Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Voorwoord Minder lastendruk, betere communicatie en meer samenwerking. Dat zijn belangrijke doelen voor de divisie Bedrijfseconomische statistieken (BES) van het CBS in 2008. Naast een reductie van de lastendruk met 25 procent wil het kabinet Balkenende IV de beleving van de lastendruk door bedrijven verbeteren. Onlangs is door het ministerie van Financiën met een bedrijvenconsortium een kwantitatieve en kwalitatieve Nulmeting administratieve lasten bedrijven uitgevoerd. Het kwantitatieve deel laat evenals eerdere CBS-metingen zien dat minder dan 0,2 procent van de totale administratieve lastendruk van de overheid wordt veroorzaakt door het CBS. Uit het kwalitatieve deel bij 34 bedrijven blijkt dat 75 procent van hen goed kan leven met de lastendruk vanuit het CBS. De overige 25 procent vindt de maandelijkse levering te frequent, men heeft de gevraagde informatie niet beschikbaar en het doel van sommige vragen is niet duidelijk. Hoewel we op de goede weg zijn, blijft het CBS zoeken naar mogelijkheden om de lastendruk nog verder terug te dringen. Met ingang van 2008 hanteren we een nieuwe steekproefmethodiek voor verkeer- en vervoerenquêtes. De wagen parkenquête vervalt en er worden minder ondernemers benaderd. Ook worden minder papieren enquêtes verzonden en meer digitale inzendingen mogelijk gemaakt. In de nabije toekomst wordt het voor vervoerders mogelijk om gegevens rechtstreeks vanuit hun eigen administratie te leveren in het zogeheten Xml-formaat (eXtensible Markup Language). Daartoe zijn contacten gelegd met leveranciers van diverse transportmanagementsystemen en lopen er testtrajecten. In samenwerking met Vos-Logistics heeft een succesvolle test plaatsgevonden. Voorts wil het CBS zijn gebruikers faciliteren door het nog beter ontsluiten van de informatie op online database StatLine. Daarom hebben alle stafmedewerkers van VNO-NCW deelgenomen aan een cursus StatLine, waardoor zij hun leden kunnen voorzien van specifiek cijfermateriaal. Andere brancheorganisaties hebben hier ook hun belangstelling voor getoond. Daardoor verandert het vooroordeel over de door het CBS veroorzaakte administratieve lastendruk omdat de nadruk komt te liggen op de voordelen van de statistieken die we met de registers en enquêtes maken. De economische statistieken moeten steeds beter gaan voldoen aan de behoeften van praktijk, beleid en wetenschap.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS benadert bestaande samenwerkingsverbanden om specialistische kennis en CBS-gegevens met elkaar in verband te kunnen brengen. Recent is gesproken met brancheorganisaties voor de binnenvaart, het spoor, de binnenvaart en Short Sea Shipping en het wegvervoer. En daar blijft het niet bij……. wij gaan verder. Hans Timmermans Directeur BES
CBS gaat verhuizen De Voorburgse vestiging van het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat eind augustus van dit jaar verhuizen naar een nieuw gebouw in Leidschenveen (gemeente Den Haag).
Het nieuwe adres is: Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag. Postadres: Postbus 24500, 2490 HA Den Haag. Ook in Heerlen zijn er bouwactiviteiten. De Heerlense collega’s zullen in de loop van 2009 een nieuw kantoorpand betrekken; wij zullen u tegen die tijd meer in detail hierover berichten.
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Adviesraden
Het roer om
De adviesraad Economische Statistieken heeft vanaf 1 januari 2008 een nieuwe voorzitter, drs. E.E. (Eduard) van de Lustgraaf, algemeen secretaris/directeur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Hij volgt professor Jepma op. De heer Rovers (Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Overwerken) is met vervroegd pensioen en de heren Pelkmans (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en Lintsen (Ministerie van Verkeer en Waterstaat) zijn van functie veranderd. Hun opvolgers zijn de heren drs. T.H. Van Hoek (Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid), drs. J.A.M. Klaver (VNONCW) en prof.dr. C.C. Koopmans (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid). De adviesraad besprak op 24 april het statistisch programma voor 2009. De adviesraad Maatschappij en Economie vergadert op 20 mei; daarover wordt in de volgende nieuwsbrief bericht.
Ingrid Kramer, redacteur en mede-initiator van de BES-nieuwsbrief, heeft per 1 mei het CBS verlaten. Zij neemt een sabbatical year en gaat dat jaar gebruiken om met haar man een bestaan in Frankrijk (Bretagne) op te bouwen. Ingrid wenst het CBS en zijn externe adviseurs nog meer bruikbare resultaten toe door een steeds betere samenwerking én de energie om elkaar scherp te blijven houden.
Een vernieuwde Standaard Bedrijfsindeling: SBI ’93 wordt SBI 2008 Om bedrijven en instellingen in te delen naar hun hoofdactiviteit gebruikt het CBS de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). De SBI is gebaseerd op de indeling van de Europese Unie (de NACE) en op die van de Verenigde Naties (de ISIC). Tot 2008 werd de in 1993 vastgestelde indeling (SBI ’93) gebruikt. Dit jaar, 2008, vindt een ingrijpende revisie plaats van de internationale indelingen en daarmee ook van de daarop gebaseerde SBI. De SBI ’93 wordt vervangen door de SBI 2008. Dit heeft gevolgen voor statistieken en registers. Meer over deze belangrijke wijziging kunt u lezen op de bladzij Ondernemingen van deze nieuwsbrief.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Bouw
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Omzet en omzetgroei in 2007
Prijsindex bestaande koopwoningen
De totale omzet van de bouw overschreed in 2007 voor het eerst de grens van € 80 miljard. Het midden- en grootbedrijf hadden daarin beiden een aandeel van bijna 40 procent. Het kleinbedrijf heeft een aandeel van ruim 20 procent in de totale bouwomzet. De omzetverdeling is in 2007 ten opzichte van een jaar eerder nauwelijks veranderd. Wel heeft het grootbedrijf in 2007 belangrijk beter gepresteerd dan in 2006. In 2007 steeg de omzet van de grote bouwbedrijven met ruim tien procent. In 2006 werd hier slechts een omzetgroei van drie procent gerealiseerd. In 2006 bleef de omzetontwikkeling in het grootbedrijf duidelijk achter bij die van het klein- en middenbedrijf; in 2007 is de omzetgroei van het grootbedrijf in lijn met die van de totale bouwbranche en het klein- en middenbedrijf.
Op 24 januari is voor het eerste een Prijsindex bestaande koopwoningen (PBK) gepubliceerd. De PBK is tot stand gekomen door een samenwerkingsverband tussen het Kadaster en het CBS. Ter gelegenheid van de eerste publicatie is een persbericht verschenen en een symposium georganiseerd met presentaties van het Kadaster, het OTB (onderzoeksinstituut van de TU Delft) en het CBS. De nieuwe publicatie bevat prijsindexcijfers van de verkochte, bestaande woningen in Nederland, onderscheiden naar woningtype en regio. De basis voor de index wordt gevormd door de verkoopprijzen die door notarissen kort na het transport van een woning bij het Kadaster worden vastgelegd. Nieuwe uitkomsten worden rond de 21e van de maand vrijgegeven via het elektronisch conjunctuurbericht.
Omzetontwikkeling bouwbedrijven: klein-, midden- en grootbedrijf 14
%
SBI 2008: projectontwikkelaars bij de bouw ingedeeld De nieuwe Standaardbedrijfsindeling (SBI 2008) die binnenkort in de statistieken van het CBS zal worden doorgevoerd (zie ook de bladzij Ondernemingen in deze nieuwsbrief), heeft als belangrijk gevolg voor de nieuwe structuur van de bouwnijverheid dat de ontwikkelaars van bouwprojecten tot de bouwnijverheid gerekend gaan worden. In de oude SBI-indeling behoorden de projectontwikkelaars tot de verhuur en handel in onroerend goed.
12 10 8 6 4 2 0
2006
Totaal Bron: CBS
2007 klein
Midden
Groot
Begin 2007 waren er bijna 86 000 bouwbedrijven, waarvan 90 procent kleine. Het middenbedrijf nam negen procent voor zijn rekening en het grootbedrijf was met in totaal 400 bedrijven goed voor een half procent van het totaal aantal bouwbedrijven. Naar branches beschouwd is er in 2007 nauwelijks verandering opgetreden in de verdeling van het aantal bedrijven. Net als in 2006 behoorde ruim 50 procent van de bouwbedrijven tot de categorie gespecialiseerde bedrijven. Het gaat hierbij om 44 000 gespecialiseerde timmer-, schilders-, loodgieters- en stukadoorsbedrijven en dergelijke. Ongeveer 40 procent van de bedrijven was actief in de burgerlijke en utiliteitsbouw. In de grond-, weg- en waterbouw (GWW) ruim zeven procent. Met bijna 2 600 bedrijven vormen de stratenmakers de grootste branche binnen de GWW.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandelijkse omzetstatistiek bouwnijverheid In het kader van het terug dringen van de administratieve lastendruk wordt momenteel onderzocht of de maandstatistiek bouwnijverheid meer dan nu al het geval is op basis van BTWinformatie kan worden samengesteld. Als het onderzoek positieve resultaten oplevert, zal deze maandelijkse enquête voor bedrijven tot 50 werkzame personen waarschijnlijk vanaf 2009 op basis van BTW-gegevens worden samengesteld. Momenteel is dit al het geval voor de bedrijven tot tien werkzame personen.
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Commerciële diensten
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Speerpunt Handel en diensten
−
Deelproject International Sourcing In 2007 is onder 1500 bedrijven met meer dan 100 werknemers onderzoek gedaan naar het verplaatsen van bedrijfsactiviteiten naar het buitenland. Onderzocht zijn de redenen van verplaatsing, de landen van bestemming, ondervonden belemmeringen, de effecten van de verplaatsing en toekomstplannen. De eerste resultaten zijn in december op de website van het CBS gepubliceerd. In het tweede kwartaal van 2008 verschijnt een uitgebreide tabellenset in de online database StatLine. Het databestand dat via het onderzoek International Sourcing is verkregen, is verrijkt met gegevens uit andere CBS-onderzoeken. Dit heeft een waardevol bestand opgeleverd, waarop nog veel analyses uitgevoerd kunnen worden. In de loop van 2008 komt het bestand voor onderzoekers beschikbaar via het Centrum voor Beleidsstatistiek. Het onderzoek International Sourcing is niet alleen in Nederland uitgevoerd, maar ook in 13 andere Europese landen. Eurostat zal de gezamenlijke resultaten naar verwachting in juni 2008 publiceren. Ook verschijnt dan een publicatie die het CBS met de statistische bureaus van de Scandinavische landen aan het voorbereiden is. In samenwerking met de Erasmusuniversiteit wordt een artikel voor het tijdschrift Economisch Statistische Berichten geschreven. Motieven om bedrijfsactiviteiten internationaal te verplaatsen Besparing op loonkosten Concurrentiepositie Strategisch genomen besluiten Toegang nieuwe markten Andere soort besparing Volgen concurrenten of cliënten Verbetering logistiek Concentreren hoofdactiviteit Toegang tot kennis of technologie Verbetering kwaliteit Tekort aan personeel Financiële voordelen Minder regelgeving
− −
De monitor zakelijke diensten, met ieder kwartaal up-todate gegevens over de ontwikkelingen in de sector zakelijke dienstverlening (totaal en in zes branches); Een systematische presentatie met structuurgegevens over de sector zakelijke diensten; Diverse web-artikelen.
In de loop van 2008 komt de volgende informatie beschikbaar: − Sectoren waar de uitzendkrachten werkzaam zijn − Kenmerken van werknemers − Achtergrondinformatie over verschillen tussen de micro-, meso- en macrogegevens − Tijdreeksen voor de hoofdvariabelen van de commerciële dienstverlening Deelproject Handel Vanaf het eerste kwartaal 2008 worden de monitoren detailhandel en motor- en autobranche gepubliceerd op de CBSwebsite. Het doel van deze elektronische kwartaalpublicaties is om de informatie over deze branches duidelijker, toegankelijker en meer als samenhangend geheel te publiceren. Op verzoek van onze klanten wordt ook gewerkt aan: − Het specificeren van huisvestingskosten. Met name de uitsplitsing van energiekosten is wenselijk vanwege de toenemende aandacht voor duurzaam ondernemen en de stijgende energiekosten. − Kwartaalcijfers over markt- en straathandel. Omzetontwikkeling supermarkten en speciaalzaken
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 %
Zeer belangrijk
Enigzins van belang
Niet belangrijk
Nvt / Weet niet
%-mutatie t.o.v. jaar eerder 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 I II III IV I II III 04 05
IV
I
Omzetontwikkeling supermarkten
Deelproject Commerciële dienstverlening Het deelproject commerciële dienstverlening is begin 2008 afgesloten met de volgende resultaten:
Centraal Bureau voor de Statistiek
Omzetontwikkeling speciaalzaken Bron: CBS
II
06
III
IV
I
II
07
III
IV
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – ��������������������� Commerciële diensten
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] Deelproject Vervoer Binnen het deelproject Vervoer van het speerpunt Handel en Diensten wordt in 2008 gewerkt aan de vervulling van in 2007 geïnventariseerde klantenwensen. Later dit jaar zal in een workshop terugkoppeling naar de klanten plaatsvinden. De verkeer- en vervoerstatistieken worden toegankelijker gemaakt. Begin maart is een webartikel verschenen over het spoorvervoer, waarin zowel aanbod (spoorwegen) als gebruik (treinvervoer) en zowel personen- (passagierstreinen) als goederenvervoer (goederentreinen) behandeld worden. Nederland is één van de meest intensieve gebruikers van zijn spoorwegnet in de Europese Unie. Over het spoorgebruik in Europa zal binnenkort een thema-artikel op de CBS-website verschijnen, waarin dieper op de materie wordt ingegaan.
Gebruik van het spoor, 2005 België Verenigd Koninkrijk Nederland Frankrijk Luxemburg Duitsland EU-25 Estland Finland 0
2
4
6
8
10
12
Goederen (mln tonkm per km spoor) Passagiers (mln passagierskm per km spoor) Bron: Eurostat
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Cultuur en vrije tijd
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Onderzoek Inkomend Toerisme Het onderzoek Inkomend Toerisme bestudeert onder andere de bezoekmotivatie en de uitgaven van buitenlandse toeristen in Nederland. Dit onderzoek wordt vanaf 2005 driejaarlijks uitgevoerd door het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) in samenwerking met het CBS en Bureau Blauw. In maart dit jaar is het onderzoek wederom gestart. Op dit moment loopt de eerste fase van het onderzoek waarbij aan logiesaccommodaties wordt gevraagd of ze een bijdrage willen leveren aan het onderzoek. Het aantal accommodaties dat heeft toegezegd deel te willen nemen aan het onderzoek ligt momenteel rond de 400. NBTC en CBS rekenen echter op een grotere bijdrage.
onderzoeksresultaten en StatLine-tabellen voor deze sector en (evenals via de inmiddels ook bestaande RSS-feeds) naar de recent verschenen papieren publicaties en webartikelen. Mocht u ontvangst van de nieuwsbrief op prijs stellen, stuur dan een e-mail met uw verzoek naar
[email protected] Vanaf dat moment wordt u op de hoogte gehouden van de publicaties over en nieuwe resultaten uit deze onderzoeken.
De nieuwste informatie over de Cultuursector We willen u attent maken op de mogelijkheid om direct op de hoogte te worden gesteld als er nieuwe onderzoeksresultaten over de Cultuursector worden gepubliceerd. Deze informatie bieden wij aan door middel van een nieuwsbrief per e-mail. In deze nieuwsbrief vindt u rechtstreekse links naar alle nieuwe
Centraal Bureau voor de Statistiek
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Energie
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Historische energiecijfers gereviseerd In het verleden zijn de cijfers over de Energiebalans meermalen gereviseerd naar aanleiding van verbeterde waarneming en veranderende methodologische concepten. De laatste revisie was in 2005. De berekeningen zijn toen teruggelegd over de periode 2004 tot en met 1995. Onlangs heeft het CBS onderzoek verricht met als doel de historische gegevens van voor 1995 op hoofdlijnen te reviseren. Binnenkort komen de resultaten daarvan beschikbaar. De cijfers uit de StatLinetabel Energiebalans; kerncijfers zullen dan voor de hele reeks vanaf 1975 consistent zijn. Deze tabel bevat voor zes hoofdgroepen van energiedragers (kolen, aardolie, aardgas, kernenergie, elektriciteit en biomassa, warmte en afval) cijfers over de aanbodzijde van de balans (gedefinieerd als winning, import, export) en over de vraagzijde (verbruikssaldo per sector, inzet voor en productie uit warmte en/of kracht, omzettingssaldo overige omzettingen, finaal energetisch en finaal niet-energetisch verbruik). Voor de jaren 1946-1974 is de aanbodzijde van de balans teruggelegd voor alle genoemde energiedragers, uitgezonderd biomassa, warmte en afval. In een in mei te publiceren artikel zal de revisie nader worden toegelicht.
Verbeterde tabel Energieverbruik en -kosten industrie Een van de StatLinetabellen over energie bevat de uitkomsten van het onderzoek naar Energieverbruik en -kosten in de industrie. Deze tabel was tot nu toe een min of meer rechtstreekse elektronische omzetting van de tabel zoals die vroeger in de gedrukte publicaties verscheen. De bedrijfstakindeling in de voorkolom bestond uit SBI-klassen op 2-cijferniveau, soms op 3-cijferniveau, soms op 4-cijferniveau en samentellingen daarvan (bij slecht gevulde regels). Typografisch oogde dit weliswaar goed, maar voor een elektronische tabel zijn deze samengetelde regels onhandig. Om de gegevens in deze tabel eenvoudiger te kunnen koppelen aan andere tabellen, is de SBI-indeling aangepast aan de standaard SBI-indeling op 2- en 3-cijferniveau. Samenvoegingen van SBI-klassen zijn uit de tabel verwijderd. Dit heeft wel tot gevolg dat in sommige gevallen het aantal bedrijven per cel in de tabel te laag geworden is: uit het cijfer in de cel zou informatie kunnen worden afgeleid over individuele bedrijven. Dit is in strijd met het geheimhoudingsbeleid van het CBS. Daarom zijn in de cellen waarin te weinig bedrijven voorkomen, de uitkomsten vervangen door x (kruisjes). Wereldmarktprijzen Sinds eind februari 2008 is het CBS een nieuwe publicatie rij-
Centraal Bureau voor de Statistiek
ker. De publicatie Wereldmarktprijzen geeft de prijzen weer die op diverse wereldmarkten tot stand komen en dagelijks gepubliceerd worden in het Financieele Dagblad. Op grond van de dagprijzen worden door het CBS gemiddelde maandprijzen, kwartaalgemiddelden en jaargemiddelden berekend. De publicatie kent een onderverdeling in een aantal productgroepen: agrarische producten, tropische producten, edelmetalen, metalen en energieproducten. Van de groep energieproducten worden wereldmarktprijzen gepubliceerd voor ruwe aardolie, diverse aardolieproducten (waaronder stookolie, benzine en kerosine), elektriciteit en aardgas. Daarnaast worden de wisselkoersen weergegeven van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Euro en vice versa volgens de Amsterdamse effectenbeurs.
Internationaal onderzoek waarneming herkomst en bestemming aardgas Op verzoek en met financiering van de EU is door drie lidstaten (Italië, UK en Nederland) onderzocht of er mogelijkheden zijn de waarneming van de in- en uitvoer van aardgas te verbeteren. In de huidige situatie ontbreekt het EU-breed aan informatie over de landen van herkomst (invoer) en uiteindelijke bestemming (uitvoer). Er is wel precies bekend hoeveel aardgas per maand de diverse landsgrenzen passeert, maar het is onvoldoende duidelijk waar het gas oorspronkelijk vandaan komt of waar het uiteindelijk wordt gebruikt. Dit is onder meer een gevolg van de liberalisering van de energiemarkt. Er zijn veel meer bedrijven actief op de internationale gasmarkt en aardgas kan meerdere malen worden doorverhandeld, waardoor het zicht op de oorsprong en de uiteindelijke bestemming lastiger te achterhalen is. Hierbij speelt ook verandering in de btw-wetgeving een rol. Voor het (internationale) energiebeleid is dringend behoefte aan deze informatie, bijvoorbeeld om de mogelijke gevolgen te kunnen overzien er hierop adequaat te kunnen reageren als er stagnaties optreden vanuit aardgasproducerende landen. Het onderzoek heeft voor Nederland, maar ook voor de andere twee deelnemende landen uitgewezen dat er mogelijkheden zijn tot verbetering van de waarneming. Voor Nederland zou op jaarbasis, en eventueel met hulp van schattingsmethoden ook op maandbasis, over de landen van herkomst en bestemming kunnen worden gepubliceerd. Voor de inpassing in het reguliere statistische proces moet dit nog verder worden uitgewerkt. Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Internationale handel
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Administratieve lastenverlichting Het CBS zet zich actief in om de administratieve lastendruk voor bedrijven te verlagen. De Intrastat-enquête - het gegevensverzamelingssysteem over het internationale goederenverkeer met EU-lidstaten - is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de administratieve lastendruk veroorzaakt door het CBS. Het is daarmee tevens een belangrijk aanknopingspunt om te komen tot lastenverlichting. Om de lastendruk te verlichten is in 2005 in de Europese regelgeving de verplichte dekkingsgraad verlaagd van 99 naar 97 procent voor verwervingen én leveringen. Op basis hiervan heeft het CBS een drempelwaarde van 400 000 euro vastgesteld; bedrijven die jaarlijks minder dan dit drempelbedrag exporteren naar of importeren uit EU-landen hoeven voor die handelsstroom geen opgaven aan het CBS te sturen. Verdergaande automatisering heeft er inmiddels toe geleid dat de drempelwaarde voor de leveringen verhoogd kon worden naar 900 000 euro. Bedrijven die jaarlijks minder dan dit drempelbedrag exporteren naar andere lidstaten, zijn met ingang van 1 januari 2008 vrijgesteld van het rapporteren over deze export. Vooral MKB-bedrijven (die exporteren), zullen profiteren van deze drempelverhoging.
Speerpunt Internationale Economische Relaties In juni 2008 verschijnt de InternationaliseringsMonitor 2008, waarin de trends en ontwikkelingen in de Nederlandse economie als gevolg van globalisering beschreven worden. De monitor beschrijft de nieuwste kengetallen op het gebied van internationale handel en directe buitenlandse investeringen, verkeer en vervoer, operationele statistieken van buitenlandse en Nederlandse ondernemingen, research en development. De kengetallen zijn voorzien van een korte analyse en waar nodig een methodologische toelichting. Ook bevat de monitor hoofdstukken die dieper ingaan op sommige onderwerpen, zoals de samenhang tussen buitenlandse directe investeringen en internationale handel, de determinanten van bedrijfsinterne handel, arbeidsproductiviteitsverschillen tussen Nederlandse en buitenlandse ondernemingen, en de internationalisering van productie en handel. De informatie uit de InternationaliseringsMonitor wordt in boekvorm gepubliceerd maar is ook te vinden op de dossierpagina Globalisering. .
Centraal Bureau voor de Statistiek
Trendbreuk internationale handel in goederen De invoer- en uitvoercijfers over 2008 zijn op een iets andere wijze tot stand gekomen dan in voorgaande jaren. De afbakening tussen wederuitvoer en doorvoer is verbeterd, en ook worden enkele bedrijven meegeteld die tot nu toe ten onrechte niet in de statistiek Internationale Handel waren opgenomen. Dit zal de stabiliteit van de cijfers ten goede komen. Voor het totaalcijfer van de invoer heeft dit geen gevolgen; de uitvoer zal in 2008 ongeveer drie miljard euro (minder dan één procent van het totaal) lager uitkomen dan zonder deze wijzigingen. Wel kunnen op detailniveau relatief grotere verschillen voorkomen. Op de CBS-website is op de themapagina Internationale Handel een artikel verschenen dat de oorzaken van deze trendbreuk uitgebreid toelicht. Ook zijn daar tabellen geplaatst die laten zien wat de gevolgen zijn op detailniveau.
Internationale handel in diensten De statistiek Internationale handel in diensten is als CBS-statistiek relatief jong vergeleken met de goederenstatistiek. De verantwoordelijkheid voor deze statistiek is vanaf het tweede kwartaal 2003 overgenomen van De Nederlandsche Bank (DNB. De statistiek zal zich verder ontwikkelen, bijvoorbeeld door te blijven zoeken naar samenwerking om kennis en gegevens uit te wisselen. In dat verband is voortzetting en uitbouw van de goede samenwerking met DNB, waar internationale handel in diensten deel uitmaakt van de betalingsbalans, van groot belang. Dat bleek onder meer bij de Europese discussie rond de beschikbaarheid van gegevens van internationale betalingen, waarbij DNB en CBS samen optrokken. Met de betalingsgegevens van commerciële banken kan de uitvraag bij bedrijven die diensten importeren en exporteren op een aanzienlijk efficiëntere wijze plaatsvinden. Ook op andere terreinen is samenwerking aangegaan. Met het Nyenrode Institute for Competition is een overeenkomst afgesloten, om samen onderzoek te verrichten naar global sourcing in de dienstensector.
Workshop Internationale handel en transport in Nederland De Vrije Universiteit en het CBS organiseren op 12 juni 2008 de workshop Internationale handel en transport in Nederland: Meten is weten? Tijdens de workshop wordt een beeld gegeven van de laatste ontwikkelingen in de gegevensinwinning, het on-
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Internationale handel
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] derzoek, en het beleid op het gebied van internationale handel en transport. Met die informatie kan worden gewerkt aan een betere afstemming tussen het aanbod van gegevens en de beleidsvragen op het gebied van internationale handel en transport. De economische relaties met het buitenland zijn voor Nederland van oudsher van vitaal belang. Door de geografische ligging, de uitbreiding en verdieping van de Europese Unie, en verdergaande economische specialisatie als gevolg van globalisering zal het belang van internationale handel en transport voor de Nederlandse economie wellicht nog verder toenemen. Dit levert nieuwe kansen op, bijvoorbeeld in de logistieke sector en de wederverkoop, maar ook uitdagingen op het terrein van infrastructuur, milieu en duurzaamheid. De toegenomen belangstelling voor dergelijke ontwikkelingen in de internationale economische relaties heeft de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van nieuwe cijfers over de handel in diensten, de wederuitvoer, en de doorvoer. Zo is het door de integratie van de statistieken van internationale handel en transport voor het eerst sinds 1997 weer mogelijk om een betrouwbare schatting te maken van de doorvoer met overslag.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS-Speerpunt Internationale Economische Relaties (SIER) is gestart om te voorzien in de behoefte aan samenhangende informatie over de effecten van globalisering. Dit leidde in november 2007 reeds tot de publicatie van de Kerncijfers Internationalisering. In de workshop staan de ontwikkelingen op het gebied van gegevens centraal. Aandacht wordt besteed aan de centrale thema’s in de actuele discussies over de gevolgen van globalisering, te weten de wederuitvoer en doorvoer van goederen, en de handel in diensten. Bovendien wordt ingegaan op de beleidsvragen die met deze internationalisering samenhangen en op de beleidsanalyses die uit het recente wetenschappelijk onderzoek voortkomen. Tijdens de workshop komen het Speerpuntprogramma Internationale Economische Relaties en andere CBS-onderzoeken aan de orde. Ook worden bijdragen verwacht van onder meer het Centraal Planbureau en de Vrije Universiteit. Meer informatie over de workshop is te verkrijgen bij Chris de Blois:
[email protected]. Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Landbouw
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Europese statistieken over voedselveiligheid Vijf jaar geleden is Eurostat begonnen met het ontwikkelen van statistieken op het gebied van voedselveiligheid. Zo is in 2006 door Eurostat een pocketboek uitgebracht met als titel Food; from farm to fork statistics. Het geeft een globaal beeld van de gehele voedselketen, startend bij de landbouwproductie en eindigend bij het voedsel dat in onze maag komt. Eurostat is voornemens om in 2008 weer zo’n pocket uit te brengen. Deze cijfers vormen slechts een begin van wat nog zou moeten komen. Op dit moment bestaan er geen goede Europese statistieken van bijvoorbeeld de control&monitoring-activiteiten van de lidstaten. Eigenlijk is dit ongewenst. De Europese Unie vormt één gemeenschappelijke markt, waardoor voedsel van de ene lidstaat vrij verhandeld mag worden binnen de andere lidstaten. Dan moet de Nederlandse consument er wel zeker van kunnen zijn dat het voedsel op zijn bord altijd voldoende veilig is, ongeacht uit welke lidstaat het komt. Goede Europese statistieken over de control&monitoring-praktijken binnen de lidstaten kunnen hiervoor een goede basis vormen. De afgelopen vijf jaar is Eurostat samen met de lidstaten aan de slag gegaan om dit voor elkaar te krijgen. Dit is lastig. Cijfers zijn er vaak wel, maar er bestaan vaak definitieverschillen bij de onderscheiden lidstaten. Als er wel vergelijkbare cijfers zijn, komt het voor dat sommige lidstaten niet alle cijfers com-
Centraal Bureau voor de Statistiek
pleet hebben. Toch is het Eurostat gelukt om op basis van al bestaande administratieve data een Controls Database te bouwen. Deze bevat inmiddels veel cijfers van alle lidstaten. Ook het onderliggende statistische fundament van classificaties en definities is zo goed als af. Eurostat werkt er nu hard aan om de statistische kwaliteit van de cijfers te verbeteren. Medewerking van de lidstaten is hierbij essentieel. Sterftegevallen Creutzfeldt-Jacob syndroom in Europa (EU-15) als gevolg van gekkekoeienziekte (BSE) 30 25 20 15 10 5 0
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
aantal sterftegevallen Creutzfeldt-Jacobs syndroom Bron: Eurostat, pocketbook “Food: From farm to fork; edition 2006”
2003
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Milieu
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Regionale mineralenbalansen
Stikstof, 2005 Eenheid: mln kg stikstof
mengvoer industrie
In opdracht van Eurostat voert het CBS momenteel twee projecten uit die moeten leiden tot mineralenbalansen van landbouwgronden op provinciaal niveau. Het betreft de mineralen stikstof en fosfor. In eerste instantie wordt aan de hand van de resultaten van een eerder door Eurostat gefinancierd onderzoek getracht om de excretiefactoren van mest voor graasdieren naar provincie te detailleren. In combinatie met de registratie van mesttransportgegevens van Dienst Regelingen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt het gebruik van dierlijke mest op provinciaal niveau vastgesteld. Daarnaast wordt het kunstmestgebruik en het gebruik van andere organische meststoffen, zoals zuiveringsslib en compost, in kaart gebracht. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande bronnen en spelen registraties van Dienst Regelingen opnieuw een belangrijke rol, Uiteindelijk worden de resultaten samengevat in provinciale mineralenbalansen. Het eindrapport moet in maart 2009 gereed zijn.
10
337
Onderzoek Gewasbescherming 2008 In januari 2008 is de zesde editie van het onderzoek naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw van start gegaan. De opzet en inhoud van het vragenfor-
Centraal Bureau voor de Statistiek
2
279
44
31
ruwvoer
308
veehouderij 645
161 73
296
mest 2) 411
19 netto export mest
392 cultuurgrond 771 verlies naar 388 bodem 342 plantaardige producten 388
Protocol ammoniakemissies Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) publiceert jaarlijks in de Milieubalans cijfers over de uitstoot van ammoniak als gevolg van de productie van mest. Ammoniak en andere gasvormige stikstofverbindingen verdwijnen naar de lucht tijdens mestuitscheiding in stal en weide en tijdens opslag van mest. De gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen, zoals die door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) voor de Milieubalans worden berekend, verschillen met de uitkomsten van het CBS. Door het LEI en het CBS is onderzocht waardoor dit komt. Gebleken is dat meerdere factoren een rol spelen, zoals andere vervluchtigingspercentages, andere uitgangspunten over mest- en staltype en de mate waarin rekening wordt gehouden met huisvesting die de emissie beperkt. Een werkgroep van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet streeft naar afstemming van de uitgangspunten voor de berekeningen en zal deze in 2008 in een protocol vastleggen. Het CBS is in deze werkgroep vertegenwoordigd en zal de berekening van de gasvormige stikstofverliezen afstemmen met de uitgangspunten in dit protocol.
dierlijke kunstmest overige 1) luchtdeposities import ruwvoer producten
41
12
afzet dierlijke producten 1) 2)
80 afzet plantaardige producten
25 126
lucht 101 verlies naar lucht
Totaal verlies = 443 mln kg N
Inclusief voorraad mutaties. Excretie minus vervluchtiging van stikstofverbindingen naar de lucht (o.a. ammoniak).
Bron: CBS.
CBS/MNC/dec07/0094
mulier zijn voorgelegd aan diverse externe belanghebbenden. Dit heeft geleid tot een verdere verbetering van de gebruiksvriendelijkheid van het formulier. In een poging de lastendruk voor de berichtgevers te beperken wordt bij wijze van proef aangesloten op het door veel fruittelers gehanteerde registratiesysteem RegPro. Door het bureau Fruitconsult die het registratiesysteem heeft gebouwd, wordt een applicatie gemaakt die de fruittelers in staat stelt ‘met één druk op de knop’ de door het CBS gevraagde gegevens te selecteren en aan het CBS te zenden. Een eerste indruk van het succes van deze aanpak zal rond de zomer zichtbaar worden. Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Ondernemingen
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Vernieuwde Standaard Bedrijfsindeling: SBI ’93 wordt SBI 2008 Om bedrijven en instellingen in te delen naar hun hoofdactiviteit gebruikt het CBS de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). De SBI is gebaseerd op de indeling van de Europese Unie (de NACE) en op die van de Verenigde Naties (de ISIC). Tot 2008 werd de in 1993 vastgestelde indeling, de SBI ’93 gebruikt. Dit jaar, 2008, vindt een ingrijpende revisie plaats van de internationale indelingen en daarmee ook van de daarop gebaseerde SBI. De SBI ’93 wordt vervangen door de SBI 2008. Dit heeft gevolgen voor statistieken en registers. Belangrijkste wijziging De belangrijkste wijziging in de SBI-structuur ten opzichte van de SBI ’93 is de vorming van een nieuwe SBI-categorie voor de informatie- en communicatiesector. Hierin worden activiteiten gecombineerd op het gebied van uitgeverijen, film, radio en televisie, informatietechnologie en telecommunicatie die in de SBI ’93 op verschillende plaatsen zijn ingedeeld. Ook is er een sector gecreëerd voor de verwerking van afval en recycling. Verder zijn op een groot aantal andere plaatsen vernieuwingen aangebracht, zodat de nieuwe SBI, de SBI 2008, weer een up-to-date instrument biedt om de economie te beschrijven en bestanden in te delen naar relevante gezichtspunten.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Gevolgen voor statistieken Als gevolg van de SBI-herziening publiceren de productiestatistieken met ingang van verslagjaar 2008 op basis van SBI 2008. De korte-termijnstatistieken zullen met ingang van verslagjaar 2009 op basis van SBI 2008 publiceren. Doordat de SBI-herziening geen 1-op-1 schakeling betreft maar deels ook opsplitsing in klassen zullen de statistieken die op basis van SBI 2008 gemaakt worden niet altijd zonder meer vergelijkbaar zijn met cijfers uit voorgaande jaren die op basis van SBI ’93 gemaakt zijn. Om een breuk in tijdreeksen te beperken, zal het CBS statistieken tijdelijk publiceren naar zowel SBI ’93 als SBI 2008. Daarnaast zullen de tijdreeksen voor de productiestatistieken en de korte- termijnstatistieken tot verslagjaar 2000 ook naar SBI 2008 gemaakt worden. Wanneer een statistiek voor het eerst naar SBI 2008 publiceert, zal in de toelichting aangegeven worden wat de verandering is ten opzichte van de SBI ’93-situatie. Gevolgen voor registers Als gevolg van de invoering van de SBI 2008 worden de in het Algemeen Bedrijfs Register (ABR) opgenomen eenheden omgetypeerd naar SBI 2008. Eind dit jaar wordt deze nieuwe SBI in het ABR opgenomen. Dit betekent dat vanaf dat moment alle bedrijfseenheden in het register getypeerd zijn naar zowel SBI 2008 als naar SBI ’93.
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Ondernemingen
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] Registerhouders die de SBI gebruiken, zullen als gevolg van de SBI-herziening over moeten gaan naar het nieuwe codestelsel. Om de overgang naar SBI 20008 te vergemakkelijken, zijn (net als bij de SBI ’93) indexen van activiteiten naar de klasse waar deze thuishoren, en per klasse, een toelichting van de inhoud beschikbaar. Daarnaast zijn er zogeheten schakelschema’s beschikbaar waarin de relatie tussen de SBI ’93-code en SBI 2008-code is aangegeven. Meer informatie Voor meer informatie over de SBI-herziening, de nieuwe SBI 2008-structuur en de schakelschema’s kunt u terecht op CBS.nl. Ook kunt u uw vragen met betrekking tot de SBI-herziening mailen naar
[email protected].
Snel groeiende bedrijven Bedrijvendynamiek staat centraal in het OECD Entrepreneurship Indicators Project, waarin het CBS onder regie van Eurostat en de OECD nauw samenwerkt met een aantal Europese landen. Doel van het project is, activiteiten van ondernemers en factoren die daarop van invloed zijn, op een internationaal geharmoniseerde wijze te beschrijven. Zo wordt onder meer het aantal snel groeiende bedrijven in elke economie onderzocht. Een belangrijke reden voor dit onderzoek is dat snel groeiende bedrijven verantwoordelijk worden geacht voor een aanzienlijk deel van de toename van de werkgelegenheid en de groei in de totale omzet binnen hun bedrijfstak. Bovendien wordt verondersteld dat deze groep van bedrijven bovengemiddeld innovatief is.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Snelle groeiers worden in dit onderzoek afgebakend als bedrijven, die − in het gehele jaar 2002 hebben bestaan en − waarin minstens tien werknemers in 2002 werkten en − die gedurende 2002 t/m 2005 ieder jaar gegroeid zijn met minstens 20 procent. Deze groei wordt gemeten in aantallen werknemers én in omzet. Uit de resultaten blijkt dat op basis van werkgelegenheidsgroei slechts drie procent van de bedrijvenpopulatie 2002 in 2005 als snelle groeier betiteld kan worden. Op basis van omzetgroei blijkt in genoemde periode ruim zeven procent van de bedrijven een snelle groeier te zijn.
Aandeel Snelle Groeiers in de bedrijvenpopulatie *) met minstens 10 werknemers in 2002 % 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Nederland
Snelle Groeiers o.b.v. werkgelegenheid Snelle Groeiers o.b.v. omzet *) Totale Nederlandse bedrijvenpopulatie minus Landbouw en Visserij, Openbaar Bestuur, Zorg, Milieudienstverlening, Cultuur en Recreatie.
Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Rechtsbescherming en veiligheid nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected]
Asiel- en migratiestatistieken: CBS werkt samen met IND Op 21 januari 2008 tekenden Theo Lodder (directeur Stafdirectie Uitvoeringsbeleid van de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND) en Hans Timmermans (directeur BES) een overeenkomst om samen te werken aan communautaire asiel- en migratiestatistieken. De EU-verordening hierover stelt regels vast om te komen tot volledige en vergelijkbare Europese statistieken op het gebied van internationale bescherming (asiel) en migratie.
Laagste aantal asielverzoeken sinds 1988 In 2007 zijn in Nederland 9 700 asielverzoeken ingediend. Hiervan betroffen 7 100 verzoeken een eerste aanvraag; de overige 2 600 waren van mensen die al eerder een asielverzoek hadden ingediend. Ongeveer de helft van de asielaanvragen in 2007 was afkomstig van Irakezen (2 500 aanvragen) en Somaliërs (2 000 aanvragen). Ook in 2006 waren dit de grootste groepen asielzoekers. Voor bijna alle nationaliteiten is het aantal asielaanvragen afgenomen, met uitzondering van de Somaliërs. Het aantal asielverzoeken van deze groep lag in 2007 ruim eenderde hoger dan een jaar eerder. Het aantal asielverzoeken is in 2007 het laagste sinds 1988. Toen dienden 7 500 mensen een asielverzoek in. In 2006 was het aantal asielaanvragen in Nederland tegen de Europese trend in nog iets toegenomen. Meer informatie vindt u in het CBS-webartikel over dit onderwerp. In Nederland ingediende asielverzoeken x 1 000 60 50 40 30
De verordening die in augustus 2007 van kracht werd, bevat geharmoniseerde definities van verschillende kernbegrippen en de verplichting statistische informatie volgens die definities te leveren. Het gaat onder meer om gegevens over migratiestromen, asielverzoeken, beslissingen op asielverzoeken, preventie van illegale immigratie, verleende verblijfsvergunningen en terugkeer van vreemdelingen. Vanaf januari 2008 zijn de lidstaten op basis van deze verordening verplicht deze cijfers te leveren. Volledige en vergelijkbare Europese statistieken op het gebied van asiel en migratie zijn van essentieel belang voor de verdere ontwikkeling van het Europese asiel- en migratiebeleid. Dit onderwerp staat zowel op Europees als ook op nationaal niveau hoog op de politieke agenda. De EU-verordening is een stap in de juiste richting, maar er is nog een lange weg te gaan. Zo zijn de asielcijfers van de onderlinge lidstaten niet altijd even goed vergelijkbaar. Er kunnen dubbeltellingen voorkomen als iemand in meerdere landen een asielverzoek indient of als iemand in een land meerdere aanvragen doet. Sinds augustus 2006 kan de IND overigens onderscheid maken tussen eerste en volgende aanvragen, maar in andere landen kan dit niet altijd.
Centraal Bureau voor de Statistiek
20 10 0 1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
Bron: IND
Europese cijfers over criminaliteit Half maart 2008 verscheen de tweede editie van Statistics in Focus: Crime and criminal Justice, een uitgave van Eurostat waarin cijfers over criminaliteit in Europa zijn opgenomen. De mate waarin en de manier waarop criminaliteit wordt gemeten verschilt per land nog zeer. Het meten van een Europese trend in de ontwikkeling van criminaliteit is dan ook niet goed mogelijk. In augustus 2006 is op Europees niveau een actieplan vastgesteld om meer statistische informatie over criminaliteit, slachtofferschap en strafrechtspraak te gaan ontwikkelen. Door de grote verschillen in rechtssystemen binnen Europa is dit geen gemakkelijke opdracht. De cijfers in de publicatie zijn grotendeels gebaseerd op crimi-
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Rechtsbescherming en veiligheid nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] naliteit zoals die geregistreerd wordt door de politie. Daarnaast worden cijfers over het aantal gevangenen en de sterkte van de politie vermeld. Hoewel deze cijfers niet zonder meer vergelijkbaar zijn, kan worden geconcludeerd dat in de meeste landen van Europa geweldscriminaliteit in de laatste tien jaar met gemiddeld vier procent per jaar is toegenomen. Diefstal en inbraken kwamen daarentegen de laatste tien jaar minder vaak voor. Meer informatie vindt u in het artikel.
Veel minder mensen en bedrijven failliet in 2007
Jongeren en Criminaliteit Op 20 februari 2008 verscheen de vierde kwartaalrapportage van de Landelijke Jeugdmonitor. Dit is een website met gegevens over de jeugd in Nederland op het gebied van onderwijs, gezondheid en welzijn, justitie en arbeid. De vierde kwartaalrapportage zoomt in op het aantal jongeren dat door de politie verdacht wordt van het plegen van een misdrijf, hoeveel jongeren slachtoffer zijn van misdrijven en in hoeverre de jeugd zich onveilig voelt. In 2005 is ruim drie procent van de jeugd van 12 tot 25 jaar door de politie gehoord als verdachte van een misdrijf. Dat is meer dan vijf jaar eerder, toen nog twee procent verdachte was. Meerderjarige jongeren (18 tot 25 jaar) werden vaker verdacht dan minderjarige jongeren. Daarnaast kwamen jongens vaker in aanraking met de politie dan meisjes. Het percentage verdachte meisjes neemt echter wel toe. In 2005 was bijna één op de zes jeugdige verdachten een meisje, in 2000 was dat nog één op de acht. Verdachten jeugd (12 tot 25 jaar) Minderjarigen 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Meerderjarigen 2000 2001 2002 2003 2004 2005
0
Webartikel “Jeugd vaker verdacht”.
1
2
Jongens
Meisjes
Bron: CBS
3
4 %
Het aantal uitgesproken faillissementen is in 2007 verder gedaald en kwam uit op iets minder dan 8 000. Dat is een afname van dertien procent ten opzichte van 2006. De gunstige ontwikkeling hangt samen met de economische groei van de afgelopen jaren. Zowel bij de natuurlijke personen als bij de bedrijven daalde het aantal faillissementen fors. persbericht:
Faillissementen: oorzaken en schulden 2006 In januari 2008 verscheen de elektronische publicatie Faillissementen: oorzaken en schulden 2006. Daarin zijn de uitkomsten beschreven van onderzoek naar de omvang van onbetaald gebleven schulden en de (vermoedelijke) oorzaak van in ‘even’ jaren beëindigde faillissementen. De gegevens in dit onderzoek zijn verkregen uit de rechtbankdossiers over deze faillissementen. In 2006 zijn bijna 9700 faillissementen beëindigd. Bijna zeventig procent eindigde door opheffing wegens gebrek aan baten wat betekent dat geen uitkeringen aan concurrente schuldeisers konden plaatsvinden. Ruim vijfhonderd faillissementen van natuurlijke personen zijn beëindigd doordat zij (alsnog) werden omgezet in een schuldsaneringsregeling. Bij de beëindigde faillissementen van vennootschappen is bij één op de drie sprake van economische oorzaak. Bij de beëindigde faillissementen van eenmanszaken is dit aandeel slechts zeventien procent. Exclusief de door schuldsanering beëindigde faillissementen zijn er in 2006 ruim 9 000 faillissementen beëindigd. De onbetaald gebleven schuld van deze zaken bedraagt 3,1 miljard euro. Dit is gemiddeld 341 000 euro per faillissement. Bij de in 2004 beëindigde faillissementen was de Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Verkeer en vervoer
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] onbetaald gebleven schuld lager: gemiddeld 318 000 euro per faillissement. In acht procent van deze beëindigde zaken was sprake van zekere benadeling van schuldeisers die samen een bedrag van 284 miljoen euro aan onbetaald gebleven schuld achterlieten. Bij tien procent van de zaken was sprake van waarschijnlijke benadeling van schuldeisers. Hierbij bleef 352 miljoen euro schuld onbetaald.
Samenwerking met RSM Erasmus University De RSM Erasmus University en het CBS gaan samenwerken in een vier jaar durend onderzoeksproject. Daarin zal onderzocht worden hoe moderne waarnemingstechnieken zoals Radiofrequency identification (met RFID-tags) en het Global Positioning System (GPS) gebruikt kunnen worden om de statistieken van internationale handel en verkeer en vervoer te verbeteren en te integreren. Het samenwerkingscontract is op 11 januari 2008 getekend door Berend Wierenga, decaan van de RSM Erasmus University en Hans Timmermans, directeur divisie BES. Een goed beeld van invoer-, uitvoer-, en doorvoerstromen is van groot belang voor Nederland. Ons land speelt immers een belangrijke rol in de distributie van goederen van en naar het Europese achterland via de Rotterdamse haven en Schiphol. De discussie over de baten en lasten van transportdoorvoer speelt al geruime tijd en krijgt extra aandacht door de opkomst van China als exportland. Om het zicht op de internationale goederenstromen te verbeteren is het CBS in 2006 gestart met het integreren van de sta-
RFID-tags.
Centraal Bureau voor de Statistiek
tistieken van internationale handel en verkeer en vervoer. De integratie levert een completer beeld op van de internationale goederenstromen van en naar Nederland. Echter, er moeten verschillende aannames gedaan worden, bijvoorbeeld over de verdeling van de totale goederenaanvoer naar land van herkomst. Ook ontbreekt vaak de informatie over de soort goederen die per container worden vervoerd en kunnen inkomende en uitgaande doorvoerstromen niet aan elkaar worden gekoppeld. Tot slot zorgt de gegevensverstrekking aan de hand van vragenlijsten voor administratieve lasten voor bedrijven. Grootschalige toepassing van RFID-tags op containers, verpakkingen en goederen kan een oplossing bieden voor al deze problemen. De tags kunnen hoogfrequent of wellicht continu gedetailleerde informatie leveren over productlocatie, -kwaliteit, en -behandeling, zodat het mogelijk wordt inkomende en uitgaande stromen te koppelen en de administratieve lasten te
De samenwerkingspartners van de Erasmus Universiteit en het CBS
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Verkeer en vervoer
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] verlagen. Verkeersprestatieschattingen zijn een belangrijke bron voor het bepalen van de effecten van verkeer en vervoer op het milieu. Het is daarbij van groot belang het onderscheid te kunnen maken tussen wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Voor het verkeersveiligheidsbeleid moeten zogenoemde duurzaam-veilig-wegtypes onderscheiden worden. Met de huidige schattingsmethoden is het niet mogelijk de verkeersprestatie voor deze wegtypes te bepalen. GPS-navigatiesystemen kunnen in combinatie met mobiele telefonie worden aangewend om de verkeersprestatieschatting waar nodig te verbeteren en een betrouwbaarder onderverdeling naar wegtypen, waaronder in de toekomst ook de duurzaam-veilig-wegtype-indeling. De RSM Erasmus University en het CBS zijn gestart met de werving van een AIO via Academic Transfer en hopen dit jaar met het onderzoek te kunnen beginnen.
Jaarkilometrages personenauto’s In januari 2008 presenteerde het CBS nieuwe cijfers over verkeersprestaties en gemiddelde jaarkilometrages van personenauto’s. Evenals in 2005/2006 zijn ook nu de kilometerstanden uit de Nationale Autopas (NAP) gebruikt. Ditmaal is de steekproef aangepast en is ook informatie over de bedrijfsvoorraad en gesloopte voertuigen meegenomen. De uiteindelijk opgeleverde overzichten van verkeersprestaties en de gemiddelde jaarkilometrages van personenauto’s vormen slechts een onderdeel van alle verkeersprestaties op het Nederlandse wegennet. Het CBS gaat namelijk ook verkeersprestaties berekenen van alle bedrijfsvoertuigen en motorfietsen. Het CBS gebruikt daarbij naast de NAP-gegevens ook gegevens uit de
Centraal Bureau voor de Statistiek
NAP-directeur Ernst Uildriks. eigen wegvervoerenquête. De cijfers van verkeersprestaties op het Nederlandse wegennet zijn essentieel bij het samenstellen van de energierekeningen, de milieustatistieken en bij het bepalen van de quota uit het Kyotoverdrag. Ook bij het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) en de ministeries van Financiën, VROM en Verkeer en Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Wetenschap en Technologie
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] Waterstaat bestaat een grote vraag naar actuele cijfers. Dit in verband met emissieberekeningen, belastingkortingen, sloopregelingen, kilometerheffingen en verkeersongevallen. Het CBS wil ook in de toekomst graag gebruik blijven maken van de NAP-gegevens en overlegt daarover regelmatig met NAP-directeur Ernst Uildriks. Hyperlink naar CBS tabel: Gemiddelde jaarkilometrage van personenauto’s.
Nieuw onderzoek naar bio- en nanotechnologie In 2008 betreedt het CBS nieuwe onderzoeksterreinen op het gebied van Wetenschap en Technologie en wel in het bijzonder voor de onderwerpen bio- en nanotechnologie. Binnen het speerpunt Productiviteit en Kenniseconomie is daarvoor extra onderzoekscapaciteit beschikbaar gekomen. Het is de bedoe-
Nieuwe StatLinepublicaties over elektronische overheid Het deelproject Innovatie bij de Overheid (InnOver) van het speerpunt Productiviteit en Kenniseconomie boekt goede resultaten. StatLine-publicaties over de elektronische overheid zijn in een vergevorderd stadium van ontwikkeling. Door GBO.Overheid zijn omvangrijke bestanden aangeleverd over DigiD op basis waarvan een statistiek is gemaakt over de groei van deze digitale bouwsteen. Ook wordt gewerkt aan statistieken over andere e-overheidsbouwstenen zoals de PIP (Persoonlijke Internetpagina) en de OTP (Overheids Transactie Poort). In 2008 wordt de scope van het project verbreed. Het projectteam InnOver gaat door met de ontwikkeling van statistieken over de e-overheid en daarnaast gaat het team zich inspannen om cijfers te publiceren over andere vormen van overheidsinnovaties.
Samenwerking met RSM Erasmus University Rotterdam Het CBS heeft met RSM Erasmus University Rotterdam onderzoek naar innovatie verricht. In 2007 is in de Innovatie-enquête een vraag opgenomen over de organisatie van R&D. In maart 2008 zijn de eerste analyses gestart. Zo is de vraag of het hebben van een R&D-afdeling meer innovaties genereert onderwerp van onderzoek.
Publicatie De digitale economie 2007 verschenen ling dat door samenwerking met het ministerie van Economische Zaken, Senter-Novem, TNO en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in de loop van 2008 betere cijfers beschikbaar komen over de betekenis van bio- en nanotechnologie voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ook het Patentonderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan inzichten over de betekenis van bio- en nanotechnologie in Nederland. Dit wordt in de loop van 2008 gestart in samenwerking met het Octrooicentrum Nederland.
Op 26 maart 2008 is de nieuwste editie van de CBS-publicatie De digitale economie verschenen. Deze publicatie beschrijft de digitalisering van de samenleving. Zo komen de onderwerpen de ICT-sector en macro-economische effecten van ICT in de publicatie aan bod. Daarnaast gaat de publicatie in op het ICT-gebruik van bedrijven, huishoudens en de publieke sector. De publicatie biedt aanknopingspunten, kennis en toetsingskaders voor beleidsmakers, onderzoekers en bedrijfsleven. Tegelijk met de publicatie kwam een webartikel uit waarin de laatste cijfers over e-commerce – zoals opgenomen in de publicatie – werden besproken.
Nanotechnologie: mier met een microchip
Statistieken via internetwaarneming De toenemende digitalisering van economie en maatschappij
Centraal Bureau voor de Statistiek
Divisie Bedrijfseconomische statistieken
BES nieuwsbrief – Wetenschap en Technologie
nummer 8 – juni 2008 – 4e jaargang Bouw – Commerciële diensten – Cultuur en vrije tijd – Energie – Internationale handel – Landbouw Milieu – Ondernemingen – Rechtsbescherming en veiligheid – Verkeer en vervoer – Wetenschap en technologie Redactie en samenstelling: Ingrid Kramer e-mail:
[email protected] maakt dat geheel nieuwe bedrijfstakken en markten ontstaan of bestaande ingrijpend wijzigen. Bestaande grenzen tussen sectoren vervagen daarbij en er ontstaan nieuwe vormen van tijdsbesteding. De veranderingen stellen statistische bureaus voor problemen, maar bieden wellicht ook aanknopingspunten voor nieuwe methoden van dataverzameling. In de tweede helft van 2007 is onderzoeksbureau Dialogic gestart met onderzoek naar de antwoorden op twee vragen: 1. Kunnen door slim gebruik van digital footprints van gedigitaliseerde processen en informatiestromen statistieken worden samengesteld zonder respondenten te bevragen? 2. Zo ja, zijn deze statistieken dan betrouwbaar genoeg om uit te groeien tot reguliere statistieken die traditionele manieren van dataverzameling (vragenlijsten) kunnen vervangen? Of moeten ze beschouwd worden als verklikkers van nieuwe fenomenen die snel inzichten en trends signaleren en vooral een aanvulling kunnen zijn op reguliere statistieken? In het project worden verschillende meetmethoden onderscheiden die gebruikmaken van internet als databron. Daarbij is ook op beperkte schaal geëxperimenteerd met nieuwe meetmethoden, waaronder de inzet van zogeheten spiders. Een publicatie over de beproefde methodieken met hun mogelijkheden en beperkingen wordt in de loop van 2008 door Dialogic uitgebracht. In de nieuwe editie van de digitale economie 2007 worden enkele eerste inzichten besproken. Dialogic voert het onderzoek uit op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en werkt daarbij samen met de vakgroep Informatiekunde van de Universiteit Utrecht. Tevens wordt afgestemd met het CBS en inhoudelijke experts.
Centraal Bureau voor de Statistiek
ICT-adoptie en productiviteit Een van de projecten binnen het speerpunt Productiviteit en Kenniseconomie is een Europees project naar de impact van ICT-adoptie op de productiviteit. Binnen dit project heeft het CBS de deelterreinen ICT en innovatie en ICT en investeringen onderzocht. De bevindingen worden vergeleken met die van andere landen en gepresenteerd op een conferentie in de zomer van 2008. Ook is het CBS auteur van twee hoofdstukken in het eindrapport dat de resultaten op een rij zet ten behoeve van beleidsmakers in Europa en de deelnemende landen.
Innovatie en imitatie Samen met het Centraal Planbureau (CPB) bestudeert het CBS de mechanismen waardoor bedrijven productiever worden. Volgens de literatuur gebeurt dit op twee manieren: door zelf onderzoek te doen naar nieuwe productieprocessen, en door de voorbeelden van de meest productieve bedrijven te volgen en van hen te leren. Dit laatste is vooral belangrijk voor bedrijven waarvan de productiviteit ver onder de top ligt. Door de productiviteitsgroei van individuele bedrijven te koppelen aan onderlinge productiviteitsverschillen kan een uitspraak gedaan worden over het relatieve belang van innovatie en imitatie. Later dit jaar verschijnt over dit onderzoek een gezamenlijk rapport van CPB en CBS. Terug naar het begin van de BES Nieuwsbrief algemeen