Voorwoord. Inhoudsopgave

20 07 JAARVERSLAG

Jaarverslag albeda college 2007

Voorwoord

Inhoudsopgave

Het Albeda College voelt zich verantwoordelijk voor het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de problemen in de regio Rijnmond. De complexiteit van onze regio maakt veel aandacht voor begeleiding en zorg voor onze deelnemers noodzakelijk. Mede daarom is in 2005 de onderwijsvisie De weg naar werk en actief burgerschap vastgesteld. Vanuit de onderwijsvisie laten we deelnemers kennis, houding en vaardigheden ontwikkelen, die zij in niet alleen in hun beroep nodig hebben, maar ook in hun dagelijks leven als burger in deze regio. In 2007 zijn weer veel resultaten bereikt op het terrein van het leren in praktijkgerichte opleidingssituaties. De toenemende samenwerking met het bedrijfsleven heeft hier mede aan bijgedragen. Uiteindelijk heeft dit in 2007 geresulteerd in een significante toename van het aantal deelnemers.

VOORWOORD

2

4

In 2007 werd de inrichting van de organisatie in branches verder uitgewerkt. De toenemende concentratie van de centrale diensten moest de focus op onderwijs in de branches versterken. In de tweede helft van het jaar werd duidelijk dat het huishoudboekje van het Albeda College onder grote druk stond. De laatste maanden van het jaar is er hard gewerkt om de aard en de omvang van de financiële problemen in kaart te brengen. Het boekjaar 2007 werd afgesloten met een tekort van E 20,9 miljoen. Het Albeda College zal de komende jaren niet alles kunnen doen wat zij vanuit het hart zou willen. De missie blijft overeind, maar bezuinigingen en aanvullende financiering zijn noodzakelijk om het Albeda College weer een gezonde toekomst te geven. Het primaire proces wordt daarbij zoveel mogelijk ontzien. De kwaliteit van het onderwijs aan onze deelnemers staat immers voorop. 2007 was een ingewikkeld jaar dat hoge eisen stelde aan alle medewerkers. Hun saamhorigheid en de bereidheid zich mede verantwoordelijk te voelen was indrukwekkend. U leest hierover meer in dit jaarverslag. Piet Boekhoud Voorzitter College van Bestuur

1. ORGANISATIE

5

1.1. ORGANISATIE ALGEMEEN

5

1.2.

8

1.3. COLLEGE VAN BESTUUR

10

1.4. VAN DE RAAD VAN TOEZICHT

10

1.5. VAN DE CENTRALE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (CMR)

12

1.6.

FACTS & FIGURES

14

1.7.

TEVREDENHEID

16

1.8.

strategische projecten

17

Terugblik op 2007

2. ONDERWIJS

18

18

2.1. ONDERWIJS ALGEMEEN

2.1.1.

2.1.2. EXPERIMENTEN

2.1.3. LEREN,

2.1.4.

2.1.5. VOORKOMEN

2.1.6. KWALITEITSZORG

24

2.1.7. ONDERWIJSINSPECTIE

24

2.1.8.

25

2.1.9. EXAMINERING

2.1.10.

2.1.11. DOORSTROOM

2.1.12. STAGEBOXGELDEN

2.1.13. EERDER

HET WAT EN HET HOE HERONTWERP KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO

LOOPBAAN EN BURGERSCHAP

ZORGSTRUCTUUR

18 20 20 21

VAN UITVAL

HORIZONTALE VERANTWOORDING ALBEDA COLLEGE 2007-2008

TAALBELEID

23

27 29

VAN MBO NAAR HBO 2006

VERWORVEN COMPETENTIES (EVC)

2.2. BEROEPSONDERWIJS

29 29 30 30

2.2.1. BRANCHE

AKA

30

2.2.2. BRANCHE

BUSINESS SERVICES

32

2.2.3. BRANCHE

GEZONDHEIDSZORG

33

2.2.4. BRANCHE

HANDEL & COMMERCIE

34

2.2.5. BRANCHE

HORECA & TOERISME

35

2.2.6. BRANCHE

LIFESTYLE, SPORT & ENTERTAINMENT

35

2.2.7. BRANCHE

SECRETARIEEL & ADMINISTRATIE

37

2.2.8. BRANCHE

TECHNIEK

38

2.2.9. BRANCHE

WELZIJN & ONDERWIJS

39

2.3. VOLWASSENENEDUCATIE

40

2.3.1. BRANCHE

INBURGERING

41

2.3.2. BRANCHE

RE-INTEGRATIE & EMPLOYABILITY

42

2.3.3. BRANCHE

TOELEIDING

43

3.

INLEIDING

HUMAN RESOURCE MANAGEMENT (HRM)

45

4. SHARED SERVICE CENTER

53

5. BEDRIJFSVOERING

54

5.1. EXPLOITATIERESULTAAT

5.2 VERMOGEN

55

5.3

55

5.4

TREASURY MANAGEMENT

56

5.5

WOPT

56

5.6

bestuurdersbeloningen

56

HELDERHEID IN BEKOSTIGING

BIJLAGE: FINANCIEEL VERSLAG 2007

54


Inleiding Het Albeda College is een regionaal opleidingencentrum met als kernactiviteit het geven van onderwijs en het toeleiden van deelnemers naar de arbeidsmarkt. Het Albeda College wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de regio Rijnmond, een regio die een specifieke problematiek kent. Toegankelijkheid en een passende zorgstructuur voor onze deelnemers zijn van cruciaal belang. In dat kader heeft het Albeda College in 2005 een passende onderwijsvisie ontwikkeld: De weg naar werk en actief burgerschap.

Focus op onderwijs In de eerste helft van 2007 is de omvorming van vier grote eenheden, divisies genaamd, naar twaalf kleinere branches verder uitgewerkt. Uitgangspunt hiervoor waren clusters van verwante opleidingen. Met het creëren van kleinere eenheden werd de focus op het onderwijs gemakkelijker. Binnen de branches ging veel aandacht uit naar de voorbereiding van de invoering van competentiegericht onderwijs. Het invoeringsplan kreeg een eervolle vermelding van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De ondersteunende bedrijfsvoeringprocessen zijn verder geconcentreerd en er is gestart met de oprichting van een administratiekantoor. De aanschaf en invoering van een nieuw personeelsinformatiesysteem moet een grote bijdrage leveren aan de verbetering van de managementinformatie. Tevens is een begin gemaakt met een verbeterde interactieve virtuele omgeving voor zowel deelnemers als medewerkers.

In 2008 zullen verbeterpunten uit het zelfevaluatieverslag Examinering ter hand worden genomen. Het onderzoek van de onderwijsinspectie aan het begin van 2007 leidde tot het oordeel dat het Albeda College een roc was met een laag risicoprofiel. Dit betekent dat de inspectie op dat moment vertrouwen in het bestuurlijke vermogen en het onderwijs van het Albeda College had.

Financiën

1. Organisatie In dit eerste hoofdstuk van het jaarverslag presenteert het Albeda College zich. Daarnaast wordt aandacht besteed aan corporate governance. Het College van Bestuur (CvB), de Raad van Toezicht en de Centrale Medezeggenschapsraad leggen verantwoording af. Sterk bepalend voor dit jaar was de ontwikkeling van de financiële situatie. Deze situatie en de ingrijpende gevolgen hiervan komen in dit hoofdstuk aan de orde.

In 2007 werd duidelijk dat de vrije marktgedachte grotere gevolgen had voor de omzet van de educatiebranches dan voorzien. Er is hard gewerkt aan een efficiëntere inrichting van het contractonderwijs en een verbetering van de marktpositie. In de loop van dit jaar bleek dat het ingezette beleid niet toereikend was. Het tekort bleek groter, mede door de voorfinanciering van de aanhoudende groei van het aantal deelnemers, de extra investeringen in de zorgstructuur die noodzakelijk waren voor onze doelgroepen en de inefficiëntie binnen onderdelen van het instituut.

1.1. Organisatie algemeen

Ingrijpende maatregelen waren noodzakelijk: een aanzienlijke personeelsreductie van 175 fte, een reductie van de begroting 2008 van 5 tot 30% bij alle organisatorische eenheden en heroverweging van strategische projecten. In een Sociaal Plan werden onder andere de mobiliteitsbevorderende maatregelen vastgelegd. In het hoofdstuk Organisatie - een terugblik op 2007 wordt hier uitgebreider op ingegaan.

Het Albeda College is een regionaal opleidingen centrum (roc) voor beroeps- en contractonderwijs in de regio Rotterdam-Rijnmond. Het maakt zich sterk voor een drempelloze toegang tot dit onderwijs. Het Albeda College biedt circa 300 beroepsopleidingen en kwalificatiemogelijkheden op vele niveaus. Van Gezondheidszorg tot Techniek. En van Horeca tot economische en administratieve opleidingen. Daarnaast zijn er ook inburgeringcursussen.

Algemeen Het Albeda College is een interconfessioneel regionaal opleidingencentrum voor Educatie en Beroepsonderwijs in Rotterdam en omgeving. Het College is vernoemd naar prof.dr. W. Albeda. Zijn inzet voor het onderwijs, zijn christelijke levensbeschouwing, zijn sociaalmaatschappelijke denkbeelden en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van Rotterdam zijn een blijvende bron van inspiratie.

of volwassenenonderwijs een nuttige stap is op weg naar werk of een hogere opleiding. Participatie in de maatschappij en op de arbeidsmarkt is ons doel.

Kernwaarden De kernwaarden van het Albeda College zijn het fundament van de organisatie en geven richting aan het gedrag van de deelnemers en de medewerkers. Interconfessioneel De historische lijn van het sociaal-christelijk denken dient als leidraad. Betrokken en sociaal bewogen Het Albeda College is een gemeenschapsschool met oog voor de omgeving. Bezielend en energiek Het leren en leven binnen de school is inspirerend voor deelnemers en medewerkers. De sfeer straalt energie, vertrouwen en saamhorigheid uit. Verantwoordelijk voor resultaten Afspraken worden nagekomen. Er wordt gedaan wat is beloofd. Iedereen is aanspreekbaar op zijn handelen. Persoonlijk Binnen het Albeda College draait het om mensen. Er is ruimte voor ontmoeting en persoonlijk contact. Leren van elkaar Deelnemers en medewerkers leren van elkaar. Persoonlijke ontwikkeling en groei zijn belangrijk.

Conclusie Kwaliteitszorg In 2007 startte het Albeda College, als onderdeel van de kwaliteitszorg, met eigen tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers, medewerkers en klanten, waaronder BPV-bedrijven. De kwaliteit van de zelfevaluatieverslagen van de branches was dit jaar aanzienlijk beter. De resultaten hiervan worden verwerkt in de branchejaarplannen van 2008-2010. Het toezicht op de uitvoering van de 850 en 300 klokurennorm heeft er ook in 2007 weer voor gezorgd dat hier geen problemen ontstonden. Ook het toezicht op de examinering, voor de laatste maal verzorgd door het Kwaliteits Centrum Examinering( KCE), had een positieve uitkomst.

Het Albeda College kijkt terug op één van de moeilijkste jaren. Het College van Bestuur heeft er vertrouwen in dat in 2008/2009 de situatie gestabiliseerd kan worden, waarbij het borgen van de kwaliteit van het onderwijs uitgangspunt is. Hierdoor kunnen er in 2009/2010 nieuwe kansen ontstaan.

Missie Als regionaal opleidingencentrum biedt het Albeda College een breed scala aan opleidingen, waarin middelbaar beroepsonderwijs, educatie en bedrijfspraktijk samengaan. Het Albeda College zoekt voortdurend de balans tussen enerzijds de vraag vanuit de deelnemers, het bedrijfsleven en de maatschappij, en anderzijds de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen. Samen met bedrijven, gemeenten en deelgemeenten worden onderwijstrajecten verzorgd. Als gemeenschapsschool volgt het Albeda College de ontwikkelingen in de samenleving op de voet. Toegankelijkheid is een belangrijk thema voor het Albeda College. Het onderwijs is er voor iedereen in Rotterdam en omgeving voor wie een mbo-opleiding

Doen en samenwerken Het Albeda College heeft de Rotterdamse mentaliteit: doen en samenwerken. Het zoekt voortdurend naar samenwerkingsverbanden met bedrijven, gemeenten en maatschappelijke instellingen.

Identiteit Wat maakt het Albeda College het Albeda College? Het Albeda College wil een relationele leergemeenschap zijn. Wij vinden goede betrouwbare relaties belangrijk om onze missie op een menswaardige manier te kunnen volbrengen. De leidraad daarbij zijn de bekende woorden: behandel anderen zoals je zelf behandeld wil worden. Intussen is ons identiteitsconcept vastgelegd in het visiedocument Identiteit. Hierin wordt onze identiteit verankerd in onze sociaal-christelijke wortels.


Door de financiële crisis kon niet tot implementatie van het uitvoeringsplan worden overgegaan. Toch is inmiddels een stille invloed merkbaar. In enkele branches zijn estafettegesprekken over onze kernwaarden in gang gezet, er verschijnen regelmatig columns in onze digitale nieuwsbrief en zullen tien gouden relatietips worden opgenomen in het opleidingenboekje. Zodra er meer ruimte komt, zullen andere identiteitsversterkende activiteiten worden ontplooid. Zo kunnen we er samen aan werken dat het Albeda College kan blijven, zoals we dat met elkaar wensen.

Next

HRM

Organisatiestructuur

AKA

Business Services

Gezondheidszorg

Het Albeda College bestaat uit de volgende onderdelen: - Een trajectbureau dat de branches op het terrein van deelnemerbegeleiding faciliteert. - Twaalf onderwijsbranches waarbinnen het onderwijs zoveel mogelijk logisch is geordend. - Een staforganisatie bestaande uit zes afdelingen: AMC, HRM, Onderwijs, IFC (ICT, Facilitair & Communicatie), Vastgoed en Next (Nieuwe markten & Projecten). - Eén faciliteit voor alle mogelijke ondersteunende en uitvoerende diensten: het Shared Service Center (SSC).

Horeca & Toerisme

Met de organisatievorm in branches slaagt het Albeda College er beter in deelnemers te begeleiden op weg naar werk en burgerschap. Belangrijk onderdeel binnen de organisatieverandering is de centralisering van diverse stafdiensten en het gelijktrekken van werkprocessen. De verschillende culturen van vroegere afdelingen komen bij elkaar en moeten samenwerken. In 2008 zal dit proces afgerond worden.

Trajectbureau

Inburgering

Het Albeda College wil zich nog meer richten op zijn kerntaak: het geven van onderwijs. Daarom is gekozen voor een organisatievorm die past bij de onderwijsvisie. Die vorm moet een efficiënte en doelmatige bedrijfsvoering mogelijk maken en bijdragen aan een vermindering van de schooluitval. In de oude divisiestructuur werd slechts 60% van het budget besteed aan het geven van onderwijs. Divisies hadden elk een eigen ondersteuningsorganisatie, met een eigen structuur en cultuur. Ook de systemen en ontwikkelingslijnen verschilden. Er ging veel tijd verloren aan bureaucratische procedures.

Lifestyle, Sport & Entertainment

Onderwijs

Vastgoed

Re-integratie & Employability

Het Handboek Corporate Governance, waarin de bestuurlijke visie van het Albeda College wordt beschreven, is het uitgangspunt. In 2007 is het handboek aangevuld met een nieuw bestuursreglement. Door de nieuwe inrichting van de organisatie en de

IFC

Secretarieel & Administratie

Het Albeda College is een organisatie voor Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie (BVE). Voor BVE-instellingen groeien de eisen aan Corporate Governance: een goed bestuur, intern toezicht en externe (horizontale) verantwoording.

Bestuurssecretariaat

Techniek

Corporate Governance

AMC en Financiën

Toeleiding

Eind 2006 zijn de statuten van het Albeda College aangepast en is er een andere rolverdeling tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur ontstaan In navolging van de wetgeving binnen het voortgezet en hoger (beroeps)onderwijs heeft het Albeda College op 28 december 2006 de statuten gewijzigd. Ten gevolge van deze wijziging heeft het College van Bestuur de formele positie gekregen van daadwerkelijk bestuur en is de Raad van Toezicht uitdrukkelijk de toezichthoudende taak/rol toebedeeld. Binnen de geschetste context is het College van Bestuur in formele zin eindverantwoordelijk voor de algehele gang van zaken van de stichting en de met haar verbonden instellingen en is de Raad van Toezicht het orgaan dat, mede in het kader van de corporate governance, toezicht houdt op het beleid van het College van Bestuur.

College van Bestuur

Welzijn & Onderwijs

Het Albeda College onderzoekt een goede juridische structuur voor de toekomst. In de nieuwe opzet wordt rekening gehouden met de scheiding van publieke en private geldstromen. Private projecten krijgen een eigen financierings- en verantwoordingsconstructie.

Raad van Toezicht

Handel & Commercie

Juridische structuur

bijbehorende wijziging in de bevoegdheden wordt nog gewerkt aan een directiereglement. Naast een aangepast reglement Vermeende Onregelmatigheden zal dit in 2008 zijn beslag krijgen. In het hoofdstuk Onderwijs leest u over de horizontale verantwoording. Het interne toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Toezicht. De medezeggenschap van het personeel is via de Centrale Medezeggenschapsraad geregeld. Zij brengen verderop verslag uit.

Shared Service Center

Missie en visie staan voorop

Doelstellingen 2008-2010

De formulering van de onderwijsvisie en bijbehorende ankerpunten is het begin geweest van een periode van grote verandering binnen het Albeda College. Vanaf dat moment staat de weg naar werk en actief burgerschap centraal. Het percentage deelnemers dat uitviel was te hoog. De volgende ankerpunten van het Albeda College zorgen voor vermindering van die uitval: - De persoonlijke leerroute Op weg naar duurzaam werk en actief burgerschap is het vertrekpunt. - Het leren moet plaatsvinden in een betekenisvolle beroepscontext. - De dialoog tussen docent en deelnemer staat centraal in de opvoedkundige en onderwijskundige benadering. - De deelnemers worden gestimuleerd om ondernemend te zijn. - Er is geïntegreerde begeleiding en zorg tijdens de loopbaan.

Met de nieuwe organisatiestructuur in onderwijsbranches, stafafdelingen en SSC moeten in een meerjarenplanning tot 2010 de volgende hoofddoelstellingen worden bereikt: - Het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten met 40 procent. - Het aanpassen van de verhouding van personeel OP/OBP van 65-35 procent in 2006 naar 70-30 procent in 2010, zonder personele gevolgen. - Het behalen van een overall kostenverdeling van 2/3 onderwijs en 1/3 ondersteuning onderwijs in 2010. - Het volledig implementeren van de onderwijsvisie, ankerpunten en ijkpunten in 2010 door de onderwijsbranches en de ondersteunende diensten. - Het versterken van de bedrijfsvoering door het ontwerpen en herijken van de administratieve procedures.


1.2. Terugblik op 2007 2007 was het jaar van de grote verschillen. Naast de financiële problematiek zijn ook goede dingen in gang gezet. De branchestructuur was geïmplementeerd en de centralisatie van de bedrijfsvoering was afgerond. Een administratiekantoor werd voorbereid. Voor adequate sturing was een kwalitatief hoogwaardige informatievoorziening nodig. Een belangrijk doel voor 2007.

ICT Hiertoe werd op ICT-gebied het Portaal voorbereid. Dit wordt de nieuwe digitale toegangspoort van het Albeda College voor medewerkers en deelnemers. Een digitale werkplek die intensievere uitwisseling van gegevens met deelnemers en medewerkers onderling mogelijk maakt. Portaal maakt het mogelijk op een uniforme wijze applicaties voor Albeda-gebruikers beschikbaar te stellen, zoals e-mail, roosters, cijfers en managementgegevens. Daarnaast bereidde HRM de invoering van een nieuw personeelsinformatiesysteem, Merces, voor. Beiden zullen in 2008 geïmplementeerd worden. Er werd een nieuwe e-mailvoorziening ingericht. De nieuwe e-mail- en agendavoorziening vervangt twee verouderde systemen. De vervanging was noodzakelijk om het e-mailverkeer kostefficiënter, betrouwbaarder en sneller te maken. Naast technische verbeteringen, zoals betere bescherming tegen virussen en spam, zijn aanvullende eisen gesteld rond beschikbaarheid en toegankelijkheid. Inmiddels heeft elke Albeda medewerker e-mail en kan overal worden ingelogd. Albeda-mail voor deelnemers wordt in 2008 ingevoerd.

Financiën In de loop van 2007 werd duidelijk dat het Albeda College afstevende op een oplopend tekort. De veranderende markt bij Inburgering, de jarenlange voorfinanciering van de sterke groei in deelnemersaantallen, maar ook de voor onze deelnemers uit de regio Rijnmond zo noodzakelijke zorgstructuur waren hieraan debet. Tienerzwangerschappen, schulden, drugsgebruik: om de betrokken deelnemers succesvol onderwijs te kunnen laten volgen, moeten eerst deze problemen aandacht krijgen. De extra kosten die deze faciliteiten met zich meebrengen worden niet regulier bekostigd. Toen de nieuwe organisatiestructuur was doorgevoerd en het personeel op de juiste kostenplaats was gezet, werd bovendien zichtbaar dat het Albeda College teveel personeel in dienst had en dat er ook teveel vierkante meters voor huisvesting in gebruik waren.

Contractonderwijs Educatiebranches In eerste instantie werd in de Educatiebranches het vrije jaartaakmodel ingevoerd. Zo werden meer declarabele uren mogelijk. Dit bleek niet toereikend. Het aantal medewerkers van de branches Toeleiding, Inburgering en Re-integratie & Employability en de ondersteunende diensten moest in eerste instantie met 85 fte dalen. Er werd in overleg met vakcentrales en Centrale Medezeggenschapsraad een Sociaal Plan opgesteld. Voorafgaand aan de fase van gedwongen herplaatsing en/of ontslag werd een vrijwillige fase ingelast. De afname van personeel moest via vertrekbevorderende maatregelen bereikt worden, zoals een FPU-regeling, vertrekpremies en outplacementaanbod.

Beroepsbranches Verandering in het management van de branches en stafdiensten Het verloop in het management was groot. De directeur van de branche Gezondheidszorg werd ziek en haar functie is tijdelijk waargenomen door Ankie Romeijnders. De branche Lifestyle, Sport & Entertainment kreeg een nieuwe directeur: Gaby Vink, voorheen onderwijsmanager in deze branche. Ook in de stafdiensten was verloop. De directeur Next werd tijdelijk vervangen door Paul Nas. De stafafdeling ICT, Facilitair & Communicatie (IFC) werd ingericht. Directeur werd Paul Nas, voorheen directeur van het SSC. Jan Lokker werd directeur SSC.

Toen ook inefficiëntie bij de andere organisatorische eenheden bleek, liep het aantal fte’s dat Albeda-breed zou moeten afvloeien op tot 175 fte. Er kwam een vacaturestop. De interne mobiliteit moest op gang gebracht worden. De maatregelen uit het Sociaal Plan werden in bijzondere gevallen ook van toepassing verklaard op medewerkers uit de beroepsbranches. In totaal werd hiervoor in 2007 4 miljoen euro gereserveerd. De Raad van Toezicht en de CMR werden nauw bij het proces betrokken. Zij berichten hierover in hun inbreng in dit jaarverslag. Het ministerie van OCW en de banken van het Albeda College werden geïnformeerd. Adviesbureau McKinsey stelde een onderzoek in naar de kasstromen binnen

het Albeda College en bevestigde de analyse van de eerdergenoemde oorzaken.

niveau te handhaven. Aanvullende financiering door stakeholders is op dit punt niet alleen wenselijk, maar zelfs noodzakelijk.

Bedrijfseconomisch plan In september 2007 werd een interim-directeur Auditing, monitoring en control (AMC) benoemd met als opdracht de financiële organisatie en de bijbehorende sturing op orde te brengen. Hiertoe is een zogenaamde hardclose per 30 september 2007 uitgevoerd. Dit betekent een periodeafsluiting met de benadering alsof het een jaarafsluiting betrof. De financiële stand van zaken van dat moment is opgemaakt, voorzien van een gedegen eindejaarsverwachting en een externe accountantscontrole. Uit deze hardclose bleek dat het Albeda College daadwerkelijk afstevende op een groot tekort. Ingrijpende maatregelen waren dringend noodzakelijk. Bezuinigingsdoelstellingen werden geformuleerd. Iedere organisatorische eenheid moest een bedrijfseconomisch plan (BEP) ontwikkelen waarin werd aangegeven hoe de einddoelstelling op het terrein van financiën, personeel en huisvesting in 2008 bereikt zou worden. Deze resultaten zullen in 2008 steeds maandelijks besproken worden. In deze nieuwe context werd ook de deelname aan strategische projecten zoals de ss Rotterdam en enkele huisvestingsprojecten opnieuw op hun haalbaarheid beoordeeld. Het onderwijs, de core business van het Albeda College, werd zoveel mogelijk gespaard.

Stand van zaken Sociaal Plan Eind 2007 zag het er naar uit dat in de vrijwillige fase voldoende medewerkers zouden vertrekken. Het resterende aantal dient te worden bereikt via herplaatsing en het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen. De vacaturestop blijft. Op die plaatsen waar de continuïteit van het onderwijs in gevaar komt, wordt hiervoor een uitzondering gemaakt. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het Sociaal Plan in het hoofdstuk HRM.

Tegelijkertijd is overgegaan van een lastenbegroting naar een taakstellende begroting. Baten waren uitgangspunt. De integrale budgetverantwoordelijkheid werd hersteld. De financiële prikkel is terug op de werkvloer. In verband met een verbeterde doorstroom van deelnemers zal worden onderzocht of Albeda College en Zadkine op dit terrein een samenwerking met de onderwijsinstelling LMC kunnen aangaan. Onder leiding van Pieter Winsemius, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, wordt samen met de gemeente Rotterdam onderzocht hoe de barrières in de beroepskolom en tussen onderwijs en zorg kunnen worden weggeruimd. Een huisvestingsplan-korte-termijn wordt ontwikkeld om medio 2008 met quick wins zijn beslag te krijgen. De waarde van panden zal worden benut in het kader van treasurymanagement. Nieuwbouw wordt heroverwogen dan wel op andere wijze georganiseerd. Dit alles wordt vastgelegd in een meerjarig strategisch huisvestingplan. Onderzocht zal worden of de branches Toeleiding, Inburgering en Re-integratie & Employability zullen worden samengevoegd in een aparte rechtspersoon, bij voorkeur in samenwerking met Zadkine. De VAVOactiviteiten van het Albeda College en Zadkine zijn al samengevoegd. 2008 wordt een jaar waarin zware maatregelen in de organisatie genomen moeten worden om op termijn gezond te worden. In 2009 is de exploitatie van de organisatie weer op orde.

Masterplan 2008 - 2010 Naast de afzonderlijke bedrijfseconomische plannen werd een masterplan opgesteld. Uitgangspunt van dit plan was dat de tekorten in 2009 moesten zijn weggewerkt. Dit kon slechts bereikt worden door het deelnemersaantal de komende twee jaar op het huidige niveau te laten, 10% efficiencyverbetering te bereiken en de contractactiviteiten tot 15 miljoen euro terug te brengen. Het College van Bestuur heeft besloten dat het onmogelijk is de zorgstructuur op het huidige


1.3. College van Bestuur Het College van Bestuur bestond het afgelopen jaar uit de volgende drie leden: - Piet Boekhoud (voorzitter) - Marcel Nollen - André Vader Gezien de werkzaamheden van Piet Boekhoud als directeur van Rotterdam Europese Jongerenhoofdstad, die enkele maanden duurden, heeft Ria van Daalen tijdelijk een gedeelte van de portefeuille Onderwijs waargenomen. Het College van Bestuur is integraal verantwoordelijk voor alle taken. Wel heeft ieder lid zijn eigen aandachtsgebieden. Er zijn verschillende vormen van overleg met branche- en stafdirecteuren. Hier vindt naast meningsvorming over voorgenomen besluiten van het College van Bestuur ook uitwisseling van informatie plaats. De formele besluitvorming verloopt binnen het College van Bestuur als volgt. In de staven worden in de regel besluiten voorbereid. Deze besluiten worden in eerste instantie besproken met de stafen/of branchedirecteuren. Als een besluit voldoende draagvlak heeft, wordt het stuk voorgelegd aan het College van Bestuur om definitief vastgesteld te worden. Soms moet de Raad van Toezicht goedkeuring verlenen of moet Centrale Medezeggenschapsraad advies of instemming geven op grond van de huidige weten/of regelgeving. Vervolgens worden (direct) betrokkenen digitaal op de hoogte gebracht van het besluit van het College van Bestuur. De aangewezen organisatorische eenheden kunnen dan tot uitvoering van de besluiten overgaan. In 2008 zullen besluiten, agenda’s en notulen van diverse overlegorganen voor geautoriseerde personen beschikbaar zijn op het intranet.

1.4. Van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (hierna: RvT) is belast met het toezicht op het algemene beleid van het College van Bestuur (hierna: CvB). Toezicht op beleid gebeurt vooral door het goedkeuren van meerjaren- en jaarplannen, en de begroting. Daarnaast beoordeelt de Raad onder 10

andere voorstellen en besluiten van het CvB over strategische afspraken met externe partijen. De formele kaders voor de taken van de RvT liggen vast in de statuten van de stichting. De meest directe vorm van toezicht is terug te vinden in de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag, het beoordelen van het accountantsrapport en de managementletter en de beoordeling van de periodieke financiële verslagen. De RvT neemt verder kennis van de rapportages over onderwijsresultaten en van mededelingen van het CvB. Daar waar het gaat om een eerste beoordeling van de financiële stukken is binnen de RvT een Audit Committee (hierna: AC) gevormd, aan wie het CvB in eerste instantie financiële zaken rapporteert. Het AC is belast met het directe toezicht op de financiële huishouding van het Albeda College en informeert de RvT over haar bevindingen. Tevens fungeert de RvT formeel als werkgever van het CvB. In dat kader heeft de RvT een remuneratiecommissie gevormd. Deze commissie voert de evaluatie- en functioneringsgesprekken met het CvB en doet voorstellen over de invulling van de posities binnen het CvB. Naast de toezichthoudende rol treedt de RvT op als klankbord en adviseur van het CvB. Gedurende het verslagjaar heeft de complete RvT zes keer met het CvB vergaderd en drie maal een intern overleg gehad zonder het CvB. Daarnaast is het AC, ten behoeve van een vergadering met het CvB, negen keer bij elkaar geweest in 2007 en de remuneratiecommissie drie keer. Verder is er met regelmaat informeel overleg geweest tussen de RvT-voorzitter en andere leden van de RvT, alsook met de CvB-voorzitter en de andere leden van het CvB. In de toezichthoudende opdracht van de RvT wordt uiteraard ook de Centrale Medezeggenschapsraad (hierna: CMR) betrokken. In dat kader heeft de RvT twee maal een formeel overleg gehad met de CMR en de op-/aanmerkingen van deze zeer ter harte genomen. Daarnaast heeft er regelmatig informeel overleg plaatsgevonden tussen de voorzitter van de RvT en het dagelijks bestuur van de CMR. Leden van de Raad van Toezicht hebben namens het Albeda College vergaderingen bijgewoond van het Platform Raden van Toezicht en de VTOI (Vereniging van Toezichthouders van Onderwijs Instellingen).

De leden van de RvT ontvangen een passende vergoeding waarbij de inzet van de betrokkenen en de schaalgrootte van de instelling in redelijkheid zijn gewogen. Deze vergoeding bedraagt opgeteld voor alle leden in totaal 43.050 euro. In 2007 zijn er naast de reguliere onderwerpen een aantal zaken die de aandacht van de RvT hebben gekregen: - De zorgelijke financiële situatie bij het Albeda College. - Het bezoek van de Onderwijsinspectie, waarbij enkele leden van de Raad van Toezicht ook gesprekspartner zijn geweest voor de inspectie. - Organisatorische verandering. - De definitieve vaststelling van het Handboek Corporate Governance. - Het afscheid van RvT-voorzitter Frank Verhulst. - De parttime functie van Piet Boekhoud bij het Jongerenjaar 2009 en de daarmee samenhangende (tijdelijke) uitbreiding van het CvB. - De (mogelijke) samenwerking met de Edudelta Groep en het ROC Zadkine. - De ontwikkelingen betreffende de ss Rotterdam. - De huisvestingsplannen voor het Albeda College voor de langere termijn. Vooral aan de zorgelijke financiële situatie bij het Albeda College heeft de RvT in het geheel en het Audit Committee in het bijzonder veel aandacht besteed. Eén van de conclusies was dat de beheersing van de informatievoorziening over de financiële gang van zaken naar het AC, evenals de rapportage hiervan richting de RvT, dringend verbetering behoefde. De bedrijfsvoering in het algemeen vereiste een (zakelijke) verbeteringsslag, waarmee in 2007 een aantoonbare aanvang is gemaakt. Ook de gang van zaken rondom bijzondere projecten, zoals de rol van het Albeda College bij de voorgenomen exploitatie van de ss Rotterdam heeft bijzondere aandacht gevergd. Een aantal projecten miste de gewenste transparantie, waardoor adequate sturing werd bemoeilijkt. Maar de RvT is tevreden over de maatregelen die het CvB eind 2007 en in 2008 in gang heeft gezet om te voorkomen dat dergelijke situaties zich in de toekomst weer voor zullen doen. Per 1 maart 2007 is mr. Hans Bijloo benoemd tot bestuurssecretaris van de RvT. Specifiek richting de RvT speelt laatstgenoemde een belangrijke rol bij de ondersteuning betreffende de toezichthoudende taken

zoals hierboven beschreven. Samenstelling Raad van Toezicht per 25 april 2007: - Klaas Groenendijk (voorzitter met ingang van 25 april 2007) - Lionel Martijn (vice-voorzitter) - Jan van Merwijk (lid) - Casper Dickmann (lid) - Jos Elbers (lid) - Margriet Drijver (lid) - Frank Verhulst (voorzitter tot 25 april 2007) Audit Committee: - Casper Dickmann - Jan van Merwijk Remuneratiecommissie: - Jos Elbers - Margriet Drijver - Lionel Martijn Het jaar 2007 was voor alle betrokkenen bij het Albeda College een moeilijk jaar. De financiële problematiek, mede veroorzaakt door de grote problemen bij de branche Inburgering als gevolg van een mislukte implementatie en uitvoering van de Wet Inburgering, heeft niet alleen een grote impact gehad op de werkzaamheden en het functioneren van het CvB, de RvT, de CMR, maar uiteraard ook op het hele personeel van het Albeda, in het bijzonder de medewerkers van de branches Inburgering en Toeleiding. De samenwerking met het CvB was desondanks constructief en heeft geleid tot positieve impulsen, waarmee de problemen in de toekomst in voldoende mate het hoofd kunnen worden geboden. De RvT gaat er van uit dat de noodzakelijke maatregelen, waarvan een aanzienlijk deel van de personeelsleden van het Albeda College de gevolgen direct heeft ondervonden, tot een financieel gezond Albeda College zullen leiden. De kwaliteit van het onderwijs staat daarbij als vanzelfsprekend voorop. Tot slot: een woord van dank is op zijn plaats aan alle Albeda-mensen, die ook onder de geschetste omstandigheden hard hebben gewerkt voor de toekomst van de jongeren in deze regio. Klaas Groenendijk Voorzitter

11


1.5. Van de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) Samenstelling: Tot juni 2007 was de samenstelling van de CMR als volgt: - Cees van den Heuvel (voorzitter) - Sonja van Klaren - Eveline Klip - George Hofstede - Peter den Turk - Marcel van Dam (plaatsvervangend voorzitter) - Leo Willemsen - Arie Goudriaan Na invoering van de branchestructuur vonden in 2007 verkiezingen plaats. Daarna was de CMR als volgt samengesteld: - Trees Flinkerbusch - Marijke Waldus - Marcel van Dam (plaatsvervangend voorzitter) - Gerard van den Akker - Nico Bloemendal - Ad Blok - Klaas Hoogerwerf - Michel van ’t Hof - Dolf Huurman - Ronald Karssies - Ger Klijberg - David van Limborgh - Silvio Sterkman - Peter den Turk - Cees van den Heuvel (voorzitter) Het ambtelijke secretariaat werd uitgevoerd door Reshma Jitbahadoer. Om te werken aan teambuilding en aan de taken als nieuwe raad heeft de CMR direct na de verkiezingen twee dagen in Olaertsduijn doorgebracht. De CMR bestaat momenteel uitsluitend uit een personeelsgeleding. De leden worden rechtstreeks gekozen door de medewerkers van het Albeda College. De deelnemer- en oudergeleding zijn al geruime tijd niet bezet. De CMR speelt evenals de Raad van Toezicht een nadrukkelijk controlerende rol in de interne verantwoording.

Vergaderingen: Overleg College van Bestuur (CvB) De CMR voert maandelijks overleg met het CvB. Voorafgaand aan dit overleg vindt steeds een agendaoverleg plaats waarin de actualiteiten besproken worden. Tevens wordt bepaald welke kwesties geagendeerd worden. De voorzitter van het CMR-CvB overleg is Marcel Nollen, CvB-lid. Daarnaast zijn de bestuurssecretaris (Hans Bijloo) en de directeur HRM (Teun van Beusekom) vast bij dit overleg aanwezig. Tevens overlegt de CMR iedere maand in eigen kring. Overleg Raad van Toezicht Tenminste twee maal per jaar is er een overleg met een afvaardiging van de Raad van Toezicht. Instellings Georganiseerd Overleg (IGO) De periodieke overleggen van het CvB met de vakcentrales in het IGO worden bijgewoond door het dagelijkse bestuur van de CMR. Het DB voert voorafgaand hieraan overleg met vakcentrales om hen te informeren over de actuele stand van zaken. In het IGO komen naast decentrale arbeidsvoorwaarden ook alle zaken aan de orde die leiden tot arbeidsvoorwaardelijke veranderingen voor medewerkers, zoals dit jaar bij het tot stand komen en het uitvoeren van het Sociaal Plan. Grootstedelijk Overleg Gezien de specifieke problematiek van Rotterdam maakt het dagelijks bestuur van de CMR ook deel uit van het Grootstedelijk Overleg waarin de centrale medezeggenschapsraden van de roc’s van de grote steden elkaar ontmoeten. Dit overleg vindt iedere twee maanden plaats.

Thema’s De huidige positie van het Albeda College, onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van het competentiegerichte leren, de financiële druk door de voortdurende stijging van de deelnemersaantallen en de zorgvraag van onze doelgroep waren in de eerste helft van het cursusjaar voortdurend onderwerp van gesprek. Later werden hier de aansturing van de bedrijfsvoering en strategische projecten zoals de ss Rotterdam aan toegevoegd. In dat verband herinnert de CMR aan zijn verslag in 2006, dat eindigde met de volgende woorden:

12

“De CMR heeft het College van Bestuur erop aangesproken besluiten met betrekking tot projecten zoals de ss Rotterdam en dergelijke procedureel correct te nemen. De CMR is blij met een innovatief en creatief bestuur, maar wijst toch op zijn medeverantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering.” Op 17 april 2007 heeft de CMR ongevraagd geadviseerd over de ss Rotterdam. Het advies luidde in verband met ontbreken van een businessplan, financiële onderbouwing, projectplannen en inzicht in de contracten vooralsnog niet positief. Ook later dit jaar was er geen aanleiding dit oordeel te herzien.

Educatie De veranderde inrichting van de markt voor educatietrajecten bleef niet zonder gevolgen. Deze problematiek is landelijk, maar groeide zeker bij het Albeda College uit tot een situatie die ingrijpende maatregelen noodzakelijk maakte. Op verzoek van de CMR is er een grote personeelsbijeenkomst geweest, waar het personeel van de branches Inburgering en Toeleiding werd voorgelicht over de ontstane crisis en onder andere verzocht werd in te stemmen met de invoering van het ‘vrije jaartaakmodel’. Een overgrote meerderheid heeft hiermee ingestemd. Later bleek dat deze maatregel niet afdoende was.

Communicatie Het College van Bestuur bespreekt met de branchedirecteuren het resultaat van de overleggen met de CMR. De CMR publiceert de vastgestelde verslagen op intranet. Medewerkers kunnen zich op deze verslagen abonneren. Ondanks herhaaldelijk verzoek van de CMR vindt het CvB het ongewenst de verslagen van het CvB-CMR overleg openbaar te maken. In december besloot de CMR gezien de ingrijpende bezuinigingen die werden doorgevoerd een forum te starten op intranet.

Participatie De Centrale Medezeggenschapsraad heeft de keuze gemaakt zich pro-actief op te stellen en bij ingrijpende wijzigingen plaats te nemen in de voorbereidende werkgroepen zoals de Arbo-commissie. Namens de Centrale Medezeggenschapsraad Cees van den Heuvel Voorzitter

In de tweede helft van 2007 was het exploitatietekort opgelopen tot 20,9 miljoen euro. Het exploitatietekort was aanleiding voor het CvB om te komen tot een Sociaal Plan. In de vrijwillige fase is in eerste instantie veel aandacht besteed aan mobiliteitsbevorderende maatregelen om in de Educatiebranches, stafdiensten en het SSC de formatie terug te brengen met tenminste 85 fte. De CMR participeerde in de commissie die de betreffende aanvragen beoordeelde. Gezien de ernstige financiële situatie waarin ons college zich momenteel bevindt, is de frequentie van de vergaderingen met zowel de Raad van Toezicht als het College van Bestuur verhoogd.

Functiebouwwerk Het functiebouwwerk en promotiebeleid werden dit jaar stevig in de steigers gezet, maar konden gezien de financiële problemen nog niet worden geïmplementeerd.

13


Gediplomeerden 2006-2007 in procenten conform definitie onderwijsinspectie

1.6. Fact & Figures

1

1

2

2

Cursusjaar

branche

tot.ll.

gew.ll

tot.dip

gew.dip

2006-2007

AKA 462

536

0

0

AKA 41,4%

2007-2008

AKA 496

575 178 178

BUSINESS SERVICES 61,6%

2006-2007

Business Services 1.616 1.568 476 1.524

GEZONDHEIDSZORG

2007-2008

Business Services 1.717 1.694 492 1.486

HANDEL & COMMERCIE 67,4%

2006-2007

Gezondheidszorg 2.909 2.450

HORECA & TOERISME

83,0%

2007-2008

Gezondheidszorg 2.979 2.822 1.092 3.644

INBURGERING BO

82,3%

2006-2007

Handel & Commercie 2.552 2.411

801 2.612

LIFESTYLE, SPORT & ENTERTAINMENT

74,1%

2007-2008

Handel & Commercie 2.603 2.581

908 3.217

SECRETARIEEL & ADMINISTRATIE 63,6%

2006-2007

Horeca & Toerisme 1.411 1.589 404 1.106

TOELEIDING BO 36,6%

2007-2008

Horeca & Toerisme 1.491 1.686 418 1.195

TECHNIEK

58,0%

2006-2007

Inburgering BO 66

WELZIJN & ONDERWIJS

75,9%

2007-2008

Inburgering BO 106 123 45 45

2006-2007

Lifestyle, Sport & Entertainment 1.385 1.659 341 1.182

2007-2008

Lifestyle, Sport & Entertainment 1.400 1.690 364 1.255

2006-2007

Secretariaat & Administratie 2.813 2.613 633 1.893

2007-2008

Secretariaat & Administratie 2.696 2.507

557 1.636

2006-2007

Techniek 2.959 2.183

811 2.203

Deelnemersaantallen per 01-10-2007 conform beschikking CFI

2007-2008

Techniek 3.089 2.242

815 2.312

BBL

2006-2007

Toeleiding BO 1.666 1.434 449

583

5.770 16.135 1.034 3.314 26.253

2007-2008

Toeleiding BO 1.530 1.311

799

22% 61% 4% 13% 100%

2007-2008

Welzijn & Onderwijs 4.832 4.720 1.187 4.348

2006-2007

Welzijn & Onderwijs 4.492 4.260 1.258 3.892

77

949 3.189

0

0

561

Branche Diploma in %

78,4%

ALBEDA COLLEGE 64,4% Het landelijk gemiddeld percentage roc’s 65,5%

BOL

DT-BOL

Educatie

Eindtotaal

Deelnemers Beroepsonderwijs per leerweg per 01-10-2007, conform beschikking CFI

2006-2007 Eindtotaal BO (beroepsonderwijs) 22.331

20.779

6.051

18.184

tot.ll.

cursusjaar Groei/krimp

2007-2008 Eindtotaal BO

21.952

6.688

20.115

leerw

2006-2007

22.939

2006-2007 Educatie Contract

4.364

4.364

BBL

2007-2008 Educatie Contract

3.314

3.314

BOL 15.621

perc.t.o.v. totaal BO

5.381 24%

2007-2008

70% 16.135

Totaal Instituut

26.695

25.143

6.051

18.184

DT-BOL 1.329 6% 1.034

2007-2008

Totaal Instituut

26.253

25.266

6.688

20.115

Eindtotaal

1. Conform beschikking CFI; het cursusjaar waarin de peildatum 1 oktober valt.

2. Conform beschikking CFI; het kalenderjaar waarin de peildatum valt.

Instellingsverlaters zonder diploma conform definitie onderwijsinspectie Cursusjaar

Totaal deelnemers

Instellingsverlaters zonder diploma in %

2007-2008

5.770 25%

2006-2007

22.331

perc.t.o.v. totaal BO

22.939

7%

70% 3% 5%

-22%

3%

Deelnemers Beroepsonderwijs per niveau per 01-10-2007, conform beschikking CFI tot.ll.

cursusjaar Groei/krimp

Niveau

2006-2007

1 2.119

perc. t.o.v. totaal BO

2007-2008

8%

-9%

2004-2005 21397 3729 17,43%

2 6.519 29% 6.526 28%

0%

2005-2006 22260 3223 14,48%

3

5.929 27% 6.710 29% 13%

2006-2007 23083 3521 15,25%

4

7.764 35%

Eindtotaal

14

22.331

9% 1.925

perc. t.o.v. totaal BO 2007-2008

22.939

7.778 34%

0%

3%

15


1.7. Tevredenheid Het Albeda College kent een algemene interne klachtenregeling voor klachten die bij het College van Bestuur worden ingediend. Naast klachten gericht aan de diverse geschillencommissies zijn er klachten die gericht zijn aan het College van Bestuur. Deze klachten worden in beginsel voor afhandeling teruggelegd in de betreffende organisatorische eenheid. De afhandeling wordt gemonitord door respectievelijk de afdeling Onderwijs voor deelnemers en de afdeling HRM voor medewerkers. Deze onderzoeken ook of de klacht naar tevredenheid van de klager is afgehandeld. In 2007 zijn vijftien klachten behandeld. Daarnaast kent het Albeda College een aantal meer specifieke geschillencommissies, zoals de Geschillencommissie Deelnemerstatuut. Deze commissie adviseert het College van Bestuur over de afhandeling van klachten van deelnemers die van mening zijn dat hun rechten, zoals deze in dit document zijn vastgelegd, worden overtreden. Deze commissie heeft in 2007 één klacht behandeld.

af te kunnen leggen is een veilige leeromgeving een voorwaarde. Het aantal klachten is in 2007 toegenomen met veertien. In totaal waren er 65 klachten. Opvallend is dat het aantal klachten over pesten vergeleken met vorig jaar sterk is gestegen. Het aantal klachten met betrekking tot seksuele intimidatie is toegenomen van vijf naar dertien. Het aantal klachten over geweld en agressie is afgenomen van dertien naar vier. In 2008 zal aandacht besteed worden aan deskundigheidsbevordering van mentoren wat betreft de opvang van klagers. Zij zijn hun eerste aanspreekpunt.

1.8 Strategische projecten Daarnaast zijn er ook drie grotere projecten, die ook buiten het Albeda op veel belangstelling kunnen rekenen:

De ss Rotterdam

Op dit moment wordt gewerkt aan een klachtenprocedure voor alle klachten, centraal en decentraal. Deze zal vermeld worden op de website en het Portaal. Alle genoemde reglementen staan op intranet.

Het Albeda College is een van de partners die het de voormalige ss Rotterdam herontwikkelen tot een multifunctionele attractie van formaat. De participatie van het Albeda College is gestart met de bedoeling van het schip een vooraanstaand leerwerkbedrijf te maken. Dit project had twee hoofdcomponenten: het ontwikkelen van de openbare horeca aan boord en het opzetten van het recruitmentcentrum, waaronder een leerwerkbedrijf. De oplevering van het schip is een aantal keren uitgesteld en de verbouwingen en aanpassingen werden steeds kostbaarder. Mede hierdoor, maar vooral door de interne financiële problemen bij het Albeda College zelf, is besloten om het gehele project te heroverwegen. Dit heeft er toe geleid dat het Albeda College er in 2008 na oplevering van het schip in het najaar uitsluitend het leerwerkbedrijf te runnen. Voor de horeca-exploitatie zullen, in overleg met de exploitatiemaatschappij van het schip, andere partners worden gezocht.

Bureau Vertrouwenspersoon

Topsportcentrum Rotterdam

Afgelopen jaar heeft het bureau Vertrouwenspersoon als tweedelijns voorziening een bijdrage geleverd aan de veilige school door als vangnet te fungeren voor zowel deelnemers als medewerkers die op school of tijdens de BPV in aanraking komen met ongewenst gedrag. Om de weg naar werk en actief burgerschap

Samen met de dienst Sport en Recreatie van de gemeente Rotterdam ontwikkelt het Albeda College een uitbreiding van het bestaande Topsportcentrum naast de Kuip in Rotterdam. De uitbreiding van 6000 m2 is in het bijzonder bedoeld voor de branche Sport en Bewegen. In de nieuwbouw komen zowel

Voor medewerkers is er een Interne Geschillencommissie. Deze behandelt geschillen voortvloeiend uit een interpretatie/toepassing van de vigerende CAO, jaartaak, inzet & werktijden en Fuwa. Ook deze commissie adviseert het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. Deze commissie heeft in 2007 geen geschillen behandeld. Voor klachten betreffende ongewenst gedrag kunnen deelnemers en medewerkers zich wenden tot de vertrouwenspersonen en de Externe Commissie voor ongewenst gedrag.

16

sport- als onderwijsruimten. Ook vindt er binnen het bestaande gebouw een herschikking en upgrading plaats. Belangrijke uitgangspunten voor het Albeda College zijn een marktconforme huur en een substantiële vermindering van les- en sportruimte op de huidige (huur-)locaties van het Albeda College. De aanbesteding van de nieuwbouw wordt afgerond in 2008. In datzelfde jaar zullen ook de overeenkomsten tussen de verschillende bij het project betrokken partijen worden afgerond. De oplevering zal naar verwachting plaats vinden in 2010.

De weg naar werk Dit project voert het Albeda uit in opdracht van de Dienst SoZaWe van de gemeente Rotterdam. Doel van het project is een reguliere arbeidsplaats te vinden die past bij het niveau, de competenties en de interesse van de deelnemende werknemers, die bij de start van het project onder de ID-regeling vielen. Het project loopt sinds voorjaar 2006 en wordt afgerond in oktober 2008. De werkgever die een deelnemer een opleidingsplaats biedt ontvangt een loonkostensuppletie van de Gemeente Rotterdam. Voor elke deelnemer die in oktober 2008 een certificaat of diploma heeft behaald, krijgt het Albeda College een vergoeding van het ministerie van SZW. Als de deelnemer na oktober 2008 een half jaar in een reguliere baan werkzaam is komt daar nog een bonus bij. Het project is gestart met ongeveer 360 deelnemers. Momenteel zitten er nog circa 250 deelnemers in een traject. Hiervan hebben nu ongeveer 200 deelnemers een reguliere baan gevonden, een aantal dat nog kan toenemen als hun gesubsidieerde baan ten einde loopt.

17


2. Onderwijs In onze onderwijsvisie wordt middels onderstaande vijf ankerpunten de richting aangegeven voor de onderwijsvernieuwing van de komende jaren: I. De persoonlijke leerroute Op weg naar duurzaam werk en actief burgerschap is het vertrekpunt. II. Het leren moet plaatsvinden in een betekenisvolle beroepscontext. III. De dialoog tussen docent en deelnemer staat centraal in de opvoedkundige en onderwijskundige benadering. IV. De deelnemers worden gestimuleerd om ondernemend te zijn. V. Er is geïntegreerde begeleiding en zorg tijdens de loopbaan.

2.1. Onderwijs algemeen Het Albeda College heeft zich in 2007 met verscherpte aandacht gericht op de invoering vanaf 2010 van de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur, met als basis de eigen onderwijsvisie.

2.1.1. Het wat en het hoe Het landelijke proces van Herontwerp MBO is gestart in 2004 vanuit twee overwegingen. Ten eerste de kwalificatie- en opleidingstructuur zodanig inrichten dat er duurzamer en sneller ingespeeld kan worden op de veranderingen op de arbeidsmarkt. En ten tweede door middel van competentiegericht opleiden het onderwijs praktijkgerichter maken, met een focus op de studieloopbaan van de deelnemer. Het onderwijs sluit beter aan op de leerbehoeften van de individuele deelnemer. De kwalificatiedossiers, ontwikkeld door de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB’s) beschrijven het wat: onder andere de kaders waarbinnen de kerntaken en het CGO worden vormgegeven. Het roc bepaalt de vormgeving van het onderwijs zelf: het hoe. Het Albeda College staat op het standpunt dat onderwijsvernieuwing een permanent proces is. Middelbaar beroepsonderwijs is immers de motor voor de economie en de samenleving en

moet soepel kunnen inspelen op veranderingen. De school hanteert bij onderwijsvernieuwing het principe: behouden wat goed is, verbeteren wat beter kan en vernieuwen wat niet meer voldoet. De nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur ondersteunt dit voortdurende proces van onderwijsvernieuwing. Onze onderwijsvisie De weg naar werk en actief burgerschap (2005) geeft richting aan het herontwerp van onze opleidingen volgens de nieuwe kwalificatiestructuur.

Implementatie onderwijsvisie Onze onderwijsvisie is vertaald in vijf concrete ankerpunten. Zij vormen het richtinggevende kader met maximale ruimte voor variatie in de onderwijsvernieuwing. Het CvB zorgt er voor dat de visie werkelijkheid wordt door drie principes te hanteren: consequent, consistent en congruent zijn door de gehele Albeda organisatie heen. Dat houdt onder ander het volgende in: - Alle organisatieprincipes en -activiteiten vertrekken consequent en consistent vanuit het onderwijs en de onderwijsvisie. - Op alle beleidsterreinen denken we consequent en consistent door op de vraag wat de uitwerking van de vijf ankerpunten voor personeel, huisvesting, bedrijfsvoering en financiën betekent. - Congruentie in de uitwerking van de visie naar deelnemers en personeel. Met andere woorden: dat wat we voor onze deelnemers willen realiseren, willen wij ook voor onze medewerkers. Het consequente, consistent en congruent werken vanuit het primaire proces heeft geleid tot veranderingen in onze organisatie en in de manier van werken. Een proces dat anno 2007 nog in volle gang was. Zo heeft het College van Bestuur de volgende maatregelen genomen: het herinrichten van de onderwijsorganisatie en het formuleren en uitvoeren van kaderstellend beleid op het gebied van personeel en scholing, financiën en innovatiebudgetten, bedrijfsvoering, kwaliteitszorg en taalbeleid.

In de tevredenheidsonderzoeken voor deelnemers en medewerkers zijn vragen met betrekking tot de ijkpunten opgenomen. Aan het oorspronkelijke plan om de ijkpunten ook op te nemen in de tevredenheidsonderzoeken van de stakeholders is in 2007 nog geen uitvoering gegeven. Dit moet in 2008 en 2009 plaatsvinden. In het najaar zijn bij deelnemers en medewerkers de tevredenheidsonderzoeken afgenomen. De branches hebben over de resultaten gerapporteerd in hun zelfevaluaties van 2007. Hoewel niet over alle ijkpunten expliciet wordt gerapporteerd, wordt duidelijk dat de tevredenheid achterblijft ten aanzien van de implementatie van de ankerpunten ondernemerschap (ankerpunt vier) en geïntegreerde begeleiding en zorg (ankerpunt vijf). In de komende jaren zal geëvalueerd worden op welke wijze de tevredenheidsscores beter geïntegreerd kunnen worden in de kwaliteitskaart die ten grondslag ligt aan de zelfevaluaties. Ook zal gekeken worden of de ontwikkelde tevredenheidsonderzoeken voldoende kunnen aangeven of de implementatie van de onderwijsvisie succesvol verloopt.

Innovatie van het onderwijs IJkpunten meten het slagen van de implementatie van de onderwijsvisie in 2010. Eind december 2006 zijn de twaalf ijkpunten van de onderwijsvisie vastgesteld. De branches bepalen zelf op welke wijze en in welk tempo zij deze zogenaamde eindstations willen bereiken. Het College van Bestuur

* De visie is in boekvorm op te vragen bij het Albeda College of kan gedownload worden (pdf bestand) van onze website www.albeda.nl

18

monitort het proces door prestatieafspraken te maken met de branchedirecteuren. Tweejaarlijks stellen de branchedirecteuren een branchebeleidsplan op. Met het College van Bestuur maken zij afspraken over hun ambities over onder andere verhoging van het rendement, vermindering van de schooluitval en realisatie van de onderwijsvernieuwing volgens de visie. De afspraken worden vastgelegd in een managementovereenkomst. In een periodiek bilateraal overleg tussen het College van Bestuur en branchedirecteuren, in combinatie met een jaarlijkse zelfevaluatie wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van de implementatie. In 2007 is een start gemaakt met de monitoring met betrekking tot de ijkpunten. Deze zelfevaluatie van de branches werd beschouwd als een nulmeting.

Om uitvoering te kunnen geven aan de onderwijsvisie en daarmee aan de nieuwe kwalificatiestructuur heeft het College van Bestuur vanaf het schooljaar 20052006 jaarlijks een innovatiebudget aan de branches toegekend. De branches dienden ter verkrijging van een deel van dit innovatiebudget plannen in. Het College van Bestuur is in de toekenning van budget integraal geadviseerd door de staven Onderwijs, HRM, Vastgoed,

AMC, ICT en Communicatie. In 2007 is € 6,9 miljoen toegekend aan innovaties. Twee keer per jaar vindt financiële en inhoudelijke monitoring van de uitvoering en resultaten van de innovaties plaats. In 2007 is de inhoudelijke verantwoording onderdeel geworden van de cyclus van sturing en monitoring. De innovaties zijn expliciet onderdeel van de zelfevaluatie. De financiële verantwoording maakt deel uit van de eindafrekening. Daarnaast is er een tussentijdse verantwoording. Het College van Bestuur heeft zich in 2007 op de hoogte gesteld van de innovaties middels locatiebezoeken, waar zij de resultaten kunnen zien en ervaren. Zij gaat dan bovendien in gesprek met deelnemers, docenten en managers over de succesen faalfactoren van de innovatie. In januari 2008 zal een tweede, afsluitende evaluatie over de innovaties 2006-2007 plaats vinden. In deze evaluatie zullen alle branches verantwoording afleggen. In de tweede helft van 2007 is het nog beschikbare innovatiebudget voor het schooljaar 2007-2008 in zijn geheel toegekend aan het project LEGO, omdat voor de implementatie van de onderwijsvisie met voorrang gewerkt moest worden aan logistieke ondersteuning. Het realiseren van de vijf ankerpunten maakt een andere inrichting van de onderwijsprocessen en ondersteunende processen noodzakelijk. Daarom wordt vanaf 2007 gewerkt aan een nieuwe onderwijslogistiek die het mogelijk maakt betaalbare leerarrangementen samen te stellen en te plannen, rekening houdend met de beschikbaarheid van faciliteiten en personen. Het project maakt het bovendien mogelijk om het leren te ondersteunen, evenals het begeleiden en volgen van deelnemers.

Ruimte voor professionals De implementatie van de onderwijsvisie en de nieuwe kwalificatiestructuur valt of staat met het gedrag van degenen die onderwijs geven en ondersteunen. De ontwikkeling, uitvoering en verantwoording van onderwijs volgens de visie vragen om verschillende rollen van medewerkers met bijbehorende competenties. In 2007 is door de staven Onderwijs en HRM veel aandacht besteed aan het formuleren van beleidskaders voor teams, inclusief onderwijsrollen en teamrollen. Er zijn in het voorjaar 2007 interne expertmeetings gehouden. Een aantal onderwijsteams 19


experimenteert met de teamrollen. In navolging zijn beleidskaders ontwikkeld voor Ontwikkelen, Functioneren en Scholing en een Functiebouwwerk. In verband met de financiële positie van het Albeda College is de invoering van onderdelen van deze beleidskaders, vooral de invoering van een nieuw functiebouwwerk, voor onbepaalde tijd uitgesteld.

2.1.2. Experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo De omvangrijke operatie om te komen tot een nieuwe, competentiegerichte kwalificatiestructuur en bijbehorende beroepsopleidingen vindt gefaseerd plaats. De experimenteerfase stelt onderwijsinstellingen in staat ervaring op te doen met de ontwikkeling van competentiegerichte opleidingsprogramma’s op basis van de nieuwe competentiegerichte kwalificatiedossiers. Jaarlijks kunnen instellingen nieuwe experimenten aanvragen. In het studiejaar 2004-2005 is gestart met proeftuinen, vanaf 2005-2006 is begonnen met deelname aan experimenten. In 2010 moet de implementatie van de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur een feit zijn. Het aantal deelnemers binnen het Albeda College dat deelneemt aan experimentele opleidingen stijgt gestaag. In het studiejaar 2006-2007 waren dat er 4.454 (= 20,42% op basis van de 1 oktobertelling 2005). In 2007-2008 ging het om 5.910 deelnemers (= 25,59 % op basis van de 1 oktobertelling 2007). Op 1 oktober 2007 waren landelijk 171.133 deelnemers ingeschreven op een competentiegerichte opleiding. Dit is iets meer dan 37 procent van het totale aantal mbo-studenten dat op dat moment was ingeschreven bij de roc’s. Deelname aan experimenten is overigens niet maatgevend voor het tempo waarin competentiegericht onderwijs binnen de branches wordt gerealiseerd. In alle opleidingen en bij alle branches vindt vernieuwing van het onderwijs plaats, ook al is de omslag naar de nieuwe kwalificatiedossiers nog niet overal gemaakt.

20

2.1.3. Leren, loopbaan en burgerschap Leren-, loopbaan- en burgerschapscompetenties maken integraal deel uit van het mbo-diploma. In het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap van april 2007 staan de kwalificatie-eisen beschreven. Het Albeda College heeft burgerschapsvorming hoog in het vaandel staan. Vanuit onze missie en kernwaarden richten wij ons niet alleen op participatie van onze deelnemers op de arbeidsmarkt, maar ook in de maatschappij. Ook de onderwijsvisie vraagt expliciet aandacht voor het opleiden tot actief burgerschap. Vanuit dat gegeven heeft een tijdelijke denkgroep binnen het Albeda College zich beziggehouden met de vraag wat nodig is om in het bijzonder het aspect burgerschap vorm te geven vanuit onze eigen missie en kernwaarden. Dit heeft geleid tot een adviesdocument, dat begin december 2007 ter besluitvorming is voorgelegd aan het College van Bestuur. Inmiddels zijn de in het document geformuleerde beleidsaanbevelingen door zowel het CvB als branchedirecteuren als positief ontvangen. De beleidsaanbevelingen houden onder meer in dat er een Albeda-visie wordt geformuleerd op burgerschapsvorming en een platform wordt ingesteld met vertegenwoordiging vanuit alle branches, waar kennisdeling en visievorming kan plaatsvinden.

2.1.4. Zorgstructuur De loopbanen van deelnemers staan centraal. De opleidingen verzorgen de opleidingsgebonden zorg, van voorlichting tot en met exitgesprekken. Aanvullend daarop zorgt het Trajectbureau voor een vangnet wanneer het mis dreigt te gaan. Aan specifieke doelgroepen, zoals jonge moeders, allochtonen, deelnemers met een beperkte vooropleiding, mensen met een fysieke en/of psychische handicap en aan ex-leerlingen van het praktijkonderwijs, geeft het Trajectbureau extra begeleiding bij de keuze van een passend onderwijstraject. Met de scholen voor praktijkonderwijs in de regio zijn er afspraken over centrale aanmelding en dossieruitwisseling van praktijkonderwijs-leerlingen. Jaarlijks wordt teruggekoppeld aan het praktijkonderwijs in hoeverre hun ex-deelnemers met succes een mboopleiding volgen. Met de Regionale Expertise Centra bestaat een nauwe samenwerking over de doorstroom van jongeren met een handicap. De invoering van de leerlinggebonden financiering (LGF) heeft de ondersteuning van deelnemers met een handicap door ambulante begeleiders versterkt. De administratieve kant van deze ‘rugzakjes’ voor deelnemers met een handicap blijft echter een tijdrovende zaak. In het Albeda College is ook plaats voor jongeren die in aanraking zijn gekomen met justitie. Op de Oostzeedijk is er bijvoorbeeld een specifiek traject voor (ex-) delinquenten. Meer over de specifieke doelgroepen allochtonen, gehandicapten en deelnemers met een beperkte vooropleiding is te vinden op de volgende pagina.

Zorgadviesteams In 2007 is het interne partnerschap tussen de opleidingen en het Trajectbureau verder versterkt. Dit is met name zichtbaar in de ontwikkeling van de zorgadviesteams (ZAT). Het opleidingsteam Arbeidsmarktgericht Leertraject op de Baljuwstraat participeert in het voorhoedeproject IKZ van het ministerie van VWS met een Zorgadviesteam Plus, waarbij externe samenwerkingspartners zijn betrokkenen: Bureau Leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg, verslavingszorg en de schoolverpleegkunde. Daarnaast werken in 2007 circa

twintig opleidingen met een ‘licht’ zorgafstemmingsteam, waarin teamleider en mentoren samen met de schoolmaatschappelijk werker en de trajectbegeleider afspraken maken over de zorg voor deelnemers.

Samenwerking ketenpartners Om de deelnemerszorg te versterken zoekt het Albeda College steeds meer samenwerking met ketenpartners. Het Albeda College onderschrijft de doelstellingen uit de beleidsnota van Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) Ieder Kind wint in Rijnmond, volgens welke onderwijs en zorg steeds meer moeten samenwerken. Het Albeda College is in 2007 voorzitter van het regionaal platform van roc’s en (jeugd)zorg waarin de ontwikkeling van de zorgstructuur in de roc’s centraal staat. Participanten in dit overleg zijn beide roc’s, gemeente en stadsregio, Bureau Jeugdzorg, de Oecumenische Stichting voor schoolgebonden Maatschappelijk werk, Jeugdplein, Stek Jeugdzorg en Flexus, GGZ instellingen en de GGD. In dit overleg bespreken de ketenpartners de voortgang voor een sluitende zorgstructuur in de regio voor jongeren tussen de 16 en 23 jaar. Om de zorg zo dicht mogelijk naar jongeren te brengen zijn er spreekuren van de schuldhulpverlening van de Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam en van een sociaal-verpleegkundige van de GGD. Ook is er een balie van het Jongerenloket/CWI. Met het SISA-signaleringssysteem van de gemeente Rotterdam is een pilot gehouden die in 2008 zal worden uitgebreid. Er is een team van veertien schoolmaatschappelijk werkers actief, gedetacheerd vanuit de Oecumenische Stichting. Zij zorgen voor kortdurende begeleiding van jongeren met psychosociale problemen, voor verwijzing bij complexe problematiek en voor consultatie aan mentoren. Bij tien opleidingsteams vindt er door gedragstrainers van Stek Jeugdzorg begeleiding van jongeren met gedragsproblematiek plaats in het kader van het VSVproject Time4you. Op de Albeda-locatie Sportlaan is een multidisciplinair Asserted Community Treatment (ACT) jeugdteam gestart vanuit de GGZ instellingen om ook jongeren met psychisch problemen te kunnen begeleiden.

21


Andere activiteiten in de zorgstructuur ter ondersteuning van opleidingsteams zijn een onderzoek naar dyslexie bij deelnemers, het aanbieden van logopedie en trainingen in het omgaan met faalangst, gegeven door Context GGZ. Samen met ROC van Twente voert het Albeda College tot slot een project Eergerelateerde zaken uit in opdracht van het ministerie van VROM.

Specifieke doelgroepen Allochtonen Een allochtoon is een persoon die zélf en van wie één van de ouders in een doelgroepland geboren is, of van wie beide ouders in een doelgroepland geboren zijn. Een doelgroepland is een land dat niet voorkomt in de lijst ontwikkelde landen van de WEB. Dit is inclusief inburgeraars voor zover in het beroepsonderwijs aanwezig. Deelnemers met een beperkte vooropleiding Een deelnemer met een beperkte vooropleiding is een deelnemer die niet in het bezit is van een diploma lbo, vbo, mavo, vmbo BBL, KBL, GL of TL, of een bewijs van drie jaren havo/vwo (definitie beleidstelling).

Gehandicapten Iemand is gehandicapt wanneer hij of zij met extra ondersteuning een beroepsopleiding in het secundair beroepsonderwijs volgt. Deze handicap dient vastgelegd te zijn middels een verklaring van een deskundige. Deze verklaring kan maximaal drie jaar oud zijn, gerekend tot aan de aanmelding voor de opleiding (definitie gegevenswoordenboek WEB). Het steunpunt Studie en Handicap maakt onderdeel uit van het Trajectbureau. De begeleiding vanuit studie en handicap richt zich op de keuze voor een beroepsopleiding, de overgang van voortgezet (speciaal) onderwijs naar een roc en het voorkomen van dreigende uitval gerelateerd aan fysieke of psychische problematiek. Het steunpunt geeft naast directe begeleiding aan deelnemers via de regionale expertisecentra ook advies aan docententeams. Daarnaast is er veelvuldig contact met ouders en deelnemers over de inzet van de leerlinggebonden financiering. In 2007 waren er 373 deelnemers met een handicap bekend bij het steunpunt (zie onderstaande tabel).

2.1.5. Voorkomen van uitval De extra zorg voor deelnemers is erop gericht het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Voorlichting is hierbij een belangrijk instrument. Uitval kan worden voorkomen wanneer een jongere een duidelijke beroepskeuze maakt en onderwijs volgt dat aansluit bij zijn niveau en belangstelling. De voorlichting aan aspirant-deelnemers wordt steeds meer maatwerk. Het Albeda College neemt deel aan regionale beurzen als Skills Masters in Ahoy, maar ook aan kleinschalige voorlichtingsactiviteiten op vmbo-scholen. Daarnaast geeft het op open dagen toekomstige deelnemers en hun gezinsleden informatie over de opleidingen en beroepsmogelijkheden. Dit jaar zijn ruim veertienhonderd vmbo-leerlingen in het kader van hun praktische sectororiëntatie op bezoek geweest.

hebben, worden gemeld bij het Trajectbureau. De (gedeeltelijk) leerplichtigen gaan naar het Loopbaanpunt waar zij groepsgewijs intensieve loopbaanbegeleiding krijgen om te komen tot een loopbaanplan. Deelnemers van 18 jaar en ouder krijgen individuele begeleiding bij het bepalen van een nieuwe richting in hun loopbaan.

Schoolverzuim In 2007 heeft de invoering van de kwalificatieplicht een nieuwe impuls gegeven aan de verzuimmeldingen bij Bureau Leerplicht. Mentoren in de opleidingen ondernemen actie bij ongeoorloofd verzuim van deelnemers.

Soorten handicaps onder deelnemers:

Convenant uitval

SOORT HANDICAP

SOORT HANDICAP

AUDITIEF

Psychisch 17

Doof 18

Autistisch 43

Slechthorend

Ontwikkelingsachterstand

27

VISUEEL Slechtziend

Niet aangeboren hersenletsel 2 8

Spraak en Taal 18

Blind

Dyscalculie 2

Motorisch 33

Anders 22

Chronisch 105

ZMOK 33

Meervoudig

5

Dyslexie/lees en taalproblemen 40

Totaal

373

Specifieke doelgroepen in het beroepsonderwijs:

Het convenant van OCW met de regiogemeenten, Albeda College en ROC Zadkine met als doel een extra vermindering van uitval met 10% in de regio Rijnmond is succesvol afgerond. In december 2007 is opnieuw een convenant getekend met als doel de komende vier jaar de uitval met 40% terug te dringen. Onderwerpen in dit convenant zijn de aansluiting van het vmbo op het roc, een flexibele instroom en het versterken van de zorgstructuur en de verzuimbegeleiding. Er zijn daarbij nauwe contacten met Bureau Leerplicht en de RMC-steunpunten in Rijnmond. Ook met de jongerenmentoraten in enkele deelgemeenten in Rotterdam wordt in het kader van outreachend werken contact onderhouden om te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in Rotterdam.

Niveau Allochtoon Gehandicapt Beperkte vooropleiding

Flexibele instroom

Niveau 1 1146

Om de flexibele instroom gedurende het jaar te vergemakkelijken is de Toegangspoort ontwikkeld, een samenwerking van de branche AKA en het Trajectbureau: jongeren die nog geen keus hebben gemaakt, kunnen flexibel instromen voor loopbaanoriëntatie. Deelnemers die niet verder willen of kunnen met hun opleiding en geen startkwalificatie

77 1284

Niveau 2 3350 119 2003 Niveau 3 2580

96

711

Niveau 4 2708 102 655 Totaal 22

9784

394

4653

23


2.1.6. Kwaliteitszorg

2.1.7. Onderwijsinspectie

2.1.8. Horizontale verantwoording

Het niveau van de systematische kwaliteitszorg is in 2007 weer sterk verbeterd. Het Handboek Kwaliteitsmanagement is grondig herzien, zodat de branches op basis van scherper gedefinieerde criteria hun onderwijsprestaties konden beoordelen. Ook zijn de richtlijnen en formats voor het uitvoeren van een zelfevaluatie door de branches sterk verbeterd. De vragenlijsten voor het meten van de tevredenheid van deelnemers, medewerkers en BPV-bedrijven en instellingen werden gestandariseerd. Tevens is in het kader van de governance de structurele interne verantwoording aan de Raad van Toezicht in het verslagjaar sterk verbeterd.

Bij het Jaarlijks Bezoek begin 2007 constateerde de onderwijsinspectie op basis van het door haar opgestelde risicoprofiel dat zich geen overwegende kwaliteitsrisico’s voordeden. Ook de risicoprofielen van de onderwijsbranches bleken van dien aard dat er geen aanleiding werd gezien voor het uitvoeren van een Kwaliteits Onderzoek (KO). De inspectie gaf aan onder de indruk te zijn van het beeld dat uit de verantwoordingsdocumenten naar voren komt en adviseerde het Albeda College om de onderwijsprestaties nog meer uit te dragen. Daarnaast sprak de inspectie haar waardering uit over het hoge diplomarendement van enkele opleidingenclusters en, tegen de achtergrond van de regio waarin het Albeda College opereert, ook van de instelling als geheel.

Het onderwijs wordt door de huidige maatschappelijke ontwikkelingen voor een groot aantal uitdagingen gesteld. Als instelling zetten we alle zeilen bij om in voortdurende dialoog met de regionale partners de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Als uitgangspunt geldt hierbij de missie van het Albeda College, dat een gemeenschapsschool met stakeholders wil zijn. De omgeving waarin het Albeda College opereert is zeer divers. De belanghebbenden lopen uiteen van deelnemers, medewerkers, ouders van deelnemers en overheden tot regionale bedrijven en instellingen. Wij maken hierbij een onderscheid tussen relaties op instellings-, branche- en opleidingsniveau.

Kwaliteitszorg in de branches In elk opleidingsteam is een kwaliteitsmedewerker aangesteld, die tot taak heeft om kwaliteitszorg op de agenda te houden en zorg te dragen voor de terugkoppeling van de uitkomsten van kwaliteitsmetingen. Dit heeft er toe bijgedragen dat in een aantal branches deelnemers- en of bedrijvenpanels werden opgestart, die enkele keren per jaar bijeen komen. In deze panels worden ondermeer de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken doorgesproken, met als doel daadwerkelijke verbeteringen te realiseren. Dit heeft er toe geleid dat de betrokkenheid bij het kwaliteitsbeleid vooral op het niveau van de opleidingsteams verder is toegenomen. Kwaliteitszorg is daarmee binnen het Albeda College een prominent aspect van het beleid, dat aantoonbaar bijdraagt aan een hogere onderwijskwaliteit en betere onderwijsprestaties.

Met betrekking tot kansarme doelgroepen adviseerde de onderwijsinspectie het Albeda College om een rendementsdefinitie te ontwikkelen los van diplomabezit, omdat een substantieel deel van deze deelnemers succesvol doorstroomt naar werk of naar een andere opleiding. De inspectie constateerde dat de dialoog met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, de gemeenten en ketenpartners volop plaats vindt, zowel in de oriëntatie op strategisch beleid als in evaluerende en beoordelende zin. Hierin spelen de Werkbanken als platform van bovengenoemde organen ook een belangrijke rol. In zijn algemeenheid sprak de onderwijsinspectie haar vertrouwen uit in de voortgaande ontwikkeling binnen het Albeda College met betrekking tot de borging en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

Instellingsniveau Om de horizontale verantwoording Albeda-breed vorm te geven is in het verslagjaar op basis van een startnotitie verder gewerkt aan de ontwikkeling van de wijze van verantwoorden. Wij constateren dat de branches en opleidingen in toenemende mate investeren in het verbeteren van de dialoog met bondgenoten. De resultaten die tot uiting komen in de zelfevaluatieverslagen 2007 worden als input voor een nulmeting meegenomen in het ontwikkeltraject.

Regionale samenwerking Het Albeda College heeft de ambitie om in het belang van grotere kansen voor de jeugd de relaties met bedrijven en lokale overheden vanuit een regionaal perspectief in te vullen, zoals beschreven in de beleidsnota Regionale Ambities. Wij organiseren regelmatig via diverse platforms, waaronder de werkbanken en regioraden, de dialoog met belanghebbenden. Zo is er op instellingsniveau met bestuurders uit de regio van gedachten gewisseld over onze kwalitatieve en kwantitatieve prestaties, zoals de inhoud van het curriculum en de stijging van het aantal deelnemers dat de school verlaat met een diploma. Het voortijdig schoolverlaten en de zorg voor de kwetsbare doelgroepen zijn complexe problemen die alleen baat hebben bij een gemeenschappelijke aanpak van alle betrokkenen. Het Albeda College wil de horizontale relaties, zowel intern als extern, verder versterken door het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten en convenanten

24

met bedrijven, instellingen en lokale overheden. Onze intentie is hierbij een betrouwbare partner te zijn in een regionaal netwerk van verschillende bondgenoten. Als voorbeeld kan hierbij genoemd worden de samenwerking met het vmbo in bijvoorbeeld de regio Nieuwe Waterweg Noord.

Critical Friends Met de introductie van Corporate Governance wordt beoogd de eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs te versterken. Dit vraagt onder andere om een kritische houding. Een Critical Friend kan daar als een onafhankelijke deskundige een bijdrage aan leveren. In juni 2007 heeft het Alfa College uit Groningen als een Critical Friend met een breed samengesteld team een gedegen onderzoek uitgevoerd bij een representatief aantal opleidingsteams naar de vraag in welke mate opleidingsteams zich de onderwijsvernieuwing hebben eigen gemaakt. Het onderzoek is voor beide partijen zeer succesvol verlopen. De externe feedback was ontwikkelingsgericht en paste goed binnen het cyclisch werken. Dit resulteerde in een set bruikbare aanbevelingen voor bestuur en management die opgenomen worden in de verbetercyclus.

Activiteiten in de branches Ook de branches en de opleidingen organiseren regelmatig activiteiten om de interactie met de belanghebbenden verder te intensiveren. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de onderwijsconcepten die wij in nauwe samenwerking met partners uit het bedrijfsleven en instellingen ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn de bijeenkomsten die de branche Gezondheidszorg structureel organiseert voor beleidsgroepen en coördinatiecommissies én discussiebijeenkomsten voor het werkveld. In iedere bijeenkomst staan belangrijke aspecten van het onderwijs op de agenda, zoals het examenbeleid. Ook is er met een groot aantal zorginstellingen een marketinggesprek gehouden, waarbij nadrukkelijk de onderwerpen tevredenheid en klachten, ontwikkelingen in het onderwijs en het werkveld, trends en identiteit op de agenda stonden. De vertegenwoordigers geven aan deze bijeenkomsten zeer te waarderen. Andere voorbeelden zijn de verschillende activiteiten die de branche Business Services onderneemt om de relatie met het bedrijfsleven te versterken met behulp van een regioraad. 25


Werkbanken De Albeda Werkbank is een platform waarbij vanuit verschillende branches structureel wordt samengewerkt met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren. De samenwerking komt ook tot uiting in onderwijsconcepten waarbij de deelnemers in contextrijke leeromgevingen worden uitgedaagd om het vak in de praktijk te leren en het beste uit zichzelf naar boven te halen. De praktijk wijst uit dat de deelnemers er baat bij hebben. In 2007 zijn er in totaal zestien werkbanken actief, zoals de werkbanken Kappers, Detailhandel, Begeleide Reizen en Distripark Eemhaven. Ook is er een basis gelegd voor zes nieuwe werkbanken, zoals Secretarieel en Zorgboulevard Rotterdam.

Deelnemerstevredenheidsonderzoek (DTO) Inleiding In het najaar van 2007 is er voor het eerst Albeda-breed een deelnemerstevredenheidsonderzoek gehouden, met uitzondering van de branches Inburgering en Reintegratie & Employability.

Methode Het deelnemerstevredenheidsonderzoek (DTO) is digitaal afgenomen via de roc-spiegel. Het DTO werd afgenomen in klasverband. 715 (van de 1309) klassen hebben het DTO ingevuld (respons van 55%). In totaal hebben 9077 deelnemers de enquête volledig ingevuld.

Resultaten Beroepspraktijkvorming Ook op het gebied van beroepspraktijkvorming (BPV) vindt een intensieve dialoog plaats tussen het Albeda College en het bedrijfsleven. Samen met een aantal partners is er een convenant getekend waarbij de partijen zich verplichten om zich in te zetten voor het verhogen van de kwantiteit en de kwaliteit van de stages. De belangrijkste belanghebbenden op het gebied van het BPV-beleid zijn bedrijven en instellingen, de gemeente Rotterdam, ROC Zadkine en de afzonderlijke en samenwerkende kenniscentra. In 2007 heeft deze samenwerking geleid tot voldoende stageplaatsen. In 2008 zal vooral ingezet worden op de kwaliteit van de stageplaatsen. Voorbeelden van concrete activiteiten: - Het inrichten van een stageservicepunt waar deelnemers individueel begeleid worden naar een stageplaats. Een stagemakelaar gaat actief op zoek naar stageplaatsen voor opleidingen waar een tekort is of dreigt te ontstaan. - Het monitoren via de BPV-monitor van de benodigde aantallen stages en de voorziene tekorten, en het waar nodig opzetten van verbeteracties.

Positief Deelnemers voelen zich in grote meerderheid (93%) veilig in hun eigen klas of groep. Ze voelen zich iets veiliger in het schoolgebouw dan rondom het schoolgebouw (respectievelijk 88% en 83%). Ook de sfeer binnen de opleiding vinden de deelnemers in meerderheid goed (84%). De deelnemers in het eerste jaar zijn ook tevreden over de uitvoering van de intake (83%). Deelnemers zijn ook positief over de BPV. Ze kunnen voldoende leren op hun BPV-plek (88%) en ze zijn tevreden over de gegeven BPV begeleiding door het BPV-bedrijf en door school (respectievelijk 83% en 81%). Daarnaast is 85% van de deelnemers tevreden over de toetsing in de BPV. De deelnemers zijn in het algemeen te spreken over de toetsing. Ze zijn voldoende voorbereid op de toetsen door de docenten (82%), ze krijgen genoeg tijd voor het maken van de toetsen (88%) en ze vinden dat toetsen gaan over de geleerde stof (86%). De deelnemers die beschikken over een open leercentrum, vinden dat ze voldoende gebruik kunnen maken van het OLC en dat ze daar rustig kunnen werken (respectievelijk 84% en 80%). Zes van de tien deelnemers kunnen hun studieprogramma sneller of langzamer uitvoeren. Van deze deelnemers is 82% tevreden over de mogelijkheid dit sneller of langzamer te doen. Negatief Ongeveer één op de tien deelnemers maakt gebruik van extra les en begeleiding (13%), schoolmaatschappelijk werk (12%) of hulp bij taal- en leerproblemen (11%), terwijl meer deelnemers daar behoefte aan hebben.

26

Een kwart van de deelnemers heeft behoefte aan extra les en begeleiding en één op de vijf deelnemers heeft behoefte aan hulp bij taal- en leerproblemen. 30% van de deelnemers is ervan op de hoogte dat er hulp bij taal- en leerproblemen bestaat. Nog niet veel deelnemers binnen het Albeda College hebben aan het begin van de opleiding de mogelijkheid om afspraken over de inhoud van de opleiding te maken. Een op vijf deelnemers heeft afspraken over het overslaan van delen van de opleiding en een derde heeft afspraken over het besteden van extra aandacht aan bepaalde onderdelen van de opleiding. 24% van de deelnemers is geïnformeerd over de begeleiding van het starten van een eigen bedrijf, terwijl 50% van de deelnemers aangeeft een eigen bedrijf te willen starten. Tenslotte is 39% van de deelnemers tevreden over de begeleiding bij het starten van een eigen bedrijf.

2.1.9. Examinering Albeda College 2007-2008 In afwachting van de invulling die de onderwijsinspectie zal geven aan de komende audit, is het voor het Albeda College van groot belang om tijd en energie te blijven steken in de kwaliteit van de examinering. In het netwerk Examinering, waarin alle beroepsbranches vertegenwoordigd zijn door hun beleidsmedewerkers, bereiden wij ons inmiddels voor op de komende audit.

Voorbereiding audit Hiervoor zijn de volgende acties ondernomen: - zelfevaluatie examinering: voorafgaand aan de jaarlijkse audits van de Inspectie van het Onderwijs is er een zelfevaluatie Examinering binnen de negen exameneenheden van het Albeda College gehouden. De zelfevaluatie van de instelling speelt in de bewijslast naar de inspectie een belangrijke rol. - Binnen het Netwerk Examinering zijn drie subgroepen opgericht: - De eerste groep bestudeert kritisch de wijze van zelfevaluatie. Een aantal branches, waaronder de branche Welzijn & Onderwijs, gaat als pilot werken met een aangepast format. De aanbevelingen en voorstellen tot verbetering worden in het netwerk besproken en de eventuele aanpassingen worden in de zelfevaluatie voor volgend jaar verwerkt. - Een tweede subgroep binnen het Netwerk Examinering houdt zich bezig met kennisdeling op het gebied van CGO. Hier wordt gekeken naar ontwikkeling en good practices binnen het Albeda College. - Een derde subgroep houdt zich bezig met het ontwikkelen van het CGO Handboek Examinering, waarin de processen rondom CGO en examinering beschreven zijn. De resultaten worden verwerkt in het Handboek Examinering 2008/2009 dat naar verwachting gepubliceerd wordt in augustus 2008.

Resultaten Het beleid rond kwaliteitsverbetering van de examinering begint vorm te krijgen en de implementatie van de procedures is in volle gang. Zonder KCE was er niet zoveel aandacht geweest voor examinering. Hieronder een aantal voorbeelden van verbeteringen: - Examinering staat in het Albeda College hoog op de diverse agenda’s. 27


- De kwaliteit van de examenproducten wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig aangepast - Rondom standaard één, de betrokkenheid en tevredenheid van het beroepenveld, worden acties ondernomen om verbeteringen te bewerkstelligen door examinering prominent op de agenda’s van onder andere de werkbanken, adviesraden en andere overlegvormen te zetten. Ook worden er klanttevredenheidsonderzoeken ontwikkeld, waarbij de leerbedrijven gericht ondervraagd worden over hun betrokkenheid bij en tevredenheid tot onze examinering; - Om aan standaard twee, de tevredenheid van de deelnemers, te voldoen wordt er gewerkt aan de verbeterpunten uit het vorige onderzoek, Nieuwe deelnemertevredenheidsonderzoeken zijn uitgezet en deelnemerspanels opgericht met speciale aandacht voor examinering; - Standaard drie heeft betrekking op de deskundigheid van alle betrokkenen bij examinering. Vanuit HRM en in de branches wordt op verschillende niveaus planmatig gewerkt aan de bijscholing van de medewerkers.

Handboek Examinering Een werkgroep, samengesteld uit docenten, teamleiders, examenleiders en beleidsadviseurs vanuit het Albeda College, heeft in de periode september 2002 tot januari 2003 een Handboek Examinering ontwikkeld. Uitgangspunt was dat het handboek bruikbaar zou moeten zijn voor elk opleidingscluster van het Albeda College, met zoveel mogelijk uniforme afspraken en met behoud van - daar waar dit noodzakelijk was opleidingspecifieke afspraken.

Het Handboek Examinering Albeda College is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - Het moet informatief zijn voor alle examenfunctionarissenen, de schakels in de examencyclus. In het Handboek Examinering zijn voor elke fase van de examencyclus processchema’s opgenomen, met daarin weergegeven de verschillende deeltaken en de namen van degenen die deze deeltaken uitvoeren. Op deze wijze is voor elke examenfunctionaris zichtbaar welk aandeel hij heeft en hoe zich dit verhoudt tot dat van anderen. In principe zou voor elke examenfunctionaris een handboekje op maat te maken zijn, met daarin opgenomen de procedures die voor deze examenfunctionaris van belang zijn. - Het moet een hulpmiddel zijn bij de uitvoering van de taken. In het handboek zijn daarom naast de procedures tevens een reeks instrumenten en formulieren toegevoegd. - Het moet geschikt zijn voor verschillende toetsinstrumenten. Om aan te sluiten bij competentiegericht opleiden en examineren zijn in het handboek daarom procedures opgenomen voor verschillende toetsinstrumenten. Niet alleen zijn afspraken rond schriftelijke klassikaal af te nemen toetsen vastgelegd, maar ook afspraken rond de toetsinstrumenten voor de beroepspraktijkvorming, praktijktoetsen, EVCprocedures, ingekochte toetsinstrumenten en het kwalificerend portfolio. Het Handboek Examinering voldoet aan de KCEstandaarden (versie 2006).

2.1.10. Taalbeleid

2.1.12. Stageboxgelden 2006

In september 2007 vond de eerste interne taalconferentie plaats: ’Alles is taal/taal is alles’. Er waren 120 belangstellenden. Er is bij taal- en vakdocenten veel behoefte aan deskundigheidsbevordering op taalgebied. Afgesproken is om door het jaar heen workshops te organiseren op het gebied van taalontwikkeling.

Deze zijn verstrekt voor het kalenderjaar 2007. Indien de gelden eind 2007 nog niet geheel zijn uitgegeven, kan overheveling naar het volgend kalenderjaar plaatsvinden, mits daarvan melding wordt gemaakt in het evaluatieverslag van maart 2008. In dat geval volgt nog een laatste evaluatieverslag in oktober 2008 met de definitieve einddeclaratie.

Met de gemeente Rotterdam, vier vmbo-scholen, ROC Zadkine en de CED-groep is een project gestart om een doorlopende leerlijn voor taal te organiseren met als doel uitval van vmbo-leerlingen door hun taalniveau te beperken.

Op het gebied van de verantwoording zijn een tweetal afspraken gemaakt. De evaluatie van de ingezette gelden wordt opgenomen in het branchejaarplan en in de zelfevaluatie van de branche. Daarnaast dient er zowel in de branche als bij de stafafdeling Onderwijs dossiervorming plaats te vinden met in elk dossier:

2.1.11. Doorstroom van mbo naar hbo

- Het brancheplan Stageboxgelden 2006, inclusief begroting. - Een schriftelijke verklaring van instemming door KBB. - Een tussentijdse evaluatie in oktober 2007, zowel kwalitatief als kwantitatief. - Een kwalitatieve en kwantitatieve eindevaluatie maart 2008. - Twee declaraties, waarbij duidelijk is waar de gelden aan zijn uitgegeven (september 2007 en maart 2008, eventueel oktober 2008) volgens het format van het declaratieformulier. - Via de BPV-monitor worden drie maal per jaar (in oktober, februari en juni) gegevens aangeleverd voor de landelijke monitoring.

Met een afsluitende RAAT-conferentie is op 1 oktober 2007 een einde gekomen aan de regionale samenwerking tussen mbo en hbo in het kader van het convenant De Doorstroomagenda. In dit convenant werken de roc’s Albeda College, Zadkine en het Da Vinci, de hbo-instellingen Inholland en de Hogeschool Rotterdam samen aan de ambitie de doorstroom van mbo naar hbo met 4 % te verbeteren. Het convenant is niet verlengd daar de partners van mening zijn dat initiatieven ter verbetering van de doorstroom uit het primaire proces dienen te komen. De besturen van de samenwerkende partners hebben wel toegezegd zich te blijven inzetten voor de verbetering van de kwalitatieve en de kwantitatieve doorstroom.

In de jaren daarna is het handboek elk jaar gëvalueerd en waar nodig aangepast. Als gevolg van de komst van het CGO is een aantal procedures, controlelijsten en formulieren uitgebreid. In het Handboek Examinering is er nu sprake van een dubbeling; te weten: een procedure of formulier voor de kwalificaties met eindtermen en een procedure of formulier voor de nieuwe structuur. Ook in 2007 is het handboek wederom geëvalueerd en zijn er verfijningen of verduidelijkingen aangebracht. Diverse procedures die gerelateerd zijn aan de examinering, worden op het intranet rondom het Handboek Examinering gepubliceerd. Het Handboek Examinering is in 2007 opgemaakt in de nieuwe huisstijl van het Albeda College. 28

29


2.1.13. Eerder Verworven Competenties (EVC) Het Albeda heeft een voorlopige erkenning als aanbieder van EVC-trajecten. De voorlopige erkenning loopt per 1-1-2008 af. Voor die datum zou iedere voorlopig erkende aanbieder door KCE ge-audit moeten zijn op het gebied van EVC. Gezien het grote aantal aanmelders bij het Kenniscentrum EVC en het feit dat het vaststellen van beoordelingscriteria door de toezichthouder (KCE) nog niet is afgerond, is de voorlopige erkenning met een jaar verlengd tot 1 januari 2009. Om voorlopig erkend aanbieder te blijven moet er vóór 15 februari 2008 in ieder geval een zelfevaluatie van de aangemelde opleidingen bij de toezichthouder en het Kenniscentrum EVC ingeleverd zijn. Alle EVC-trajecten zijn nog in de opbouwfase en kunnen de grote vraag vanuit het bedrijfsleven nog niet aan. Redenen hiervoor zijn: • Het Albeda College heeft zich gecommitteerd aan de kwaliteitscode van het Landelijke Kenniscentrum EVC op 4 november 2006. Het naleven van deze code vergt de nodige voorbereidingen, zoals deskundigheidsbevordering van de assessoren en portfoliobegeleiders en het creeëren van mogelijkheden en maatwerktrajecten binnen de aangemelde opleidingen. • Voor het ontwikkelen van maatwerktrajecten is het noodzakelijk dat docenten vrijgemaakt worden, gezien de huidige begroting is hier nog geen ruimte voor. • Voor het geven van de opleiding moeten docenten en ruimtes vrij gemaakt worden. Om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscode is in overleg met de branchedirecteuren besloten om in fases als EVC-aanbieder te groeien. Om de deskundigheid van de assessoren te vergroten, hebben alle EVC-assessoren van de aangemelde opleidingen (Albeda-breed twaalf personen) inmiddels een assessorentraining afgerond.

30

2.2. Beroepsonderwijs Gaat het over het onderwijs, dan gaat het over de twaalf branches. Daar ligt de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en uitvoering van de lessen, binnen de door het College van Bestuur gestelde kaders. De onderwijsvisie is hierin leidend. Het Albeda College onderscheidt negen beroepsbranches en drie branches voor volwasseneneducatie. Hieronder volgen eerst de ontwikkelingen binnen de negen beroepsbranches.

2.2.1. Branche AKA Vertaling onderwijsvisie De branche AKA heeft in 2007 verder gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van competentiegericht onderwijs. Daarbij stonden de volgende ankerpunten van de onderwijsvisie centraal: de loopbaan van de deelnemer als vertrekpunt, leren in betekenisvolle (beroeps-)contexten en de pedagogisch-didactische benadering.

Terugblik op 2007 De doelstellingen en acties van de branche AKA zijn gerelateerd aan de thema’s toegankelijkheid, transparantie, toepasbaarheid en tevredenheid. Toegankelijkheid Om de toegankelijkheid van ons onderwijs te bevorderen hebben we ingezet op strategische samenwerking met vmbo en praktijkscholen. Verder hebben we gezorgd dat de AKA-instroomgroepen zijn gecontinueerd, waardoor instroom op ieder moment in het jaar mogelijk is. De AKA- trajecten zijn bovendien zo opgezet dat ze de deelnemer begeleiden van startniveau naar uitstroomprofiel richting arbeidsmarkt of doorstroom naar niveau 2. Transparantie Om de transparantie te verbeteren is de deelnemersregistratie vernieuwd, waardoor geautomatiseerde monitoring en rapportage mogelijk is geworden. Een eerste rapportage middels het nieuwe registratiesysteem is de registratie en de analyse van de AKA-uitstroom 2005-2006. Het nieuwe systeem stelt ons ook in staat om structureel inzicht te verkrijgen in het doorverwijzen en herplaatsen van deelnemers. Verder zijn we in 2007 het bestand van geaccrediteerde leerbedrijven in een geautomatiseerd systeem gaan beheren.

Toepasbaarheid Om de lesstof beter aan te laten sluiten op de praktijk zijn voor alle uitstroomdifferentiaties leer- en proceslijnen uitgezet, inclusief voor het vak Nederlands. Elk uitvoerend onderwijsteam heeft hiervoor een scholingstraject gevolgd. Het Leerwerkbedrijf in verzorgingstehuis Rubroeck is voortgezet en vanwege de positieve resultaten uitgebreid naar verzorgingshuis Arcadia. Verder zijn er samenwerkingsprojecten opgezet met bedrijven in kansrijke branches voor laagopgeleiden, zoals de thuiszorg en de detailhandel. Een voorbeeld is het initiatief dat met de HEMA is gestart. Tevredenheid Om de tevredenheid over ons onderwijs ook van buitenaf te laten beoordelen, betrekken we onafhankelijke deskundigen en relevante externe belanghebbenden bij het beoordelen en het vormgeven van het onderwijs. Er zijn tevredenheidsonderzoeken gehouden onder deelnemers, medewerkers en leerbedrijven die input hebben geleverd voor de zelfevaluatie 2007 en verbeteracties voor 2008. Ook is de betrokkenheid van de leerbedrijven bij de examinering uitgebreid, onder andere door examinering op de werkvloer en inspraak bij de examencommissie.

• Verbetering van het monitoren van het interne en externe rendement van AKA-trajecten. 2. Invoering CGO: • Implementatie van het vernieuwde kwalificatiedossier AKA 2008. • Kwaliteitsverbetering in de uitvoering van AKAtrajecten door extra CGO-scholing voor docenten. • Verdere concretisering van de leerlijnen Nederlands, Rekenen, Leren Loopbaan en Burgerschap. 3. Uitbreiding zorgstructuur • Uitbreiding van Zorg- en Advies Teams (ZAT) naar alle Arbeidsgerichte Leertrajecten-teams. • Zoeken naar (financiële) mogelijkheden om de samenwerkingsrelaties met de hulpverlening verder uit te breiden. Hierdoor kunnen zowel het onderwijs als de hulpverlening sterker vanuit de eigen rol een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van goede trajecten voor risicojongeren.

Over de resultaten van haar acties heeft de branche een aantal verantwoordingsdocumenten en rapportages opgesteld. Deze zijn bestemd voor interne belanghebbenden, zoals het College van Bestuur en de Albeda-branches die AKA uitvoeren, maar ook voor externe ketenpartners, zoals samenwerkende onderwijsinstellingen, subsidieverstrekkers, waaronder de gemeente Rotterdam, OCW en MBO 2010.

Vooruitblik 2008 Voor het jaar 2008 stelt de branche AKA rond een drietal thema’s de volgende doelen: 1. Onderwijsvisie Albeda College: • Vormgeven van samenwerkingsverbanden met speciaal onderwijs, vooral Regionale Expertise Centra. • Uitbreiden en verankeren van de strategische samenwerking met vmbo en praktijkscholen. • Vormgeven van doorstroomprogramma’s in samenwerking met de medewerkers van niveau 2. • Ontwikkelen van een AKA EVC-procedure, mede in het kader van de leerwerkplicht. 31


2.2.2. Branche Business Services Vertaling onderwijsvisie Wij brengen de onderwijsvisie in praktijk door intensief contact te onderhouden met het beroepenveld om zo de aansluiting van het onderwijs op de praktijk te verbeteren. Het stelt ons in staat om onze deelnemers een goede persoonlijke en professionele begeleiding te geven. Verder besteden we veel aandacht aan de zorg voor onze medewerkers en hun persoonlijke ontwikkeling.

Terugblik op 2007 De branche Business Services bestaat uit drie clusters: Facilitaire Dienstverlening (FD), ICT-academie en Veiligheidsacademie. Realisatie doelstellingen 2007 Een eerste doelstelling was de structurele betrokkenheid vanuit het werkveld integreren in de branche. Dit is gerealiseerd door het opzetten van de Regioraden ICT en Beveiliging. In deze regioraden zitten behalve relevante bedrijven ook vertegenwoordigers van lokale overheden en diensten. De regioraden komen twee tot vier maal per jaar bijeen en hebben onder andere tot doel om blijvend te monitoren of het onderwijs en de examinering aansluiten op de beroepspraktijk. Een regioraad FD is in ontwikkeling. In toenemende mate benaderen organisaties het cluster FD voor onderwijskundige samenwerking. Een goede studieloopbaanbegeleiding en zorgstructuur is essentieel voor de deelnemer en vormde een tweede doelstelling voor 2007. Een persoonlijke benadering van de deelnemers leidt immers vaak tot beter gekwalificeerde deelnemers en dus tot meer rendement. Deelnemers worden daarom nog meer dan voorheen gevolgd en betrokken bij het onderwijs. Verzuim vindt steeds minder plaats, door de effectieve aanpak binnen de diverse clusters en de intensievere samenwerking met het Trajectbureau. Een derde doel was het HRM-beleid binnen de branche te professionaliseren door structureel POPen functioneringsgesprekken met medewerkers te voeren. De loopbaan van de medewerker staat immers centraal. Zo krijgt het management naast de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek onder medewerkers een goed beeld van de wensen en 32

ideeën die binnen de onderwijsteams leven. De komst van het CGO, de nieuwe kwalificatiedossiers en het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap vragen een omslag van de medewerkers op het niveau van gedrag en betekenisgeving. Belangrijk daarbij is dat onze professionals de kans krijgen hun eigen verantwoordelijkheid te benutten en de sterke punten van hun collega’s te leren kennen en waarderen. Deskundigheidsbevordering is daarom vanaf 2007 een zeer essentieel onderdeel van het HRM-beleid. Verantwoording De branche verricht ieder jaar tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers en eenmaal in de twee jaar onder medewerkers, en klanten uit de beroepspraktijk. Daarnaast gaat de branchedirecteur jaarlijks in gesprek met deelnemers van de verschillende clusters. Om aan de eisen te voldoen die de samenleving en de beroepspraktijk stellen aan de opleidingen, zijn de al eerdergenoemde regioraden opgericht.

Vooruitblik op 2008 De komende twee jaar zullen in het teken staan van de voorbereiding op de invoering in 2010 van het CGO bij alle clusters. Het cluster ICT is hier al langer mee bezig vanuit de taskforce IT-ontwikkeling 2003. Bij het cluster Beveiliging wordt er sinds twee jaar met CGO geëxperimenteerd. Bij het cluster Facilitaire Dienstverlening is het kwalificatiedossier pas dit schooljaar opgeleverd, waardoor het voor dit cluster een grote uitdaging zal zijn om het gehele onderwijs competentiegericht te hebben in 2010. Naast de invoering van het CGO zal ook het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap een plek moeten krijgen binnen de branche.

2.2.3. Branche Gezondheidszorg

waar mogelijk delen van opleidingen of activiteiten te standaardiseren.

Vertaling onderwijsvisie De vijf ankerpunten van het Albeda College zijn herkenbaar in de uitwerking van alle onderdelen van de innovaties die het afgelopen jaar binnen de branche Gezondheidszorg zijn uitgevoerd. De branche heeft haar beleid ten aanzien van de onderwijsvernieuwing beschreven in de notitie Unit Gezondheidszorg op weg naar 2020. In deze notitie wordt per ankerpunt beschreven welke onderwijsvernieuwingtrajecten in gang gezet worden. De hieronder genoemde interne pilots en de onderwerpen voor de denktanks, bedoeld om de samenwerking met het werkveld te intensiveren, sluiten goed aan bij de onderwijsvisie van het Albeda College.

Terugblik op 2007 In het schooljaar 2006-2007 heeft de branche Gezondheidszorg vijf interne pilots gestart om de kennis uit eerdere pilots te verbreden. De vijf pilots zijn: • Het verbeteren van de doorstroom vanuit de AKAopleiding naar de beroepsopleidingen, vooral naar de opleiding Helpende Welzijn. • Het invoeren van mediation voor deelnemers binnen meerdere opleidingen. • Het bevorderen van de deskundigheid van werkbegeleiders uit het werkveld. • Het opzetten van een leerafdeling in algemene zieken, verpleeg- en verzorgingshuizen. • Leren van de landelijke experimenten met CGO. Momenteel lopen de experimentele CGOopleidingen Helpende Zorg&Welzijn, Verzorgende en MBO-verpleegkundige. Door de zogenaamde Denktanks is de samenwerking met het werkveld geïntensiveerd. De Denktanks zijn de plaats voor overleg, discussie en het elkaar voorzien van input over relevante onderwerpen betreffende onderwijsvernieuwing. De onderwerpen waren in 2007: visie, intake en loopbaanbegeleiding, fasering en structuur, examinering en het centraal stellen van de deelnemer. Per opleidingsniveau (1/2, 3 en 4) hebben drie bijeenkomsten plaatsgevonden. Er is gekozen voor aparte bijeenkomsten per opleidingsniveau om recht te doen aan de specifieke kenmerken van elk niveau en de bijbehorende belangen van het werkveld. De uitkomsten van de Denktanks hebben de basis gevormd voor onderzoek naar verschillen en overeenkomsten. Een uitkomst van dit onderzoek is de poging om

Van het kaderstellende document voor de invoering van CGO, Klaar voor de Start, zijn de onderdelen onderwijsmodel, onderwijs ontwerpstrategie, examinering en visie gerealiseerd. De voor de onderwijsvernieuwing opgezette projectstructuur, waarin alle actoren een plaats hebben gekregen, heeft in 2007 goed gefunctioneerd. De fasering en structurering van het onderwijs en de studieloopbaanbegeleiding verkeren nog in de conceptuele fase en moeten absoluut nog verder worden uitgewerkt, uiteraard in overleg met het werkveld. De branche Gezondheidszorg heeft verder tevreden deelnemers, medewerkers en contacten in het werkveld, zo blijkt uit de tevredenheidonderzoeken van de branche zelf, de marketinggesprekken met de aangesloten zorginstellingen, de JOB-enquête en de MBO-kaart 2006.

Vooruitblik op 2008 De belangrijkste uitdaging voor de branche de komende twee schooljaren is het uitvoeren van het projectplan Klaar voor de Start, zodat in 2010 alle kwalificaties in CGO worden aangeboden. Dit houdt onder meer in dat delen van het onderwijs experimenteren met CGO en andere nieuwe onderwijsvormen, zoals de elektronische leeromgeving I-care en het werken met ‘Prestaties’ en ‘Beroepsprodukten’. De resultaten daarvan moeten worden geïmplementeerd in de onderwijsteams. Medewerkers moeten voorbereid worden op hun toekomstige rollen en hun deskundigheid moet worden vergroot. De onderwijsvoorzieningen op het gebied van onder andere leslokalen en ICT moeten aangepast worden aan de eisen van het CGO. Het werkveld wordt nadrukkelijk bij deze ontwikkelingen betrokken. Enerzijds door de contactpersonen in het werkveld gericht te informeren en uit te nodigen voor discussiebijeenkomsten, anderzijds door hen te laten participeren in het ontwikkelen van lesprogramma’s en examens.

33


2.2.4. Branche Handel & Commercie Vertaling onderwijsvisie De branche Handel & Commercie heeft in 2007 haar lange termijn visie als volgt geformuleerd: “De branche straalt kwaliteit uit, passend binnen de context van de opleidingen waartoe zij opleidt.” Daaraan gerelateerd zijn diverse acties uitgevoerd of in gang gezet, gebaseerd op de onderwijsvisie van Albeda College en de vijf ankerpunten. Invoering van CGO is voor de meeste opleidingen gestart.

Terugblik op 2007 In 2007 is, in samenwerking met het Kennis Centrum Handel, voor betrokken medewerkers een training opgezet om de veranderende rol in de contacten met het bedrijfsleven een professionele invulling te geven. Doel hierbij is een duurzame relatie met het bedrijfsleven. De al bestaande praktische sectororiëntatie blijft een belangrijke rol spelen in de keuzemomenten voor de potentiële deelnemer. Gedurende de opleiding is verder bij elk team het panelgesprek met deelnemers een vast onderdeel geworden. Het project BOL op de Winkelvloer/ Werkvloer is bovendien flink uitgebreid. Er waren in 2007 acht groepen die dit traject op diverse winkelcentra en bedrijventerreinen volgden. Voor de opleidingen die nog sterk locatiegebonden zijn, geldt dat de praktijk beter wordt benaderd door het gebruik van contextrijke projecten. Deelnemers krijgen hierbij op school in simulatieomgevingen praktijkles, of werken en leren bijvoorbeeld via een samenwerkingsverband in een winkel, zoals de Prijsmepper. Verder is intensieve samenwerking tot stand gekomen met H&M, The Greenery en V&D/de Bijenkorf. Voor de branche is internationalisering een noodzaak. Naast individuele stages in het buitenland zijn grotere groepen voor hun BPV naar Izmir, Malta, Engeland of Spanje uitgezonden. De cluster Internationale Handel en Groothandel zette extra in op de kansarme deelnemer door middel van de start van een traject Logistiek Medewerker op niveau 2 bij The Greenery. Het traject blijkt zo succesvol dat deze als basis zal dienen voor verdere uitbouw naar de opleiding Logistiek Teamleider (niveau 3) en Logistiek Supervisor (niveau 4). Zo kan uiteindelijk een compleet scala aan opleidingen logistiek worden aangeboden.

34

Hoewel de branche in haar begeleiding geen onderscheid wil maken op basis van etniciteit, is extra aandacht besteed aan allochtone deelnemers. De stageboxgelden zijn deels aangewend om de relatie van het Albeda College met het thuisfront van deze deelnemers te versterken en zo extra motivatie voor het afronden van de opleiding te creëren. Huisbezoeken aan alle deelnemers van niveau 1-2 in combinatie met extra uren voor mentoraat en BPV-begeleiding lijken de uitval te verkleinen en het succesvol functioneren van de deelnemers te vergroten. In dit verband moet ook het empowerment-traject genoemd worden, dat focust op het leren formuleren van en het vasthouden aan een positief zelfbeeld. De eerste fase is inmiddels met succes afgerond: 85% van de deelnemers was minimaal zes van de zeven dagdelen aanwezig en is hiervoor beloond met een speciaal certificaat. Voor het cluster Albeda Business College (ABC), met als doelstelling het verder uitbouwen van het ABC, zijn in september twee nieuwe CGO-opleidingen gestart: International Travel and Tourism Studies en International Hospital and Banqueting Studies. Binnen hetzelfde cluster is het streven om de opleiding Commercieel medewerker Bank- en Verzekeringswezen geheel in CGO-structuur aan te bieden geslaagd.

Vooruitblik naar 2008 Consolideren en upgraden zijn de kernwoorden voor het beleid van 2008. Er zal meer aandacht zijn voor deskundigheidbevordering van docenten, die in 2008 twee dagen stage gaan lopen bij diverse bedrijven. Daarnaast wil de branche haar externe contacten blijvend onderhouden. Het opzetten van een advisory board, bestaande uit contactpersonen uit het bedrijfsleven, staat daarom hoog op de prioriteitenlijst. Deze advisory board zal een belangrijke klankbordfunctie gaan vervullen. In 2008 zullen verder de eerste EVC-trajecten voor zittend personeel bij the Greenery van start gaan. De cluster ABC zal worden aangevuld met de opleiding International Accountancy and Finance Studies. De invoering van CGO voor de laatste opleidingen volgt in 2009. Competentiemeting met een passend instrument voor de al met CGO gestarte opleidingen volgt in 2008, waarbij gebruik zal worden gemaakt van het door Bencompetent© ontwikkelde materiaal.

2.2.5. Branche Horeca & Toerisme

2.2.6. Branche Lifestyle, Sport & Entertainment

Vertaling onderwijsvisie

Ieder onderwijsteam heeft in 2007 de vrijheid gekregen een eigen route te kiezen bij het verder implementeren van de onderwijsvisie. Aangezien de situatie bij elk team anders is, verschilde de focus per team. Er is in ieder geval op alle vlakken voortgang geboekt, vooral op het gebied van de loopbaan van de deelnemer en het creëren van een contextrijke leeromgeving.


Terugblik op 2007 De branche Horeca & Toerisme heeft zich in 2007 vooral gericht op de invoering van CGO in 2010. Bij meer dan de helft van de nieuw gestarte opleidingen wordt geëxperimenteerd met CGO. Om CGO te ondersteunen is structurele, brancheoverstijgende scholing ingezet voor de betrokken medewerkers. Tevens wordt er geparticipeerd in onder meer landelijke ontwikkelnetwerken en MBO 2010. Ten opzichte van het Albeda-brede invoeringsplan voor CGO ligt de branche volledig op schema. Als het gaat om horizontale verantwoording heeft de branche in 2007 regelmatig bijeenkomsten met het bedrijfsleven georganiseerd. De bedrijven waar onze deelnemers hun beroepspraktijkvorming doen, worden met regelmaat bezocht. Verder zijn er onder andere ouderavonden en informatiebijeenkomsten georganiseerd. Middels enquêtes met DTO, MTO, JOB en MBO-kaart zijn ketenpartners bij het onderwijs betrokken. De branche heeft zich door middel van een zelfevaluatie, het branchejaarplan en het managementcontract richting het CvB en de eigen medewerkers verantwoord. Nieuw in 2007 is het vastleggen door teams en managers van het beleid in teamplannen. Verder is er structureel team- en managementoverleg, waar verantwoording een vast onderdeel van is. Daarnaast beschikt de branche over een actieve medezeggenschapsraad.

Vooruitblik op 2008 De branche heeft in afwachting van de voorwaarden waarbinnen zij het komende schooljaar mag opereren nog geen concrete doelstellingen benoemd. Het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs en de examinering, en het verder implementeren van CGO zal in ieder geval centraal staan. Daarbij zullen de belangen van deelnemers, medewerkers en stakeholders goed worden behartigd.

De onderwijsvisie vormt het uitgangspunt bij het inrichten van ons onderwijs. De ankerpunten bieden houvast bij het uitzetten en vasthouden van de koers op weg naar de volledige implementatie van het Competentiegerichte onderwijs in 2010. Er is gekozen voor een gefaseerde invoering van CGO in de branche. De opleidingen Theater, Dans en Muziek van het cluster Entertainment worden al vanaf de start in respectievelijk 2002, 2005 en 2006 competentiegericht gegeven. Sport begint in augustus 2008 met niveau 2 en breidt dit jaarlijks met een niveau uit. Lifestyle start officieel in 2010, maar groeit er vanaf 2007 al geleidelijk naar toe.

Terugblik op 2007 In de branche Lifestyle, Sport & Entertainment (LSE) leiden we op vanuit de overtuiging dat sport-, cultuur- en lifestyle-uitingen een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Ze vergroten immers de eigenwaarde van burgers en bevorderen daarmee de sociale cohesie. Bovendien bieden deze uitingen de mogelijkheid tot een positieve tijdsbesteding en draagt sport ook nog eens bij tot een goede gezondheid. De branche Lifestyle, Sport & Entertainment wil zich profileren op grond van goede relaties met het werkveld en met het toeleverende en het vervolgonderwijs. Ook streeft de branche ernaar zich te onderscheiden door de kwaliteit van het onderwijs. Een contextrijke leeromgeving is daarvoor essentieel. We willen nieuwe arbeidsmarkten ontdekken en beïnvloeden, door te laten zien wat mbo’ers kunnen betekenen voor niet alleen het bedrijfsleven, maar ook voor de woonomgeving. Dat doen we door de betrokkenheid van het werkveld bij het onderwijs te vergroten: steeds vaker wordt vertegenwoordigers uit het werkveld om hun mening gevraagd middels tevredenheidsonderzoeken en tijdens werkveldbijeenkomsten. Op deze manier leveren deze vertegenwoordigers een belangrijke bijdrage aan de vernieuwing en verbetering van ons onderwijs. Om de ambities van de branche te realiseren stellen we jaarlijks nieuwe doelen vast. Voor 2007 is gekozen voor: • Het verbeteren van de informatievoorziening aan deelnemers en docenten door het benutten van digitale communicatiemiddelen. • Het verhogen van het rendement, voorafgegaan 35


door onderzoek om inzicht te verkrijgen in de redenen van uitval. Uit dat onderzoek is gebleken is dat sociale en/of persoonlijke problemen, verzuim, of een verkeerde opleidingskeuze daarbij een belangrijke rol spelen. Het verhogen van het rendement zal ook in de komende jaren een belangrijk doel blijven. • Het aanleggen van de infrastructuur die nodig is voor de implementatie van de onderwijsvisie en het invoeren van CGO. Personeel is geschoold en diverse nieuwe contacten zijn gelegd bij gemeenten en hbo-instellingen. • Het ontwikkelen van exameninstrumenten voor de opleidingen die onder de experimentele regeling vallen. Dit heeft geresulteerd in de Proeve van Bekwaamheid in het Productiehuis, wat ons de Cees Datema-prijs opleverde. • Het optimaliseren van het kwaliteitszorgproces in de branche door een verbetering van de instrumenten van zelfevaluatie en examinering. Hier is een flinke vooruitgang geboekt: veel meer medewerkers en deelnemers dan in voorgaande jaren zijn betrokken bij de zelfevaluatie, waardoor de Plan, Do, Check, Act-cyclus (PDCA-cyclus) meer inhoud heeft gekregen.

Vooruitblik op 2008 Voor 2008 stelt de branche Lifestyle, Sport & Entertainment de volgende doelen: • Het geleidelijk uitbouwen, vullen en in gebruik nemen van de functies van het Portaal, dat Intranet gaat vervangen, ten behoeve van het onderwijs en de communicatie naar deelnemers en medewerkers. • Het bevorderen van de betrokkenheid van deelnemers bij de opleiding op een wijze die past bij de deelnemers. Denk hierbij aan excursies, jamsessies en het betrekken van de informele leeromgeving bij het leerproces. • Het verder terugdringen van de uitval door het aanpakken van de oorzaken die in 2007 uit onderzoek naar voren zijn gekomen. • Het verbeteren van de voorlichting aan en de selectie van nieuwe deelnemers. • Het uitbreiden en intensiveren van de dialoog met ketenpartners, zoals werkbanken, onafhankelijke deskundigen, deelnemersplatforms en vmbo en hboinstellingen. • Het profileren van het cluster Sport & Entertainment door in te spelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en binnen de hedendaagse culturele 36

dynamiek. Kruisbestuiving en dwarsverbanden tussen de clusters zullen daarbij worden bevorderd. • Het ontwikkelen en implementeren van een geaccrediteerd Impresariaat ten behoeve van de BPV van het cluster Entertainment: Roots & Routes als bemiddelaar tussen kunstvakonderwijs en de beroepspraktijk.

2.2.7. Branche Secretarieel & Administratie Vertaling onderwijsvisie In de branche is per augustus 2006 op basis van de onderwijsvisie van het Albeda College in alle reguliere opleidingen de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur ingevoerd. Bewust is gekozen om de start van deze onderwijsinhoudelijke vernieuwing te laten samenvallen met de aanpassing van de organisatie en scholing van personeel.

Terugblik op 2007 Voor 2007 waren een aantal doelen gesteld, die niet allemaal zijn gehaald. Teams zouden meer eigen verantwoordelijkheid krijgen voor het behalen van resultaten en voor het inrichten van het onderwijs, gezien de verschillen in doelgroepen en teamcompetenties. Ook zouden teams meer invloed krijgen op het wervings- en aannamebeleid, op scholing en op de wijze waarop functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd. Er zijn absoluut goede aanzetten gegeven in deze richting, maar door gebrek aan financiële middelen en vertraging bij de invoering van het benodigde HRM-beleid is de branche in 2007 bij een aantal doelen minder ver gevorderd dan de bedoeling was.

Vooruitblik op 2008 De doelen die de branche Secretarieel & Administratie in 2007 stelde blijven overeind voor 2008. In 2008 wordt het taalbeleid verder uitgerold door de inzet van 3 fte aan taalcoaches die de teams gaan ondersteunen bij het integrale taalbeleid. Ook de betrokkenheid van het werkveld bij ons onderwijs zal verder worden vergroot. Hoewel de experimenten om duurzame BPV-relaties aan te gaan met één bedrijf of een bedrijvencluster niet zonder kinderziektes blijken, vinden we deze experimenten interessant genoeg om mee door te gaan. Zo wordt in 2008 een soortgelijke samenwerking gezocht met de Creative Factory in Rotterdam. In overleg met de onderwijsteams zijn aan deze doelen nog een aantal andere doelen toegevoegd. Het verbeteren van de ontplooiingsmogelijkheden van medewerkers is daarvan een voorbeeld. Daarnaast is de verbetering van de leeromgeving, de begeleiding en de zorg op de agenda gezet. Ook zal er meer aandacht zijn voor verbetering van het intakebeleid en het voorkomen van lesuitval.

Wel is in 2007 een nieuwe en enthousiaste start gemaakt met het verbeteren van de Nederlandse taalvaardigheid van deelnemers. Ook is de betrokkenheid van het werkveld bij de inrichting van het onderwijs en de examinering vergroot. Onze partners in het werkveld zijn tevreden over ons onderwijs, maar de branche wenst een duurzamere relatie met deze partners. Daarom is in 2007 samenwerking gezocht met het landelijke stageorgaan ECABO. De stageboxgelden zijn daarbij van groot belang (zie ook de paragraaf over stageboxgelden in dit hoofdstuk). De branche heeft zich daarnaast in 2007 sterk gemaakt voor experimenten met onderwijs buiten de onderwijslocaties en initiatieven om duurzame BPVrelaties aan te gaan met één grote organisatie of een cluster van organisaties. De samenwerking met het Reuma-verpleeghuis en het bedrijfsverzamelgebouw De Cabalero-fabriek in Den Haag zijn daar voorbeelden van.

37


2.2.8. Branche Techniek Vertaling onderwijsvisie De activiteiten binnen de branche Techniek stonden in 2007 in het teken van de verdere implementatie van de onderwijsvisie en de invoering van competentiegericht onderwijs.

Terugblik op 2007 Veel energie is gestopt in het intensiveren van de samenwerking met het werkveld, in het bijzonder met het bedrijfsleven en de instellingen voor vmbo en hbo. Intern is de aandacht uitgegaan naar optimalisering van de beleid- en controlecyclus op teamniveau en verbetering van de operationele processen. Zoals gepland zijn de resultaten van de tevredenheidsonderzoeken onder deelnemers en leerbedrijven naar de ondervraagden teruggekoppeld. Per augustus 2007 is het aantal opleidingen dat op basis van CGO wordt aangeboden met zeven uitgebreid. Omdat competentiegericht opleiden een beroep doet op andere kwaliteiten van docenten, heeft zowel op individueel als op teamniveau scholing plaatsgevonden. De branche Techniek meent dat een goede afstemming van vraag en aanbod van arbeid alleen samen met het bedrijfsleven tot stand kan worden gebracht. Daarom is het afgelopen jaar met externe partners hard gewerkt aan de ontwikkeling van de RDM-Campus, gelegen in de Rotterdamse Stadshavens. Onder het motto Research, Design en Manufacturing wordt het terrein van de voormalige Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) ontwikkeld tot vestigingsplaats voor de creatieve en innovatieve maakindustrie en voor bedrijven die zich richten op de ontwikkeling van nieuwe energiedragers. In de nabije toekomst zal op het terrein een breed cluster van opleidingen metaaltechniek zijn gehuisvest, evenals de onderhoudsopleidingen van onze branche. Daarnaast biedt de RDM-Campus onderdak aan verschillende technische opleidingen van de Hogeschool Rotterdam. In samenwerking met Roteb Lease is door het cluster Mobiliteit een nieuw concept ontwikkeld voor medewerkers van Roteb, die bij de branche Techniek een opleiding bedrijfsautotechnicus kunnen volgen. Het leren in de context van het beroep en specifieke vormen van begeleiding moeten de instroom van nieuwe 38

medewerkers bij Roteb vergroten. Zittend personeel wordt gestimuleerd zich binnen het bedrijf verder te ontwikkelen, waardoor het verloop wordt beperkt. Door het cluster Bouw & Wonen is in 2007 op één van de Albeda-locaties een nieuwe eigentijdse leerruimte gecreëerd. Daardoor is het nu veel beter mogelijk om het leren van en met elkaar vorm en inhoud te geven. Om de praktijk dichter bij de opleiding te brengen, worden bij de beoordeling van de deelnemers op school nu ook de leerbedrijven betrokken.

Vooruitblik op 2008 Voor 2008 wordt ingezet op het onderhouden en verder uitbouwen van (kennis-)netwerken met externe partners. De branche zal zich naar de omgeving toe nog duidelijker gaan profileren als een instelling die kwalitatief goede opleidingen aanbiedt waarmee bedrijven hun in- en doorstroomstrategie kunnen ondersteunen. Uitgangspunt daarbij is niet de opleiding, maar het loopbaanperspectief van de deelnemer. Met ingang van augustus 2008 vindt integrale invoering van CGO plaats voor alle opleidingen op niveau 2. In relatie daarmee zal aan de competentieontwikkeling binnen de teams aandacht gegeven blijven worden. De begeleiding van de deelnemers tijdens de BPV zal worden geïntensiveerd. De faciliteiten die daarvoor nodig zijn, zullen substantieel worden uitgebreid.

2.2.9. Branche Welzijn & Onderwijs Vertaling onderwijsvisie Ook de branche Welzijn & Onderwijs laat zich in beleid en uitvoering leiden door de ankerpunten uit de onderwijsvisie. Deze vormen een goede leidraad om de eigen organisatie te blijven verbeteren, zowel voor medewerkers als voor deelnemers.

Terugblik op 2007 Het jaar 2007 is voor de branche een jaar geweest waarin is gewerkt aan zowel de interne organisatie als aan de relatie met externe stakeholders. Voor de branche hebben hierbij een aantal doelstellingen centraal gestaan: • Implementatie van de onderwijsvisie en de voorbereiding op de invoering van CGO. • Vergroten van de samenwerking met het werkveld op operationeel en strategisch niveau. • Verbetering van de interne kwaliteitszorg, waaronder de wijze van planvorming, de afstemming met de stafdiensten en de kennisdeling binnen de branche.

Vooruitblik op 2008 In 2008 zal worden voortgebouwd op de basis die in 2007 is gelegd. De invoering van CGO is daarbij het hoofdthema. Kernwoorden zijn contextrijk leren, maatwerk voor de deelnemers en doorlopende leerlijnen. Over deze ontwikkelingen willen we in 2008 voortdurend in contact staan met het werkveld, zodat wij ons voordeel kunnen doen met de daar aanwezige kennis over het beroep. Maar ook met de eigen medewerkers willen we over deze onderwerpen in gesprek blijven, zodat zij hun werkprocessen kunnen gaan aanpassen aan het competentiegericht onderwijs. Het vergroten van het taal- en rekenniveau van de deelnemers is een speerpunt, evenals het zorg dragen voor voldoende kwalitatief goed personeel.

Terugkijkend op 2007 kan geconstateerd worden dat op alle drie de doelstellingen veel is bereikt. In de vorm van onderwijsprogramma’s en een projectplan is de basis gelegd voor een meer gestructureerde invoering van CGO. Ook de infrastructuur voor de contacten met het werkveld is vormgegeven en we hebben ondanks de groei van het aantal deelnemers voldoende stageplaatsen kunnen vinden. Bovendien heeft de branche een eigen plan voor kennisdeling. Het afstemmen van plannen en initiatieven met de stafdiensten is nog voor verbetering vatbaar, evenals het afstemmen van de planvorming op teamniveau en op brancheniveau. Verantwoording De invoering van het competentiegerichte onderwijs vraagt van de branche een continue afstemming met de betrokkenen. Door het inzetten van deelnemerspanels vragen we van onze deelnemers feedback op onze ideeën en producten. Met het werkveld zijn we in overleg over de ontwikkelingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Intern verantwoorden we ons door onze beleidscyclus, waarin de teamjaarplannen en het branchejaarplan centraal staan. Binnen de branche, en naar het College van Bestuur wordt gebruik gemaakt van een managementcontract. De jaarlijkse zelfevaluatie gebruiken we om te laten zien in welke mate we onze doelstellingen hebben gerealiseerd. 39


2.3. Volwasseneneducatie Marketing & Verkoop M&V De afdeling Marketing&Verkoop coördineert het relatiebeheer, aanbestedingsprocedures en offerteprocessen voor de drie branches Toeleiding, Inburgering en Re-integratie & Employability. Elk jaar wordt een Strategisch Verkoopplan vastgesteld. Hierin geven de branches Toeleiding, Inburgering en Reintegratie & Employablity met Marketing & Verkoop de verkoopambities aan voor dat jaar. Eind 2006 was de verwachting dat in 2007 het Albeda College een stap terug zou moeten doen in de inburgeringsmarkt. Met name de komst van de wet Inburgering betekende immers een sterke toename in de concurrentie op prijs en prestatie. Om deze reden werd in 2007 ingezet op consolidatie van het verkoopresultaat van 2006 (circa €7,5 miljoen).

Uniek verkoopresultaat De prognose voor 2007 is ruimschoots overschreden. Tot eind november is voor bijna 39 miljoen euro aan offertes en subsidieaanvragen opgesteld en ingediend. Daarvan is ruim 19 miljoen aan contractwaarde gerealiseerd. Dit betreft contracten en beschikkingen met een looptijd van één of twee jaar. Dit resultaat is behaald door een recordaantal offertes op te stellen en aan te bieden. Een direct resultaat van de openstelling voor concurrentie van de markten voor zowel reintegratie- als inburgeringsproducten. In veel gevallen betrof het Europese aanbestedingsprocedures.

Pessimistische prognose omgezet in positief resultaat Het uitstekende verkoopresultaat is met name verrassend omdat er op een veel grotere terugval in opdrachten vanuit de gemeente Rotterdam werd gerekend. Dat bleek mee te vallen. In plaats van 3,3 miljoen heeft de gemeente Rotterdam ruim 7,5 miljoen aan trajecten ingekocht bij het Albeda College. Een andere belangrijke opdracht resulteerde vanuit een aanbesteding van de gemeente Den Haag. In de prognose 2007 was geen rekening gehouden met deze opdracht van 4,8 miljoen euro. In de regio Waterweg Noord gunde de gemeente Schiedam het perceel ‘Inburgeren naar werk’ aan het Albeda, een opdracht van 1,75 miljoen euro.

40

Van opdracht naar omzet Het behaalde verkoopresultaat betekent niet automatisch ook een even zo grote omzet. Het binnenhalen van de potentiële omzet vergt vaak een grote inspanning in de bedrijfsvoering van de branches op het gebied van werving en organisatie. Met name voor Inburgering bleek de invoering van de wet problemen op te leveren bij de implementatie bij diverse gemeenten. Ook landelijk bleek dit een groot probleem. Een gevolg hiervan was onder andere de achterblijvende instroom van nieuwe cursisten. Inmiddels is dit probleem ook door de politiek erkend; diverse maatregelen zullen moeten bijdragen tot een verbetering van de instroom in het volgende jaar.

Vooruitblik op 2008 De verkoopmogelijkheden via openbare aanbestedingsprocedures zullen minder zijn dan voorgaand jaar, omdat alle inburgeringstrajecten en veel re-integratieopdrachten al zijn aanbesteed. Bijna de helft van alle contracten heeft een looptijd van twee jaar of langer. Een sterke beperking in het aantal aanbestedingen geeft gelegenheid voor het versterken van de relatie met potentiële en bestaande opdrachtgevers. Marketing & Verkoop zal zich meer toeleggen op acquisitie en offertes buiten de aanbestedingen om, evenals het ontwikkelen van projectplannen voor specifieke doelgroepen en prachtwijken zoals benoemd door minster Vogelaar. M&V zal ook een bijdrage leveren aan het realiseren van een omzet binnen de WEBmiddelen, waar nu onderrealisatie dreigt als gevolg van teruglopende deelnemersaantallen.

2.3.1. Branche Inburgering Vertaling onderwijsvisie Natuurlijk heeft ook de branche Inburgering in 2007 geprobeerd de onderwijsvisie voor zowel medewerkers als deelnemers in praktijk te brengen, maar door de landelijke problematiek rond inburgering in 2007 is het erg lastig geweest om de onderwijsvisie en de bijbehorende ankerpunten hoog te houden.

Terugblik op 2007 Het jaar 2007 was een zeer hectisch jaar voor de branche Inburgering. Het jaar begon met de bekrachtiging van de nieuwe Wet Inburgering, die veel consequenties had voor onze branche. De opleidingsmogelijkheden voor zowel nieuwkomers als oudkomers werden beperkt. Daarnaast werden nieuwe eisen gesteld aan de instroom van deelnemers en aan hun te behalen resultaten. De gemeente Rotterdam kwam bovendien in de loop van het jaar met nieuwe kaders, die voor ons ingrijpende nieuwe randvoorwaarden en procedures met zich meebrachten. De ontwikkeling van goede onderwijsprogramma’s voor de nieuwe inburgeringsseisen verliep gelukkig positief. Veel van onze docenten waren daarbij betrokken en de benodigde competenties werden volop ontwikkeld en deels in de praktijk getraind. Uiteraard werd daarbij een aansluiting gerealiseerd op de onderwijsvisie van het Albeda College. Het competentiegericht opleiden is altijd al een integraal onderdeel geweest van het NT-onderwijs. Ter verbetering van de effectiviteit en efficiency van de organisatie is een aangepaste lesstructuur gerealiseerd en een ander jaartaakmodel.

bedrijfsonderdelen te laten afvloeien. Inmiddels kunnen we stellen dat deze vrijwillige fase voorspoedig is verlopen, maar dat was vooraf niet te voorspellen. Het bracht voor veel collega’s een grote onzekerheid met zich mee.

Vooruitblik op 2008 In 2007 is er een goed, open en breed gedragen beleid geweest om voorbereid te zijn op de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van inburgering. Er is echter te weinig aandacht besteed aan het inzichtelijk krijgen van de eigen managementinformatie, vooral door het uitblijven van bepaalde informatie vanuit de centrale stafdiensten. Het helder krijgen van managementinformatie is ons eerste doel voor 2008. Hoewel de resultaatgerichtheid onder docenten is gegroeid en de onderwijsmanagers hun contractverantwoordelijkheid uitstekend uitvoeren, zijn de vereiste beheersmaatregelen nog niet benoemd. Het benoemen van deze maatregelen is het tweede doel voor 2008. Als derde doel willen we een verbetering realiseren in de positieve uitstroomresultaten per contract. Een goed voorbeeld is in dit verband het contract Oudkomers 2006, maar helaas zijn er ook voorbeelden van contracten met teleurstellende resultaten, die een groot financieel risico met zich meebrachten.

Na de zomervakantie werd duidelijk dat de gewenste instroom van nieuwe inburgeringcursisten fors achterbleef bij de verwachtingen voor de beide hoofdcontracten WI en WEB. Niet alleen bij het Albeda College, maar naar later bleek ook bij andere roc’s. Om medewerkers toch aan het werk te houden moest via detachering van eigen personeel elders werk gezocht worden. Maar een negatieve exploitatie bleek onvermijdelijk. In november besloot het College van Bestuur als gevolg van deze ontwikkelingen en op basis van de prognose voor de komende jaren een reorganisatie door te voeren. Niet alleen bij de branche Inburgering, maar ook bij de centrale staf en de branche Toeleiding. Het streven was om in een vrijwillige fase tot 1 mei 2008 minimaal 85 fte aan personeel bij de drie 41


2.3.2. Branche Re-integratie & Employability

Op de locatie Triathlonstraat is sinds juni 2007 een Start People vestiging gehuisvest.


In samenwerking met Daad en de Laurensgroep is er een schakelaanbod ontwikkeld waarbij uitkeringsgerechtigden worden voorbereid op een baan in de zorg. Na het doorlopen van de schakelcursus en een stage bij het bedrijf wordt de deelnemer in dienst genomen en kan zich verder kwalificeren middels een BBL-opleiding in de zorg op niveau 3.

2.3.3. Branche Toeleiding

teveel moest toeleggen op de uitgebreide zorgtrajecten waar vooral Toeleiding om bekend staat.

Vertaling onderwijsvisie Bij de branche Re-integratie staat de deelnemer misschien nog wel meer centraal dan bij andere branches, wat prima past in de onderwijsvisie van het Albeda College. Wij geven niet alleen onderwijs, maar begeleiden de deelnemers actief in het verwerven van competenties die ze sterker en zelfstandiger maken op hun weg naar de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding.

Terugblik op 2007 In 2007 was het voor de branche R&E de uitdaging om de integrale methodiek van de branche te promoten en verder te ontwikkelen. De vraag was hierbij op welke manier enige continuïteit in de omzet gebracht kon worden om de branche ook in de toekomst succesvol te laten zijn. Naast een focus op kansen voor de toekomst is er het gehele jaar intensief geoffreerd op verschillende aanbestedingen en contracten. Vanuit nieuwe beleidskaders werd er om nieuwe producten gevraagd, waar de branche actief op reageerde. Van de vijf grote offertes die zijn uitgebracht, is er uiteindelijk echter niet één aan ons toegewezen. Wel zijn er twee kleine re-integratiecontracten en twee Employabilityopdrachten binnengehaald. Tevens is de branche ingeschakeld voor de uitvoering van een contract tussen het Albeda College en de Gemeente Den Haag. De gemeente Rotterdam heeft het nieuwe beleidskader Werk en Re-integratie 2007-2010 vastgesteld. De contracten voor beroepskwalificerende scholing zoals deze de afgelopen vijf jaar werden uitgevoerd, zijn komen te vervallen. Ook de reden om scholingsbudget toe te kennen aan een deelnemer is veranderd. Tegenwoordig moet er eerst een werkgever zijn die de deelnemer in dienst wil nemen, voordat de scholingsbudgetten ter beschikking worden gesteld. Om een rol in de scholing van re-integratiekandidaten te kunnen blijven vervullen is de samenwerking met Daad en UWV geïntensiveerd. Helaas is de inzet van het persoonsgebonden budget voor Wet Werk en Bijstanders tot nader order uitgesteld. De samenwerking met arbeidsmarktintermediair Start People is verder uitgebreid in het kader van de Leerwerkplaza, een mooi initiatief om deelnemers met een technische opleiding meer kans op werk te geven. 42

In samenwerking met de opleidingen Facilitair medewerker en Sport en Bewegen heeft de scholing van 115 ID-medewerkers van de gemeentelijke Dienst Sport & Recreatie plaatsgevonden. Naast de tweejarige BBL-opleiding volgden alle deelnemers een tweede scholingsdag bij de branche R&E. De scholing was gericht op werknemersvaardigheden, ondersteunend Nederlands en studievaardigheden. Deze samenwerking heeft er toe geleid dat 90% van de gestarte deelnemers aan het tweede jaar van de opleiding kon deelnemen. De verwachting is dat een hoog percentage de opleiding met een diploma afrondt in 2008. Terugkijkend op het afgelopen jaar heeft de branche R&E, evenals in 2006, financieel goed gedraaid. Het jaar 2007 is afgesloten met een hoger positief financieel resultaat dan vastgelegd in de begrotingsbespreking. Externe marktontwikkelingen laten zien dat het onderscheid tussen educatie, inburgering en reintegratie in de toekomst steeds kleiner zal worden. De vraag naar nieuwe producten en productcombinaties neemt toe. Voor het komende jaar zal de branche zich dan ook richten op productvernieuwing en nieuwe doelgroepen, zoals Wajongers en SW-bedrijven.

Toeleiding heeft zich ook in 2007 bezig gehouden met de omschakeling naar contextrijk leren, waarbij de onderwijsvisie en de daaraan gekoppelde ankerpunten leidend zijn geweest. Maar door de financiële problemen bij deze branche en bij de branche Inburgering is het niet altijd even makkelijk geweest om gefocust te blijven op in praktijk brengen van de onderwijsvisie.

Terugblik op 2007 De hoofddoelen voor 2007 waren: • Optimalisatie van loopbaanmogelijkheden voor deelnemers. • CGO verder voorbereiden en implementeren. • Uit- en doorstroomrendement verbreden, nameten en analyseren. • Uitbreiden van tevredenheidsonderzoek naar praktijkgevers, opdrachtgevers en ketenpartners. Onder invloed van de experimenteerregeling Beroepsonderwijs werd aangesloten op de inhoudelijke ontwikkelingen. Ook de doorstroom vanuit het vavo moest aansluiten op vervolgtrajecten in het mbo en hbo. Hiervoor zijn doorstroomcompetenties ingevoerd. Verder heeft elk team gewerkt aan een of meer Albedainnovaties, die allemaal een relatie hadden met de invoering van de Albeda-onderwijsvisie en waarvan een deel al in 2006 was gestart. Tot slot is door de invoering van de nieuwe Wet Inburgering het NT2bestel binnen Toeleiding omgebouwd naar een bestel van Burgerschapstrajecten. Taalverwerving is hierbij geen doel meer, maar een middel, naast het verwerven van andere duale competenties. Overschaduwd Een groot deel van deze initiatieven zijn helaas overschaduwd door de ontwikkelingen rond het NT2bestel binnen de branche. Door de invoer van de nieuwe wet Inburgering nam het aantal inschrijvingen van nieuwe inburgeraars af. Na de zomervakantie bleek dat de gewenste instroom fors achterbleef bij de verwachtingen voor de beide hoofdcontracten WI en WEB. Een probleem waar ook andere roc’s mee te maken kregen. Los van de NT2-problematiek groeide langzaam het inzicht dat het Albeda College soms

Reorganisatie Uiteraard is geprobeerd om onze medewerkers via detachering buiten het Albeda College aan het werk te houden. Het bleek niet voldoende om een reorganisatie af te wenden. Het College van Bestuur besloot, mede op basis van de prognose voor de komende jaren, met de vakcentrale tot een Sociaal Plan te komen. Voor de branches Inburgering en Toeleiding, maar ook voor de Centrale Staf. Het streven was om in een vrijwillige fase tot 1 mei 2008 minimaal 85 fte aan personeel bij de drie bedrijfsonderdelen te laten afvloeien. Gelukkig is inmiddels gebleken dat deze vrijwillige fase mede door het pakket aan mobiliteitsbevorderende maatregelen naar wens is verlopen. Gedwongen ontslagen blijven voorlopig uit. Maar dat was in 2007 nog niet bekend. De onzekerheid die dat met zich meebracht heeft het werkplezier van veel collega’s ondermijnd. Bovendien zijn veel goede medewerkers vrijwillig vertrokken, waardoor de werkdruk voor de anderen is toegenomen. We hopen in 2008 met de overgebleven collega’s de branche Toeleiding een energieke doorstart te laten maken.

Doelen 2008 Juist omdat een groot deel van de energie en de tijd is gaan zitten in het oplossen van de financiële problemen en de uitvoering van het Sociaal Plan zijn lang niet alle doelen voor 2007 gehaald. Die doelen staan dan ook weer voor 2008 op de lijst. De branche Toeleiding werkt in 2008 verder toe naar de invoering van CGO in 2010 en bereidt zich daarnaast intensief voor op de invoering van het Participatiefonds in 2009 en de marktwerking die daar een gevolg van zal zijn. Het Participatiefonds is de samenvoeging van de Wet Inburgering, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Werk en Bijstand en het E-deel uit de WEB. Voor 2008 heeft de branche Toeleiding de volgende nieuwe subdoelen gesteld: • Het aanbieden van meer BBL-varianten. • Meer aandacht besteden aan Certificeringtrajecten. • Het doorvoeren van E-coaching. • Het komen tot een samenhangend protocol van intake tot uitstroom voor wat betreft begeleiding en zorg. • Het herwaarderen van het productportfolio in 43


aanloop naar het Participatiefonds. • Het structureren van de contacten met externe betrokkenen en belanghebbenden. • Het betrekken van contextrijke multidisciplinaire leerwerkzones.

3. Human Resource Management (HRM) Inleiding In het HRM-beleidsplan zijn de belangrijkste beleidslijnen weergegeven voor de komende jaren. De vijf ankerpunten uit de onderwijsvisie zijn vertaald in HRM-beleid. Deze ankerpunten vormen de kern van de inhoudelijke agenda en zijn de komende jaren leidend: • Loopbaanontwikkeling staat centraal • De rol in (relatie tot) het onderwijs is context voor ontwikkeling en scholing • Het team: verbinding, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid • Ondernemerschap: de (ver)nieuwe(nde) Albedamedewerker • Zorg voor medewerkers (goed werkgeverschap)

Hiervan waren de beleidskaders Onderwijsteams en Rollen en Gesprekscycli al eerder door het CvB vastgesteld en medio 2007 aan de CMR voorgelegd. Met dit pakket loopt de instelling in de pas met de volgende ontwikkelingen, zowel intern als extern: • • • • •

• •

Terugblik 2007 Het beleidsplan is uitgewerkt in een activiteitenplan 2006/2007 met als belangrijke actuele thema’s: • Het ontwikkelen van een nieuw functiebouwwerk voor onderwijs- en niet-onderwijsfuncties. • Een methodiek voor functionerings- en ontwikkelgesprekken, beoordelen en promotie. • Employabilitybeleid uitgewerkt in mobiliteitsbeleid en een nieuwe vacatureprocedure. • Het ontwikkelen van management developmentprogramma’s. • Gericht scholingsbeleid. • Arbo-beleid. • Het uitvoeren van een medewerkerstevredenheidsonderzoek. Het merendeel van de geplande activiteiten is in 2007 gerealiseerd. Een aantal van de uitgevoerde activiteiten was geclusterd in het project Onderwijsteams en IPB. De financiële problematiek heeft ertoe geleid dat delen van dit project zijn uitgevoerd. Het volgende pakket aan beleidsmaatregelen is eind 2007 ter besluitvorming aan het CvB voorgelegd: • • • • • •

44

Beleidskader Onderwijsteams en Rollen. HRM-beleidskader van gesprekscycli. Nieuw functiebouwwerk voor alle medewerkers. HRM-beleidskader Beoordelen en Belonen. Regeling Ontwikkelen en Functioneren. Regeling Beoordelen.

•

Implementatie van de Albeda-onderwijsvisie. Invoering van competentiegericht onderwijs (CGO). Invoering van de wet BIO. Hernieuwde aandacht voor kostenbeheersing in termen van sturen op geld en strikt formatiebeheer. Modernisering van het personeelsbeleid, waartoe een aanzet wordt gegeven in de CAO 2007, het rapport van Rinnooy Kan en de beleidsnotitie van Plasterk. Meer aandacht voor scholing en professionalisering. Het bestempelen van onderwijsteams tot hoeksteen van de organisatie (onder meer bij de uitvoering van taaktoedeling nieuwe stijl). Nieuw beleid op het gebied van ontwikkelen en belonen.

Zodra de besluitvorming definitief is afgerond, kan de implementatie van start gaan.

Vooruitblik 2008 Met ingang van het nieuwe begrotingsjaar 2009 zal aan de organisatorische eenheden formatie worden toegekend in termen van geld in plaats van fte. Daarmee wordt het aantrekkelijk voor deze eenheden om meer dan voorheen de focus te richten op functiedifferentiatie. Het nieuwe functiebouwwerk is daar volledig op toegesneden. Ruim tien jaar na de invoering van FUWA is het functiebouwwerk ernstig vervuild. Dat wil zeggen dat bij veel medewerkers geen duidelijk verband bestaat tussen de officiële functie en de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Dit bemoeilijkt het voeren van eenduidig formatiebeheer. Pas nadat de situatie volledig in beeld is gebracht kan worden vastgesteld in hoeverre er sprake is van functionele en/of absolute boventalligheid. Daarmee wordt dan de eerste stap gezet naar instellingsbreed formatiebeheer en kan worden geïnvesteerd in de raming van de meerjarenformatie. In dat opzicht kan er in 2008 slechts sprake zijn van een eerste stap in de juiste richting. Pas op middellange termijn leidt deze stap tot direct waarneembare resultaten.

45


Ontwikkelen, functioneren en beoordelen De implementatie van de gesprekscycli ten behoeve van ontwikkelen, functioneren en beoordelen, evenals een nieuw beloningsbeleid, vergt vrij veel van een instelling waar integraal personeelsbeleid nog in de kinderschoenen staat. Ook hier geldt dat op korte termijn geen wonderen moeten worden verwacht. Wat wordt beoogd is er niet minder om: - Beter gekwalificeerd personeel (zowel medewerkers als management). - Grotere mate van welbevinden van het personeel. - Lager arbeidsgerelateerd verzuim. - Positieverbetering van het personeel. - Verbetering van de concurrentiepositie van de instelling op de arbeidsmarkt.

formatie tijdens de vrijwillige fase van het plan in de genoemde bedrijfsonderdelen met 85 fte. Voorzien werd dat in het tweede kwartaal van 2008 zal worden vastgesteld of de doelstelling is gehaald en of al dan niet de verplichte fase van het Sociaal Plan van toepassing verklaard zal moeten worden. Er werd in november 2007 gestart met een Frontoffice Mobiliteit waar men vragen met betrekking tot het Sociaal Plan kon stellen en kenbaar kon maken voor welke regeling men in aanmerking wenste te komen. Tevens werd er gestart met de inrichting van een Centrum Nieuw Werk waar vanaf 26 november oriënterende gesprekken met medewerkers van het Albeda College werden gevoerd.

Als onderdeel van bovenstaande ontwikkelingen is in 2007 een begin gemaakt met het opleidingsbeleid en de actualisering van bestaande opleidingsplannen in het algemeen. Ten behoeve van de invoering van de gesprekscycli Ontwikkelen en Functioneren is informatiemateriaal ontwikkeld.

Voor wie niet in de gelegenheid was telefonisch te reageren, is de mogelijkheid gecreëerd om vragen te stellen of afspraken te maken via sociaalplan@albeda. nl. Via de telefoon en de site zijn honderden reacties geweest die vervolgens geleid hebben tot afspraken, aanvragen van regelingen en dergelijke.

HRM-systeem

In het Sociaal Plan zijn diverse regelingen benoemd zoals: • Mobiliteitspremie • Pre FPU • Outplacement • Scholing • Herplaatsing

In 2007 liep er een project gericht op de voorbereiding, keuze en implementatie van een nieuw HRM-systeem. Na een Europees aanbestedingstraject is de keuze gevallen op Merces@work en de implementatie was op 1 januari 2008 een feit. In eerste instantie zal dit HRMsysteem nog slechts functioneren op het zogenaamde plateau 1, de salarisadministratie. Uitbouw naar verdere plateaus is gepland voor de eerste helft van 2008.

Sociaal Plan De financiële problemen van de instelling hebben eind 2007 geleid tot het activeren van het Sociaal Statuut. In overleg met de vakcentrales is een Sociaal Plan vastgesteld, specifiek voor de branches Inburgering en Toeleiding. Daarnaast werd het Sociaal Plan van toepassing verklaard op de Centrale Staf. Diverse bijeenkomsten zijn georganiseerd om het personeel hierover te informeren. De commissie Herplaatsing heeft de feitelijke uitvoering van het Sociaal Plan op zich genomen. De commissie bestond uit drie leden: André Vader (afgevaardigde CvB), Teun van Beusekom (directeur HRM) en Marcel van Dam (namens het personeel). De voorlopige doelstelling was een terugloop van de 46

De aanvragen voor deze regelingen zijn behandeld in de Herplaatsingcommissie. De aangevraagde regelingen, de beschikbare medewerkers en de vacatures werden wekelijks besproken en daar waar mogelijk gematchd. Door het CvB is een brief verstuurd aan onderwijsinstellingen in de regio met het verzoek mee te werken aan de externe mobiliteitsbeweging van Albeda medewerkers. De vacatures die dit opleverde, zijn in de herplaatsingcommissie doorgenomen en aan medewerkers kenbaar gemaakt. Wekelijks werd het CvB op de hoogte gehouden van de geaccordeerde regelingen, een uitputtingsoverzicht van de beschikbare financiële middelen en de personeelsformatie. Vervolgens is de mogelijkheid voor een vaste partner met betrekking tot outplacement en detachering onderzocht en aan het CvB geadviseerd.

Kosten Sociaal Plan In totaal hebben veertig medewerkers (31,241 fte) gebruik gemaakt van de suppletieregeling FPU. De kosten hiervan bedroegen € 3.580 miljoen. Daarnaast maakten 81 medewerkers (60,085 fte) gebruik van de toegekende mobiliteitspremie. Hiermee was een bedrag gemoeid van € 2.152 miljoen.

Effect Sociaal Plan Genoemde vertrekbevorderende maatregelen hebben geleid tot een formatievermindering van 91,326 fte. Daarnaast vertrokken in het eerste kwartaal van 2008 nog enige tientallen medewerkers zonder dat sprake was van pre-FPU of een mobiliteitspremie. In totaal bedroeg de formatievermindering tot en met het eerste kwartaal circa 140 fte. Voor het College van Bestuur was dit reden om de looptijd van de vrijwillige fase van het Sociaal Plan voortijdig te beëindigen en af te zien van een verplichte fase.

Personeelsbezetting De doelstelling van het Albeda College is om in het jaar 2010 een verhouding primair proces versus secundair proces gerealiseerd te hebben van 70%:30% (fte). In 2007 is de verhouding primair proces ten opzichte van secundair proces licht verschoven in de richting van het primair proces.

Peildatum 1-1-2007

Fte

Procent Aantal personen Sal.kosten per maand Procent

Primair proces Totaal

1384,0000

65,25%

1703

€ 4.580.227,92

69,41%

737,0000

34,75%

825

€ 2.018.299,23

30,59%

Secundair proces Totaal Totaal

2121,0000

2528

€ 6.598.527,15

Peildatum 31-12-2007

Fte

Procent Aantal personen Sal.kosten per maand Procent

Primair proces Totaal

1464,9227

66,80%

1809

€ 4.944.060,74

70,60%

728,0226

33,20%

822

€ 2.058.423,14

29,40%

Secundair proces Totaal Totaal

2192,9453

2631

€ 7.002.483,88

47


Primair en secundair proces in % 01-01-2007 FTe

Leeftijdsopbouw Albeda College

Leeftijdsopbouw primair/secundair proces

,75%

Peildatum: 31-12-2007

Peildatum: 31-12-2007

Primair proces Totaal Secundair proces Totaal

%

-19

5,5%

Primair en secundair proces in % 31-12-2007 FTe

,0%

Primair proces Totaal Secundair proces Totaal ,80%

0,08%

-19

% secundair

% primair

0,00%

0,11%

20 - 24 1,94%

20 - 24 1,22% 2,27%

25 - 29

5,90%

25 - 29

5,96%

30 - 34

7,57%

30 - 34

9,73% 6,58%

5,86%

35 - 39 11,76%

35 - 39 13,75% 10,84%

40 - 44 13,70%

40 - 44 13,14% 14,05%

45 - 49 16,93%

45 - 49 16,06% 17,31%

50 - 54 20,36%

50 - 54 18,61% 21,13%

55 - 59 16,17%

55 - 59 15,69% 16,37%

-60

-60

5,59%

Totaal Albeda

100,00%

5,84%

5,48%

100,00% 100,00%

Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de Albeda-medewerker in 2007 is 45,8 jaar (peildatum: 31-12-2007). De gemiddelde leeftijd in het primaire proces is 46,0 jaar en in het secundaire proces 45,4 jaar. Uit onderstaande grafiek wordt duidelijk dat het Albeda College relatief weinig medewerkers in de leeftijd tot 34 jaar heeft. De leeftijdscategorie 50-54 jaar is het sterkst vertegenwoordigd.

Toelichting: % medewerkers (aantal) per leeftijdscategorie.

De leeftijdsopbouw van medewerkers in het primair proces is sterk vergelijkbaar met die in het secundair proces. De leeftijdscategorie 50-54 jaar is in het primair proces sterker vertegenwoordigd dan in het secundair proces.

leeftijdsopbouw primair/secundair proces

leeftijdsopbouw albeda college 5%

5%

0%

0%

5%

5% 0% 5%

-

0%

%

-

9 -5

55

60

4

9

-5

-4

50

45

9 - 44

-3

40

35

9 - 34

-2

% primair

30

25

9 - 24 20

-1

9

Onderstaande gegevens laten zien dat het ziekteverzuimpercentage van het Albeda College ten opzichte van 2004 nagenoeg gelijk is gebleven. Het ziekteverzuimpercentage van medewerkers binnen het primaire proces is ten opzichte van 2004 gestegen; daarentegen is het ziekteverzuimpercentage van medewerkers binnen het secundaire proces gedaald.

De gemiddelde verzuimduur is licht opgelopen vanwege het feit dat medewerkers in de zomervakantie niet meer worden beter gemeld en aan het einde van de zomervakantie weer ziek gemeld. Hierdoor wordt de twee jaar verzuim termijn / wet Poortwachter niet meer onderbroken en kan er na twee jaar een aanvraag WIA worden gedaan, in combinatie met geheel of gedeeltelijk ontslag in verband met arbeidsongeschiktheid. Als gevolg hiervan is het verzuimpercentage iets gestegen en is tevens de gemiddelde ziekteduur toegenomen. In 2008 zal echter een relatief groot aantal medewerkers (achttien) gebruik gaan maken van de WIA-wetgeving, waardoor het ziekteverzuim en de gemiddelde ziekteduur weer zullen afnemen. Dit overigens conform het ziekteverzuimbeleid dat is ingegaan per 01-01-2006.

60

-5

4

55

9

-5

-4

50

45

9 - 44

-3

35

40

9 - 34

-2

30

- 24

25

20

-1 9

0%

Ziekteverzuim

Een deel van de verklaring van de stijging van het ziekteverzuimpercentage binnen het primair proces is wellicht gelegen in het feit dat het onderwijs de laatste tijd aan vele veranderingen onderhevig is. Dit was mede oorzaak voor het langdurig uitvallen van een aantal medewerkers.

0% 5%

Toelichting: % medewerkers (aantal) per leeftijdscategorie opgesplitst naar primair en secundair proces.

% secundair

Toelichting: % medewerkers (aantal) per leeftijdscategorie

Toelichting: % medewerkers (aantal) per leeftijdscategorie

(Peildatum: 31-12-2007).

opgesplitst naar primair en secundair proces (Peildatum 31-

Ziekteverzuim

2004

2005

2006

2007

Totaal Albeda

5,57%

5,15%

5,17%

5,47%

Primair 4,62% 4,59%

5,09%

5,21%

Secundair 6,72% 6,13%

5,36% 6,00%

Er is uitgegaan van het ziekteverzuimcijfer waarbij alle ziektegevallen langer dan een jaar buiten beschouwing zijn gelaten.

12-2007).

48

49


Vacatures

Ziekteverzuim albeda college

In 2007 kende het Albeda College 507 vacatures. Hiervan was 9% noch intern noch extern invulbaar. De gemiddelde duur van een vacature was in het eerste kwartaal 2007 127 dagen en daalde in het laatste kwartaal tot 43 dagen. Het aantal interne matches zal in 2008 toenemen door de behoefte aan interne mobiliteit.

8,0% ,0% ,0%

Scholing Scholing en ontwikkeling is in 2007 speerpunt beleid. Aanleiding is onder andere de invoering van competentiegericht onderwijs, de invoering van de wet BIO en de implementatie van de nieuwe onderwijs- en teamrollen. Het scholingsbudget is voor het eerst een centraal budget met een decentrale uitvoering. Het scholingsbudget bedroeg in 2007 1,8 miljoen euro, dat is ongeveer 1,6 % van de bruto loonsom. In 2008 zal een meerjarenplan scholing ontwikkeld moeten worden.

,0% 0,0% 00

005

Totaal Albeda College

00 Primair

007 Secundair

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Gemiddelde verzuimduur

2004

2005

2006

2007

gem.verzuimduur 15,64 14,36 15,67 18,5 Toelichting: Betreft het gemiddeld aantal verzuimdagen per medewerker.

9,5% 8,5% 7,5%

Positief (>70% tevreden)

,5% 5,5% ,5% ,5% 00 gem. verzuimduur 50

In het najaar van 2007 is er voor het eerst Albeda-breed een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden, met uitzondering van de begeleidingsbranches Inburgering, Re-integratie & Employability, Centrale Staf en het SSC. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) is digitaal afgenomen via de roc-spiegel. De medewerkers kregen een aantal stellingen voorgelegd waarop zij konden aangeven of ze het hiermee “(helemaal) mee eens”, “(helemaal) mee oneens” of “niet mee eens/niet mee oneens” waren. Hiervoor zijn 1860 medewerkers via e-mail benaderd. Uiteindelijk hebben 1053 medewerkers de enquête volledig ingevuld: een respons van 57%.

005

00

007

Medewerkers voelen zich in grote meerderheid geaccepteerd (94%, 89%) en gerespecteerd (90%, 86%) binnen het team. Medewerkers in een niet-onderwijsteam ervaren dat iets meer dan medewerkers in een onderwijsteam. Medewerkers in een onderwijsteam voelen zich juist weer iets vaker veilig dan medewerkers in een niet-onderwijsteam (87% vs 84%). 81% van alle medewerkers is trots op het werk dat ze doen. Verder zijn medewerkers van onderwijsteams goed op de hoogte van de doorverwijsmogelijkheden voor deelnemers naar externe instanties (84%) en zijn ze deskundig op het

gebied van examinering (80%). Medewerkers van nietonderwijsteams hebben verbeterpunten aangedragen (81%) en zijn tevreden met hun werkplek (80%). Medewerkers weten wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn (resp. 78% en 74%). Daarnaast hebben de meeste medewerkers plezier in hun werk (78%) en vinden ze hun werk uitdagend (72%). Ze hebben voldoende vrijheid om hun werk uit te voeren en zijn tevreden over de werktijden (respectievelijk76% en 71%). Ook zijn ze tevreden over de samenwerking met collega’s en voelen ze dat hun werk door de collega’s wordt gewaardeerd. (respectievelijk 76% en 74%) Medewerkers zijn het meest bekend met de ziekteverzuimprocedure en het jaartaakbeleid. Driekwart van de medewerkers is hiervan op de hoogte. Medewerkers in een niet-onderwijsteam werken aan doelen, geven feedback, evalueren het werk en benoemen verbeterpunten. Ze zijn tevreden over de taakverdeling en de faciliteiten. 70% van de medewerkers in een onderwijsteam vindt dat er op vaste momenten wordt overlegd en dat er voldoende mogelijkheden zijn om verbeterpunten aan te dragen.

Negatief (<= 40% tevreden) Nog geen kwart van de medewerkers (23%) vindt dat er voldoende carrièremogelijkheden zijn bij het Albeda College, terwijl ruim een derde (36%) vindt dat er onvoldoende carrière-mogelijkheden zijn. 60% van de medewerkers vindt dat er onvoldoende leermiddelen beschikbaar zijn, slechts een kwart (24%) is van mening dat er voldoende leermiddelen zijn. Ook de tevredenheid over de beschikbare leermiddelen is laag, 30% van de medewerkers is hierover tevreden, 44% ontevreden. Hetzelfde geldt voor de tevredenheid over de beschikbare lesruimten en praktijklokalen (25% en 28% tevreden). Meer dan de helft van de medewerkers is hierover ontevreden (56% en 54%). Medewerkers zijn niet erg tevreden over het mobiliteitsbeleid (31% tevreden), het personeelsbeleid (35%) en het jaartaakbeleid (38%). Ongeveer 35% van de medewerkers is tevreden over de ondersteuning bij de invoering van het CGO en het daadwerkelijk doorvoeren van verbeterpunten. 40% van de medewerkers is tevreden over de primaire arbeidsvoorwaarden. Medewerkers zijn ook niet erg tevreden over het betrekken van de deelnemers bij evaluaties en de mate waarin de praktijk het leren stuurt 51


(respectievelijk 39% en 40%). Van de leidinggevende verwachten de medewerkers meer feedback op hun werkgedrag en dat ze collega’s die niet functioneren meer aanspreken op hun werkgedrag. Ongeveer 40% van de medewerkers is daar nu tevreden over. Het College van Bestuur is tevreden over de uitkomst van het medewerkerstevredenheidsonderzoek. De belangrijkste aandachtspunten waaraan gewerkt zal worden, zijn het mobiliteitsbeleid, het jaartaakbeleid en de stijl van leidinggeven.

4. Shared Service Center In 2006 is het Albeda College gestart met de nieuwe organisatiestructuur: omvorming van divisies naar branches en centralisatie van ondersteunende diensten. Een nieuwe structuur en aangepaste doelstellingen waren noodzakelijk. Deze zijn beschreven in het bedrijfsplan SSC 2007. De hierin beschreven doelstellingen zijn: • Centraal stellen van de klant (medewerkers, deelnemers, gasten). • Professionele en transparante dienstverlening, gestandaardiseerd, maar met aandacht voor het eigen karakter van een locatie. • Kostenverlaging van 10% door: - Doelmatige inzet personeel. - Automatiseren van arbeidsintensieve werkprocessen. - Slim inkoopbeleid.

Inkoop Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is vastgesteld. Diverse (Europese) aanbestedingstrajecten zijn gelopen, onder andere voor drukwerk en restauratieve voorzieningen zijn leveranciers geselecteerd. De gerealiseerde besparingen (jaarlijkse besparingen op basis van afgesloten contracten) door de afdeling Inkoop bedragen ruim 700.000 euro. Inkoop concentreert zich vanaf 2008 verder op de aanbestedingen van onder meer beveiliging en ICT.

KPI’s Het SSC heeft eind 2007 een aantal Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) benoemd op financieel en personeel gebied. Ook per servicegroep zijn KPI’s benoemd. Deze KPI’s leveren de feitelijke informatie voor het management en bevorderen het sturen op de beschreven doelstellingen.

Personeel Als gevolg van de centralisatie werd al het ondersteunende, facilitaire personeel van de branches en staven overgeplaatst naar het SSC. Dit betrof onder andere conciërges, receptionistes, baliemedewerkers, roostermakers en OLC-medewerkers; samenvattend de medewerkers die werkzaam zijn op de zestig verschillende locaties van het Albeda College. Als uitgangspunt voor een meer uniforme dienstverlening zijn dienstverleningsregels vastgesteld (zie kader). De competenties van de verschillende medewerkers waren divers. De noodzakelijke functiecompetenties zijn vastgesteld. Op basis van deze competenties zijn met alle medewerkers ontwikkelgesprekken gevoerd en is een scholingsplan opgesteld in samenwerking met de branche Business Services. Met de scholing is gestart in 2007.

Materieel In 2007 kon een aantal projecten ten behoeve van een kwaliteitsverbetering niet worden gerealiseerd: • Inrichting van de zogenaamde servicedesks per locatie: één loket met alle diensten voor alle klanten. • Uniforme bedrijfskleding voor een betere herkenbaarheid van de SSC-medewerkers. Deze projecten vonden echter geen doorgang vanwege de ingezette bezuiniging van 10%.

52

53


5. Bedrijfsvoering

5.2 Vermogen (gebaseerd op de enkelvoudige jaarrekening)

5.1. Exploitatieresultaat

Door het forse nadelige saldo heeft de vermogensstructuur een behoorlijke wijziging ondergaan:

Voor het boekjaar 2007 is gewerkt met een goedgekeurde begroting waarin het totaal van de baten begroot was op E 167,1 miljoen, terwijl het plafond van de uitgaven was vastgesteld op E 175,7 miljoen. In de begroting 2007 was rekening gehouden met een Task-Force van ongeveer E 9,5 miljoen, waarvoor een Task-Force groep werd geïnstalleerd. In de loop van het eerste kwartaal van 2007 zijn de ingediende voorstellen geaccordeerd, maar later in

in € 1.000

in %

Eigen vermogen 20,1 Vreemd vermogen Totaal

19

83,8

81

103,9

100

2006

in € 1.000 41,0

59,9 100,9

in %

41

59

100

Uitgaande van de begroting voor 2008 waarin de resultaten van de forse ingreep in de kosten zichtbaar zijn geworden en de projectie zoals die in het McKinsey rapport wordt gegeven, zal vanaf 2009 er weer sprake zijn van consolidatie/versterking van het Eigen Vermogen.

2007 is gebleken dat het instrumentarium ontoereikend was om de gestelde doelen te halen. In zekere mate was wel sprake van het flexibiliseren van de kostenstructuur, maar het heeft niet geleid tot de gewenste afname van het volume van de kosten. Samen met het feit dat de begrote baten niet konden worden gehaald, heeft dit geresulteerd in een negatief exploitatieresultaat van E 20,9 miljoen.

5.3 Helderheid in bekostiging Uitbesteding onderwijs

Dit nadelige resultaat is in grote lijnen veroorzaakt door het contractonderwijs, namelijk: - branche Inburgering - branche Toeleiding - branche Re-integratie & Employability

€ 5.406.000 € 8.384.000 € 132.000 € 13.922.000

Centrale staven en een toevoeging aan de voorziening herstructurering voor het uitvoeren van het opgestelde Sociaal Plan.

€

6.717.000

Het Shared Service Center werd in 2007 geconfronteerd met door de onderwijsbranches afgestoten secundaire taken, hetgeen aan ongedekte kosten opleverde:

€

Totaal nadelige saldi

€ 21.615.000

De beroepsonderwijsbranches behaalden gezamenlijk een positief resultaat van: Totaal negatief resultaat bedrijfsvoering

2007

€

976.000

727.000

€ 20.888.000

In het boekjaar 2007 is met vijf penitentiaire inrichtingen en het psychiatrische ziekenhuis Delta van het project ‘scholing zonder drempel’ een convenant afgesloten om het onderwijs aan deelnemers van deze instellingen voort te zetten. Deze hebben voor eigen rekening een deel van het onderwijs verzorgd, onder toezicht en verantwoordelijkheid van het Albeda College. De rijksmiddelen die het Albeda College heeft ontvangen zijn aangewend om gestalte te geven aan de intensieve begeleiding van de individuele deelnemers en de deelnemersregistratie. Daarnaast zijn de middelen ingezet om toezicht te houden op de uitvoering, de examinering, de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs door het Albeda College.

Met diploma 312 Zonder diploma 737 Daarentegen bedraagt het aantal deelnemers dat kort na 1 oktober 2007 is ingeschreven 712 (3,1%), (vorig jaar 0,4%).

Verandering leerweg Het aantal deelnemers dat tijdens het cursusjaar 2007/2008 (na 1-10-2007) van leerweg veranderde, bedraagt 24 (0,1%), (vorig jaar 0,5%). Binnen dezelfde leerweg veranderden 240 deelnemers van opleiding (1,0%), vorig jaar 801 (4,0%).

Maatwerktrajecten

Investeringen in private activiteiten

De door de onderwijsbranches uitgevoerde maatwerktrajecten zijn binnen het OER en Wet- en regelgeving beschreven en conform uitgevoerd.

Uit de rijksbijdrage zijn in 2007 geen investeringen in private activiteiten aan de orde geweest.

Stapeling van diploma’s

Eigen fonds voor les- en cursusgelden

In 2007 heeft geen stapeling van diploma’s plaatsgevonden.

Er is geen eigen fonds voor les- en cursusgelden in onze instelling aanwezig.

In-/uitstroom deelnemers relatief kort na de inschrijfdatum Het aantal deelnemers dat kort na de inschrijfdatum, door ons gedefinieerd als vóór 31 december 2007, weer uitgeschreven is, bedraagt 1.049. Dit afgezet tegen een totaal aan inschrijvingen van 22.939 is 4,6%, (vorig jaar 1,0%).

54

55


5.4 Treasury management Het treasury management was erop gericht om de financiële continuïteit te waarborgen. Vanuit deze doelstelling kunnen voor 2007 de navolgende subdoelstellingen worden geformuleerd: • Solvabiliteit: gestreefd wordt om een solvabiliteit van 40% of hoger te handhaven. • Liquiditeit: gestreefd wordt naar een liquiditeitsratio van minstens 1. • Minimalisering vermogenskosten: gestreefd wordt naar zo laag mogelijke interestkosten voor vreemd vermogen, waarbij aangetekend wordt dat het aangaan van speculatieve posities in financiële contracten niet tot de alternatieve financieringsactiviteiten behoort. • Maximalisering van vermogensopbrengsten: gestreefd wordt naar zo hoog mogelijke vermogensopbrengsten, maar zonder gebruikmaking van speculatieve, risicovolle beleggingsposities. De liquiditeitspositie van het Albeda College is volgens de enkelvoudige jaarrekening eind 2007 verslechterd. Doordat de inkomsten belangrijk achterbleven bij het in de loop van 2007 stijgend uitgavenpatroon, moesten met de huisbankier hiervoor passende faciliteiten worden gearrangeerd. Mede door de vooruitontvangen gelden van het ministerie van OCW en de gemeentelijke bijdragen, hoefde in 2007 slechts gedeeltelijk van de afgesloten arrangementen gebruik te worden gemaakt. De beschikbare faciliteiten worden benut voor het financieren van (een deel van) het onroerend goed, het werkkapitaal en de bedrijfsuitrusting.

5.5 WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens) Als gevolg van het OCW-controleprotocol en de W.O.P.T. wordt melding gemaakt van twee medewerkers waarvan het inkomen ligt boven de in het protocol en de wet genoemde criteria: • 1 medewerker centrale staf schaal 16, beloning E 227.237. De belangrijkste oorzaak voor het feit dat de beloning hoger uitkomt dan het norminkomen, is het toekennen van een ontslagvergoeding.

FINANCIEEL VERSLAG

2007

• 1 medewerker centrale staf schaal 13, beloning E 195.282. De belangrijkste oorzaak voor het feit dat de beloning hoger uitkomt dan het norm inkomen, is het afsluiten van een levenslooparrangement.

5.6. Bestuurdersbeloningen Over het jaar 2007 bedragen de bestuurdersbeloningen (brutosalaris, inclusief werkgevers-aandeel pensioenpremie): de heer P. Boekhoud € 154.672 de heer A. Vader € 137.981 de heer dr. M.J.W.T. Nollen € 121.627 Op grond van bestuurlijke afspraken in het verleden is voor de voorzitter van het College van Bestuur een bedrag van € 340.000 in de jaarrekening opgenomen inzake pensioenafspraken. Rotterdam, 26 juni 2008 Namens het College van Bestuur,

P. Boekhoud Voorzitter College van Bestuur 56

BIJLAGE

VAN DE STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL BEROEPS- EN ALGEMEEN VORMEND ONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE VOOR ROTTERDAM & OMSTREKEN

Rekening is gehouden met de richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Regeling Financieel jaarverslag voor instellingen/organen in de BVE-sector met ingang van het verslagjaar 2003

57 1

financieel verslag albeda college 2007

Inhoudsopgave van de jaarrekening

1. Jaarrekening

1.

Jaarrekening (enkelvoudig) 1.1. Algemene toelichting op de balans en de exploitatierekening 3 1.2. Balans per 31 december 2007 6 1.3. Exploitatierekening 2007 8 1.4. Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2007 9 1.5. Toelichting op de enkelvoudige exploitatierekening over het boekjaar 2007 16

1.1. Algemene toelichting op de balans en de exploitatierekening

2.

Jaarrekening (geconsolideerd) 2.1. Balans per 31 december 2007 2.2. Exploitatierekening 2007 2.3. Kasstroomoverzicht 2007 2.4. Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2007 2.5. Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening over het boekjaar 2007

20 22 23 24 26

enkelvoudig

Grondslagen, waardering en resultaatbepaling Algemeen Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de vigerende OC&W-richtlijnen voor het financieel jaarverslag toegepast. Het Albeda College heeft ultimo 2007 een financieel belang in de volgende groepsmaatschappijen: - - - -

Exploitatie Branche Opleidingscentrum Kop van Zuid C.V. (via commanditair kapitaal vanaf 1995); Matrix (v.h. Centrum Vakopleiding) B.V. (100% belang m.i.v. 01-01-2004). Albeva Vastgoed B.V. Topsportcentrum Rotterdam B.V.

Deze vennootschappen zijn in de consolidatie betrokken. 3. Overige gegevens 3.1. Accountantsverklaring 27 3.2. Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat 29 3.3. Algemene gegevens 29 3.4. Gegevens van de rechtspersoon 30

De jaarrekening is weergegeven in duizendtallen (euro’s).

Waardering Tenzij anders vermeld worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Materiële vaste activa Deze worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. De oorspronkelijke waardering van de gebouwen is bepaald op basis van de bij de uitvoering van de OKF-operatie vastgestelde normatieve restwaarde. Investeringen worden geactiveerd indien sprake is van: - Gebouwen/verbouwingen die aanmerkelijke verbetering van de huisvestingssituatie tot gevolg hebben, danwel een verlenging van de levensduur van het actief bewerkstelligen; - Inventarissen en apparatuur waarvan de uitgave meer bedraagt dan € 1.000 per aanschaffing. Bij de aankoop van panden worden alle op de aankoop betrekking hebbende lasten geactiveerd, inclusief de kosten die verband houden met het afsluiten van eventueel afgesloten financieringen. De afschrijving geschiedt lineair en de afschrijvingstermijnen bedragen voor:

Gebouwen en terreinen Gebouwen Erfpacht Verbouwingen

30 jaar 30 jaar 10/12 jaar


Inventarissen/apparatuur Meubilair en stoffering Computerapparatuur Software-programma’s Activa projecten/werkeenheden Activa herstructurering

Resultaatbepaling 10 jaar 3 jaar 2 jaar afhankelijk duur project 3 jaar

Financiële vaste activa Deelnemingen waarin de stichting invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode worden de deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van de vennootschap in de nettovermogenswaarde vermeerderd met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van de verwerving, bepaald volgens de grondslagen in deze jaarrekening. In de exploitatierekening wordt het aandeel van de stichting in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. De vorderingen onder de financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde ofwel de lagere realiseerbare waarde (hier de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde). De terugkoopoptie onder de financiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs ofwel de lagere realiseerbare waarde. Op deze koopoptie wordt niet afgeschreven, aangezien de uit een recente taxatie (oktober 2007) is gebleken dat de waarde van het pand Oslo 10, waarop deze koopoptie betrekking heeft, in het economisch verkeer beduidend meer is dan de boekwaarde.

Voorraden De waardering vindt plaats tegen kostprijs of tegen vervaardigingsprijs, voor zover nodig verminderd met een voorziening wegens incourantheid.

Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid.

Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarin de prestatie is geleverd c.q. waarop de prestatie betrekking heeft. Een uitzondering hierop betreft de door deelnemers verschuldigde deelnemersbijdragen welke worden verantwoord in het kalenderjaar waarin het betreffende studiejaar aanvangt. De geoormerkte rijksbijdragen en de meerjarige doelsubsidies worden in de exploitatierekening verantwoord voorzover er daadwerkelijk kosten gerealiseerd zijn. Baten uit tweede geldstroom-activiteiten en werken voor derden worden bepaald naar rato van de uitvoering van de betreffende projecten/contracten. Overeenkomstig de voorschriften met betrekking tot de ESF-subsidie wordt in de jaarrekening 5/12e deel van de afgegeven beschikking als bate verantwoord. Per ingediende aanvraag/beschikking wordt aan het einde van het boekjaar zonodig een post voorzien als blijkt dat de geregistreerde cursusdeelname afwijkt van de in de aanvraag opgenomen aantallen. Pensioenregeling Het Albeda College kent een Pensioen- en Flexibele Uittredingsregeling voor huidige en voormalige werknemers. De pensioenen zijn ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP en de Flexibele Uittreding bij Stichting Flexibel Uittreden Onderwijs. Beide regelingen zijn te karakteriseren als zogeheten toegezegdpensioenregelingen, waarbij de pensioenuitkering gebaseerd is op de lengte van het dienstverband en het gemiddelde salaris van de werknemer gedurende dit dienstverband. De pensioenregelingen kunnen worden aangemerkt als multi-employer funds. RJ 271 verlangt dat bepaalde informatie inzake toegezegd-pensioenregelingen wordt toegelicht in de jaarrekening. Met name het saldo van de met de regeling samenhangende activa en passiva dient in de balans opgenomen te worden als een vordering of verplichting. Beide pensioenfondsen hebben aangegeven dat zij niet in staat zijn om aan de deelnemende ondernemingen de informatie te verschaffen die volgens RJ 271 noodzakelijk is inzake toegezegd-pensioenregelingen. Daarom worden beide regelingen behandeld als toegezegde-bijdragen-regelingen en worden de verschuldigde pensioenpremies over het boekjaar als pensioenlasten in het resultaat verantwoord.

Eigen vermogen Het eigen vermogen wordt verdeeld in: - Een algemene reserve - Verschillende bestemmingsreserves Afhankelijk van hun aard wordt bij de bestemming van het resultaat besloten tot toevoeging c.q. onttrekking aan deze reserves.

Voorzieningen Met ingang van het verslagjaar 2007 wordt geen voorziening onderhoud gebouwen meer gevormd, aangezien de M.O.P. (meerjarige onderhoudsplanning) zodanig is ingericht dat het totaal van het uit te voeren onderhoud gelijkmatig over de jaren is verdeeld. Hierdoor wordt de jaarlijkse exploitatie van het Albeda College nagenoeg met hetzelfde bedrag belast. Voor Albeva B.V. is dit niet mogelijk, waardoor hier de voorziening gehandhaafd blijft. De voorziening personeel ultimo 2007 is bedoeld voor de verplichtingen terzake van wachtgeld, de regeling verlaging algemene arbeidsduur, opfrisverlof en dergelijke en heeft voornamelijk een looptijd van 2 tot 5 jaar. De voorziening herstructurering is ondermeer bedoeld voor de afronding van de omvorming van de divisie- naar de branchestructuur, de uitvoering van het sociaal plan en het transitieproces van de diverse stafonderdelen.


1.2. Balans per 31 december 2007

Enkelvoudig

(na verwerking voorstel bestemming exploitatieresultaat) Activa (* € 1.000) 31-12-2007 31-12-2006 € € Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Financiële vaste activa Deelneming Leningen u/g en koopoptie

65.883 12.195

78.078

68.278 13.758

5.411 2.804

8.215

5.419 2.654

Totaal vaste activa

86.293

82.036

8.073

Langlopende schulden Leningen

40

20

3.805 16 1.888 404 4.295

10.408

2.086 401 1.134 2.123 4.468

10.212

5.867

569

Totaal vlottende activa

16.315

10.801

Totaal activa

102.608

100.910

Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Deelnemers/cursisten Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen

31-12-2006 € 36.874 4.128

41.002

614 2.528 1.300

4.442

29.412

26.054

102.608

100.910

90.109

Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen

Passiva (* € 1.000) 31-12-2007 € Eigen vermogen Algemene reserve 20.114 Bestemmingsreserves 0 20.114 Voorzieningen Voorziening onderhoud gebouwen 0 Voorziening personeel 1.993 Voorziening herstructurering 8.000 9.993

Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Rekening-courant verbonden partijen Belastingen en premies soc. verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva

28.471

8.327 5.755 384 5.443 1.565 5.955 16.601

Totaal passiva

44.030

753 6.056 188 4.367 1.484 5.647 7.559


1.3. Exploitatierekening 2007 Enkelvoudig (* € 1.000) Begroting 2007 2007 € € Baten Rijksbijdragen OCW 130.867 124.638 Overige overheidsbaten 21.693 24.023 Opbrengst werk voor derden 11.983 13.447 Overige baten 7.199 5.051 Totaal Baten 171.742 167.159 Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal Lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Bijzondere baten en lasten Exploitatieresultaat

2006 € 117.925 22.751 13.695 7.153 161.524

1.4. Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2007 Materiële vaste activa € 78.078 (* € 1.000) Aanschafwaarde op 01-01-2007 Cumulatieve afschrijving per 01-01-2007

Gebouwen Inventaris/ en terreinen apparatuur € €

Totaal €

91.457 23.179

15.749 1.991

107.206 25.170

68.278

13.758

82.036

Investeringen 2007 Desinvesteringen 2007

2.880 1.716

3.159 2.208

6.039 3.924

Mutatie aanschafwaarde

1.164

951

2.115

Afschrijvingen 2007 Afschrijvingen desinvesteringen 2007

3.559 0

4.484 1.970

8.043 1.970

Mutatie afschrijvingen

3.559

2.514

6.073

Boekwaarde 01-01-2007

145.665 8.043 15.511 23.092 192.311 -20.569

134.400 9.602 19.006 12.783 175.791 -8.632

123.532 7.061 16.924 19.489

-5.482

Aanschafwaarde per 31-12-2007 Cumulatieve afschrijving per 31-12-2007

92.621 26.738

16.700 4.505

109.321 31.243

-1.686

-797

-1.460

Boekwaarde per 31-12-2007

65.883 12.195

78.078

1.367 -20.888

0 -9.429*)

167.006

0 -6.942

Samenstelling: Terreinen Gebouwen Erfpacht Verbouwingen Inventaris/apparatuur ICT-apparatuur

Aanschaf- Afgeschreven Boekwaarde waarde t/m 2007 ultimo 2007 € € € 6.867 0 6.867 61.296 20.110 41.186 6.281 1.908 4.373 18.177 4.720 13.457 10.830 1.451 9.379 5.870 3.054 2.816 109.321 31.243 78.078

De onderhandse verkoopwaarde van de gebouwen bedraagt bij voortgezet gebruik (k.k.) volgens het taxatierapport van DTZ Zadelhoff Rotterdam d.d. 03-10-2007 ca. € 101 miljoen. De verzekerde waarde van de gebouwen bedraagt per 31-12-2007 ruim € 178 miljoen. De WOZ-waarde per 31-12-2007 bedraagt ca. € 70 miljoen. *) exclusief Task-force binnen de begroting ad. € 9.500


Financiële vaste activa € 8.215 Ministerie van OCW inzake loonheffing, premie ABP SVM, juli 1991 en juli 1993 Af: voorziening wegens oninbaarheid Groepsmaatschappijen/verbonden partijen Lening u/g Bureau Medelanders Holding B.V. Lening u/g Albeva Vastgoed B.V. tegen 4,15% *) Koopoptie Bèta **) Totaal financieel vaste activa

31-12-2007 € 839 839 - 5.411 250 650 1.904 8.215

Overzicht verbonden partijen: Naam Zetel Exploitatie Branche Opleidingscentrum C.V. Kop van Zuid ***) Rotterdam Matrix (vh. Centrum Vakopleiding) B.V. ****) Rotterdam Albeva Vastgoed B.V. Rotterdam Topsportcentrum B.V. Rotterdam

839 839 5.419 0 750 1.904 8.073

nominaal € 4.542 844 5 20

Voorraden € 40 Voorraad PR-materiaal, kantoorbenodigdheden, boeken drukwerk/papier, praktijkmateriaal en computers/hardware

31-12-2006 €

5.411

31-12-2007 € 40

31-12-2006 €

31-12-2007 € 4.019 -230 3.789 16

31-12-2006 € 2.760 -714 2.046 40

3.805

2.086

*) Albeva Vastgoed B.V. is eigenaar van de kantoorvilla Bèta waarvan het Albeda College huurder is. **) Dit betreft de waardering van het terugkooprecht van de kantoorvilla. ***) Het doel van de Commanditaire Vennootschap is het oprichten en instandhouden van het onroerend goed plaatselijk bekend: Rosestraat 1103. Het Albeda College treedt op als de commanditaire vennoot en is huurder van het betreffende pand. ****) De positieve vermogenswaarde van Matrix BV bestaat naast het gestorte aandelenkapitaal voor € 800.000 uit opgebouwde Agioreserve. 10

31-12-2007 € 16 0 0 0 0

31-12-2006 € 16 -208 -109 655 47

16

401

Deelnemers/cursisten € 1.888 Geregistreerd in: Icaris Af: voorziening wegens oninbaarheid

2.303 -415

1.310 -176

1.888

1.134

Overige vorderingen € 404 Dit betreft voornamelijk nog te verrekenen 2e geldstroom: Overige Rijnmond-gemeenten/Edudelta Stichting Bedrijfsscholen Kinderopvang Bureau Medelanders Holding B.V. Overigen Af: voorziening wegens oninbaarheid

0 0 0 404 404 0

1.377 24 10 806 2.217 -94

404

2.123

Overlopende activa € 4.295 In het boekjaar vooruitbetaalde kosten Vooruitontvangen inkomsten Af: voorziening wegens oninbaarheid

668 3.915 *) 4.583 -288 4.295

2.282 2.186

Liquide middelen € 5.867 Kassen Uitstaande kasvoorschotten Banken (lopende rekeningen)

21 132 5.714

77 56 436

5.867

569

20

Vorderingen € 11.764 Debiteuren € 3.805 Debiteuren inzake 2e geldstroom Af: voorziening wegens oninbaarheid Personeel (w.o. P.C. privé, voorschotten)

Ministerie OCW € 16 Rijksbijdragen boekjaar 2005 Cursusgelden 2003/2004 Cursusgelden 2004/2005 Cursusgelden 2005/2006 Cursusgelden 2006/2007

4.468 0 4.468

De liquide middelen staan ter vrije beschikking. *) Dit heeft voornamelijk betrekking op ontvangen gelden voor het cursusjaar 2007/2008 voor het deel dat voor het boekjaar 2008 bestemd is. 11


Eigen vermogen € 20.114

Langlopende schulden € 28.471

Bestemming Overige Saldo exploitatie- mutaties Saldo 01-01-2007 saldo 2007 2007 31-12-2007 € € € € Algemene reserve 36.874 -20.888 4.128 20.114 Bestemmingsreserves 4.128 0 -4.128 0 Totaal eigen vermogen 41.002 -20.888 0 20.114

De langlopende schulden bestaan uit de volgende leningen o/g. Leningnummer Saldo Geldgever 01-01-2007 € Cofin Bank Ned. Gemeenten 6.988 ING-Bank pand Rosestraat 4.089 096413 ING-Bank 3.600

Het nadelig exploitatiesaldo, bestaande uit: een voordelig saldo van het beroepsonderwijs een nadelig saldo van het contractonderwijs een nadelig saldo voor de centrale staf een nadelig saldo voor het SSC is onttrokken aan de Algemene reserve.

727.419 -13.922.283 -6.716.925 -975.680 -20.887.469

Bestemmingsreserves: Bestemming Overige Saldo exploitatie- mutaties Saldo 01-01-2007 saldo 2007 2007 31-12-2007 € € € € Reserve nieuwbouw 4.128 0 -4.128 0

4.128

0

-4.128

0

Voorzieningen € 9.993 Saldo Saldo Looptijd 01-01-2007 Dotatie Onttrekking 31-12-2007 € € € € Voorziening onderhoud gebouwen 614 0 614 0 Voorziening personeel 2 - 5 jaar 2.528 0 535 1.993 Voorziening herstructurering < 5 jaar 1.300 6.700 0 8.000 4.442 6.700 1.149 9.993

Met ingang van het verslagjaar 2007 wordt geen voorziening onderhoud gebouwen meer gevormd, aangezien de M.O.P. (meerjarige onderhoudsplanning) zodanig is ingericht dat het totaal van het uit te voeren onderhoud gelijkmatig over de jaren is verdeeld. Hierdoor wordt de jaarlijkse exploitatie nagenoeg met hetzelfde bedrag belast.

12

ABN-AMRO rek. 4178972180 ING-Bank rek. 656503580 Aanvulling op lening B.N.G. na wijziging tenaamstelling

14.677

Saldo 01-01-2007 € 0 15.000 488 15.488

Aflossing 2007 € 599 135 133

Saldo 31-12-2007 € 6.389 3.954 3.467

867

Rente %

Datum einde

8,350 flexibel *) 5,070

18.02.2015 01.03.2009 13.01.2033

13.810

Mutatie Saldo Rente Datum 2007 31-12-2007 % einde € € 0 0 flexibel **) 01.12.2009 0 15.000 ***) 0 0

488

18.02.2015

15.488

Saldo 31-12-2007 € Totaal-generaal 29.298 De aflossingsverplichting voor het komende jaar is opgenomen onder de kortlopende verplichtingen -827 Totaal langlopende schulden 28.471

Kredietinstellingen € 8.327 Aflossingsverplichting langlopende leningen Rabobank, kasgeldlening

827 7.500

8.327

*) M.i.v. 01-03-2004 zijn de condities van deze lening aangepast met een Roll Over arrangement op basis van Euribor met op 31-12-2007 een rentepercentage van 5,1960% tot 01-03-2008, met een swaprate van 1,95%. **) M.i.v. 01-12-2004 is een Standby arrangement op Roll Over basis afgesloten tot een maximumbedrag van € 15 miljoen op basis van een 3, 6 of 12 mnds Euribor. ***) Op 11-03-2005 is een Standby arrangement afgesloten tot een maximumbedrag van € 15 miljoen op basis van Euribor (toeslag 0,4%) met op 31-12-2007 een rentepercentage van 4,639 % tot 02-02-2008. 13


Rekening-courant verbonden partijen € 384 Matrix (v.h. Centrum Vakopleiding) B.V. / Albeva B.V.

Overige kortlopende schulden € 5.955 Nog te betalen kosten Gemeente Rotterdam Overige schulden

Overlopende passiva € 16.601 Vakantiegeldverplichtingen Vooruitontvangen inkomsten

31-12-2007 €

31-12-2006 €

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en rechten Verplichtingen

384

188

1.539 2.295 2.121

2.550 1.574 1.523

5.955

5.647

3.787 12.814

3.525 4.034

16.601

7.559

• Het Albeda College heeft een rekening-courant faciliteit: - bij de ABN-AMRO Bank ter hoogte van € 3,5 miljoen. Op de balansdatum is van deze faciliteit geen gebruik gemaakt. - bij de ING-Bank ter hoogte van € 2,5 miljoen. Op de balansdatum is van deze faciliteit geen gebruik gemaakt. - bij de Rabobank een faciliteit ter hoogte van € 20 miljoen, waarvan op de balansdatum € 7,5 miljoen is opgenomen (verantwoord onder de kredietinstellingen). Op € 10 miljoen van dit onderhandse arrangement is een renteswap overeengekomen op basis van EuriborReuters. • Per 31-12-2007 heeft het Albeda College: - 54 huurcontracten met een gevariëerde looptijd (max. 2022) met een totale huursom van € 7,8 miljoen op jaarbasis. - 1 erfpachtovereenkomst met de gemeente Schiedam voor een jaarlijkse canon van € 67.600,- 8 leaseovereenkomsten voor personenauto’s met een totale contractwaarde van € 83.000,- op jaarbasis. - daarnaast lopen een aantal contracten voor periodiek onderhoud en kopieerapparatuur e.d. • Op balansdatum waren voor 11 huurcontracten bankgaranties afgegeven tot een totaal bedrag van € 329.556. • Na een door de Belastingdienst gehouden boekonderzoek inzake eventueel verschuldigde omzetbelasting over detacheringen is een aanslag ontvangen over de periode 2000 t/m 2004. Tegen een bedrag van € 390.319 is een gemotiveerd bezwaarschrift ingediend d.d. 06.02.2007, waarbij wordt aangehaakt bij lopende procedures bij het Hof van Justitie te Luxemburg. Op de balansdatum is nog geen uitspraak gedaan op het ingediende bezwaarschrift. • Ten aanzien van de ss Rotterdam zijn naast de uitgaven ter voorbereiding van dit project verplichtingen aangegaan, namelijk - een bestelling van keukenapparatuur tot een bedrag van € 498.000 incl. BTW. - een huurovereenkomst voor het gebruik van ruimten voor stage- en opleidingsactiviteiten ter waarde van € 175.000.

Rechten • Voor het cursusjaar 2006/2007 heeft het Albeda College 9 aanvragen ingediend in het kader van de subsidie uit het Europees Sociaal Fonds, inzake de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Voor het kalenderjaar 2007 betreft dit € 3,0 miljoen. De hieraan verbonden lasten zijn in de exploitatierekening verwerkt, terwijl de betreffende baten, mede gelet op het onzekere karakter van de subsidiabiliteit als gevolg van de stringente administratieve voorwaarden, voorshands zijn verantwoord op basis van het opgestelde risicoprofiel hetgeen neerkomt op een bate voor 2007 van € 1,853 miljoen. • Voor het boekjaar 2007 is bij het Ministerie van VROM, Directie Inburgering en Integratie, een claim ingediend als gevolg van de stagnatie inburgering 2007. Op basis van het verantwoordings- en onderzoeksprotocol is deze claim ingediend ter grootte van het geleden exploitatieverlies ad. € 1.294.369,64.

14

15


1.5. Toelichting op de enkelvoudige exploitatierekening over het boekjaar 2007

Lasten

Baten (* € 1.000) Rijksbijdrage € 130.867 Normatieve rijksbijdragen OCW Geoormerkte subsidies OCW (zie bijlage 8.2) Overige subsidies OCW Totaal Rijksbijdrage

Personele lasten € 145.665 Lonen en salarissen, incl. verplichtingen VU/ZKOO Sociale lasten Pensioenlasten Bovenwettelijke wachtgelduitkering Dotatie/vrijval voorziening personeel Mutatie voorziening herstructurering Uitzendkrachten, inclusief vervanging bij ziekte Overige personeelslasten

Overige overheidsbaten € 21.693 Gemeentelijke bijdrage educatie Overige bijdragen, w.o. VSV-gelden, projecten JOS, SoZaWe (wiw en wnb) en ID-banen Totaal overige overheidsbaten Opbrengst werk voor derden € 11.983 Contractactiviteiten gericht op: Gemeentelijke bijdrage inburgering/oudkomers Educatieve activiteiten en re-integratie Business Services, Handel & Commercie Gezondheidszorg, Welzijn & Onderwijs, Horeca & Toerisme Techniek en overigen Totaal opbrengst werk voor derden Overige baten € 7.199 Deelnemersbijdragen Examenopbrengsten Resultaat gelieerde instellingen **) Huurontvangsten Ontvangsten kantines, restaurants, automaten Detacheringen ***) Overigen Totaal overige baten

16

2007 € 94.455 9.287 11.453 1.315 -535 6.700 19.020 4.614 146.309

Begroting 2007 € 99.819 8.910 10.929 0 0 0 9.873 4.934 134.465

-644

-65

-632 123.532

2007 € 115.610 8.688 6.569 *) 130.867

Begroting 2007 € 110.865 13.773 0 124.638

2007 € 9.362

Begroting 2007 € 8.257

2006 € 13.660

12.331

15.766

9.091

Totaal personele lasten

145.665

134.400

21.693

24.023

22.751

Afschrijvingen € 8.043 Erfpacht terreinen Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur ICT-inventaris

2007 € 173 3.386 2.147 2.337

Begroting 2007 € 241 3.463 2.650 3.248

8.043

9.602

2007 €

Begroting 2007 €

2006 € 103.248 12.009 2.668 117.925

2006 €

6.171 1.661 520 2.439 1.192

5.370 3.255 252 3.085 1.485

5.282 1.962 156 2.882 3.413

11.983

13.447

13.695

2007 € 3.343 196 367 528 236 726 1.803

Begroting 2007 € 2.586 200 350 300 200 350 1.065

2006 € 3.117 493 97 470 223 857 1.896

7.199

5.051

7.153

af: Uitkeringen (AAW/ZW-opbrengsten)

Totaal afschrijvingen

2006 € 82.684 8.347 10.693 0 -530 1.300 17.599 4.071 124.164

2006 € 173 2.852 2.170 1.866 7.061

*) w.o. wachtgelduitkeringen € 4.120 en ESF-gelden € 1.932 In de overige baten zijn onder meer de baten begrepen van schadeuitkeringen, re-integratievergoedingen, projectsubsidies (o.a. Silvan, Hitecs, Triple-A etc.) afdrachtvermindering loonbelasting, scholing, subsidies enz. van bedrijven en instellingen bij Open Dagen e.d., kortingen op lesmateriaal/boeken, stagevergoedingen en lesmateriaal/boeken bekostigd door bedrijven. € **) C.V. Kop van Zuid voordelig 380 Albeva Vastgoed B.V. voordelig 20 Matrix B.V. nadelig 33

367

***) In deze baten is een bijdrage in de uitvoeringskosten opgenomen van het experiment Informatie- en Communicatie Technologie, ingevolge de ministeriële regeling Herontwerp Kwalificatiestructuur MBO 2007/2008. Van deze bijdrage ad. € 63.000 voor het penvoerderschap van het toegewezen cluster is 5/12e gedeelte in de jaarrekening 2007 verantwoord. Daarnaast zijn i.v.m. de outsourcing van de kantines, medewerkers gedetacheerd bij Avenance t/m september en bij Cormet vanaf 01-10-2007. 17


Huisvestingslasten € 15.511 Huren *) Onttrekking/dotatie voorziening onderhoud Onderhoudskosten vastgoed Advieskosten vastgoed Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten

Overige instellingslasten € 23.092 Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer Reis- en verblijfskosten Accountantskosten Telefoon- en portokosten e.d. Kantoorartikelen Bestuurskosten Overige **) Subtotaal

Begroting 2007 2007 € € 7.250 6.658 -614 3.098 2.461 0 722 850 2.360 2.310 2.073 2.150 785 875 474 3.065 15.511

2007 €

19.006

Begroting 2007 €

Dotatie overige voorzieningen Toevoeging voorziening wegens oninbaarheid 2006 € 6.263 2.692 0 719 2.414 2.094 779 1.963

75

286

Overige Kantinekosten Excursies/werkweek Contributies Abonnementen Verzekeringen Overige *)

705 860 613 339 120 2.762

290 650 480 150 60 146

468 665 541 116 126 3.840

Subtotaal

5.399

1.776

5.756

Totaal overige instellingslasten

23.092

12.783

19.489

Financiële baten en lasten € 1.686 (nadelig) Rente langlopende leningen Rentebaten Rentelasten/-kosten

2007 € 879 -229 1.036

Begroting 2007 € 1.777 -980 0

1.686

797

Bijzondere baten en lasten € 1.367 (voordelig) Boekwinst verkoop vastgoed: - Heemraadsingel 178/180 218 - Mathenesserdijk 455 1.149 1.367

0 0

16.924

2006 €

1.582 197 644 1.772 689 48 6.253

1.850 200 550 1.750 700 40 1.117

1.814 201 399 1.567 649 36 2.115

11.185

6.207

6.781

Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris Software licenties Leermiddelen (boeken, praktijkmaterialen,software, mediatheek en inkoop onderwijsprogramma’s) Examenkosten

730 324

1.000 485

1.213 350

4.147 1.210

2.140 1.100

3.966 1.137

Subtotaal

6.411

4.725

6.666

*) inclusief de vergoedingen aan de C.V. Kop van Zuid en Albeva Vastgoed B.V. **) waaronder € 1,7 miljoen kopieerkosten/drukwerkkosten, € 2,5 miljoen advieskosten, transportkosten € 0,3 miljoen. PR/comm.kosten € 0,8 miljoen catering/vergaderkosten € 0,4, representatiekosten € 0,2 miljoen enz. 18

97

Totaal financiële baten en lasten

0

2006 € 825 0 635 1.460

0 0 0

*) waaronder € 0,2 miljoen reiskosten deelnemers, € 0,4 miljoen uitgaven stage, € 1,1 miljoen licentiekosten ICT, € 1,0 miljoen beveiligingskosten. 19


2. Jaarrekening

geconsolideerd

2.1. Balans per 31 december 2007

geconsolideerd

(na verwerking voorstel bestemming exploitatieresultaat) Activa (* € 1.000) 31-12-2007 31-12-2006 € € Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen 72.660 Inventaris en apparatuur 12.783 Financiële vaste activa Overige lening u/g 250 Totaal vaste activa

85.443

75.164 14.476

250

0

89.640

0

85.693

89.640

Langlopende schulden Overige langlopende leningen

Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen

Vorderingen Debiteuren 3.424 Ministerie van OCW 16 Deelnemers/cursisten 1.888 Overige vorderingen 846 Overlopende activa 4.380 Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

20

Passiva (* € 1.000) 31-12-2007 € Eigen vermogen Algemene reserve 20.114 Bestemmingsreserves 0 20.114 Voorzieningen Voorziening onderhoud gebouwen 0 Voorziening personeel 1.993 Voorziening herstructurering 8.022 10.015

40

10.554 7.028

20

1.846 401 1.134 652 4.473

8.506 1.478

17.622

10.004

103.315

99.644

Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en premies soc. verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva

31-12-2006 € 36.874 4.128

41.002

4.607

29.412

754 2.553 1.300

28.471

8.327 6.290 5.460 1.565 6.145 16.928

753 6.123 4.367 1.484 4.270 7.626

44.715

24.623

103.315

99.644

Totaal passiva

21


2.2. Exploitatierekening 2007

geconsolideerd

(* € 1.000)

(* € 1.000)

Begroting 2007 2007 € € Baten (Rijks)bijdragen OCW 130.867 124.638 Overige overheidsbijdragen 21.693 24.023 HSV -subsidie Ministerie SZW 0 0 Baten werk i.o.v. derden 13.849 13.447 Overige baten 6.808 5.051 Totaal baten 173.217 167.159 Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Bijzondere baten en lasten Exploitatiesaldo

2.3. Kasstroomoverzicht geconsolideerde jaarrekening 2007

146.770 8.280 15.357 23.359 193.766 -20.549 -1.706 1.367 -20.888

134.400 9.602 19.006 12.783 175.791 -8.632 -797 0 -9.429

2006 € 117.925 28.033 0 9.363 7.073 162.394

124.398 7.349 16.257 19.802 167.806 -5.412 -1.530 0

Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo exploitatie Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal: - Voorraden - Vorderingen - Kortlopende schulden Mutaties voorzieningen Kasstroom uit investeringsactiviteiten Netto investeringen materiële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie kredietinstellingen Mutatie overige langlopende schulden Mutaties lening u/g

2007 €

2006 €

8.280

-20.888

-20 -2.048 12.518 5.408

24.138

24 5.858 1.894 -3.371

-4.083 -4.083

-9.170

7.574 -941 -250

Mutatie liquide middelen

6.383

-6.942

11.754

-9.170

7.349

4.598 0 24

4.622

5.550

264

-6.942 Beginstand liquide middelen

22

1.478

1.214

Mutatie liquide middelen 5.550 Eindstand liquide middelen

264

7.028

1.478

23


2.4. Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2007 Voor de grondslagen, waardering en resultaatbepaling wordt verwezen naar bladzijde 3 t/m 5. Vaste activa (* € 1.000) Materiële vaste activa € 85.443 Aanschafwaarde op 01-01-2007 Cumulatieve afschrijvingen per 01-01-2007 Boekwaarde 01-01-2007 Investeringen 2007 Desinvesteringen 2007

Gebouwen Inventaris/ en terreinen apparatuur € € 101.442 17.080 26.228 2.654

Totaal € 118.522 28.882

75.214

14.426

89.640

2.880 1.716

3.159 2.208

6.039 3.924

Mutatie aanschafwaarde

1.164

951

2.115

Afschrijvingen 2007 Afschrijvingen desinvesteringen 2007

3.718 0

4.562 1.968

8.280 1.968

Mutatie afschrijvingen

3.718

2.594

6.312

Aanschafwaarde per 31-12-2007 Cumulatieve afschrijving per 31-12-2007 Boekwaarde per 31-12-2007 Samenstelling: Terreinen Gebouwen Erfpacht Verbouwingen Inventaris/apparatuur ICT-apparatuur

102.606 29.946

18.031 5.248

120.637 35.194

72.660

12.783

85.443

Aanschaf- Afgeschreven Boekwaarde waarde t/m 2007 ultimo 2007 € € € 6.867 0 6.867 67.679 21.835 45.844 6.281 1.908 4.373 21.779 6.203 15.576 12.161 2.194 9.967 5.870 3.054 2.816 120.637 35.194 85.443

De onderhandse verkoopwaarde van de gebouwen bedraagt bij voortgezet gebruik (k.k.) volgens het taxatierapport van DTZ Zadelhoff Rotterdam d.d. 03-10-2007 ca. € 112 miljoen. Van de panden in de deelnemingen bedraagt de waarde: Rosestraat 1103 € 7.600.000*) Oslo 10 € 2.505.000 De verzekerde waarde van de gebouwen bedraagt per 31-12-2007 ruim € 187 miljoen. De WOZ-waarde per 31-12-2007 bedraagt ca. € 77 miljoen. *) voor dit pand is een zekerheid gesteld in de vorm van een hypotheek. 24

Financiële vaste activa € 250 Ministerie van OCW inzake loonheffing, premie ABP SVM, juli 1991 en juli 1993 Af: voorziening wegens oninbaarheid Lening u/g Bureau Medelanders Holding B.V. Totaal financiële vaste activa

31-12-2007 31-12-2006 € € 839 -839 0 250 250

839 -839 0 0 0

Liquide middelen € 7.028 De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Langlopende schulden € 28.471 De langlopende schulden bestaan uit de volgende leningen o/g. Leningnummer Saldo Geldgever 01-01-2007 € Cofin Bank Ned. Gemeenten 6.988 ING-Bank pand Rosestraat 1103 4.089 096413 BNG-Bank 3.600 14.677

Daarnaast is er een kredietarrangement: Saldo 01-01-2007 € ABN-AMRO rek. 4178972180 0 ING-Bank rek. 656503580 15.000 Aanvulling op lening B.N.G. na wijziging tenaamstelling 488

15.488

Totaal-generaal Aflossingsverplichting voor het komende jaar Totaal langlopende schulden

Aflossing 2007 € 599 135 133 867

Saldo 31-12-2007 € 6.389 3.954 3.467

Rente %

Datum einde

8,350 flexibel *) 5,070

18.02.2015 01.03.2009 13.01.2033

13.810

Mutatie Saldo Rente Datum 2007 31-12-2007 % einde € € 0 0 flexibel **) 01.12.2009 0 15.000 ***) 0

488

0

15.488

18.02.2015

29.298 -827 28.471

*) M.i.v. 01-03-2004 zijn de condities van deze lening aangepast met een Roll Over arrangement op basis van Euribor met op 31-12-2007 een rentepercentage van 5,1960% tot 01-03-2008, met een swaprate van 1,95%. Voor dit pand is een zekerheid gesteld in de vorm van een hypotheek. **) M.i.v. 01-12-2004 is een Standby arrangement op Roll Over basis afgesloten tot een maximumbedrag van € 15 miljoen op basis van een 3, 6 of 12 mnds Euribor. ***) Op 11-03-2005 is een Standby arrangement afgesloten tot een maximumbedrag van € 15 miljoen op basis van Euribor (toeslag 0,4%) met op 31-12-2007 een rentepercentage van 4,639% tot 02-02-2008. 25


2.5. Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening over het boekjaar 2007

3. Overige gegevens

Baten (* € 1.000)

3.1. Accountantsverklaring

Baten werk i.o.v. derden € 13.849 Albeda College enkelvoudig Matrix BV, Re-integratiecontracten Topsportcentrum BV

Verklaring betreffende de jaarrekening

2007 € 11.983 690 1.176 13.849

Begroting 2007 € 13.447 0 0 13.447

2006 € 9.363 0 0 9.363

7.199 18 -409 6.808

5.051 0 0 5.051

7.153 0 -80 7.073

Personele lasten € 146.770 Albeda College enkelvoudig Matrix BV Topsportcentrum BV

145.665 657 448 146.770

134.400 0 0 134.400

123.532 866 0 124.398

Afschrijvingen € 8.280 Albeda College enkelvoudig C.V. Kop van Zuid Albeva BV

8.043 159 78 8.280

9.602 0 0 9.602

7.061 210 78 7.349

Overige baten € 6.808 Albeda College enkelvoudig Topsportcentrum Onderlinge verrekenposten Lasten (* € 1.000)

Huisvestingslasten € 15.357 Albeda College enkelvoudig Topsportcentrum BV Onderlinge verrekenposten

15.511 506 -660 15.357

19.006 0 0 19.006

16.924 0 -667 16.257

Overige instellingslasten € 23.359 Albeda College enkelvoudig Matrix BV Topsportcentrum

23.092 27 240 23.359

12.783 0 0 12.783

19.489 313 0 19.802

Financiële baten en lasten € 1.706 (nadelig) Albeda College enkelvoudig Matrix BV C.V. Kop van Zuid Albeva BV

-1.686 16 -1 -35 -1.706

-797 0 0 0 -797

-1.460 -25 -6 -39 -1.530

26

Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2007 van het Albeda College te Rotterdam bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31-12-2007 en de geconsolideerde en enkelvoudige exploitatierekening over 2007 met de toelichting gecontroleerd.

Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met de Regeling Financieel jaarverslag voor instellingen/organen in de sector BVE met ingang van het verslagjaar 2002 (CFI-FVE-2001/119405) en brief F&A 2003/13276M. Tevens is het bestuur van de stichting verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante weten regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, tweede lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en het Controleprotocol OCW 2007. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende weten regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

27


Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Albeda College per 31-12-2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met de Regeling Financieel jaarverslag voor instellingen/organen in de sector BVE met ingang van het verslagjaar 2002 (CFI-FVE-2001/119405) en brief F&A 2003/13276M. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2007 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het Controleprotocol OCW 2007 zijn vermeld.

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Verder melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

3.2. Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat boekjaar 2007

(* € 1.000) 2007 € Nadelig exploitatieresultaat -20.888 Voorgestelde bestemming van het resultaat is als volgt: Algemene reserve -20.888 Bestemmingsreserve divisies 0

-20.888

2006 € -6.942

7.622 -14.584 -6.942

Rotterdam, 26 juni 2008

Ernst & Young Accountants namens deze

3.3. Algemene gegevens Raad van Toezicht

w.g. J.C. Besters RA

Naam Functie Frank Verhulst Uitgetreden per 25-04-2007 Casper Dickmann Lid Lionel Martijn Lid Margriet Drijver Aangetreden per 01-01-2007 Lid Jos Elbers Aangetreden per 01-01-2007 Lid Klaas Groenendijk Aangetreden per 01-01-2007 Voorzitter Jan van Merwijk Aangetreden per 01-01-2007 Lid

College van Bestuur Gedurende het verslagjaar bestond het College van Bestuur uit de volgende personen: Naam Piet Boekhoud André Vader, met ingang van 01-03-2005 Marcel Nollen, met ingang van 01-11-2006

28

Voorzitter Lid Lid

29


3.4. Gegevens van de rechtspersoon

Colofon

Naam instelling Bevoegd gezag Adres Postadres Postcode/plaats Internet-site

: Albeda College : Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken : Rosestraat 1101 : Postbus 9451 : 3007 AL Rotterdam : www.albeda.nl

Het jaarverslag 2007 is een uitgave van het College van Bestuur, Albeda College

Contactpersoon E-mail

: Frans Roozen, woordvoerder CvB : [email protected]

Vormgeving en DTP Media Options

Brinnummer

: 00GT

Druk Daalhuisen

Contactpersoon E-mail

: René Louwerse, directeur AMC : [email protected]

Redactie, planning, coördinatie en productie De stafafdeling Onderwijs en de servicegroep Communicatie van het Albeda College in samenwerking met Inktvisteksten en LP Communicatie.

Albeda College Rosestraat 1101 -1103 3071 AL Rotterdam www.albeda.nl

Onderwijsbranches Branche

Straat

Postcode/plaats

Telefoonnummer

AKA

Van Blommesteynweg 75

3087 BV Rotterdam

010-2061569

Business Services

Stolwijkstraat 8

3079 DN Rotterdam

010-2928947

Gezondheidszorg

Rosestraat 1103

3071 AL Rotterdam

010-2901400

Handel & Commercie

Zr. Hennekeplein 80

3033 BW Rotterdam

06-47949525

Horeca & Toerisme

Rosestraat 1101

3071 AL Rotterdam

010-2901385

Inburgering

Mathenesserlaan 321

3021 HC Rotterdam

010-2214100

Lifestyle, Sport & Entertainment

Rosestraat 1103

3071 AL Rotterdam

010-2901338

Re-integratie & Employability

Triathlonstraat 3

3078 HX Rotterdam

010-2921080

Secretarieel & Administratie

Weena 743

3013 AL Rotterdam

010-4338512

Techniek

Haastrechtstraat 3

3079 DC Rotterdam

010-4973758

Toeleiding

Van Blommesteynweg 75

3087 BV Rotterdam

06-18500879

Welzijn & Onderwijs

Slingeplein 8/13

3085 EZ Rotterdam

010-2934142

30

© Albeda College, juni 2008

31


32

Voorwoord. Inhoudsopgave

Recommend Documents