Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Voorwoord Meerwaarde door synthese Sinds de vorige reorganisatie bij het CBS is een aantal thema’s gesplitst in een bedrijven- en een personenkant en daardoor over twee divisies verdeeld. Achterliggend idee was dat door de overgang naar een meer procesgerichte organisatiestructuur schaalvoordelen mogelijk werden en het CBS kon voldoen aan de opgelegde bezuinigingen over de periode 2000–2003. Met het voorlopig behoud van deze procesgerichte aanpak aan de beginkant van de processen (de waarneming) wordt nu aan de analyse- en outputkant gewerkt aan meer integratie van resultaten, waardoor een duidelijke meerwaarde kan ontstaan. De integratie krijgt vorm in projecten. Als eerste op het gebied van Zorg. In de loop van de tijd volgt uitbreiding naar meer thema’s, zoals Veiligheid.
Benoemingen Wim van Nunspeet, plaatsvervangend directeur divisie Bedrijfseconomische statistieken (BES), heeft de divisie verlaten en is per 1 oktober aangetreden als directeur Sociale en ruimtelijke statistieken (SRS). Als bijzondere opdracht heeft hij meegekregen de verdere integratie over thema’s zoals hierboven beschreven. In zijn vorige functie was Wim van Nunspeet al nauw betrokken bij dit proces. Hij kan daarom de samenwerkingslijn als vanzelfsprekend voortzetten. Vanuit BES zullen we Wim vaak blijven tegenkomen. Ik wens hem veel succes in zijn nieuwe functie! Van Nunspeet is op 1 december opgevolgd door dr. C. (Kees) Zeelenberg. Zeelenberg was tot dan toe plaatsvervangend directeur bij de divisie Macro-economische statistieken en publicaties (MSP). Frans Hendrikx, directeur BES
Internationale relaties en Kenniseconomie De adviesraad Economische Statistieken heeft op 2 november het CBS-jaarplan voor 2006 besproken. Het verbaast de raad dat niet alle speerpunten in 2006 van start gaan. De raad acht het vooral verontrustend dat in 2006 niet wordt gestart met het belangrijke speerpunt internationale economische stromen. Ook voor het speerpunt kenniseconomie wordt naar de mening van de raad onvoldoende capaciteit ingezet. Dit betekent naar hun mening een stap achteruit bij
Centraal Bureau voor de Statistiek
Kees Zeelenberg en Wim van Nunspeet het volgen van deze voor de economische ontwikkeling zo belangrijke onderwerpen. Mogelijk zou de destijds door de CCS gemaakte keus voor een vrij lage prioritering van deze twee belangrijke onderwerpen nu anders uitpakken. De raad heeft daarom de Directeur-Generaal van het CBS geadviseerd alsnog in 2006 te beginnen met kwartiermaken op het speerpunt internationale economische relaties, en het speerpunt kenniseconomie met meer inzet en capaciteit uit te werken. Ook adviseert de raad eens per twee à drie jaar de prioriteiten te herbezien. Een prioritering eenmaal per vijf jaar loopt immers de kans, achterhaald te worden door maatschappelijke ontwikkelingen. Ook de Europese richtlijnen lopen al enkele jaren achter de feiten aan. Het statistisch programma loopt daardoor gevaar, onvoldoende actueel te zijn. De adviesraad benadrukt de behoefte aan remote execution en doet de suggestie, evenals het statistisch bureau in Groot-Brittannië thin-client access tot de data in beveiligde opslag te realiseren. Het beste moment voor de adviesraden om het CBS-jaarplan te beïnvloeden is kort na het verschijnen van het concept-jaarplan. Het eerste concept voor 2007 komt beschikbaar in april 2006. De adviesraad Economische Statistieken zal daarom vergaderen op 31 mei 2006.
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected] Personalia De heer drs. A.T. (Bert) van Delden, plaatsvervangend DG Wonen van het ministerie van VROM, is toegetreden tot de adviesraad Economische Statistieken. De raad heeft daarmee het regelementaire maximum van tien leden bereikt.
Sociaal Statistisch Bestand De adviesraad Maatschappij en Economie kwam bijeen op 3 november. Ook daar werd het CBS-jaarplan voor 2006 besproken, mede aan de hand van een presentatie over organisatie en mogelijkheden van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). Bij de ontwikkeling van het SSB heeft het CBS zich gespiegeld aan de Scandinavische landen waar van oudsher al veel registers bestaan. Het CBS is echter een stap verder gegaan door registers geheel te integreren,
terwijl de Scandinavische landen het houden bij ad hoc koppelingen. Het CBS is de enige instantie die op individueel niveau koppelingen mag en kan maken. Hiervoor is intensieve samenwerking met registerhouders nodig. Daarin moet geïnvesteerd worden. De raad wil graag van het CBS horen waar eventuele belemmeringen liggen. Ook heeft deze raad, evenals de raad voor Economische Statistieken, grote belangstelling voor de voortgang van de toegankelijkheid van microdata. Men wil weten wannéér een externe onderzoeker vanaf de eigen pc toegang krijgt tot de CBS-data en wat daarvoor betaald moet worden. Dit is een project met een groot afbreukrisico voor het CBS, dat daarom goed in pilots getest moet worden. De volgende vergadering van de adviesraad Maatschappij en Economie is op 22 juni 2006.
Ý Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
SSB productieproces VASTSTELLEN STAT PROCEDURES
ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
GEGEVENSBEHEER KWALITEITBEHEER AUTORISATIE VOORSCHRIFTEN
STATISTISCH BASIS PROCES
PROCESLOGGING EN MONITORING
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Bouw nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Woningwaarde-index Kadaster Financiële instellingen hebben voor het inschatten van de risico’s van hun hypotheekportefeuille behoefte aan een index die de waarde-ontwikkeling van woningen beschrijft. Maar ook consumenten met een eigen woning zijn daarin geïnteresseerd. Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft heeft in opdracht van het Kadaster een nieuwe woningwaarde-index ontwikkeld. Deze Woningwaarde-index Kadaster is in mei 2005 geïntroduceerd en wordt sindsdien door het Kadaster gepubliceerd. Nieuwe methode Deze index betreft koopwoningen van particuliere huishoudens. Echter: niet alle koopwoningen zijn meegenomen in de index. Nieuwbouwwoningen bijvoorbeeld blijven buiten beeld, omdat het Kadaster verkoopprijzen pas registreert als een woning wordt doorverkocht. Ook negeert de index doorverkopen binnen twaalf maanden, omdat die door speculatie vaak een buitensporig prijsverloop kennen. De waardering van een woning wordt mede bepaald door een kwaliteitsverbetering, zoals het aanbrengen van een dakkapel of een andere uitbreiding. Anderzijds kan de woningkwaliteit achteruit gaan door achterstallig onderhoud.
Centraal Bureau voor de Statistiek
De woningwaarde-index volgt de gemiddelde waardeverandering van alle woningen die in een bepaalde periode verkocht zijn. Omdat deze woningen niet per se een juiste afspiegeling vormen van de koopwoningvoorraad, wordt de index daarvoor gecorrigeerd. De Woningwaarde-index Kadaster laat zien dat de waarde-ontwikkeling verschilt per regio en per woningtype. Daarom wordt een verdere detaillering van de woningwaarde-index naar postcodegebieden en woningtypen overwogen. Een vooronderzoek is inmiddels door het OTB gestart. Het CBS werkt samen met het OTB en het Kadaster. Prijsindex In het kader van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) wordt onderzocht of het mogelijk is een prijsindex voor koopwoningen samen te stellen. In tegenstelling tot de Woningwaarde-index moet deze prijsindex juist geschoond zijn van kwaliteitsveranderingen. Oók moet voor Europa een prijsindex voor nieuwbouwwoningen ontwikkeld worden.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Commerciële diensten nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Dienstenmonitor breidt uit De themapagina Dienstverlening is tegelijk met de vernieuwing van de CBS-website uitgebreid met de Dienstenmonitor. Deze begon als kwartaalmonitor over de uitzendbranche en is nu aangevuld met kwartaalberichten over de horeca en de computerbranche. De ontwikkeling van omzet, volume en prijzen van de horeca worden in tekst en grafiek weergegeven. Daarnaast zijn extra details over omzet- en volumeontwikkelingen van restaurants, cafetaria’s en cafés beschikbaar. Voor de hotels zijn alleen omzetindexen en -ontwikkelingen beschikbaar. Van de computerbranche zijn naast omzetgegevens ook cijfers over openstaande, nieuwe en vervulde vacatures bekend. In de nabije toekomst worden ook kwartaalberichten van andere branches uit de overige zakelijke dienstverlening toegevoegd evenals extra brancheoverstijgende gegevens over de dienstverlening als geheel.
Cijfers over 13 branches extra Eerder al aangekondigd, maar nu een feit: de publicatie van de omzetontwikkeling in 13 extra branches van de Dienstverlening. Het betreft de volgende bedrijven: – Accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten, markt- en opinieonderzoekbureaus, economische adviesbureaus; – Arbeidsbemiddeling, testen, werven en selecteren van personeel; – Architecten, ingenieurs- en overige technisch ontwerp-, teken- en adviesbureaus; – Handel in auto-onderdelen en –accessoires; – Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan; – Import van nieuwe bedrijfsauto’s, handel en reparatie van bedrijfsauto’s, handel in aanhangwagens; opleggers e.d.; – Keuring en controle;
Centraal Bureau voor de Statistiek
Reclamebureaus e.d.; Reiniging van gebouwen; Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging; Rechtskundige dienstverlening; Beveiliging en opsporing; Fotografie, pakken en sorteren in loon-, secretariaats- en vertaalwerk, overige zakelijke dienstverlening. De gepubliceerde cijfers rapporteren over de periode vanaf het eerste kwartaal 2003 (voor rechtskundige dienstverlening en beveiliging en opsporing vanaf een half jaar later) tot en met het tweede kwartaal 2005. Voor de totstandkoming van deze publicatie is een enorme inhaalslag verricht. Vooral de uitbreiding van de informatie over de overige zakelijke dienstverlening is een enorm pluspunt, omdat daarmee een van de belangrijkste takken in de Dienstverlening ontsloten is. Deze is te raadplegen via StatLine. – – – – – –
Seizoengecorrigeerde reeksen Horeca? Het CBS onderzoekt of het mogelijk is om voor de horeca seizoengecorrigeerde reeksen te publiceren. Om seizoenpatronen te kunnen berekenen zijn lange tijdreeksen nodig. Daarover beschikt het CBS inmiddels. Seizoengecorrigeerde reeksen hebben voor de horeca een grote toegevoegde waarde omdat de branche grote verschillen in de verkoop per weekdag kent en aan een sterk seizoenpatroon onderhevig is. Aan de hand van seizoengecorrigeerde cijfers kan een omslag in de ontwikkeling veel sneller zichtbaar gemaakt worden. De eerste resultaten worden in het voorjaar verwacht.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Cultuur en vrije tijd nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Nog geen duidelijkheid over voortbestaan cultuurstatistieken Eind 2003 werd het CBS geconfronteerd met een bezuinigingstaakstelling die zou leiden tot het schrappen van onder meer de cultuurstatistieken. Er bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid over de uitvoering van de bezuinigingen. In 2006 worden de cultuur- en recreatiestatistieken volgens de geplande frequentie uitgevoerd.
Audiovisuele diensten Deze statistiek wordt nu tweejaarlijks geproduceerd. De Europese commissie heeft echter een conceptverordening opgesteld waardoor het produceren van cijfers over de Audiovisuele diensten Europees verplicht wordt. Het gevolg daarvan is dat het CBS jaarlijks cijfers aan Eurostat moet gaan leveren. Het CBS ontvangt daarvoor een financiele compensatie uit Europees budget.
Archieven
Musea Na overleg met de Nederlandse Museum Vereniging en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het CBS besloten de museumstatistiek te herzien. Op dit moment is de periodiciteit van deze statistiek tweejaarlijks. De beoogde opzet is tweeledig: vierjaarlijks een statistiek volgens de huidige opzet met cijfers over bezoekersaantallen en financiële cijfers; daarnaast jaarlijks een korte statistiek met cijfers over alleen bezoekersaantallen.
Inkomsten Musea
In het verleden produceerde het CBS vijfjaarlijks cijfers over Archiefinstellingen, met cijfers over gearchiveerde kaarten, tekeningen, foto’s, audiovisuele en film collecties in vierkante meters en planklengte. Als gevolg van de herprioritering in 2003 is deze statistiek opgeheven. DIVA (Vereniging voor de Documentaire Informatievoorziening en het Archiefwezen) heeft op instigatie van haar leden onlangs bij het CBS het verzoek neergelegd deze cijfers toch weer te produceren. DIVA heeft aangegeven zelf een belangrijke bijdrage te willen leveren aan de verzameling en het verwerken van de gegevens van de archiverende instanties. Het overleg over de mogelijkheden met het CBS hierover is nog gaande.
6% 5%
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
13%
74%
2%
Subsidies en bijdragen Sponsors Entree, abonnementen, museumkaart Horeca en winkel Overige baten
Bron: CBS, Statistiek Musea 2003.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Energie nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Expertgroep Energie
Duurzame Energie in Nederland 2004
Op 26 oktober jl. kwam de expertgroep Energie bijeen. Er waren ruim 20 genodigden aanwezig, die alle belangrijke organisaties op het gebied van energie vertegenwoordigden. Thema van de bijeenkomst was de wijze van publiceren van statistische informatie over energie. Na een toelichting op de huidige situatie en de plannen voor aanpassingen, werd de aanwezigen gevraagd of dit aansluit bij hun informatiebehoefte. Tijdens een levendige discussie kwamen duidelijke aandachtspunten en aanbevelingen naar voren. De belangrijkste: – Een duidelijk kenbaar gemaakte release policy wordt algemeen op prijs gesteld. Gebruikers willen precies weten welke cijfers wanneer beschikbaar komen. – Er is geen eenduidige voorkeur voor de frequentie van revisies. Dit varieert van ‘correcties direct doorvoeren als ze bekend zijn zodat steeds de beste cijfers beschikbaar zijn’ tot ‘herzieningen niet vaker dan eens per vijf jaar, zodat op CBS-cijfers gebaseerde meerjarenberekeningen en analyses niet steeds hoeven te worden aangepast’. Revisies moeten duidelijk aangekondigd en gedocumenteerd worden. Ook wil men bij revisies kunnen blijven beschikken over de oude data. – Er is duidelijk behoefte aan een weliswaar korte, maar duidelijke methodologische documentatie. Ook verandering van bronnen en methoden moet worden toegelicht. – Het CBS wordt in de eerste plaats verantwoordelijk geacht voor de verstrekking van integrale, kwalitatief hoogstaande statistische data. Dit is van nog groter belang dan het uitvoeren van analyses en bewerkingen op de data. ‘Het maken van statistieken kan alleen het CBS, analyses uitvoeren kunnen andere instanties ook’. Wel wordt er belang aan gehecht dat die andere instanties, zoals universiteiten, meer samenwerken met het CBS bij het analyseren van statistische informatie op het gebied van energie. De rol van het CBS moet daarbij wel steeds goed worden afgebakend. Dit komt uiteindelijk ook de kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden van de cijfers ten goede. Met een hoge opkomst en een levendige discussie kan worden teruggekeken op een zeer geslaagde bijeenkomst, die ook volgens de aanwezigen zeker voor herhaling vatbaar is.
Begin december heeft het CBS de jaarlijkse publicatie Duurzame Energie in Nederland 2004 uitgebracht. Deze publicatie geeft een overzicht van alle fysieke aspecten van duurzame energie. Per duurzame energiebron worden de belangrijkste ontwikkelingen geschetst en een methodologische verantwoording gegeven. Er zijn drie nieuwe hoofdstukken. Het eerste is een hoofdstuk over de referentierendementen en de CO2-emissiefactoren, welke nodig zijn voor de berekening van de vermeden primaire energie en CO2. Het tweede is een hoofdstuk over een vergelijking tussen nationale en internationale methodes om duurzame energie te berekenen. Het derde nieuwe hoofdstuk gaat over duurzame energie in de Nederlandse energiehuishouding (NEH).
Centraal Bureau voor de Statistiek
Uitkomsten kosten energieverbruik in de industrie Alle extern beschikbare cijfers worden ook op StatLine gepubliceerd. Doordat steeds meer cijfers op StatLine beschikbaar komen, duiken soms al jaren onopgemerkte inconsistenties op. Dat verschillende uitkomsten mogelijk zijn, is voor gebruikers vaak onbegrijpelijk en past ook niet bij de kwaliteitseisen die het CBS aan publicaties stelt. Een voorbeeld hiervan waren de verschillende uitkomsten over de kosten van het energieverbruik in de industrie (warmte, licht, kracht) door enerzijds de Productiestatistiek Industrie en anderzijds de statistiek Energieverbruik en -kosten in de industrie. Inmiddels is de oorzaak opgespoord en het productieproces aangepast.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Industrie nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
De Industriemonitor De eerste Industriemonitor zag in januari 1997 het licht als opvolger van de Maandstatistiek van de Industrie en de Conjunctuurtest. Deze papieren publicatie werd per 1 januari 2004 stopgezet. Sindsdien is de elektronische variant te raadplegen op de CBS-website. De elektronische variant stelt het CBS in staat om vaker en sneller de meest actuele gegevens te publiceren. In de Industriemonitor wordt actuele informatie over de economische resultaten gepubliceerd: artikelen, tabellen en grafieken. De Industriemonitor onderscheidt zes branches: – voedings- en genotmiddelenindustrie; – textiel-, kleding- en lederindustrie; – papier- en grafische industrie; – aardolie-, chemische-, rubber- en kunstofverwerkende industrie; – metaal-, elektrotechnische- en transportmiddelenindustrie; – hout-, bouwmaterialen en overige industrie. De economische ontwikkelingen worden per branche toegelicht, evenals de cijfers over producentenvertrouwen, bedrijvigheid, orderpositie, beoordeling van orders en voorraden en de verwachtingsvraag over bedrijvigheid, prijzen en personeelssterkste. De Industriemonitor wordt ondersteund door StatLine waar gedetailleerde informatie op bedrijfstakniveau is te raadplegen. De Industriemonitor is te raadplegen op de CBS-website.
Publicatiedata Industriemonitor en Conjunctuurtest Maandelijks, zo’n 40 dagen na afloop van elke verslagperiode, worden in de Industriemonitor nieuwe cijfers en toelichtingen gepubliceerd over omzet, orders, productie en prijzen in de industrie en de zes branches. Deze gaan vergezeld van een persbericht. Ook wordt de Industriemonitor geactualiseerd na het publiceren van de cijfers van de economische groei door Nationale Rekeningen. Dit gebeurt zes en dertien weken na afloop van elk kwartaal met respectievelijk voorlopige en definitieve cijfers. Uitkomsten en persbericht van de Conjunctuurtest verschijnen maandelijks rond de 24ste van elke verslagperiode.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Uitkomsten kosten energieverbruik in de industrie Alle extern beschikbare cijfers worden ook op StatLine gepubliceerd. Doordat steeds meer cijfers op StatLine beschikbaar komen, duiken soms al jaren onopgemerkte inconsistenties op. Dat verschillende uitkomsten mogelijk zijn, is voor gebruikers vaak onbegrijpelijk en past ook niet bij de kwaliteitseisen die het CBS aan publicaties stelt. Een voorbeeld hiervan waren de verschillende uitkomsten over de kosten van het energieverbruik in de industrie (warmte, licht, kracht) door enerzijds de Productiestatistiek Industrie en anderzijds de statistiek Energieverbruik en -kosten in de industrie. Inmiddels is de oorzaak opgespoord en het productieproces aangepast. Bij de Productiestatistiek Industrie vindt een verschuiving plaats van de post ingekochte grond- en hulpstoffen naar energieverbruik bij de chemische en aardolie-industrie (SBI 23 en 24). Het gedeelte van de ingekochte grond- en hulpstoffen dat wordt gebruikt voor eigen energieopwekking, bijvoorbeeld het omzetten van nafta in gas voor de eigen productie, wordt beschouwd als energieverbruik. Deze aanpassing van het productieproces wordt doorgevoerd bij de verwerking van het verslagjaar 2004. Daarnaast zijn ook de verschillen weggewerkt voor de verslagjaren vanaf 2000. Na aanpassing van de Productiestatistiek Industrie zijn ook de niet eerder gepubliceerde resultaten van de statistiek Energieverbruik en -kosten in de industrie over 2002 en 2003 op StatLine geplaatst. Hiermee behoort een jarenlang bestaande en voor de gebruiker hinderlijke inconsistentie tot het verleden. Kleine verschillen tussen de statistieken kunnen blijven voorkomen omdat de energiestatistiek meer in detail kijkt naar de energiekosten, wat veelal tot aanpassingen leidt. In de industriestatistiek kunnen deze wijzigingen niet altijd worden overgenomen omdat de energiekosten moeten blijven passen in het exploitatieoverzicht van het bedrijf. Er wordt van uitgegaan dat kleine verschillen niet problematisch zijn voor gebruikers.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Internationale handel nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
China pilot In de meeste OESO-lidstaten laaien de discussies over offshoring (verplaatsing van productie en werkgelegenheid naar lagelonenlanden) met regelmaat op. Ook in Nederland zoeken beleidsmakers, onderzoekers en bedrijven naar inzicht in de omvang van de verplaatsing van de productiecapaciteit en de daarmee gemoeide werkgelegenheid. In januari 2005 heeft staatssecretaris Van Gennip (EZ) aan de Tweede Kamer geschreven dat offshoring weliswaar toeneemt, maar nog geen massaal verschijnsel is. Het ministerie beseft echter dat de dynamiek groot is. De economische groeicurven van landen als China, India en Oost-Europa zijn immers steil. Ook blijkt uit recente peilingen dat steeds meer bedrijven van plan zijn om delen van hun productieketen te offshoren. EZ wil daarom het vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland en de verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar het buitenland monitoren. Aan het CBS is gevraagd of het mogelijk is, recente en historische gegevens daarvoor te leveren. Het CBS is een haalbaarheidsonderzoek gestart. Dat moet komende maanden helderheid verschaffen over de beantwoordbaarheid van vragen als: ‘is offshoring te monitoren met bestaande statistieken’ en ‘in welke economische segmenten doet het verschijnsel zich voor en hoe omvangrijk is het?’ Deze pilot concentreert zich op China, dat zich daar prima voor leent. De economische contacten tussen Nederland en China zijn de laatste jaren explosief gegroeid. China komt op de derde plaats qua Nederlandse goedereninvoer, net ná onze buren Duitsland en België en vóór de USA. Nederlandse multinationals zijn topinvesteerders in China. De pilot wordt begeleid door een commissie met vertegenwoordigers van ministeries, bankwezen, onderzoekswereld en bedrijfsleven. Ook wordt samengewerkt met de Maas-
tricht School of Management en de Nyenrode Business University. Om te kunnen spiegelen met Chinese data is reeds contact gelegd met het Chinese National Bureau of Statistics. Als het onderzoek succesvol is, wordt uitbreiding naar andere BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en Oost-Europa overwogen.
Asymmetrieën in handelscijfers onderzocht De uitvoer van land A naar land B moet gelijk zijn aan de invoer van land B uit land A, maar de cijfers laten vaak iets anders zien. In 2004 stelde het CBS vast dat de Nederlandse uitvoer naar België €34,6 miljard bedroeg. De invoer van België uit Nederland daarentegen, waargenomen door de Nationale Bank van België in 2004, bedroeg €37,9 miljard. Het CBS is eind 2004 gestart met een projectmatige analyse van deze asymmetrieën in handelscijfers tussen Nederland en de andere EU-lidstaten. Hoog op de projectagenda stond het via nieuwe informatiebronnen zoals het VIES (VAT Information and Exchange System) identificeren van de belangrijkste oorzaken en het analyseren van mogelijkheden om de waarnemingsverschillen te verminderen. Inmiddels zijn enkele belangrijke mijlpalen bereikt. Door Nederland, België en Denemarken is een contract geratificeerd dat het mogelijk maakt asymmetrieën gedetailleerd te analyseren. Daarnaast zijn twee bilaterale onderzoeken gestart. Samen met het Duitse Statistisches Bundesamt tracht het CBS de ontwikkelde methode te testen, obstakels te inventariseren en de bruikbaarheid van VIES-informatie vast te stellen. Met de Nationale Bank van België worden verschillen geanalyseerd en geëlimineerd. Beide onderzoeken hebben reeds eerste concrete resultaten opgeleverd.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Begeleidingscommissie China Pilot
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Landbouw nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Landbouwtelling De gegevens voor de jaarlijkse Landbouwtelling worden sinds enige jaren verzameld door de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) via de zogeheten gecombineerde opgave. De dataverzameling voor de Landbouwtelling en die voor de uitvoering van diverse LNV-regelingen wordt hierin gecombineerd. In 2006 wordt hierin ook de dataverzameling voor het nieuwe mestbeleid opgenomen. Dit past in het overheidsbeleid van terugdringen van administratieve lastendruk: eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik. De Dienst Regelingen heeft bij het ontwerp van de vragenlijst voor 2006 intensief samengewerkt met de projectgroep Landbouw van het CBS.
Oogstraming Akkerbouw Naar aanleiding van het persbericht over de Vroege oogstraming akkerbouw heeft overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO-Nederland) en de Producenten Organisatie Aardappelen (POA). Onderwerp van gesprek waren de voorlopige oogstramingcijfers van aardappelen en zaaiuien. Afgesproken is dat de LTO het initiatief zal nemen voor overleg met de belanghebbenden, onder meer het Hoofdproductschap Akkerbouw, POA, Nederlandse Aardappel Organisatie en CBS. Het doel van dit overleg is te komen tot één breed gedragen ramingmethode voor de Vroege oogstraming akkerbouw. Het CBS wil daar graag een bijdrage aan leveren.
rijkste toekomstige statistische indicatoren. De inbreng is vooraf afgestemd met de Voedsel en Waren Autoriteit. Tijdens een Emerging Risks workshop in Ede werd geprobeerd om nieuwe informatiebronnen op te sporen, waarmee opkomende voedselveiligheidsrisico’s geïdentificeerd kunnen worden. Het Statistisch Jaarboek 2005 bleek hiervoor een goede inspiratiebron te zijn. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door RIKILT – het Instituut voor Voedselveiligheid. Er waren circa dertig deelnemers van zo’n twintig organisaties aanwezig. Naast het CBS waren onder meer het Landbouw Economisch Instituut (LEI), Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Nederlandse Organisatie voor toegepast wetenschappelijk onderzoek (TNO), de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), het Voedingscentrum, Unilever, Rabobank, het ministerie van LNV en de Universiteit Wageningen vertegenwoordigd. De Algemene Inspectiedienst organiseerde een congres ter gelegenheid van zijn 50-jarig bestaan. Thema van het congres was het nieuwe Europese landbouwbeleid. Dit nieuwe beleid heeft vergaande gevolgen voor zowel statistiek als handhaving. Onder het motto ‘Europa verzet de bakens’ ging een aantal sprekers in op de handhavingsaspecten van het nieuwe Europese landbouwbeleid. In november nam een vertegenwoordiging van het CBS deel aan een vergadering van het Standing Committee for Agricultural Statistics. Belangrijkste onderwerpen waren de Europese verplichting voor Landbouwtellingen in de jaren 2010–2018 en de wens van Eurostat om een Farm Register van alle agrarische bedrijven op te zetten. Dit laatste stuit op grote weerstand bij vele lidstaten. Het nut is volgens hen twijfelachtig en weegt zeker niet op tegen de kosten: de lidstaten moeten het register zelf opzetten en onderhouden.
Ontwikkelingen in beleid en cijfers Het CBS heeft deelgenomen aan een tweedaagse brainstormsessie van Eurostat over voedselveiligheid. Doel was het afbakenen van het terrein en vaststellen van de belang-
Centraal Bureau voor de Statistiek
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Milieu nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Gewasbescherming: verschil tussen afzet en gebruik middelen Het CBS heeft onderzocht hoe het verschil tussen afzet- en gebruikscijfers van gewasbeschermingsmiddelen verklaard kan worden. Dit onderzoek werd deels gefinancierd door Eurostat in het kader van de TAPAS-regeling (Technical Action Plan for the improvement of Agricultural Statistics). De afzet van gewasbeschermingsmiddelen wordt jaarlijks door het ministerie van LNV geregistreerd middels de Regeling Administratievoorschriften Gewasbeschermingsmiddelen. Het CBS voert met wisselende frequentie een steekproefonderzoek uit onder boeren en tuinders om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de 50 belangrijkste gewassen te meten. In alle jaren blijken de afzetcijfers aanzienlijk hoger te liggen dan het door het CBS gemeten gebruik. In 2004 bedroeg het verschil ruim 40%. Bijschatting voor gewassen, die niet in het CBS-onderzoek zijn vertegenwoordigd, kan het verschil onvoldoende verklaren. Het TAPAS-onderzoek heeft zich vooral gericht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw: onder meer kleingebruik door particulieren, gebruik door overheidsinstanties en gebruik door hoveniers. Ook dit blijkt onvoldoende verklaring voor het verschil. Na verwerking van alle mogelijke gebruiksgegevens resteert nog steeds een verschil van ruim 30% tussen afzet en gebruik. Het volledige rapport over het TAPAS-onderzoek komt begin 2006 op de CBS-website beschikbaar.
CBS-bijdragen aan Milieu- en Natuurbalans In mei 2005 bracht het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) de Milieubalans en in september de Natuurbalans uit. Beide jaarlijks verschijnende publicaties zijn van groot belang voor de evaluatie van het Nederlandse milieu- en natuurbeleid. De CBS-bijdrage aan de Milieubalans bestaat vooral uit gegevens over emissies en productie van afval. Die bijdrage verloopt wat onopvallend via de levering aan de Emissieregistratie. Over het convenant rond die samenwerking werd in de vorige nieuwsbrief bericht. De CBS-bijdrage aan de Natuurbalans betreft een grote hoeveelheid gegevens uit de natuurstatistieken. Ook werd deze keer volop gebruik gemaakt van binnen het CBS samengestelde gegevens over de kosten van natuur- en landschapsbeheer.
Centraal Bureau voor de Statistiek
CBS onderzoekt vervroeging in de natuur Het CBS heeft op verzoek van het MNP onderzocht of de laatste jaren een vervroeging in de natuur waarneembaar is en dat bleek bij de onderzochte soortgroepen het geval. Algemeen wordt verwacht dat een vervroeging op zal treden als gevolg van het warmer worden van het klimaat, maar de aanwijzingen in Nederland berusten tot nu toe op slechts enkele soorten. De CBS-analyse is onderdeel van een boekje dat staatssecretaris Van Geel zal aanbieden aan de Tweede Kamer bij de begrotingsbehandeling van VROM. Ook maakt de analyse deel uit van een rapport dat het MNP in oktober aan de staatssecretaris heeft aangeboden. Nieuwe toepassing van het Netwerk Ecologische Monitoring De analyses zijn gebaseerd op gegevens uit het NEM. Tot nu toe werden op grond van deze gegevens alleen meerjarige trends berekend van grote aantallen dier- en plantensoorten. Bij soortgroepen die gemonitord worden door meerdere telronden per seizoen (dagvlinders, reptielen en libellen), kan echter ook informatie verkregen worden over eventuele verschuivingen in seizoenspatronen. Om het bereik van de analyses te vergroten is tevens gebruik gemaakt van gegevens van de Stichting Anemoon over zeedieren. Onderzocht is of het moment waarop de eerste 10% van de individuen van een soort in een jaar wordt waargenomen, verschoven is. De natuur vervroegt Alle vier onderzochte soortgroepen laten hetzelfde beeld zien: de meeste soorten worden vroeger in het jaar waargenomen. Omdat de diversiteit van de soortgroepen en biotopen waarin gemeten is, voldoende groot is, kan de algemene conclusie dan ook luiden dat er de laatste tijd (afhankelijk van de soortgroep gaat het om een periode van 5-12 jaar) een vervroeging in de natuur heeft plaatsgevonden. De vervroeging ontstaat doordat de laatste 15 jaar warmer zijn dan daarvoor. De analyse laat zien dat veel soorten snel reageren op deze hogere temperaturen. Naar een klimaatmonitor Het CBS heeft al eerder resultaten over klimaatverandering naar buiten gebracht, met name op de website van het Milieu- en Natuurcompendium. Daarbij gaat het onder meer om het vroeger vinden van het eerste kievitsei, het vroeger broeden van enkele vogelsoorten en areaalverschuivingen bij planten en dieren. In de nieuwe CBS-analyse is voor het eerst voor hele soortgroepen onderzocht of een ver-
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Milieu nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
verscheen recent een eerste Milieurekeningen Nieuwsbrief. Geïnteresseerden kunnen zich daarop abonneren. Een mailtje naar
[email protected] volstaat.
Vervroeging in de natuur reptielen
dagvlinders
Continuering natuurstatistieken
libellen
vroeger
zeedieren Oosterschelde
later
gelijk
vroeging waarneembaar is. Omdat dit onderwerp brede politieke en maatschappelijke belangstelling geniet, zal de analyse verfijnd en uitgebreid worden. Het doel is om te komen tot een klimaatmonitor met kerncijfers over de effecten van klimaatverandering.
NAMEA Een belangrijke interne gebruiker van de milieustatistieken is de National Accounting Matrix including Environmental Accounts (NAMEA). In deze milieurekeningen worden gegevens over het milieu zodanig gepresenteerd dat een directe vergelijking en koppeling met de economische cijfers uit de Nationale Rekeningen, het huishoudboekje van de Nederlandse economie, mogelijk is. Momenteel werkt het CBS aan de verdere ontwikkeling van de NAMEA. Om huidige en mogelijke toekomstige gebruikers van de NAMEA van de stand van zaken op de hoogte te houden
Centraal Bureau voor de Statistiek
In het kader van de opgelegde bezuinigingstaakstelling besloot de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS) eind 2003 onder meer de natuurstatistieken per 1 januari 2006 te beëindigen om ruimte te maken voor nieuwe statistieken (herprioritering). In de Nieuwsbrief van december 2004 werd al vermeld dat dit voornemen nogal wat politieke aandacht heeft getrokken. Ook werd aangegeven dat de ministeries van LNV en EZ bereid waren ieder de helft van de kosten voor handhaving van de natuurstatistieken op zich te nemen. Inmiddels is dit voornemen geconcretiseerd. Het ministerie van LNV treedt op als opdrachtgever, waarbij een belangrijke adviserende rol is weggelegd voor de Stuurgroep-NEM (Netwerk Ecologische Monitoring; een samenwerkingsverband van de bij het natuurbeleid betrokken rijksdiensten en de provincies). Continuering op lange termijn wordt geregeld via een opdrachtbrief met onbepaalde looptijd. De concrete invulling wordt van jaar op jaar vastgesteld in een door het CBS in overleg met alle belanghebbenden opgesteld werkplan. De uitvoering daarvan wordt bekrachtigd door een jaarlijkse opdrachtbrief van het ministerie. Deze oplossing biedt zowel garanties voor de lange termijn als goede mogelijkheden de werkzaamheden aan te passen aan veranderende informatiebehoeften. Het CBS vertrouwt erop dat de uitvoering van het bestaande programma en de noodzakelijke aanpassingen hiermee gegarandeerd zijn.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Ondernemingen nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Kwartaalcijfers financiën van ondernemingen De divisie Bedrijfseconomische statistieken (BES) heeft het afgelopen jaar voor de nieuwe Europese statistiek Kwartaalsectorrekeningen bij een populatie van 300 grote ondernemingen gegevens verzameld over de balans en de winst- en verliesrekening op kwartaalbasis. Deze nieuwe enquête vloeit voort uit een op 6 juli 2005 door de Europese Unie aangenomen verordening. Deze verordening verplicht alle EU-lidstaten vanaf 2005 om binnen 90 dagen na afloop van een kwartaal cijfers te leveren over het financiële reilen en zeilen van de gehele economie. Achtergrond hiervan is dat de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, gesteund door de Europese ministers van Financiën, hebben gesteld dat een kwartaalbeschrijving van de nationale economieën onmisbaar is voor hun taakuitoefening. De beschrijving moet een goede weergave bieden van het werkelijke verloop van de economie. Omslagen in de conjunctuur moeten zichtbaar zijn in het kwartaal waarin ze zich voordoen. De nieuwe kwartaalsectorrekeningen dekken alle sectoren van de Nederlandse economie. De niet-financiële vennootschappen (NFV’s) zijn het werkterrein van de divisie BES. Het betreft het Nederlandse bedrijfsleven exclusief het banken verzekeringswezen. Verschil met de reeds bestaande jaarstatistiek Financiën van ondernemingen is dat het aantal variabelen lager is en er veel minder ondernemingen bevraagd worden, namelijk 300, terwijl op jaarbasis de 1 800 grootste ondernemingen in Nederland worden geënquêteerd. Na intensieve voorbereidingen werd op 3 mei de eerste vragenlijst Statistiek Financiën Ondernemingen, kwartaalcijfers elektronisch uitgezonden. Omdat het een nieuwe statistiek betrof en bij de bedrijven specifieke software voor het invullen van de vragenlijst geïnstalleerd moest worden, heeft het CBS een overgangsperiode gehanteerd voor de bestaande responsverplichting. Op 20 september, 90 dagen na afloop van het tweede kwartaal, bedroeg de respons over het tweede kwartaal ruim 80%. Op 1 november heeft de uitzending voor het derde kwartaal plaatsgevonden. De eerste resultaten hiervan wijzen in de richting van een verdere responsverhoging ten opzichte van de eerste twee kwartalen. Om de enquêtedruk zoveel mogelijk te verlichten maakt het CBS onder meer gebruik van secundaire bronnen en andere bestaande gegevens. Voor de Kwartaalsectorrekeningen heeft het CBS samenwerking gezocht met De Nederlandsche Bank (DNB). DNB voert sinds 2004 een maandelijkse
Centraal Bureau voor de Statistiek
enquête uit naar financiële transacties van het bedrijfsleven met het buitenland. Deze data sluiten theoretisch goed aan bij de nieuwe kwartaalenquête van BES. De DNB-data bleken het eerste kwartaal bij ongeveer 20% van de bedrijven inpasbaar in de resultaten van de kwartaalstatistiek Financiën ondernemingen. Hier valt dus nog veel te verbeteren. CBS en DNB gaan deze problematiek dan ook gezamenlijk uitzoeken teneinde meer inzicht te krijgen in de financiële transacties van de grootste ondernemingen van Nederland.
Internationale workshop over het profilen van ondernemingengroepen In overleg met Eurostat heeft het CBS een tweedaagse internationale workshop over profilen georganiseerd. Deze vond plaats begin juni 2005. Profilen is het afbakenen van bedrijfseenheden. Bedrijfsstatistieken staan of vallen met het juist profilen van de allergrootste ondernemingengroepen; deze kunnen namelijk een hele industrie of bedrijfstak domineren. Door gebruik van het internet en het Basis Bedrijven Register (BBR) kunnen kwaliteit en efficiency van
Workshop profilen, 2 juni 2005
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Ondernemingen nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
het profilen verbeteren. Het CBS heeft daarom een nieuwe methode van profilen ontwikkeld. Het CBS wilde via de workshop internationale feedback krijgen alvorens de methode in het nieuwe Algemeen Bedrijven Register (ABR) in te voeren. Ook wilde het CBS met dit initiatief proberen de Nederlandse methode als uitgangspunt voor alle lidstaten te laten gelden als binnenkort de EU-lidstaten verplicht worden ondernemingengroepen op te nemen in hun bedrijvenregisters. Tot dan toe was het niet gelukt om de lidstaten op één lijn te krijgen. De belangstelling was boven verwachting. Ruim 40 gasten uit 22 huidige en toekomstige EU-landen en van Eurostat waren aanwezig. De bijeenkomst verliep zeer gestructureerd en effectief. Vooraf waren de probleemgebieden in kaart gebracht. Vier landen waaronder Nederland presenteerden best practices. Vervolgens werd in panels en plenair gediscussieerd. Aan het einde van de workshop lagen er conclusies en overzichten met overeenstemmingen en aanbevelingen. Ook lag er een voorstel voor een actieplan voor Eurostat. Bevestigd is dat de Nederlandse methode een goede basis is voor een uniforme aanpak van Eurostat. Eind juni heeft Nederland de resultaten in Luxemburg gepresenteerd voor de werkgroep bedrijfsregisters.
Bedrijvendynamiek in Europa Bij de Europese Top in Lissabon in 2000 werden dynamiek en werkgelegenheidscreatie en -verlies hoog op de politieke agenda geplaatst. Inmiddels stellen diverse EU-lidstaten jaarlijks gegevens samen over oprichtingen, overlevingskansen en opheffingen van bedrijven. Nederland heeft deze gegevens nu voor de vierde keer verzameld. Eurostat publiceert de resultaten in de reeks Statistics in Focus, Business Demography in Europe.
Wijk- en buurtregister Vanaf oktober zijn in het wijk- en buurtregister gegevens beschikbaar over het aantal detailhandelsvestigingen per buurt. Het wijk- en buurtregister is te raadplegen op StatLine. Op basis van deze gegevens zijn de vijftien stadsbuurten met de grootste diversiteit in de detailhandel - het verschillend aantal soorten winkels - in 2004 vergeleken met de situatie in 1996. Hieruit is gebleken dat winkelbuurten verschralen.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Top van buurten naar diversiteit van de detailhandel, 2004 Haarlem Centrum Nijmegen Centrum Middelburg binnen de vesten Apeldoorn Binnenstad Zutphen Binnenstad s-Hertogenbosch Binnenstad-Centrum Zeist Carre Purmerend Binnenstad Bergen op Zoom Centrum Alkmaar Binnenstad-West Roermond Binnenstad Goes-Centrum Amsterdam Oude Pijp Rotterdam Stadsdriehoek Emmen Centrum 0
10 diversiteit: food
Centraal Bureau voor de Statistiek
20
30
40 diversiteit: non-food
50
60
70
80
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Rechtsbescherming en veiligheid nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Criminaliteit Het CBS neemt deel aan de Taskforce Statistics on Crime, Criminal Justice and Victimisation van Eurostat. In een eerste bijeenkomst eind mei zijn ervaringen van de lidstaten met het verzamelen en publiceren van data geïnventariseerd. De resultaten zijn vermeld in een rapportage aan de DSS-vergadering (directeuren van de sociale statistieken van de statistische bureaus) eind september 2005. Conclusies zijn: ervaringen blijven uitwisselen op het terrein van de (internationale) slachtofferenquêtes, opzetten van een internationale database van politiegegevens over criminaliteit en op EU-niveau meer ingaan op grensovertredende criminaliteit zoals georganiseerde en drugscriminaliteit, mensenhandel, witwassen van geld. In het voorjaar van 2006 komt de Taskforce weer bijeen. De Taskforce werkt tevens samen met het Directoraat-Generaal Justice, Freedom and Security van de Europese Commissie aan het ontwikkelen van een statistisch systeem van criminaliteit en strafrecht. Getracht wordt met de – helaas per land verschillende – data overzichten van geregistreerde criminaliteit samen te stellen, met als verbijzondering een studie naar autodiefstal.
schappelijke) kosten van veiligheid, optimaal af te stemmen op de mogelijkheden voor beantwoording. Het betreft de volgende vragen: 1. Wat geven Rijk, andere overheden, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties uit aan veiligheid? 2. Welke indirecte kosten (zoals geleden schade) of gemiste inkomsten voor de samenleving gaan gemoeid met veiligheid? 3. Hoe zou het Rijk, bij wijze van hypothese, een bedrag van €100 miljoen moeten verdelen om de veiligheid van de samenleving zoveel mogelijk te bevorderen?
Brandweerstatistiek In juli heeft het CBS overlegd met DG Veiligheid van BZK over de Brandweerstatistiek. BZK liet weten dat het huidige meldkamersysteem GMS 4.2 geen goede cijfers voor de brandweerstatistiek kan genereren en onderzoekt de aanschaf van een nieuw meldkamersysteem. De minister besluit daarover eind 2005. Daarna volgen uitbesteding en implementatie. Het CBS dient rekening te houden met een traject dat pas in 2008 is afgerond. Dit betekent dat tot die tijd het CBS er hard aan moet trekken om een goede respons op de Brandweerstatistiek te realiseren.
Bundel Rechterlijke Macht Begin 2006 verschijnt onder redactie van onder meer professor Muller, hoogleraar Veiligheid en Recht aan de Universiteit Leiden, de bundel Rechterlijke Macht. Het CBS levert daareen bijdrage met een actualisering van de CBS-publicatie Rechtspraak in Nederland met gegevens tot en met 2004. Naast burgerlijk recht en bestuursrecht wordt aandacht besteed aan het strafrecht. Ook wordt een actuele stand van zaken van de financiën en het personeel van de rechtspraak gegeven.
Veiligheidsrekeningen Eind augustus heeft op initiatief van het Directoraat-Generaal Veiligheid (DGV) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) overleg plaatsgevonden met het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP), het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (WODC), het Centraal Planbureau (CPB) en het CBS. Doel van het overleg was de formulering van de vragen die bij BZK leven op het gebied van de (maat-
Centraal Bureau voor de Statistiek
Civiel en bestuursrecht In juli en september hebben WODC en CBS overlegd over een mogelijke nieuwe publicatie Geschillenbeslechting. Deze is vergelijkbaar met de bestaande gezamenlijke publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving. Ook de Raad voor de rechtspraak, het ministerie van Justitie en de Raad voor de rechtsbijstand Amsterdam zijn hierbij betrokken. Het CBS zal een kwantatieve inbreng verzorgen op het gebied van civiel en bestuursrecht.
Jaarrapport Integratie Eind september is het Jaarrapport Integratie 2005 verschenen. Dit is een gezamenlijke publicatie van het SCP, WODC en het CBS. Het CBS heeft een bijdrage geleverd aan het hoofdstuk Jongeren en criminaliteit.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Verkeer en vervoer nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Prestaties Verkeer en Vervoer Onderdeel van het reguliere CBS-programma is het leveren van prestatiegegevens over verkeer en vervoer. Deze informatie wordt op verschillende manieren toegepast. Gegevens over het fysieke personen- en goederentransport worden vooral ingezet om de verhoudingen tussen de diverse modaliteiten vast te stellen. Gegevens over verkeer worden zowel binnen als buiten het CBS gebruikt en zijn nodig voor het samenstellen van gegevens over emissie als gevolg van transport. In 2000 verdween helaas een aantal essentiële bronnen op het gebied van het wegtransport. Hierdoor moesten de benodigde gegevens op basis van extrapolaties worden samengesteld. Vanwege de toenemende dringende vraag naar actuele cijfers is in oktober 2005 het project Prestaties Verkeer en Vervoer gestart. Het project beoogt voor alle vervoerswijzen een sluitend beeld te geven van de verkeers- en vervoersprestatie op Nederlands grondgebied. De grootste informatievraag betreffen de prestatiegegevens over het wegverkeer op Nederlands grondgebied. De informatie over bedrijfsvoertuigen is afkomstig uit de reguliere enquête wegvervoer. Deze enquête is verplicht op basis van een Europese Verordening. Om een volledig beeld van het bedrijfsmatige vervoer te verkrijgen wordt een kleine steekproef (9.000 van de circa 900.000) bestelauto’s op jaarbasis getrokken. Het invullen van de vragenlijst voor
Centraal Bureau voor de Statistiek
deze categorie voertuigen kost niet meer dan 2 minuten per voertuig. Voor het bepalen van de gemiddelde jaarkilometrages van personenauto’s, motorfietsen en bussen is geen enquêtemateriaal beschikbaar. Daarom is gezocht naar alternatieve bronnen. De Stichting Nationale Autopas (NAP) bood uitkomst. NAP ontvangt informatie van een groot aantal bij de BOVAG aangesloten garagebedrijven en keuringsstations. Zo wordt bij elke servicebeurt, bij elke APK en bij elk herstel van schade aan de auto de kilometerstand van het voertuig plus de datum genoteerd. Het CBS ontving in november 2005 een bestand van NAP met gegevens van ongeveer 500.000 in Nederland gekentekende voertuigen, voornamelijk personenauto’s, motorfietsen en bussen. Van elk kenteken worden alle geregistreerde kilmeterstanden vanaf 2000 geleverd. Analyse moet uitwijzen in hoeverre hieruit de totale verkeersprestatie voor het personenvervoer kan worden geschat. De behoefte aan gemiddelde jaarkilometrages van personenauto’s is groot. Ook de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Financiën en VROM en het Milieu- en Natuurplanbureau zijn op zoek naar deze informatie en steunen CBS in het project, in enkele gevallen zelfs financieel, een mooi voorbeeld van shared services.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Wetenschap en technologie nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Expertgroep Wetenschap en Technologie Op 10 oktober kwam de expertgroep Wetenschap en Technologie voor het eerst bijeen. Onderwerp van discussie was de themapublicatie De digitale economie. Aanwezig waren leden van de begeleidingscommissie van die publicatie en andere geïnteresseerde deskundigen. Onder leiding van professor Bartelsman zijn mogelijke verbeteringen van de publicatie geïnventariseerd. De editie 2005 wordt al aangevuld met nieuwe gegevens over telecom en internationale cijfers. Het ministerie van Economische Zaken zal het extra werk sponsoren. Ook TNO is betrokken bij de samenwerking. Naar aanleiding van de pleidooien van verschillende sprekers zijn diverse ideeën voor verdere vernieuwing geopperd. Deze worden begin 2006 besproken met de begeleidingscommissie. Niet alle ideeën zijn meteen toepasbaar of te vertalen in nieuwe tabellen. Maar er is voldoende op tafel gekomen om de mogelijkheid van die vertaalslagen te onderzoeken. Zodra hierover meer bekend is, komt dit in de nieuwsbrief aan de orde. Komende jaren wordt met de begeleidingscommissie verder nagedacht over accenten die toegevoegd of verlegd kunnen worden.
Feestelijke uitreiking themapublicatie Medio januari 2006 verschijnt het eerste exemplaar van de vernieuwde themapublicatie De digitale economie 2005. Het CBS is in overleg met het ministerie van EZ over een feestelijke uitreiking aan minister Brinkhorst. Enige tijd later zal voor het eerst ook een Engelstalige versie verschijnen. De leden van de expertgroep Wetenschap en Technologie zullen een uitnodiging voor deze bijeenkomst ontvangen. Ook de pers wordt uitgenodigd.
Extra capaciteit voor onderzoek naar productiviteit en kenniseconomie Naar aanleiding van de discussie over speerpunten is het CBS voornemens om vier personen vrij te maken voor de onderwerpen productiviteit en kenniseconomie. Productiviteit wordt bestudeerd in samenwerking met de divisies MSP. MSP richt zich daarbij op macro-economische ontwik-
Centraal Bureau voor de Statistiek
kelingen en BES op de microdata rond ICT, R&D en innovatie. Het plan is om met microdatabestanden gerichte productiviteitsanalyses uit te voeren. Aansluiting wordt gezocht bij Europese projecten en werk op dit terrein door andere instituten zoals het Centraal Planbureau. Ook wordt gekeken naar onderzoekservaringen in andere landen. Het onderzoek naar de kenniseconomie richt zich op een betere beschrijving van het innovatiegedrag van Nederlandse bedrijven. Met interne en externe data wordt de invloed van innovaties van startende en kleinere bedrijven en in de dienstensector geanalyseerd. De resultaten worden gepubliceerd en ingebracht in het internationaal overleg. Tot slot wordt geanalyseerd of bestaande statistieken de internationalisering van de economie nog afdoende beschrijven. Vooral grote bedrijven positioneren zich immers niet geografisch, maar op grond van hun rol in waardeketens van multinationale consortia.
Verkorte uitgave Kennis en economie in 2005 Onder de naam Kennis en economie - R&D-inspanningen in Nederland 2003 is medio september een verkorte versie verschenen van de themapublicatie Kennis en economie. De publicatie beschrijft de ontwikkeling van de R&D-uitgaven in Nederland, met de nadruk op de uitkomsten van de R&D-enquête over het verslagjaar 2003. Aanvankelijk zou de tiende volledige editie van Kennis en economie eind 2005 verschijnen. De verschijningsdatum moest echter worden uitgesteld tot het voorjaar van 2006. Deze herplanning heeft niet alleen gevolgen voor de titel, die wijzigt in Kennis en economie 2006, maar ook voor de inhoud van de publicatie. In Kennis en economie 2006 worden met name de innovatieve activiteiten van bedrijven in de periode 2002–2004 beschreven en de hiermee gemoeide R&D-inspanningen in 2004. Omdat in de meest recente Kennis en economie 2004 de R&D-inspanningen in 2002 zijn belicht, dreigden de R&D-inspanningen in 2003 het kind van de rekening te worden. Daarom is besloten tot een extra publicatie. Deze is als pdf-bestand te vinden op de CBS-website. Het is niet mogelijk de publicatie als hardcopy te bestellen.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
nnnn
nnnn
BES nieuwsbrief – Zorg en welzijn nummer 3 – december 2005 – 2e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Industrie – Internationale handel – Landbouw – Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie – Zorg en welzijn Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer, Eddie van den Broek en Ronald de Jong e-mail:
[email protected]
Nieuwe publicatie Op 23 november is het eerste exemplaar van de eerste editie van de nieuwe CBS-publicatie Gezondheid en zorg in cijfers 2005 door de DG van het CBS aangeboden aan de heer drs. M.J. van Rijn, DG Gezondheidszorg van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Aansluitend vond een workshop plaats. De publicatie heeft een capita selecta-karakter: aan alle nieuwe statistieken is een hoofdstuk gewijd. Enkele onderwerpen zijn: de zorgkosten vanuit verschillende invalshoeken, bedrijvendynamiek (zoals fusies) in de zorgsector, nieuwe cijfers over huisartsenpraktijken, nieuwe statistieken over ziekenhuiszorg. De publicatie is te bestellen via
[email protected] en staat als pdf-file op de CBS-site .
Statistiek Zorgrekeningen De Zorgrekeningen beogen een volledige en samenhangende statistische beschrijving van het zorgterrein te geven. Ze beschrijven de gehele gezondheidszorg (SBI 85.1) en grote delen van de welzijnszorg (SBI 85.3), zoals instellingen voor gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg en kinderopvang. Ook worden de zorgactiviteiten in andere branches (zoals detailhandel in genees- en hulpmiddelen en personenvervoer) en de ondersteunende activiteiten in de zorg (zoals beleid, administratie en beheer) meegenomen. Centraal in de Zorgrekeningen staan de zorguitgaven. Deze worden verbijzonderd naar financieringsbron (zoals sociale verzekeringen, particuliere zorgverzekeringen, eigen betalingen en bedrijven) en naar functie (cluster van activiteiten zoals preventie, cure en care). De ontwikkeling van de zorguitgaven wordt gesplitst in een prijs- en volumecomponent en er wordt een beeld geschetst van de werkgelegenheid op het zorgterrein. Er zijn verschillende cijfers over zorguitgaven in omloop. Het ministerie van VWS, de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en de Nationale rekeningen van het CBS bakenen de zorg namelijk niet op dezelfde wijze af en hanteren verschillende kostendefinities. De Zorgrekeningen vormen het referentiekader waarbinnen de relaties tussen deze cijfers verantwoord worden. In de nieuwe CBS-themapublicatie Gezondheid en zorg in cijfers is een artikel over de Zorgrekeningen opgenomen waarin deze aspecten aan de orde komen. Over de ontwikkeling van de statistiek Zorgrekeningen zal elk jaar in december een publicatie worden uitgebracht.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Reductie dataverzameling bij zorginstellingen Per verslagjaar moeten zorginstellingen verslagen opstellen en enquêtes invullen voor verschillende informatievragers (zoals het ministerie van VWS, CTG/Zaio, IGZ, brancheorganisaties en CBS). Door de informatievragende instanties worden stappen gezet om de jaarlijkse verantwoording door de zorginstellingen te vereenvoudigen. Gestreefd wordt naar éénmalige informatie-uitvraag en meervoudig gebruik door de vragende instanties. In het zogeheten jaarverantwoordingsdocument worden zowel de posten uit de financiële jaarrekening gevraagd als niet-financiële prestaties zoals personeelsinzet, productievolume en kwaliteit van zorg. Door deze nieuwe dataverzameling (Maatschappelijke verantwoording) krijgt het CBS de beschikking over nauwkeurige, samenhangende en actuele gegevens over zorgaanbieders. Hiermee kan de kwaliteit van de huidige CBS-statistieken worden verbeterd en kunnen desgewenst nieuwe statistieken worden opgezet. Bovendien worden de administratieve lasten van de zorginstellingen verminderd doordat de informatievraag wordt gereduceerd en elektronisch plaatsvindt. Een concreet gevolg hiervan is dat de CBS-enquêtes onder thuiszorginstellingen en verzorgingshuizen komen te vervallen.
Gebruik van administratieve bronnen Het CBS maakt zoveel mogelijk gebruik van gegevens die door andere overheidsorganisaties en instellingen zijn verzameld. Sinds kort heeft het CBS de beschikking gekregen over bestanden van het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (CAK-BZ). Het CAK-BZ speelt een centrale rol bij het vaststellen en innen van de eigen bijdrage die gebruikers van AWBZ-gefinancierde zorg moeten betalen. Deze bestanden verschaffen een zeer goed inzicht in de samenstelling van de groepen die gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheids- en ouderenzorg ontvangen en de financiële consequenties daarvan. Deze gegevens kunnen de enquêtering door het CBS aan afzonderlijke instanties vervangen en bovendien nieuwe relevante statistische output genereren. Zo kunnen, door koppeling van registraties, zorgketens in beeld gebracht worden, bijvoorbeeld de keten ziekenhuis-verpleeghuis-thuiszorg. Het CBS zal dit in 2006 in samenwerking met RIVM ter hand nemen.
Ý Terug naar BES Nieuwsbrief algemeen