen de leerlingen van groep 2 doorstromen naar groep 3. ** Juf Audrey geeft op vrijdagmiddag aan de gehele groep 5 les. Groep 4 heeft op vrijdagmiddag vrij. Directeur Jessica Schuil:

- Maandag

Middenmanager Charles Dello:

- Donderdag

Interne begeleider Nicolle Ploemen:

-Maandag

De aanwezigheid van de directeur en de interne begeleider kan indien nodig wisselen.


4

We weten dat kinderen graag spullen / materialen meenemen naar school. Wij adviseren u dan de onderstaande materialen mee te geven: Groep 1-2  In groep 1-2 wordt gewerkt met thema’s. Gedurende ieder thema worden de leerlingen gevraagd om spullen van thuis mee te nemen omtrent het betreffende thema. Deze spullen worden gebruikt voor het inrichten van hoeken en een eventuele thematafel. Aan het einde van het thema krijgt u deze weer terug.  Gymbroek / t-shirt / gymschoenen (geen zwarte zool) Groep 3-4  Pennenmapje met stiften en kleurpotloden  Gymbroek / t-shirt / gymschoenen (geen zwarte zool)  Slijper (liefst met opvangbakje)  Vulpen (alleen groep 4  start na de kerstvakantie) Groep 5-6

          

Schaar Markeerstiften Liniaal Vulpen Kladblok Elastomap Slijper (liefst met opvangbakje) Kleurpotloden Agenda Stevige schooltas Gymbroek / t-shirt / gymschoenen (geen zwarte zool)

Groep 7-8  Eenvoudige rekenmachine  Kladblok  Schaar  Vulpen  Liniaal  Agenda  Markeerstift  Gymbroek / t-shirt / gymschoenen (geen zwarte zool) Schooltijden, aantal uren onderwijs: Ochtend

08.30 uur -12.00 uur

Pauze

Groep 4 t/m 8 10.00 uur - 10.15 uur Groep 1 t/m 3 10.15 uur - 10.30 uur

Middag

13.00 uur- 15.00 uur (behalve op woensdag)

Woensdagochtend 08.30 uur - 12.30 uur


5

Groep 1-2 heeft op donderdagmiddag geen les. Groep 1-2 en groep 3 en 4 hebben op vrijdagmiddag geen les. Inlooptijd Onze school is 's morgens om 08.15 uur geopend. Vanaf deze tijd kunnen de kinderen de school binnen komen. 's Middags gaat het hek van de speelplaats om 12.50 uur open. Uw kind moet om 8.25 uur ‘s ochtends in de klas zitten, dan kunnen we op tijd starten. Stuur uw kind niet te vroeg, maar ook zeker niet te laat naar school! Overzicht van het aantal uren onderwijs: Schooljaar

Gr 1

Gr 2

Gr 3

2009-2010

902

902

928,5 928,5 1004,5 1004,5 1004,5 1004,5 7679 (7520)

2010-2011

898

898

925

925

1003

1003

1003

1003

7658 (7520)

2011-2012

900,5 900,5 922

922

1000

1000

1000

1000

7645 (7520)

2012-2013

863

925

1001

1001

1001

1001

7580 (7520)

2013-2014

844,5 844,5 922,5 922,5 1000

1000

1000

1000

7534 (7520)

2014-2015

919

919

919

919

999

999

999

999

7672 (7520)

2015-2016

840

840

920

920

1000

1000

1000

1000

7520

863

925

Gr 4

Gr 5

Gr 6

Gr 7

Gr 8

Totaal

Rooster gymlessen 2015-2016

Dinsdag

Donderdag

Vrijdag

Tijd

Groep

09.00u – 10.00u 10.00u – 11.00u 11.00u – 12.00u 13.00u – 14.00u 14.00u – 15.00u 09.00u – 10.00u 10.15u – 11.00u 11.00u – 12.00u 13.00u – 14.00u 14.00u – 15.00u 09.15u – 10.15u

7-8 1-2 4-5 (2)- 3 5-6 5-6 (2)-3 7-8 (uit Noorbeek) 4-5 7-8 1-2


6

Vakanties en vrije dagen: De vakanties en vrije dagen worden per schooljaar vastgesteld. De data van de zomervakantie worden door het ministerie van onderwijs bepaald, waarbij een landelijke spreiding wordt beoogd (niet alle regio’s in dezelfde periode). De data van de overige vakanties en vrije dagen worden door het schoolbestuur vastgesteld, na overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Er is een overleg van alle schoolbesturen in de regio Zuid-Limburg, zowel van het primair als van het voortgezet onderwijs, dat o.a. zorgt voor één vakantieregeling (voor 4 schooljaren) voor alle scholen in de regio. Verwacht wordt dat alle schoolbesturen en scholen zich aan deze regeling houden. Daarbij is wel steeds een kleine ruimte voor eigen keuzes per schoolbestuur of zelfs per school (voor losse vrije dagen). Het definitieve vakantierooster wordt per school bepaald, binnen de bovenschools vastgestelde kaders. Dit vakantierooster wordt door de directeur van de school vastgesteld, na overleg met de medezeggenschapsraad. Het vakantierooster van schooljaar 2015-2016 kunt u vinden onder het kopje informatie op onze website. www.sintjoseph-mheer.nl Vieringen, activiteiten, feesten: Kinderboekenweek Woensdag 07-10-2015 Sinterklaasfeest Vrijdag 04-12-2015 Kerstviering op school Let op: continurooster voor groep 5 t/m 8! (Leerlingen gaan naar school tot 14.00 uur, middagpauze vervalt.) Vrijdag 18-12-2015 Carnavalsmiddag voor alle leerlingen! Vrijdag 05-02-2016 (maandagmiddag 01-02-2016 compensatieverlof voor groepen 1 t/m 4, i.p.v. vrijdagmiddag (05-022016) Sportdag (Koningsspelen 2016) Vrijdag 22-04-2016 Schoolkamp Groep 8 Dinsdag 21-06 t/m vrijdag 24-06 2016 Verkeerspraktijkdag juni 2016 Musical Groep 7-8 Woensdag 20-07- 2016 (om 10.30 uur voor leerlingen en om 19.00 uur voor genodigden van groep 7/8)


7

Rapporten en oudergesprekken: Leerlingen uit de groepen 1 t/m 8 krijgen driemaal per jaar een rapport. Het rapport is een weergave van de resultaten en vorderingen die uw zoon / dochter heeft gemaakt. Wij geven deze waardering in woordbeoordelingen voor groep 1 t/m 4 en punten voor groep 5 t/m 8. Daarnaast vermelden wij onze bevindingen over de betrokkenheid en inzet. De leerlingen geven zelf ook een beschrijving van hun ervaring en eigen inzet. In november is het eerste oudergesprek, gekoppeld aan de uitgave van het rapport. De methodegebonden toets resultaten en het sociaal emotioneel welbevinden van uw kind in de nieuwe groep wordt besproken. Bij rapport 2 (februari/maart) en 3 (juli) hangt het tijdstip van uitgave samen met de vorderingen van de CITO deeltoetsen. Rapport 1: Dinsdag 24-11-2015 Oudergesprekken in de week van: 30-11 t/m 04-12-2015 Rapport 2: Dinsdag 15-03- 2016 Oudergesprekken in de week van: 21-03 t/m 25-03-2016 Rapport 3: Dinsdag 19-07-2016 Oudergesprekken (indien nodig) in de week van: 11-07 t/m 15-07-2016 Voor de adviesgesprekken van groep 8 en de voorlopig adviesgesprekken van groep 7 ontvangt u te zijner tijd een uitnodiging. De CITO eindtoets zal plaatsvinden op dinsdag 19, woensdag 20 en donderdag 21 april 2016. Klassikale ouderavond Dinsdag 08-09-2015 worden er klassikale ouderavonden georganiseerd voor alle groepen. Ouders worden dan geïnformeerd over de dagelijkse gang van zaken in de groepen en de werkwijze in het betreffende leerjaar. Meer informatie in de eerste nieuwsbrief van het nieuwe schooljaar.


8

Citoscore schooljaar 2014 – 2015 Sint Joseph 1. Schoolscores eindtoets:

2015 2014 2013 2012

Aantal leerlingen 19 11 24 21

Deelname Cito 19 10 24 21

Standaardscore ongecorrigeerd 540,2 534,7 535,9 537,7

Landelijk gemiddelde 535,3 534.4 534,7 535.1

De scores zijn gebaseerd op de schoolscores vergeleken met schoolscores van scholen met gelijke populatie. Het landelijk gemiddelde is in 2015 weer hoger dan de afgelopen 2 jaren. Wij zijn zeer tevreden met de resultaten van onze leerlingen over het jaar 2014-2015. Onze school scoort met een gemiddelde standaardscore van 540,2 ruim boven het landelijk gemiddelde en heeft hiermee naar verwachting gescoord. Dit baseren wij op de resultaten van de leerlingen door de jaren heen, methode- en cito-gebonden toetsen, observaties en gesprekken met betreffende ouders en leerlingen Maar ook de schoolpopulatie, zij-instroom, gedragskenmerken en specifieke onderwijsbehoeften spelen een rol. Eindadviezen in relatie tot Cito Eindtoets Het eindadvies van de basisschool is gebaseerd op het leerlingvolgsysteem, de sociaalemotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerlingen. De uitslag van de Cito Centrale Eindtoets vanaf 2015 heeft een ondersteunende rol bij het bepalen van het definitieve advies voor het voortgezet onderwijs. Het Cito LOVS is leidend voor advisering en plaatsing. Onze conclusie is dat de eindtoets uitslag 2015 aansluit bij ons eerder afgegeven eindadviezen eerder in het schooljaar. Hier zijn we tevreden over. Wij streven er naar het hoogst haalbare uit de leerlingen te halen. Op basis van eerder genoemde uitgangspunten die voorspellingen doen over de verwachte uitstroom denken wij voor komend schooljaar 2015-2016 rond op of op het landelijke gemiddelde uit te komen. Tijdens de voorlopige adviesgesprekken is met ouders gesproken over het individuele plan van aanpak van de leerlingen per vakgebied. In groep 8 komend jaar zullen deze ten uitvoer worden gebracht. Doelstellingen zijn het behalen van de referentieniveaus bij rekenen en begrijpend lezen. (1S/2F en hoger) Voor enkele leerlingen waarbij het minimumdoel 1F niet haalbaar lijkt wordt een ontwikkelingsperspectief vastgelegd per individu. Populatie in relatie tot opbrengsten De leerling-populatie op onze school kenmerkt zich door een diversiteit aan opleidingsniveau bij ouders. Zo is 49% hoger geschoold en volgde 35% een middelbare beroepsopleiding 7% een (voorbereidende) beroepsopleiding, ca 3% volgde de Mavo en basisonderwijs. We brengen de leerbehoeften van de kinderen 3x per jaar in kaart, zodat we kunnen blijven anticiperen op de verschillende niveaus en manieren van leren bij kinderen. De opbrengsten zijn afgelopen jaar weer gestegen, ruim boven landelijke gemiddeld, dat stemt ons tevreden.


9

Opleidingsniveau St. Joseph d.d. mei 2015 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

WO/Universiteit HBO (hieronder valt ook HTS/HEAO) MBO (hieronder valt ook MTS/MEAO/MAS/MDS) LBO (Basis beroeps) HAVO MAVO Basisschool Niet bekend

17% 32% 35% 7% 0% 2% 1% 5%

Opleidingsniveau ouders 1% 2% 1% 17%

5%

Geen/onbekend

7%

Basisschool MAVO SVO

32%

35%

LBO MBO HBO WO


10

Informatieavond rondom het voortgezet onderwijs: Op 09-11-2015 wordt er voor het hele cluster Sint Brigida, Sint Gertrudis en Sint Joseph een informatieavond gehouden voor ouders van leerlingen van groep 8 rondom het voortgezet onderwijs. Meer informatie volgt. Overzicht projecten: Regelmatig besteden wij naast de reguliere lessen aandacht aan projecten. Kinderboekenweek De kinderboeken week is van 7 t/m 18 oktober 2015. We besteden dan extra aandacht aan kinderboeken, schrijvers en doen dit alles in het kader van het thema dat centraal staat tijdens de Kinderboekenweek. Project gezonde voeding Tijdens dit project willen we de kinderen leren wat gezonde voeding is, hoe je ervoor kunt zorgen dat je gevarieerd eet en waarom het belangrijk is dat je gezond voedsel eet. Project goede doel Als school worden wij overstelpt met vragen om deel te nemen aan goede doelen. We stellen 1 doel centraal en alle leerlingen en ouders worden dan betrokken in dit project om samen een goed doel te steunen. Dit gebeurt in samenwerking met de leerlingenraad. Het goede doel project is aan de beurt in schooljaar 2015-2016.


11

Ouderbijdrage: Voor het onderwijs bij basisschool Sint Joseph hoeven ouders geen financiële bijdrage te leveren. Deze kosten worden door de overheid betaald. Wel worden er extra activiteiten georganiseerd door de oudervereniging. Voor deze extra activiteiten wordt door de oudervereniging aan de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd. Deze vrijwillige bijdrage is o.a. voor: -buskosten en entreekosten schoolreis, Sint Nicolaas uitgaven, -traktaties bij de kerstviering, carnavalsfeest, Pasen, sportdag. -entree, consumpties en buskosten, excursies. -attenties voor sprekers, communicanten, zieke leerlingen, schoolverlaters of teamleden enz. De vrijwillige bijdrage wordt nog bekend gemaakt door de oudervereniging aan de start van schooljaar 2015-2016. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt u van de ouderraad een "schriftelijke overeenkomst tot betaling" voor deze vrijwillige ouderbijdrage. (conform het aantal kinderen dat de school bezoekt) U krijgt dan ook een overzicht van de activiteiten die uit deze bijdragen worden betaald. Tijdens de algemene ledenvergadering wordt middels een financieel verslag verantwoording afgelegd over het bestede geld. Overblijven: Alle afspraken en regels rondom overblijven vindt u in het Algemene deel van deze schoolgids (www.joseph-mheer.nl) Er zijn 2 vormen van overblijven : 1) De vaste overblijvers = € 1,50 per keer 2) De incidentele overblijvers = € 1,50 per keer Onze coördinator van overblijven is: - Regine Stevens (043-4571846) Onze vaste overblijfkrachten zijn: -

Ineke Wintjens Lieke Troisfontaine Désirée Deguelle Jolanda Custers

- Dominique Troisfontaine - Guillaumine Bastings - Jenny van den Houdt


12

Diversen: Bibliotheek data van schooljaar 2015-2016 zullen in de nieuwsbrief kenbaar worden gemaakt. De vaste uitleendag blijft op de woensdag.

Parkeerbeleid rondom de school Op onze school worden veel kinderen met de auto naar school gebracht en opgehaald. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties voor de kinderen zowel in de An Mhaereboam als in de Burg. Beckersweg. De verkeersdrukte is met name voor de school groot waardoor dit ten koste gaat van het overzicht van de verkeersbrigadiers. Wij vragen u dan ook om uw auto te parkeren op parkeerplaats van de voetbalclub en het laatste stukje te lopen met uw kind. Op die manier proberen we de drukte (auto´s, fietsers, voetgangers) te spreiden zodat er veiligere situaties ontstaan. Schoolplein Belangrijk om te vermelden: na schooltijd, tijdens de weekenden en tijdens vakanties is het schoolterrein, en ook de speelplaats verboden terrein voor iedereen. Dit voor ieders eigen veiligheid. Gym Uit hygiënisch oogpunt is het noodzakelijk dat de kinderen sport- / gymkleding hebben. Voor groep 1 en 2 worden instappers of gymschoenen met klittenband geadviseerd. (geen zwarte zool) Ziet u erop toe dat de kinderen regelmatig de gymkleding mee naar huis nemen om te laten wassen. Kan uw kind niet deelnemen aan de lessen bewegingsonderwijs, laat u het dan weten door middel van een briefje.


13

Namen, adressen, telefoonnummers: De school:

Sint Joseph Burgemeester Beckersweg 45 6261 NX Mheer tel: 043-4571516 e-mailadres: [email protected]

Samenstelling van het schoolteam: (Let op de opbouw van de emailadressen zijn verschillend. [email protected] of [email protected])

Functie

Naam

E-mailadres

Directrice

Mevr. Jessica Schuil

[email protected]

IB-er

Mevr. Nicolle Ploemen

[email protected]

MT-er

Dhr. Charles Dello

[email protected]

Mevr. Annelies Steijns

[email protected]

Mevr. Martine Kaanen

[email protected]

Mevr. Yvonne Backbier

[email protected]

Mevr. Margriet Hulskamp

[email protected]

Mevr. Sanne van Boekhold

[email protected]

Mevr. Audrey Nelis

[email protected]

Mevr. Suzanne Smits

[email protected]

Mevr. Christel Stevens

[email protected]

Mevr. Chantal Starren

[email protected]

Mevr. Margriet Hulskamp

[email protected]

Conciërge

Dhr. Jo Offermans

[email protected]

Administratief medewerker

Mevr. Ria Theunissen

[email protected]

Groep 1-2

Groep (2)-3

Groep 4-5

Groep 5-6

Groep 7-8

Contact Noodnummer: 06-43016390 Leerkrachten kunt u buiten schooltijd telefonisch bereiken op school of via de e-mail. In noodgevallen kunt u telefonisch contact opnemen met de directeur en/of mt-er of bellen naar het noodnummer. Jessica Schuil Charles Dello

06-15 86 39 89 of 043 – 321 3613 06-46 38 82 85


14

De samenstelling van de oudervereniging: Voorzitter Danielle Essers tel: 043 457 4887

Secretariaat Marjo van den Brink tel: 043 457 2658

Penningmeester Brigitte Lardinois en Jolanda Soudant tel: 043 457 1210

Overige Leden Tyche Crutzen Linda Knoppen Dominique van Dijk Charlotte Bastings Namens team: Margriet Hulskamp. Contactpersoon overblijven Regine Stevens: 043-4571846/ 0611850566 of [email protected] Jambo De stichting kom Leren heeft een samenwerkingsverband met de Jambo voor de naschoolse opvang. Bij Jambo worden de kinderen na school zoals gebruikelijk opgevangen. Meer informatie vindt u op de website van Jambo. www.kinderopvangjambo.nl Contactpersoon Culturele Commissie: Yvonne Backbier De samenstelling van de medezeggenschapsraad: Namens het team: Voorzitter Annelies Steijns [email protected]

Penningmeester Nader te bepalen

Lid Audrey Nelis Martine Kaanen

Secretaris Nader te bepalen

Namens de ouders: Anja du Chantinier Silvia Denis Inkie Struyk GMR van kom Leren De Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) bestaat uit leerkrachten en ouders van bij de stichting aangesloten scholen. Deze personen zijn gekozen door de MR van de scholen. De GMR dient voorstellen en ontwikkelingen te bekijken vanuit het algemeen belang van scholen, ouders, leerkrachten en leerlingen van de stichting, niet vanuit het perspectief van één school. In het Medezeggenschapsstatuut van kom Leren en in het Reglement van de GMR staat beschreven hoe medezeggenschap in de stichting is vastgelegd, wat taken, rechten en verplichtingen zijn van de GMR, het College van Bestuur en de MR-en. Er zijn 14 zetels in de GMR van kom Leren. Momenteel zijn 13 plaatsen ingevuld. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter (Jean-Pierre Guyaux), secretaris (Antoinne Beijers) en penningmeester (Jim Jackman) en wordt ondersteund door een ambtelijk secretariaat (Ariane Schut).


15

Overige namen, adressen en telefoonnummers: Inspectie: Rijksinspectie (RIK) Roermond BaO II Postbus 1280 6040 KG Roermond 0475 - 391333 Jeugdarts: G.G.D. Zuidelijk Zuid-Limburg Marion Debougnoux Drs. Marion A.W.G. Debougnoux Jeugdarts / Arts Maatschappij en Gezondheid Jeugdgezondheidszorg Unit Heuvelland T 043-8506693 M 06-22231008 Bereikbaar: di en do 9.00 - 17.00 uur / vr 9.00 - 13.00 uur [email protected] Stichting kom-Leren is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie onderwijs Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: (030) 280 95 90 Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: Tel: 0800 –0851 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs Tel: 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief) Contactpersoon De contactpersoon is voor iedereen die betrokken is bij de school het eerste aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de schoolsituatie, bijvoorbeeld over pedagogisch klimaat, begeleiding van leerlingen, toepassing van een strafmaatregel, (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een medewerker die zijn handen niet thuis kan houden, enzovoorts. Bij de behandeling van een klacht zet de contactpersoon de procedure in werking. De contactpersoon controleert en bewaakt of een klacht volgens de procedure juist wordt behandeld, maar bemiddelt niet tussen klager en aangeklaagde. Voor de procedure, zie het stappenplan in de klachtenregeling van kom Leren De contactpersoon namens het team is Martine Kaanen. De contactpersoon namens de ouders volgt in het nieuwe schooljaar. Vertrouwenspersoon Het bestuur beschikt over één onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure.


16

De vertrouwenspersoon is: Inge Pouw : 06-38316425 Overige informatie Klachtenregeling: Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen ouders en leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen. Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze nieuwe wetgeving, omdat klachten door team en directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligheid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot belang. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Een exemplaar van dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij de contactpersoon van de school en is te downloaden op de website: www.komleren.nl Gedragscode Stichting kom Leren en onze school werken aan een veilige school: een school waar het voor iedereen prettig werken en leren is. Goede relaties tussen allen die in de school werken en afspraken over hoe je met elkaar omgaat, zijn daarbij heel belangrijk. Een school kan niet zonder afspraken. Voor kinderen kennen wij schoolregels en voor volwassenen is een gedragscode opgesteld. Het naleven van de afspraken in deze gedragscode zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Een schoolklimaat dat zich kenmerkt door veiligheid, acceptatie, respect en vertrouwen is een voorwaarde voor alle leden van de schoolgemeenschap om optimale leer- en werkprestaties te kunnen leveren. Voorop staat dat iedereen op school gelijkwaardig is en dat er geen enkel onderscheid gemaakt wordt in de manier waarop we elkaar benaderen. Met ‘elkaar’ bedoelen we de relaties tussen leerlingen onderling, leerlingen en volwassenen en volwassenen onderling. Onder volwassenen verstaan wij ouders, personeel, stagiaires en vrijwilligers op school. Tevens alle volwassenen van aan school verbonden organisaties, als Buitenschools Opvang, Peuterspeelzalen, bibliotheken e.a. Het doel van de gedragscode van kom Leren is dat:  duidelijk is wat we van elkaar in school verwachten;  duidelijk is welk gedrag kan en welk gedrag niet kan;  we elkaar kunnen aanspreken op het naleven van de afspraken;  het personeel van de school aan de ouders of verzorgers kan uitleggen hoe het omgaat met de leerlingen;  vóór er een problematische situatie ontstaat, duidelijk is hoe de regels zijn;  overtreding van de regels getoetst kan worden aan de Gedragscode;  bij overtreding de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Voor personeel gelden de afspraken in de CAO PO onder het hoofdstuk “ordemaatregelen en disciplinaire maatregelen”. Op de scholen van kom Leren houdt men zich aan de volgende kaders: 1. Wij werken aan een goed en veilig leer- en werkklimaat. 2. Wij werken in een open communicatie, waarbij zorgvuldigheid een leidraad is. We lossen problemen op door erover te praten. 3. Wij nemen elkaar serieus en helpen elkaar waar dat nodig is. 4. Wij hebben respect voor de persoonlijke levenssfeer van de ander.


17

5. Wij zijn ons bewust van de kwetsbare en afhankelijke relatie tussen leerling en volwassene en tussen leerlingen en volwassenen onderling. 6. Wij houden ons aan het social media protocol en privacyprotocol en spreken elkaar hierop aan wanneer dat niet wordt gedaan. U treft deze aan op www.kom-leren.nl 7. Wij vertonen professioneel gedrag, gerelateerd aan schoolse activiteiten. Veiligheidsplan Onderwijsinstellingen moeten over een veiligheidsplan beschikken. Dit plan heet ook wel het plan voor veiligheid, gezondheid en milieu. In het veiligheidsplan staat wat de school doet aan de:  

fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw); sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld);

In dit plan zijn een aantal school specifieke beleidszaken geformuleerd. Deze zijn op school in te zien. Binnen kom Leren is een stichtingsbeleid geformuleerd voor de volgende onderdelen.  Klachtenregeling  Afspraken rondom privacy  Registratie rondom school en ziekteverzuim  Infovoorziening voor gescheiden ouders  Aanpak agressie en geweld  Pestprotocol  Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld  Protocol rouwverwerking  Protocol medicijnverstrekking school Deze zijn te bekijken op de website van www.kom-leren.nl Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Wanneer kinderen vier jaar zijn, kunnen ze tot de basisschool worden toegelaten. In de twee maanden gelegen tussen de leeftijd van 3 jaar 10 maanden en 4 jaar, mag een kind maximaal 5 dagen naar school komen. Deze regeling is bedoeld om kinderen alvast aan de nieuwe situatie te laten wennen, alvorens ze definitief tot school worden toegelaten. Afspraken hierover worden door de betreffende leerkracht gemaakt. Voor aanmelding vindt er altijd eerst een gesprek plaats tussen de directie en de ouder(s)/verzorger(s). Er dient bij aanmelding een aanmeldingsformulier te worden ingevuld dat door minstens één van de ouders/verzorgers dient te worden ondertekend. Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) van een andere school op onze school willen overplaatsen wordt er altijd contact opgenomen met de vorige school. Mocht een leerling specifieke onderwijsbehoeften hebben, dan gaan wij samen met ouders op zoek naar een geschikt onderwijsarrangement. In sommige gevallen zal een andere persoon aansluiten om met ons mee te kijken en een goed besluit te nemen. Deze persoon zal de ouders begeleiden in het plaatsingstraject. Hoe dit precies in zijn werk gaat, kunt u lezen in de regeling “Toelating, schorsing en verwijdering” en ligt ter inzage op school. Deze is ook te downloaden op de website van kom-Leren: www.komleren.nl De beslissing over schorsing en verwijdering van leerlingen ligt bij het bevoegd gezag, nadat de school en eventueel de ouders/verzorgers hierover zijn gehoord. Indien een leerling om welke reden dan ook niet meer toegelaten kan worden tot onze school kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering van deze leerling. Het bevoegd gezag dient wel alles in het werk te stellen een andere school bereid te vinden deze leerling op te nemen. Indien dit ondanks alle inspanningen niet lukt, is het bevoegd gezag gerechtigd na 8 weken deze leerling toch van school te verwijderen.


18

Passend Onderwijs Zorg voor leerlingen in het kader van Passend Onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014- 2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s: -Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep -Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep -Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen -Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten -Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

19

website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland P3105 Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: [email protected] Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Passend Onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van leerlingen en wat er nodig is om het onderwijs te geven dat daarbij past. Dat kan met extra ondersteuning in de klas of het inrichten van nieuwe voorzieningen, maar kan ook in het speciaal onderwijs plaatsvinden. Onderwijs op maat is nodig om elke leerling tot zijn recht te laten komen. Passend Onderwijs biedt deze ruimte. In het schoolondersteuningsprofiel stelt iedere school vast welke extra ondersteuning de school kan bieden, aanvullend op de basisondersteuning die alle scholen in het samenwerkingsverband bieden. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de leerkracht en de IB-er op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. In sommige gevallen zal een andere persoon aansluiten om mee te kijken en een goed besluit te nemen. Deze persoon zal de ouders begeleiden in het plaatsingstraject. Hoe dit traject in zijn werk gaat, kunt U bij de school opvragen. Meer informatie over ons schoolspecifieke schoolondersteuningprofiel (sop) kunt u op onze website vinden. Heeft u voor eind september vragen hierover, meldt u zich dan alstublieft bij onze ib-er. Ontwikkelingsperspectief Scholen zijn verplicht een ontwikkelingsperspectief op te stellen, wanneer kinderen de einddoelen van de basisschool niet halen. In een ontwikkelingsperspectief staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. In het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen in het basisonderwijs wordt ook beschreven welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. Het ontwikkelingsperspectief wordt door de leerkracht en de Intern Begeleider opgesteld. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor u als ouders/verzorgers: u kunt de school van informatie voorzien over de situatie thuis of eerdere begeleiding op een andere school.


20

Het ontwikkelingsperspectief wordt in overleg met de ouders vastgesteld. Ook daarna wordt er regelmatig (tenminste jaarlijks) overleg gevoerd met ouders en de leerling. Als daar aanleiding voor is wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en informatie over het SOP van BS Sint Joseph. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een realistisch beeld van de ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend Onderwijs kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Het is de bedoeling dat ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zonder administratieve rompslomp, op basisscholen toegankelijk moet zijn. Daarom is alle ondersteuning tot aan een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs te rekenen tot basisondersteuning. De mate waarin de school momenteel die basisondersteuning op eigen kracht of met hulp van externe deskundigen kan bieden, is af te lezen uit het schoolondersteuningsprofiel. Basisondersteuning omvat vier ankerpunten. De school verbindt zijn ontwikkelingslijnen aan de ankerpunten van de basisondersteuning. Niet elke lijn hoeft even strak gespannen te zijn. De trekspanning tussen beiden kan afhankelijk zijn van de windrichting (kenmerken leerlingenpopulatie), de windkracht (pedagogisch en didactisch concept), de stroomsterkte (sociaal-demografische ligging in de wijk of regio) en het getij (krimp of groei). De vier ankerpunten zijn: 1.Kwaliteitsstandaard Bij de bepaling van de kwaliteitsstandaard gebruiken we het basisarrangement en de kwalificatie op de “zorgindicatoren” van het vigerend toezichtkader van de onderwijsinspectie (2012). 2.Planmatig en handelingsgericht werken In aanvulling op de standaarden uit het vigerend toezichtkader zijn er indicatoren voor planmatig en handelingsgericht werken geformuleerd. 3.Specifieke ondersteuning De school heeft een aanbod voor preventieve en licht curatieve basisondersteuning afgestemd op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 4.Ondersteuningsstructuur Aangegeven wordt met welke deskundigheid de school autonoom basisondersteuning kan bieden of basisondersteuning met behulp van netwerkpartners (andere basisscholen of ketenpartners) tijdig, flexibel en adequaat kan ontsluiten. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is dat het inzicht verschaft in de kwaliteit van de basisondersteuning van de school op dit moment. Alle ondersteuningsprofielen samen geven het samenwerkingsverband een overzicht van de mate waarin er wordt voorzien in een dekkend aanbod. Het schoolondersteuningsprofiel is integraal onderdeel van het schoolplan. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor communicatie met ouders en anderen. Het SOP van basisschool Sint Joseph Het SOP is te vinden op onze website: www.sintjoseph-mheer.nl Een meer leesvriendelijke versie zal begin schooljaar 2015-2016 ook ter aanvulling te vinden zijn op de website. Basisschool Sint Joseph is een kleine school met combinatieklassen. De leraar moet instructie aan twee groepen kinderen geven en daarbinnen kunnen differentiëren op minimaal 3 niveaus. Dat vergt veel van een leerkracht. Als er meer zorgleerlingen op school komen dan wij normalerwijs in onze dorpsschool binnen krijgen, moet er concrete ondersteuning komen in de vorm van expertise en mankracht vanuit het Samenwerkingsverband en/of ondersteuning van ouders. Het welzijn van onderwijs aan de individuele leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften mag niet ten koste gaan van de rest van de leerlingen.


21

Onderwijsconcept BS Sint Joseph “WIJ HEBBEN VERTROUWEN IN ELKAAR. IK DENK MEE EN IK TEL MEE. IK KAN LEREN EN IK WIL LEREN" Deze visie is ontwikkeld door het team in nauwe samenwerking binnen een 3-cluster van scholen. Op deze manier bundelen we onze krachten, gebruikmakend van elkaars kwaliteiten en bieden we tegelijkertijd het hoofd aan teruglopende leerlingenaantallen t.g.v. de krimp in de regio. De intensieve samenwerking zie je terug in het onderwijsaanbod, leerlingenraad, nascholing team(s) en specialisaties, directie en Intern Begeleiding. De resultaten zijn goed. We halen eruit wat er in zit. De toetsscores die kinderen halen, passen bij hun capaciteiten. Ieders mogelijkheden, interesses worden gewaardeerd. Kinderen moeten enerzijds zelfstandig leren werken vanuit de eigen talenten, anderzijds ook de meerwaarde zien van samenwerken. Leerbehoeften worden 3x per jaar in kaart gebracht om te kunnen afstemmen op deze diverse leerstijlen. Wat biedt de school als basisondersteuning? -Wij hechten veel waarde aan een veilig onderwijsklimaat. Orde, rust, voorspelbaarheid en aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling zorgen ervoor dat gedragsproblemen binnen de huidige populatie weinig voorkomen en hanteerbaar blijven. -BS Sint Joseph is in staat om kinderen in de basisvakken: lezen, rekenen en taal een passend aanbod te doen. -Er wordt een degelijke instructie op diverse manieren (interactief, coöperatief) gegeven, waarbij de kinderen actief betrokken zijn. Na een geleide oefening, eventueel gevolgd door extra instructie in een kleine groep, verwerken de kinderen zelfstandig de leerstof. De leraar of de kinderen zelf kijken het werk na. Feedback volgt. De leraren noteren welke kinderen de volgende keer, als een soortgelijk vraagstuk aan de orde wordt gesteld, speciale aandacht nodig hebben. Zo kunnen we spreken van "groepsplannen" voor een groep kinderen die qua samenstelling kan wijzigen. Wij werken met het dyslexieprotocol. Kinderen worden tijdig herkend als ze dreigen uit te vallen bij het lezen. Extra oefenen in de klas, buiten de klas met een maatje en thuis, zorgen ervoor dat de meeste kinderen snel leren lezen. -De (meer- en/of hoog)begaafde kinderen krijgen een passend aanbod. -De zorgstructuur is in orde


22

Wat kan de school als extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften bieden? We verwijzen verder naar de onderstaande tabellen. Het uitgebreide SOP staat op de website.


23

Het jaaroverzicht Augustus Eerste schooldag Maandag 31-08-2015 September Klassikale informatieavond Dinsdag 08-09-2015 Oktober Studiedag leraren Woensdag 14-10-2015 Kinderpostzegels (groep 7-8) Start Kinderboekenweek Woensdag 07-10-2015 (thema Raar Maar Waar) Herfstvakantie 26-10-2015 t/m 30-10-2015 November Maandag 09-11-2015 Cluster Informatieavond rondom voortgezet onderwijs in Mheer. (ouders groep 8) Rapport 1: Dinsdag 24-11-2015 Oudergesprekken week 1: 30-11 t/m 04-12-2015 December Sinterklaas Vrijdag 04-12-2015 Kerstviering op school Vrijdag 18-12-2015 Kerstvakantie 21-12-2015 t/m 01-01-2016


24

Februari Carnavalsmiddag voor alle leerlingen! Vrijdag 05-02-2016 (maandagmiddag 01-02-2016 compensatieverlof voor groepen 1 t/m 4, i.p.v. vrijdagmiddag 05-02-2016) Carnavalsvakantie 08-02-2016 t/m 12-02-2016 Studiemiddag voor alle leraren, leerlingen vrij. Maandagmiddag 29-02-2016

Maart Rapport 2 Dinsdag 15-03-2016 ‘kom Leren’ dag (alle leerlingen van het 3 cluster vrij) Woensdag 16-03-2016 Oudergesprekken week 2 21-03 t/m 24-03-2016 Paasviering Donderdag 24-03-2016 Goede vrijdag (dit jaar hebben alle leerlingen vrij) Vrijdag 25-03-2016 Paasverlof (alle leerlingen vrij) Maandag 28-03 en dinsdag 29-03-2016 April Cito eindtoets groep 8 19-04-2016 t/m 21-04-2016 Koningsspelen Vrijdag 22-04-2016 Meivakantie (in deze vakantie valt Hemelvaart) 25-04-2016 t/m 06-05-2016

Mei Communie 01-05-2016 Pinksterverlof (Bronk Banholt) Maandag 16-05 en dinsdag 17-05-2016. Woensdag 18 mei: start om 10.30u Bronk Mheer Maandag 23-05 en woensdag 25-05 vrij.


25

Juni Schoolkamp Dinsdag 21-06-2016 t/m vrijdag 24-06-2016

Juli Rapport 3 Dinsdag 19-07-2016 Musical Woensdag 20-07-2016 Zomervakantie 25-07-2016 t/m 02-09-2016 (Maandag 05-09-2016 start het nieuwe schooljaar)


26

Inhoud algemeen gedeelte schoolgids 2015-2016 1 Algemeen gedeelte van schoolgids

29

2 Organisatie 2.1 Bevoegd gezag 2.2 Missie / visie stichting kom Leren 2.3 Bestuur 2.4 Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) 2.5 Medezeggenschapsraad (MR) 2.6 Oudervereniging 2.7 Vertrouwenspersoon 2.8 B.S.O Jambo

30

3 Basisschool “Sint Joseph” 3.1 Algemeen 3.2 Gebouw 3.3 Missie / Visie

33

4 Onderwijs 4.1 Wet Primair Onderwijs (W.P.O.) 4.2 Organisatie van de groepen 4.3 Hoe volgen wij uw kind? 4.4 Resultaten van het onderwijs 4.5 Rapporten 4.6 Kwaliteitsverbetering 4.7 Zelfstandig werken en coöperatief leren 4.8 Vakken en vakinhouden 4.9 Huiswerk 4.10 Begeleiding naar het V.O. (voortgezet onderwijs) en O.W.K.R (onderwijskundig rapport) 4.11 Externen: Inspectie van onderwijs

34

5 Zorg 5.1 Passend onderwijs 5.1.1 School ontwikkelingsprofiel SOP 5.1.2 Plaatsing leerlingen met specifieke behoeften (procedure) bijv.: dyslexie, autisme, meer- hoogbegaafden enz.

48

5.2 Leerlingenzorg: 1 zorgroute Niveaus van zorg Onderwijs op maat Aandachtspunten meerbegaafde leerlingen Aandachtspunten leerlingen met dyslexie Intern begeleider Expertise op school Het ontwikkelingsperspectief De rol van de groepsleerkracht De rol van de interne begeleider

53

5.5 Continue ontwikkeling van de leerling 5.5.1 Doublure 5.5.2 Groep overslaan 5.5.3 Onderwijs bij langdurige ziekte 5.5.4 Protocol groep 2 naar groep 3

58


27

5.5.5 Speciaal onderwijs 5.6 Externen deskundigen Zorgteam Zorgteam op schoolniveau Samenwerkingsverband Passen Onderwijs Zuid GGD Logopedie Afspraken omtrent R.T. tijdens schooltijd.

60

6 Leerkrachten 6.1 Expertise nascholing 6.2 Klassenconsultatie 6.3 Stagiair(es) 6.4 Vervangingen

66

7 Ouders 7.1 Klassikale ouderavond 7.2 Ouderhulp 7.3 Nieuwsbrief 7.4 Klachtenregeling 7.5 Regeling seksuele intimidatie

68

8 Praktische zaken 8.1 Aanmelding, kennismaking nieuwe leerlingen 8.2 Zindelijkheid bij kleuters 8.3 Vakanties en vrije dagen 8.4 Verlof aanvragen en leerplicht 8.5 Afmelden van leerlingen 8.6 Verkeer rondom de school 8.7 Vervoer 8.8 Verzekeringen 8.9 Bedrijfshulpverleners (BHV) 8.10 Rouwprotocol 8.11 Overblijven 8.12 Eten en drinken 8.13 Traktaties 8.14 Roken 8.15 Bibliotheek in de school 8.16 Jeugdtijdschriften 8.17 Schoolkrant 8.18 Schoolfotograaf 8.19 Schoolkamp 8.20 Sponsoring

69

Tot slot

84


28

1 Algemeen gedeelte van schoolgids Beste ouders/verzorgers, Met dit algemene gedeelte van onze schoolgids geven wij u inzicht in ons dagelijkse werk en proberen wij u op alle mogelijke gebieden uitleg over onze school te geven. In dit algemeen deel van de schoolgids geven wij u informatie over wat u als ouder van onze school kunt verwachten en wat de school u en uw kind te bieden heeft. Deze gids geeft aan waar de school voor staat. Wij geven informatie over het onderwijs dat op onze school wordt gegeven en wij proberen u een indruk te geven over de manier waarop dat gebeurt. Heeft u nog vragen of wenst u nog meer informatie, dan vernemen wij dat graag. Met vriendelijke groet, Directie en team van basisschool Sint Joseph.


29

2 Organisatie 2.1 Bevoegd gezag Correspondentie met de algemeen directeur en/of met het schoolbestuur kan verstuurd worden naar het bestuursbureau. Kom Leren Bestuursbureau Oranjeplein 201 6224 KV Maastricht T: 043-4100300 E: [email protected] I : www.kom-leren.nl Het schoolbestuur van de stichting ‘kom Leren’ We nodigen alle kinderen uit om bij ons te komen Leren. Leren met een hoofdletter “L”. Want kinderen in ontwikkeling Leren iedere dag op heel veel gebieden om te groeien als mens. kom jezelf ontdekken kom je talenten ontwikkelen kom de wereld onderzoeken kom je mogelijkheden verkennen kom Leren van succes kom Leren van fouten kom om echt gezien te worden kom om echt geaccepteerd te worden kom om echt gerespecteerd te worden kom om echt te Leren kom bij Stichting kom Leren en leer het beste uit jezelf te halen! Stichting kom Leren is een stichting die is ontstaan uit een fusie tussen Stichting jong Leren, een organisatie voor openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs in Zuid Limburg en Stichting Katholiek Onderwijs Mergelland, een organisatie voor katholiek primair onderwijs in het Heuvelland. De nieuwe stichting telt 23 scholen in Maastricht, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen en Valkenburg a/d Geul. Stichting kom Leren heeft ongeveer 400 personeelsleden in dienst en biedt onderwijs aan 4000 leerlingen. Stichting kom Leren wordt gespeld met een kleine ‘k’ omdat we kinderen van klein tot groot uitnodigen om bij ons te komen Leren met een hoofdletter ‘L’. Stichting kom Leren staat voor kwalitatief goed onderwijs, waarbij we de eigenheid van ieder kind niet uit het oog verliezen. 2.1 Missie/visie stichting kom Leren Wij beschouwen talentontwikkeling als onze opdracht Stichting kom Leren gaat ervan uit dat kinderen voortdurend en op verschillende manieren leren. Het onderwijs wordt zo ingericht dat het daarop inspeelt. De scholen bieden een rijke, boeiende, uitdagende en stimulerende leeromgeving. Het kind, zijn ontwikkelingsmogelijkheden en zijn leerstijlen staan centraal bij het aanbieden van het onderwijs dat het beste past. Het doel is de kinderen, door hun cognitieve, sociaal-emotionele en creatieve talenten te ontwikkelen, te brengen tot evenwichtige persoonlijkheden, die met zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsbesef hun plaats in de samenleving kunnen vinden. Wij zien onderwijs als mensenwerk De school is een mensengemeenschap, waarin mensen gezien en gehoord worden en waar men respectvol met elkaar omgaat. Personeelsleden zijn betrokken bij de kinderen en bij elkaar. Ze zijn bevlogen, bevoegd, bekwaam en onderhouden voortdurend hun professionaliteit. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

30

In de school vindt een vanzelfsprekende professionele dialoog met collega’s, leidinggevenden, ouders en anderen plaats, zodat ze met en van elkaar kunnen leren. Stichting kom Leren vult het werkgeverschap in vanuit het idee dat de personeelsleden het kapitaal van de organisatie vormen. 2.3 Bestuur De stichting kent 2 organen: Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en komt alle taken en bevoegdheden toe die wettelijk het bestuur van de stichting toekomen, met uitzondering van de taken en bevoegdheden die in de statuten en de wet expliciet aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de eenheid van het totale beleid en schept op bestuursniveau waarborgen ter bescherming van en bevordering van de denominatieve identiteit respectievelijk het openbaar karakter van de stichting en van de onderscheiden onder zijn beheer staande scholen en overige voorzieningen. Het College van Bestuur heeft zijn werkzaamheden vastgelegd in het bestuursstatuut. Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Dhr. R. Beaumont ( Voorzitter CvB) en dhr. Johan Linckens ( lid CvB) De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting alsmede het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd in het bestuursstatuut. De Raad van Toezicht wordt voorgezeten door dhr. E. van Helsland Bestuursbureau Het bestuur wordt ondersteund door beleidsmedewerkers op de terreinen personeelszaken, huisvesting en financiën, onderwijs en zorg. Eveneens is er een directeur audit en control aan het bestuursbureau verbonden. Directeurenberaad De directeuren van de scholen van de stichting vormen tezamen het directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan met een adviserende functie. De samenstelling van het schoolbestuur Stichting kom Leren kent een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. Het CvB vormt het bestuur van Stichting kom Leren. College van Bestuur  dhr. Rob Beaumont (voorzitter)  dhr. Johan Linckens (lid) Leden Raad van Toezicht  Voorzitter: dhr E. van Helsland  Lid: dhr. P. Vossen  Lid: dhr. E. Debie  Lid: dhr. H. Mulder  Lid: dhr. P. Breuls  Lid: dhr. M Hukkelhoven  Lid: mevr. M. Gans


31

2.4 en 2.5 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en Medezeggenschapsraad (MR) Op grond van de wet medezeggenschap op scholen (WMS) is aan onze school een medezeggenschapsraad verbonden. Deze wet maakt het mogelijk dat ouders en personeel invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de school en hun inspraak is vastgelegd. In de MR zitten vertegenwoordigers van de ouders en het personeel. De leden van de medezeggenschapsraad worden gekozen uit en door het personeel en uit en door de ouders. De zittingstermijn van de leden is 3 jaar. Daarna vinden er verkiezingen plaats. De raad bestaat uit vier leden. Er zijn twee afgevaardigden vanuit het personeel en twee afgevaardigden vanuit de ouders in de MR van onze school. Informatie en notulen vindt u op het prikbord beneden in de hal en op de website van SKOMergelland. Voor de namen van de leden van de medezeggenschapsraad verwijzen wij u naar het “Jaarlijks deel van de schoolgids”. Voor alle scholen van kom Leren samen is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In deze raad zitten afgevaardigde vanuit de oudergeleding en een afgevaardigde vanuit de personeelsgeleding. De GMR neemt vooral besluiten over zaken die alle scholen betreffen. 2.6 Oudervereniging De oudervereniging probeert via ouderparticipatie bij de ouders belangstelling te wekken voor het onderwijs van hun kind en hun betrokkenheid bij de school te bevorderen. Dit is het doel waarnaar de oudervereniging streeft. De oudervereniging assisteert bij het organiseren van diverse binnen en buitenschoolse activiteiten zoals, sinterklaas, kerstmis, carnaval, pasen, het schoolreisje en de sportdag. De oudervereniging komt tijdens het schooljaar regelmatig bij elkaar in aanwezigheid van een teamlid om de lopende zaken door te nemen. Daarnaast wordt er een maal per jaar een algemene jaarvergadering gehouden voor alle ouders waarin verslag wordt gedaan over de diverse activiteiten en verantwoording wordt afgelegd over de uitgaven. Ook wordt aangegeven waaraan in het komende jaar geld wordt uitgegeven. Bovendien is het de gelegenheid om informatie uit te wisselen en wensen kenbaar te maken. Omdat de leden van de oudervereniging niet alle taken op zich willen en kunnen nemen zullen we elk jaar weer proberen zoveel mogelijk ouders bij de diverse activiteiten te betrekken. Ouders kunnen zich opgeven om aan deze activiteiten deel te nemen. Ouders van de kinderen die in de loop van het schooljaar ingeschreven worden kunnen zich ook voor deze activiteiten opgeven. Bij de meeste activiteiten zal de oudervereniging zeker gebruik maken van het aanbod. Zodra de periode aanbreekt waarin de diverse activiteiten concreter voorbereid gaan worden, kunnen ouders een telefoontje verwachten om zaken verder af te spreken. Voor de samenstelling van de oudervereniging verwijzen wij naar het "Jaarlijks gedeelte van de schoolgids". Ouderbijdrage Uiteraard kosten alle extra activiteiten geld. Enkele kosten worden door de school gedragen maar er resteren nog diverse kosten waarvoor de oudervereniging een beroep moet doen op de ouders voor een financiële bijdrage. Deze kosten zijn o.a. : een collectieve ongevallenverzekering, traktaties bij sportdag; het Sinterklaasfeest, het carnavalsfeest, attenties voor communicanten, schoolverlaters, zieke of jubilerende teamleden; entree, consumpties en buskosten bij het schoolreisje enz. . Hoewel de bijdrage niet verplicht is, is het voor de oudervereniging heel moeilijk om alle extra activiteiten uit te voeren wanneer niet van alle ouders een financiële bijdrage wordt ontvangen. Voor de hoogte van de jaarlijkse vrijwillige bijdrage verwijzen wij naar het "Jaarlijks deel van de schoolgids".


32

2.7 Vertrouwenspersoon Het bestuur beschikt over één onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. De vertrouwenspersoon is: Inge Pouw : 06-38316425 2.8 B.S.O Jambo Onze basisschool heeft een voor- en naschoolse opvang. Voor meer informatie kunt u terecht op; www.kinderopvangjambo.nl 3 Basisschool “Sint Joseph” 3.1 Algemeen Onze leerlingen zijn (voornamelijk) afkomstig uit de dorpen Banholt en Mheer. Wij zijn een katholieke basisschool en hier ligt de basis van ons onderwijs. Dat betekent dat wij staan voor normen en waarden en elkaar respecteren. Wij vinden het belangrijk dat uw kind zich veilig voelt en met plezier naar school komt. Uw kind staat bij ons centraal en we zullen alles doen om onze leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling. Uw zorg is onze zorg! 3.2 Gebouw Het gebouw van basisschool St. Joseph is gelegen aan de Burgemeester Beckersweg 45 in Mheer. Bij dit gebouw hoort een royale speelplaats met kunststof speeltoestellen en met een gedeelte voor de kleuters waarbij een zandbak hoort. Tevens is aan de voorkant een fietsenstalling voor 100 fietsen. Er zijn twee ingangen naar het gebouw. Een aparte ingang is er voor de kleuters waardoor er ruimte en rust is tijdens de tijden waarop de leerlingen naar binnen en naar buiten gaan. In ons gebouw zijn 5 groepslokalen. Daarnaast maken leerlingen gebruik van een speelzaal, bibliotheekruimte en de gemeenschappelijke ruimte waar ook het overblijven plaatsvindt. Verder bevindt zich in het gebouw een directiekamer, een orthotheek waar de Interne Begeleider werkt, een kopieerruimte en de docentenkamer. Lichamelijke oefening wordt gegeven in de sportzaal van de Gemeente Eijsden – Margraten. Deze sportzaal ligt tegenover ons schoolgebouw. Sinds 2008 biedt de school ruimte aan na- en voorschoolse opvang, deze opvang is in handen van BSO Jambo. Met ingang van schooljaar 2013-2014 is ook peuterschool Boemelerke een ruimte gaan innemen in ons schoolgebouw. 3.3 Visie en missie Onze missie Basisschool Sint Joseph wil kinderen, in goede samenwerking met ouders en kindpartners, begeleiden naar zelfstandigheid in een veilige en uitdagende omgeving. Dit houdt in dat wij onze leerlingen op een prettige en gevarieerde wijze voorbereiden op de maatschappij. Hierbij staat de leerling centraal, houden wij rekening met individuele verschillen en proberen we zoveel mogelijk kansen te bieden aan onze leerlingen. Onze visie Basisschool Sint Joseph maakt deel uit van een driecluster. De andere scholen zijn Sint Gertrudis uit Sint Geertruid en Sint Brigida uit Noorbeek. Gezamenlijk dragen wij de visie: ‘Wij hebben vertrouwen in elkaar’ ‘Ik denk mee en ik tel mee’ ‘Ik kan leren en ik wil leren’


33

Uitgangspunten Deze visie is ontwikkeld door het team in nauwe samenwerking binnen een 3-cluster van scholen. Op deze manier bundelen we onze krachten, gebruikmakend van elkaars kwaliteiten en bieden we tegelijkertijd het hoofd aan teruglopende leerlingenaantallen t.g.v. de krimp in de regio. De intensieve samenwerking zie je terug in het onderwijsaanbod, leerlingenraad, nascholing team(s) en specialisaties, directie en Intern Begeleiding. De resultaten zijn goed. Kinderen die onze school verlaten, hebben geleerd wat ze in het PO moeten leren. De toetsscores die kinderen halen, passen bij hun capaciteiten. Ieder heeft z’n eigen mogelijkheden, interesses. Kinderen moeten enerzijds zelfstandig leren werken vanuit de eigen talenten, anderzijds ook de meerwaarde zien van samenwerken. Leerbehoeften worden 3x per jaar in kaart gebracht om te kunnen afstemmen op deze diverse leerstijlen.

4 Onderwijs 4.1 Wet op Primair Onderwijs (W.P.O) In de Wet op het Primair Onderwijs staat in een aantal artikelen beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. Ononderbroken ontwikkeling: De WPO geeft aan: ’Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen’. Dit betekent dat we als school naast een effectieve samenwerking in de voor- en vroegschoolse educatie ook zorg dragen voor vloeiende overgangen binnen de diverse groepen en de overgang tussen onze school en voortgezet onderwijs. De referentieniveaus voor taal en rekenen bieden ons hierbij een houvast voor het bepalen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen. Deze referentieniveaus sturen ons tevens bij het bepalen/uitwerken van onze onderwijsmethoden en toetsinstrumenten. Met de scores op deze toetsen kunnen we ons steeds vergelijken met scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie en met nationale streefniveaus. Het werken met het 1-zorgroutemodel, waarbij integraal de hieronder genoemde aspecten zijn opgenomen, vormt een centraal onderdeel bij ons streven te werken aan een ononderbroken ontwikkelingsproces. Aspecten:  De groepsorganisatie en het klassenmanagement (denk aan: klassikaal/clustering, combinatiegroep, jaarklasdoorbrekend) 

De mate van differentiatie (denk aan: ontwikkelingsgericht, basisstof-verrijkingsstofherhalingsstof model, tempodifferentiatie, jaarklasdoorbrekend)

De manier waarop vorderingen en de voortgangsbesprekingen worden bijgehouden, maar ook hoe met de conclusies wordt omgegaan. Deze onderdelen zijn ook direct gekoppeld aan de principes van opbrengstgericht werken. Brede ontwikkeling De WPO geeft aan: ‘Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (brede ontwikkeling)’. Artikel 8 lid 2 WPO. We realiseren ons dat bij de inrichting van ons onderwijs het belangrijk is om te streven naar een rijke leeromgeving: stimulerend en uitdagend. We streven ernaar om recht te doen aan de meervoudigheid van talenten bij kinderen (een brede ontwikkeling), een streven waar onze maatschappij naar vraagt als essentieel doel rond het inrichten van onderwijs dat wordt gekenmerkt door een duurzame kwaliteit. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

34

Bij een brede ontwikkeling gaat het erom dat kinderen zich ontwikkelen tot competente personen. Daaronder verstaan we het vermogen om te denken, te voelen en te handelen, dat kinderen helpt om greep te krijgen op de (sociale) wereld en daarin hun plaats te bepalen. De ontwikkeling op de diverse leerstofgebieden, die op grond van de wet onderwezen moeten worden en die er zorg voor dragen dat de verschillende terreinen van ontwikkeling aan de orde komen, is binnen onze school gewaarborgd in de aanwezige methoden die aan de kerndoelen voldoen. Echt brede ontwikkeling wordt optimaal ondersteund, als binnen deze leerstofgebieden kinderen kansen krijgen om op verschillende manieren zich de stof eigen te maken: variatie in werkvormen en instructie. Onze school legt hierbij de volgende accenten: We gebruiken coöperatieve werkvormen om de diversiteit van de werkvormen te vergroten, daarnaast werken we met een dag / weektaak waardoor kinderen zelfstandig kunnen werken aan taken waarvan ze de volgorde zelf bepalen. Voor godsdienst gebruiken we de methode ‘Reis van je leven’. De methode besteedt ook aandacht aan andere godsdiensten en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Middels het project ‘gezonde voeding’ en de constante aandacht in vooral de laagste groepen voor “gezonde” tussendoortjes is er zorg voor de gezondheid van kinderen en voor gezond eten. Multiculturele samenleving De WPO geeft aan: ‘Het onderwijs: gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal’. Artikel 8 lid 3 WPO. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: Actief burgerschap en sociale integratie Juist omdat er zo veel verschillende culturen en religies in Nederland zijn, is het belangrijk dat kinderen al vroeg leren over de waarden en normen in Nederland. De school kan hieraan een bijdrage leveren door kinderen op te voeden met waarden en normen die voor de inwoners van Nederland belangrijk zijn. Bij burgerschap draait het om de centrale vraag: “Wat is mijn verantwoordelijkheid en hoe ga ik vanuit die verantwoordelijkheid om met de wereld om me heen?” Burgerschap is geen vak, maar een manier van doen. Het is geen kennisgebied, maar een vorm van ervaringsleren: “Je leert het door het te doen.” Wij zijn en streven naar:  Een school waar oog is voor opvoeding, omdat wij ook het bijbrengen van normen en waarden belangrijk vinden. 

We gaan uit van opvoedkundige grondregels zoals respect voor elkaar.



Het hanteren van schoolregels.



Het beleid ten aanzien van pesten.



We spreken respectvol over andere geloven en/of levensbeschouwingen.


35

4.2 Organisatie van de groepen We werken op onze school met combinatiegroepen, dit komt voort uit het feit dat we te weinig leerlingen hebben om homogene groepen te maken. Het werken met combinatiegroepen biedt echter veel voordelen. Kinderen leren op deze manier van elkaar en kunnen elkaar helpen. Ook leren de kinderen al vroeg zelfstandig te werken. In de klas zitten de kinderen in groepjes of in tweetallen omdat dit mogelijkheden biedt tot samenwerking. De kinderen zitten zodanig dat ze de instructie van de leerkracht goed kunnen volgen. Tijdens toetsen zitten de kinderen in rijen, alleen. Registratie De school heeft een eigen systeem voor klassenregistratie opgezet voor de groepen 1 t/m 8. Elke groep heeft een groepsklapper waarin de leerkracht de onderwijsactiviteiten plant, in de vorm van een dagplanning. Daarnaast heeft iedere groep een klapper met leerlinggegevens. Daarin worden de resultaten van het onderwijs bijgehouden. Ook zijn hier de niveaus van zorg in terug te vinden. Zodat eventuele vervangers weten welk kind welke zorg nodig heeft tijdens de lessen. De registratieklappers zijn belangrijke elementen in de organisatie van het onderwijs. Invalkrachten kunnen zo snel op de hoogte gebracht worden over de gang van zaken in een groep. 4.3 Hoe volgen wij uw kind? 1. Het leerlingvolgsysteem. Wij volgen uw kind met het leerlingvolgsysteem. Dit is een methodische wijze van observatie, toetsing en verslaglegging, waarmee de resultaten van kinderen door de jaren heen nauwlettend in het oog gehouden worden. Om een overzicht te verkrijgen van de leervorderingen van de leerlingen, zowel individueel als van de gehele groep, maken we gebruik van methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen. Vanaf groep 1 worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar getoetst met landelijk genormeerde toetsen. We hanteren elk jaar een toetskalender. Hierin wordt vastgelegd: soort toets, frequentie en tijdstip van afname. De observatie is echter gericht op vele elementen: de resultaten van proefwerken en toetsen, maar ook andere zaken zoals gegevens van ouders, sociaal-emotionele ontwikkeling, taakgerichtheid, zelfstandigheid, mogelijkheid tot samenwerking en de houding tijdens de lessen en met betrekking tot huiswerk. Het gaat dus niet alleen om cijfers, maar om de totale indruk die een kind maakt. De verslaglegging gebeurt zorgvuldig. Van elk kind worden gegevens bijgehouden. Deze gegevens worden ingevuld op individuele, maar ook op groepslijsten. Hiervoor heeft onze school een leerling-archief met per leerling een dossier en daarnaast een groepsdossier. 

Het Pravooleerlingvolgsysteem Bij de groepen 1 en 2 hanteren we het Pravoo leerlingvolgsysteem. Dit is een apart leerlingvolgsysteem waarin het algemeen functioneren van het kind wordt gevolgd.



Het Cito- leerlingvolgsysteem In alle groepen vinden bij meerdere vakgebieden methodeonafhankelijke toetsen plaats van o.a. het Cito (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Hiervoor hanteren we het reeds genoemde leerlingvolgsysteem, waarmee we elk kind acht jaar lang volgen in zijn/haar ontwikkeling. Dit biedt ons waardevolle informatie over de vooruitgang van uw kind op leergebied en sociaal-emotionele ontwikkeling, in vergelijking met leeftijdgenoten in ons land.



SCOL In de groepen 3 t/m 8 wordt gebruikt gemaakt van de Sociaal Competent ObservatieLijst (SCOL). Middels het invullen van een leerkrachtenlijst en vanaf groep 5 een leerlingenlijst kunnen we de sociaal emotionele ontwikkeling volgen. Voor de groepen 1 en 2 worden de Pravoo gedragskaarten ingevuld. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

36



Het protocol Dyslexie We volgen het 'protocol dyslexie'. Hierdoor kunnen problemen op het gebied van lezen, spellen en dyslexie eerder gesignaleerd worden. Zo kan preventief gewerkt worden.

2. De voortgangscontrolebespreking (VCB) Al deze resultaten worden door de leerkracht met de Interne Begeleider (IB-er) besproken in een zogenaamd voortgangscontrolegesprek. Deze bespreking vindt 3 keer per jaar plaats. Aan de uitslagen van de toetsen en observaties verbinden we consequenties met betrekking tot onze instructie of ons onderwijsprogramma. Aan het einde van elke voortgangscontrolebespreking met de Interne Begeleider, worden afspraken gemaakt wat betreft de aanpak van ons nieuw aan te bieden onderwijs en onderwijs-op-maat. Welke vervolgstappen kunnen plaatsvinden? - een gesprek met ouders Indien we niet helder hebben waar mogelijke oorzaken zouden kunnen liggen van de geconstateerde problemen gaan we het gesprek met ouders aan om samen te bekijken hoe het kind over bepaalde moeilijkheden heen geholpen kan worden en of verdere stappen nodig zijn om het probleem te verduidelijken. - een handelingsplan Kinderen die behoorlijk uitvallen op (een specifiek onderdeel) van de toets(en) en bij wie we verwachten dat een korte intensieve ondersteuning hen weer meer bij het groepsniveau kan brengen, krijgen een handelingsplan. In principe wordt deze hulp uitgevoerd door de leerkracht. - aanpassing van de stof De school is met name klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten meestal in dezelfde groep. Leerlingen, die goed en snel de basisleerstof aankunnen, of hoogbegaafd zijn, krijgen extra opdrachten bij rekenen en Nederlandse taal (verrijkende leerstof). Zwakke leerlingen krijgen extra hulp- en/of oefenstof, of aangepaste stof. Als na een bepaalde periode een leerling niet kan voldoen aan de minimumleerstof, proberen we met extra hulp en begeleiding het kind op de rails te houden. Met behulp van aanvullende materialen uit o.a. de schoolorthotheek, wordt een oplossing gezocht. Het is mogelijk dat een kind in overleg met de ouders en met hun toestemming een aparte leerroute gaat volgen. Op deze wijze kunnen veelal problemen worden opgelost. Dit alles gebeurt overigens wederom in overleg met en na schriftelijke toestemming van de ouders. - een doublure Af en toe komen we tot de conclusie dat alle inzet onvoldoende effect heeft. Soms nemen we dan in overleg met de ouders het besluit om het kind een groep over te laten doen. Dit gebeurt vooral als een kind op alle punten achter blijft bij de meeste leeftijdsgenootjes. Doel van het herhalen van het leerjaar is, dat het kind daarna de gewone basisschool kan afmaken. - inschakelen externe instanties Het kan zijn dat we als school vragen hebben over het probleem of over de begeleiding daarvan en dat we eigenlijk nog geen van voorgaande vervolgstappen kunnen en willen nemen. Dan kunnen we externe instanties inschakelen.


37

3. Het consultatiegesprek Indien een leerkracht vragen heeft over hoe hij een leerling beter zou kunnen begeleiden, wordt middels het consultatiegesprek de leerkracht geholpen om de onderwijsbehoeften van het kind helder te krijgen. Uitgangspunt is de hulpvraag van de leerkracht. Samen met de leerkracht, IB- er en de consultant (medewerker van de interkomschil), bespreken we hoe we verder gaan handelen, met eventueel nader onderzoek, observaties, oudergesprekken e.d. Deze zorg noemen we de eerstelijnszorg. Uit deze begeleiding kunnen wederom voormelde vervolgstappen plaats-vinden (punt 2) dan wel verder psychologisch onderzoek. Er zijn voor schooljaar 2015-2016 3 consultatiemomenten gepland. Deze vinden plaats na de reguliere groepsbesprekingen. 4. Onderzoek Soms is nader onderzoek nodig om te bepalen wat de onderwijsbehoeften van het kind zijn. In onze onderwijsstichting hebben we een Interkomschil ingericht waarbinnen psychologen en pedagogen werken (voorheen medewerkers vanuit de onderwijsbegeleidingsdienst Consent en vanuit het speciaal basisonderwijs). Onderwijsstichting kom Leren heeft afgesproken dat de onderzoeken in principe zullen worden ingezet voor die situaties waarin de leerkracht “handelingsverlegen” is, dat wil zeggen, zonder het onderzoek niet meer voldoende weet hoe hij of zij het kind het beste kan begeleiden. De diagnostiek die plaatsvindt is dan ook “handelingsgericht”; gericht op de onderwijsbehoeften van het kind in zijn of haar specifieke situatie en heeft als doel de leerkracht te ondersteunen. De school bepaalt vervolgens wat zij van de handelingsadviezen haalbaar acht. Voordat onderzoek wordt aangevraagd is schriftelijke toestemming van ouders nodig. De aanvraag tot onderzoek wordt voorgelegd bij het loket van de interkomschil. Het loket onderzoekt elke aanvraag en bij een beperkte vraag kan deze bij de interkomschil worden neergelegd; bij een bredere vraag bepaalt het loket of zij de diagnostiek nodig vinden en of de interkomschil daartoe de aangewezen instantie is. Indien externe instanties, die door de ouders benaderd worden, een onderzoek binnen de school willen doen, dient hiervoor altijd een aanvraag bij de directeur te worden ingediend. De gegevens van een onderzoek, verricht door een externe instanties, worden altijd aan onze IB-er en eventueel de consultant voorgelegd. Het advies wat wij ontvangen zal altijd bekeken worden met betrekking tot de haalbaarheid, aanpak en uitwerking van onze groepsplannen en/of handelingsplannen. 5. Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) of ondersteuning uit het SBO (PAB) - PAB Indien de begeleiding op school onvoldoende oplevert bestaat er een beperkte mogelijkheid om ondersteuning van een Preventief Ambulant Begeleider (PAB) aan te vragen. Dit is een medewerker vanuit het Speciaal Basis Onderwijs die de leerkracht (!) ondersteunt bij de begeleiding van het kind, door een aantal gesprekken, observaties en bv. het samen opstellen van een handelingsplan. Deze begeleider is dus geen directe begeleider van het kind. Deze hulp kan aangevraagd worden bij problemen die met de reguliere begeleiding onvoldoende kunnen worden opgelost en waarbij men verwacht dat deze extra input het kind dusdanig kan helpen dat het met plezier en succeservaringen de basisschool kan afmaken en een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs voorkomen kan worden. De consultant kan de school begeleiden / adviseren in een evt PAB aanvraag.


38

-Toelating speciaal (basis)onderwijs Als het niet langer lukt om leerlingen een passende plek in het basisonderwijs te bieden, dan wordt gekeken naar de mogelijkheden in het speciaal (basis)onderwijs. De scholen voor S(B)O werken dagelijks met leerlingen met een grote diversiteit aan specifieke onderwijsbehoeftes. Het SWV heeft, naast een beperkt aantal wettelijke verplichtingen, veel vrijheid en beleidsruimte om de toelating tot het S(B)O vorm te geven. Elk samenwerkingsverband maakt hierover eigen afspraken. Voor ons samenwerkingsverband zijn deze afspraken neergelegd in de notitie Ondersteuningstoewijzing en toelaatbaarheidsverklaring. Zie website: www.passendonderwijszuid.nl  toelating speciaal (Basis) Onderwijs. Hieronder ziet u een schema voor zorgtoewijzing en toelaatbaarheidsverklaring (TLV) die het samenwerkingsverband hanteert waartoe onze school behoort. Wij verwijzen voor de meest recente informatie naar de website van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zuid. http://www.swvpo-mh.nl/


39

4.4 Resultaten van het onderwijs Na ieder lesblok wordt gecontroleerd of de leerlingen de leerstof begrepen hebben. Dat gebeurt met methodegebonden toetsen. De resultaten worden verwerkt tot een rapportcijfer of een woordbeoordeling. Naast deze toetsen worden twee maal per jaar CITO-toetsen afgenomen voor de vakken: taal / spelling en rekenen / wiskunde. Dit gebeurt vanaf groep 3. Vanaf groep 4 komt daar ook eenmaal per jaar begrijpend lezen bij. De resultaten worden opgeslagen in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Op deze wijze kunnen we de ontwikkelingen van de leerlingen op de voet volgen en waar nodig bijsturen. Vanaf medio groep 1 en in groep 2 worden jaarlijks eveneens de CITO-toetsen: Rekenen en taal voor Kleuters afgenomen. Daarnaast wordt ook van elke leerling een dossier bijgehouden, waarin alle gegevens betreffende vordering en ontwikkeling vermeld worden. Kwaliteit van onderwijs is een belangrijke doelstelling. Als meetinstrument gebruiken we de leerlingvolgsysteemtoetsen van CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). Met behulp van deze toetsen krijgen we informatie over de vorderingen van alle leerlingen en inzicht in het niveau van onze school in vergelijking met de landelijke gemiddelden. CITO resultaten worden uitgedrukt in de score I t/m V. Wanneer kinderen de overstap naar het voortgezet onderwijs maken moet er aan een aantal voorwaarden voldaan worden. In de eerste plaats vraagt het voortgezet onderwijs een onderwijskundig rapport van de basisschool. In de tweede plaats vraagt het voortgezet onderwijs een onafhankelijk onderzoek waaruit afgeleid kan worden of het kind voor een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs geschikt is. Onze school neemt deel aan de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO te Arnhem. Informatie over deze toets kunt u verwachten op de algemene ouderavond in september). Op basis van ons leerlingvolgsysteem en de eindtoets wordt het eindadvies aan de ouders gegeven. Met dit advies kunnen kinderen aangemeld worden bij de verschillende scholen voor het voortgezet onderwijs. De resultaten van de school worden vergeleken met de landelijke scores. Hierdoor zijn de resultaten die we als school bereiken op de CITO-toetsen een graadmeter voor de kwaliteit van ons onderwijs. De eindresultaten en de uitstroom van onze leerlingen vindt u terug in ons jaarlijks deel van de schoolgids (onderdeel 3.3 Kwaliteitsmeting). Het sociaal – emotioneel functioneren brengen we in kaart door gebruik te maken van SCOL. Vanaf groep 3 t/m 8 wordt de leerkrachtenlijst ingevuld en de leerlingen vullen vanaf groep 5 een leerlingenlijst in. Voor de groepen 1 en 2 worden de Pravoo gedragskaarten ingevuld. In groep 1 starten we met het protocol dyslexie. Hierdoor kunnen problemen op het gebied van lezen, spellen en dyslexie eerder gesignaleerd worden. We werken met vaste meetmomenten van de lees -en spelontwikkeling waardoor we preventief werken. De observatie is echter gericht op vele elementen: de resultaten van proefwerken en toetsen, maar ook andere zaken zoals gegevens van ouders, sociaal-emotionele ontwikkeling, taakgerichtheid, zelfstandigheid, mogelijkheid tot samenwerking en de houding tijdens de lessen en met betrekking tot huiswerk. Het gaat dus niet alleen om cijfers, maar om de totale indruk die een kind maakt. De verslaglegging gebeurt zorgvuldig. Van elk kind worden gegevens bijgehouden. Deze gegevens worden ingevuld op individuele, maar ook op groepslijsten. Hiervoor heeft onze school een leerlingarchief met per leerling een dossier en daarnaast een groepsdossier.


40

4.5 Rapporten Drie keer per jaar krijgen de kinderen van groep 2 t/m groep 8 een rapport. In het "Jaarlijks gedeelte van de schoolgids" staan de data vermeld waarop u het rapport kunt verwachten. N.a.v. het eerste en tweede rapport wordt u uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Na het derde rapport gebeurt dit alleen als daar aanleiding voor is. De kinderen van groep 1 ontvangen nog geen rapport, maar ook deze ouders worden 2 keer uitgenodigd voor een gesprek. Buiten deze vaste overlegmomenten is het altijd mogelijk om een gesprek aan te vragen met de leerkracht. Ook kan de leerkracht u tussentijds vragen voor overleg. 4.6 Kwaliteitsverbetering De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen jaarverslag en jaarplan om de vinger aan de pols te houden en het schoolplan eventueel bij te stellen. Deze documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. Bewaking van onze interne kwaliteitszorg In het kwaliteitshandboek zal een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures opgenomen worden. Het kwaliteitshandboek zal ook een vierjaarlijkse planning bevatten, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd. Daarnaast evalueren we jaarlijks onze leeropbrengsten met het team. We doen dit aan de hand van de school zelfevaluatie/diepteanalyse. Onze school werkt planmatig aan verbetering van kwaliteitszorg en doet dit middels evaluaties van tussen- en eindopbrengsten met als doel opbrengsten te laten stijgen of in stand te houden. Daartoe worden er per schooljaar 3 momenten ingepland. 

Kwaliteitscyclus

Tijdens de eerste teamvergadering van het nieuwe schooljaar formuleren de leerkrachten hun doelen en verwachtingen voor hun nieuwe groep op basis van de CITO eind afname van het vorige schooljaar. Tevens formuleren ze de wijze waarop ze willen werken aan het verbeteren van hun resultaten. In maart, tijdens de zelfevaluatie vergadering worden de resultaten bekeken en vergeleken met de verwachtingen. Met het team worden de opbrengsten bekeken en wordt er een vakgebied gekozen dat via een diepteanalyse verder wordt uitgewerkt met als doel de opbrengsten te verhogen. In juni is de diepteanalyse afgerond, worden de analyses en verbeterplannen middels Plan- DoCheck- Act (PDCA cyclus)beschreven. 

CITO eindtoets

Wij nemen elk jaar deel aan de verplichte Centrale Eindtoets. Ons bestuur heeft de Cito Eindtoets gekozen als de onafhankelijke toets die gemaakt wordt. (groep 8, april). Van deze toets worden de opbrengsten geanalyseerd en bekeken waar we in de komende periode accenten kunnen leggen om de resultaten nog verder te verbeteren. 

Schoolontwikkelingsprofiel (SOP)

Het SOP, geeft een realistisch weer hoe de basis ondersteuning, specifieke ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend Onderwijs kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Hierin wordt de rol van de ouders, school en kinderen omschreven. Dit wordt ieder schooljaar opgesteld. Het format wordt vanuit het samenwerkingsverband aangeleverd. Zie onze website voor het meest recente SOP.


41

4.7 Zelfstandig werken en coöperatief leren Onze school heeft en doorgaande lijn ontwikkelt met betrekking tot het zelfstandig werken binnen de combinatiegroepen. Er is een duidelijke opbouw van groep 1 t/m groep 8. Vanaf groep 3 heeft elk kind een blokje. Op het blokje staat de naam, een vraagteken, een groen vlak en een rood vlak. De kinderen hebben dit blokje altijd op hun tafel liggen. De groepsgenootjes kunnen aan de kleur van het blokje zien of een kind gestoord wil worden of niet. Ligt het blokje op vraagteken, dan ziet de leerkracht dat het betreffende kind een vraag heeft. Iedere leerkracht heeft in z’n groep een “looproute”. Dit is een vaste en voor de kinderen bekende route die de leerkracht door de klas loopt. Op deze manier weten de kinderen vanzelf wanneer de leerkracht langs komt en leren ze om te gaan met uitgestelde aandacht. Als de leerkracht niet beschikbaar is moeten ze proberen om hun probleem zelf op te lossen of met behulp van een groepsgenoot. Vanaf groep 2 moeten de kinderen een aantal lessen zelfstandig kunnen uitvoeren. In de hogere groepen wordt dit steeds verder uitgebreid. Kinderen vullen hun taken voor een dagdeel, een hele dag of een weektaak, in op een blad en moeten zelf plannen in welke volgorde ze hun taken afmaken. De leerkracht geeft steeds aan wanneer er instructie is en wie daaraan moeten deelnemen. Uiteraard volgt de leerkracht de leerlingen in dit proces en helpt of grijpt in waar nodig. Tijdens het zelfstandig werken wordt er gebruik gemaakt van diverse werkplekken binnen de school, waar kinderen uit verschillende groepen elkaar ontmoeten. Coöperatief leren Bij het zelfstandig werken is het van belang dat kinderen ook op een goede manier leren samenwerken. Daarom maken we steeds meer gebruik van het coöperatief leren. Coöperatief leren staat eigenlijk voor samenwerkend leren door te doen. Leerkrachten creëren op een dag een veelheid aan leermomenten. Daarbij is steeds de vraag: wat wil ik de kinderen vandaag leren en hoe gaan ze dat doen? Het gaat niet alleen om het aanleren van basisvaardigheden, niet alleen om schoolse kennis. Kinderen leren op school ook denkvaardigheden, communicatieve en sociale vaardigheden. Ze leren van de leerkracht, maar ook van elkaar: door te luisteren, door te overleggen, door te doen. Ze leren daarbij het meest als ze zelf actief en betrokken kunnen zijn. In coöperatief leren is een groot aantal werkvormen ontwikkeld, waarin kinderen door interactie met elkaar deze vaardigheden leren. Leren door te doen. Deze werkvormen noemen we didactische structuren. Door de structuur regelt de leerkracht dat alle kinderen inhoudelijk een bijdrage leveren, dat er daadwerkelijk geleerd wordt, dat iedereen uit de groep een antwoord kan geven, dat alle kinderen betrokken zijn bij het leren en dat alle leerlingen actief deelnemen aan de les. Deze structuren worden steeds meer gebruikt door de groepsleerkrachten. Kinderen raken met elkaar in gesprek, kinderen leren samen en het leren is interactief. Dit geeft een grote leeropbrengst en kinderen hebben plezier in het leren. Het is namelijk een natuurlijke manier van leren: leren door te praten en te doen. Structuren die we gebruiken zijn: Binnen buiten kring, Tweepraat, Tweetal coach, Zoek de valse, Zoek iemand die, en nog veel meer. 4.8 Vakken en vakinhouden Levensbeschouwelijke en godsdienstige vorming Wij zijn een katholieke school, maar dat betekent niet dat alleen katholieke kinderen welkom zijn bij ons op school. Kinderen met een ander levensovertuiging en/of geloofsovertuiging worden dan ook toegelaten en ingeschreven als leerling. We staan open voor ouders en kinderen van allerlei gezindtes. Respect voor elkaars opvattingen staat voorop. Wat het voor ons wel betekent om een katholieke school te zijn is dat we op onze school bepaalde levensthema’s ter sprake brengen (bijvoorbeeld rond lijden, doodgaan, afscheid nemen, liefhebben e.d.) en bepaalde waarden uitdragen. Dat zijn waarden als respect (voor jezelf en de ander), veiligheid, relaties opbouwen, prikkels geven en zelfstandigheid.


42

Deze waarden zitten verweven in de manier waarop we op school met elkaar omgaan. Soms besteden we specifiek aandacht aan thema’s als respect, eigenwaarde, delen e.d. in het kader van sociaal emotionele vorming. Naast aandacht voor algemeen menselijke waarden vinden we het ook belangrijk om aandacht te hebben voor typisch katholieke waarden. We vinden het van belang dat kinderen op school christelijk geloof beleven: er zijn gebedjes ( worden door de kinderen zelf bedacht), vieringen op school en er worden bijbelverhalen voorgelezen. We willen in ons onderwijs specifiek aandacht besteden aan christelijk geloof en andere godsdiensten. Zo vinden we het belangrijk dat kinderen op school kennis opdoen van christelijk geloof: kerkelijke feesten (Kerst, Pasen , Pinksteren), bijbelverhalen en thema’s als “God” e.d. Kennis van andere godsdiensten vinden we vooral belangrijk om kinderen te laten zien dat mensen op heel verschillende manieren kunnen geloven en dat ieder mens respect verdiend voor zijn of haar keuze. Methode Voor het vak levensbeschouwing/godsdienst maken we gebruik van de methode “Reis van je leven”. We gebruiken deze methode in groep 1 t/m 8. Elk jaar krijgen de kinderen van groep 4 een project aangeboden ter voorbereiding op de eerste H. communie. De lessen worden op dit moment gegeven door de groepsleerkracht in samenspraak met de gezinsmisgroep. De parochie is eigenlijk verantwoordelijk voor de lessen. Eén keer in de twee jaar krijgen de kinderen van groep 7-8 een project aangeboden ter voorbereiding op het H. vormsel. Ook deze lessen worden door de groepsleerkracht verzorgd in samenspraak met de gezinsmisgroep. Indien een kind niet de communie doet of het vormsel ontvangt neemt het toch deel aan de lessen in het kader van voorbereiding op de Eerste H. Communie en het H. Vormsel.. Tevens nemen alle kinderen op school deel aan de reguliere catechese lessen. School, ouders en parochie Het is vanzelfsprekend dat de school niet als enige een rol speelt in de geloofsopvoeding. Voor ouders en kerk is ook een zeer belangrijke rol weggelegd. Per jaar zijn er een aantal vieringen in de kerk, waar wij met de kinderen actief aan deelnemen. Er is een goede samenwerking met de parochie. Een aantal keren per jaar is er een leerkracht aanwezig bij het catechetisch beraad. Hier worden afspraken gemaakt tussen de school en de parochie over vieringen e.d. Lezen In groep 3 wordt gebruik gemaakt van de methode “Veilig leren lezen” (2 e maan versie) In deze methode worden technisch lezen, spelling, taal en begrijpend lezen geïntegreerd aangeboden. Vanaf groep 4 worden deze vakken uitgesplitst. Voor technisch lezen maken we gebruik van de methode Estafette. Met deze methode lezen alle kinderen in drie niveaus. Twee á drie keer per jaar worden de kinderen getoetst op de leesvaardigheid. Momenteel gebruiken we hier de Drie Minuten Toets (DMT) voor. In groep 3 nemen we Cito leestechniek en in groep 4 t/m 8 Cito leestempo toets af. Voor meer actuele informatie hierover verwijzen wij naar “Het jaarlijks deel van de schoolgids”. In de hogere leerjaren komt na het technisch lezen steeds meer de nadruk te liggen op het begrijpend lezen en het studerend lezen. Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de methode Nieuwsbegrip. Deze methode is voor groep 4 t/m 8. Bij deze methode horen methodegebonden toetsen. Vanaf eind groep 3 wordt Cito begrijpend lezen afgenomen. We leren kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we brengen ze ook de interesse voor boeken bij. Er vinden activiteiten plaats in het kader van leespromotie. Tijdens de kinderboekenweek wordt o.a. extra aandacht besteed aan kinderboeken.


43

Op woensdag, om de week, kunnen de kinderen gratis boeken lenen in de bieb in onze school. Deze bevindt zich beneden in de school. Hier is een service punt van “heuvelland bibliotheken”. Elk kind van onze school wordt automatisch lid en mag 2 boeken lenen. Het is de bedoeling dat het kind de boeken thuis leest. Regelmatig komen er nieuwe boeken bij of worden er boeken vervangen. Voor de inname en het uitlenen van de boeken krijgen we hulp van een aantal “biebouders”. Voor de exacte data en biebtijden verwijzen we naar “Het jaarlijks deel van de schoolgids”. Daarnaast beschikt elke groep over een klassenbibliotheek. Kinderen kunnen hier boeken pakken en mogen die op school lezen. We zorgen ervoor dat de klassenbieb actueel blijft door regelmatig nieuwe boeken aan te schaffen. Nederlandse taal Vanaf groep 4 werken we met de methode “Taal in beeld”, waar ook spelling onder valt. Er is aandacht voor schriftelijk en mondeling taalgebruik. Maar ook voor non-verbale communicatie, zoals mimiek en lichaamshouding. Verder wordt de woordenschat uitgebreid en leren kinderen verhalen schrijven en grammatica regels toepassen. Naast de methode gebonden toetsen maken we voor spelling gebruik van Cito spelling, deze wordt vanaf groep 3 twee keer per jaar afgenomen. Van gr. 3 t/m 8 wordt twee keer per jaar de Cito woordenschat afgenomen. Rekenen en Wiskunde Vanaf groep 3 gebruiken we de rekenmethode "Alles telt". Deze methode is bijzonder geschikt voor het werken in combinatiegroepen. Het is een realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van het dagelijks leven en niet louter saaie rijtjes sommen aanbiedt. Het samen werken aan en praten over oplossingsstrategieën is een belangrijk onderdeel van het rekenonderwijs. Ook kinderen die wat meer moeite hebben met rekenen voelen zich bij deze methode thuis, terwijl kinderen die al iets meer aankunnen ook ruim aan hun trekken komen. De methode werkt met lesboeken, opdrachtenboeken en plusboeken. De plusboeken bieden mogelijkheden tot herhaling maar ook extra leerstof voor de kinderen die meer aankunnen. Om de vorderingen van de kinderen te toetsen maken we gebruik van de methode gebonden toetsen van “Alles telt”, te weten elke week een weektoets en elk blok een bloktoets. 3 maal per jaar is er ook nog een beheersingstoets, voorafgaand aan elk rapport. Tevens nemen we vanaf groep 3 Cito Rekenen en Wiskunde twee keer per jaar af. Schrijven Voor schrijven gebruiken we in groep 1 de methode “Schrijfdans”. “Schrijfdans” wordt voornamelijk gedaan op muziek. De kinderen maken op de maat van de muziek grote schrijfpatronen. Vanuit de grote bewegingen leren de kinderen hun bewegingen steeds meer te verfijnen en te verkleinen. Van groep 3 t/m 8 gebruiken we de methode “Pennenstreken”. In groep 2 worden de kinderen voorbereid op het daadwerkelijk schrijven met “Schrijfkriebels”. Er wordt een goede schrijfhouding en pengreep aangeleerd en de kinderen leren eenvoudige schrijfpatronen maken. In groep 3 wordt de kinderen het verbonden schrift aangeleerd. In groep 5-6 en 7-8 wordt dit verder uitgewerkt en is er ruimte voor creatief schrijven. Engels In groep 7-8 wordt op een speelse manier aandacht gegeven aan de Engelse taal. In onze samenleving speelt de Engelse taal een belangrijke rol. We maken gebruik van de methode “Hello World”. Deze methode sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Op de basisschool ligt met name de nadruk op het vertrouwd raken met de Engelse taal en het “ruiken”aan een vreemde taal. Activiteiten die hiertoe kunnen leiden zijn: luisteren, nadoen en dialoogjes voeren. Frans In de groepen 1 t/m 6 wordt aandacht gegeven aan de Franse taal. We gebruiken hiervoor de methode ‘Oh la la’.


44

Wereldoriëntatie Op veel momenten wordt er gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en verleden. Dit gebeurt aan de hand van methoden, maar ook tijdens klassengesprekken, spreekbeurten, kringgesprekken over de actualiteit, schooltelevisie , werkstukjes enz. Met de term wereldoriëntatie worden de volgende vakken bedoeld: natuur, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer. In groep 1-2 worden deze vakken geïntegreerd aangeboden en komen diverse onderdelen van wereldoriëntatie aan bod tijdens de thema’s. De volgende methoden worden op onze school gebruikt: Natuur Van groep 3 t/m 8 gebruiken we de methode “Naut”. Deze methode sluit goed aan bij de belevingswereld van de kinderen en is erg praktijkgericht. Kinderen worden uitgedaagd om veel te doen, te verzamelen en te onderzoeken. De leerkracht en de kinderen gaan regelmatig dingen onderzoeken in de buurt van de school. Ook eigen lichaam en gezond gedrag zijn een onderdeel van “leefwereld”. Onze school heeft een natuur -en milieucoördinator. Dit is een groepsleerkracht die zich bezig houdt met natuur -en milieuactiviteiten. Om het jaar schrijft elke groep zich in voor het Mop project (milieu ontmoeting programma). Dit wordt georganiseerd door de gemeente en de groepen gaan dan op excursie. Belangrijk vinden we dat kinderen zorg voelen en verantwoordelijkheidsgevoel krijgen voor onze leefwereld. In onze schoolorganisatie trachten we zoveel mogelijk milieubewust bezig te zijn. O.a. door te letten op het onnodig laten branden van licht, het per groep verzamelen van papier en het scheiden van afval. Aardrijkskunde Vanaf groep 5 werken we met een aparte aardrijkskundemethode “Meander”. In de aardrijkskundemethode worden de kinderen op een kindvriendelijke manier in aanraking gebracht met verschillende delen van de wereld, beginnend met de eigen omgeving, het eigen land, dan Europa en tenslotte de wereld. In deze methode zit topografie verweven. Geschiedenis Van groep 5 t/m 8 gebruiken we de methode “Brandaan”. Deze methode heeft dezelfde opzet als de aardrijkskunde methode. Begin groep 5 hebben we het vooral over het verleden van de kinderen zelf en hun ouders en opa en oma. In de volgende leerjaren krijgen de kinderen meer inzicht in het verleden en worden verschillende tijden behandeld. Verkeer De kleuters worden spelenderwijs voorbereid op het gedrag in het verkeer. Er wordt gezamenlijk geoefend (o.a. het oversteken van een straat) en positief verkeersgedrag wordt besproken. Er wordt ook thematisch gewerkt. Het vak verkeer komt structureel aan bod a.d.h.v. de Verkeerskalender van Veilig Verkeer Nederland. Voor de groepen 1 t/m 3 hebben we de methode “Rondje verkeer”. Voor groep 4 gebruiken we het verkeerskrantje: ‘stap vooruit’. Voor de groepen 5 en 6 zijn er de verkeerskranten "Op voeten en fietsen" en voor groep 7 en 8 de "Jeugd- verkeerskranten". Elke twee jaar wordt een theoretische en praktische verkeersproef afgenomen bij de kinderen van groep 7 en 8 Muziek Hiervoor gebruiken we de methode “Muziek moet je doen” Creatieve vakken In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale, thematische, programma. Vanaf groep 3 wordt voor tekenen en handvaardigheid gebruik gemaakt van een aparte tekenen handvaardigheidmethode. Voor handvaardigheid gebruiken we de methode “Handvaardigheid moet je doen”. De methode voor tekenen is “tekenvaardig”. Voor drama gebruiken wij van groep 1t/m8 de methode “Drama moet je doen”. Uiteraard worden de creatieve activiteiten aangepast aan de tijd van het jaar. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

45

Lichamelijke opvoeding Alle kinderen krijgen tweemaal per week gymles. De gymlessen worden door de leerkracht zelf gegeven. Er komen verschillende sporten en technieken aan de orde. D.m.v. spellessen leren de kinderen samen te werken en verdraagzaam met elkaar om te gaan. Ze leren omgaan met aspecten als winnen en verliezen. We gebruiken hiervoor de methode ‘basislessen bewegingsonderwijs’. De kinderen hebben sportkleding nodig en sportschoenen. We verwachten dat de kinderen van groep 1 t/m 4 hun gymkleding 1 keer per week mee naar huis nemen om te laten wassen. De kinderen van groep 5 t/m 8 nemen hun gymkleding na elke gymles mee naar huis, dit i.v.m. de hygiëne. Voor de dagen en uren van de gymlessen verwijzen we naar “Het jaarlijks deel van de schoolgids”. Computers in het onderwijs Elke combinatiegroep heeft de beschikking over 4 of 5 computers per lokaal.. De computers worden hoofdzakelijk ten dienste gesteld van het onderwijs. Dit gebeurt o.a. op de volgende manieren : - Ter ondersteuning bij het inoefenen van een gedeelte van de leerstof (rekenen, taal, lezen,topografie) - Ter ondersteuning bij het herhalen van leerstof (rekenen, taal, lezen, topografie enz.) -Ter ondersteuning bij het stelonderwijs (maken van teksten/gebruik van Word). -Ter ondersteuning bij het opzoeken van informatie voor b.v. werkstukken d.m.v. internet. -Omgaan met internet en e-mail. Onderwijs in groep 1-2 In groep 1-2 wordt thematisch gewerkt. Een onderwerp staat dan gedurende 2 à 3 weken centraal. Het onderwerp van het thema sluit vaak aan bij de tijd van het jaar b.v.: sinterklaas, lente, vakantie enz. Bijna alle activiteiten vinden dan plaats in het kader van het thema. Door thematisch te werken blijft de leerstof zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van het kind. De kinderen krijgen de instructie in de kring of in kleine groepjes. Na de kring krijgen de kinderen een gerichte opdracht waaraan ze gaan werken. In groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor structuur en regelmaat. Een hulpmiddel hierbij zijn de dagritme kaarten. Op deze afbeeldingen kunnen de kinderen precies zien wat er die dag gaat gebeuren. Elke ochtend bespreekt de leerkracht de kaarten met de kinderen. Leren gebeurt nog vooral door te spelen. Dit kan in de hoeken. Er zijn o.a. een poppenhoek, een bouw -en constructiehoek, een thema hoek, deze hoek wordt steeds aangepast aan het thema en een atelier, waar creatieve activiteiten plaatsvinden. Met name in groep 2 worden systematisch activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, schrijven en rekenen in groep 3. Hiervoor gebruiken we de methode “schatkist” (nieuwe versie). In deze methode worden voorbereidend rekenen, taal en lezen thematisch aangeboden. Medio groep 1, medio groep 2 en eind groep 2 worden Cito Rekenen en Taal voor kleuters afgenomen. Op deze manier proberen we vroegtijdig eventuele ontwikkelingsachterstanden te signaleren. Als een kind 4 jaar en 2 maanden oud is wordt er een woordenschattest afgenomen van Eduforce, dit om te bekijken of het niveau van de woordenschat past bij de leeftijd van het kind. Verder maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem Pravoo. Voor elk kind wordt dit 3 keer per jaar ingevuld door de groepsleerkracht. 4.9 Huiswerk Bij ons op school krijgen de kinderen regelmatig huiswerk. Van groep 1 t/m 8 zit hier een duidelijke opbouw in. In groep 1 t/m 3 moeten de kinderen af en toe dingen meenemen voor een bepaalde les. Dit is al een eerste vorm van “huiswerk”, kinderen moeten er dan aan denken dat ze iets moeten meenemen. Uiteraard wordt dit bij de allerjongsten nog ondersteund d.m.v. een brief aan de ouders. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen structureel huiswerk. Voor groep 4 is dat één keer in de 2 weken spellingsafspraken voorbereiden voor het dictee. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

46

Vanaf groep 5 komen daar de zaakvakken bij. De kinderen moeten dan een thema voor de toets leren. Dit is voor deze vakken ongeveer om de vijf weken. Daarnaast krijgen de kinderen 1 keer per week huiswerk van rekenen en taal. Daarnaast wordt er ook regelmatig huiswerk opgegeven van bijv. Engels of studievaardigheden (groep 7-8). Buiten het bovengenoemde huiswerk kan het voorkomen dat een kind extra oefenstof mee naar huis krijgt, maar dan gebeurt dat in overleg met de betreffende ouders. Het kan ook zo zijn dat een groepsleerkracht nog een andere opdracht geeft waar de kinderen thuis aan moeten werken b.v. spreekbeurt, boekbespreking, werkstuk enz. Op deze manier proberen we de kinderen al voor te bereiden op het voortgezet onderwijs, waar ze zeker met het maken van huiswerk in aanraking komen. Er wordt hen al geleerd hoe ze hun huiswerk moeten plannen, hoe ze hun agenda moeten gebruiken en hoe ze moeten leren. In het begin is het fijn als ouders hun kind daarin begeleiden en ondersteunen. Maar het is natuurlijk afhankelijk van hoe het kind zelf is. Sommige kinderen hebben wat meer ondersteuning en hulp nodig dan andere kinderen. Voor advies over het begeleiden bij het maken van huiswerk kunt u zich altijd tot de leerkracht wenden. 4.10 Begeleiding naar het Voortgezet Onderwijs en Onderwijskundig Rapporten . Op het moment dat een leerling de basisschool verlaat vraagt de ontvangende school gegevens van de betreffende leerling. Deze gegevens komen dan in een Onderwijskundig Rapport (OWKR.) Hierin staan de algemene gegevens van een leerling, zijn leerresultaten, zijn Cito-gegevens en eventuele bijzonderheden over gedrag, dyslexie etc. OnderWijsKundig Rapport School krijgt vaker het verzoek dit rapport te maken voor een leerling. Dit kan op verschillende momenten in de schoolloopbaan. Ouders dienen altijd toestemming te geven d.m.v. ondertekenen voordat het rapport verzonden mag worden. 4.11 Externen: Inspectie van onderwijs. De rijksinspectie houdt toezicht op de naleving van wettelijke regels, die betrekking hebben op het onderwijs. In dat kader volgt de inspectie de ontwikkelingen en vernieuwingen van het onderwijs binnen de diverse basisscholen nauwgezet door o.a. regelmatig een bezoek aan de scholen te brengen. De inspecteur van onderwijs bezoekt incidenteel onze school en geeft voorafgaand aan het bezoek het doel aan. Hierbij wordt gekeken naar de resultaten van de school en naar de kern van enkele belangrijke kwaliteitsaspecten van het onderwijsleerproces. Tevens toetst hij dan de praktische uitvoering van het schoolplan en de schoolgids die eerder naar de inspectie zijn toegestuurd. De resultaten van het inspectieverslag worden in de nieuwsbrief en op internet (www.inspectiebasisonderwijs.nl ) gepubliceerd. Rijksinspectie Eindhoven Postbus 530 5600 AM Eindhoven Tel: 040-2197000


47

5. Zorg 5.1 Passend onderwijs Zorg voor leerlingen in het kader van Passend Onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014- 2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl

Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s: -Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep -Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep -Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen -Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten -Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school.


48

Dit schoolondersteuningsprofiel (SOP) blijft in ontwikkeling. De kwaliteitseisen waaraan aan een SOP moet voldoen : - het is vastgelegd samen met het personeel - het is vastgelegd na instemming van de MR - het is actueel - het is een onderdeel van schoolplan en schoolgids - het bevat een beschrijving van het aanbod aan onderwijs, begeleiding, deskundigheid en voorzieningen - het biedt aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling van de leerlingenzorg. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Passend Onderwijs Zuid Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: [email protected] Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en informatie over het SOP van BS Sint Joseph Het schoolondersteuningsprofiel geeft een realistisch beeld van de ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend Onderwijs kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Het is de bedoeling dat ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zonder administratieve rompslomp, op basisscholen toegankelijk moet zijn. Daarom is alle ondersteuning tot aan een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs te rekenen tot basisondersteuning. De mate waarin de school momenteel die basisondersteuning op eigen kracht of met hulp van externe deskundigen kan bieden, is af te lezen uit het schoolondersteuningsprofiel. Basisondersteuning omvat vier ankerpunten.


49

De school verbindt zijn ontwikkelingslijnen aan de ankerpunten van de basisondersteuning. Niet elke lijn hoeft even strak gespannen te zijn. De trekspanning tussen beiden kan afhankelijk zijn van de windrichting (kenmerken leerlingenpopulatie), de windkracht (pedagogisch en didactisch concept), de stroomsterkte (sociaal-demografische ligging in de wijk of regio) en het getij (krimp of groei). De vier ankerpunten zijn: 1.Kwaliteitsstandaard Bij de bepaling van de kwaliteitsstandaard gebruiken we het basisarrangement en de kwalificatie op de “zorgindicatoren” van het vigerend toezichtkader van de onderwijsinspectie (2012). 2.Planmatig en handelingsgericht werken In aanvulling op de standaarden uit het vigerend toezichtkader zijn er indicatoren voor planmatig en handelingsgericht werken geformuleerd. 3.Specifieke ondersteuning De school heeft een aanbod voor preventieve en licht curatieve basisondersteuning afgestemd op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 4.Ondersteuningsstructuur Aangegeven wordt met welke deskundigheid de school autonoom basisondersteuning kan bieden of basisondersteuning met behulp van netwerkpartners (andere basisscholen of ketenpartners) tijdig, flexibel en adequaat kan ontsluiten. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is dat het inzicht verschaft in de kwaliteit van de basisondersteuning van de school op dit moment. Alle ondersteuningsprofielen samen geven het samenwerkingsverband een overzicht van de mate waarin er wordt voorzien in een dekkend aanbod. Het schoolondersteuningsprofiel is integraal onderdeel van het schoolplan. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor communicatie met ouders en anderen.


50

Het SOP van BS Sint Joseph BS Sint Joseph is een kleine basisschool die nauw samenwerkt met 2 andere kleine basisscholen in het heuvelland. In onze basisschool zijn combinatieklassen. De leraar moet instructie aan twee groepen kinderen geven en daarbinnen kunnen differentiëren. Dat vergt veel tijd. Als er meer zorgleerlingen op school komen dan wij normalerwijs in onze dorpsschool binnen krijgen, moet er concrete ondersteuning komen in de vorm van expertise en mankracht vanuit het Samenwerkingsverband en/of ondersteuning van ouders. Het welzijn van en onderwijs aan de individuele leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte mag niet ten koste gaan van de rest van de leerlingen. “WIJ HEBBEN VERTROUWEN IN ELKAAR. IK DENK MEE EN IK TEL MEE. IK KAN LEREN EN IK WIL LEREN" Deze visie is ontwikkeld door het team in nauwe samenwerking binnen een 3-cluster van scholen. Op deze manier bundelen we onze krachten, gebruikmakend van elkaars kwaliteiten en bieden we tegelijkertijd het hoofd aan teruglopende leerlingenaantallen t.g.v. de krimp in de regio. De intensieve samenwerking zie je terug in het onderwijsaanbod, leerlingenraad, nascholing team(s) en specialisaties, directie en Intern Begeleiding. De resultaten zijn goed. We halen eruit wat er in zit. De toetsscores die kinderen halen, passen bij hun capaciteiten. Ieders mogelijkheden, interesses worden gewaardeerd. Kinderen moeten enerzijds zelfstandig leren werken vanuit de eigen talenten, anderzijds ook de meerwaarde zien van samenwerken. Leerbehoeften worden 3x per jaar in kaart gebracht om te kunnen afstemmen op deze diverse leerstijlen. Er zijn in de afgelopen vijf jaar twee kinderen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs uitgestroomd. Er zijn in de afgelopen jaren tweemaal Leerlinggebonden Financiering, de zgn. rugzakjes aangevraagd. Deze zijn ook toegekend. Ook heeft de school een beroep gedaan op externe expertise in de vorm van het laten uitvoeren van onderzoek. De experts leveren de diagnose en adviseren de leraren hoe te handelen. Basisondersteuning Wat biedt de school als basisondersteuning? - Wij hechten aan een veilig onderwijsklimaat zoals al besproken is. Orde, rust, voorspelbaarheid en aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling zorgen ervoor dat gedragsproblemen binnen de huidige populatie weinig voorkomen en hanteerbaar blijven. –Basisschool Sint Joseph is in staat om kinderen in de basisvakken: lezen, rekenen en taal een passend aanbod te doen. -Er wordt een degelijke instructie op divers niveau gegeven, waarbij de kinderen actief betrokken zijn. Na een geleide oefening, eventueel gevolgd door extra instructie in een kleine groep, verwerken de kinderen zelfstandig de leerstof. De leraar of de kinderen zelf kijken het werk na. Feedback volgt. De leraren noteren welke kinderen de volgende keer, als een soortgelijk vraagstuk aan de orde wordt gesteld, speciale aandacht nodig hebben. Zo werken wij met groepsplannen voor een groep kinderen die qua samenstelling kan wijzigen. - Wij werken met het dyslexieprotocol. Kinderen worden tijdig herkend als ze dreigen uit te vallen bij het lezen. Extra oefenen in de klas, buiten de klas met een maatje en thuis, zorgen ervoor dat de meeste kinderen snel leren lezen. -De (hoog)begaafde kinderen krijgen een aanbod dat mede wordt aangestuurd door de werkgroep Meerbegaafdheid waaraan minstens 1 leerkracht van Sint Joseph deelneemt en scholing heeft genoten. -De zorgstructuur is in orde. Wat kan de school als extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften bieden? Door de intensieve samenwerking met 2 andere basisscholen werken wij planmatig aan een kwalitatief onderwijsaanbod en bouwen wij expertise op doormiddel van scholing van het personeel. Er wordt gewerkt met werkgroepen die specialist zijn op het gebied van Lezen, Rekenen en wiskunde, Gedrag en Meerbegaafdheid. Minstens een van de leden van de werkgroep heeft een Master Sen opleiding genoten of een specialistische opleiding. Elke school is vertegenwoordigd in een van de genoemde werkgroepen. Alleen door samenwerking met de 2 basisscholen kunnen wij deze kwaliteit bieden. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

51

We verwijzen verder naar de onderstaande tabellen. Het uitgebreide SOP staat op de website van de school. Specifieke Ondersteuning

Specifieke Voorzieningen


52

Extra ondersteuning Ondanks een goede basisondersteuning, kan een school in een situatie komen dat extra inzet noodzakelijk is om aan de specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van een leerling tegemoet te komen. Voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften is de leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwenen en geldt een nieuwe regeling. In het vastgestelde schoolondersteuningsprofiel hebben alle scholen aangegeven welke extra ondersteuning zij heel concreet kunnen leveren, naast de basisondersteuning. Deze extra ondersteuning wordt voor alle scholen van een bestuur georganiseerd door het betreffende bestuur. Extra ondersteuning kan in veel varianten uitgevoerd worden, op maat en in overleg met de ouders. De besturen met scholen voor basisonderwijs ontvangen hiervoor middelen vanuit het SWV. 5.2 Leerlingenzorg: 1-zorgroute

We werken hierin binnen zorgniveaus. Om een helder beeld van zorg en de daarmee samenhangende problematiek te krijgen, is het van belang de niveaus van zorg daadwerkelijk te onderscheiden. Eigenlijk benaderen we ons gehele onderwijs vanuit het begrip zorg voor kwaliteit. De niveaus van zorg die we onderscheiden, bevatten onderscheidende elementen van zorg, die gericht zijn op het handelen van de leerkracht en de organisatie. In de beschreven niveaus van zorg gaat het om de leerkrachtvaardigheden, die binnen de niveaus van belang zijn, waarbij de zorgniveaus 1-2-3 essentieel zijn. Hoe meer we daar de juiste dingen doen, hoe minder kinderen opschalen naar niveau 4-5.


53

We werken met Handelingsgericht werken (HGW) en Handelingsgerichte Aanpakken (HGA), zoals ook afgesproken in het Samenwerkingsverband (SWV). Niveau 1:

Niveau 2:

Niveau 3:

Klassenmanagement, zoals dit binnen elke school van kom Leren anders beschreven kan zijn. Het gaat hierbij dan met name om de meest basale voorwaarden van een goed voorbereide omgeving, waarbij bereikbaarheid van materialen, plaatsing van leerlingen, sfeer en klimaat in de ruimte enz. van groot belang zijn. Hierbij hanteren we (verschillende soorten) kijkwijzers, passend bij het SOP en visie van de school en bij de onderwijsbehoeften van de populatie. Het pedagogisch klimaat en het didactisch handelen in de klas, waarbij de interactie tussen leerkracht en leerling gebaseerd is op onderling respect, vertrouwen, veiligheid, regels en afspraken binnen de context van het gekozen onderwijskundig concept en gedragsregels van elke school binnen kom Leren. Het groepsplan, zoals we dit vormgeven vanuit de cyclus van handelingsgericht werken en de “1-zorg-route”. Zorgniveau 2 omvat het basisaanbod van de school met de daarbij behorende preventieve interventies en differentiaties en –werkvormen op groepsniveau. Mogelijke inzet van de interkomschil. Voor een kleine groep leerlingen, waarvoor de in niveau 2 uitgezette preventieve maatregelen niet de gewenste resultaten opleveren, schakelt de leerkracht de intern begeleider in, waarbij op schoolniveau naar oplossingen voor passend zorg wordt gezocht en intern (of extern) onderzoek wordt gedaan, handelingsplannen worden uitgewerkt, uitgevoerd en geëvalueerd op pedagogisch-didactisch en gedragsmatig vlak. Het zorgteam (en evt. aangevuld met de betrokken leerkracht) zorgt voor besluitvorming en de monitoring op dit niveau. Mogelijke inzet van de interkomschil.

Start van het groeidocument. Niveau 4:

Niveau 5:

In-/Externe deskundigen worden ingeschakeld om nadere analyse te plegen van het geconstateerde probleem op pedagogisch-didactisch en gedragsmatig vlak. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) kan hier een mogelijke oplossing zijn. Totdat het samenwerkingsverband een groeidocument heeft ontwikkeld, werken we binnen kom Leren met een OPP Het zorgteam (en evt. aangevuld met de betrokken leerkracht) zorgt voor besluitvorming en de monitoring op dit niveau. Al deze leerlingen worden geplaatst in de zorgadvieslijst (ZAL) van de school. De grenzen van de zorg binnen de school zijn bereikt waar het de pedagogische- didactische mogelijkheden betreft waarbij de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief wordt meegenomen en vandaaruit wordt er gedacht over een passende oplossing binnen of buiten de eigen school, andere basisschool of verwijzing SBO enz.). Afstemming in samenwerking met het loket en de trajectbegeleider. De TVL( toelaatbaarheidsverklaring) kan mogelijk worden aangevraagd.


54

5.2.1 De Leerlingenzorg Kinderen ontwikkelen zich bij wijze van spreken vanzelf. Zij zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Als de ontwikkeling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we extra hulp. Onze school volgt deze ontwikkeling van kinderen op de voet. Dit volgen van leerlingen en waar nodig (extra) ondersteunen en begeleiding van de ontwikkeling noemen we de leerlingenzorg. Vijf niveaus van zorg Zorg op niveau 1: Zorg in de groep, het verzorgen van goed onderwijs We proberen binnen ons onderwijs steeds beter om te gaan met verschillen tussen leerlingen, adaptief onderwijs te geven m.b.t. het tempo, het niveau en de manier van leren. De groepsleerkracht is hierbij de spil: bemoedigt, begeleidt, bewaakt en richt zich op de volgende ontwikkelingsstap. Om de kinderen te kunnen volgen hanteert de leerkracht een registratiesysteem voor de dagplanning, observaties, toetsgegevens en handelingsplannen. We gebruiken het CITO leerlingvolgsysteem volgens de toetskalender en we bekijken het leerrendement. Zorg op niveau 2: Extra zorg binnen de groep De leerkrachten besteden extra zorg binnen de groep na signalering van problemen, waar mogelijk preventief. De groepsleerkracht maakt een plan van aanpak of handelingsplan om zo gericht hulp te kunnen bieden binnen de groep. De ouders worden hierover geïnformeerd, indien gewenst kunnen een aantal leertaken van de plannen thuis uitgevoerd worden. De extra zorg organiseren we door: planmatig te werken; meer gerichte leer- en instructietijd te geven; extra kortdurende specifieke individuele en/of groepsbegeleiding; extra pedagogische maatregelen. De leerkrachten worden hierbij begeleid door het zorgteam. Zorg op niveau 3: Zorg op schoolniveau, interne deskundigen Wanneer de hulpvraag complexer is, kan het nodig zijn dat de interne begeleider de leerkracht ondersteunt. De leerkracht kan door aanvullende toetsen te doen heel gericht in kunnen gaan op de specifieke behoefte van een leerling. De interne begeleider begeleidt de leerkracht in het opstellen van een handelingsgerichte aanpak (HGA) en of plan van ontwikkeling (PVO) en ondersteunt waar nodig. Voordat een HGA of PVO wordt gestart, worden de ouders erbij betrokken. Ouders ondertekenen het handelingsplan. Zorg op niveau 4: Externe deskundigen Als na bepaalde tijd (deze periode wordt in het handelingsplan vastgelegd) blijkt dat de resultaten van de extra begeleiding onvoldoende is, wordt extra hulp ingeschakeld. Indien nodig wordt een aanvullend onderzoek gestart. Hiervoor wordt dan een onderwijskundig rapport ingevuld en wordt met de ouders besproken. Aan de hand van de verkregen onderzoeksgegevens wordt bekeken wat het beste is voor het kind. Dit kan zijn: in de eigen groep werken op eigen niveau met aparte leerlijnen, eventueel een schooljaar overdoen met een speciaal programma of begeleiding vanuit het speciaal onderwijs door middel van ambulante begeleiding. Zorg op niveau 5: Scholen voor speciaal basisonderwijs Slechts met grote uitzondering, wanneer de leervorderingen stagneren, het kind zich niet meer ontwikkelt en het kind zich emotioneel niet meer prettig voelt, zullen we een verwijzing naar een school voor ‘Speciaal Basis Onderwijs’ (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO) moeten overwegen. Indien verwijzing noodzakelijk blijkt vult de groepsleerkracht samen met u en de interne begeleider een onderwijskundig rapport in. Onderwijs op maat Na iedere toetsperiode bespreekt het team de resultaten met elkaar en individueel met de interne begeleider. Speciale aandacht gaat uit naar kinderen met heel goede resultaten (niveau I of I+) en kinderen met zwakke resultaten (niveau IV, lage IV en V). Ook de kinderen met sociaal-emotionele problemen worden besproken.


55

Aandacht voor leerlingen die moeite hebben met de gemiddelde lesstof De basisvakken zijn lezen, rekenen en taal. (begrijpend Lezen, taal, spelling en woordenschat) Zij staan ook voor de ontwikkeling van kinderen wat belangrijkheid betreft in die volgorde. Als je in deze maatschappij niet kunt lezen of rekenen, wordt het wel heel moeilijk om je te kunnen handhaven. De kinderen, die meer tijd nodig hebben om zich de leerstof van de basisvakken eigen te maken, krijgen daar de gelegenheid voor, middels uitgebreide of verlengde leertijd. Dat is ca. een half uur of drie kwartier dat verdeeld over twee of drie keer per week in de weektaak is opgenomen. Soms moeten ze hun werk ook thuis afmaken. Op een afgesproken moment laten ze hun werk aan de leerkracht zien. We vragen de ouders om met kinderen met een leesachterstand ook thuis te lezen, om de achterstand op de groep zo klein mogelijk te houden. De (meer- en of hoog)begaafde kinderen We zijn alert op meerbegaafdheid bij de intake en de leerkrachten in groep 1/ 2, 3 en 4 geven deze kinderen al aangepast werk. Hierdoor willen we onderpresteerders voorkomen. Door de inzet van de nieuwe rekenmethode Alles Telt kunnen wij in hun dagelijkse rekenen taal en wereld oriëntatieopdrachten het werk op hun niveau aanbieden De (meer)begaafden worden door de eigen leerkracht begeleid in of buiten de klas. De leerkrachten ondervinden ondersteuning van werkgroep Meerbegaafdheid; de leerkracht die gespecialiseerd is in meerbegaafdheid middels scholing op onze school is Charles Dello. Christel Stevens is lid van de werkgroep. Deze kinderen krijgen extra moeilijke opdrachten uit bijv. Acadin, die ze indien mogelijk in een groepje maken. De opdrachten passen binnen het thema waar alle kinderen van de klas aan werken. De leraren hebben in overleg met de leerkracht specialist Meerbegaafdheid/IB-er kinderen uitgezocht op grond van de volgende criteria: -Zij halen op de Cito-toets Begrijpend Lezen en Rekenen meerdere jaren een hoge I score. -Het werktempo moet voldoende hoog zijn. Het gewone werk mag er niet onder lijden. -De leerkracht maakt een inschatting betreffende hun creatieve denkvermogen. De kinderen moeten namelijk oplossingen zoeken voor moeilijke problemen. -Ook de hoogbegaafden, die als zodanig door een gespecialiseerde GZ-psycholoog zijn gediagnosticeerd, komen in aanmerking. De geselecteerde kinderen achten wij in staat om extra werk te verzetten. Zij maken weinig fouten in hun werk na een korte instructie en hebben weinig oefening nodig. Als ze onvoldoende uitgedaagd worden, kunnen zij zich gaan vervelen of onderpresteren. Bij leerlingen, die zich de leerstof heel gemakkelijk eigen maken, zoeken we naar leerstof en opdrachten van een bovengemiddelde moeilijkheidsgraad. Aandachtspunten voor leerlingen met dyslexie Binnen onze school hanteren wij het dyslexieprotocol. Daarnaast heeft het team een dyslexietraining gehad verzorgd door O2. N.a.v. deze training hebben wij als school afspraken gemaakt die wij volgen bij leerlingen met dyslexie. Voor iedere leerling met dyslexie wordt een individueel stappenplan gevolgd en dit wordt met ouders besproken. Dit stappenplan wordt door de groepsleerkracht doorgegeven aan de nieuwe groepsleerkracht bij de start van een nieuw schooljaar. Wij werken met werkgroepen, waaronder de werkgroep Taal-Lezen binnen het 3/cluster, die minstens een master Sen leesspecialist in zijn midden heeft. Deze werkgroep ondersteunt de leerkracht in hetomgaan met leerlingen met dyslexie. De Intern begeleider (IB-er) Nicolle Ploemen is onze intern begeleider. Zij vervult de taak IB binnen het 3-cluster van de basisscholen Sint Brigida, Sint Gertrudis en Sint Joseph. Haar taken zijn: - leerlingen groepsbesprekingen voorzitten - met de leerkracht de leerlingen bespreken - leerkrachten begeleiden/coachen - intervisiebijeenkomsten voor het gehele team leiden


56

- ondersteuning bij het opstellen van ontwikkelingsperspectieven of handelingsgerichte aanpakken/ groepsplannen. - bewaken van de gemaakte afspraken - groepen bezoeken - overleg voeren met ouders bij specifieke zorg - inschakelen externe deskundigen - evaluatie met directie - intervisie bovenschools IB van kom Leren of het samenwerkingsverband - management team lid van de 3-cluster scholen. De intern begeleider en de directie vormt eventueel samen met de leerkracht het zorgteam. U kunt het dossier van uw kind na afspraak inzien op school. Expertise binnen het 3 cluster Het opsporen en verklaren van fouten en problemen veronderstelt speciale kennis en vaardigheden. In het 3 cluster is veel expertise bij de leerkrachten. Yvonne Troisfontaine (leerkracht in Noorbeek) heeft in het afgelopen schooljaar haar tweejarige Post HBO opleiding voor “Master Educational Needs” met de specialisatie Gedrag afgesloten. Onze MT-er Charles Dello heeft afgelopen schooljaar de Master afgerond van NLP, Neuro Linguistisch programmeren. Onze IB-er Nicolle Ploemen en leerkracht Vivian Reniers (in Noorbeek) hebben afgelopen jaar de practitioner NLP afgerond. Onze directeur Jessica Schuil heeft deze practitioner NLP vorig jaar afgerond alsook de opleiding Transactionele analyse. Nicolle Ploemen heeft afgelopen schooljaar de diagnostiek afgerond van het protocol Ernstige Rekenen en Wiskunde Problemen en Dyscalculi. Onze IB-er heeft eerder een Master Educational Needs afgerond, Orthopedagogiek en Specialist Gedrag. Vivian Reniers en Suzanne Smits zijn leesspecialisten en hebben een afgeronde specialistische opleiding afgerond. Minimaal 2 leerkrachten kunnen pedagogisch/didactisch onderzoek doen, bij lezen en rekenen. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) Het OPP past binnen het kader van Passend Onderwijs, dat erop gericht is om het leerrendement van alle leerlingen zo hoog mogelijk te laten zijn, rekening houdend met de individuele mogelijkheden van ieder kind. In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen. Het biedt handvaten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. En het laat zien naar welk vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en ouders, toewerkt. Wet- en regelgeving In het kader van passend onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van een OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basisondersteuning van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht 5.3 De rol van de groepsleerkracht Leerkrachten dienen een veilige omgeving te creëren voor de kinderen en moeten daarnaast zorg dragen voor een goede werken leersfeer. Om onderwijs op maat te kunnen geven observeert de groepsleerkracht de kinderen en signaleert met behulp van methodegebonden en niet methodegebonden toetsen. We maken gebruik van een systeem van toetsen, een leerlingvolgsysteem. Dit systeem begint bij de kleuterjaren en loopt door tot en met groep 8. De toetsen kunnen methode-gebonden zijn, zoals de toetsen van de taal en rekenmethode. Er zijn ook methode onafhankelijke toetsen zoals de CITO-toetsen voor o.a. taal, spelling, lezen, rekenen. Met Citotoetsen vergelijken we de ontwikkelingen van de kinderen met het landelijke gemiddelde. De resultaten van de toetsen en observaties worden 3 keer per jaar besproken tijdens de Groepsbespreking of voortgangscontrole bespreking (VCB). Dit is een bespreking met de groepsleerkracht en de intern begeleider. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

57

Tijdens deze bespreking worden alle leerlingen besproken en indien nodig verkennen we de mogelijkheden. Het kan ook zo zijn dat n.a.v. de VCB een kind wordt besproken in de consultatievergadering. Een extern deskundige bekijkt dan samen met de leerkracht en de IB’er de problematiek. Extra ondersteuning en/of individuele begeleiding van kinderen aan de hand van een plan gebeurt in principe door de groepsleerkracht zelf binnen de eigen groep. 5.4 De rol van de intern begeleider De interne begeleider (IB) volgt de ontwikkeling van alle kinderen op school. Alle gegevens m.b.t. sociaal–emotionele en cognitieve ontwikkeling worden zorgvuldig bekeken. Indien nodig ontvangt de groepsleerkracht een advies en tips m.b.t. deze gegevens. Tijdens de voortgangscontrole bespreking, die 3x per schooljaar plaatsvindt, worden alle kinderen en hun gegevens besproken. Uit deze gegevens kunnen afspraken voortkomen m.b.t. planmatig werken en het aanvragen van eventuele onderzoeken (intern of extern). Naar aanleiding van deze leerling bespreking kan om meer deskundigheid of een second opinion gevraagd worden aan de leerlingbegeleider. De interne begeleider is verantwoordelijk voor de administratie van toetsgegevens en zorgklapper. De leerkracht is verantwoordelijk voor de leerlingdossiers. Deze gegevens zijn voor ouders in te zien. 5.5 Continue ontwikkeling van de leerling Leerlingen ontwikkelen zich voortdurend. We hechten grote waarde aan onderwijs op maat: onderwijs dat past bij de leerling. We trachten het kind creatief te leren omgaan met zijn mogelijkheden en zijn beperkingen. We respecteren het eigene van ieder kind en beschermen zijn eigenwaarde, zelfvertrouwen en gevoelsleven. Komt een kind hoe dan ook in problemen dan pogen wij het kind op zijn niveau verder te helpen en weer op het spoor van zijn of haar groep te zetten. We trachten de kinderen zo te onderwijzen dat ze nu en in de toekomst zelfstandig, verantwoordelijk en kritisch kunnen leven in onze dynamische maatschappij. 5.5.1 Doublure De leerstof van ieder schooljaar vormt de basis voor de leerstof van een volgend jaar. Het tempo waarin en de manier waarop de kinderen zich ontwikkelen kan verschillen. De doorstroming naar de volgende groep geschiedt op grond van gegevens die de groepsleerkrachten aan de hand van observaties, toetsen voor leerlingvolgsystemen, leerlingbesprekingen, oudergesprekken en rapporten verzameld hebben. Leerlingen die een ander leertempo volgen proberen we zoveel mogelijk individueel te begeleiden en te ondersteunen. Als blijkt dat de achterstand / voorsprong zorgwekkend of groot is kan geadviseerd worden om een leerling met een aangepast programma te laten doubleren. Dit gebeurt alleen in overleg met de leerling en de ouders. In de meeste gevallen leidt dit overleg tot een gezamenlijke conclusie. De school neemt de eindbeslissing. Procedure bij het doubleren in groep 1 t/m 8 1. In de leerlingbespreking van januari/ februari of eerder wordt de mogelijkheid besproken om een leerling te laten doubleren met de leerkracht en de IB. 2. Er vindt terugkoppeling naar ouders en leerkracht van het voorlopige voornemen uit de bespreking plaats in het zorgteam. 3. Zorgteam neemt een definitief besluit rondom de doublure. 4. Wanneer de leerkracht akkoord gaat met het besluit van het zorgteam, dan arrangeert de leerkracht een gesprek met ouders en laat ouders tekenen voor het genomen besluit (indien ouders akkoord zijn). 5. Wanneer de leerkracht niet akkoord is met het genomen besluit in het zorgteam, dan wordt de leerkracht uitgenodigd in het zorgteam om de argumenten uit te wisselen en het standpunt opnieuw in te nemen. Hiervoor wordt een afspraak gemaakt. De consultant uit de interkomschil kan aansluiten indien de school dit wenst. Men zorgt voor draagvlak bij leerkracht, voordat er naar ouders wordt teruggekoppeld. 6. Leerkracht koppelt aan ouders de besluitvorming terug.


58

7. Indien ouders niet akkoord zijn met het genomen besluit, dan koppelt de leerkracht dit met het zorgteam terug. Vervolgens wordt een gesprek tussen zorgteam, leerkracht en ouders gearrangeerd. Als ouders niet akkoord gaan blijft bij ons de verantwoordelijkheid voor zorg toch bestaan! 8. Het zorgteam is te allen tijde het orgaan binnen de organisatie dat de beslissende stem heeft. Zonder terugkoppeling met het zorgteam kan nooit met ouders over doubleren gesproken worden. Ouders komen pas in beeld als er een gezamenlijk gedragen GO! is door alle betrokken agogen. Indien ouders niet akkoord gaan, is het advies van school bindend. ( dit geldt ook bij situaties waarin de ouders een doublure wensen en de school dit niet wil) Indien er wordt besloten tot een doublure wordt er vervolgens een plan van aanpak ( school geeft zelf invulling aan deze werkwijze) opgesteld door leerkracht en IB. In dit plan van aanpak wordt uitgewerkt hoe aan het inlopen van de opgelopen achterstand wordt gewerkt en door wie. Dit geldt uiteraard al vanaf het moment dat er een besluit genomen is over doubleren ongeacht het tijdstip van het jaar, waarin het besluit genomen wordt. Zomaar een jaar langer doubleren lost het probleem niet op! 5.5.2 Groep overslaan Het kan voorkomen dat een leerling zich zodanig ontwikkelt dat de geboden stof hem (te) makkelijk afgaat, en hij/ zij dus niet voldoende uitgedaagd wordt. Om te voorkomen dat een leerling gaat onderpresteren, wordt er dan samen met ouders gekeken naar oplossingen. Om een leerling de mogelijkheid te bieden zich zo optimaal mogelijk te laten ontplooien zou de school verrijkings- en verdiepingsmateriaal kunnen aanbieden. In een enkel geval zou er zelfs voor gekozen kunnen worden dat een kind een jaargroep overslaat. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, school en leerling. 5.5.3 Onderwijs bij langdurige ziekte Wanneer een leerling ziek is dient dit door de ouders/verzorgers bij de school te worden gemeld. Het is daarbij belangrijk om aan te geven hoelang de ziekte waarschijnlijk gaat duren. Het is de verantwoordelijkheid van ouders en school samen om te zorgen dat de leerling ook tijdens de ziekte het onderwijsproces zoveel mogelijk blijft volgen. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten in stand te houden. We hebben een protocol rondom zieke kinderen in het primaire onderwijs. Hierin staat stap voor stap de verantwoordelijkheden en het proces beschreven dat wij als school volgen. Dit protocol staat beschreven in het schoolplan 2011-2015 en is in te zien. 5.5.4 Protocol groep 2 naar groep 3 Veel kinderen zitten gemiddeld twee jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun aard, aanleg en ontwikkeling. In principe is het mogelijk dat kinderen binnen een tijdvak van acht jaren de basisschool kunnen doorlopen. Bij het nemen van een beslissing over doorstromen naar groep 2 of naar groep 3 letten wij op de verstandelijke, sociale emotionele, motorische en de creatieve ontwikkeling van het kind. Dit alles gebeurt in nauw overleg met de ouders van het kind. Wij vinden het belangrijk dat een kind voldoende is toegerust om zonder problemen het aanvankelijk lees-, taal- en rekenonderwijs in groep 3 te kunnen volgen. Voor de voortgang van het kind, hanteren we vaste criteria. Het uitgangspunt van een continue ontwikkeling van een kind zorgt ervoor dat we per leerling afwegen waar het kind het beste zal functioneren en waar de ontwikkeling op lange termijn het beste bij gebaat is. Het welbevinden van kinderen is daarbij ook een zeer essentieel criterium. Voor de voortgang van het kind, hanteren we vaste criteria. Wij handelen in deze volgens het bovenschools protocol 1-2-3 dat op aanvraag is in te zien op school.


59

5.5.5 Speciaal Onderwijs TOELATING SPECIAAL (BASIS)ONDERWIJS Als het niet langer lukt om leerlingen een passende plek in het basisonderwijs te bieden, dan wordt gekeken naar de mogelijkheden in het speciaal (basis)onderwijs. De scholen voor S(B)O werken dagelijks met leerlingen met een grote diversiteit aan specifieke onderwijsbehoeftes. Het SWV heeft, naast een beperkt aantal wettelijke verplichtingen, veel vrijheid en beleidsruimte om de toelating tot het S(B)O vorm te geven. Elk samenwerkingsverband maakt hierover eigen afspraken. Voor ons samenwerkingsverband zijn deze afspraken neergelegd in de notitie Ondersteuningstoewijzing en toelaatbaarheidsverklaring. Aanvraag De aanvraag voor een TLV moet schriftelijk worden ingediend door een school, voorzien van een onderbouwing. Hierbij is de ondersteuningsvraag leidend en het schoolondersteuningsprofiel van de plaatsende school bepalend. De ouders worden hier nauw bij betrokken. Tussen het moment van plaatsing en aanmelding mogen maximaal 10 werkweken verstrijken, uitgaande van de situatie dat alle benodigde informatie beschikbaar is en beschikbaar gesteld wordt. 5.6 Externe deskundigen Om het onderwijs binnen onze school en de zorg die we bieden zo optimaal mogelijk te geven, beschikt onze school over de mogelijkheid om externen in te schakelen. Logopedie De schoollogopediste bekijkt de kinderen zowel in de voorschoolse screening als in groep 1. De ouders krijgen een brief waarin hun toestemming gevraagd wordt voor een korte screening van hun kind zonder de aanwezigheid van ouders. Als leerkrachten aangeven dat een kind wat uitgebreider bekeken moet worden, hierbij denkend aan taal, spraak of gehoor worden de ouders uitgenodigd om bij het logopedisch onderzoek aanwezig te zijn. Daarnaast heeft de logopediste nog een klein aantal uren beschikbaar voor vragen van leerkrachten of korte onderzoeken van kinderen uit de andere klassen. De logopedie aan onze school wordt verzorgd door een logopediste van O2. Zij screent alle 5 jarigen a.d.h.v. een lijst die door de leerkracht is ingevuld. Indien zij opvallendheden constateert volgt een uitgebreider onderzoek waarvoor ouders ook een uitnodiging krijgen. Mocht een leerkracht van een hogere jaargroep vragen hebben over een leerling, kan zij uiteraard ook de logopediste raadplegen. Schoolmaatschappelijk werk. We kunnen een beroep doen op het schoolmaatschappelijk werk in de persoon van Mevrouw Suus Simons. U hoeft er als ouder niet alleen voor te staan! U kunt met alle vragen terecht die direct of indirect met uw kind te maken hebben. -opvoedingsvragen: bv. uw kind zit niet lekker in zijn vel, uw kind luistert niet, uw kind wordt gepest, uw kind is verlegen en stil, uw kind heeft geen vriendjes. -relatieproblemen bij ouders, bv. oneens over de manier van opvoeden, echtscheidingsvragen. Trajekt Schoolmaatschappelijk werk geeft KIES-coaching aan kinderen die te maken hebben gehad met echtscheiding en daar nog last van hebben. -informatie over financiële problemen: bv. de stichting Leergeld, over Bijzondere Bijstand, over schuldhulpverlening. -informatie over allerlei voorzieningen bv. hoe hulp in de huishouding aan te vragen, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, een rolstoel of ander hulpmiddel aanvragen -u kunt ook terecht met vragen over een ander kind in uw gezin dat niet op deze school zit. Wat kunt u verwachten van schoolmaatschappelijk werk? Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

60

De maatschappelijk werkster zorgt ervoor, evt. samen met de school, dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de aard en oorzaak van het probleem. Daarnaast kan zij adviseren, ondersteunen en mogelijk kortdurende hulp aan u en uw kind bieden. Als het nodig mocht zijn kunnen u en/ of uw kind begeleid worden naar passende hulpverlening. De aangeboden hulp door de schoolmaatschappelijk werkster is vertrouwelijk en gratis. U kunt haar rechtstreeks bellen op het telefoonnummer 043-4091524 of e-mailen naar [email protected] Spreekuur Jeugd en gezinswerk(er) Suus Simons Dinsdag 15-9-2015 Woensdag 23-9-2015 Dinsdag 29-9-2015 Woensdag 7-10-2015 Dinsdag 13-10-2015 Woensdag 21-10-2015 Woensdag 4-11-2015 Dinsdag 10-11-2015 Woensdag 18-11-2015 Woensdag 25-11-2015 Woensdag 2-12-2015 Woensdag 9-12-2015 Woensdag 16-12-2015

Contact: 043-4091524 /[email protected] 13.00-14.30u Noorbeek 11.00-12.30u Sint Geertruid 16.00-17.30u Mheer 13.30-15.00u Noorbeek 15.30-17.00u Sint Geertruid /Evaluatie 13.30-15.00u Mheer 13.30-15.00u Noorbeek 15.30-17.00u Sint Geertruid 13.30-15.00u Mheer 13.30-15.00u Noorbeek 13.30-15.00u Sint Geertruid 13.30-15.00u Mheer 13.30-15.00u Noorbeek

De schoolarts of Jeugdarts Wij raadplegen de schoolarts als wij problemen signaleren op het medische en sociaal-emotionele vlak van onze leerlingen. Onze schoolarts is Marion Debougnoux. G.G.D. Zuidelijk Zuid-Limburg Marion Debougnoux Drs. Marion A.W.G. Debougnoux Jeugdarts / Arts Maatschappij en Gezondheid Jeugdgezondheidszorg Unit Heuvelland T 043-8506693 M 06-22231008 De Verwijsindex en Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) De Verwijsindex valt binnen de Wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Als de school uw kind wil registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke hulp en ondersteuning voor uw kind het beste is. RAK (Regionale aanpak kindermishandeling): volgend uit de Wet Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van ons schoolbestuur. Deze code is te vinden op de website van het bestuur. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: Het CJG biedt ondersteuning op allerlei terrein wat betreft de opvoeding. Zie: http://www.cjgheuvelland.nl Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

61

Zorgteam in consultatie We streven om zoveel en verantwoord mogelijk kinderen binnen de basisschool te houden, ondanks hun problematiek. Wij nemen deel aan het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zuid, waarin met een grote groep basisscholen (gewoon en speciaal onderwijs) gezamenlijk afspraken en plannen worden gemaakt. Zie www.passenonderwijszuid.nl Op aanvraag kan de IB-er een afspraak maken met een specialist vanuit het speciaal onderwijs om een leerling door te spreken. Rondetafelgesprekken Als de leerkracht onvoldoende tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van een leerling, dan wordt een ronde tafelgesprek gearrangeerd. Het ronde tafelgesprek is analoog met de aanpak bij de jeugdzorg. Als binnen het ronde tafelgesprek specifieke deskundigheid nodig blijkt voor de vaststelling van de ondersteuningsbehoeften, kunnen deskundigen worden aangezocht, volgens de richtlijnen van het betreffende bestuur. Een ronde tafelgesprek verloopt gestructureerd: Van overzicht (wat gaat goed en wat moeilijk?) en inzicht (hoe zou dat kunnen komen?) naar uitzicht (welke doelen willen we behalen en hoe?). Daarbij geldt als motto: zoek naar kansen en mogelijkheden en denk doelgericht, optimistisch, creatief en oplossingsgericht. De begeleiding wordt vooral geboden binnen het primaire proces op school. De deskundigen kunnen bijvoorbeeld meedenken over de aanpak van de leerling, hoe deze aanpak wordt opgenomen in het groepsplan en hoe dit in de groep gerealiseerd kan worden. Bovenschoolse expertise komt zo de school in. Door in het ronde tafelgesprek met één of meer deskundigen samen te werken, zijn de lijnen kort en hebben school en ouders met zo min mogelijk verschillende professionals te maken. In het ronde tafelgesprek ligt de regie bij de intern begeleider c.q. de school. Indien blijkt dat de basisschool onvoldoende tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt de Trajectbegeleider ingeschakeld. Zo nodig wordt gebruik gemaakt van deskundigen vanuit het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en hulpverleners uit CJG en jeugdhulp. Vanuit de besproken adviezen worden door de Interne Begeleider verdere acties ondernomen. Indien uw kind wordt besproken in het zorgteam, zal de IB-er hier vooraf met u over praten. Na afloop van de bespreking zal het advies voor verdere hulpverlening ook met u besproken worden.


62

Passend Onderwijs Zuid Wij nemen als school deel aan het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zuid. Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht gegaan. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden (SWV). Alle schoolbesturen hebben de taak om in gezamenlijkheid voor alle leerlingen, die wonen binnen de regio van het SWV, een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het schoolbestuur. Passend onderwijs is voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, en richt zich nadrukkelijk op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze en deze school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden of met de ouders een passende plek te zoeken. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn:  

     

Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij vooral kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen; Leraren en scholen beter toerusten: passend onderwijs voor en extra ondersteuning van een leerling in de klas staat of valt met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en) en de kwaliteit van de ondersteuningsstructuur in en rond de school; Toewijzing van extra ondersteuning vindt dichtbij de leerling plaats, in overleg met de ouders en met gebruikmaking van interne- en externe expertise; Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort maakt de inzet van middelen beheersbaar en transparant; Alle kinderen verdienen een passende plek in het onderwijs waardoor “thuiszitten” niet meer voorkomt; De passende onderwijsplek is zo thuisnabij mogelijk met als uitgangspunt de schoolvoorkeur van de ouders; Er is afstemming en intensieve samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Het jeugdbeleid en het beleid van het SWV grijpen in elkaar en versterken elkaar wederzijds.

Meer informatie is te vinden op www.passendonderwijs.nl GGD Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle vier- tot negentien jarigen in de regio. Het team JGZ bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en jeugdartsassistente. Op onze website vindt u informatie over het team dat aan de school van uw kind is verbonden. Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat grotere kinderen zelf, terecht met de meest uiteenlopende vragen over opvoeden en opgroeien. Heeft u een vraag of maakt u zich zorgen om uw kind, dan kunt u een afspraak maken voor een gesprek met een van onze medewerkers. Als uit het gesprek of onderzoek blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van opvoeden en opgroeien.


63

Binnen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), die in de komende jaren in alle gemeenten worden geopend, gaan we nauw samenwerken met die partners, zodat we uw kind en u nog beter kunnen helpen. Vinger aan de pols Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind tijdens zijn (of haar) schoolcarrière. We kijken bijvoorbeeld naar zijn groei, motoriek en spraak, maar ook - als uw kind op de middelbare school zit - naar eventueel schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u en (als uw kind al wat groter is) uw kind regelmatig om een vragenlijst in te vullen waarin allerlei gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast kijken we natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau. Inentingen Als JGZ zorgen we ervoor dat uw kind volledig wordt ingeënt tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). De laatste twee inentingen tegen deze ziekten krijgt uw kind in het jaar dat het 9 wordt. U ontvangt van ons een uitnodiging hiervoor. Meisjes van 12 jaar krijgen bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Heeft uw kind door omstandigheden bepaalde inentingen nog niet gekregen, dan kunt u hiervoor bij ons terecht. De GGD doet meer ▪ In samenwerking met andere organisaties verzorgt de GGD Zuid Limburg cursussen voor ouders over opvoeden , psychosociale weerbaarheid, de puberteit en alcohol en drugs. Meer hierover leest u op onze website. ▪ We kijken of de school of het kinderdagverblijf van uw kind schoon en veilig is en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren. ▪ We helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en/of te bestrijden. ▪ Ook ondersteunen we scholen bij hun lessen en/of projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksuele vorming. ▪ Jongeren t/m 24 jaar kunnen met al hun vragen over seksualiteit en soa gratis terecht bij Sense, het Centrum voor Seksuele Gezondheid van de GGD en in Limburg. ▪ Elk jaar doet de GGD Zuid Limburg onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van alle kinderen van 12 tot 18 jaar in Zuid-Limburg. Gemeenten en scholen gebruiken de resultaten van dit onderzoek bij het maken van beleid. Vragen? Meer weten? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. T 043 850 6734 E [email protected] I www.jeugdgezondheidszorg.ggdzl.nl Logopedie De logopedie aan onze school wordt verzorgd door een logopediste van O2. Zij screent alle 5 jarigen a.d.h.v. een lijst die door de leerkracht is ingevuld. Indien zij opvallendheden constateert volgt een uitgebreider onderzoek waarvoor ouders ook een uitnodiging krijgen. Mocht een leerkracht van een hogere jaargroep vragen hebben over een leerling, kan zij uiteraard ook de logopediste raadplegen.


64

Afspraken omtrent R.T. (remedial teaching) tijdens schooltijd  Het programma en het testen van de externe RT-er moet altijd in overleg met de IB-er. (en moet op school aanwezig zijn)  De externe RT-er moet een gecertificeerd persoon zijn.  De externe RT onder schooltijd moet onder het vak waarin RT wordt gegeven. (Leerling moet geen instructie van ander vak missen)  Bij  diagnose.

-leerlingen met aantoonbare specifieke onderwijsbehoeften middels -zittenblijvers -verklaringen van dyslexie, dyscalculie, gedrag door officiële instantie afgegeven. -bij het uitblijven van groei t.o.v. zichzelf na minimaal 3 hp’s of plan van ontwikkeling. (zie tussenevaluatie)

 Externe RT testen mogen wel onder schooltijd, behandelen zie bovenstaand.  Externe RT buiten school altijd met verlofbrief. Bij 10 x toestemming vragen bij leerplicht ambtenaar.  Maximaal 1 keer per week externe RT, niet langer dan een uur afwezig uit de groep. Aandachtspunten voor leerlingen met dyslexie Binnen onze school hanteren wij het dyslexieprotocol. Daarnaast heeft het team een dyslexietraining gehad verzorgd door O2. N.a.v. deze training hebben wij als school afspraken gemaakt die wij volgen bij leerlingen met dyslexie. Voor iedere leerling met dyslexie wordt een individueel stappenplan gevolgd en dit wordt met ouders besproken. Dit stappenplan wordt door de groepsleerkracht doorgegeven aan de nieuwe groepsleerkracht bij de start van een nieuw schooljaar. Wij werken met werkgroepen, waaronder de werkgroep Taal-Lezen binnen het 3cluster, die minstens een master Sen leesspecialist in zijn midden heeft. Deze werkgroep ondersteunt de leerkracht in het omgaan met leerlingen met dyslexie.


65

6

Leerkrachten

6.1 Expertise/ Nascholing N.a.v. de studiedag “ Kind op de gang´ kwamen er verschillende zaken naar voren waarin we als school meer expertise willen hebben. We kozen ervoor om individuele leerkrachten zich te laten specialiseren . Als school zijn we gaan zoeken naar een mogelijkheid om door samen te werken, meer expertise op te bouwen, door te delen, te kijken en leren bij elkaar. Dit sluit mooi aan bij Passend Onderwijs. We behoren tot een cluster van 3 kleine scholen. Als kleine school alléén heb je niet voldoende personeel om kennis en expertise in huis te hebben of te houden. Door de kennis/ervaringen te delen en dus de expertise te bundelen, zeg clusteren denken wij een kwalitatieve bijdrage te leveren aan ons onderwijsaanbod binnen deze regio. Werkgroepen samenstelling in het kader van de zorgbijeenkomsten: Werkgroep Werkgroep Werkgroep Meerbegaafdheid Passend gedrag: rekenen: Technisch onderwijs Lezen Nb: Yvonne T © Stg: Sabine (ovb) Mh: Christel

Nb: Nicolle © Stg: Bea (ovb) Mh: Martine K. Nb: Ans

Stg: Brigitte© Nb: Vivian Mh: Yvonne B

Nb: Charles © Stg: Sabine Mh: Christel

Nb: Vivian Stg: Brigitte Mh: Suzanne Nb: Desiree

In het 3 cluster is veel expertise bij de leerkrachten. Yvonne Troisfontaine (Noorbeek) heeft in het afgelopen schooljaar haar tweejarige Post HBO opleiding voor “Master Educational Needs” met de specialisatie Gedrag afgesloten. Onze MT-er Charles Dello heeft afgelopen schooljaar de Master afgerond van NLP, Neuro Linguistisch programmeren. Onze IB-er Nicolle Ploemen en leerkracht Vivian Reniers (Noorbeek) hebben afgelopen jaar de practitioner NLP afgerond. Onze directeur Jessica Schuil heeft deze practitioner NLP vorig jaar afgerond alsook de opleiding Transactionele analyse. Nicolle Ploemen heeft afgelopen schooljaar de diagnostiek afgerond van het protocol Ernstige Rekenen en Wiskunde Problemen en Dyscalculi. Onze IB-er heeft eerder een Master Educational Needs afgerond, Orthopedagogiek en Specialist Gedrag. Vivian Reniers en Suzanne Smits zijn leesspecialisten en hebben een afgeronde specialistische opleiding afgerond. Minimaal 2 leerkrachten kunnen pedagogisch/didactisch onderzoek doen, bij lezen en rekenen. 6.2 Klassenconsultatie Binnen onze school worden groepsleerkrachten begeleid en worden onderwijsactiviteiten met elkaar besproken, geëvalueerd en bijgesteld. Daartoe observeren de interne begeleider en/of directeur regelmatig lessen in alle groepen. De geobserveerde les wordt naderhand besproken door de sterke en de ontwikkelpunten te benoemen. Groepsleerkrachten gaan ook regelmatig bij elkaar lessen observeren om van en met elkaar te leren. Eén van de begeleidingstechnieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen is het maken van video opnames. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg en bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. De gemaakte opnames worden niet voor andere doeleinden gebruikt. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de directie en worden niet – zonder haar uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leraar – aan anderen vertoond. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

66

Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meerdere leerlingen, dan worden de ouders hiervan in kennis gesteld. Mocht u bezwaar hebben tegen het filmen van uw kind , zoals in het bovenstaande beschreven, dan kunt u contact opnemen met de directie. 6.3 Stagiaire Geregeld lopen een aantal studenten bij ons stage. Dit kunnen studenten zijn van o.a. S.P.W, maar ook administratieve stagiaires of ICT stagiaires. De studenten van de S.P.W volgen de opleiding tot onderwijsassistent of klassenassistent. De studenten zullen regelmatig in de groepen te vinden zijn. Afhankelijk van de opleiding is dit één dag per week of een hele week aaneengesloten. Soms is de stageperiode een aantal aaneengesloten weken. Ze krijgen zo de kans om praktijkervaring op te doen. De studenten krijgen regelmatig bezoek van hun docenten. Elke student heeft bij ons op school een mentor, dit is een leerkracht die de student begeleidt en beoordeelt. Deze leerkracht heeft ook altijd de eindverantwoordelijkheid. Pabo stagiaires lopen stages op speciale ‘opleidingsscholen’, onze school is dat momenteel nog niet. 6.4 Vervangingen Net zoals elk mens en net zoals in elke bedrijfstak kunnen ook leerkrachten ziek worden of om bepaalde redenen verlof opnemen. In het onderwijs dient dan een vervanger beschikbaar te zijn, die de lesgevende taken overneemt. Wij proberen indien vervanging nodig is in een bepaalde groep, de vervanging zoveel mogelijk door dezelfde persoon te laten invullen. Dit kunnen we helaas niet altijd garanderen, want we zijn afhankelijk van het aanbod en de beschikbaarheid van de vervangers. De directie probeert voor langdurige vervangingen van te voren een gesprek te hebben met de betreffende vervanger, zodat bekeken kan worden of deze voldoet aan de eisen die wij als school aan een vervanger stellen. Dit om de kwaliteit van het onderwijs tijdens vervangingen zoveel mogelijk te kunnen waarborgen. Het is echter steeds moeilijker om (tijdig) vervangers te vinden. In het geval dat er meerdere leerkrachten tegelijk door ziekte afwezig zijn en geen vervangers beschikbaar zijn, zal een noodscenario gaan gelden. Als eerste oplossing kunnen dan groepen bij elkaar geplaatst worden of worden de leerlingen van de afwezige leerkrachten over andere groepen verdeeld. In een uiterste geval kan het zelfs voorkomen dat leerlingen naar huis gestuurd worden. De ouders krijgen daarvan altijd de dag ervoor schriftelijk bericht.


67

7 Ouders 7.1 Klassikale ouderavond Onze school stelt een goede samenwerking met ouders erg op prijs. Aan het begin van elk schooljaar worden er klassikale ouderavonden georganiseerd voor alle groepen. Ouders worden dan geïnformeerd over de dagelijkse gang van zaken in de groepen en de werkwijze en afspraken in het betreffende leerjaar. 7.2 Ouderhulp Veel ouders doen mee aan activiteiten die door de ouderraad worden georganiseerd, zoals: het schoolreisje, de sportdag, verkeersdag enz. Ook assisteren ouders bij het samenstellen van de schoolkrant, het overblijven, het vervoer van kinderen bij excursies en helpen mee bij diverse werkgroepjes. Voor ondersteunende werkzaamheden worden door de betreffende leerkracht met de ouders afspraken gemaakt. Niet alle ouders zijn in de gelegenheid om in school mee te helpen of te komen kijken. Belangrijk is echter dat ouders betrokken worden bij de school van hun kind. Dat kan ook ‘op afstand’, bv. door met het kind regelmatig over school te praten, door huiswerk met het kind door te nemen, de nieuwsbrieven van de school te volgen, meegebrachte materialen (bv. werkjes, wereldoriëntatiewerk enz.) te bekijken. Kortom: door aandacht te besteden aan datgene waar het kind overdag mee bezig is. Het lijkt ons waardevol dat ouders op de hoogte zijn wat er tijdens schooltijd gebeurt en dat ze goed volgen hoe hun kind dit ervaart. 7.3 Nieuwsbrief De nieuwsbrief wordt 1 keer per twee weken uitgegeven. Hierin zijn mededelingen en actuele informatie van de school voor de ouders en leerlingen opgenomen. Deze nieuwsbrief kunt u via de mail ontvangen. U kunt zich voor nieuwsbrief aanmelden door een mail te sturen naar: [email protected] 7.4 Klachtenregeling Stichting kom Leren beschikt over een onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Hij of zij gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij/zij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. Onze vertrouwenspersoon is Inge Pouw. Zij is te bereiken via mail: [email protected] De vigerende klachtenregeling is te vinden op www.kom-leren.nl 7.5 Regeling seksuele intimidatie Seksuele intimidatie ofwel ongewenste intimiteiten zijn directe of indirecte seksueel getinte uitingen in woord, gebaar of afbeelding die ongewenst zijn dan wel redelijkerwijs als zodanig kunnen worden ervaren door degene die ermee wordt geconfronteerd. De intimidatie c.q. ongewenste intimiteiten kunnen onopzettelijk zijn. Vaak onderschatten de daders de uitwerking van hun uiting. Zij denken vaak ten onrechte dat dit in de normale manier van omgaan met elkaar past. Ook voor degene die lastig gevallen wordt, is het vaak pas na verloop van tijd duidelijk dat wat hem/haar overkwam onder de noemer seksuele intimidatie valt. Enkele voorbeelden zijn: - seksuele opmerkingen of gedragingen - seksuele toenadering of plagerijen - herhaalde seksuele toenadering na afwijzing - aandringen op seksuele activiteiten, waarbij een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld - dwang tot seksuele activiteiten d.m.v. bedreiging of straf - aanranding of verkrachting


68

Indien een kind of personeelslid onverhoopt seksueel geïntimideerd wordt op school, kunt u zich in verbinding stellen met de directeur, de contactpersoon of de vertrouwenspersoon. De hulpverlening in geval van seksuele intimidatie is in handen van de vertrouwenspersoon (043 – 3477403 / 06 – 46191033) of de vertrouwensarts van de GGD. (043 – 3821730) In een voorkomend geval kunt u een beroep op hen doen. 8 Praktische zaken 8.1 Aanmelding, kennismaking nieuwe leerlingen Kinderen mogen in Nederland naar school vanaf hun vierde verjaardag. Ze moeten naar school wanneer ze vijf jaar zijn. Dan gaat de leerplicht in en zijn ouders verplicht om hun kind naar school te sturen. In bijna alle gevallen melden ouders echter hun kind vanaf 4 jaar aan. Voordat een aangemeld kind als leerling van de scholen wordt ingeschreven gelden een aantal regels, die voor alle scholen van de Stichting kom Leren hetzelfde zijn en die zijn vastgelegd in het aannamebeleid van kom Leren. Informatie vooraf Allereerst kunnen ouders vóór de aanmelding bij de school terecht voor nadere informatie. Men ontvangt dan een informatieset die bestaat uit o.a. - een brochure van de overheid met algemene informatie over het basisonderwijs; - de schoolgids (te downloaden via www.sintjoseph-mheer.nl) - een aanmeldingsformulier. - informatie van de oudervereniging Wanneer ouders besluiten hun kind aan te melden bij onze basisschool, dan dienen ze het volledig ingevulde aanmeldingsformulier in te leveren bij het management van de school. Intakegesprek Nadat de ouders het aanmeldingsformulier hebben ingeleverd, worden zij uitgenodigd voor een ‘intakegesprek’. In dit intakegesprek wordt de ontwikkeling van het kind vanaf geboorte tot het moment van aanmelding besproken. Wij stellen het op prijs als het kind hierbij aanwezig is. In dit gesprek, worden vragen gesteld over o.a. de persoonlijkheid van het kind, het karakter en het gedrag, de motoriek, de taal- en de spelontwikkeling, e.d. Doel van dit intakegesprek is, dat de school een beeld van het kind krijgt, waarmee men vanaf de eerste dag, dat het kind naar school komt, rekening kan houden. Het is daarom gewenst, dat de ouders zich op dit gesprek goed voorbereiden.


69

Procedure aanname bij toelating van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften.

De leerplicht en de vrije schoolkeuze van ouders bepalen verregaand het systeem van toelating en verwijdering. Nederland kent leerplicht. In de Leerplichtwet staat dat kinderen met ingang van de maand volgend op die waarin ze vijf jaar zijn geworden leerplichtig zijn. Toelating is daarom het uitgangspunt, weigering de uitzondering. Met inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs krijgen schoolbesturen zorgplicht om voor alle kinderen die worden aangemeld, of staan ingeschreven, een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. Ouders moeten minimaal tien weken voor de aanvang van het nieuwe schooljaar hun kind schriftelijk aanmelden. Een schriftelijke aanmelding betekent meestal dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Ouders kunnen hun kind voor het primair onderwijs aanmelden vanaf 1 jaar voordat het kind wettelijk toelaatbaar is. Kinderen die jonger zijn dan deze leeftijd, kunnen op een wachtlijst worden geplaatst. Ouders hebben de mogelijkheid om hun kind bij verschillende scholen tegelijk aan te melden. Dit kunnen scholen zijn die zowel binnen als buiten het samenwerkingsverband vallen. Dit kan ertoe leiden dat er meerdere scholen belast worden met de aanmeldprocedure en het onderzoek of er sprake is van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte. Om deze reden moeten ouders melden of en zo ja, bij welke andere scholen zij om toelating hebben verzocht. Hierdoor kunnen scholen onderling tot afstemming komen van de aanmeldingsprocedure. Zo kunnen bijvoorbeeld scholen in hetzelfde samenwerkingsverband een vorm van centrale aanmelding inrichten. Na de aanmelding onderzoekt het bevoegd gezag van de school of er extra ondersteuning nodig is. Dit gebeurt op basis van informatie van de ouders. Bij de beslissing over toelating van een kind betrekt het bevoegd gezag de ondersteuningsbehoefte van het kind, zoals die na aanmelding is vastgesteld. De school bekijkt de mogelijkheden om in de ondersteuningsbehoefte te voorzien. Deze mogelijkheden hangen samen met de expertise en het schoolondersteuningsprofiel, maar ook met de afspraken die met andere bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de begeleiding van leerlingen met ondersteuningsbehoefte. Op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte hebben scholen de plicht te onderzoeken of de school de extra ondersteuning, in de vorm van doeltreffende aanpassingen, zelf kan bieden. Een aanpassing moet worden getroffen, tenzij deze voor de school een onevenredige belasting vormt. De zorgplicht is geen toelatingsplicht voor de school waarbij de leerling is aangemeld. Wel brengt de zorgplicht met zich mee dat, wanneer een kind niet kan worden toegelaten tot de school van aanmelding, een plaats op een andere school dient te worden aangeboden, waarbij rekening moet worden gehouden met de ondersteuningsbehoefte van hetkind. Hierbij dient de school te kijken naar de schoolondersteuningsprofielen van de andere scholen in het samenwerkingsverband en dient overleg met de ouders te worden gevoerd. Het bevoegd gezag dient binnen zes weken een beslissing te nemen op het verzoek tot toelating. Het bevoegd gezag kan deze termijn met maximaal vier weken verlengen. De zorgplicht geldt niet wanneer de ouders weigeren te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs aan de school respecteren of als er geen plaatsruimte beschikbaar is op de school.

Wettelijk kader: Toelating/Weigering Verwijdering Openbare school 40, 46 en 158 lid 1 sub d 40 Wpo – Awb (- 6:162 BW) Wpo – Awb (- 6:162 BW) Bijzondere school 40, 58, 63, tweede en derde lid 40 en 63, tweede en derde lid Wpo en 158 lid 1 sub d Wpo (- 6:162 BW). Toelatingsbeleid essentieel Toelating is het uitgangspunt, weigering de uitzondering. Het bevoegd gezag van elke school, ongeacht de schoolsoort, zal daarom steeds moeten kunnen aangeven waarom een leerling niet tot de school


70

wordt toegelaten. Het toelatingsbeleid dient in ieder geval antwoord te geven op de volgende vragen: a) Wanneer kan de school of de betrokken groep geen volgende leerling toelaten? Hierbij zijn de onderwijskundige en organisatorische doelstellingen van de school van belang. b) Welke normen en waarden hanteert de school? Welke gedragsregels? Deze geven onder meer een toetsingskader voor de vraag of door toelating de rust en/of veiligheid onaanvaardbaar wordt verstoord. c) Kan de school voldoen aan de zorgbehoefte van de aangemelde leerling? Met andere woorden: welke zorg kan de school bieden? De onderwijskundige en organisatorische doelstellingen van de school zijn hierbij van belang.

De procedure ziet er als volgt uit: 1.

Het oriënterend gesprek: Wanneer ouders overwegen hun kind op onze school te plaatsen, dan vindt er een oriënterend gesprek plaats waarbij aanwezig zijn de ouders, directie en de intern begeleider(s).

Tijdens het oriënterend gesprek moet duidelijk worden, c.q. komt aan de orde: Vraag 1: Is het kind al ingeschreven op een basisschool? Zo niet: hebben ouders wel al op een andere school een gesprek gevoerd ( zo ja, waarom dan niet ingeschreven. Indien de andere school geweigerd heeft, moet deze school alsnog inschrijven en de trajectbegeleider inschakelen) A. Waarom de ouders voor een reguliere basisschool kiezen B. Wat is de hulpvraag van het kind C. Wat de verwachtingen van de ouders zijn D. Welke de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van de school. E. De procedure die de school hanteert F. De voorwaarden die de school stelt  De school heeft de regie, dit betreft o.a. de keuze en inzet voor de extra hulp in de groep  De keuze voor het hanteren van een proefperiode van enkele dagen G. Ouders worden geïnformeerd over het schoolondersteuningsprofiel en de manier en vanuit de visie waarop school onderwijs geeft. H. Ouders krijgen tijdens dit gesprek voor hun relevante informatie aangereikt. (schoolgids, kalender enz.)

Tevens wordt aan de ouders toestemming gevraagd schriftelijke informatie over hun kind bij derden te mogen opvragen. Als er geen uitdrukkelijke toestemming wordt verleend, dan kunnen deze gegeven niet worden opgevraagd. School kan ervoor kiezen om op de zittende school een gesprek aan te gaan met Ib-er en/of leerkracht en kan daar een observatie doen in de klas. Procedure rondom een toelatingsbesluit. Wij zijn van mening dat elk kind op die plek moet komen, waar het zich het beste kan ontwikkelen. Dat geldt voor de reguliere leerlingen, maar ook voor het kind met een handicap, leermoeilijkheden of een stoornis. Om de belangen van school en kind maximaal te kunnen behartigen is, naast een toelatingsbeleid, een procedure afgesproken, die school en ouders na de aanmelding samen doorlopen. Tijdens die procedure wordt de hulpvraag van het kind afgewogen tegen hetgeen onze school kan bieden. De school besluit tot toelating indien de zorgbreedte dit toelaat.

2. De trajectbegeleider van kom leren wordt in kennis gesteld. 3. Het team wordt in kennis gesteld van de aanmelding. 4.

Informatie verzamelen: Nadat de ouders hun kind schriftelijk aangemeld hebben, reiken ze zoveel mogelijk relevante gegevens aan vanuit de verschillende instanties.  Het medisch circuit (artsen en specialisten)


71

 Het zorgcircuit ( logopedie, ergotherapie, fysiotherapie etc)  De huidige school/opvang  Zorginstellingen (MKD, RADAR, XONAR, Adelante)  Andere instanties Ontbrekende gegevens worden op initiatief van de school, met toestemming van de ouders, opgevraagd bij de betreffende instanties. Daarnaast kan besloten worden om het kind te gaan observeren binnen zijn huidige school en/ of voorschoolse opvang. Daarbij wordt er gebruikt gemaakt van een kijkwijzer om gericht te observeren. Deze observatie(s) worden verricht door de Interne Begeleider, zorgcoördinator en de betrokken leerkrachten. 5. Aan een toelatingbesluit gaat vaak een proefperiode van oefenen van enkele dagen vooraf. Doel van dit oefenen is: Met een proefperiode bieden we de mogelijkheid om zowel onszelf als school, alsook een mogelijk nieuw kind met zijn/haar ouders te laten ervaren en afwegen of het een juiste keuze is om het kind op onze school te plaatsen. Werkwijze: Met ouders wordt er in een kennismakingsgesprek verkend of de uitgekozen basisschool een goede school is, om hun kind te plaatsen. Met name als de toelatingsvraag gerelateerd is aan didactische of gedragsproblemen op de andere school , wil de directie kennis maken met het kind in een klassensituatie om te kijken of wij mogelijkheden zien om het kind te helpen met zijn problematiek of de ouders met hun wens bij ons te plaatsen.  Directie spreekt met ouders een proefperiode ( 2-3 dagen) af  Directie spreekt met de huidige school de proefperiode goed door  Ouders tekenen een formulier waarin ze akkoord gaan met oefenen  Het doel van het oefenen en de wijze waarop over de uitkomst wordt gecommuniceerd , wordt goed beschreven en inzichtelijk gemaakt in deze overeenkomst.  Ouders vullen de benodigde gegevens in.  Tijdens het oefenen wordt er geobserveerd door leerkracht/ intern begeleider / directie.  Besluitvorming over al dan niet plaatsen vindt plaats nadat de leerkracht / intern begeleider zijn gehoord en bevindingen uit observaties en werksituaties over en weer voldoende zijn uitgewisseld  Directie stelt ouders in kennis van besluit dat op basis van het voorgaande is genomen.  Indien de directie onverwijld besluit niet te plaatsen worden ouders schriftelijk en beargumenteerd op de hoogte gebracht van de redenen van het besluit niet te plaatsen.

Toelatingsbesluit binnen een school van stichting kom Leren. Nadat bovenstaande procedure is gevolgd, kunnen er 2 besluiten worden genomen: 1. Kind wordt definitief geplaatst. Ouders schijven de leerling in middels een inschrijfformulier. Met ouders worden een aantal voorwaarden schriftelijk vastgelegd. 2. Kind kan niet worden geplaatst op de school van aanmelding. Ouders krijgen vanuit school een trajectbegeleider aangewezen en gaan samen met deze persoon op zoek naar een school die past bij de onderwijsbehoeften van het kind. **

Aan de volgende voorwaarden wordt dan voldaan: A. B. C. D. E. F. G.

Aan het gebouw zijn/kunnen de eventueel noodzakelijke aanpassingen worden uitgevoerd De noodzakelijke en/of specifieke leer- en hulpmiddelen moeten zijn of kunnen worden aangeschaft. De noodzakelijke personele inzet moet gerealiseerd zijn of kunnen worden. Het kind moet in voldoende mate aanspreekbaar zijn. Het kind moet in voldoende mate kunnen functioneren in een groep. Het kind moet in principe zindelijk zijn. De ouders moeten voldoende ondersteuning toezeggen. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan de totstandkoming van het handelingsplan, maar ook aan praktische zaken als de begeleiding tijdens schoolreisjes, excursies enz.


72

H. Met ouders worden schriftelijke afspraken gemaakt over de te bereiken doelen en voortgang, waarbij ook ouders een bijdrage leveren aan deze te behalen doelen. Deze bijdrage is in de vorm van het verzorgen van huiswerk of het inschakelen van extra hulp na school ( logopedie, fysiotherapie enz.) I. Deze afspraken worden elke 6 weken geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Tot slot maken wij, in het kader van het toelatingsbeleid, met de ouders de volgende afspraak: Op het moment dat de school ervaart dat aan het kind onvoldoende geboden kan worden om zich goed te ontwikkelen, dat het kind de school ontgroeit of dat het kind gaat disfunctioneren, dienen de ouders medewerking te verlenen aan onderzoek naar een adequate toelating elders. Dat kan een andere school voor regulier onderwijs zijn, maar ook een vorm van Speciaal Onderwijs, welke de beste opvang kan bieden. Centraal in de overwegingen die leiden tot continuering van het verblijf op de basisschool, dan wel verwijzing naar het Speciaal Onderwijs staat het welbevinden van het kind. Indien wij geen geschikte onderwijsplek vinden, gaan wij over tot verwijdering.

Na de plaatsing: Maken de ouders en school een plan van aanpak, waarbij de verwachtingen en de inspanningsverplichting van alle partijen wordt beschreven. In het plan worden de doelen SMART beschreven en is voor iedereen helder wie, wat, waar wanneer en hoe gaat werken aan deze doelen. Het zorgteam krijgt een monitorende rol om de voortgang van het plan te bewaken. De onderwijsbehoeften wordt in kaart gebracht en het kind wordt actief betrokken bij het maken van het plan. Het kind is op de hoogte van de te bereiken doelen en heeft inbreng in de aanpak doordat het kind wordt bevraagd in een leergesprek. Indien er een onderwijsarrangement nodig is, dient de school bij het eigen bestuur een aanvraag in voor extra middelen, personeel, plek in een andere setting, buddy/maatje. ** Bij weigering: Uitgaande van een weigering, zijn er twee procedures mogelijk: I. De weigering is gebaseerd op de gegevens die de ouders hebben verstrekt. II. De weigering is gebaseerd op andere gegevens dan die de ouders hebben verstrekt. Bericht de ouders schriftelijk dat hun kind niet wordt toegelaten en geef daarbij de redenen aan (verwijs naar de gegevens die de ouders zelf hebben verstrekt). Vermeld dat bezwaar en beroep tegen de beslissing mogelijk is, door wie, binnen 4 weken en bij welk orgaan. Het belang van de ouders bij toelating van hun kind heeft veelal een spoedeisend karakter. Zij zullen immers binnen korte tijd antwoord willen hebben op de vraag of hun kind wordt toegelaten. Het ligt daarom voor de hand dat de ouders naast hun bezwaar een spoedprocedure starten: a) ofwel bij de bestuursrechter (een voorlopig voorziening) b) ofwel bij de president van de rechtbank (een kort geding, wegens onrechtmatig handelen van het bevoegd gezag om hun kind niet tot de school toe te laten). Bericht de ouders schriftelijk dat het bevoegd gezag voornemens is het kind niet toe te laten. Geef duidelijk en onderbouwd aan waarom. Nodig de ouders uit voor een gesprek of een schriftelijke reactie op dit voornemen. Dit ‘horen’ is verplicht tenzij er spoed is. 2 | Geef de ouders in het gesprek de gelegenheid te zeggen wat zij van de voorgenomen weigering vinden. Licht het voornemen zonodig toe. Maak een verslag van het gesprek en geef een afschrift daarvan aan de ouders. 3 | Neem binnen acht weken na indiening van het verzoek om toelating de definitieve beslissing. Vermeld de gevolgde procedurele stappen en ga in op het standpunt van de ouders. De grondslag van hun vordering zal zijn dat het bevoegd gezag jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld door de toelating te weigeren. Weigeringsgronden Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

73

    

De groep is vol. De school kan de nodige zorg niet bieden (deze grond geldt niet voor het speciaal basisonderwijs). Ernstige verstoring van de rust en orde dreigt. Godsdienst en levensbeschouwing (voor bijzonder onderwijs).

Hieronder worden de weigeringsgronden in het openbaar en bijzonder onderwijs tegelijk behandeld, waarbij aandacht is voor de verschillen. De groep is vol Weigering enkel en alleen omdat bij toelating het aantal verantwoord geachte leerlingen in een groep overschreden wordt, is onvoldoende. Het bevoegd gezag heeft in het algemeen de plicht alle mogelijkheden tot plaatsing te onderzoeken. De hieronder genoemde voorwaarden gelden voor het openbaar onderwijs. Ze vloeien voort uit de grondwettelijke positie van het openbaar onderwijs als basisvoorziening. • Het bevoegd gezag is bij te krappe behuizing verplicht bijtijds bij de gemeente aan te dringen op extra huisvesting, desnoods in de vorm van noodlokalen. De gemeente heeft de grondwettelijke plicht voor voldoende openbaar onderwijs te zorgen en zal dus niet gemakkelijk een toelatingsverzoek kunnen afwijzen vanwege onvoldoende plaatsruimte. • Belangrijk is dat er binnen een redelijke afstand een andere openbare school is. Door de weigering is het kind dus niet van openbaar onderwijs verstoken. Als er geen andere openbare school is, kan het bevoegd gezag de toelating dus niet weigeren op grond van het feit dat de school vol is. Het bevoegd gezag zal in dit geval op zeer korte termijn - in samenspraak met de gemeente - voor opnamecapaciteit moeten zorgen, desnoods in de vorm van extra handen in de klas. De openbare of bijzondere school kan de benodigde zorg niet bieden Het kan zijn dat de school vindt dat zij niet in staat is de leerling de vereiste zorg te bieden. Kan de school dan zomaar weigeren een kind toe te laten? De reguliere scholen dienen op grond van de specifieke onderwijsbehoefte een handelingsplan op te stellen, dat werkt als een set afspraken tussen de ouders en de school. Voor elke leerling dient aldus de afweging te worden gemaakt of de combinatie van een handicap en de extra onderwijsondersteuning die in verband daarmee noodzakelijk is, spoort met de mogelijkheden van de school. In de memorie van toelichting van de wet staat: 'De keuzevrijheid van ouders kan worden beperkt door de aard en de zwaarte van de handicap en de feitelijke onmogelijkheid van de reguliere scholen om gehandicapte kinderen op te nemen'. Op grond van rechterlijke uitspraken kunnen de volgende factoren van pedagogische en organisatorische aard van belang zijn voor het besluit de leerling al dan niet toe te laten (in willekeurige volgorde): a) Groepsgrootte; b) Samenstelling van groep als gevolg van passend onderwijs; c) Effect op onderwijs aan reeds aanwezige leerlingen; d) Deskundigheid personeel; e) Beschikbaar personeel (tekort, ziekteverzuim); f) Mogelijkheden van begeleiding door ouder; g) Benodigde middelen (kosten extra personeel); h) Gevergde aanpassing in organisatie, begeleiding en onderwijs; i) Werkdruk Ernstige verstoring rust en orde Het kan bij een weigering vanwege een te verwachten ernstige verstoring van rust en orde gaan om het gedrag van het kind, maar ook om het gedrag van de ouders. Het kind is afkomstig van een andere school, die de leerling verwijdert. Het verzoek om toelating maakt deel uit van de verwijderingsprocedure van die andere school. Het bevoegd gezag dat over het verzoek om toelating beslist, moet motiveren waarom de overtuiging bestaat dat het kind de orde en de rust op de school zal verstoren. De geldende gedragsregels zijn het toetsingskader, samen met de vraag of de school, voor zover aan de orde, de vereiste opvang kan bieden en indien nodig daarvoor organisatorische en/of personele aanpassingen moet en kan doorvoeren


74

Bijlage 1: Toestemming opvragen gegevens over de leerling: Vóórdat wij een aanvraag met betrekking tot toelating van een leerlingen in behandeling kunnen nemen, hebben wij toestemming nodig van de ouders (verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers) om de benodigde (gezondheids)gegevens op te vragen, te verwerken, te administreren en met andere betrokkenen te delen, schriftelijk of in gesprekken. Die betrokkenen kunnen medewerkers van scholen zijn of ook van zorginstanties. Wij hebben deze informatie nodig om een goed beeld te vormen van de onderwijsbehoeften van Uw kind. Vervolgens gaan wij onderzoeken of wij als school samen met ouders kunnen voldoen aan ( een groot deel) van deze behoeften. Het spreekt voor zich dat wij zorgvuldig omgaan met alle gegevens die aan ons verstrekt worden. U kunt uw toestemming geven voor het opvragen van informatie betreffende uw kind bij derden. door de toestemmingsformulieren af te drukken, in te vullen,te ondertekenen en aan ons terug te sturen. Voor kinderen tot 12 jaar is uw toestemming voldoende. Indien wij als school tot de conclusie komen, niet aan de onderwijsbehoeften te voldoen, zullen wij met U verder zoeken naar een andere school, allereerst binnen onze stichting, dan wel buiten onze stichting. Van deze conclusie maken wij een schriftelijk verslag, met daarin de probleemstelling, de Match tussen onderwijsbehoeften en het schoolondersteuningsprofiel van de school en de gemaakte afspraken.


75

Toestemmingsformulier algemeen ouders Ondergetekende(n) verleent/verlenen hierbij toestemming aan stichting kom Leren om de (gezondheids)gegevens van [voornaam en achternaam kind]: _______________________________________ op te vragen, te verwerken, te administreren en zo nodig met andere betrokkenen te delen, zowel schriftelijk als in gesprekken. Het gaat daarbij om de gegevens die nodig geacht worden voor een goede bemiddeling en afweging van de toelating van de leerling op een reguliere basisschool van stichting kom Leren. De toestemming geldt voor: - het opvragen van (gezondheids)gegevens, waarvan het noodzakelijk is voor het geven van onderwijs aan de leerling en het bieden van begeleiding - het bespreken van mijn kind met medewerkers van de betrokken scholen door het personeelslid van stichting kom Leren met de taak van trajectbegeleider; - het opvragen van een dossiers bij de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf, school van herkomst of een andere educatieve instelling. Naam ouder/verzorger: Naam kind: Geboortedatum kind: Adres: Adres: Postcode en plaats: Postcode en plaats: Datum: Datum:

Ondergetekende(n) verleent/verlenen hierbij toestemming aan de Onderwijsconsulenten en aan de Stichting Ondersteuning Scholen en Ouders (SOSO) om bij de volgende organisaties de (gezondheids)gegevens, documenten etc. op te vragen, indien nodig: Organisatie Akkoord (svp aankruisen) ja

nee

Bezochte school/scholen/ observatie huidige school Bezochte dagopvang/ kinderdagverblijf, Peuterspeelzaal Commissie voor de Indicatiestelling (CvI) Bureau Jeugdzorg Regionaal Expertisecentrum (REC) Schoolarts Leerplichtambtenaar Huisarts Inspecteur van het onderwijs Mee/SPD Gezinscoach/begeleider


76

Kinderen die van een andere basisschool komen. Voor elke leerling die de school verlaat is de school verplicht een onderwijskundig rapport op te stellen en dit aan het kind, c.q. de ouders mee te geven. Dat geldt dus ook als een kind overstapt van de ene basisschool naar de andere. In dit onderwijskundig rapport dient de school aan te geven hoe het kind functioneerde, welke vorderingen gemaakt werden en hoe het kind zich ontwikkeld heeft. Voordat een leerling van een andere basisschool wordt ingeschreven wordt altijd eerst telefonisch informatie gevraagd bij de vorige school en wordt het onderwijskundig rapport van die school bestudeerd. Zonder meer geldt dat een kind niet bij meerdere scholen kan zijn ingeschreven als leerling. Verder wordt bij een overstap van een andere school van de ouders verwacht dat zij eerst hun kind afmelden bij de vorige school, voordat ze tot aanmelding overgaan. GEEN TOELATING Het is mogelijk dat de directeur besluit een aangemelde leerling niet toe te laten. Uiteraard zal een dergelijke beslissing uiterst zorgvuldig worden genomen, na bestudering van alle beschikbare gegevens en na afweging van alle belangen. In geval een aangemelde leerling afgewezen wordt, ontvangen de ouders schriftelijk bericht, waarin het besluit gemotiveerd wordt. De ouders kunnen daartegen beroep aantekenen bij het schoolbestuur en/of gebruik maken van de klachtenregeling. Kennismakingsmoment Na het intakegesprek kunt u met de leerkracht van groep 1-2 een afspraak maken voor twee kennismakingsmomenten. Eerste schooldag Na de kennismakingsmomenten volgt dan de eerste echte schooldag van het kind. Deze wordt in overleg met de ouders bepaald, of de dag na de vierde verjaardag of na het afscheid in de peuterspeelzaal. Het kind kan zo de verjaardag nog vieren in de vertrouwde omgeving en niet te midden van allemaal onbekende kinderen en bij een nieuwe juf of meester die het kind ook nauwelijks kent. Met het vieren van de 4e verjaardag kan tegelijkertijd afscheid genomen worden van de peuterspeelzaal. Bij kinderen die tussentijds instromen en afkomstig zijn van een andere basisschool geldt doorgaans dat de eerste schooldag een maandag is. In bepaalde gevallen kan daarvan afgeweken worden, maar gewoonlijk is de maandag het natuurlijk begin van een week, waarbij ook nieuwe leerlingen in de groep geïntroduceerd kunnen worden. Geen instroom in de laatste 2 maanden voor de vakantie. De school adviseert ouders van kinderen die in de laatste 2 maanden voor de grote vakantie 4 jaar worden, om te wachten met de eerste schooldag tot na de zomervakantie. Het is voor een kleuter van 4 jaar moeilijk te begrijpen om eerst een maand of nog minder naar school te komen in een zeer drukke periode en daarna een zomervakantie te krijgen van zes weken. Tevens is de kans groot dat zo’n kind in een grote groep kinderen terecht komt. Dit is meestal niet zo prettig voor nieuwe kleuters. Net in de beginperiode hebben zij veel aandacht en begeleiding nodig van de leerkracht, die kan dat in een grote groep natuurlijk veel minder geven dan in een kleinere groep. Ook kan het voorkomen dat tegen het eind van het schooljaar groep 1-2 dermate groot is dat wij voor dat schooljaar geen nieuwe leerlingen meer laten starten in de kleutergroep. Dit kan gebeuren als de groep het max. aantal kinderen van 35 gaat overstijgen. Indien wij de mogelijkheid hebben om groep 1 en 2 te splitsen dan geldt dit natuurlijk niet. Dan kunnen alle vierjarigen gewoon instromen. 8.2 Zindelijkheid bij kleuters Onze school heeft een protocol t.a.v. zindelijkheid. Als kinderen vanaf 4 jaar bij ons op school komen hanteren wij de regel dat ze zindelijk moeten zijn.


77

Er kunnen echter uitzonderingen zijn. Naast medische problemen kan het ook zo zijn dat de zindelijkheidstraining nog niet voldoende effect heeft gehad. Het kind mag dan wel naar school komen, maar kan niet door de groepsleerkracht verschoond worden. Als het kind nog niet zindelijk is met plassen zal er gebruik gemaakt moeten worden van zogenaamde luierbroekjes, die het kind zelf aan en uit kan doen. Is het kind nog niet zindelijk met poepen dan dienen de ouders/ verzorgers het kind zelf te komen verschonen op school. U moet er dan rekening mee houden dat er altijd iemand beschikbaar moet zijn onder schooltijd. 8.3 Vakanties en vrije dagen De vakanties en vrije dagen worden per schooljaar vastgesteld. De data van de zomervakantie worden door het ministerie van onderwijs bepaald, waarbij een landelijke spreiding wordt beoogd (niet alle regio’s in dezelfde periode). De data van de overige vakanties en vrije dagen worden door het schoolbestuur vastgesteld, na overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Er is een overleg van alle schoolbesturen in de regio Zuid-Limburg, zowel van het primair als van het voortgezet onderwijs, dat o.a. zorgt voor één vakantieregeling (voor 4 schooljaren) voor alle scholen in de regio. Verwacht wordt dat alle schoolbesturen en scholen zich aan deze regeling houden. Daarbij is wel steeds een kleine ruimte voor eigen keuzes per schoolbestuur of zelfs per school (voor losse vrije dagen). Het definitieve vakantierooster wordt per school bepaald, binnen de bovenschools vastgestelde kaders. Dit vakantierooster wordt door de directeur van de school vastgesteld, na overleg met de medezeggenschapsraad. Voor de data van de vakanties en vrije dagen zie het “Jaarlijks gedeelte van de schoolgids” of de website [email protected]. 8.4 Verlof aanvragen en leerplicht Leerplichtwet en extra verlof: Kinderen vanaf 5 jaar vallen onder de leerplichtwet en dienen dus verplicht naar school te gaan op dagen dat de school ‘in bedrijf’ is. In het vakantierooster staat duidelijk vermeld op welke dagen de leerlingen vrij (verlof) hebben; op de overige dagen dienen de leerlingen naar school te gaan. De directeur van de school is bevoegd om kinderen extra verlof te geven tot maximaal 10 dagen per schooljaar. De leerlingen kunnen dus buiten de schoolvakanties en vrije dagen 1 keer per schooljaar maximaal 10 dagen extraverlof krijgen. Dit is echter geen vanzelfsprekend recht, maar geldt alleen indien er sprake is van: a) een specifiek beroep van (een der) ouders waardoor het niet mogelijk is om binnen de vakantieperiodes van de school op vakantie te gaan (bv. landbouwers, veehouders, horecapersoneel, e.d.). Ouders voor wie dat geldt en die in loondienst zijn, dienen bij de aanvraag voor extra verlof een verklaring van de werkgever te overleggen, waaruit blijkt, dat het opnemen van verlofdagen binnen de officiële schoolvakanties niet mogelijk is. b) buitengewone omstandigheden, ook wel 'gewichtige redenen' genoemd. Hieronder vallen verlofaanvragen vanwege - het bijwonen van een huwelijk, begrafenis, jubileum, e.d. van naaste familieleden of vrienden; - bepaalde andere zwaarwegende omstandigheden. Maar ook voor deze uitzonderinggevallen geldt: - het extra verlof mag niet meer dan 10 dagen per schooljaar omvatten; - het extra verlof is nooit mogelijk in de eerste twee weken van het schooljaar.


78

Elk schooljaar opnieuw krijgen we verzoeken van ouders voor extra vakantieverlof, bv. om in het voor- en/of naseizoen een goedkopere vakantiereis te kunnen maken of om eerder op vakantie te kunnen gaan ten einde files te vermijden. Ook het 'weekendje-er-tussen-uit', waarbij de vrijdag en de maandag ná zo’n weekend als verlofdagen worden aangevraagd, komt steeds meer voor. Hoewel de redenen begrijpelijk kunnen zijn, kan in de meeste gevallen hiervoor geen toestemming verleend worden. Nogmaals: tenzij er gewichtige redenen zijn. Het is uiteraard heel moeilijk aan te geven wat nu wel en niet als gewichtige redenen geaccepteerd wordt. De wet blijft daarover ook vaag en stelt dat de directeur dat dient te beoordelen naar eigen inzicht, eer en geweten. Alle ouders worden dan ook dringend verzocht om zich te houden aan het vastgestelde rooster van vakanties en vrije dagen en hun eigen vakanties daarbinnen te plannen. Menen ouders toch daarvan te moeten afwijken, dan dienen zij dit tijdig (d.w.z. minimaal vijf dagen voor de ingangsdatum van het verlof) bij de schoolleiding aan te vragen als extra verlof. Met name bij het boeken van vakantiereizen is het van belang dat ouders met de school contact opnemen en extra verlof aanvragen vóórdat de reis en/of het verblijf worden vastgelegd. Extra verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de directeur van de school (dus niet mondeling en niet bij de groepsleerkracht). Formulieren om dit verlof aan te vragen zijn in school (bij de directeur) verkrijgbaar. Bij de verlofaanvraag wordt er gevraagd hier aantoonbaar bewijs aan te leveren. Zonder toestemming van de directeur is dit extra verlof niet mogelijk. Verzuimt een kind desondanks toch de school, dan is de directeur verplicht dit aan de leerplichtambtenaar van het Regionaal Bureau Leerplicht te melden als ongeoorloofd schoolverzuim. In het uiterste geval kan dan door de leerplichtambtenaar een procesverbaal worden opgemaakt: de ouders houden zich dan immers niet aan de Leerplichtwet. Wanneer ouders meer dan 10 dagen extra verlof willen opnemen, dan is niet alleen toestemming van de directeur nodig, maar ook de toestemming van de leerplichtambtenaar van de gemeente waar men woonachtig is. In een dergelijk geval zullen ouders door de school worden doorverwezen. Overige: Kinderen van 4 jaar vallen nog niet onder de leerplichtwet en zijn dus niet verplicht om naar school te gaan. Deze kinderen kunnen dus wel buiten de schoolvakanties de school verzuimen. Van de betreffende ouders wordt uiteraard wel verwacht dat zij in een dergelijk geval dit tijdig bij de groepsleerkracht melden, zodat in school bekend is dat het kind afwezig is en wat de reden daarvan is. Namen en adressen: Regionaal Bureau Leerplicht Maastricht en Mergelland Postbus 1992 6201 BZ Maastricht tel.: 043-350.5440 fax: 043-350.5466 Bezoekersadres: Mosaforum 10 te Maastricht Leerplichtamtenaar voor de gemeenten Eijsden en Margraten: Mevr. M. Beaumont tel.: 043-350.5463 fax: 043-350.5466 e-mail: [email protected] 8.5 Afmelden van leerlingen Wanneer een kind door ziekte of een andere reden niet naar school kan komen, dan dienen de ouders dit voor schooltijd door te geven. Wij verzoeken de ouders om de afmelding niet door een ander kind te laten melden, maar om dit zelf te doen.


79

Indien er geen afmelding heeft plaatsgevonden en een kind is om 8.45 uur nog niet op school, dan neemt de leerkracht contact op met de ouders. U wordt dringend verzocht om de afspraken van uw kind met de huisarts, tandarts, orthodontist, logopedist(e) enz. buiten schooltijd te plannen. Zo wordt onnodig schoolverzuim voorkomen. Het is erg storend wanneer kinderen bij lessen afwezig zijn, zeker wanneer dit verzuim niet echt nodig is. In dringende gevallen is zo'n afwezigheid natuurlijk onvermijdelijk en kunt u van de school begrip verwachten. 8.6 Verkeer rondom de school Op onze school worden veel kinderen met de auto naar school gebracht en opgehaald. Wij vragen u dan ook om uw auto te parkeren op de parkeerplaats van de voetbalclub en het laatste stukje te lopen met uw kind. Op die manier proberen we de drukte (auto´s, fietsers, voetgangers) te spreiden zodat er een veiligere situatie ontstaat. Kinderen die met de fiets komen, kunnen hun fiets plaatsen in de fietsenstalling. De school kan geen verantwoordelijkheid nemen voor de schade aan of diefstal van fietsen uit de fietsenstalling. 8.7 Vervoer Het kan voorkomen dat kinderen onder schooltijd vervoerd moeten worden naar b.v. een voorstelling, excursie enz. We doen dan een beroep op ouders om de kinderen te vervoeren. Ouders kunnen alleen kinderen vervoeren als ze een inzittende verzekering hebben afgesloten. Wanneer een kind bij ons op school wordt ingeschreven wordt altijd aan de ouders gevraagd om schriftelijk toestemming te verlenen voor het meerijden met anderen. Auto’s van ouders die worden ingezet voor het vervoer van kinderen, zijn via de school niet verzekerd tegen materiële schade. 8.8 Verzekeringen De school heeft o.a. een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen afgesloten. Verzekerd is het personeel dat voor het schoolbestuur werkzaamheden verricht. Hieronder worden verstaan stagiaires, vrijwilligers, invalkrachten en al degenen die aan schoolse dan wel buitenschoolse met de school min of meer verband houdende activiteiten deelnemen. Daarnaast heeft de school ook nog een schoolongevallenverzekering afgesloten voor het personeel en de leerlingen tijdens schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. 8.9 Bedrijfshulpverleners (BHV) Onze school heeft twee bedrijfshulpverleners Annelies Steijns en Martine Kaanen. Zij hebben de cursus bedrijfshulpverlener gevolgd en zij gaan één keer per jaar op herhalingscursus. De bedrijfshulpverleners hebben de taak in de tijd tussen eventueel alarm en de aankomst van professionele hulpverleningsdiensten: – een beginnende brand te bestrijden; – zo nodig het gebouw te ontruimen; – gewonden kunnen verzorgen; – kunnen communiceren en samenwerken met de professionele hulpverleningsdiensten. Onze school heeft een ontruimingsplan voor calamiteiten. Minimaal één keer per jaar vindt er een ontruimingsoefening plaats. 8.10 Rouwprotocol Op school zijn wij sinds schooljaar 2005-2006 in het bezit van een rouwprotocol. In dit protocol staan richtlijnen omschreven hoe te handelen als de school en haar omgeving plotseling in aanraking komt met het overlijden van een dierbare. 8.11 Overblijven Vanaf schooljaar 2006-2007 is het schoolbestuur verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijven. Voorheen was dit de verantwoording van de oudervereniging. Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

80

Op dit moment zijn er drie vaste overblijfkrachten en een aantal reserve krachten. Er zijn twee leerkrachten die het overblijven coördineren. Dit is waarschijnlijk een tijdelijke situatie. Het schoolbestuur is namelijk van plan om het overblijven bovenschools te gaan organiseren m.b.v. een professionele organisatie. Tevens wil men dan de voor -en naschoolse opvang regelen. Wat er dan precies voor onze school gaat veranderen en of er iets gaat veranderen is nog niet bekend. Wij houden u op de hoogte middels de nieuwsbrief. Er zijn 2 vormen van overblijven : 1) De vaste overblijvers 2) De incidentele overblijvers Voor de hoogte van het overblijfbedrag zie het “Jaarlijks gedeelte van de schoolgids”. Ouders dienen bij aanvang van het nieuwe schooljaar kenbaar te maken aan, de coördinatoren van het overblijven of hun kind als vaste overblijver dient te worden geregistreerd. Voor de namen van de coördinatoren verwijzen wij naar het “jaarlijks deel van de schoolgids”. Wanneer u uw kind incidenteel wilt laten overblijven, dan dient u dit een week van te voren aan te geven op de lijst die op school (beneden in de hal) ophangt. Natuurlijk kan het voorkomen dat uw kind onverwachts moet overblijven. Dan kunt u uw kind alsnog aanmelden tot 17:00 uur bij één van de coördinatoren. Het overblijven is dan alleen mogelijk wanneer wij beschikken over voldoende overblijfkrachten. (per 15 leerlingen is 1 overblijfkracht nodig) Wanneer het maximale aantal voor die dag bereikt is, dan zult u zelf voor een oplossing moeten zorgen. Regels met betrekking tot het overblijven : 1. Het is de bedoeling dat alle overblijvers om 12.05 uur aan tafel zitten, er zijn vaste plaatsen ingedeeld. Er wordt binnen gegeten. Onder het eten wordt niet gelezen of gespeeld. Voor het eten gaan de kinderen naar het toilet. 2. Om 12.20 uur mogen diegenen die klaar zijn met eten opruimen en (bij goed weer) naar buiten. Om 12.30 uur moet iedereen klaar zijn met eten. 3. Na afloop wordt er opgeruimd. Dit doen twee kinderen samen met een overblijfkracht. Alle “regelmatige” overblijvers worden ingeroosterd om bij toerbeurt mee te helpen opruimen. 4. Tassen en rugzakken moeten na het eten netjes opgeruimd worden. 5. De kinderen mogen alleen met toestemming van de overblijfkracht naar binnen. 6. In onze school geldt de regel dat er in de gangen niet geschreeuwd en gerend mag worden. Bij het spelen (binnen of buiten) dienen de kinderen respect te hebben voor elkaar, de overblijfkrachten en het (speel)materiaal. Alle materialen worden na het overblijven weer opgeruimd. 7. Indien leerlingen zich niet fatsoenlijk gedragen, wordt de groepsleerkracht van de desbetreffende leerling ingelicht. Helpt dit nog niet, dan worden de ouders verwittigd. Heeft dit nog geen resultaat, dan wordt de leerling voor bepaalde tijd het overblijven ontzegd. 8. Om 12.40 uur dienen alle overblijvers buiten te zijn. Om 12.50 uur wordt het toezicht overgenomen door de leerkracht die de surveillancebeurt heeft Algemeen : Wij verzoeken de ouders hun kinderen instructies te geven dat ze zich moeten houden aan de regels van de overblijfkracht(en) en van de leerkracht(en). De kinderen kunnen niet zonder toestemming het schoolterrein verlaten. 8.12 Eten en drinken De kinderen van groep 1-2 eten 's morgens voor de ochtendpauze meestal gezamenlijk in de klas. U kunt hiervoor een kleine boterham of wat fruit en drinken meegeven. Wij stellen het op prijs als u er voor zorgt dat het een gezond tussendoortje is. De kinderen van de overige groepen kunnen hun eten en drinken tijdens de ochtendpauze gebruiken. Voor alle kinderen die eten en drinken mee naar school nemen geldt het dringende Schoolgids basisschool Sint Joseph jaarlijks deel 2015-2016 algemeen deel 2015-2019

81

verzoek om geen pakjes of blikjes mee te laten nemen, maar drinken in een goede drinkbeker. Op die manier kan het afval binnen de school aanzienlijk beperkt worden. 8.13 Traktaties Als uw kind zijn of haar verjaardag viert mag dit ook op school gevierd worden met een traktatie. Wij als school geven de voorkeur aan een kleine en gezonde traktatie. Het gaat immers om het samen feest vieren en plezier maken. In de groepen 1 t/m 3 mogen de ouders aanwezig zijn bij de viering van de verjaardag. 8.14 Roken In het schoolgebouw en op de speelplaats geldt een rookverbod. Wij zijn een rookvrije school en daar zijn wij trots op. Het rookverbod geldt ook in de avonduren, bijv. bij vergaderingen, oudergesprekken, informatiebijeenkomsten en dergelijke. 8.15 Bibliotheek in de school Sinds mei 2006 is er op onze school een servicepunt van de bibliotheek Margraten. We zijn in het bezit van een collectie boeken van ongeveer 460 stuks, waaronder prentenboeken en leesboeken op AVI niveau. De boeken worden regelmatig vervangen, door een medewerker van de bibliotheek. De school is verantwoordelijk voor het uitwisselen van de boeken. Elke groep maakt gebruik van een “biebouder”, die de boeken inneemt en uitwisselt. De afspraak is dat alle kinderen 2 boeken lenen en dat alle boeken na twee weken worden geretourneerd. Heeft een kind een boek nog niet uit, moet het dat wel meenemen en eventueel opnieuw uitlenen. Raken boeken kwijt of kapot, moeten ze door het betreffende kind (of zijn of haar ouders) worden vergoed. Wij verzoeken de ouders van de jongste kinderen om de boeken in een tas te stoppen, voorzien van naam, dit om verwisseling van boeken te voorkomen. 8.16 Jeugdtijdschriften Op onze school bestaat de mogelijkheid om een abonnement te nemen op jeugdbladen. (b.v. Doremi, Bobo, Hello You enz.) Aan het begin van het schooljaar worden inschrijfformulieren en informatie aan de kinderen meegegeven die u kunt invullen en inleveren bij de groepsleerkracht. Via de school kunt u dan een abonnement nemen. De betaling geschiedt buiten de school om. 8.18 Schoolfotograaf Om de twee jaar komt de schoolfotograaf. Meestal in het voorjaar. Hij maakt geheel vrijblijvend portret- en groepsfoto's. Ook mogen broers en zussen samen op de foto. U krijgt de foto's eerst thuis en kunt dan beslissen of u foto's wilt nemen. De prijs die u voor de foto's betaalt is afhankelijk van het aantal bestelde foto's. 8.19 Schoolkamp De kinderen van groep 8 gaan aan het einde van het schooljaar op kamp. Informatie omtrent het kamp ontvangen de ouders tijdens de klassikale informatieavond en via brieven. Met dit kamp willen we de basisschoolperiode op een plezierige manier af te sluiten.


82

8.20 Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op scholen kan sponsoring voorkomen. Er is uitsluitend sprake van sponsoring, als de sponsor een tegenprestatie verlangt, waarmee de leerlingen in schoolverband zullen worden geconfronteerd. Schenkingen, ouder-/leerling bijdragen vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening, dat sponsoring binnen de school is toegestaan, mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden. Daartoe is een gedragscode inzake sponsoring opgesteld. -Voor bedragen onder de € 500,- beslist de directie. Gaat het om bedragen hoger dan € 500,- dan moet de directie dit eerst voorleggen aan het bestuur. Ouders, die niet akkoord gaan met de aan een vorm van sponsoring verbonden tegenprestaties (meestal zal het om een of andere vorm van reclame gaan) kunnen een klacht bij het bestuur of de klachtencommissie indienen (zie klachten hiervoor). Indien u geïnteresseerd bent in de tekst van de gedragscode over sponsoring, dan kunt u zich wenden tot de directeur van onze school.


83

Tot slot Deze schoolgids is besproken in het team en in de medezeggenschapsraad en heeft de instemming van de medezeggenschapsraad. Eventuele wijzigingen en of suggesties worden verwerkt in een volgende uitgave. De beste indruk van de school krijgt u als u een bezoek brengt aan de school, wanneer deze in bedrijf is. Heeft u interesse, maak dan een afspraak met de directie van de school voor een gesprek en een rondleiding. Heeft u vragen of is er iets onduidelijk, neem dan gerust contact op met de groepsleerkracht of met de directeur. Heeft u na het lezen van deze schoolgids nog tips, open/of aanmerkingen ter verbetering van de schoolgids, laat u ons die dan vooral weten. Bedankt voor uw aandacht en graag tot ziens. Namens team en directie van basisschool St. Joseph, Mevr. J. Schuil, directeur. Basisschool St. Joseph Burg. Beckersweg 45 6261 NX Mheer 043 -457 1516 [email protected] www.sintjoseph-mheer.nl


84

Voorwoord jaarlijks gedeelte 03. Algemene informatie: 04. Groepsindeling 04. Advies in materiaal per groep 05. Schooltijden, aantal uren onderwijs 05

Recommend Documents