INHOUDSOPGAVE Titelblad Inhoudsopgave Voorwoord Deel I 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
FRANCISCUSSCHOOL – IDENTITEIT & VISIE Identiteit Waar de school voor staat Organisatie van het onderwijs Zorg voor de kinderen Zorgverbredingsparagraaf Resultaten van het onderwijs
4 4 6 8 10 13
Deel II 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
PRAKTISCHE INFORMATIE – FEITEN & WETENSWAARDIGHEDEN Belangrijk om te weten Naar school 2009-2010 Namen en adressen leerkrachten De ouderraad De medezeggenschapsraad Het bestuur Bovenschools management
16 19 23 24 25 27 28
Deel III 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
ALGEMENE INFORMATIE – REGELINGEN, VERZEKERINGEN & PARTNERS Regelingen Verzekeringen Informatieplicht ouders Leerling-vervoer Afspraken met kinderen Partners
32 34 36 37 37 38
1
VOORWOORD De basisschool is een belangrijk deel van een kinderleven, maar natuurlijk ook van u als ouder. Jarenlang dezelfde weg van huis naar school en weer terug. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo’n kleine 8000 uur toe aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool. Een basisschool kies je dan ook met zorg! Scholen verschillen steeds meer; in manier van werken, in sfeer en in wat kinderen leren. En scholen hebben verschillende kwaliteiten. Dat maakt het kiezen steeds moeilijker, maar ook gemakkelijker want er is altijd wel een school die beter bij uw kind past. Deze gids helpt u bij het bewust kiezen van een basisschool. In deze schoolgids gaan we nader in op de doelen, de werkwijze, de sfeer en de resultaten van onze school. De gids is gemaakt in nauwe samenwerking met de ouders van onze school. De ouders gaven aan welke informatie ze graag terug willen vinden in de schoolgids en welke informatie zij belangrijk vinden. De gids is bedoeld voor ouders van kinderen die nu op school zijn, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen. We leggen in deze gids verantwoording af over onze manier van werken en behaalde resultaten. Daarnaast leggen we aan de ouders van nieuwe leerlingen uit wat ze mogen verwachten als hun kind een leerling van onze school wordt. We hopen dat u deze schoolgids met belangstelling zult lezen. Heeft u naar aanleiding van deze schoolgids nog vragen of opmerkingen? Loop dan gerust even binnen voor een toelichting! Maar bellen of mailen kan natuurlijk ook. Veel leesplezier en een fijn schooljaar! Ellie Bosmans Directeur Franciscusschool
2
DEEL I
FRANCISCUSSCHOOL: IDENTITEIT & VISIE
3
1.1
IDENTITEIT VAN DE FRANCISCUSSCHOOL
De Franciscusschool is een katholieke school en staat onder het bevoegd gezag van de “Stichting voor Katholiek Onderwijs Sint-Oedenrode” (SKOSO). We laten ons in het onderwijs en de omgang met elkaar inspireren door het voorbeeld van Jezus Christus. Dat betekent dat we in alles respect op willen brengen voor elkaar. Iedereen is anders en daarom heel waardevol. Vanuit deze grondhouding willen we kinderen leren de ander in zijn waarde te laten en begrip op te brengen voor persoonlijke invulling van het leven. We hopen dat de kinderen van onze school waarde gaan hechten aan vriendschap en omgang met elkaar die van binnenuit komt. We proberen ze bij te brengen om ook in probleemsituaties steeds uit te blijven kijken naar een zo goed mogelijke oplossing. Een andere belangrijke waarde is, in navolging van onze patroon Franciscus, respect op te brengen voor alles wat leeft, groeit en bloeit. De natuur is onze oorsprong en onze levensbron waar we heel zorgvuldig mee om moeten gaan. In deze sfeer willen wij de kinderen op de Franciscusschool onderwijs geven. Het onderwijs dat wij hiermee voorstaan heeft een belangrijke vormende waarde. Een vorming die mede gekleurd wordt door onze eigen identiteit. De hierboven beschreven waarden resulteerden in een aantal concrete regels en afspraken die u verder in de gids kunt terugvinden.
1.2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
Kind centraal Het onderwijs sluit aan bij de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen zoals zij die van thuis uit mee krijgen. De school wil de kinderen zo goed mogelijk bijstaan in hun groei naar een eigen persoonlijkheid. De leerkrachten begeleiden de kinderen in hun leer- en ontwikkelingsproces. Met het onderwijs richten we ons in de eerste plaats op de belangen van elk kind afzonderlijk. Elk kind staat voor ons centraal in onze manier van werken aan én met kinderen. Waar nodig, komen wij op voor zijn of haar behoeften. De kinderen leren op school niet alleen van het onderwijs, maar ook van elkaar. Zij leren hoe ze elkaar in spel en les kunnen helpen. De manier waarop leerkrachten omgaan met elkaar en met de kinderen is een voorbeeld hoe de kinderen met leeftijdsgenoten en met ouderen kunnen omgaan. We vinden het belangrijk om als team dichtbij de kinderen te staan, waarbij we ons zoveel mogelijk als gelijkwaardige partner opstellen. Ouders en school Onderwijs is een voortzetting van de opvoeding thuis. Ouders en leerkrachten zijn een verlengstuk van elkaar bij de opvoeding van de kinderen. Goed contact en veelvuldig overleg met ouders stellen we daarom zeer op prijs. De leerkrachten staan “open” voor inbreng van ouders. Ouders kunnen op veel manieren bij het onderwijs, de school of buitenschoolse activiteiten betrokken worden. Zij doen dit altijd op verzoek van en in overleg met leerkrachten en/of directie. De werkzaamheden van de ouders vallen altijd onder de verantwoording van de school. Wet Bescherming Persoonsgegevens Bij het voeren van de leerlingenadministratie en het samenstellen van leerlingendossiers houden we de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in acht. Aan ouders die op school activiteiten verrichten, wordt ook uitdrukkelijk gevraagd vertrouwelijk om te gaan met informatie over de school en onze leerlingen.
4
Persoonlijke omgang Het is heel belangrijk dat de kinderen plezier beleven aan hun schooltijd. Zij moeten graag naar school willen gaan! Naast de leidende rol die de leerkracht heeft bij het lerende kind, willen wij met elk kind ook een meer persoonlijke omgang opbouwen. Wij streven naar wederzijds respect, eerlijkheid en openheid. Zelfstandigheid Op onze school werken we veel met combinatieklassen. Dit vergt een grote mate van zelfstandigheid van de kinderen. Als hulpmiddel hierbij stellen we voor elk kind een dag- of weektaak op. Een deel van de taak is verplicht (basisstof). Voor de kinderen die sneller werken of meer aankunnen, is er extra leerstof. Met zo’n weektaak mogen de kinderen meer zelf bepalen wanneer ze welk werk maken. Als de kinderen met een onderdeel van de weektaak klaar zijn, wordt dit op de weektaak aangekruist en (zo mogelijk) dezelfde dag nog door de leerkracht of de leerling nagekeken. Zo is direct duidelijk of de leerling de leerstof heeft begrepen. Tussentijds bekijken we natuurlijk ook, door middel van observaties, of een kind voldoende leerstof verwerkt heeft. Samenleving Samen leren, werken en spelen op school is een goede voorbereiding van de kinderen op het deelnemen aan de samenleving als kind en volwassene. - Ze leren omgaan met elkaars verschillen; - Ze leren rekening houden met elkaar; - Ze leren overleggen met elkaar; - Ze leren hulp vragen en hulp bieden. Wij vragen aandacht voor andere opvattingen, gewoonten en gebruiken dan die bekend zijn uit de eigen omgeving. In Boskant komen de kinderen in aanraking met een kleine groep mensen. Het is noodzakelijk dat de kinderen ook belangstelling tonen voor andere waarden, normen en levensovertuigingen van andere culturen. Door deze ontmoeting met andere mensen leren zij zichzelf beter kennen, kunnen ze beter optreden naar buiten toe en kunnen ze met meer mensen omgaan. We moedigen kinderen aan om op te komen voor zichzelf, waarbij ze rekening houden met de belangen van anderen. Onderwijs en opvoeding Het onderwijs heeft een aanvullende rol bij de opvoeding van elk kind. Onderwijs staat niet op zich, maar draagt bij tot groei in persoonlijkheid. Ieder kind leert namelijk op een eigen specifieke wijze. Elk kind heeft een eigen stijl van leren met sterke en minder sterke kanten. In het onderwijs wordt ruimte geboden om met eigen mogelijkheden aan de opdrachten te werken. Niet alle kinderen hoeven hetzelfde te doen op dezelfde manier. Waar nodig, wordt extra ondersteuning geboden aan leerlingen die meer moeite hebben met leren. Zorg voor elk kind Kenmerkend voor onze school is ook dat wij elk kind zo goed mogelijk willen volgen in zijn of haar ontwikkeling. Daarvoor worden de leerkrachten gesteund door de interne leerlingbegeleider. Samen zien zij erop toe of de kinderen voldoende vooruit gaan.
5
1.3
ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Schoolorganisatie Kinderen leren van én met elkaar. Wij vinden het belangrijk dat ze van elkaar leren en vertellen hoe ze een taak hebben gemaakt of een probleem oplossen. En dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. In groep 1 en 2 proberen we met projecten die aansluiten bij de belevingswereld van de kleuter alle belangrijke ontwikkelingen te stimuleren. Vanaf groep 3 praten we over leerkrachtgebonden lessen en zelfstandigwerklessen. De leerkrachtgebondenlessen worden meestal klassikaal aangeboden. De leerstof halen we veelal uit methoden. De leerkracht streeft ernaar om, waar nodig, kinderen individueel of in kleine groepjes te begeleiden. Tijdens de lessen spelen we zo veel mogelijk in op actuele situaties. Voor de zelfstandigwerklessen maken we gebruik van weektaken. Die hebben vooral betrekking op taal en rekenen. Op een weektaak staat het minimale programma voor een week aangegeven. Voor de kinderen die wat meer kunnen of sneller werken, is er extra werk. Dit houdt in dat de kinderen opdrachten doen die vaak wat dieper op de stof ingaan en ook wat moeilijker zijn. Voor de nog snellere leerlingen liggen er opdrachten met veel uitdaging te wachten. Op deze manier proberen we de zelfstandigheid bij de kinderen te bevorderen en tegemoet te komen aan tempo- en niveauverschillen. De leerkracht heeft bovendien de mogelijkheid om tijdens het zelfstandig werken de leerlingen die extra uitleg nodig hebben, individueel of in kleine groepjes te helpen of te begeleiden. Groeperingsvorm Kinderen van dezelfde leeftijd worden bij elkaar in een groep geplaatst en volgen in principe hetzelfde programma. Aangezien we een “kleine” school zijn, zijn we vaak genoodzaakt om combinatieklassen te maken (twee leerjaren in één groep). Elke groep volgt een eigen programma, maar ter wille van de organisatie en om het groepsgevoel te bevorderen, volgen de kinderen waar dat kan een gezamenlijk programma met activiteiten. Hierbij valt te denken aan muziek, verkeer, catechese, drama of gym. Groepsgrootte In het kader van de klassenverkleining krijgen scholen extra formatie (leerkrachten) als zij moeite doen om met name de groepen 1 t/m 4 niet groter te laten worden dan 23 of 24 leerlingen. We proberen deze groepen ook zo min mogelijk te combineren. De kans op combinaties in de hogere groepen wordt wel wat groter. Indien mogelijk proberen we ook groep 8 niet te combineren vanwege het “eigen karakter” van deze groep. Activiteiten voor de kinderen Onderbouw Kleuters leren spelenderwijs. In thema’s worden verschillende leer- en spelsituaties verwerkt. Hiermee kan de kleuter een schat aan ervaringen op doen, die zijn totale ontwikkeling voortdurend en op niveau kunnen ondersteunen. De sociaal/emotionele ontwikkeling wordt positief beïnvloed door samen te spelen en samen te werken. Maar ook door om te leren gaan met regels en voor jezelf op te komen waardoor kleuters zich veilig voelen in een grote groep. De lichamelijke ontwikkeling krijgt dagelijks veel aandacht tijdens het vrije of geleide spel in de speelzaal of op de speelplaats. Voorbereidend taal-, lees- en rekenonderwijs wordt aangeboden door middel van verhaaltjes, leergesprekjes, prentenboeken, en allerlei andere leermiddelen die gevarieerd de totale ontwikkeling van het jonge spelende kind kunnen bevorderen. Middenbouw en bovenbouw Taal Vanaf groep 3 leren de kinderen lezen en schrijven. We vinden het belangrijk dat kinderen een tekst foutloos kunnen schrijven. Daarom hechten we grote waarde aan het spreken, luisteren naar wat anderen precies zeggen en daarop een correct antwoord kunnen geven. We leren kinderen hun eigen mening onder woorden te brengen.
6
Rekenen Vanaf groep 3 gaan de kinderen methodisch rekenen. Onze rekenmethode laat de kinderen op een creatieve manier met rekenopdrachten werken. Deze methode vergroot ook het rekeninzicht. De kinderen leren vooral rekenen door het oplossen van praktische probleempjes die ze ook in het dagelijkse leven tegenkomen. Sociaal-emotionele ontwikkeling De wekelijkse leefstijllessen zijn bedoeld om: • Kinderen bewust te maken van hun eigen gedrag; • Te leren zichzelf en anderen te respecteren; • Vaardigheden te ontwikkelen om met elkaar om te gaan, zoals luisteren en ruzies oplossen; • Verantwoordelijkheid voor jezelf ontwikkelen ten opzichte van vandalisme, alcohol, roken, drugs. Wereldoriëntatie In de groepen 1 t/m 4 worden aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde niet afzonderlijk gegeven. In deze groepen worden onderwerpen behandeld uit de belevingswereld van het jonge kind. In groep 5 t/m 8 laten we de kinderen kennis maken met Nederland, Europa en de overige werelddelen en de mensen die er leven. De kinderen leren de geschiedenis van ons land en de wereld om ons heen. Tijdens de natuurkunde- en biologielessen proberen wij bij de kinderen belangstelling en verwondering op te wekken voor de levende en niet-levende natuur. Expressievakken Tijdens de expressievakken muziek, tekenen, handvaardigheid en drama leren de kinderen verschillende technieken hanteren, sociale vaardigheden en zich te uiten op een creatieve manier. De activiteiten sluiten aan bij de verschillende jaargetijden, feesten en bij de belevingswereld van het kind. Bewegingsonderwijs Tijdens de gymlessen stimuleren wij de lichamelijke ontwikkeling en maken we de kinderen enthousiast voor sport en spel. Dit doen we door middel van grondvormen in bewegen, gymnastiek, spel, zangspelen en atletiek. Kinderen hebben tweemaal per week gym. Eenmaal verzorgen we een spelles, de andere gymles staat in het teken van materialen. Hiervoor hanteren we een circuitmodel waarbij de kinderen in groepjes alle activiteiten in een les kunnen doen. De intensiteit van bewegen is zo erg hoog. Verkeer Tijdens praktische en theoretische verkeerslessen leren wij de kinderen hoe zij de in hun leefwereld voorkomende handelingen in het verkeer zo veilig mogelijk kunnen uitvoeren. Groep 7/8 sluit om het jaar de verkeerslessen af met een theoretische en een praktische verkeersproef. Catechese Wij begeleiden de kinderen in hun groei naar volwassenheid opdat zij de waarden van de christelijke levensvisie kunnen zien en zij daarin een eigen verantwoorde keuze kunnen maken. Wij laten catechese doorklinken in ons hele doen en laten op school. Dit proberen wij te bereiken door zelf als leerkrachten het goede voorbeeld te geven, zodat er op school een goede sfeer heerst. De dag wordt ‘s morgens geopend met een kort gebedje of een overweging in de vorm van een verhaaltje, gedichtje of persoonlijk woordje waar even met de kinderen over door wordt gepraat. Verder werken we tijdens de lessen met catecheseprojecten en de bijbelverhalen behorend bij de methode Leefstijl. Methodes die op onze school gebruikt worden Vaardigheid Methode Aanvankelijk lezen Veilig leren lezen Technisch lezen Goed Gelezen Begrijpend lezen Nieuwsbegrip
7
Schrijven Rekenen Taal Engels Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur en Biologie Verkeer Sociaal Emotionele Ontwikkeling
1.4
Pennenstreken Pluspunt Taal actief Hello World Wijzer door de wereld Bij de tijd Leefwereld Verkeersveilig en Veiligverkeerskrant Leefstijl
ZORG VOOR KINDEREN
Opvang van nieuwe kinderen in de school Kinderen die de vierjarige leeftijd bereiken, bieden wij de mogelijkheid op onze school in te stromen. Ouders kunnen hun kind voor plaatsing aanmelden tijdens de inschrijfmiddag die in het regionale weekblad Midden Brabant aangekondigd wordt. Ouders vullen een inschrijfformulier in waarin gegevens over het kind gevraagd worden. Kinderen die de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar in groep 1 beginnen, worden door de groepsleerkracht met de hele groep wegwijs gemaakt in de school. Alle nieuwe groep 1 leerlingen komen samen met de ouder(s) kennismaken. Voordat ze echt gaan beginnen, mogen ze twee ochtenden komen kijken hoe het er allemaal aan toe gaat. Kinderen die op een later tijdstip, of in een hogere groep instromen, worden met de ouders/verzorgers door de directie rondgeleid. Ook zij mogen natuurlijk van te voren in de groep komen kijken. Overdracht vanuit kinderdagverblijf of peuterspeelzaal Wij vinden het belangrijk de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk te volgen en te begeleiden. Het overdrachtsformulier dat u op het kinderdagverblijf of op de peuterspeelzaal heeft meegekregen, willen wij dan ook graag ontvangen. Voor de nieuwe leerkracht van uw kind is het prettig én nuttig om te weten hoe uw kind zich op het kinderdagverblijf en op de peuterspeelzaal heeft ontwikkeld. Voelt het zich prettig in de groep? Wat doet het kind graag? Waarin heeft het extra aandacht nodig? Allemaal zinvolle informatie om door te geven. Volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school - Dagelijks werk De leerkracht observeert de kinderen tijdens de verschillende activiteiten; het werk van de leerlingen wordt dagelijks nagekeken. Zo kunnen eventuele moeilijkheden snel ontdekt en verholpen worden. Regelmatig vinden er methodegebonden toetsen plaats. De resultaten worden verwerkt in een groepsoverzicht. Alle kinderen die meer dan 20 % fout maken, krijgen extra uitleg en eventueel extra opdrachten. - Leerling Volg Systeem (LVS) Jaarlijks worden er van diverse leergebieden landelijke toetsen afgenomen, de zogenaamde Cito-toetsen. Deze toetsen bieden de mogelijkheid om de leerling te vergelijken met het landelijke niveau en hun prestaties objectief te volgen: het Leerling Volg Systeem. De behaalde resultaten worden door de groepsleerkracht met de Interne Begeleider besproken. Naar aanleiding van het gevoerde overleg, worden er eventueel extra testen gedaan en/of handelingsplannen samengesteld voor de leerlingen die onder de norm scoren. Kinderen die extra zorg nodig hebben, worden ook in teamverband besproken. - Rapport Voor groep 1 t/m 7 wordt er drie keer per jaar een observatielijst van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke ontwikkeling van het kind ingevuld. Voor de leerlingen van groep 8 gebeurt dit tweemaal. Voor groep 3 t/m 8 wordt er drie keer per jaar een rapport ingevuld. Naast beoordeling van de inzet worden er op het gebied van kennisverwerving punten gegeven. Het rapport is een aanleiding om met de ouders in een 10-minuten gesprek over het kind te praten. Als ouders en/of leerkracht eerder aanleiding zien voor een gesprek, is dat natuurlijk altijd mogelijk.
8
School Video Interactiebegeleiding. School Video Interactiebegeleiding (SVIB) is een van de begeleidingsmethoden die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Als school kunnen we een beroep doen op een gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er), die korte video-opnames maakt in de klas en deze vervolgens met de leerkracht nabespreekt. De gemaakte opnames worden niet voor andere doeleinden gebruikt. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden niet, zonder uitdrukkelijke toestemming van ouders/verzorgers en de betrokken leerkracht, aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van een of meer leerlingen, dan worden de ouders/ verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd. Filmopnamen worden na een leersituatie weer vernietigd. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Als er zich bij een leerling problemen voordoen, zowel op het gebied van leren als op sociaal-emotioneel gebied, bespreekt de groepsleerkracht de leerling met de Interne Begeleider. Indien nodig, doet de Interne Begeleider wat extra onderzoek (testen en/of observaties). Na analyse hiervan wordt er een handelingsplan opgesteld of de hulp ingeroepen van een externe instantie. Na onderzoek van de externe instantie (waarvoor u schriftelijk toestemming moet geven) worden de resultaten met de groepsleerkracht, de Interne Begeleider en de ouders besproken en de voortgang vastgelegd: - hulpverlening in de vorm van advies of een handelingsplan; - doorverwijzing naar bijvoorbeeld GGZ. School Maatschappelijk Werk: Het doel van SMW is om bij te dragen aan een optimale ontwikkeling van uw kind door al in een vroeg stadium hulp te bieden bij problemen. Het gaat hier vooral om sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen, die zich uiten binnen de schoolsituatie. De belangrijkste taken van SMW ligt op het gebied van: • Schoolondersteuning • Hulpverlening aan ouders en kinderen • Toeleiding naar speciale en geïndiceerde zorg. SMW is een aanvulling op de al aanwezige leerlingenzorg op school. Het vormt een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverlenende instanties. SMW signaleert, geeft informatie en advies, bemiddelt, biedt kortdurende hulp aan leerlingen en/of ouders en verwijst indien nodig door. Voorbeelden, waar het SMW ingeschakeld kan worden: • Problemen met anderen (klasgenoten, broers, zussen, ouders, leerkrachten) • Gedragsveranderingen • Ontwikkelingsproblemen • Pesten en gepest worden • Geweld (huiselijk geweld) , mishandeling • Opvoeding • Zelfvertrouwen, bv. faalangst, gebrek aan sociale vaardigheden • Verwerken van verlies Binnen het SMW is het ook mogelijk om je aan te melden voor groepstrainingen zoals: verwerkingsgroepen voor rouw en echtscheiding, sociale vaardigheidstrainingen. De leerlingen kunnen worden aangemeld door hun ouder(s) /leerkrachten of ze kunnen zichzelf aanmelden. Via de intern begeleider van de school wordt een afspraak gemaakt voor een persoonlijk gesprek om het probleem helder te krijgen en te zoeken naar een passende oplossing. Het is ook mogelijk om rechtstreeks contact op te nemen. De gesprekken kunnen op school plaatsvinden maar ook op kantoor van SMW. Voor meer informatie: Yvette van Gestel, SMW Dommelregio,
[email protected] tel: 06 12452807 werkzaam: ma di do vr.
9
1.5
ZORGVERBREDINGSPARAGRAAF
Wij groeperen de kinderen in jaargroepen. Kinderen met dezelfde leeftijd doorlopen gezamenlijk de geplande ontwikkeling. In principe beëindigen de kinderen na 8 jaar de basisschool. Het gevolg van het systeem in jaargroepen is, dat er tussentijds en aan het einde van het schooljaar, verschillen in ontwikkeling en beheersing voorkomen. Vanuit de klas heeft de leerkracht informatie over de kinderen. Dit kan zijn naar aanleiding van een toets, een observatie of het leer- en werkgedrag van een kind. Als de groepsleerkracht ziet dat een kind onder de norm (minder dan 80% goed) of onder het gemiddelde van de groep functioneert, probeert hij het probleem te analyseren door gebruik te maken van: · correctiewerk en/of nabespreking van het werk met het kind; · systematische observatie van het kind; · toetsgegevens van het kind van methode en/of niet- methodegebonden toetsen. Methodegebonden toetsen · spelling : VLL (groep 3) / Woordspel (groep 4-8) · rekenen : Pluspunt, na elk blok (groep 3 – 8) · taal : VLL (groep 3) / Taal Actief (groep 4-8) · begrijpend lezen : VLL (groep 3) / Nieuwsbegrip ( groep 4-8) · technisch lezen : : VLL (groep 3) / Goed gelezen (groep 4-6) Naar aanleiding van de toets vult de groepsleerkracht een groepsoverzicht in. Hierbij wordt de normering 80 % 20 % gebruikt of de normering zoals in de handleiding aangegeven. De leerkracht probeert de reden van uitval te bepalen en differentieert in de aanpak voor die leerling(en). Differentiatie in leerstof, instructie en/of leertijd. Cito-toetsen De Cito-toetsen worden in de klas afgenomen, door de groepsleerkracht nagekeken en ingevoerd in de computer. Tijdens de groepsbespreking (3x per jaar) bespreekt de Interne Begeleider de resultaten met de groepsleerkracht. Aan de volgende punten wordt dan aandacht besteed: · welke leerlingen vallen op welke onderdelen uit? · vallen veel leerlingen op een zelfde onderdeel uit? · hoe is het scoreverloop van de leerlingen (stijgend of dalend)? · is het scoreverloop te beredeneren? Naar aanleiding van dit gesprek worden er door de groepsleerkracht en/of de Interne Begeleider extra testen gedaan en/of handelingsplannen samengesteld.
Handelingsplannen Handelingsplannen (b.v. extra stof die even een stapje teruggaat en/of stof die even op een andere manier wordt aangeboden) worden in principe in de klas uitgevoerd, maar kan ook in overleg met de Interne Begeleider (of Remedial Teacher) gestalte krijgen. Wij hebben hiervoor twee leerkrachten een aantal uren vrij geroosterd: een Interne Begeleider ( juffrouw Miranda Vermeulen) en een Remedial Teacher ( juffrouw Hanny Vervoort). Kinderen die begeleid worden, staan bij de Interne Begeleider genoteerd. Na een periode van ongeveer 6 weken (afhankelijk van het probleem) wordt er door de leerkracht of door de Interne Begeleider een toets afgenomen. Bij een positieve uitslag komt het origineel van het handelingsplan in het leerlingendossier. Bij een negatieve uitslag wordt het kind verder met de Interne Begeleider besproken. Kinderen die een handelingsplan gaan volgen of al enige tijd hebben, worden ook met de ouders besproken. Zelfstandig werken Omdat handelingsplannen zoveel mogelijk in de klas uitgevoerd moeten worden, moet de leerkracht hiervoor ruimte creëren door de kinderen in de groep zelfstandig te laten werken. Dit kan heel goed in de vorm van een
10
dag- of weektaak. In deze tijd kan de groepsleerkracht kinderen met een handelingsplan begeleiden. Deze manier van werken komt ook de meerbegaafde leerlingen ten goede. Na de basisopdrachten (opdrachten voor ieder kind) kunnen zij verder gaan met de verrijking (extra stof die ook vaak wat moeilijker is). In groep 1 en 2 wordt er dagelijks tijd vrij gemaakt tijdens de werkles om kinderen met meer behoeften te begeleiden. Dit varieert van een paar minuten tot circa een kwartier in groep 1 en 15 tot 20 minuten in groep 2. Orthotheek Op school hebben wij een orthotheek gerealiseerd. Hierin bevinden zich allerlei mappen met extra materialen om kinderen die een onderdeel van de leerstof niet beheersen weer mogelijk op weg te helpen. De materialen uit de orthotheek worden op verzoek van de leerkracht door de Interne Begeleider verschaft. In verschillende methoden wordt naar de orthotheek verwezen als een onderdeel niet beheerst wordt. Mocht de methode niet aangeven welke materialen gebruikt kunnen worden, dan wordt deze vraag aan de Interne Begeleider voorgelegd. Er wordt dan bekeken welk materiaal het beste bij het probleem én bij het kind past. Indien er geen materiaal voorhanden is, wordt er om advies gevraagd bij Circum. Te grote problemen Indien een leerling problemen blijft houden in het onderwijsleerproces, zowel intellectueel als emotioneel, wordt dit kind besproken door de groepsleerkracht, de Interne Begeleider en eventueel andere leerkrachten. Er worden door de Interne Begeleider wat extra onderzoeken (testen en/of observaties) gedaan. Na analyse van deze onderzoeken wordt er een nieuw handelingsplan voorgesteld of de hulp ingeroepen van een externe instantie. De externe instantie vraagt vooraf aan de ouders schriftelijke toestemming om het betreffende kind door betreffende instantie te mogen laten onderzoeken. Na een intakegesprek (met ouders, leerkracht, Interne Begeleider en instantie) vindt het onderzoek plaats. Dit kan in de vorm zijn van een individueel onderzoek (didactisch en/of psychologisch), een observatie van dat kind in de groep of een groepsonderzoek. De resultaten van dit onderzoek worden besproken en de voortgang wordt vastgelegd. Dit kan zijn door middel van hulpverlening, advies of een handelingsplan of door doorverwijzing naar bijvoorbeeld het RIAGG. Na een in het gesprek te bepalen periode, volgt een evaluatie en wordt verdere voortgang bekeken. De groepsleerkracht houdt de Interne Begeleider op de hoogte van de ontwikkeling van betreffende leerling. Ook is er standaard, na elke rapportouderavond, een groepsbespreking waarin de leerkracht de kinderen bespreekt met de Interne Begeleider. Verder zijn er tussentijds nog diverse bijeenkomsten waarin de voortgang van onze “zorgleerlingen” ruim aan bod komen. Aanmelden nieuwe leerlingen Onze school voert een open aannamebeleid. In principe is elk kind welkom, ongeacht zijn/haar achtergrond of religie. Van ouders die hun kind op onze school aanmelden, wordt wel verwacht dat zij de uitgangspunten en doelstellingen van de school respecteren. Zo wordt van de kinderen verwacht dat zij participeren in de activiteiten die verband houden met de vormgeving van de katholieke identiteit. In de regel wordt het kind ruim vóór zijn/haar vierde verjaardag aangemeld op onze school. Dat kan op de jaarlijkse aanmeldingsbijeenkomst maar ook tussendoor. U kunt altijd een afspraak maken voor een informatiegesprek. Met name voor de vierjarige kan de komst naar de basisschool een hele spannende stap zijn. Om dit rustig op te bouwen kan het kind na de kennismakingsochtend die samen met de ouder(s) is, in overleg 2 ochtenden voor de vierde verjaardag “proefdraaien”. De ervaring leert dat daarna de overgang naar “elke dag naar school” wat meer ontspannen verloopt. Indien er geen problemen zijn te verwachten, kan de aangemelde leerling geplaatst worden. Zijn er leeren/of gedragsproblemen te voorzien, dan wordt met de Interne Begeleider bekeken of plaatsing voldoende kans van slagen heeft. Schorsing of verwijdering Gelukkig is schorsing of definitieve verwijdering van een kind een maatregel die zelden genomen hoeft te worden. Schorsing kan alleen in uitzonderlijke gevallen aan de orde zijn wanneer de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken van een oplossing. Schorsing valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en vindt pas plaats nadat al het mogelijke is geprobeerd om dit te voorkomen. In voorkomende gevallen zullen we steeds goed overleggen met de ouders.
11
Verwijdering is een maatregel in een zodanig ernstige situatie dat het bestuur concludeert dat de relatie tussen school en leerling (en/of ouders) onherstelbaar verstoord is. Verwijdering kan geschieden zonder instemming van de ouders. De ouders zullen in deze situaties steeds mondeling en schriftelijk geïnformeerd worden. Ook bij verwijdering wordt een zorgvuldige wettelijk vastgelegde procedure gevolgd, waarbij ouders het recht hebben om bezwaar te maken. De school heeft de wettelijke verplichting om zich acht weken in te spannen de leerling op een andere school te plaatsen. De basisscholen in Sint-Oedenrode hebben onderling afgesproken om in deze situaties in goed overleg met de ouders na te gaan, op welke school het kind het beste geplaatst kan worden. Het beleid met betrekking tot de aanname, schorsing en verwijdering van leerlingen ligt voor belangstellenden ter inzage op school. Verwijzing naar het speciaal onderwijs De Procedure en werkwijze Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) is de commissie die zich buigt over de toelaatbaarheid van kinderen tot het speciaal basisonderwijs. Hiertoe geeft zij een beschikking af. Zonder deze beschikking kan de leerling niet geplaatst worden. Een uitgebreide procedurebeschrijving kan opgevraagd worden bij de directie of de Interne Begeleider van de basisschool. Voorzieningen voor meerbegaafde kinderen Om de meerbegaafde kinderen op niveau te kunnen benaderen is er na het basisaanbod een mogelijkheid tot individuele verwerking van leerstof. Wij komen deze leerlingen tegemoet door te werken met dag- en weektaken. Externe instanties (bijvoorbeeld Circum) kunnen ons materialen aandragen om meerbegaafde leerlingen op hun niveau en belangstelling te laten werken voor bepaalde tijden per week. Rugzakleerlingen Welke keuze voor onderwijs maak ik voor mijn kind, een reguliere basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs? Zo'n vraag is niet snel te beantwoorden. Hij is niet los te zien van de mogelijkheden en beperkingen van het kind zelf, de wensen van de ouders en de mogelijkheden van de school. Met de inwerkingtreding van de Wet op de Leerling Gebonden Financiering per 1 augustus 2003 (Wet LGF), in de wandelgangen de “rugzak” genoemd, zal de onderwijskeuze voor meer ouders gaan spelen. Op onze school wordt er bij een leerling met een positieve beschikking van een Commissie Van Indicatiestelling (CVI) aan de hand van een checklist de onderwijs- en opvoedkundige vragen van de leerling opgenomen. Vervolgens wordt deze zorg intern / extern besproken om te bezien of de school in staat is om aan deze zorg te kunnen voldoen. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een SO school en/of een Regionaal Expertise Centrum. Bij een onderbouwd besluit tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat - bij toelating - de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. Wilt u meer informatie over dit onderwerp? U kunt bij de schoolleiding terecht voor een exemplaar van het “Aannamebeleid van leerlingen met een handicap”. Clusterindeling: - Cluster 1: onderwijs aan visueel beperkte leerlingen - Cluster 2: onderwijs aan auditief en/of communicatief beperkte kinderen - Cluster 3: lichamelijk, meervoudig en verstandelijk gehandicapte leerlingen - Cluster 4: voor leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problemen De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De meeste kinderen van onze school verlaten onze school als ze groep 8 hebben doorlopen. De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs (VO) wordt in groep (7 en) 8 voorbereid door: • beperkte invoering van huiswerk; • een informatieve avond voor de ouders;
12
• • • • • •
1.6
afname van de SVL (schoolvragenlijst ) en de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau); adviesgesprekken door de groepsleerkracht met de ouders en de leerling; bezoeken aan diverse scholen voor voortgezet onderwijs; ouders en leerlingen wijzen op de open dagen van de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio; uitreiken van brochures met info over het voortgezet onderwijs in het algemeen en over de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio in het bijzonder; deelname aan de Cito-eindtoets voor het basisonderwijs.
RESULTATEN EN DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
Uw kind komt naar school om te leren. Onze school streeft ernaar om goede resultaten te behalen. Dat betekent niet dat het ons doel is om zoveel mogelijk kinderen naar het VWO te verwijzen. Het betekent wel dat wij trachten elk kind zodanig te begeleiden dat het, gezien zijn of haar specifieke aanleg en capaciteiten, op de juiste plek terechtkomt. Scholen krijgen van de landelijke overheid steeds meer autonomie en kunnen hun eigen beleid bepalen. Daar staat tegenover dat verantwoording moet worden afgelegd aan ouders en overheid over de resultaten en de kwaliteit van het onderwijs. Onze school gebruikt diverse instrumenten om de resultaten in kaart te brengen en de kwaliteit te bewaken. Het onderwijs dient ook op verschillende manieren geëvalueerd te worden. • Evaluatie van het onderwijsproces; • Evaluatie van het resultaat van het onderwijs; • Evaluatie van het rendement van het onderwijs. Ten aanzien van het onderwijsproces laten we ons o.a. leiden door de in gebruik zijnde methodes. Die garanderen de doorgaande lijn, een goede opbouw en een verantwoorde inhoud. Bijstelling op groeps- en schoolniveau blijft nodig. Maar natuurlijk zijn ook de didactische kwaliteiten van de leraren van belang. Omdat op onze school de meeste aandacht uitgaat naar de basisvakken, worden op dit gebied ook de meeste toetsen afgenomen. We gebruiken daarvoor toetsen die bij een methode horen, maar ook toetsen die landelijk genormeerd zijn: de Cito-toetsen. Deze toetsen maken het mogelijk om de resultaten te vergelijken met andere scholen die in dezelfde positie verkeren. Ten aanzien van het resultaat krijgen we een duidelijk beeld door het laten maken van de methodegebonden toetsen en de toetsen van het leerlingvolgsysteem van Cito. Evaluatie van het rendement gebeurt o.a. met de resultaten van het Cito-leerlingvolgsyteem. De prestaties bij een toets worden daarvoor vergeleken met de prestaties die het kind op voorgaande toetsen leverde. Hierdoor kan worden nagegaan of een kind ook werkelijk voldoende vorderingen maakte ten opzichte van zijn eigen prestaties bij de voorgaande toets. Met die gegevens kan het onderwijs voor die betreffende leerling desgewenst aangepast of verbeterd worden. Kwaliteitsmeter Eens in de vier jaar toetsen we de kwaliteit van ons onderwijs aan de hand van KwaliteitsMeter Primair Onderwijs: “Van meten naar verbeteren”. Naar aanleiding van deze positiebepaling stellen we prioriteiten voor de komende jaren. Waar willen we met ons onderwijs naar toe? Hoe willen we de kinderen voorbereiden op een plek in de maatschappij? Welke investeringen moeten wij daar als school en leerkrachten in doen? De antwoorden op deze vragen staan uitgewerkt in het schoolplan en het jaarplan dat ter inzage op school aanwezig is. In de afgelopen schooljaren hebben we veel energie gestoken in klassenmanagement. De groep zo inrichten dat we recht doen aan alle kinderen. Het bevorderen van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor eigen werk en kunnen bij de kinderen. Daaruit voortvloeiend hebben we meer structuur aangebracht in de zorg voor de leerlingen met meer behoeften door het vaststellen, implementeren en borgen van het zorgorganogram.
13
De Cito-toets De meest bekende toets is de Cito-eindtoets in groep 8. Deze toets speelt een rol bij de schoolkeuze van de kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan. Maar de totaaluitslag geeft de school ook informatie over de resultaten van het onderwijs vergeleken met andere scholen die in vergelijkbare omstandigheden verkeren. We willen graag benadrukken dat de kwaliteit van de school niet alleen dient te worden afgemeten aan de score van de Cito-toets, aangezien deze toets alleen schoolvorderingen meet. Ook andere factoren spelen een rol, zoals bijvoorbeeld capaciteiten (intelligentie) sociaal-emotionele vaardigheden en houding van leerlingen. In feite is de kwaliteit van de school het beste af te meten aan datgene wat de school toevoegt aan de ontwikkeling van kinderen. En om dat te bepalen, moeten de resultaten van de Cito-toets dus in de context van de school worden geplaatst. Hierna beschrijven we enkele instrumenten die door onze school gebruikt worden om de totale kwaliteit van de school in beeld te brengen. Toch willen we hier graag wat vertellen over de uitslag van de Cito-eindtoets van groep 8. De leerling-score en schoolscore wordt uitgedrukt in een standaardscore. De standaardscore is een getal tussen 501 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt jaarlijks gemiddeld op + 535. Dit jaar was het landelijk gemiddelde voor scholen die qua leerlingpopulatie te vergelijken zijn met onze school: 536,5. Onze school scoorde dit jaar: 536,7. De afgelopen twee jaar was dat gemiddelde 543,3 en 536,2. Dat betekent dat we vaak hoger scoren dan het landelijk gemiddelde. Inspectie De inspectie houdt in het basisonderwijs toezicht op:
-
de kwaliteit van het onderwijs; de rechtmatige besteding van middelen, het financieel beheer en de financiële positie van scholen.
Het toezicht van de inspectie is risicogericht. Dat houdt in dat op basis van een reguliere risico-inschatting bepaald wordt welke vorm van toezicht scholen of instellingen ontvangen. Scholen die het goed doen 'verdienen' minder toezicht. In het geval van risico's wordt het toezicht intensiever. Wel worden alle scholen - dus ook de scholen die het goed doen - tenminste eens in de vier jaar bezocht. De bedoeling van dit bezoek kan verschillend zijn: • • •
een thematisch onderzoek; onderzoek ten behoeve van het Onderwijsverslag; inzoomen op aspecten van toezicht of op deelonderzoeken bij de betreffende school; een onderzoek gericht op verificatie (valideren van gegevens en ijking).
Op deze wijze houden we in de gaten of ons toezicht goed werkt. Het toezicht gaat er van uit dat de besturen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij zijn dan ook het aanspreekpunt van het toezicht. Verder gebeurt de risicoanalyse zoveel mogelijk aan de hand van gegevens die al beschikbaar zijn. Pas als risico's zijn gesignaleerd en verder onderzoek nodig is, vraagt de inspectie om aanvullende informatie. Onder de knop Schoolwijzer van de onderwijsinspectie www.onderwijsinspectie.nl vindt u informatie over de kwaliteit van scholen. Deze wordt gepresenteerd in de vorm van een Kwaliteitskaart. Met het overgaan op een nieuwe manier van toezicht houden, zal de presentatie veranderen. De Toezichtkaart zal dan de plaats van de Kwaliteitskaart innemen. Ook van onze school vindt u informatie over de laatste inspectiebezoeken.
14
DEEL II
PRAKTISCHE INFORMATIE: FEITEN & WETENSWAARDIGHEDEN
15
2.1
BELANGRIJK OM TE WETEN
Betrokkenheid bij school Wij stellen het zeer op prijs als u zich zoveel mogelijk bij onze schoolactiviteiten betrokken voelt. Dit kan enerzijds door belangstelling te tonen naar uw eigen kind door te informeren naar wat het op school allemaal doet, waar het mee bezig is in de klas en het positief te stimuleren. Anderzijds zijn er diverse mogelijkheden waarin u als ouder op school kunt participeren. De ouderraad en eventueel de groepsleerkracht zullen u hiervan op de hoogte houden. In de meeste gevallen worden ouders rechtsreeks benaderd door de klassenvertegenwoordiger van de ouderraad die u vragen zal of u bereid bent (en tijd heeft) om bij bepaalde activiteiten op school te willen helpen. Informatievoorziening aan ouders Uw belangstelling voor de school en voor de vorderingen en gedragingen van uw kind in het bijzonder, wordt door de school zeer op prijs gesteld. Regelmatig worden er ouderavonden georganiseerd. Soms hebben deze avonden een algemeen karakter bijvoorbeeld naar aanleiding van een bepaald thema of project waarmee we op school bezig zijn. In het begin van het schooljaar is er een “open avond” waarbij de kinderen de ouder(s) rondleiden en wegwijs maken in de klas. Elke groep houdt jaarlijks een informatieavond. Er zijn ouderavonden om in een persoonlijk gesprek met de leerkracht de resultaten van uw kind te bespreken naar aanleiding van het rapport. U krijgt steeds tijdig bericht. Het is vanzelfsprekend ook mogelijk om een gesprek met de groepsleerkracht aan te vragen als u daar zelf behoefte aan heeft. Het is dan verstandig om even een afspraak te maken. Elke maand geeft de school een kalender uit met daarop de geplande activiteiten voor de komende maand. Het lijkt ons praktisch om deze kalender op een vaste plaats op te hangen. Tussentijdse informatie wordt meestal via een nieuwsbrief aan de oudste kinderen van een gezin op school mee naar huis gegeven. Daarnaast is er actuele informatie beschikbaar via de website www.bsboskant.nl. Overblijfmogelijkheden Op alle scholen wordt al geruime tijd gebruik gemaakt van het overblijven. Sinds 1 augustus 2006 is het schoolbestuur verantwoordelijk voor dat overblijven. In onze situatie is er met die overgang maar erg weinig veranderd. Het hele overblijven liep al gesmeerd. Wel is er een bovenschoolse coördinator aangesteld, namelijk André van de Warenburg. Alle scholen moeten ervoor zorgen dat kinderen tussen de middag op school kunnen blijven om te eten, als de ouders dat willen. Het schoolbestuur moet daarvoor een ruimte beschikbaar stellen. De ouders uit de medezeggenschapsraad moeten instemmen met de overblijfregeling. Het schoolbestuur heeft de plicht om de kinderen die overblijven en de overblijfouders te verzekeren voor eventuele schade die ze veroorzaken. Hiervoor heeft SKOSO een WA-verzekering afgesloten. De tekst hiervan is ter inzage op school aanwezig. De vraag of de school altijd aansprakelijk is voor eventuele schade die uw kind oploopt of een ander toebrengt, is niet zomaar te beantwoorden. Het gaat bij aansprakelijkheid namelijk om de vraag wat redelijk en billijk is. Er zijn ook situaties waarin u als ouder aansprakelijk bent. In dat geval brengt uw eigen verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid (WA-verzekering) meestal uitkomst. Bij een ongeval is de school-ongevallenverzekering, die door het bestuur is afgesloten, van toepassing. Aangifteformulieren zijn op school aanwezig. Het overblijven op onze school werkt als volgt: Men meldt het kind aan bij Ria van Schijndel, telefoon 0413 47 70 76 of 06 12 92 04 61. Dit kan telefonisch maar ook bij aanwezigheid op het schoolplein. De kosten voor het overblijven bedragen € 1,80 per keer. Als u uw kind heeft opgegeven bent u verplicht te betalen, ook al gaat het overblijven bij nader inzien toch niet door. Wij roepen namelijk overblijfmoeders op aan de hand van de opgegeven kinderen. Per 10 kinderen is er 1 moeder aanwezig. Uitgebreide informatie kunt u lezen in bijgevoegde folder. Er is ook een informatiefolder aanwezig op school. Op het einde van elk schooljaar vindt een tevredenheidsonderzoek plaats.
16
Buitenschoolse opvang (BSO) Vanaf augustus 2007 is het op alle basisscholen in Sint-Oedenrode mogelijk gebruik te maken van de Buitenschoolse Opvang. In goed overleg met de medezeggenschapsraden van de scholen heeft SKOSO, waaronder ook onze school valt, voor de BSO een contract afgesloten met Korein Kinderplein. Deze organisatie is werkzaam in de regio Eindhoven en heeft inmiddels een grote ervaring opgebouwd op het terrein van buitenschoolse opvang. De reeds bestaande organisaties in Sint-Oedenrode, te weten Kinderopvang De Verbinding, Bellefleur in Nijnsel en Humanitas in de Dommeltoren, bieden eveneens BSO- activiteiten aan. Natuurlijk kunt u hier gewoon gebruik van blijven maken als dit voor u van toepassing is. Ook met deze organisaties hebben we een goede samenwerking. Via de scholen wordt informatie van Korein meegegeven. Indien uw kind gebruik wil maken van de buitenschoolse opvang kunt u zich aanmelden bij de afdeling planning van Korein 0800 235 56 734 (0800-BELKOREIN). Informatie over Korein is ook te vinden op de website www.korein.nl. Mocht u nog aanvullende vragen hebben, dan kunt u natuurlijk ook terecht bij de coördinator BSO van SKOSO, André van de Warenburg, telefoon 0413 420956, e-mail
[email protected] Ouderbijdrage Scholen mogen ouders vragen aan bepaalde activiteiten mee te betalen: de zogenaamde ouderbijdrage. Deze vrijwillige ouderbijdrage is bedoeld voor activiteiten van de ouderraad zoals sinterklaas, kerstviering, carnaval, sportdagen, voorleesontbijt, enz, enz. Voor dit schooljaar is deze bijdrage vastgesteld op € 11,50 voor het oudste kind op school, € 9,00 voor het tweede kind en € 7,00 voor volgende kinderen. Aan het begin van het schooljaar krijgt het oudste kind op school een brief mee met het bedrag van de ouderbijdrage. De ouderbijdrage moet overgemaakt worden op rekeningnummer 1382.87.546 van de Rabobank (Gironummer Rabobank 10.83.121) inzake Ouderraad. Geef uw kinderen a.u.b. geen contant geld mee naar school! Kinderen die instromen na 1 januari en voor 1 maart, betalen de helft. Kinderen die na 1 maart instromen, betalen geen ouderbijdrage meer. Er kan een extra bijdrage gevraagd worden i.v.m. duurdere activiteiten zoals schoolreisje en/of schoolkamp. De gemeente vraagt ook een vrijwillige bijdrage voor het schoolzwemmen (zie elders in deze gids). Wanneer u de ouderbijdrage niet betaalt, is het mogelijk dat uw kind niet kan deelnemen aan bepaalde activiteiten. De school blijft wel verantwoordelijk voor de opvang van uw kind. Hoofdluis Om het probleem hoofdluis het hoofd te bieden hebben wij samen met de GGD en de ouderraad besloten de kinderen gemiddeld om de 6 weken op hoofdluis te controleren. Meestal zal dit plaatsvinden na een vakantie. Door de ouderraad zijn er enkele moeders benaderd om de screening uit te voeren. Deze ouders zijn geïnstrueerd door de GGD. Mocht er bij kinderen hoofdluis geconstateerd worden, dan worden de ouders geïnformeerd door de directie van de school met het verzoek om onmiddellijk actie te ondernemen. Wanneer de controle plaatsvindt, kunt u lezen op de maandkalender van de school. Mocht U bezwaar hebben tegen screening van uw kind dan kunt u dit kenbaar maken op het inschrijfformulier of bij de directie van de school. Gebruikmaking van foto – en filmopnames Het is mogelijk dat er soms foto’s van activiteiten op de website van de school geplaatst worden. Hier gaan we uiteraard erg voorzichtig mee om. Fietsen Hoewel het in principe niet is toegestaan met de fiets naar school te komen, wordt voor de kinderen die verder weg wonen een uitzondering gemaakt. Dit geldt voor de kinderen die meer dan 10 minuten lopen van school wonen, anders wordt de fietsenstalling te klein. Enkele tips voor de verkeersveiligheid: • Geef uw kinderen altijd lichte of lichtgevende kleding aan, vooral in de donkere maanden. Denk ook aan reflectoren en lichtgevende strips. • Regelmatig fietsen ( laten) controleren. Zijn de fietsen goed in orde, ook volgens de wettelijke voorschriften?
17
•
Laat de kinderen van de onderbouw niet alleen naar school gaan. Onderzoeken hebben aangetoond dat kinderen van deze leeftijd niet in voldoende mate in staat zijn zich aan het verkeer aan te passen.
Verkeersbrigadier In overleg met de ouders, die met hun gezin aan de overzijde van de Boskantseweg wonen, is besloten om geen gebruik meer te maken van verkeersbrigadiers. Bibliotheekpunt Vanaf 1 september 2008 is er een bibliotheekpunt ingericht in onze school. U kunt er boeken lezen en lenen. Onder het genot van een kop koffie kunt u er dorpsgenoten ontmoeten. Aan de leestafel kunt u verschillende kranten en tijdschriften lezen. Er is een computer beschikbaar om de catalogus in te zien of gebruik te maken van de bestelservice. Openingstijden: Dinsdag 14.30 – 17.30 uur Vrijdag 8.15 – 12.15 uur Wij hopen dat u uw kinderen aanspoort tot lezen!
Oud papier De organisatie van de oud papieractie is in handen van de ouderraad met medewerking van vrijwilligers (ouders). De opbrengst, minus de kosten, is voor de aanschaf van speciale apparatuur en voor aanvulling speel- en leermiddelen. In het kader van milieubewust onderwijs vinden wij het belangrijk om het gescheiden ophalen van afval, in dit geval oud papier, in verband met recycling bij de kinderen te stimuleren. Wij vragen u hetzelfde te doen bij de kinderen. Elke derde zaterdag van de maand staat er een container bij de school waar u tussen 10.00 uur en 12.00 uur uw oud papier kunt brengen. Twee maal per jaar (voor - en najaar) zal er ook kleding, knuffels, gordijnen en schoenen worden ingezameld. Deze worden op gehaald door Bag2school. Per kilo krijgen wij ook hiervoor een leuke opbrengst. Daarnaast zamelen wij lege batterijen en lege cartridges van de printer in. Deze kunnen elke schooldag ingeleverd worden. Goede doelen actie In het kader van een sociale opvoeding heeft de school contacten met verschillende goede doelen. Het is mogelijk dat er in de loop van het schooljaar een activiteit op schoolniveau plaatsvindt waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat. Van te voren worden de kinderen op de hoogte gebracht van het goede doel en waar de opbrengst voor gebruikt zal worden. Wij streven ernaar om kinderen dat in beeld te laten zien. Op dit moment dragen wij de stichting “Intihuahuacuna”een warm hart toe. Deze stichting geeft kansarme kinderen tot 12 jaar in Cusco, Peru, een verbetering van de levensomstandigheden.www.intihuahuacuna.org. Schoolreis Elk jaar gaan wij met alle groepen op schoolreis. De invulling van het schoolreisje wisselt om het jaar. Het ene jaar staat het schoolreisje in het teken van spel en amusement. Hierbij kunt u denken aan een pretpark of een speeltuin. Het andere jaar is het schoolreis educatief. Dit kan een bezoek aan een museum zijn of bijvoorbeeld een bezichtiging.
18
Verjaardagen Als uw kind jarig is, besteden wij daar natuurlijk aandacht aan. Een kleine traktatie verhoogt de feestvreugde, maar laat het a.u.b. wel een aardigheidje blijven! Als uw kind in groep 1 of 2 zit, mag u bij de verjaardag aanwezig zijn. Vanaf groep 3 is dit niet meer de bedoeling. Bij verjaardagen van de leerkracht mogen de kinderen op de dag dat de verjaardag van de leerkracht gevierd wordt ieder een zelfgemaakt cadeautje of een presentje meebrengen.
Bijzondere activiteiten onder schooltijd In de loop van het schooljaar vinden er diverse excursies / activiteiten plaats. Dit is per groep verschillend. Over deze en andere bijzondere activiteiten wordt u door middel van de maandkalender op de hoogte gebracht.
2.2
NAAR SCHOOL 2009-2010
Schooltijden De schooltijden voor de kinderen van groep 1 t/m 8 zijn: Maandag 08.30 - 12.00 uur (incl. 15 min. pauze) 13.30 - 15.30 uur Dinsdag 08.30 - 12.00 uur (incl. 15 min. pauze) 13.30 - 15.30 uur Woensdag 08.30 – 12.15 uur Donderdag 08.30 - 12.00 uur (incl. 15 min. pauze) 13.30 - 15.30 uur Vrijdag 08.30 - 12.00 uur (incl. 15 min. pauze) 13.30 - 15.30 uur Groep 1 en de instromers zijn vrijdag de gehele dag vrij. Groep 2 t/m 4 is op vrijdagmiddag vrij. De groep 1 en 2 spelen vaak op het einde van de ochtend of middag op de speelplaats. Om de kinderen niet in het spel te belemmeren, vragen wij u om niet te vroeg op het schoolplein te komen. Wacht buiten de poort totdat de bel gegaan is. De laatste jaren blijven steeds meer kinderen tussen de middag over op school onder toezicht van overblijfmoeders. Daarom verzoeken wij u uw kind niet vóór 13.15 u naar school te laten komen. De overblijfmoeders zijn verantwoordelijk voor de kinderen die tussen de middag op school overblijven. Als er kinderen vroegtijdig op de speelplaats komen, bemoeilijkt dit hun taak. Wij vragen hiervoor uw begrip!
19
Groepsindeling schooljaar 2009-2010 Tot de kerstvakantie: Groep 1-2 juffrouw Hanny van Boxtel juffrouw Trudis Duffhues Groep 3
juffrouw Mieke Vervoort juffrouw Miranda Vermeulen Na de kerstvakantie : Groep 1 juffrouw Hanny van Boxtel Jufrouw Trudis Duffhues (10x op donderdag) Groep 2-3
juffrouw Mieke Vervoort juffrouw Miranda Vermeulen juffrouw Trudis Duffhues (alleen op vrijdag)
Groep 4-5
juffrouw Hanny Vervoort juffrouw Marieke Vervoort
Groep 5-6
juffrouw Joyce Koolen juffrouw Rita Bullens
Groep 7-8
meester Thijs Greijmans juffrouw Suzan van den Heuvel (leraar in opleiding)
Juffrouw Miranda Vermeulen is voor de kerst op maandag en dinsdag uitgeroosterd voor IB- taken. Na de kerst op maandagmiddag en dinsdag. Juffrouw Hanny Vervoort is op dinsdag uitgeroosterd voor RT-taken. Schoolzwemmen Het zwembad en alle scholen zijn akkoord gegaan met het voorstel om met de groepen 4 voortaan één keer per twee weken 1 uur te gaan zwemmen. Uitgangspunt blijft het behalen van diploma A. Indien dit gehaald is, krijgen de leerlingen allerlei workshops aangeboden. Doordat wij met 2 groepen zwemmen betekent dit voor onze school dat wij het komende schooljaar niet gaan zwemmen. Gymles Maandagmiddag: Dinsdagmiddag: Woensdagmorgen: Vrijdagochtend: Vrijdagmiddag:
groep 5/6 groep 7/8 groep 4/5 groep 2/3 groep 1/2 groep 2/3 groep 4/5 groep 5/6 groep 7/8
De gymkleding kan bestaan uit een T-shirt en een korte broek. Een gympakje mag uiteraard ook. Gymschoenen met witte zolen zijn verplicht. Na de gymles gaan de kinderen onder de douche tenzij de ouders hier bezwaar tegen hebben. Zij moeten dit dan schriftelijk mededelen. Voor de kinderen van groep 0-1-2 is het fijn als u uw kind aan het begin van het schooljaar gymschoenen voorzien van naam meegeeft. Deze blijven op school. Wanneer een kind op medische gronden niet aan de lessen lichamelijke oefening mag deelnemen, dient dit door de ouders schriftelijk aan school te worden medegedeeld. Wanneer dit lichamelijke problemen betreft die zeer lang van toepassing kunnen zijn of voor onbeperkte tijd, dient ook een medische verklaring te worden overlegd. De leerling die langdurig niet mee mag/kan doen met de lessen lichamelijke oefening, zal gedurende die lessen
20
naar een andere groep gaan en daar onder verantwoordelijkheid van die leerkracht zelfstandig kunnen werken aan de door de eigen groepsleerkracht verstrekte opdrachten van onderwijskundige aard. Vakantierooster schooljaar 2009-2010 Herfstvakantie 26 t/m 30 oktober 2009 Kerstvakantie 21 december 2009 t/m 1 januari 2010 Voorjaarsvakantie 15 t/m19 februari 2010 Pasen 05 april 2010 Koninginnedag 30 april 2010 Meivakantie 03 mei 2010 t/m 14 mei 2010 Hemelvaart 13 en 14 mei 2010 Pinksteren 24 mei 2010 Laatste schooldag (middag) 23 juli 2010 Zomervakantie 26 juli t/m 03 september 2010 Studiedagen:
maandag 5 oktober 2009 Nog 8 uren nader te bepalen.
21
Het aantal uren onderwijs Groep 1 krijgt 788 uur onderwijs. Groep 2 t/m 4 krijgen dit jaar 924,5 uur onderwijs. Groep 5 t/m 8 krijgen dit jaar 1000,50 uur onderwijs. Het aantal uren onderwijs dat per week aan de verschillende vormingsgebieden wordt besteed, staat vermeld in onderstaande tabel. 1
2
3
4
5
6
7
8
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
Zintuiglijke oefening
6 u 30 min
7 u 15 min
Lichamelijke oefening
6 u 30 min
7 u 15 min
2 u 00 min
2 u 00 min
2u
2u
2u
2u
4u
4 u 30 min
8 u 15 min
8 u 15 min
8 u 30 min
8 u 30 min
8u
8u
4 u 30 min
4 u 45 min
5 u 15 min
5 u 15 min
5 u 15 min
5 u 15 min
45 min
45 min
Groep Sociaal-emotionele ontwikkeling
Taalontwikkeling
Rekenen / wiskunde
Engelse taal Aardrijkskunde
1u
1u
1u
1u
Geschiedenis
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
Natuur Biologie
1u
1u
Wereldverkenning
1u
1u
Verkeer
45 min
30 min
30 min
30 min
30 min
30 min
Tekenen
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
1u
45 min
45 min
45 min
45 min
1u
1u
1u
1u
1u
1u
30 min
30 min
45 min
45 min
30 min
30 min
Muziek
1 u 15 min
1 u 45 min
Handvaardigheid Spel / Drama Godsdienst
45 min
45 min
30 min
30 min
45 min
45 min
45 min
45 min
Pauze
1¼ u
1¼u
1¼u
1¼u
1¼u
1¼u
1¼u
1¼u
20 ¼ u
23 ¾ u
23 ¾ u
23 ¾ u
25 ¾ u
25 ¾ u
25 ¾ u
25 ¾ u
Totaal
22
2.3
NAMEN LEERKRACHTEN
Directeur
Ellie Bosmans – Hellings
I. B. / leerkracht
Miranda Vermeulen-Verhagen
R.T. / leerkracht
Hanny Vervoort – Vereijken
Coach studenten
Willemien Vermeulen – Smits
Leerkrachten
Thijs Greijmans Hanny van Boxtel – Faber Rita Bullens – Bekkers Mieke Vervoort – van Doorn Marieke Vervoort Trudis Duffhues Joyce Koolen
Conciërge
Arie van Alebeek
Administratie
Berny Dekker
2.4
DE OUDERRAAD (OR)
Het doel van de ouderraad is het bevorderen van de samenwerking tussen school en ouders. De ouderraad tracht dit te bereiken door als vertegenwoordiger van de ouders op te treden in overlegsituaties en samenwerkingsverbanden met schoolleiding en team van de school. Deze samenwerking resulteert onder andere in de volgende activiteiten: 1. ouderavonden, sport- en speldagen, sinterklaas / kerst / Pasen, Koninginnedag (indien niet in vakantie), schoolkamp en schoolverlatersdagen, afscheidsavond, carnaval, verjaardagen klassenleerkracht, schoolfotograaf, verkeersexamen groep 8; 2. het verlenen van hand- en spandiensten; 3. de organisatie van de ophaaldienst oud papier en de kledinginzameling; 4. het mede inrichten van school en de speelplaats; 5. regelmatig overleg met de directie.
23
Groep 1
Rinus Schepens
Groep 2
Jenny Lenting
Groep 3
Lillian van Kaathoven (secretaris)
Groep 4
Jolanda van den Elsen
Groep 5
Saskia Louwers (penningmeester)
Groep 6
Bea Vorstenbosch
Groep 7
Rian van den Boer
Groep 8
Connie de Bever (voorzitster)
Jaarlijks wordt er door en uit de ouders van de kinderen van groep 1 een vertegenwoordig(st)er voor de ouderraad gekozen voor een periode van 4 jaar. Deze kan zich éénmaal herkiesbaar stellen voor een tweede periode van 4 jaar. 2.5
DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR)
Vanaf 1 januari 2007 is er een nieuwe wet voor medezeggenschap, de Wet medezeggenschap op Scholen (WMS). Deze wet maakt versterking van medezeggenschap mogelijk in het basisonderwijs. Door deze wet krijgen ouders en personeel méér invloed op het beleid van de scholen. De WMS vervangt een eerdere wet namelijk de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) uit 1992. Het was nodig om een nieuwe wet te maken, omdat er de laatste jaren nogal wat ontwikkelingen zijn geweest in het onderwijs, zoals de invoering van lumpsum en de decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden. Door de nieuwe wet krijgen de medezeggenschapsraden meer bevoegdheden en kunnen zij daardoor beter beslissen over grotere belangen. Er is meer ruimte gekomen om de inzichten en oordelen van personeel en ouders mee te nemen in het beleid van de school. Je zou kunnen zeggen dat er evenwicht is gekomen tussen de zeggenschap van de kant van het bestuur en de medezeggenschap van de kant van ouders en personeel. Aan een school zijn veel ‘partijen’ verbonden, er werkt personeel, leerlingen volgen er onderwijs en ouders willen dat hun kind goed onderwijs krijgt. Van oudsher praten deze groepen (geledingen) over het beleid van de school via de medezeggenschapsraad (MR). De MR heeft een aantal bevoegdheden waardoor personeel en ouders het beleid van de school mede kunnen bepalen. Soms heeft de MR adviesrecht, het bestuur of de schoolleiding moet de MR dan eerst advies vragen over een voorstel voor het als besluit mag worden uitgevoerd. Soms gaat het om instemmingsrecht, het bestuur van de school heeft de instemming van de MR nodig voordat ze een voorstel mogen uitvoeren. In de MR zijn meestal 2 ouders en 2 personeelsleden afgevaardigd. De directeur kan als adviseur aanwezig zijn. Ook zal hij/zij het voorgenomen school of bestuursbeleid toelichten. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) In de oude situatie had de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) alleen bevoegdheden als de Medezeggenschapsraden (MR) van de afzonderlijke scholen die aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad hadden overgedragen. In de nieuwe situatie heeft de GMR dezelfde bevoegdheden als de MR. Voorwaarde is wel dat het om bevoegdheden gaat die voor alle of een meerderheid van de scholen onder het bestuur van belang zijn. Als het alleen belangrijk is voor een specifieke school dan mag de MR er iets over zeggen, maar de GMR niet. In de GMR worden dus alleen zaken besproken die voor alle scholen van belang zijn.
24
Als voorbeelden kunnen genoemd worden het vakantierooster, het personeelsbeleid en het financiële beleid. In de GMR zijn 7 ouders en 7 personeelsleden afgevaardigd. Elke school heeft dus 2 afgevaardigden. De algemeen directeur is als vertegenwoordiger van het bestuur en als adviseur aanwezig zijn. Ook zal hij het voorgenomen bestuursbeleid toelichten. Met de inwerkingtreding van de nieuwe WMS zijn er ook nieuwe reglementen gekomen voor de MR en GMR. Deze reglementen zijn op school ter inzage. Op de scholen ligt vanaf 1 september 2008 een brochure waarin nader wordt ingegaan op de medezeggenschap en de bevoegdheden van MR en GMR De MR van onze school bestaat uit 4 personen: Personeelsgeleding: Marieke Vervoort (voorzitster) Hanny van Boxtel Oudergeleding: Esther de Poorter (secretaris), Lisette van der Heijden Ellie Bosmans is adviserend lid. Hanny van Boxtel en Lisette van der Heijden zitten namens onze school in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).
2.6
HET BESTUUR
SKOSO, onderscheidend in onderwijs U vindt het waarschijnlijk vanzelfsprekend dat de leerkrachten op de school van uw kind op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs. En dat zij regelmatig diverse bijscholingen volgen om hun kennis en kunde op peil te houden. Maar ook dat ze intensief samenwerken en kennis uitwisselen met leerkrachten van andere katholieke scholen in Sint-Oedenrode. Mar wist u dat bovenstaande met name mogelijk gemaakt wordt door SKOSO? Samen sterk De school van uw kind is aangesloten bij SKOSO, Stichting voor Katholiek Onderwijs Sint–Oedenrode. Deze stichting vormt het bevoegd gezag dat verantwoordelijk is voor het basisonderwijs op de zeven katholieke basisscholen in Sint-Oedenrode. Onder de stichting vallen de volgende basisscholen: - Odaschool voor basisonderwijs - Basisschool Eerschot - Basisschool Dommelrode - Basisschool de Kienehoef - Basisschool St Petrus (Olland) - Basisschool St Fransciscus (Boskant) - Basisschool St Antonius van Padua (Nijnsel) Momenteel telt SKOSO ongeveer 1600 leerlingen en 140 personeelsleden. Het bestuur handelt vanuit een toezichthoudende rol. Dit betekent dat er bestuurd wordt op hoofdlijnen, maar wel betrokken bij het reilen en zeilen van de organisatie. Op dit moment bestaat het bestuur uit 7 bestuursleden.
25
Voorzitter:
C.J. van Nuland
Bestuurslid:
Drs. D. van Dijk-van Sambeek
Bestuurslid:
L.C.M. Bax-Koenders
Bestuurslid:
D.T.E.M. van de Rijt-Goudsmit
Bestuurslid:
Ir. C.W.J.M. van der Vleuten
Bestuurslid:
M.G.J.G. Smids-Verbakel
Bestuurslid:
H. van de Meijden
2.7 BOVENSCHOOLSMANAGEMENT De dagelijkse leiding van de organisatie is in handen van algemeen directeur, de heer F.A.W. de Baaij, die ondersteund wordt door een directiesecretaresse en enkele bovenschoolse stafmedewerkers en coördinatoren. De algemeen directeur vormt daarnaast een belangrijke schakel tussen het bestuur en de zeven basisscholen. Op schoolniveau is de schoolleiding verantwoordelijk voor de gang van zaken. Door samenwerking op bovenschools niveau ondersteunen en versterken de scholen elkaar. Deze samenwerking heeft betrekking op een aantal aspecten zoals personeel, financiën, huisvesting, kwaliteitszorg, onderwijskundig identiteit en ICTbeleid. Staf bestuurskantoor: Mevr. D. Bonekamp-Creemers: Mevr. B. Dekker-de Waard: Mevr. R. Delisse-Uiting: Mevr. H. Rust-Foolen: Dhr. J. van der Sman: Mevr. I.Vissers-Huijberts: Dhr. A. van de Warenburg:
directiesecretaresse administratief medewerker (financiën) bovenschools zorgcoördinator opleidingscoördinator/coach bovenschools ICT-coach bovenschools cultuurcoördinator stafmedewerker (w.o. arbobeleid, tussenschools en buitenschoolse opvang)
Meer informatie Heeft u nog vragen, ideeën of suggesties? Neem dan gerust contact op met de directeur van de school van uw kind of met het bestuurskantoor van SKOSO. Borchmolendijk 19a 5492 AJ Sint-Oedenrode, telefoon 0413420706. U kunt natuurlijk ook een e-mail sturen naar
[email protected]. Meer informatie over SKOSO kunt u vinden op www.skoso.nl Gemeentelijk Minimabeleid De gemeente Sint-Oedenrode ondersteunt inwoners met een minimuminkomen. Vooral voor ouders met schoolgaande kinderen kunnen de kosten vaak erg hoog oplopen. Soms kan de gemeente een financiële tegemoetkoming verstrekken. Bijvoorbeeld als het gaat om de ouderbijdrage voor peuterspeelzalen en basisschool. Ook kan gedacht worden aan een bijdrage in de kosten voor schoolreisjes, schoolkampen en excursies. Ook andere bijzondere, maar noodzakelijke kosten die in een gezin gemaakt moeten worden, kunnen voor vergoeding via de gemeente in aanmerking komen. Dit alles en nog veel meer is te lezen in een voorlichtingspakket dat sinds kort op alle scholen in Sint-Oedenrode beschikbaar is.
26
Voor vragen, of als iets niet helemaal duidelijk is, kan elke werkdag tussen 09.00 en 12.30 uur bij de balie in het gemeentehuis om verdere uitleg worden gevraagd. De gemeente is telefonisch bereikbaar onder nummer 0413481911.
Beleid m.b.t. typelessen in de school Regelmatig wordt door instituten die typelessen voor kinderen verzorgen, aan onze scholen gevraagd of zij gebruik mogen maken van een ruimte in de school. Ook willen zij graag op school informatiemateriaal uitreiken. Bij het verzoek tot het uitreiken van informatiemateriaal maakt SKOSO een onderscheid tussen informatie van plaatselijke verenigingen en instellingen enerzijds en informatie van commerciële instellingen anderzijds. Aan commerciële instellingen wordt in principe geen toestemming gegeven om via de scholen informatiemateriaal te verspreiden. Dat geldt dus ook voor instituten die typelessen verzorgen. Deze instellingen hebben mogelijkheden om via de plaatselijke pers of website hun doelgroep te bereiken. Wij begrijpen uiteraard goed dat sommige ouders het prettig vinden dat hun kind in de basisschoolleeftijd een typecursus volgt, liefst in of nabij de school. Als instituten de scholen benaderen om bij voldoende belangstelling een typecursus te mogen geven in het schoolgebouw, dan zullen we zo’n verzoek in principe toestaan. Dat voorkomt dat u uw kind na school naar een andere locatie in Sint-Oedenrode moet brengen. Dat betekent niet dat er voortaan in alle scholen een typecursus gegeven zal worden. Instituten zullen dat alleen gaan doen als zij voldoende potentiële deelnemers hebben om een groep te vormen. Wij hechten er aan u mee te delen dat de scholen geen enkele verantwoording dragen voor de inhoud en kwaliteit van de gegeven typeopleiding. Daarvoor is het betreffende instituut aansprakelijk. Het enige wat de school doet is in voorkomende gevallen het verhuren van een ruimte in het schoolgebouw.
Dommelgroep In december 2002 is SKOSO met de schoolbesturen Stichting Sint-Christoffel (Boxtel), Stichting Leijestroom (Vught), SKIPOS (Sint-Michielsgestel) en Stichting SKOPOS (Schijndel) een samenwerkingsovereenkomst aangegaan onder de naam Dommelgroep met als motto ‘samen sterker in de regio”. Het gezamenlijk aanpakken van een aantal zaken leidt tot een grotere efficiency, effectiviteit en een hoger niveau van professionaliteit. En dit verhoogt uiteindelijk ook de kwaliteit van het onderwijs. Per 1 augustus 2009 zullen de vijf besturen een Coöperatie Dommelgroep U.A. gaan vormen en de samenwerking nog verder gaan intensiveren. Daarbij blijft elk bestuur zijn zelfstandigheid behouden. De samenwerking in de Dommelgroep heeft de afgelopen jaren een aantal concrete resultaten opgeleverd waaronder het opzetten van een Vervangerspool, een Centrum voor Personeelsvoorziening en de Dommelacademie. Laatstgenoemde organiseert en coördineert mede de professionalisering van het personeel en de deelnemende besturen. Voor actuele ontwikkelingen binnen de Dommelgroep verwijzen we graag naar de website www.dommelgroep.nl. Brede school De brede school in Sint-Oedenrode is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties en instanties op het gebied van educatie, opvang, zorg, welzijn, cultuur en sport met als doel de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten. Dit samenwerkingsverband van partners die zich bezighouden met opgroeiende kinderen bestaat onder andere uit: SKOSO, openbare basisschool de Springplank, Salus, kinderopvang Humanitas, Korein Kinderopvang, Fioretti College, Wovesto, Dommelregio, Thuiszorg Pantein, bibliotheek de Meierij en de gemeente Sint-Oedenrode. De activiteiten van de samenwerkingspartners in de brede school zijn afhankelijk van de behoeften en wensen van de kinderen, ouders, buurtbewoners en andere doelgroepen. Het uitgangspunt van de brede school is op de
27
eerste plaats inhoudelijke samenwerking. Daarnaast zal er ook gebruik worden gemaakt van multifunctioneel gebruik van ruimten, zoals bijvoorbeeld dagopvang, peuterspeelzalen en bibliotheekpunten in basisscholen. Meer informatie Wilt u meer weten over de activiteiten van de brede school? Neem dan gerust contact op met Esther de Poorter, coördinator brede school, telefoon 0413 476149. Mailen kan natuurlijk ook:
[email protected]. Marktplaats Curioso Wat is Curioso? Marktplaats Curioso wil dat het onderwijs en de culturele, in het bijzonder de lokale, instellingen elkaar ontmoeten. Curioso geeft culturele instellingen inzicht in wat het onderwijs wil op het gebied van cultuureducatie. En Curioso maakt het onderwijs wegwijs binnen de mogelijkheden op het gebied van cultuureducatie. Curioso betekent in het Spaans: “vreemd”. Curioso wil kinderen en leerkrachten leren dat cultuureducatie niet vreemd maar anders is, op een andere manier leren. Daarnaast kennen we allemaal de betekenis van het engelse “curiosity: nieuwsgierigheid.” Kinderen zijn van nature nieuwsgierig, dit is de beste basishouding om in aanraking te komen met cultuureducatie. Wie is Curioso? Ingrid Vissers is coördinator van de marktplaats Curioso. Tevens stuurt zij de culturele werkgroep vanuit het onderwijs aan. Deze werkgroep bestaat uit acht interne cultuurcoördinatoren van de basisscholen van SintOedenrode. Gezamenlijk ontwikkelen zij een cultuurvisie op bovenschools niveau. Daarnaast ontwikkelen de scholen afzonderlijk hun eigen visie. Deze visies zijn vertaald binnen de cultuurbeleidsplannen. De gemeente Sint-Oedenrode is samen met de provincie Noord Brabant subsidiënt van de marktplaats Curioso. Ingrid heeft haar kantoor vanuit het bovenschools bestuurskantoor: SKOSO, Borchmolendijk 19a en is te bereiken op telefoonnummer 06-12722802. Kijk ook eens op de site en zie wat Curioso voor u kan betekenen: www.marktplaatscurioso.nl Sponsorbeleid Incidenteel worden scholen gesponsord door bedrijven of instellingen. Onze school houdt zich daarbij aan het convenant “scholen voor primair onderwijs en sponsoring”. In de dagelijkse praktijk leidt deze sponsoring nauwelijks tot klachten of onduidelijkheden, maar het is natuurlijk wel goed om hier duidelijke afspraken over te maken. Het mag, om maar een voorbeeld te noemen, natuurlijk niet zo zijn dat een commerciële partij invloed uitoefent op het onderwijs, in ruil voor het betalen van een schoolreisje. Om ook de schijn hiervan weg te nemen, is het goed een convenant te hebben. Het convenant is onlangs een voortzetting van een reeds bestaand convenant dat ons schoolbestuur de afgelopen jaren heeft gehanteerd. Het is recent geactualiseerd. De belangrijkste spelregels blijven dat bedrijven vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid samen kunnen werken met scholen en dat deze samenwerking geen nadelige invloed mag hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen. Uiteraard mogen de kernactiviteiten van de school niet afhankelijk worden van sponsoring. Het komende schooljaar zal dit convenant besproken worden in de medezeggenschapsraad van de school.
Beleid ‘Omgaan met verlengde leertijd’ Op de scholen van SKOSO zijn afspraken gemaakt over hoe om te gaan met verlengde leertijd. Dit wordt ook wel eens het beleid rondom ‘herfstkinderen’ genoemd. Op school is een beleidsnotitie ter inzage waarin wordt ingegaan op de vraag wanneer er sprake is van verlengde leertijd, wat de uitgangspunten zijn en hoe de procedure is en hoe daarover met de ouders wordt gecommuniceerd.
28
DEEL III
ALGEMENE INFORMATIE REGELINGEN, VERZEKERINGEN & PARTNERS
29
3.1
REGELINGEN
Informatie over de leerplicht Ouders zijn op grond van de leerplichtwet verplicht om hun kinderen naar school te sturen. De verplichting om te zorgen dat een kind als leerling van een school is ingeschreven, begint op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarop een kind de leeftijd van 5 jaar bereikt. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven als er geen gewichtige omstandigheden of geldige redenen zijn. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. In dat geval dient u toestemming te vragen aan de directeur van de school. De basisscholen van Sint-Oedenrode houden het verzuim nauwkeurig bij in een geautomatiseerd leerlingen- en absentenregistratie. Indien ouders zich niet houden aan hun verplichtingen dan zal het eventuele verzuim worden aangemerkt als ongeoorloofd verzuim en zal de leerplichtambtenaar van de gemeente Sint-Oedenrode daarvan door de directeur in kennis worden gesteld. Deze zal de ouders uitnodigen voor een gesprek. Bij herhaling zal de leerplichtambtenaar maatregelen nemen en kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Regels in geval van schoolverzuim Op grond van de leerplichtwet kan de directeur op verzoek van de ouders toestemming geven de school tijdelijk niet te bezoeken. Over verzoeken voor een periode van langer dan 10 dagen beslist de leerplichtambtenaar. Wanneer uw kind de school moet verzuimen wegens ziekte of doktersbezoek e.d. verwachten wij daarvan zo spoedig mogelijk bericht. U kunt vóór schooltijd even bellen of een briefje meegeven voor de leerkracht. Een terloopse mededeling van een ander kind kunnen wij niet accepteren. Wij verzoeken u echter wel om bezoeken aan dokter, tandarts, specialist e.d. indien mogelijk buiten schooltijd te plannen. Hoe dan ook dient het verzuim zo beperkt mogelijk te zijn. Indien uw kind na aanvang van de lessen zonder reden niet aanwezig is, zullen wij u opbellen om na te gaan wat er aan de hand is. Andere verloven dienen tijdig en schriftelijk te worden aangevraagd. Op school is daarvoor een aanvraagformulier aanwezig. U krijgt ook schriftelijk bericht over het besluit naar aanleiding van uw aanvraag. Bij aanvragen voor verlof tot 10 dagen beslist de directeur van de school. Bij aanvragen voor verlof langer dan 10 dagen beslist de leerplichtambtenaar. U hebt de mogelijkheid om schriftelijk bezwaar in te dienen tegen een beslissing op een verzoek om verlof. Aangezien dit aan wettelijke termijnen gebonden is, dient u een verzoek om extra verlof minimaal 8 weken van te voren aan te vragen. Meer informatie over deze procedure is op school beschikbaar. Extra verlof Gewichtige omstandigheden om extra verlof te verlenen zijn: a. Religieuze feestdagen, zoals bijvoorbeeld Offerfeest, Suikerfeest, Loofhuttenfeest etc. Op katholieke feestdagen hebben de kinderen veelal vrij. b. Gewichtige omstandigheden:10 schooldagen per schooljaar of minder. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder, dient aan de directeur te worden voorgelegd. Voorbeelden: Het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet kan buiten de schooluren; Bij verhuizing, ten hoogste 1 dag; e Voor het bijwonen van een huwelijk van bloedverwanten t/m de 3 graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk van de plaats (binnen of buiten de woonplaats van de leerling) van sluiting van dit huwelijk; Gezinsuitbreiding (geboorte/adoptie) ten hoogste 2 dagen; e Bij ernstige ziekte van de ouders of bloedverwanten in de 3 graad, duur in overleg met de directeur te regelen; e Bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de 1 graad voor ten hoogste 4 dagen, van bloed- en e e aanverwanten in de 2 graad voor ten hoogste 2 dagen, van bloed- of aanverwanten in de 3 graad ten hoogste 1 dag; Bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijk van ouders of grootouders, voor 1 dag of ten hoogste 2 dagen, indien dit in verband met de afstand noodzakelijk is; Voor andere belangrijke redenen (naar het oordeel van de directeur), maar géén vakantieverlof.
30
c. Aard van het beroep van (één) van de ouders. Wanneer door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders het gezin niet tenminste twee weken in een schoolvakantie met vakantie kan gaan mag er éénmaal per jaar voor ten hoogste tien dagen per jaar vrij worden gegeven door de directeur van de school. Deze twee weken mogen niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar vallen. Voorbeelden: ouders die een tuindersbedrijf hebben of camping en die in het vakantieseizoen moeten doorwerken en/of niet kunnen sluiten. In deze gevallen moet een werkgeversverklaring worden overlegd, waaruit blijkt dat het opnemen van vakantieverlof in de schoolvakanties niet mogelijk is. d. Gewichtige omstandigheden: meer dan 10 schooldagen per leerjaar Artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet bepaalt, dat aanvragen extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 dagen dienen te worden voorgelegd aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar beslist vervolgens over de aanvraag. Geen recht op extra verlof Er bestaat geen recht op extra verlof in de volgende gevallen: - goedkopere vakanties buiten het seizoen; - door anderen betaalde vakanties; - het ophalen van familie; - familiebezoek in het buitenland; - midweek- of weekeinde vakanties; - al jaren niet op vakantie geweest; - reeds gekocht ticket of gedane reservering; - meereizen met anderen; - een ander kind uit het gezin heeft elders wel vrij gekregen; - eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte; - “vlak voor een vakantie wordt toch geen les meer gegeven”. Dit verlof zal in alle gevallen worden aangemerkt als ongeoorloofd verzuim en als zodanig worden geregistreerd en gemeld bij de leerplichtambtenaar. Regelgeving 5-jarigen Artikel 11A van de Leerplichtwet bepaalt dat een kind, totdat het de leeftijd van 6 jaar bereikt, gedurende 5 uren per week afwezig mag zijn. Ouders dienen dit vooraf te melden aan de directeur van de school. Toestemming van de directeur is noodzakelijk wanneer het om meer dan 5 uren gaat. Maximaal 5 uren extra zijn wettelijk toegestaan. Overleg met de directeur is een voorwaarde. Bij regelmatige afwezigheid van kinderen die de 6-jarige leeftijd nog niet bereikt hebben, wordt het sociaal patroon en de leerlijnen van het kind onderbroken en dit komt het kind natuurlijk niet ten goede! U kunt over dit onderwerp ook lezen in “De Basisschool”, een gids voor ouders, verzorgers die via de school wordt verstrekt door het Ministerie van Onderwijs. Voor vragen kunt u terecht bij de directeur van de school of op www.leerplichtwet.nl
Ziekmelding van een kind Het ziekmelden van kinderen moet telefonisch vóór 8.30 uur gebeuren. U kunt een ziekmelding natuurlijk ook schriftelijk melden door een andere leerling van onze school een briefje bij de groepsleerkracht te laten bezorgen. Als uw kind ziek is, verzoeken wij u dit zo snel mogelijk te melden bij de school. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we, rekening houdend met de ziekte, kunnen zorgen voor goed onderwijs. In overleg wordt er bekeken of er ondersteuning nodig is en waaruit die ondersteuning zal bestaan. In een plan wordt dan vastgelegd hoe de school het onderwijs kan continueren en welke begeleiding kan worden geboden. Het zo goed mogelijk continueren van onderwijs is nodig, omdat het zieke kind dan betrokken blijft bij de school en leerachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. De school kan bij de begeleiding van zieke leerlingen een beroep doen op de onderwijsbegeleidingsdienst Giralis, partners in onderwijs.
31
Klachtenregeling Ondanks het feit dat wij als team ons best doen de belangen van u en uw kind(eren) zo goed mogelijk te behartigen, is het mogelijk dat u met onduidelijkheden of met minder plezierige ervaringen zit betreffende de dagelijkse gang van zaken op school en deze graag wil bespreken. In zo’n geval kunt u zich met vragen en/of klachten rechtstreeks tot de leerkracht van uw kind wenden. Wanneer u voor uw klacht bij de leerkracht geen gehoor vindt, kunt u, in het kader van de klachtenregeling voor klachten die gaan over begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen en de schoolorganisatie in het algemeen terecht bij de directeur of de Interne Begeleider. Voor klachten die vallen onder seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld of pesten op school kunt u terecht bij de contactpersoon van onze school mevr. Miranda Vermeulen. Wanneer u naar uw mening voor uw klacht onvoldoende gehoor vindt via de hierboven beschreven procedure, of als uw klacht zodanig zwaar of ernstig van aard is dat u die weg niet wilt of durft te bewandelen, dan kunt u uw klacht voorleggen aan één van de twee “vertrouwenspersonen”: mevr. M. Meijs, (tel: 0413-474536) of dhr. A. Buiting (tel: 0413-473458). U kunt zelf bepalen aan welke vertrouwenspersoon u een klacht voorlegt. Deze vertrouwenspersonen zijn door het bestuur benoemd op basis van hun specifieke kwaliteiten op voorstel van een benoemingsadviescommissie. Zij gaan op deskundige en vertrouwelijke wijze na, of bepaalde gebeurtenissen aanleiding geven tot het indienen van een klacht. Zij begeleiden desgewenst de klager bij de verdere procedure en/of verwijzen, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. U kunt ook terecht bij meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111. Onze school is aangesloten bij de landelijke klachtenvereniging van het V.B.K.O. (Vereniging Besturenorganisaties Katholiek Onderwijs.) De klachtenregeling is op elke school ter inzage aanwezig. De procedure die bij eventuele klachten wordt gevolgd staat hierin beschreven. Onderwijstelefoon Ouders en leerlingen die met hun problemen geen gehoor vinden bij de school kunnen met hun probleem altijd terecht bij de Onderwijstelefoon. Deze nemen uw probleem serieus en kan u voorzien van tips over eventueel te nemen stappen. Het telefoonnummer van deze dienst is: 0800-1608 3.2
VERZEKERINGEN
Aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen Deze verzekering heeft betrekking op het schoolbestuur als exploitant van scholen met alle bijkomende en bijbehorende activiteiten in de ruimste zin. Verzekerd is het personeel dat voor het schoolbestuur werkzaamheden verricht. Hieronder worden behalve de personeelsleden ook verstaan stagiaires, vrijwilligers, inleenkrachten en al degenen die aan schoolse dan wel buitenschoolse met de school min of meer verband houdende activiteiten deelnemen. Ook ouders die in schoolverband activiteiten organiseren vallen onder deze WA-verzekering. De verzekering biedt de volgende dekking: • Wettelijke aansprakelijkheid Een bedrag van € 2.500.000,- als maximum per aanspraak voor zaak en letselschaden, gelimiteerd tot twee maal het verzekerd bedrag per verzekeringsjaar.
• Stageverzekering De aansprakelijkheid van leerlingen voor schade aan het stageadres of aan derden toegebracht als gevolg van onrechtmatig of nalatig handelen tijdens stageactiviteiten vanaf het moment dat zij voor het verrichten van die activiteiten op het stageadres zijn gearriveerd, tot het moment dat zij na het beëindigen van de activiteiten het stageadres verlaten. Met betrekking tot stages met motorrijtuigen is er sprake van een excedent dekking indien de eigen verzekering van de stagebiedende organisatie niet voldoende blijkt te zijn. Indien er sprake is van bonus/malus verlies van de garagepolis van de stagebiedende organisatie, valt dit bonus/malus verlies onder de dekking van de verzekering. Ook hiervoor geldt dat het moet gaan om een onrechtmatig of nalatig handelen van de stagiair.
32
• Aanvulling leerlingen Dekking voor het particuliere aansprakelijkheidsrisico van leerlingen tijdens het verblijf op school of tijdens evenementen in schoolverband, voor zover niet elders verzekerd door bijvoorbeeld een W.A.-verzekering die door de ouders van de betreffende leerling is afgesloten. • Eigen risico € 5.000,- per aanspraak voor personenschade ondergeschikten en € 100,- voor overige schade. Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering Deze verzekering dekt de persoonlijke aansprakelijkheid van het schoolbestuur voor door derden geleden schaden als gevolg van fouten. Onder deze verzekering valt ook de zogenaamde interne aansprakelijkheid, de aansprakelijkheid van individuele bestuursleden ten opzichte van de stichting. Het verzekerde bedrag is maximaal € 500.000,- per verzekeringsjaar. Deze verzekering kent géén eigen risico. Uitgebreide brandverzekering Deze verzekering biedt dekking aan roerende goederen van de oudercommissie en/of het schoolbestuur inclusief de aanwezige computers met toebehoren. Het gaat hier om zaken die met eigen middelen zijn aangeschaft. De navolgende risico's zijn verzekerd brand, ontploffing, blikseminslag vliegtuigschade storm diefstal na braak water, rook, roet en olie aanrijding en omvallen van bomen vandalisme schaden door glas De verzekering geeft dekking tot de volgende maxima • € 45.500,- voor roerende goederen, exclusief computers • € 11.500,- voor computers met toebehoren • € 2.500,- voor tuinaanleg • € 4.550,- voor opruimingskosten • € 500,- voor courtage van schade-afmaking • € 4.550,- voor extra kosten Bij de premievaststelling is een differentiatie aangebracht tussen beveiligde en onbeveiligde scholen. Onder een beveiligde school wordt verstaan een school die beschikt over een elektronische inbraaksignaleringsinstallatie volgens de richtlijnen die zijn vastgesteld in samenwerking met het Technisch Bureau ter Bevordering van Schadepreventie, het Bureau Voorkoming Misdrijven en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze verzekering kent een beperkt eigen risico van € 226,- per jaar voor alle risico's met uitzondering van de allrisks computerverzekering waarvoor € 113,- per gebeurtenis van toepassing is. Aanvullende verzekeringen Rechtsbijstandverzekering voor klachtprocedures Indien een klacht wordt ingediend tegen een individueel personeelslid of een geschil ontstaat tussen bijvoorbeeld ouders en onderwijskracht waarbij het personeelslid het staande beleid van de school of het schoolbestuur heeft uitgevoerd en waarbij het schoolbestuur ook volledig achter dit personeelslid staat, kan het schoolbestuur gewoon gebruik maken van de reguliere juridische dienstverlening vanuit de Bond KBO/KBVO. In die gevallen echter, waarbij sprake is van een klacht tegen een individueel personeelslid die zich niet conform het beleid en/of de gedragsregels gedragen heeft en niet de steun heeft van het schoolbestuur of waarbij enig
33
moment schoolbestuur en personeelslid als partijen tegenover elkaar kunnen komen te staan, kan vanuit de Bond KBO/KBVO geen juridische dienstverlening worden geleverd. In dat geval gaat het dan niet om dienstverlening ten behoeve van de werkgever en zou belangenverstrengeling kunnen opleveren, hetgeen verboden is. Maar via onze bemiddeling heeft u dan toch via deze verzekering juridische ondersteuning. Deze verzekering kent géén eigen risico. Schoolongevallenverzekering Deze verzekering is van kracht voor het personeel en de leerlingen tijdens schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Ook is deze verzekering van toepassing op leerlingen gedurende hun stagewerkzaamheden en het gaan van huis naar de stageplaats en omgekeerd. De verzekerde bedragen zijn als volgt: Uitkering bij overlijden € 2.500,-; Maximale uitkering bij algehele blijvende invaliditeit € 25.000,-; Geneeskundige kosten tot een maximum van € 1.000,-; Tandheelkundige hulp per element € 1.000,-. Deze verzekering kent géén eigen risico. Eigendommenverzekering voor personeel Deze verzekering biedt dekking voor schaden aan persoonlijke eigendommen zoals motorrijtuigen, fietsen, kleding en dergelijke. De dekking geldt alleen in verband met buitenschoolse activiteiten. Voor de vrijwilliger bestaat volledige dekking gedurende de periode dat hij optreedt als vrijwilliger, alsmede het gaan en komen van de plaats waar de vrijwilliger zijn werkzaamheden uitoefent. Naast de dekking van de eigendommen wordt ook dekking geboden voor no-claim verlies op een cascoverzekering voor een auto, motor of scooter. De verzekerde bedragen zijn als volgt: € 13.650,- maximaal per automobiel; € 2.500,- maximaal per motorrijwiel/scooter; € 700,- maximaal per bromfiets; € 250,- maximaal per rijwiel; € 500,- maximaal voor schade aan kleding en overige eigendommen, exclusief geld en geldswaardig papier. Deze verzekering kent een eigen risico voor schade aan motorrijtuigen en bonus/malus verlies van € 45,- per gebeurtenis. Voor de overige schaden geldt een franchise van € 22,- per gebeurtenis, hetgeen inhoudt dat schaden beneden € 22,- niet worden betaald. Indien dit bedrag wel wordt bereikt, wordt de totale schade vergoed. 3.3
INFORMATIEPLICHT OUDERS
Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dat geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Indien beide ouders belast zijn met het ouderlijk gezag worden uiteraard beide ouders geïnformeerd. Soms is er maar één ouder van het kind belast met het ouderlijk gezag en de andere ouder niet. De ouder die belast is met het ouderlijk gezag, heeft de verplichting om de andere ouder (niet belast met het ouderlijk gezag) op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden (bijv. gegevens over de schoolresultaten en ouderavonden) die het kind betreffen (artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek). Het is dus de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. Als echter in de communicatie tussen ouders storingen ontstaan, dienen er goede afspraken te worden gemaakt tussen ouders en school inzake de informatieverstrekking. Wij verzoeken u in deze situaties contact op te nemen met de schoolleiding. Op de school is meer informatie voorhanden met betrekking tot de informatieplicht van scholen aan ouders en tussen ouders onderling.
34
3.4
LEERLINGVERVOER
Vanaf 1 maart 2006 bent u verplicht om kinderen onder de 18 jaar - kleiner dan 1.35 meter - in een kinderzitje in de auto te vervoeren. Ook mogen autogordels niet meer onder de arm of achter het lichaam langs gedragen worden. Met de nieuwe regels voor het vervoeren van kinderen wordt voldaan aan een Europese richtlijn. De kinderzitjes moeten zijn voorzien van het keuringslabel ECE 44/03 of 44/04. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de autogordel om en mogen zonodig ook een kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken. Deze wetgeving geldt echter, hoe vreemd ook, alleen voor het EIGEN kind. Voor het incidenteel vervoeren van kinderen van anderen, gelden de veiligheidsnormen als vóór 1 maart 2006, zoals niet meer kinderen meenemen als aanwezige "gordels" toestaan e.d.
3.5
AFSPRAKEN MET DE KINDEREN
Pestprotocol In dit protocol staat beschreven hoe het team omgaat met pestgedrag en welke maatregelen er genomen worden om pestgedrag te voorkomen of te verhelpen. Werkgroep Pestaanpak Op onze school is een werkgroep Pestaanpak. De ouders (Rian van den Boer en Doriene Eijkemans) en de school (Miranda Vermeulen) zijn hierin vertegenwoordigd. Deze werkgroep rekent zich o.a. tot haar taak het bewust maken en het bewust houden van de pestproblematiek bij leerlingen, leerkrachten en ouders. Het PROP-project (PR=problemen en OP=oplossingen). Dit project is opgezet om het speelplaatsgedrag positief te beïnvloeden. De uitgangspunten zijn de algemene gedragsregels, welke in de klas besproken zijn, waardoor iedereen zich veilig voelt en rustig buiten kan spelen. Het Pestprotocol, werkgroep Pestaanpak en het PROP-project liggen op school ter inzage. Regels en afspraken Hieruit voortvloeiend zijn er regels en afspraken gemaakt. Regels en afspraken zijn richtlijnen, aan de hand waarvan leerkrachten concrete situaties zelf invullen. Zij hebben daarbij speciaal oog voor een open en gelijkwaardige omgangssituatie. Voor een goede werking is het van belang dat leerkrachten het klimaat en de omgangssituatie regelmatig in de groep bespreken en de regels eventueel bijstellen. Ter bevordering van de sfeer op school hebben wij met de kinderen de volgende regels afgesproken: • Houd de school mede netjes; • Neem alle spullen om 12.00 uur en om 15.30 uur mee naar huis; • Ruim steeds je kastje netjes op; • Maak niets kapot, laat de planten en bomen met rust, ga niet op het hek zitten en gebruik de materialen alleen waarvoor deze bedoeld zijn; • Gooi papier en afval in de prullenbakken; • Schrijf niet op de muren en klop er geen borstels tegen uit; • Help mee bij het opruimen en netjes houden; samen gaat dat veel beter; • De klas van de leerkracht die buiten loopt, maakt tijdens de pauze de speelplaats schoon; • Wees netjes op je eigen en andermans spullen. Blijf ook van andermans spullen af (ook die van school) tenzij je toestemming hebt om deze te gebruiken; • Indien materialen van school zoekraken of beschadigd worden dienen deze door ouders vergoed te worden! • Schrijf niet in boeken; • Mobiele telefoons en MP3- spelers mogen niet mee naar school genomen worden, omdat in de praktijk is gebleken dat dit zeer storend werkt.
35
Help mee om op school een prettige sfeer te verkrijgen: • Probeer ruzie te vermijden en zo min mogelijk te vechten. Bij onenigheid kun je dit beter gezamenlijk uitpraten, eventueel met behulp van een leerkracht; • Plaag geen andere kinderen; • Volg de aanwijzigingen van de leerkracht op; • Wie door een leerkracht naar binnen wordt gestuurd, gaat na schooltijd naar die leerkracht toe en vult een prop-blad in; • Doe geen spelletjes die gevaarlijk of bedreigend voor andere kinderen kunnen zijn; • Houd vooral rekening met kleinere kinderen; • Noem elkaar alleen bij de voornaam. Gebruik geen scheld- of bijnamen. Naar binnen gaan: Een kwartier voor aanvang van de school wordt er gesurveilleerd. Kom ook dan pas naar school. Ga ook op tijd weer naar huis. De deuren gaan zoveel mogelijk op slot. Als je naar binnen moet, vraag je dat aan de surveillerende leerkracht. Jassen en tassen worden vóór schooltijd niet naar binnen gebracht. Na de tweede bel gaan we gezamenlijk naar binnen op het teken van de leerkracht. Naar het toilet gaan: Ga zoveel mogelijk vóór schooltijd naar het toilet. Als je op school bent, kun je bij de eerste bel nog naar het toilet gaan of je handen wassen. Was, na het gebruik van het toilet, altijd je handen. Spoel na het toiletgebruik steeds door. Onder schooltijd gaan we in principe niet naar het toilet (ter beoordeling van de leerkracht). Omgangsvormen: Probeer steeds netjes te blijven en geen brutale mond te hebben. Meningsverschillen, ook met de leerkrachten, kun je uitpraten, maar wel op een nette manier! 3.6
PARTNERS
Jeugdhulpverleningsnetwerk De zorg voor kinderen verloopt niet altijd optimaal. Er is vaak onvoldoende zicht op de mogelijkheden en activiteiten van de diverse instellingen.Doordat instellingen in een netwerk gebruik kunnen maken van elkaars deskundigheid en mogelijkheden, kunnen problemen in een vroeg stadium worden aangepakt. Wat kan er besproken worden? De gesignaleerde problemen lopen uiteen van kleine, nog hanteerbare opvoedingsvragen, tot moeilijk oplosbare, problematische situaties. Voorbeelden van problemen zijn: treiteren, agressie, bedplassen, kindermishandeling, verwaarlozing, problemen met relaties enz. Hoe werkt het jeugdhulpverleningsnetwerk? Uitgangspunt is dat, voordat een situatie wordt besproken toestemming wordt gevraagd aan de ouders. Soms wordt een situatie ook anoniem besproken. Instellingen, zoals scholen, maar ook ouders of kinderen kunnen zelf vragen of problemen inbrengen via één van de deelnemende instellingen Welke instellingen nemen deel? • Algemeen Maatschappelijk werk • GGD Hart voor Brabant • Stichting Thuiszorg Brabant Noordoost • Zorgcoördinator basisonderwijs Afhankelijk van de vraagstelling kunnen ook andere instellingen uitgenodigd worden voor informatie en afstemming van hulpverlening.
36
Hoe aanmelden? Voor informatie over het jeugdhulpverleningsnetwerk kunt u contact opnemen met de coördinator mevr. E. de Beer van Stichting Maatschappelijk Werk Dommelregio. Op maandag, donderdag en vrijdag is zij bereikbaar op telefoonnummer. 0413 474940. Ook ligt er informatie over dit onderwerp op onze school. Via de groepsleerkracht, Interne Begeleider, en bovenschools zorgcoördinator kunt u uw zorgvraag bij het jeugdhulpverleningsnetwerk neerleggen. Opvoedsteunpunt Sint Oedenrode • Mijn dochter van 7 jaar durft niets zonder begeleiding van mij. Hoe kan ik haar meer zelfvertrouwen geven? • Mijn zoontje van 4 kan alleen slapen als ik bij hem kom liggen. Hoe kan ik dat afbouwen? • Mijn dochter wil de hele dag mijn aandacht en anders wordt ze boos. Hoe kan ik dit veranderen? • Ik heb voortdurend ruzie met mijn zoon van 14. Over zijn huiswerk, over zakgeld, over uitgaan. Ik wil het thuis graag weer gezellig hebben, maar hoe pak ik dat aan? Iedere ouder zal dit soort situaties herkennen en in elk gezin speelt wel eens wat. Hebt u ook vragen of twijfels, over de opvoeding, het gedrag, of de ontwikkeling van uw kind? Blijf er dan niet mee rondlopen, maar kom gewoon eens langs bij het Opvoedsteunpunt Sint-Oedenrode. Een pedagoge zit er speciaal om u te helpen met uw vragen. Waarom zou u zich zorgen maken, als u met een paar handige tips weer plezier kunt beleven aan het contact met uw kind? Wat kan het Opvoedsteunpunt voor u betekenen? Op het opvoedsteunpunt vindt u een luisterend oor en een deskundig advies dat past bij u en uw kind. Komt u er samen niet uit, dan wordt met u gezocht naar een passend vervolg. Daarvoor onderhoudt het Opvoedsteunpunt met andere regionale instellingen, zoals het Schoolmaatschappelijk Werk, het Consultatiebureau, de GGD en Bureau Jeugdzorg. U bent elke woensdagochtend welkom op het Opvoedsteunpunt van 09.00 tot 12.00 uur (met uitzondering van de schoolvakanties). Naast ouders is het opvoedsteunpunt bedoeld, opvoeders en voor mensen die beroepsmatig te maken hebben met kinderen en jongeren. U kunt terecht zonder verwijzing en de hulpverlening is gratis. We vinden het wel fijn als u vooraf een afspraak maakt. Bellen voor een afspraak kan elke werkdag tijdens kantooruren. Opvoedsteunpunt Sint-Oedenrode Laan van Henkenshage 2 (Mariëndael) 5492 BH Sint Oedenrode Telefoon 0413 47 40 31 Stichting Samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School” De doelstelling van deze Stichting is basisscholen (beter) in staat te stellen om met specifieke zorgvragen van leerlingen om te gaan door enerzijds geld en anderzijds ondersteuning te bieden. De plannen, procedures en protocollen van de Stichting Samenwerkingsverband WSNS Veghel e.o. worden jaarlijks beschreven in een “Zorgplan”. Alle documenten kunt u lezen via de website www.wsnsveghel.nl. Onder de vlag van het samenwerkingsverband opereert het zorgondersteuningsteam “Circum”. Circum is opgericht vanuit de behoefte van scholen aan ondersteuning in de leerlingenzorg. Wat is Circum? • Een deskundig team met kennis van onderwijs; • Deskundig op didactisch gebied, maar vooral op sociaal emotioneel- en gedragsproblematiek; • Een team met expertise gericht op onderzoek van leerlingen en advisering van ouders en leerkrachten. Begin 2008 is Circum van start gegaan en maken scholen binnen het Samenwerkingsverband gebruik van de aangeboden diensten. Op onze school kunt u meer informatie verkrijgen over de activiteiten van Circum.
37
Gemeentelijke Gezondheidsdienst “Hart voor Brabant” – GGD De gemeente heeft als bestuur van de GGD de taken van hun gezondheidsdienst vastgesteld. Zij beperkt zich tot de wettelijk vastgestelde taken. Dit betekent dat: • De preventieve logopedie voortaan zal bestaan uit het afnemen van een vragenlijst over de spraaktaalontwikkeling van alle 5-jarigen. N.a.v. de vragenlijst wordt een selectie gemaakt van de kinderen die in aanmerking komen voor een logopedische screening; • Preventief Gezondheids Onderzoek (PGO): Dit onderzoek, uitgevoerd door de jeugdarts en de doktersassistente, vormt de basis waarop de GGD het onderzoeksdossier van alle schoolgaande kinderen baseert, voortbordurend op de gegevens van de Thuiszorg; • Screening groep 7: Dit onderzoek uitgevoerd door de doktersassistente richt zich op het gezichtsvermogen, houding, lengte en gewicht. Daarnaast kan ook op indicatie het gehoor worden getest. Zonodig overlegt de doktersassistente met de jeugdarts of psycholoog; • Vaccinaties: Voor alle 9-jarigen, volgens het landelijke vaccinatieprogramma; • De sociaal verpleegkundige heeft 1 keer per maand een spreekuur, waarvoor u telefonisch een afspraak kunt maken. Met vragen of problemen kunt u zich wenden tot de afdeling Jeugdgezondheidszorg. De contactpersoon voor de scholen is Sanne van Lokven, sociaal verpleegkundige, te bereiken op tel: 0900-4636443. Afd. Jeugdgezondheidszorg Antwoordnummer 78 5200 VE Den Bosch www.ggdhartvoorbrabant.nl Schoolmaatschappelijk Werk Schoolmaatschappelijk Werk is een vorm van maatschappelijk werk dat op school plaatsvindt. Het doel is om bij te dragen aan een optimale ontwikkeling van het kind door al in een vroeg stadium hulp te bieden bij problemen. Het gaat daarbij vooral om sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen die van invloed zijn op de schoolsituatie. Het Schoolmaatschappelijk Werk is een aanvulling op de al aanwezige leerlingenzorg op school. Het vormt een brug tussen leerling, ouders, school en hulpverlenende instanties. Schoolmaatschappelijk werk signaleert, geeft informatie en advies, bemiddelt, biedt kortdurende hulp aan leerlingen en/of ouders en verwijst indien nodig door. School Maatschappelijk Werk Dommelstraat 22 5492 DX Sint-Oedenrode Telefoon 0413 47 49 40 Jeugdtandverzorging De Stichting Jeugdtandverzorging heeft tot doel het bevorderen van de mondgezondheid van de jeugd van 2 tot 18 jaar. Zij biedt de deelnemende kinderen een vorm van tandheelkundige verzorging, waarbij het voorkómen van mond-, en tandziekten (waaronder tandbederf) voorop staat. Door uitgebreide voorlichting en persoonlijk advies wordt geprobeerd een gezonde mond met een gaaf gebit te behouden. Waar bestaat de verzorging uit? • een regelmatige controle van het gebit, tot tweemaal per jaar; • voorlichting over mondhygiëne en begeleidende poetsinstructie; • voorlichting betreffende voedingsgewoonten; • preventieve behandeling zoals het aanbrengen van beschermende laklaagjes op de kiezen (sealant) en fluoridebehandeling;
38
• • • •
behandelen van het melkgebit als het kind het toelaat en als het nodig wordt geacht. Aangetaste kiezen (gaatjes) dienen gevuld of verwijderd te zijn als de blijvende kiezen doorbreken; behandeling van het blijvend gebit; aandacht wordt besteed aan de gebitsontwikkeling en de groei van de kaken, indien nodig wordt doorverwezen naar een orthodontist; hulp bieden bij alle voorkomende tussentijdse (pijn) klachten, waarvoor de stichting 24 uur per dag bereikbaar is.
Waar wordt deze verzorging verleend? Ouders ontvangen een uitnodiging voor de controle in het behandelcentrum voor Jeugdtandverzorging in SintOedenrode, Kasteellaan 4, 5492 BR Sint-Oedenrode, telefoon 0413 47 90 69. Wanneer het kind de basisschool verlaat? U krijgt dan in elk geval een uitnodiging om samen met de jeugdtandarts te praten over de toestand van het gebit van uw kind en hoe de verzorging nu verder zal gaan. Met de plaatselijke tandartsen is de afspraak gemaakt, dat zij de zorg voortzetten na de basisschool. Wat zijn de kosten? Alle door de Jeugdtandverzorging uitgevoerde behandelingen worden door de zorgverzekering in het basispakket vergoed en komen niet ten laste van eigen risico of no-claim. Aanmeldingsformulieren zijn te downloaden via de website www.jeugdtandverzorging.org of bel 0412 62 59 67. Catechese In overleg met de stuurgroep Catechese is er voor gekozen om een identiteitsbegeleider aan te stellen voor de 7 basisscholen in Sint-Oedenrode die behoren tot de Stichting. Het betreft mevr. Tonnie Poort van de Stichting Ondersteuning Levensbeschouwing en Identiteit (SOL). Mevrouw Poort zal zich bezighouden met de begeleiding van onze school. Samen met haar zullen wij komen tot keuze en evaluatie van catecheseprojecten (opstellen van jaarprogramma catechese). Mevrouw Poort zal verder het team van onze school ondersteunen bij het vormgeven van de katholieke identiteit. Mevr. Tonnie Poort Vondelstraat 9 5462 CS Veghel Telefoon 0413 37 59 04
39