Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Voorwoord Introductie Missie en visie Beleidsrelevantie Contextanalyses Positie van partners binnen het programma Innovatief karakter Outcomes, outputs, activiteiten, middelen Monitoring, evaluatie en kwaliteitsmanagement Personeel en organisatie Risico’s, monitoring en bijsturing Duurzaamheid
3 4 6 8 16 23 27 31 42 46 51 56
Bijlage 1 Handvest Wereldomroep
59
Voorwoord Vijf van de zes mensen op aarde leeft in een land waar de pers niet geheel vrij is. Kunnen denken wat je wilt en kunnen zeggen wat je denkt is een onmisbare basis voor een menswaardig bestaan. De Wereldomroep richt zich vanaf 2013 geheel op het verspreiden van het vrije woord in die gebieden waar dat ernstig beperkt is, waar mensen door wetgeving of maatschappelijke taboes geen toegang hebben tot pluriforme informatie. In die landen willen we jonge mensen informatie bieden die hen helpt om hun eigen toekomst te beïnvloeden en hun eigen voorkeuren te bepalen: maatschappelijk, politiek, seksueel. Via de lokale radio, televisie en printmedia, maar vooral ook online en mobiel. Vrijheid, het vrije woord, is volgens de Wereldomroep een actief begrip. Vrijheid bevorderen betekent volgens ons dat je meekijkt en niet wegkijkt. Het vrije woord ondersteunen betekent volgens ons dat we actief vragen stellen en ingaan op de antwoorden. We gaan op zoek naar dat wat de jongeren in onze doelgebieden bezighoudt. Wat drijft hen? Waarnaar zijn zij nieuwsgierig? Wat willen ze van ons en van de wereld weten? En wat willen zij de wereld vertellen? In dit Beleidsplan 2013 tot 2017 van de Wereldomroep schetsen we wat we gaan doen, hoe we dat gaan doen, met wie en vooral: welke resultaten we daarmee willen bereiken. Na een periode waarin de bezuinigingen een sterke wissel hebben getrokken op de organisatie en vele activiteiten noodgedwongen moesten worden gestopt, is de Wereldomroep klaar voor de toekomst. Een toekomst waarin we een belangrijke bijdrage kunnen en willen leveren aan de versterking en verspreiding van het vrije woord in de wereld. De Wereldomroep stopt met zenden. De nieuwe Wereldomroep gaat in gesprek. Wij zijn er trots op dat we die mogelijkheid hebben. Met bevlogenheid en enthousiasme gaan we aan het werk om samen met onze partners en ons publiek deze plannen uit te voeren. William Valkenburg, hoofdredacteur Robert Zaal, directeur
1.
FREE SPEECH
Introductie Het recht op informatie en het recht een mening te hebben en te uiten, zijn grondwaarden in een democratische samenleving. Deze waarden zijn verankerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in de Nederlandse grondwet. Een vrije pers is daarbij essentieel. Zonder persvrijheid is er geen vrijheid van meningsvorming en meningsuiting. Media geven burgers toegang tot informatie die zij nodig hebben om keuzes te maken en beslissingen te nemen die van belang zijn voor hun eigen leven en dat van anderen. Media bieden mensen een platform om hun gedachten, ideeën en meningen te vormen en te delen. Daarnaast kunnen media een bijdrage leveren aan de versterking van transparantie en accountability en de bestrijding van corruptie. Zij vormen daarmee een tegenkracht tegen de dominante krachten in de samenleving.
DUTCH VALUES
De ambitie is om op het gebied van drie thema’s een speler van formaat te worden. De Wereldomroep ontwikkelt sterke (‘winning’) formats binnen deze thema’s, die per doelgebied op maat worden gemaakt. De drie centrale thema’s worden aangevuld tot een mix, die aantrekkelijk is voor een jonge doelgroep. Voor de periode van 2013–2017 is gekozen voor de volgende centrale thema’s: democratie en good governance, mensenrechten, seksuele rechten.
De Wereldomroep werkt als internationale mediaorganisatie op gelijke voet samen met mediaorganisaties elders in de wereld aan het verspreiden van het vrije woord. De noodzaak hiertoe is onverminderd groot. Slechts één op de zes mensen leeft in een land met een vrije pers. Het aantal mensen dat vrije toegang heeft tot onafhankelijke media is wereldwijd op het laagste niveau van de afgelopen tien jaar.1 Pluriformiteit ontbreekt in grote delen van de wereld.
In landen met een eenzijdig medialandschap ontbreekt het niet alleen aan informatie vanuit meerdere gezichtspunten, maar vaak ook aan goed opgeleide mediaprofessionals. Onafhankelijke journalistiek vergt meer dan een wettelijk kader. Het vereist mediaorganisaties met een duidelijke visie op de rol die zij kunnen spelen in de samenleving en journalisten die daaraan op professionele wijze invulling geven. Door nauw samen te werken met een select aantal preferente lokale mediapartners bij de productie van content wordt op natuurlijke wijze de discussie gevoerd over journalistieke kwaliteit. De Wereldomroep wordt door zijn mediapartners gewaardeerd omdat niet wordt aangegeven ‘wat moet’, maar wordt aangereikt ‘wat kan’. Via coproducties, twinning, uitwisseling en stages wordt een gelijkwaardige samenwerking aangegaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de expertise op het gebied van capaciteitsversterking van RNTC, de sinds 1968 aan de Wereldomroep verbonden instelling voor internationaal onderwijs.
De Wereldomroep brengt hoogwaardige journalistieke producties in een taal die ter plaatse wordt gesproken. De Wereldomroep sluit hierbij aan op de lokale context: in zeer repressieve landen bieden we content aan via eigen mediaplatforms (‘van ons’), waar mogelijk werken we samen met lokale mediaorganisaties (‘met ons’). Ideaal is dat lokaal gaandeweg sprake is van een kwantitatief en kwalitatief volwaardig aanbod (‘zonder ons’). Per doelgebied wordt een keuze gemaakt voor de mediaplatforms die het meest geschikt zijn. Daarbij wordt in het bijzonder gebruik gemaakt van de mogelijkheden die nieuwe media (inclusief sociale media) bieden. Jongeren en jongvolwassenen (15-30 jaar) vormen de primaire doelgroep van de Wereldomroep. In de bevolkingsopbouw van de doelgebieden zijn jongeren in de meerderheid. Jongeren zullen de komende jaren de (demografische) ontwikkeling bepalen en ze zijn een bron van energie en verandering.2 Ze gebruiken internet om zich te informeren, maar ook om netwerken te vormen en te discussiëren. Interactie en participatie zijn essentieel voor jongeren. De Wereldomroep speelt hier op in door de conversatie met doelgroepen aan te gaan en cocreatie te stimuleren. De Wereldomroep belicht onderwerpen die direct verband houden met free speech en met ‘Dutch values’. Ze worden met Nederland geassocieerd, maar bovenal moeten de onderwerpen relevant zijn in de doelgebieden zelf. Inhoudelijk moet ieder onderwerp dus op het snijvlak liggen van free speech, thema’s waarom Nederland gekend wordt en relevante thema’s in de doelgebieden:
4
DOELGEBIED
1 Freedom of the Press 2011:
A Global Survey of Media Independence. Freedom House, 2011.
De Wereldomroep zet zijn kennis en kunde en zijn netwerken in voor de wereldwijde distributie van content, specifiek in moeilijk bereikbare gebieden. We zetten ons – samen met anderen – op het internationale podium in voor meer internetvrijheid en vrije toegang tot satellietsignalen. Daarnaast geven we partners en publiek (toegang tot) tips en tools om onder censuur veilig informatie uit te kunnen wisselen op internet. Hiermee bevorderen we niet alleen de toegang tot informatie van content van de Wereldomroep en zijn partners, maar ook tot informatie van anderen.
2 Beleidsbrief Seksuele en
reproductieve gezondheid en rechten. Ministerie van Buitenlandse Zaken, 2012.
5
2.
Om de onafhankelijkheid te borgen is het Handvest Wereldomroep opgesteld, mede gebaseerd op het Charter en de Broadcasting Agreement van de BBC World Service en op richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), en het redactiestatuut. Dit Handvest is bijgevoegd als bijlage.
Missie en visie Missie: Het vanuit een Nederlands gedachtegoed verspreiden van het vrije woord onder jongeren in landen waar de vrijheid van meningsvorming en meningsuiting ernstig beperkt is. De Wereldomroep doet dit als journalistiek onafhankelijke organisatie met als kernwaarden: autonoom, eigenzinnig, creatief, innovatief en met beide benen op de grond. Een (politieke) stem voor alle mensen en onbelemmerde toegang tot informatie zijn randvoorwaarden voor ontwikkeling, democratisering en armoedebestrijding.3 Informatie biedt mensen toegang tot kennis waarmee zij maatschappelijk en economisch beter weerbaar worden. Geïnformeerde mensen kunnen deelnemen aan (politieke) besluitvorming en daarmee invloed uitoefenen op het bestuur van hun land. Voorwaarde daarbij is echter wel dat mensen vrij toegang hebben tot pluriforme informatie uit betrouwbare bronnen die representatief zijn voor de verschillende stromingen in de samenleving. Als mensen geen toegang hebben tot informatie uit verschillende bronnen, als ze door censuur geen zicht krijgen op verschillende standpunten en meningen of hun eigen ideeën niet publiekelijk kunnen uiten, zijn ook de andere mensenrechten in gevaar. Het recht op informatie is daarmee een ‘meta-recht’, een recht dat de onmisbare basis vormt voor andere mensenrechten. Het vrije woord, of free speech, vormt het startpunt van de Wereldomroep. We baseren ons op artikel 18 en 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst en het recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Uiteraard spelen ook andere rechten een rol bij het realiseren van vrijheid van meningsuiting, zoals het recht om te vergaderen, om deel te nemen aan de politiek en het recht om jezelf te ontwikkelen. Deze rechten maken ook deel uit van de Nederlandse Grondwet. In de Grondwet legt Nederland zichzelf bovendien verplichtingen op zoals de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Het recht van ieder mens om in vrijheid zijn gedachten te bepalen en een mening te vormen en te uiten is de leidraad voor al onze activiteiten. We richten ons daarbij niet alleen op de inperking van rechten door de overheid, de ‘harde’ schending van het vrije woord, maar ook op maatschappelijke druk als gevolg van taboes, de ‘zachte’ inperking. We verbinden daarbij free speech met ‘Dutch values’, zoals vrijheid van godsdienst, vrijheid van seksuele geaardheid en gelijke rechten voor vrouwen. De Wereldomroep kan alleen op een geloofwaardige manier opereren als de journalistieke onafhankelijkheid gewaarborgd is. Het recht van de Wereldomroep om zijn taak uit te voeren in volledige journalistieke vrijheid is gebaseerd op artikel 7 van de Nederlandse grondwet, waarin de persvrijheid is vastgelegd.
6
3 UN, 2004, Human Rights
and Poverty Reduction.
7
3.
tot informatie, onderwijs, gezondheidszorg of politieke macht. Dit kan leiden tot afhankelijkheid en sociale uitsluiting, tot een verminderde capaciteit om deel te nemen aan de samenleving of om betekenisvolle verbindingen met andere mensen aan te gaan. Regeringen alleen zijn niet in staat om de armoede het hoofd te bieden. De actieve betrokkenheid van individuele burgers en een maatschappelijk middenveld is een vereiste voor ontwikkeling (waaronder het bereiken van de Millennium Development Goals), voor conflictbeheersing en vredesopbouw, voor burgerparticipatie in het bestuur van een land of een regio en voor diversiteit in de samenleving.
Beleidsrelevantie Vrede, veiligheid, welvaart, economische ontwikkeling en internationale handel varen wel bij een wereld waarin sprake is van een vrije uitwisseling van gedachten, ideeën en meningen. Opeenvolgende Nederlandse regeringen zien het als een expliciete taak van Nederland om het wereldwijde recht op vrije informatie te bevorderen – zowel in het belang van Nederland als in het belang van burgers overal ter wereld. Nederland wil op dit terrein in internationaal verband een voortrekker zijn.4
Media spelen hierin een fundamentele rol. Zij kunnen mensen informeren en wijzer maken, door ze uit te rusten met de instrumenten om geïnformeerde beslissingen te nemen en hun leven te verbeteren. Zij kunnen een platform bieden voor dialoog en debat, waar stemmen gehoord worden, ideeën uitgewisseld worden en opinies gevormd worden. Zij kunnen sociale cohesie helpen versterken en de kloof tussen verschillende groepen in de samenleving overbruggen. Zij kunnen een omgeving helpen creëren voor transparant en responsive bestuur, waarin accountability wordt gestimuleerd en corruptie bestreden. Op deze wijze zijn media niet alleen een kanaal waardoor boodschappen worden gestuurd, maar een essentieel onderdeel van de maatschappij.
Het bevorderen van vrijheid in de wereld vormt een speerpunt van het buitenlands beleid. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de bevordering van vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid als middel om democratiseringsprocessen in met name de Arabische regio en andere regio’s waar kansen liggen een impuls te geven. Nederland wil daarnaast actief inzetten op versterking van het medialandschap in landen waar van mediapluriformiteit geen sprake is.
Om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van en in samenlevingen moeten media geworteld zijn in de samenleving, de samenleving weerspiegelen in al zijn diversiteit en de samenleving dienen. Zij moeten onderdeel zijn van een sterke, levendige en diverse mediasector waarin zij de vrijheid, de onafhankelijkheid en de middelen hebben om die rol op te pakken en volledig te vervullen. Zij moeten de capaciteit hebben om dat op een professionele manier te doen, werkend vanuit een grondig begrip van hun rechten en verantwoordelijkheden en vanuit een beheersing van de benodigde professionele vaardigheden en attitudes.
(‘Verantwoordelijk voor vrijheid. Mensenrechten in het buitenlands beleid’, april 2011) Deze overtuiging lag mede ten grondslag aan de oprichting van de Wereldomroep in 1947, als gezamenlijk initiatief van overheid en bedrijfsleven. Ook in de toekomst levert de Wereldomroep hieraan een bijdrage – gebruikmakend van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en van de kracht van sociale media. Daarbij wordt een connectie gelegd tussen free speech en ‘Dutch values’ – waarden die de basis vormen voor de manier waarop Nederland naar zichzelf en de wereld kijkt. Hiermee geeft de Wereldomroep invulling aan zijn taak zoals beschreven in het regeerakkoord van het kabinet Rutte I ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’:
In aanvulling daarop moeten burgers en maatschappelijke organisaties toegang tot media hebben – niet slechts als consumenten van nieuws en informatie, maar als actieve contribuanten aan het debat en de dialoog en als participanten in de productie van mediacontent. Dit is in het bijzonder belangrijk voor kwetsbare groepen in de samenleving, die vaak ook al uitgesloten zijn van economische en sociale ontwikkeling. Het is tegen deze achtergrond dat de Wereldomroep zijn bijdrage wil leveren aan toegang tot pluriforme informatie, aan meningsvorming en aan meningsuiting.
“De Wereldomroep richt zich op zijn kerntaken waaronder het brengen van het vrije woord.” (Regeerakkoord kabinet Rutte I, ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’, september 2010)
Content
De rol van media bij armoedebestrijding en ontwikkeling Volgens de Wereldbank verkeren 1,3 miljard mensen in extreme armoede; dat wil zeggen dat zij moeten leven van minder dan 1,25 US dollar per dag. Nog eens 2,5 miljard mensen (35% van de wereldbevolking) leven van minder dan 2 US dollar per dag. Deze mensen kunnen niet voorzien in basale levensbehoeften zoals eten, onderdak, kleding en schoon drinkwater. Nog veel meer mensen lijden aan wat wordt genoemd ‘sociale armoede’. Zij hebben geen toegang
8
4 Werken aan vrijheid in
de wereld. Toespraak Uri Rosenthal, minister van Buitenlandse Zaken, Universiteit Leiden, 6 april 2011
De Wereldomroep kiest er voor om op journalistieke wijze onderwerpen te belichten waar Nederland om bekend en gekend is en waarvoor Nederland en de Wereldomroep een geloofwaardige en gezaghebbende informatiebron zijn. Daaronder vallen ook onderwerpen die in andere samenlevingen omgeven zijn door restricties en taboes. Dit past binnen het uitgangspunt dat de Wereldomroep content produceert die niet al door anderen – zowel lokaal als internationaal – wordt aangeboden. Hiermee heeft de Wereldomroep toegevoegde waarde, ook in landen en in talen waarin andere internationale mediaorganisaties actief zijn.
9
De Wereldomroep kiest hierbij voor een benadering die afwijkt van die van andere internationale omroepen. Op de eigen website wordt een mix geboden van veilige en gewaagde informatie. ´Moeilijke´ onderwerpen worden op een toegankelijke manier aan de orde gesteld. De ‘verpakking’ is van groot belang. De balans van onderwerpen en de subtiliteit van het taalgebruik luisteren zeer nauw bij dit soort fringe reporting, om censuur te voorkomen. Mede als gevolg van deze aanpak heeft de Wereldomroep minder last van blokkades van zijn websites dan andere internationale omroepen. De Wereldomroep bereikt daardoor een publiek dat door anderen niet wordt bereikt. De gekozen centrale thema’s (democratie & good governance, mensenrechten, seksuele rechten) hebben duidelijke raakvlakken met de speerpunten zoals geformuleerd in de mensenrechtennotitie ‘Verantwoordelijk voor vrijheid. Mensenrechten in het buitenlands beleid’ en in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking. “Nederland wil vier speerpunten verder ontwikkelen. Deze speerpunten vormen een goede verbinding tussen de wereldwijde problemen en de Nederlandse kennis: (a) veiligheid en rechtsorde, (b) voedselzekerheid, (c) water en (d) Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR).” (Focusbrief ontwikkelingssamenwerking, maart 2011) De Wereldomroep is geen ‘activist’ op deze terreinen. De rol van de Wereldomroep is om mensen aan het denken te zetten, niet om meningen te sturen of op te dringen. Deze insteek, waarbij ‘hoor en wederhoor’ een belangrijk element is, is essentieel voor de reputatie en daarmee de geloofwaardigheid van de Wereldomroep als onafhankelijke en objectieve mediaorganisatie. Democratie en good governance In fragiele democratieën is de opbouw van solide democratische structuren van groot belang. Vrije toegang tot informatie is een voorwaarde voor een transparant politiek systeem. Media, en vooral ook de sociale media, spelen een belangrijke rol in het leveren van informatie en dragen daardoor bij aan het controleren van de macht. De Wereldomroep biedt web based tools om jongeren deel te laten nemen aan discussies over de werking van de democratie in hun land. Daarbij verbindt de Wereldomroep informatie uit de doelgebieden met informatie uit onze omgeving (het ‘halen’ en ‘brengen’ van informatie). Samen met jongeren in het doelgebied ontwikkelt de Wereldomroep tools die bloggers en andere jongeren toegang geven tot de mainstream media. Door middel van reacties, ingezonden stukken, maar ook door hen persberichten te laten maken over eigen nieuws, worden jongeren in staat gesteld voor een breed publiek te publiceren en hun stem te laten horen. Voor jongeren is het van belang te weten hoe zij toegang kunnen krijgen tot de politiek. Hoe worden zij mondig, wat zijn rolmodellen, hoe geven zij modern leiderschap vorm, hoe kunnen zij zich zonder problemen richten tot een autoriteit? Op die vragen probeert de Wereldomroep antwoord te geven. Interactiviteit, het uitwisselen van meningen via het web, is essentieel. Educatie speelt een rol bij het leren om vragen te stellen en vormt dus een belangrijke basis voor meningsvorming.
10
Corruptie tast de democratie fundamenteel aan. Uitgangspunt van democratie is dat iedereen gelijke rechten heeft. Bij corruptie is sprake van privileges van een bepaalde groep. Voor de opbouw van een democratische samenleving is een discussie over corruptie en de gevolgen ervan essentieel. Een mogelijk product is een ‘corruptiemeter’, die op speelse wijze laat zien hoe corrupt een handeling is, in hoeverre jijzelf te corrumperen bent en hoe corrupt je land is. De Wereldomroep laat jongeren nadenken en discussiëren over de issues die spelen bij de verkiezingen in hun eigen land. Discussie in samenwerking met partners, op web, via sociale media, radio, krant en waar mogelijk televisie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen om te bepalen waar je staat in het politieke landschap, zoals Kieskompas. Geweld in een samenleving en het daaruit voortvloeiende gebrek aan veiligheid vormt een bedreiging voor de democratie. Dat is bijvoorbeeld aan de orde in verschillende landen in Afrika en Latijns Amerika. De Wereldomroep kan dat geweld niet uitbannen, maar wel informatie bieden over de patronen en mechanismes die de democratie aantasten en mensen helpen te overleven in hun gewelddadige samenleving. Jonge mannen en vrouwen die op zoek zijn naar een beter leven, worden vaak slachtoffer van mensenhandel. Het is een probleem dat in vrijwel alle doelgebieden speelt. Mensen die, vaak om economische redenen, proberen hun land te ontvluchten, worden gelokt met mooie perspectieven. Regeringen van landen waar veel slachtoffers van mensenhandel vandaan komen, zijn vaak niet bereid of in staat goede informatie te verschaffen. De Wereldomroep kan dat wel. Mensenrechten Den Haag wordt wereldwijd gezien als de hoofdstad van het internationale recht. De Wereldomroep richt zich op burgerlijke en politieke rechten zoals die verwoord zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Nederlandse grondwet. Het gaat bijvoorbeeld om vrijheid van meningsuiting, van vergadering en van godsdienst. De Wereldomroep richt zich daarbij op mensen en niet op instituties. Het verlangen van jongeren naar meer internetvrijheid is van belang. Het internet is een laagdrempelige manier om het recht van meningsuiting uit te oefenen. Betrouwbare informatie over zaken als veilig bloggen is van groot belang. Vooral voor de zeer repressieve doellanden zoals China, Cuba, Saoedie Arabië en Zimbabwe, is dit een prominent thema. De Wereldomroep gaat tools aanbieden waardoor de doelgroep blokkades bij internettoegang (blocking) en satellietverstoring (jamming) kan omzeilen, waar mogelijk in samenwerking met lokale mediapartners. ‘Human rights and human wrongs’, verhalen over mensen van wie uiteenlopende rechten worden geschonden. De mensen staan centraal in deze verhalende journalistieke producties. Op die manier zijn mensenrechtenschendingen voor jongeren
11
plaatsgevonden, waarbij de keuzes voor doelgroep, thema’s, platforms en aanpak met de partners samen verder zijn ingevuld. Een jaarlijkse partnerconsultatie maakt deel uit van de plannen.
interessant, voelbaar en tastbaar te maken. Het gaat daarbij niet alleen over politieke rechten, maar ook om economische en sociale rechten.
Capaciteitsversterking
Jongeren zijn op zoek naar hun eigen identiteit. Vrijheid van discriminatie en een cultuur van tolerantie, waardoor ook afwijkende meningen of overtuigingen geaccepteerd wordt, dragen daaraan bij. Vrijheid van discriminatie op basis van sekse is een mensenrecht, maar in veel doelgebieden is de positie van vrouwen en meisjes er een van grote afhankelijkheid. Ook de positie van minderheden (religieus, etnisch of anderszins) staat onder druk. De Wereldomroep biedt tekst- en videoplatforms waarop zij informatie vinden en delen en waarin vrije meningsvorming centraal staat.
In de mensenrechtennotitie ‘Verantwoordelijk voor vrijheid’ houdt het kabinet Rutte I een pleidooi voor een actieve rol van Nederland bij het bevorderen van onafhankelijke media in landen met minder persvrijheid. Aangekondigd wordt dat mediadiversiteitsprojecten worden ondersteund, zoals trainingen van journalisten en bloggers (onder andere in het omzeilen van internetcensuur) en het opzetten van nieuwssites en radioprogramma’s.5 Deze beleidsambitie maakt al langer deel uit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. In ‘Naar een menswaardig bestaan’, de mensenrechtenstrategie van het kabinet Balkenende IV die in 2007 werd gepubliceerd, werd ook bepleit dat Nederland door training van journalisten en stages een bijdrage zal leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de vrije nieuwsgaring in het buitenland. Uitgangspunt van deze ondersteuning van mediaorganisaties is te gaan van hulp naar investeren, met als doel zelfredzaamheid in ontwikkelingslanden.
Ook musici en protestzangers kunnen in de problemen komen door hun muziek of teksten. Het kan gaan om intimidatie, censuur of arrestatie. Voor en met jongeren uit alle doelgebieden zijn discussies op sociale media, websites en radioprogramma’s te produceren over muziek en free speech. Seksuele rechten In veel doellanden rust een taboe op alles wat met seksualiteit te maken heeft. Als gevolg van maatschappelijke druk wordt toegang tot informatie en uitwisseling van ideeën op dit gebied sterk ingeperkt. Gebrek aan betrouwbare informatie kan leiden tot onverantwoord seksueel gedrag, het verspreiden van ziektes en gevoelens van schaamte. Ook seksueel geweld is in veel samenlevingen onbespreekbaar. Nederland heeft een traditie om open over seksualiteit te spreken, dat maakt de Wereldomroep een logische afzender.
Anders dan voor ontwikkelingsorganisaties als Free Press Unlimited (FPU), is capaciteitsversterking voor de Wereldomroep geen core business. We dragen wel bij aan capaciteitsversterking door te investeren in samenwerking met preferente partners op het gebied van content-ontwikkeling en -productie. Met name bij de coproductie van content, bij de ontwikkeling van nieuwe formats en bij het versterken van publieksparticipatie is sprake van gezamenlijk leren door de Wereldomroep en zijn mediapartners. Binnen de Nederlandse context is daarmee sprake van een continuüm van organisatieontwikkeling (door FPU), individuele capaciteitsversterking (door RNTC) en indirecte capaciteitsversterking (door de Wereldomroep).
Journalistieke informatie over seksualiteit, over de lasten, maar ook over de lusten, onder andere in de vorm van ‘Love Matters’. Naast die informatie op het web, gericht op een zeer jonge doelgroep, biedt de Wereldomroep in de diverse doelgebieden vaste en mobiele internetplatforms voor reactie en discussie. Sociale media, zoals Facebook en Twitter, zijn hierbij een belangrijk platform. Ook wordt samenwerking gezocht met lokale radiostations. Informatie over seksualiteit is ook in veel gebieden met een vrijere pers taboe.
Soft diplomacy
Indirect draagt de Wereldomroep bij aan de buitenlandse publieke opinie, die mede de reputatie bepaalt die een land geniet. Publieksdiplomatie is van wezenlijk belang. Waar publieksdiplomatie traditioneel tot het domein van diplomaten behoorde, is dat nu niet meer het geval. Een goede uitwisseling van informatie tussen diplomaten en journalisten heeft in dit kader toegevoegde waarde. Journalisten werken immers onafhankelijk en hebben toegang tot andere netwerken en informatie dan de diplomatie en het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Seksueel geweld is in veel samenlevingen een groot probleem, vaak in de vorm van huiselijk geweld. In verschillende conflicten in Afrika is verkrachting ingezet als oorlogswapen. Slachtoffers, maar ook daders, hebben er baat bij als dat bespreekbaar wordt gemaakt. Persoonlijke verhalen en discussie, zowel voor mannen als voor vrouwen, dragen daaraan bij. In de zwaar repressieve landen besteedt de Wereldomroep, naast deze drie centrale thema’s, ook aandacht aan onderwerpen die specifiek in deze landen gecensureerd worden. De feitelijke invulling van de thema’s en de bredere mix waarbinnen deze worden opgenomen, wordt bepaald in samenspraak met de mediapartners van de Wereldomroep. Hierdoor wordt beter aangesloten bij de informatiebehoefte van specifieke doelgroepen. Er worden concrete doelen en resultaten geformuleerd, die per doelgebied kunnen verschillen. In het kader van de uitwerking van dit Beleidsplan heeft een partnerconsultatie
12
“Diplomatie beperkt zich allang niet meer tot het klassieke interstatelijke verkeer. (…) De huidige diplomaat heeft te maken met grote, gevestigde en startende bedrijven, vakbonden, mensenrechtenverdedigers, lokale overheden, universiteiten, de creatieve sector, NGO’s, media etc. Met een veel breder netwerk kunnen diplomaten een sterkere informatiepositie opbouwen, zonder dat we in samenlevingen ‘infiltreren’.” 5 Verantwoordelijk voor
vrijheid. Mensenrechten in het buitenlands beleid, april 2011
(Oud minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken in antwoord op Kamervragen over Modernisering Nederlandse Diplomatie, 17 mei 2011)
13
Prioriteitslanden
De Wereldomroep is actief in landen waar de persvrijheid ernstig beperkt is en waar burgers het gevoel hebben dat zij niet vrij hun mening kunnen uiten. Hij ontwikkelt in de periode van 2013–2017 in een gefaseerde aanpak content voor de volgende kerndoelgebieden en landen: Sub Sahara Afrika
Burundi, Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Nigeria, Oeganda, Rwanda, Zuid Soedan, Zimbabwe
Midden Oosten en Noord Afrika
Egypte, Jemen, Libië, Marokko, SaoediArabië, Syrië
Ten slotte heeft de Wereldomroep direct toegang tot de wereldwijde kennisuitwisseling en samenwerking met andere internationale omroepen. De Wereldomroep maakt deel uit van de DG5 – het samenwerkingsverband van de vijf meest invloedrijke westerse nationale omroepen (Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk). Daarnaast is de Wereldomroep lid van de Group of Six, waarin ook de internationale omroepen van Japan, Australië, Canada, Zwitserland en Zweden vertegenwoordigd zijn. Deze internationale samenwerking geeft de Wereldomroep meer slagkracht, zowel praktisch als beleidsmatig.
China Latijns Amerika
Cuba, Venezuela, Mexico
Een onderbouwing van deze keuze volgt verderop in dit document. Van deze 18 landen staan er 16 op de lijst van prioritaire landen van het Mensenrechtenfonds. Daarnaast staan 17 van de 18 landen op de lijst van DAC-landen, zoals opgesteld door de OESO. Zes daarvan behoren tot de prioriteitslanden voor (bilaterale) ontwikkelingssamenwerking.
Complementariteit
De Wereldomroep is een internationale mediaorganisatie die werkt aan het verspreiden van het vrije woord, zelf en samen met mediapartners. Zo draagt de Wereldomroep direct bij aan de pluriformiteit van informatie in gebieden waar de vrijheid van meningsvorming en meningsuiting en de persvrijheid onder druk staan. Hiermee werkt de Wereldomroep aanvullend aan het werk van de Nederlandse overheid en van mediaontwikkelingsorganisaties. Met zijn eigen producties en platforms en die van zijn mediapartners is de Wereldomroep rechtstreeks in staat mensen in de doelgebieden te bereiken en een platform te bieden voor dialoog en debat. De Wereldomroep onderscheidt zich tevens in de connectie tussen mediapluriformiteit en ‘Dutch values’ (zoals mensenrechten, gelijke rechten, vrijheid van seksuele geaardheid en religie, et cetera), waarvoor Nederland en de Wereldomroep een geloofwaardige afzender zijn. Andere internationale omroepen geven aan niet op eenzelfde open manier te kunnen omgaan met gevoelige onderwerpen – enerzijds omdat daarover in eigen land taboes bestaan, anderzijds omdat zij niet als geloofwaardige afzender worden gezien met betrekking tot gevoelige onderwerpen. Ook de wijze van samenwerken met de Wereldomroep, met gelijkwaardigheid als uitgangspunt, wordt door de mediapartners positief gewaardeerd in vergelijking met de samenwerking met andere internationale omroepen, zo blijkt uit onderzoek. Zoals hierboven al aangegeven is de inzet van twinning, stages en coproducties met preferente mediapartners (op basis van gelijkwaardigheid tussen mediaorganisaties) een aanvulling op het bestaande scala aan activiteiten van Nederlandse ontwikkelingsorganisaties met betrekking tot capaciteitsversterking. Dat geldt ook voor de inzet van kennis, kunde en netwerken met betrekking tot wereldwijde distributie van content, specifiek in moeilijk bereikbare gebieden.
14
15
4.
De Wereldomroep kiest op basis van de omgevingsanalyse Sub Sahara Afrika en Midden Oosten/Noord Afrika als belangrijkste doelgebieden. Gezien de grote omvang van deze regio’s en de problematiek, worden binnen deze twee regio’s specifieke doellanden gekozen voor de activiteiten. Voor Sub Sahara Afrika gaat het daarbij om de landen in het Grote Merengebied (DR Congo, Rwanda, Burundi), Oeganda, Zuid Soedan, Zimbabwe, Nigeria en Ivoorkust. Voor Midden Oosten/Noord Afrika gaat het om Egypte, Marokko, Libië, SaoediArabië, Jemen en Syrië.
Contextanalyses Om daadwerkelijk invloed en betekenis te kunnen hebben, moet de Wereldomroep keuzes maken op het gebied van content, doelgroepen en doelgebieden. Bij de keuze van doelgebieden kijkt de Wereldomroep allereerst naar landen waar het gebrek aan persvrijheid het grootst is6 en waar burgers het gevoel hebben dat zij niet vrij zijn om zich een mening te vormen en die te uiten.7 Vervolgens worden deze landen ingedeeld in taal/ regioclusters – groepen van landen in een bepaalde regio waar dezelfde taal wordt gesproken. Met het oog op een zo groot mogelijke impact van onze activiteiten geven we de voorkeur aan taal/regioclusters met een substantiële omvang. Landen met een (zeer) slechte persvrijheid en een (wat taal betreft) beperkte omvang, zoals Iran, Birma/Myanmar of Noord Korea, komen daardoor niet in aanmerking als kerndoelgebied voor de Wereldomroep. In zulke landen kunnen wel op projectbasis activiteiten worden uitgevoerd. De Wereldomroep kiest verder voor landen waar we echt iets kunnen betekenen. De kans daarop neemt toe als er vanuit Nederland specifieke aandacht is voor een land, bijvoorbeeld in het kader van bilaterale ontwikkelingssamenwerking of vanuit de mensenrechten; als de Wereldomroep al een (markt)positie heeft in een land; of als vanwege migratie er een kans op bekendheid met en interesse in Nederland en Nederlandse organisaties is. De band met Nederland is daarom één van de elementen die is meegenomen in de afweging waar de Wereldomroep actief zal zijn.
Keuze voor regio’s en aanpak
Uit de eerste filtering komen zes mogelijke doelgebieden en werktalen voor de Wereldomroep naar voren: China/Chinees; Sub Sahara Afrika/ Engels en Frans; Midden Oosten en Noord Afrika/Arabisch; voormalige Sovjet Republieken/Russisch; Latijns Amerika/Spaans en Azië/Engels. Deze eerste selectie omvat 58 landen. Voor deze 58 landen is een analyse gemaakt van de omgeving waarin de Wereldomroep opereert. Als basis voor deze omgevingsanalyse zijn voor de zes hierboven genoemde regio’s drie deelstudies uitgevoerd: een analyse van de politieke, sociale en economische stressfactoren en van de Nederlandse belangen in de verschillende landen, gemaakt door het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS)7 een analyse van de mediasituatie, waarbij per regio en land is gekeken naar mediatoegang en mediagebruik en naar het medialandschap, in eigen beheer uitgevoerd8 een concurrentieanalyse, waarbij is gekeken naar de activiteiten van andere internationale aanbieders van content.
16
Daarnaast richt de Wereldomroep zich op China, een van de meest repressieve landen ter wereld en op een beperkt aantal landen in Latijns Amerika. Deze laatste regio komt weliswaar minder prominent uit de omgevingsanalyse dan de andere drie, maar biedt goede mogelijkheden om bereik en impact te realiseren dankzij de opgebouwde marktpositie.
6 Dit gebeurt aan de
hand van de ‘Freedom of the Press Index’ van Freedom House, die per land in kaart brengt hoe juridische, politieke en economische factoren het functioneren van de media en de toegang van burgers tot informatie beïnvloeden.
7 Hiervoor wordt de ‘Voice
and Accountability Indicator’ gebruikt, één van de Worldwide Governance Indicators van de Wereldbank. De Wereldbank geeft aan dat vergelijking van landen op basis van de ‘Voice and Accountability Indicator’ methodologisch niet verantwoord is en dat deze indicator daarom niet tot een absolute ranking leidt. Desalniettemin biedt deze indicator wel een basis voor het nader richting geven aan de keuze voor doelgebieden.
8 In Support of the Free
Word; Assessing Regions, Supporting Choices. The Hague Centre for Strategic Studies, 2012.
9 Media Analysis RNW Regions. RNW Strategy & Research Department, 2012.
17
Sub Sahara Afrika Belangrijkste punten uit de omgevingsanalyse:
Belangrijkste punten uit de omgevingsanalyse:
Fragiel bestuur, politiek geweld, armoede, mensenrechten, positie van vrouwen, seksuele rechten, criminaliteit, corruptie, verstedelijking en opkomende middenklasse; ‘youth bulges’.
Roep om meer democratie, machtswisselingen, mensenrechten, positie van vrouwen en minderheden, seksuele rechten; grote werkloosheid onder (goed opgeleide) jongeren.
Radio is het meest gebruikte medium voor nieuws en informatie. Private media en community stations zijn vrijwel overal toegestaan; berichtgeving is vaak gepolariseerd. Opkomst mobiele telefonie. In Zimbabwe, Nigeria en Ivoorkust is internet relatief sterk; Facebook is populair. In Zimbabwe wordt internet gefilterd.
Proteststaten: herziening grondwet, opbouw democratisch bestuur, meer vrijheid voor media, beperktere rol leger.
Zuid Soedan is een nieuw land met een jonge mediastructuur. Dat geeft kansen voor samenwerking.
Televisie is het belangrijkste medium in de meeste landen. Al Arabiya en Al Jazeera zijn belangrijke Arabische zenders. In Jemen, Syrië, Irak, Saoedi-Arabië en Mauritanië is radio belangrijk.
Nederland heeft banden met Rwanda, Burundi, Ethiopië, Zuid Soedan, DR Congo, Nigeria en Ivoorkust. DR Congo, Rwanda en Burundi in het Grote Merengebied springen eruit als doellanden voor de Wereldomroep. Door de centrale ligging en instabiliteit beïnvloedt het gebied de rest van de regio. Ontwikkeling van de democratie, mensenrechten en seksuele rechten zijn in al deze landen een probleem. Oeganda valt in de ‘deels vrij’ categorie, maar de situatie rondom persvrijheid is in snel tempo aan het verslechteren, mensenrechtenschendingen nemen dramatisch toe en oppositie wordt niet getolereerd. Het land grenst bovendien aan DR Congo en Rwanda. Zuid Soedan (grenzend aan het gebied, met overeenkomende religie en etniciteit) is een nieuw land met zeer fragiele structuren, waar de Wereldomroep met name rond good governance kan aansluiten op de behoefte aan informatie. Er zijn veel nieuwe media, geen van de internationale omroepen heeft een sterke positie gevestigd. Nederland steunt de opbouw van dit land op verschillende terreinen. De Wereldomroep richt zich daarnaast op Nigeria, als regionale grootmacht, en Ivoorkust, in West Afrika. De Wereldomroep kan voor West Afrika webproducten ontwikkelen voor een jonge doelgroep, die later ook relevant kunnen zijn in het Grote Merengebied. In beide landen zijn sociale media zoals Facebook en Twitter populair. Bovendien zijn beide landen in Afrika voorlopers op het gebied van gebruik van mobiele telefoons voor toegang tot het web. Onderwerpen als corruptie, HIV/ Aids en gender inequality zijn in deze landen geschikt voor discussies op sociale media. Persvrijheid wordt in Zimbabwe sterk ingeperkt. De verwachting is dat er openingen komen voor verandering. Jongeren richten zich voor onafhankelijke informatie tot het web en zijn actief op Facebook. Internetvrijheid en good governance zijn voor de hand liggende thema’s. Door de censuur is er behoefte aan serieus nieuws over Zimbabwe zelf. Via het web kan de Wereldomroep daarin voorzien, eerst met partners van buiten, later wellicht met media in Zimbabwe.
18
Midden Oosten en Noord Afrika
Grote rol staatsmedia. Censuur en zelfcensuur zijn wijd verbreid. Weinig ruimte voor tegengeluiden.
Egypte, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten zijn invloedrijke media-aanbieders in de hele Arabische regio. Internetgebruik is hoog in de Golfstaten, maar staat wel onder censuur. In Noord Afrika lopen Tunesië, Egypte en Marokko voorop op technologisch gebied. In Marokko zijn jonge internetters zeer actief op Facebook. Nederland heeft politieke en economische banden met Egypte, Marokko, Irak, Syrië, Jemen en de Golfstaten. Binnen de ‘proteststaten’ kiest de Wereldomroep Egypte, Marokko, Libië en Jemen als primaire doellanden. Egypte speelt een belangrijke regionale rol, ook als media-aanbieder. Content die voor Egypte wordt ontwikkeld, wordt vaak ook in de rest van de regio interessant gevonden. Internetvrijheid en opbouw van een democratisch stelsel zijn voor jongeren belangrijke onderwerpen in de nasleep van de Arabische lente. De Wereldomroep maakt unieke content, zoals producties rondom de opbouw van de democratie, voor deze landen en smeedt er intensieve partnerschappen met mediaorganisaties. Syrië bevindt zich op dit moment in een chaotische, sterk repressieve situatie, maar kan zich in dezelfde richting ontwikkelen als de proteststaten. De verwachting is dat er interesse is voor de producties van de Wereldomroep. Syrië wordt daarom toegevoegd aan deze groep landen. In eerste instantie wordt gewerkt met sociale media, later mogelijk met partners. Ten tweede zijn er de sterk repressieve Golfstaten, waar democratische vrijheden van de bevolking zijn ‘afgekocht’ met welvaart. Jongeren worden ook in deze rijke staten geconfronteerd met werkloosheid. Saoedie-Arabië, de grootste qua bevolking en regionale invloed en met de strengste restricties voor media, is een primair doelland voor de Wereldomroep. In de hele Arabische wereld is sprake van problemen met mensenrechten, vrouwenrechten en een roep om meer democratie. Jemen neemt de laatste plaats in op de Global Gender Gap Index 2011.
19
China
Latijns Amerika
Belangrijkste punten uit de omgevingsanalyse:
Belangrijkste punten uit de omgevingsanalyse:
Zeer repressief regime voor burgers en media; verscherpt toezicht in verband met leiderschapswisseling in 2012.
Cuba: zeer repressief regime voor burgers en media. Armoede. Druk op regime om economische hervormingen door te voeren. Alleen staatsmedia zijn toegestaan. Internetgebruik is zeer laag. Sterke internetfiltering.
Groeiend activisme onder burgers tegen landonteigeningen, vervuiling, corruptie en machtsmisbruik. Zeer hoog percentage internetgebruikers; jongeren gebruiken vooral sociale media (Weibo); sterke internetfiltering door Chinese overheid. Hoge populariteit mobiele telefoons en sterke stijging mobiel internet. China heeft het grootste aantal internetgebruikers ter wereld. De helft is actief op microblogs zoals Weibo, de Chinese variant van Twitter, vooral jongeren. Op die sociale mediaplatforms kan de Wereldomroep in toenemende mate een bijdrage leveren aan de discussies die daar plaatsvinden. Toegang tot een light site via mobiele netwerken biedt kansen. De Wereldomroep kan een rol spelen in deze zwaar gecensureerde omgeving als gevolg van de zeer snelle ontwikkelingen op het gebied van internet en sociale media. De Wereldomroep biedt op de eigen website een mix van veilige en gewaagde informatie: variërend van aspecten van de Nederlandse samenleving (van mode en design tot euthanasie en homoseksualiteit) tot informatie die in China verboden is. Invloed van burgers op bestuur, corruptie en internetvrijheid zijn belangrijke thema’s. De verpakking is van groot belang. Termen die onderhevig zijn aan censuur worden vermeden. Het Chinese publiek is gewend om gevoelige onderwerpen te bespreken zonder gebruik van die termen. De balans van onderwerpen en de subtiliteit van het taalgebruik luisteren zeer nauw bij dit soort ‘fringe reporting’. De internationale omroepen kiezen voor een andere aanpak. Aan de ene kant bieden bijvoorbeeld BBC World Service en Voice of America voornamelijk politiek georiënteerde informatie (door Chinezen vaak gepercipieerd als China bashing), aan de andere kant bieden zij China friendly websites waar Chinezen aangemoedigd worden Engels te leren. De politieke informatie wordt geblokkeerd, de taalinformatie niet. De mix van de Wereldomroep, waarbij de politieke en maatschappelijke informatie omlijst wordt door veilige onderwerpen, leidt niet tot grootschalige blokkades en wordt gewaardeerd door het Chinese publiek.
Venezuela: repressief regime, maar er komt wel meer ruimte voor oppositie. Private media zijn toegestaan maar staan onder (zelf-)censuur. Internetgebruik is vrij hoog, mobiel internet is in opkomst. Mexico: georganiseerde misdaad, drugs en geweld; zelfcensuur journalisten. Levendig medialandschap met ruim 1.400 radiostations en relatief hoog internetgebruik. Cuba is nog steeds zeer onvrij, de staat monopoliseert alle informatie, maar de verwachting is dat de komende jaren een periode van transitie aanbreekt. Dat biedt kansen, vooral op het gebied van informatievoorziening via het internet. Ook in Venezuela worden veel media door de staat gecontroleerd en ondervinden de niet aan de overheid gerelateerde media tegenwerking. In Mexico leidt een cyclus van geweld tot een samenleving waarin enkel het recht van de sterkste nog geldt. Huiselijk geweld en seksueel geweld zijn een dagelijks verschijnsel. Journalisten voelen zich niet vrij om gevoelige onderwerpen te agenderen. Kritiek wordt in veel gevallen met de dood betaald. Democratie, mensenrechten en seksuele rechten zijn relevante thema’s in alle drie de landen. Internetvrijheid is een belangrijk thema in Venezuela en Cuba. De Wereldomroep wil voor jongeren relevante informatie verspreiden via het web en sociale media. Interactiviteit is een belangrijk onderdeel van de mix, op dit moment vooral in Venezuela. In Cuba kan alleen met uiterste voorzichtigheid worden samengewerkt met de kleine groep actieve bloggers. Daarbij is aangetekend dat het internet in Cuba op dit moment nog een soort door de overheid goedgekeurd intranet is. Fringe reporting zoals in China wordt toegepast, kan ook in Cuba en Venezuela van belang zijn. Er wordt gekeken naar mogelijkheden voor gebruik van satelliet voor een tv-krant.
Partnerschappen zijn zeer beperkt mogelijk. Binnen China kan met universiteitsradiostations, maar ook met bijvoorbeeld Radio Beijing, op kleine schaal worden samengewerkt op veilige onderwerpen.
20
21
5.
Projecten in overige doelgebieden
De Wereldomroep ontwikkelt naast de activiteiten die hierboven beschreven zijn projecten rond de drie centrale thema’s in een ander gebied, in een andere taal en/of voor een andere doelgroep. Uitgangspunt daarbij is de mogelijkheid om met content impact te hebben. Een vooronderzoek en een consultatie van (potentiële) partners vormen de grondslag voor een of meer pilots. Alle projectmatige activiteiten zijn afhankelijk van mogelijkheden van projectfinanciering.
Positie van partners Partners nemen in het netwerk van de Wereldomroep om allerlei redenen een belangrijke plaats in. In de eerste plaats omdat ze een onmisbaar distributiekanaal zijn. Het afgelopen decennium heeft de Wereldomroep de distributie van programma’s in Afrika, Latijns Amerika en de Arabische gebieden meer en meer verlegd van de korte golf naar distributie via mediapartners in de doelgebieden. De vele mediapartners die content van de Wereldomroep overnemen en plaatsen op hun site of in hun programmering maken het mogelijk om op een efficiënte manier een substantieel publiek te bereiken. In de tweede plaats omdat via de mediapartners lokale kennis en netwerken binnen het bereik van de Wereldomroep komen. Er is geïnvesteerd in het opbouwen van goede relaties met de partners. In iedere regio heeft de Wereldomroep actieve (lokale) regiovertegenwoordigers die de mediapartners frequent bezoeken en met hen overleggen. Deze regiovertegenwoordigers onderzoeken mogelijke nieuwe partnerschappen en leggen hiervoor de contacten. Zij weten als geen ander hoe het lokale medialandschap in elkaar steekt en waar de beste mogelijkheden liggen voor de Wereldomroep om met behulp van partners de gestelde doelen te halen. In de derde, maar zeker niet de laatste plaats, geeft de intensieve samenwerking met (een deel van de) partners input aan de redactie om de inhoudelijke koers uit te zetten en formats te ontwikkelen die nauw aansluiten bij de wensen van de uiteindelijke doelgroep.
Crisissituaties en politieke omwentelingen kunnen leiden tot een plotselinge verslechtering in de mediasituatie in een land. De Wereldomroep wil hier in zijn projectactiviteiten flexibel op kunnen inspelen. De ‘Radio in a box’ is hiervan een goed voorbeeld. Hierbij wordt in noodsituaties een kleine, mobiele radio-unit met daarin de benodigde apparatuur om radio-uitzendingen te verzorgen ter beschikking gesteld van mediaorganisaties. De Wereldomroep ontwikkelt, waar mogelijk samen met anderen en voornamelijk via het internet, tools en diensten die het mogelijk maken voor jongeren om zich vrijer te bewegen. Daarbij wordt ingespeeld op de nieuwe mogelijkheden die sociale media bieden, bijvoorbeeld het samenbrengen van ver uit elkaar wonende mensen rondom een specifiek thema. De ervaring die daarbij opgedaan wordt in het werken in doellanden met zeer repressieve regimes, kan ook toegepast worden in andere repressieve landen.
BREED AANBOD SMAL AANBOD
SUB SAHARA AFRIKA
NOORD AFRIKA/ MIDDEN OOSTEN
CHINA
LATIJNS AMERIKA
LANGDURIG COMMITMENT
PILOTS
KORTDUREND COMMITMENT
GEHELE OF GEDEELTELIJKE FINANCIERING UIT BUZA-BIJDRAGE
ADDITIONELE FINANCIERING
Het gehele pakket aan Wereldomroepactiviteiten wordt met regelmaat opnieuw tegen het licht gehouden. Dat geeft de mogelijkheid om te toetsen of de activiteiten nog adequaat zijn in het licht van de actuele situatie. Dit kan leiden tot het besluit om activiteiten in een bepaald gebied te intensiveren of juist af te bouwen.
22
PROJECTEN
Er is echter wel een wezenlijk verschil tussen de positie van partnersvoor de Wereldomroep en de positie van partners voor ontwikkelingsorganisaties zoals Free Press Unlimited en HIVOS. De Wereldomroep stelt geen financiële middelen ter beschikking van partners De Wereldomroep is primair een content provider en de samenwerking met mediapartners is gebaseerd op een gedeelde interesse of gedeeld belang in die content. Een tweede verschil is dat de Wereldomroep – als content provider – niet gericht is op het versterken van de organisa torische capaciteiten van een partnerorganisatie. Partners van de Wereldomroep zijn bij voorkeur al goed lopende organisaties; zij zoeken versterking bij de Wereldomroep op het gebied van contentproductie. Meestal omdat ze merken dat hun publiek behoefte heeft aan content die zij zelf niet kunnen of mogen maken vanwege restricties en taboes. Soms omdat ze wel een distributiekanaal hebben, maar geen of te weinig passende content. Of omdat ze inhoudelijk goede content kunnen maken, maar deze moeilijk in aansprekende formats kunnen verwerken waardoor ze niet het beoogde publiek bereiken. Capaciteitsversterking is in de partnerschappen geen doel op zich, maar een middel om content te verbeteren en vindt plaats in de vorm van coproducties, twinning, coaching en stages met een select deel van de mediapartners. RNTC, het aan de Wereldomroep verbonden opleidings- en trainingscentrum, is daarbij van grote waarde. RNTC
23
heeft de kennis en de expertise om voor de partners een op maat gesneden capaciteitsversterkingsprogramma op te zetten waarbij de samenwerking en het partnerschap versterkt wordt. Daarnaast kunnen individuele redacteuren van mediapartners via het Netherlands Fellowship Programme deelnemen aan een van de internationale cursussen bij RNTC. Samen met RNTC zal een leeragenda voor partners worden uitgewerkt voor de komende vier jaar. E-learning, coaching en twinning zullen hierin een plaats krijgen. De uitwerking van deze leeragenda vindt plaats in nauw overleg met de partners. Een eerste needs assessment onder de mediapartners is gedaan tijdens de partnerconsultatie.
Invloed van de partners
Mediapartners brengen regelmatig een bezoek aan Hilversum om een paar dagen mee te lopen op de redactie. Dit in aanvulling op de reguliere contacten tussen redacteuren van de Wereldomroep en die van mediapartners en de contacten die de regiovertegenwoordigers onderhouden. Door deze persoonlijke wijze van opereren kan de Wereldomroep op maat inspelen op de wensen en ideeën van die mediapartners met betrekking tot inhoud en/of vorm. Zo levert de Wereldomroep bijvoorbeeld op verzoek van de mediapartners in een aantal gevallen geen kant en klare content aan, maar een aantal bouwstenen in de vorm van audio, video en/of tekst waarmee de partner zijn eigen aanbod opbouwt. De partner heeft ook invloed op de ‘tone of voice’ waarmee de onderwerpen worden uitgewerkt. Soms kan met een aangepaste toonzetting een onderwerp wel worden aangekaart dat normaal gesproken moeilijk ligt. Daar ligt ook een risico. Mediapartners zijn soms geneigd om alleen de gemakkelijke of leuke onderdelen van het aanbod te verwerken in hun eigen programmering, waardoor de samenwerking zijn doel voorbij kan schieten. De Wereldomroep volgt regelmatig wat een mediapartner met de aangeleverde contentbouwstenen doet. Als dit niet het geval is, wordt de samenwerking beëindigd. Wat betreft de inhoud, is de Wereldomroep onafhankelijk. In 2012 is nagegaan of de bestaande partnerschappen nog passen binnen de nieuwe missie en doelstellingen van de Wereldomroep en worden potentiële nieuwe partners benaderd. Een eerste inventarisatie geeft aan dat er in alle doelgebieden bestaande mediapartners zijn waarmee verder kan worden gewerkt, en mogelijke nieuwe partners, met name onder organisaties die een goed netwerk en/ of bereik onder jongeren hebben. In Afrika en Latijns Amerika zijn er goede mogelijkheden om op korte termijn tot effectieve nieuwe samenwerkingsverbanden te komen. In de Arabische gebieden zal dit meer inspanning kosten. De situatie is daar nog instabiel, er is (nog) geen overdaad aan potentiële mediapartners en er is een behoorlijke concurrentie van de internationale omroepen uit Amerika en de BBC. De Wereldomroep zal hierin extra investeren.
Preferente partners Met een select deel van de mediapartners zal een intensieve samenwerkingsrelatie worden opgebouwd. Er is overleg over de inhoud van producties en het streven is jaarlijks een aantal coproducties te maken en waar mogelijk producties uit te wisselen. In Sub Sahara Afrika en in de Arabische gebieden gaat het om 1 à 2 preferente partners per doelland. Voor de Wereldomroep is het daarbij van belang dat een partner streeft naar evenwichtige en betrouwbare berichtgeving en een goed bereik heeft onder onze doelgroep in de regio. Preferente partners zien de samenwerking met de Wereldomroep als iets waarmee zij zich kunnen onderscheiden van hun concurrenten. Het opbouwen van een intensieve samenwerkingsrelatie is een langdurig proces. Onderling vertrouwen is daarbij essentieel, zeker in landen waar de structuren fragiel zijn en de media niet vrij kunnen opereren. De samenwerking met preferente partners krijgt stapsgewijs invulling in de loop van de komende jaren. De preferente partners hebben door de intensieve samenwerking effectieve invloed op de inhoud en vorm van de content. Daarnaast draagt de intensieve samenwerking bij aan wederzijds leren. De Wereldomroep betrekt waar mogelijk preferente partners in onderzoeken naar publieksbereik en tevredenheid. In jaarlijkse (regionale) partnerconferenties vinden de formele consultaties plaats.
Distributiepartners
In ieder doelgebied zoekt de Wereldomroep naar distributiepartners die content en formats van de Wereldomroep willen distribueren onder hun eigen publiek. Deze partners hebben de mogelijkheid om content te hergebruiken, zolang zij de betekenis niet manipuleren en/of eenzijdig veranderen. Deze distributiepartners vinden we primair onder lokale mediaorganisaties, maar we zullen steeds vaker samenwerking aangaan met service providers (aanbieders van weben mobiele diensten), commerciële partijen en maatschappelijke organisaties (zoals thematische organisaties, jongerenorganisaties, mensenrechtengroepen). Voor de Wereldomroep is hierbij het bereik van een partner onder de beoogde doelgroep van belang, evenals regionale spreiding en een evenwichtige spreiding over de verschillende platforms. Samenwerking zal veelal gebeuren op projectbasis en vastgelegd worden in wederzijdse afspraken. Periodiek wordt de behoefte en tevredenheid van distributiepartners gepeild, wat kan leiden tot aanpassingen in de vorm en inhoud van de content.
In het najaar van 2012 heeft een partnerconsultatie plaatsgevonden. Daar is met bestaande en potentiële partners het nieuwe beleid besproken en is van gedachten gewisseld over doelgroepen, content en platforms. Jaarlijks zullen zowel regionaal als interregionaal bijeenkomsten met partners worden georganiseerd. In het partnerbeleid van de Wereldomroep wordt een aantal verschillende partnerschappen onderscheiden: preferente partners, distributiepartners en individuele partners (bloggers en influentials).
24
25
6.
Bloggers en ‘influentials’
In repressieve landen zoals China, Syrië, Saoedi-Arabië, Cuba, Venezuela en Zimbabwe is samenwerking met lokale organisaties bij de productie en distributie van content ingewikkelder. Enerzijds door de veelal strikte mediawetgeving, waarbij op samenwerking met een buitenlandse mediaorganisatie strenge straffen kunnen staan. Anderzijds vanwege het feit dat organisaties in deze landen veelal onder strenge controle van de overheid staan en daardoor geen logische partner voor de Wereldomroep vormen. In uitzonderlijke gevallen kan er wel samengewerkt worden met lokale organisaties. De samenwerking met universiteitsradiostations in Venezuela en China is hiervan een voorbeeld.
Innovatief karakter Mediagebruik is het afgelopen decennium enorm veranderd als gevolg van technologische ontwikkelingen. Traditionele media als radio en televisie vormen belangrijke informatiebronnen in alle doelgebieden, maar daar zijn nieuwe media bij gekomen. Internet is relatief goedkoop en sterk in opkomst in onze doelgebieden. Vooral voor jongeren spelen sociale media daarbij een belangrijke rol, denk bijvoorbeeld aan de rol van Facebook in de Arabische revoluties. Er ontstaan digitale communities met grote aantallen gebruikers die nieuws, informatie en meningen delen, met een groter bereik dan een landelijk dagblad.10
In repressieve gebieden zoekt de Wereldomroep daarom samenwerking met individuele ‘influentials’, bloggers, journalisten en activisten die door hun omgeving gezien worden als een betrouwbare bron voor informatie. Hun content krijgt een plaats op de platforms van de Wereldomroep; op hun beurt verspreiden zij content die door ons wordt aangeboden onder hun eigen netwerken en followers.
“Digital media are enabling the blending of journalism, citizen journalism, media activism and entertainment, often using various platforms, including traditional media, to reach and engage audiences” 11
In alle doelgebieden werkt de Wereldomroep samen met mensen die op sociale media actief zijn op het gebied van democratie & good governance, mensenrechten en seksuele rechten. De Wereldomroep wil hen betrekken bij producties en content met hen uitwisselen. De Wereldomroep kan deze ‘burgerjournalisten’ met elkaar in contact brengen in informele netwerken en gebruikersgroepen, kan gesprekken op gang brengen en hen een internationaal platform bieden.
Deze ontwikkelingen vergen een voortdurende innovatie van een mediaorganisatie als de Wereldomroep. Voor de Wereldomroep betekent innovatie: vernieuwing in platforms en distributietechnieken, een innovatieve invulling van de verhouding met de doelgroep en een veranderende samenwerking met partners.
Van korte golf naar digitale platforms
De Wereldomroep heeft zich gestaag ontwikkeld van ‘broadcaster’ naar ‘content provider’. Het uitzenden van radioprogramma’s via de korte golf is meer en meer naar de achtergrond gegaan en geleidelijk vervangen door een zeer divers aanbod aan audio, video en tekst voor mediapartners en publiek dat vooral via digitale platforms (web, satelliet, sociale media) wordt afgenomen. Met het Beleidsplan 2013–2017 zet de Wereldomroep deze efficiëntieslag verder door.
10 Digital Media in the Arab
World one year after the revolutions. Center for International Media Assistance, 2012.
11
Idem.
26
Het vaste en mobiele internet worden de belangrijkste platforms voor de Wereldomroep. Korte golf blijft een van de mogelijke eigen kanalen, maar de relatief hoge kosten beperken de inzet ervan. Online audio met informatie en muziek is een optie in landen met goede internetverbindingen. Daarnaast biedt satelliet mogelijkheden. Met name in de Arabische wereld is satelliet wijdverbreid. De Wereldomroep maakt daar gebruik van een satellietkanaal voor het verspreiden van audioproducties. Het bijbehorende beeld wordt gebruikt voor een tvkrant, een soort Teletekstpagina’s waarop informatie in de vorm van tekst en foto’s wordt aangeboden. Deze verspreidingsvorm is mogelijk ook toepasbaar in andere doelgebieden. Voor de verspreiding van bijvoorbeeld tekstinformatie via SMS-diensten en light versies van de websites voor mobiele telefoons, zal samenwerking worden gezocht met telecombedrijven.
27
platform bieden voor deze lokale stem. Verificatie van bronnen en berichten is hierbij wel van belang. Digitale manipulatie van beelden wordt zowel door repressieve regimes als door actievoerders ingezet om de publieke opinie te beïnvloeden. In zeer repressieve landen als China, Cuba en Saoedi-Arabië biedt de Wereldomroep informatie aan op de eigen platforms en door te participeren in discussies via sociale media. Daarbij is informatie over internettoegang en internetveiligheid van essentieel belang. De Wereldomroep zal samenwerken met organisaties die tools ontwikkelen die bijdragen aan veiligheid op het web. De Wereldomroep kan zelf, of in samenwerking met partners, een veilig platform creëren waarop gediscussieerd kan worden over een thema.
Met regelmaat wordt bekeken of de combinatie van gebruikte mediaplatforms nog steeds optimaal is, dan wel dat er verschuivingen moeten worden aangebracht – hetzij vanwege nieuwe technologische ontwikkelingen, hetzij door veranderend mediagebruik onder de doelgroepen in de doelgebieden.
Van informatie naar conversatie en cocreatie
De opkomst van internet en sociale media vragen een nieuwe houding van de media. De Wereldomroep is zich daar terdege van bewust. Interactie en participatie zijn sleutelbegrippen, met name bij jongere doelgroepen. Het zwaartepunt verplaatst zich bij de productie van content van de journalist naar de gebruiker. De (jonge) gebruiker bepaalt de onderwerpen, draagt zelf informatie aan, stelt vragen en gaat in discussie met andere gebruikers over verschillende gezichtspunten. De behoefte aan participatie is groot onder jongeren die actief zijn op internet. Om deze groep goed te kunnen bedienen, zal de Wereldomroep zich meer moeten gaan opstellen als engagerende moderator van de gesprekken. De rol van de journalist verandert van informatiemanager in conversatiemanager. De Wereldomroep ontwikkelt gericht op specifieke doelgroepen of rondom specifieke thema’s nieuwe online formats die hierop inspelen. Succesvolle formats kunnen later vertaald worden naar andere doelgebieden.
Van distributie naar coproductie
De samenwerking met partners en de doelgroep krijgt in de komende jaren een vernieuwde invulling. Er zal verschil gemaakt worden tussen distributiepartners en preferente partners. Voor distributiepartners is het interessant om audio, video of tekstproducties over te nemen van de Wereldomroep. Daarbij zal de Wereldomroep steeds vaker korte modules aanbieden, die door de partner kunnen worden bewerkt en gemonteerd tot een eigen product. De Wereldomroep biedt onder andere onderwerpen aan waar een taboe op rust. Met het etiket ‘Wereldomroep’ kunnen partners die onderwerpen toch brengen.
5 rules of innovation12
De Wereldomroep selecteert daarnaast in alle doelgebieden een beperkt aantal partners waarmee op basis van gelijkwaardigheid en respect wordt samengewerkt bij de productie van content. Met een aantal van deze partners worden coproducties gemaakt. Daardoor kunnen zij zich onderscheiden van andere lokale aanbieders. Ook zal de Wereldomroep producties van deze partners overnemen voor publicatie op de eigen platforms. Er zijn wel grenzen aan de mogelijkheden tot samenwerking. Ook in fragiele democratieën moeten mediapartners vaak voorzichtig omgaan met gevoelige informatie. Het opbouwen van vertrouwen is dan ook een voorwaarde voor samenwerking. Zelfcensuur kan ertoe leiden dat bepaalde onderwerpen niet via mediapartners verspreid kunnen worden. Het is daarom in alle doelgebieden van belang eigen kanalen (bijvoorbeeld websites, satellietkanalen of in een uiterst geval korte golf uitzendingen) in stand te houden.
Don’t tell, listen and then amplify: Future generations don’t like being told what to do by older generations. This audience wants to participate, engage, and change the system. What does seem to work are posts which ask questions, and sparks a conversation. Be interesting while being objective: Declarative prose doesn’t resonate in the age of Twitter and Facebook. We are learning that objectivity also comes from creating online constructs for a plurality of voices to flourish and to simply be good moderators. The conversation is the article: Journalists tend to obsess about having the perfectly balances article at the end of the day. But more and more, journalists need to be more transparent in their process because the audience demands it. The long tail of tweets leading up to the article can be as impactful as the final product.
Een geheel nieuwe vorm van samenwerking zal gaan ontstaan met commerciële partners, zoals telecombedrijven bij de ontwikkeling en productie van formats en content. Dit uiteraard binnen de grenzen van journalistieke onafhankelijkheid, zoals beschreven in het Handvest Wereldomroep.
Make sure your whole team is addicted to analytics: With a website and real time analytics, you know what people are responding to down to the second.
Organisatie van innovaties en innovatie van organisatie
Think mobile and work your way out: When you design digital products for countries where mobile is going to pop faster than PC’s did, you design for the small screen and work your way out.
Innovatie is voor de Wereldomroep een integraal aspect van alle 12 Gebaseerd op The
Mobiele telefoons zijn inmiddels veel meer dan middelen om te telefoneren: met de mobiele telefoon kun je beeld en geluid opnemen en vrijwel tegelijkertijd publiceren op een van de sociale netwerken. Dit opent talloze mogelijkheden voor de inzet van lokale correspondenten en ‘burgerjournalisten’, gewone burgers die verslag doen van gebeurtenissen uit hun directe omgeving. De Wereldomroep wil een
28
Future of Journalism Public Diplomacy & Innovation. Davin Hutchins, Managing Editor of Middle East Voices at Voice of America, 2012.
processen en activiteiten. Innovatie, creativiteit en autonomie zijn de kernwaarden van de Wereldomroep – in combinatie met de kwaliteit om met beide benen op de grond te staan. Als relatief kleine internationale omroep heeft de Wereldomroep altijd al moeten zoeken naar innovatieve manieren om zich staande te houden naast grootaanbieders als de BBC World Service en de Amerikaanse omroepen. Nu de organisatie nog kleiner is geworden, is vernieuwend denken en handelen de enige oplossing om voor onze doelgroepen een rol van betekenis te kunnen blijven spelen.
29
Alle medewerkers zullen gespitst moeten zijn op nieuwe mogelijkheden om de doelgroep nog beter te bedienen door nieuwe technieken, nieuwe formats en vernieuwingen in de journalistieke aanpak. Dit vraagt van het management een dynamisch en open leiderschap, waarin het delen van kennis centraal staat en medewerkers gestimuleerd worden om nieuwe vaardigheden uit te proberen, fouten te maken en hiervan te leren. Deze veranderingen zijn niet van vandaag op morgen gerealiseerd, maar zijn een gestaag ontwikkelingsproces dat tijd en aandacht vergt. Innovatie vraagt daarnaast een vorm van realisme en pragmatisme, waarbij voortdurend wordt gekeken naar haalbaarheid en toegevoegde waarde van veranderingen. Veranderingen worden stapsgewijs uitgezet, waarbij gemonitord wordt of de innovatie toegevoegde waarde heeft. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Portfolio Innovation Check (PITCH) tool die is ontwikkeld door TNO, een methode om innovaties op hun toegevoegde waarde en haalbaarheid te testen met een ‘stresstest’.13
13 Businessmodel
innovatie in het cultureel erfgoed. BIMCE, 2011. Stichting DEN, Stichting Nederland Kennisland, Erfgoed 2.0 en TNO.
7.
Outcomes, outputs, activiteiten, middelen Doelstellingen en resultaten De missie van de Wereldomroep is het vanuit een Nederlands gedachtegoed verspreiden van het vrije woord onder jongeren in landen waar de vrijheid van meningsvorming en meningsuiting ernstig beperkt is. De Wereldomroep doet dit als journalistiek onafhankelijke organisatie met als kernwaarden: autonoom, eigenzinnig, creatief, innovatief en met beide benen op de grond. Pluriforme, onafhankelijke en betrouwbare informatie is een noodzakelijke voorwaarde voor meningsvorming en meningsuiting. Pluriformiteit betekent dat het informatieaanbod divers is en de verscheidenheid aan invalshoeken en meningen uit de samenleving weerspiegelt. In de doelgebieden van de Wereldomroep is de beschikbaarheid van deze informatie ingeperkt door regels van de overheid, de ‘harde’ schending van het vrije woord; maar ook door maatschappelijke druk als gevolg van taboes, de ‘zachte’ inperking. De centrale doelstelling van de Wereldomroep is: een bijdrage leveren aan meningsvorming en meningsuiting in landen waar de persvrijheid en toegang tot pluriforme informatie ernstig beperkt is. Dit doet de Wereldomroep primair door content met informatie en discussie aan te bieden aan de doelgroep over thema’s rond democratie & good governance, mensenrechten en seksuele rechten, via eigen platforms en die van partners. Daarnaast zet de Wereldomroep zich in om de vrije toegang tot informatie te faciliteren en om anderen een platform te bieden voor de uitwisseling van gedachten en ideeën. De specifieke doelstellingen zijn: bijdragen aan vrije toegang tot pluriforme informatie bijdragen aan meningsvorming bijdragen aan meningsuiting
30
31
Interventielogica
sociale media door de gebruikers worden aangekaart, inbrengen in het redactionele deel van de content. In een beperkt aantal doellanden zal naast deze online ‘gesprekken’ met eindgebruikers ook samen met partners uitvoering worden gegeven aan het organiseren van live debatten, waaraan zowel belanghebbenden als belangstellenden kunnen deelnemen. Gebruikers worden op deze wijze versterkt in hun motivatie en vaardigheden om ook actief deel te nemen in het openbare debat in hun directe leefomgeving. Goed geïnformeerde mensen die in staat zijn om op overtuigende wijze hun mening te verwoorden kunnen invloed uitoefenen op hun omgeving en daarmee een bijdrage leveren aan armoedebestrijding en ontwikkeling.
Content Vrije toegang tot pluriforme informatie Via derden
Gebruik content
Menings vorming Missie
Menings uiting
Facilitation
WERELDOMROEP
De Wereldomroep kan als internationale mediaorganisatie content produceren die door regelgeving of taboes niet door de lokale media kan worden gemaakt, en deze aanbieden via de eigen platforms en/of de platforms van mediapartners. Daarmee draagt de Wereldomroep bij aan pluriformiteit. Met de content wil de Wereldomroep bijdragen aan de meningsvorming, door mensen aan het denken te zetten, hen bewust te maken van het feit dat er meerdere invalshoeken mogelijk zijn en begrip te kweken voor andere standpunten. De Wereldomroep kiest in zijn content geen partij, maar draagt verschillende visies aan, vaak gekoppeld aan de persoonlijke verhalen van direct betrokkenen. Het gaat daarbij niet alleen om denkwijzen en standpunten, maar ook om de consequenties die betrokkenen hieraan verbinden voor hun persoonlijk handelen. Door deze aanpak zet de content aan tot reflectie en meningsvorming: wat vind ik van de keuzes van deze persoon en wat zou ik zelf doen als ik in een vergelijkbare situatie verkeerde? De omgeving waarin de content wordt aangeboden nodigt gebruikers uit om hun eigen mening te geven en die met anderen te delen. Daarmee wil de Wereldomroep bijdragen aan meningsuiting. Hiertoe is al een aantal participatieve en interactieve formats in gebruik. Een conversatieredacteur gaat online ‘in gesprek’ met gebruikers en agendeert discussievragen, verbonden aan de content. Deze redacteur stimuleert dat mensen elkaar online bevragen over achtergrond en motivatie van hun uitingen, vraagt bijvoorbeeld naar concrete voorbeelden uit het dagelijks leven en draagt zorg dat de discussie op respectvolle wijze verloopt. Op deze wijze worden gebruikers op een vanzelfsprekende wijze meegenomen in een online debatcultuur waarin respect voor en acceptatie van verschillende meningen centraal staat. Daarnaast kan de conversatieredacteur onderwerpen die in de
32
DOELGROEP
Een randvoorwaarde is dat de informatie het publiek ook kan bereiken. Toegang tot verschillende platforms zoals internet, radio en/of televisie is vitaal. De Wereldomroep faciliteert in samenwerking met derden de toegang tot media en gaat blokkades ervan tegen. We zetten ons op het internationale podium in voor meer internetvrijheid. Daarnaast geven we partners en publiek (toegang tot) tips en tools om onder censuur veilig informatie uit te kunnen wisselen op internet. Hiermee bevorderen we niet alleen de toegang tot informatie van content van de Wereldomroep en zijn partners, maar ook tot informatie van anderen. De aanwezigheid van pluriforme informatie op vrij toegankelijke platforms is noodzakelijk voor de doelgroep om de informatie te kúnnen gebruiken. Het wil echter niet zeggen dat de doelgroep deze daadwerkelijk gebruikt. Bovendien leidt gebruik niet vanzelfsprekend tot meningsvorming en meningsuiting. Bereik is een voorwaarde voor effect, maar geen garantie. Door de doelgroep te betrekken in de productie van content, door de ontwikkeling van adequate en creatieve formats, door voortdurende conversatie met die doelgroep, door gebruik te maken van de lokale netwerken en kennis van partners en door in te spelen op onderwerpen die door de doelgroep en partners worden aangedragen, verhoogt de Wereldomroep het engagement van het publiek en daarmee de kans op succes. Dankzij de actieve input van bijvoorbeeld mediapartners, bloggers en het brede publiek aan de ontwikkeling van content is sprake van tweerichtingsverkeer, wat de relevantie van de bijdrage van de Wereldomroep versterkt.
Logical Framework
Het bijgaande logical framework is een weergave op hoofdlijnen van de beoogde resultaten op output- en outcome-niveau, de activiteiten die de Wereldomroep daartoe uitvoert, en de bijbehorende indicatoren en targets. Deze zijn geformuleerd op het niveau van de Wereldomroep als geheel. Jaarlijks dient de Wereldomroep een activiteitenplan in waarin het logical framework meer gedetailleerd is uitgewerkt per regio en per activiteit. In een separaat monitoringsprotocol wordt ingegaan op de opbouw van de targets en de keuze voor het meetinstrumentarium voor monitoring en verantwoording van de beoogde resultaten. In het logical framework is, conform de hierboven beschreven interventielogica, een onderscheid gemaakt in resultaten voor content en facilitation. Het verband tussen resultaten op output-niveau en resultaten op outcome-niveau is aangegeven door verbindingslijnen. De resultaten op outcome-niveau zijn gekoppeld aan de drie resultaatgebieden (toegang, meningsvorming, meningsuiting). Ook zijn twee resultaten op outcome-niveau met betrekking tot duurzaamheid geformuleerd op het gebied van capaciteitsversterking en overname van formats door partners.
33
LOGICAL FRAMEWORK WERELDOMROEP
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN:
Missie: Het vanuit een Nederlands gedachtegoed verspreiden van het vrije woord onder jongeren in landen waar de vrijheid van meningsvorming en meningsuiting ernstig beperkt is. De Wereldomroep doet dit als journalistiek onafhankelijke organisatie met als kernwaarden: autonoom, eigenzinnig, creatief, innovatief en met beide benen op de grond.
T
MU Bijdragen aan meningsuiting MV Bijdragen aan meningsvorming D
OUTPUTS Resultaten Multimediale eigen producties in vier regios en vijf talen via platforms Wereldomroep
Activiteiten: maken/verzorgen van* webproducties (tekst, foto, video, audio, graphics, wiki)
videoproducties (eigen en bewerkt)
CONTENT
Duurzaamheid
OUTCOMES
audioproducties (gesproken woord en muziek)
Compilaties van content uit verschillende bronnen rond een thema via eigen of gedeelde platforms
multimediale compilaties
Participatieve formats/ conversatie met doelgroep
social mediapagina's (zoals Facebook, Twitter, Weibo)
Samenwerkingsverbanden met lokale preferente partners en bloggers: uitgewisselde content en coproducties
Bijdragen aan vrije toegang tot pluniforme informatie
audio coproducties
Indicatoren
Targets eind 2016
bereik: aantal unieke bezoekers per maand
> 1,2 mln
gebruik: aantal pageviews per maand
> 3,5 mln
waardering: % bezoekers dat de content positief beoordeelt
Resultaten
Indicatoren
Targets eind 2016
Pluriforme informatie over thema's is beschikbaar in doelgroep
contentanalyse wijst op aanwezigheid pluriforme informatie
√
> 60%
Eindgebruikers hebben meer inzicht in de thema's
% gebruikers dat meer inzicht heeft gekregen
> 60%
% gebruikers dat aan het denken is gezet
> 30%
omvang productie: aantal uren audio per jaar
> 115 uur
Taboes zijn beter bespreekbaar voor eindgebruikers
% gebruikers met meer begrip voor verschillende perspectieven
> 20%
% audio uren over RNW thema's per jaar
> 60%
% gebruikers dat vindt dat onderwerp gemakkelijker bespreekbaar wordt
> 10%
waardering: % luisteraars dat de content positief beoordeelt
> 60%
% gebruikers dat heeft nagepraat met anderen over thema's
> 10%
omvang productie: aantal video's per jaar
> 250
% gebruikers dat van plan is te participeren in discussies over thema's
> 5%
gebruik: aantal views per maand
> 250.000
> 5%
waardering: % kijkers dat de content positief beoordeelt
> 60%
% gebruikers dat van plan is te participeren in discussies over thema's aantal luisteraars RNW-audio-content per jaar
> 2,5 mln
unieke bezoekers RNW-content op externe sites per jaar
> 15 mln
(page)views RNW-content op externe sites per jaar
> 50 mln
citaten in relevante media (kwalitatief)
√
aantal partners met overgenomen formats
>5
aantal compilatieformats per jaar
>4
aantal bronnen/ bijdragende partners
> 25
waardering: % bezoekers dat de content positief beoordeelt
> 60%
aantal pagina likes/fans/followers
> 650.000
gemodereerde conversaties over thema's per maand
> 120
actieve participatie: aantal interacties (zoals comments, shares, article likes) per maand
> 100.000
aantal coproducties per jaar
> 180
aantal coproducerende partners
> 24
Mondigheid van eindgebruikers is versterkt
Indirect bereik van doelgroep via: partners/ samenwerkende platforms; bloggers; citaten in lokale of internationale mainstream media
T
MV
MV MU
MU
T MV MU
aard partners (kwalitatief)
web coproducties
waardering: % partners dat de samenwerking positief beoordeelt
> 60%
aantal coproducties per jaar
> 200
aantal coproducerende partijen
> 16
aard partijen (kwalitatief)
bloggers/vloggersplatform
waardering: % partijen dat de samenwerking positief beoordeelt
> 60%
aantal bijdragen bloggers/vloggers per maand
> 16
Zelfstandige productie van format coproductie door partner
D
aard bloggers/vloggers (kwalitatief) aantal bijdragende bloggers/ vloggers
34
> 16
35
OUTPUTS Resultaten Tools en tips mbt veilig internetten en het omzeilen van blocking en jamming
OUTCOMES Activiteiten: maken/verzorgen van* dossier veilig internet
FACILITATION
veilig internetplatform
Twinning, coaching, stages en netwerken voor preferente partners/bloggers
samen - leren trajecten
Events rondom internetvrijheid, thema's
events
(Inter)nationale beleidsbeinvloeding mbt het belang van vrije toegang tot pluriforme informatie en het tegengaan van de verstoring ervan
beleidsbeïnvloeding
Basale infrastructuur beschikbaar gesteld aan mediaorganisaties in noodsituaties ('media in a box')
'media in a box'
Indicatoren
Targets eind 2016
aantal pageviews per maand
> 15.000
waardering: % bezoekers dat de content positief beoordeelt
> 60%
platform volledig ontwikkeld
√
waardering: % bezoekers dat de content positief beoordeelt
> 60%
aantal samen-leren trajecten per jaar
√
waardering: % partners/ bloggers dat het samen- leren traject positief
> 60%
aantal events per jaar
>3
aantal deelnemers per jaar
> 150
waardering: % deelnemers dat deelname positief beoordeelt
> 60%
aantal relevante beleidsdocumenten RNW
>1
aantal allianties tbv deze beleidsbeïnvloeding
>1
aantal ingezette 'media in a box'
Resultaten Effectieve toepassing van tools en tips
Capaciteiten van partners zijn versterkt
Indicatoren
Targets eind 2016
% bezoekers dat de content nuttig vindt
> 50%
% bezoekers dat tips heeft toegepast
> 20%
% partners dat meer inzicht heeft gekregen
> 60%
% partners dat zich gesterkt voelt in (journalistieke) professionaliteit
> 30%
Thema in publieke belangstelling
citaten in relevante media (kwalitatief)
Het belang van vrije toegang tot informatie en het tegengaan van de verstoring ervan wordt erkend
relevante aanpassingen in beleidsdocumenten/verschenen documenten
√
beschikbaar gesteld geld voor maatregelen
√
Mediaorganisaties zijn in staat hun publiek te bereiken met informatie
gepubliceerde content/uitzendingen van betreffende mediaorganisaties
√
T
D
T MV MU
T
>1 T
* Indicator mogelijk pas vanaf 2014 gemeten
36
37
Activiteiten
De Wereldomroep streeft er naar om voortdurend te innoveren in zijn producten en platforms. Voor deze nieuw te ontwikkelen formats, producten en platforms zijn niet apart targets benoemd in het framework. Uiteraard zal er wel over innovatie en de resultaten daarvan gerapporteerd worden. Het is duidelijk dat een deel van de huidige activiteiten ook past binnen de doelstellingen van de nieuwe Wereldomroep. Een aantal eigen multimediale producten waarmee partners en publiek vertrouwd zijn, kunnen met relatief kleine aanpassingen mee naar de nieuwe situatie. Interactieve formats die in de afgelopen periode zijn ontwikkeld rond verkiezingen (zoals in Egypte en Mexico) kunnen worden bewerkt tot formats die ook buiten verkiezingstijd ingezet kunnen worden, of kunnen worden toegepast bij verkiezingen in andere doellanden. Het format ‘Love Matters’, waarin de lusten en lasten van seksualiteit centraal staan, is reeds succesvol ontwikkeld voor Afrika en Latijns Amerika en zal ook een toepassing krijgen voor China en de Arabische wereld. Een aantal van de huidige samenwerkingsverbanden kan ook worden doorgezet.
Middelen
Gedurende de gehele looptijd van de financiering is voor de uitvoering van de hierboven beschreven activiteiten in relatie tot de te realiseren output het volgende budget benodigd:
38
CONTENT
Activiteiten zijn geformuleerd op geaggregeerd niveau, en niet op het niveau van de afzonderlijke producten die de Wereldomroep maakt. Zo vallen onder webproducties bijvoorbeeld de verschillende websites van de Wereldomroep, maar ook specifieke sites rond een thema. Bij audioproducties kan er sprake zijn van verschillende formats, zoals reportage, interview, magazine, muziek of discussie.
Multimediale eigen producties over thema’s in vier regios en vijf talen via platforms Wereldomroep
19.700.000
Compilaties van content uit verschillende bronnen rond een thema via eigen of gedeelde platforms
4.500.000
Participatieve formats/conversatie met de doelgroep
6.400.000
Samenwerkingsverbanden met lokale preferente mediapartners en bloggers: uitgewisselde content en coproducties
9.500.000
Samenwerkingsverbanden met distributiepartners en prominente doelgroep/thema/regionale platforms in doelgebieden: overname Wereldomroep content
4.700.000
Tools en tips mbt veilig internetten en het omzeilen van blocking en jamming
FACILITATION
Met betrekking tot de activiteiten maken we, evenals bij het logical framework, onderscheid tussen activiteiten op het gebied van contentproductie en facilitation. De activiteiten op het gebied van content zijn onderscheiden naar web, audio en video. Dit is in zekere zin een kunstmatige scheiding, omdat het gaat om multimediale content. Het onderscheid is echter noodzakelijk om de meetbaarheid van de targets mogelijk te maken.
Inzet middelen naar outputs 2013 tot 2017 (in €)
2.400.000
Twinning, coaching, stages en netwerken van preferente mediapartners/bloggers
5.100.000
Events rondom thema’s of internetvrijheid
2.800.000
(Inter)nationale beleidsbeinvloeding mbt het belang van vrije toegang tot pluriforme informatie en het tegengaan van verstoring ervan
600.000
Basale infrastructuur beschikbaar gesteld aan mediaorganisaties in noodsituaties (‘media in a box’)
300.000
Totaal
56.000.000
Deze bedragen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar kostensoort: LASTEN X 1.000
2013
2014
2015
2016
Lonen en Salarissen
4.590
4.705
4.823
4.944
Sociale lasten
1.380
1.415
1.450
1.486
Inhuur
590
605
620
636
Afschrijvingen op materiële vaste activa
800
812
837
853
Directe productiekosten
3.384
3.468
3.555
3.644
Directe distributiekosten
600
615
630
646
Overige bedrijfslasten
2.146
2.200
2.255
2.311
Som der bedrijfslasten
13.490
13.820
14.170
14.520
39
Lonen en Salarissen De loonsom op basis van het organogram gaat uit van 78,5 FTE medewerkers, 3 FTE aan hoofdenfuncties en 2 FTE directie (directeur en hoofdredacteur). Voor deze laatste functies wordt de DG-norm als maximum gehanteerd. De formatie kan zowel een vast als flexibel karakter hebben.
ODA
Sociale lasten De sociale lasten betreffen alle met het personeel samenhangende kostencomponenten; het bedrag is gebaseerd op de huidige CAO voor omroepmedewerkers. Later zal worden bezien of de Wereldomroep aansluiting gaat zoeken bij andere arbeidsvoorwaarden.
Eerder is aangegeven wat de rol van media in het algemeen en die van de Wereldomroep in het bijzonder kan zijn bij armoedebestrijding en ontwikkeling. Zowel zelfstandig als in samenwerking met lokale mediapartners werkt de Wereldomroep aan het informeren en wijzer maken van mensen, door ze uit te rusten met de instrumenten om geïnformeerde beslissingen te nemen en hun leven te verbeteren. De Wereldomroep biedt een platform voor dialoog en debat, waar stemmen gehoord worden, ideeën uitgewisseld worden en opinies gevormd worden. De Wereldomroep helpt sociale cohesie versterken en de kloof tussen verschillende groepen in de samenleving overbruggen. De Wereldomroep draagt bij aan het helpen creëren van een omgeving voor transparant en responsive bestuur, waarin accountability wordt gestimuleerd en corruptie wordt bestreden.
Inhuur Dit betreft 8,9 FTE aan journalistieke freelancers. Afschrijvingen op materiële vaste activa De afschrijvingen gaan uit van de nieuwe organisatie. Hierbij is enkel sprake van (gedane) investeringen met een relatie tot de nieuwe taak van de Wereldomroep. Dit is mogelijk vanwege de vergoeding van frictiekosten door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Directe productiekosten De directe productiekosten betreffen programmakosten en kosten voor correspondenten, regiovertegenwoordiging, inkoop van programma’s en uitzendrechten, reiskosten, evenementen, marketingkosten en kosten voor technische faciliteiten. Directe distributiekosten Dit betreft kosten voor kortegolf (Cuba), onderhoudskosten voor distributieapparatuur, naast technisch onderhoud ten behoeve van mediapartners en kosten voor satelliethuur en feeders. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten betreffen diverse kosten en dienen niet verward te worden met overhead. Het betreft onder meer kosten voor (beleids-)onderzoek en IT, gebouwgebonden (onderhouds-)kosten of huurkosten, kosten voor accountantscontrole en verzekeringen. Ook zijn advieskosten en algemene personeelskosten met betrekking tot werving en selectie, vorming en training en arbodienst hier opgenomen. De verdeling van het totaalbudget over de regio’s ziet er als volgt uit:
Niet-regio gebonden thema’s en projecten
26
29
Sub Sahara Afrika
Aangezien ruim 40% van de bijdrage van het ministerie van Buitenlandse Zaken afkomstig is uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking, zal voor dit deel gerapporteerd worden op welke wijze activiteiten voldoen aan de criteria voor Official Development Assistance zoals vastgesteld door de OESO.
Daarnaast focust de Wereldomroep in zijn content specifiek op drie centrale thema’s die direct gerelateerd zijn aan ontwikkeling en armoedebestrijding: democratie en good governance, mensenrechten, seksuele rechten. Minimaal 60% van de content van de Wereldomroep heeft betrekking op deze drie centrale thema’s. Bovendien draagt de Wereldomroep (indirect) bij aan de capaciteitsversterking van zijn lokale mediapartners, door middel van twinning, coaching, stages en het (mede) ontwikkelen en onderhouden van netwerken van preferente mediapartners en bloggers. Het gaat hierbij vooral om gezamenlijke leertrajecten, waarbij over en weer kennis en ervaring wordt uitgewisseld en nieuwe inzichten en vaardigheden worden opgebouwd. De rapportage zal geschieden in navolging van die van de Duitse internationale omroep Deutsche Welle, die sinds ongeveer vijf jaar van de Duitse overheid fondsen ontvangt die – met goedkeuring van de OESO – worden aangemerkt als Official Development Assistance. Hierbij gaat het in hoofdzaak om uitgaven voor programmering met betrekking tot “Informationen zu Politik, Wirtschaft, Umweltschutz, aktuelle Themen” (ondergebracht onder categorie 15153 – Media and free flow of information). Daarnaast worden activiteiten met betrekking tot “Technische Unterstützung / Ausbildung v. Hörfunk- u. Fernsehschaffenden” uitgevoerd (ondergebracht onder categorie 22030 – Radio/television/print media).
%
China
11
23 11
Arabische Wereld
Latijns Amerika
40
41
8.
Monitoring, evaluatie en kwaliteitsmanagement Monitoring
De Wereldomroep heeft in de afgelopen jaren op steeds meer fronten een resultaatgerichte manier van werken ingevoerd zowel in de productie van content als in de distributie daarvan. Een goede monitoring, op basis waarvan kan worden bijgestuurd, is daarbij essentieel. Daarbij moet worden opgemerkt dat een aantal zaken, zoals omvang en aard productie en waardering van gebruikers en partners, relatief gemakkelijk en goedkoop te meten is, maar een aantal andere zaken, zoals het bereik van audio via korte golf, veel lastiger meetbaar is of erg kostbaar. Voor de Wereldomroep is het ontwikkelen van een adequaat onderzoeksinstrumentarium met een goede balans tussen kosten en baten van groot belang. Op dit vlak wordt nauw samengewerkt met de andere internationale omroepen uit Duitsland, Engeland, Verenigde Staten en Frankrijk. Intern is de unit Business Intelligence belast met het ontwikkelen van het instrumentarium voor en de monitoring van de voortgang van de beoogde resultaten. Onderzoeken naar bereik, naar waardering van publiek en partners en naar de omvang en aard van de content-productie worden met regelmaat gedaan, op basis van het monitoringsprotocol. Voortgangsrapportages aan directie en hoofdredactie vormen de input voor redactionele en organisatorische beslissingen. Met regelmaat zullen we onderzoek doen onder de bezoekers van de platforms en de mediapartners van de Wereldomroep. De feedback van eindgebruikers en partners vormt de basis voor aanpassingen aan websites of in programma’s. De belangrijkste typen indicatoren voor monitoring zijn: content-productie (omvang en aard) & platforms bereik, direct en indirect (via partners/derden) waardering publiek/partners effect op publiek/partners (in relatie tot toegang, meningsvorming en meningsuiting) overname content/citaten in media Op al deze terreinen is in de afgelopen jaren onderzoek gedaan. Voor het meten van aard en omvang van de content worden parameters ingebouwd in de bestaande productieomgeving, waarmee ieder item van kenmerken wordt voorzien. Daardoor zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn een goed overzicht te geven van de verdeling van content over de verschillende thema’s, doelgroepen of doelgebieden. Via online en
42
face to face enquêtes wordt informatie verzameld over de waardering van de gebruikers en de partners. Ook is ervaring opgedaan met het meten van impact en effect via online onderzoek, waarbij respondenten aangeven of en op welke wijze zij informatie (kunnen) gebruiken in hun dagelijks leven. Het meten van bereik vraagt een aparte benadering, omdat de Wereldomroep op verschillende platforms en met verschillende distributiemethodes werkt, die elk hun eigen meetwijze vragen. De meetgegevens zijn daarbij niet altijd onderling te vergelijken en te aggregeren naar een totaalbeeld. Het webbereik van de eigen Wereldomroep-sites wordt frequent gemeten en op diverse parameters (bezoekers, bekeken pagina’s, terugkerend bezoek, tijd doorgebracht op de site etc.) geanalyseerd en gerapporteerd. Binnen de redacties is een groeiend besef van het belang van deze bereiksmetingen. Veel content van de Wereldomroep wordt gedistribueerd via websites van partners in de doelgebieden. Het meten van bereik via de partnersites is niet altijd mogelijk, zo blijkt in de praktijk. Partners hebben weerstand tegen het delen van meetgegevens, en het is niet altijd duidelijk hoe de gegevens zijn verzameld. In 2011 is een experiment gestart waarbij de Wereldomroep zelf webcontent die bij partners werd geplaatst van meetcodes heeft voorzien. Naast een aantal technische problemen stuitte dit echter vooral op principiële bezwaren van partners, met name in landen waar de persvrijheid onder druk staat. Bescherming van de gebruikers is in deze landen belangrijker dan het meten van bereik. Meten, zeker door een ‘vreemde mogendheid’, kan tot grote problemen leiden, zowel met de lokale overheden als met de gebruikers. Ook het bereik van audio wordt waar mogelijk gemeten. De Wereldomroep plaatst audio op de eigen sites en zendt uit via de korte golf. Daarnaast zijn er wereldwijd distributiepartners, die de audio van de Wereldomroep programmeren op hun FM- en AM-stations. Het webbereik van audio via de eigen sites wordt frequent gemeten. Het meten van het bereik van korte golf radio is zeer bewerkelijk en kostbaar. De enige methodiek die hiervoor gebruikt kan worden is de methode van face to face onderzoek in de doelgebieden. Voor de Wereldomroep is dit te kostbaar. Wel kan de Wereldomroep tegen een acceptabele prijs een beperkt aantal eigen vragen mee laten lopen in onderzoek dat door de internationale collega’s wordt gedaan. De ervaring heeft echter geleerd dat dit met name indicatieve informatie oplevert en weinig harde, kwantitatieve gegevens. Bij slinkende onderzoeksbudgetten is dit soort onderzoek niet haalbaar. Partnerstations doen ook zelf onderzoek naar hun bereik, maar deze onderzoeken geven meer indicaties van het potentieel, dan van het werkelijke bereik. In (een aantal) doelgebieden van de Wereldomroep wordt met zekere regelmaat gedaan door (internationale) onderzoeksbureaus. De Wereldomroep heeft in de afgelopen jaren data ingekocht die inzicht geven in het mediagebruik in specifieke regio’s of van bepaalde doelgroepen. Het bereik is echter maar zelden uitgesplitst naar tijdvakken en/of programmaniveau. De Wereldomroep zal jaarlijks over de voortgang van activiteiten en resultaten rapporteren aan het ministerie van Buitenlandse Zaken volgens de geldende rapportagevoorschriften.
43
Naast de hierboven beschreven monitoring zal de Wereldomroep in 2016 indien gewenst een onafhankelijke evaluatie over de gehele beleidsperiode laten uitvoeren, voorafgegaan door een mid term review begin 2015 (rapportage medio 2015). De opzet en uitvoering van de eindevaluatie worden in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken bepaald.
Kwaliteit
Een hoge kwaliteit van producten en diensten is voor de Wereldomroep een conditio sine qua non. Integraal kwaliteitsmanagement, met een sturing op resultaten is daarvoor een voorwaarde. De Wereldomroep beschikt, zoals hierboven beschreven, over een onderzoeksinstrumentarium om de voortgang van de resultaten te monitoren en op basis daarvan bij te sturen. Klanttevredenheidsonderzoeken onder partners hebben tot nu toe jaarlijks in een of meerdere regio’s plaatsgevonden, waarbij kwalitatief onderzoek door middel van diepte-interviews en schriftelijke enquêtes onder grotere groepen is uitgevoerd. Dit zal ook in de toekomst gebeuren. Kwaliteitsprincipes voor de content zijn geformuleerd vanuit de rol van de Wereldomroep als journalistieke organisatie. De criteria voor journalistieke kwaliteit (onafhankelijk, betrouwbaar, evenwichtig en met toepassing van hoor en wederhoor) zijn geborgd in het Handvest en in het redactiestatuut. In quality reviews onder partners scoort de Wereldomroep tot nu toe hoog op deze kwaliteitsaspecten. In de komende vier jaar wil de Wereldomroep meer focus leggen op input en feedback van de eindgebruikers bij het ontwikkelen van content. Vanaf 2013 zullen regelmatig focusgroepen opgezet worden, zowel in de doelgebieden als online, waarin relevante groepen eindgebruikers hun input en feedback kunnen geven. Momenteel wordt onderzocht of in samenwerking met universiteiten in de doellanden lees- en luistergroepen kunnen worden opgezet. Het administratieve proces is nu nog georganiseerd volgens de richtlijnen van de Mediawet en beschreven in het Handboek Administratieve Organisatie en Controle. De controller houdt toezicht op de interne uitvoering van dit proces. Het Handboek zal in 2013 aangepast worden aan de nieuwe situatie. Jaarlijks vindt accountantscontrole plaats, verdeeld in een interim-controle en een eindcontrole. Bij de interimcontrole ligt de nadruk op de naleving van procedures. De accountant kent een tweetal verslagmomenten, elk met eigen bevindingen over de opvolging van de gedane aanbevelingen. Hier is ook ruimte voor een reactie van het management. Aanbevelingen worden in de regel opgevolgd. De Wereldomroep werkt volgens het principe ‘pas-toe of leg-uit’. De Wereldomroep heeft (nog) geen systeem, zoals ISO, dat de kwaliteit van de processen borgt. Onderzocht wordt of opzet en invoering van een dergelijk systeem toegevoegde waarde heeft. Daarbij wordt de ervaring van RNTC ingezet, dat al geruime tijd een ISO-certificering heeft.
44
45
9.
Organisatiecultuur
Verantwoording krijgen en verantwoording nemen zijn centrale elementen in een ondernemende Wereldomroep. Voor iedere functie is een functieomschrijving waarin rollen en taken staan beschreven; verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn helder afgebakend. Doelstellingen en targets zijn duidelijk geformuleerd en worden jaarlijks vastgelegd in het afsprakengesprek, geëvalueerd in het functioneringsgesprek en beoordeeld in het beoordelingsgesprek tussen medewerker en leidinggevende. Monitoring en evaluatie bieden de basis voor het aan- en bijsturen van mensen en activiteiten.
Personeel en organisatie Organisatiestructuur Raad van toezicht
Directeur + Hoofdredacteur Business Intelligence, Communicatie, Secretariaat
Financiën, PZ, Faciliteiten
hoofd (parttime) hoofd (parttime) hoofd (parttime) hoofd (parttime) Sub Sahara Afrika
Arabische wereld
China
Thema's
Latijns Amerika
Het bestuur bestaat uit een directeur en een hoofdredacteur. De directeur krijgt specifiek de portefeuille bedrijfsvoering toebedeeld; de hoofdredacteur heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor het journalistieke product en speelt een essentiële rol bij het bewaken van de journalistieke onafhankelijkheid, zowel intern als extern. Duaal leiderschap is zeer gebruikelijk in journalistieke organisaties en is een borging van de journalistieke onafhankelijkheid. De redactie is georganiseerd in productie-units per taal/regiocluster, waardoor de benodigde kennis van taal en cultuur van de doelgebieden gebundeld is en maximaal kan worden ingezet om doelgroepen te bedienen. Elke unit is verantwoordelijk voor de (co)productie, distributie en marketing van content binnen hun regio/taalgebied in de taal of talen die daar gangbaar zijn: Arabische wereld/Arabisch; Sub Sahara Afrika/Engels, Frans; China/Chinees; Latijns Amerika/ Spaans. Daarnaast is er een unit Thema’s die zich richt op structurele Wereldomroeponderwerpen, pilots en projecten. De unit Multimedia & Techniek ondersteunt alle productie-units met de technische kennis en expertise die nodig is bij de productie en distributie van content. Gekozen is voor een platte organisatie, waarin de lijnen kort zijn, waarin verantwoordelijkheden zijn gedelegeerd en waarin mensen zowel horizontaal als verticaal kruisverbanden aangaan in samenwerking en kennisdeling. Zo zullen themadeskundigen op het gebied van mensenrechten niet alleen binnen hun eigen taal/regio-unit werken, maar ook samenwerken met de themadeskundigen uit de andere units. Deze vorm van flexibel organiseren vergt een dynamisch management dat journalistieke ervaring kan verbinden met kennis over de doelgebieden, de thema’s en doelgroepen van de Wereldomroep.
46
hoofd Multimedia & Techniek
Samenwerking is een cruciale voorwaarde voor het behalen van resultaat. Mensen worden gestimuleerd om actief samen te werken, zowel intern en extern. Dat gebeurt op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Daarvoor is sensitiviteit voor de cultuur van anderen een belangrijk goed, net als inlevingsvermogen in de wensen en behoeften van de (jonge) doelgroep. Medewerkers moeten zich bewust zijn van het feit dat zij werken met gemeenschapsgeld en dat zij hierover verantwoording verschuldigd zijn. De Wereldomroep wil en moet een lerende organisatie zijn. Inspelend op de ontwikkelingen in de wereld, lerend van eigen succes en falen, en zich vernieuwend op basis daarvan. Innovatie is daarbij geen doel op zich, maar de uitkomst van een weldoordacht proces van ontwikkeling van nieuwe content, nieuwe methodieken en nieuwe technologieën. Dat proces verloopt in nauwe samenwerking met mediapartners en stakeholders. Verderop in dit stuk, bij het onderdeel duurzaamheid, is een leeragenda voor de interne organisatie opgenomen. Een organisatieontwikkelingstraject is daarvan onderdeel.
Personeel en personeelsbeleid
Vanaf 2013 heeft de Wereldomroep naar schatting nog circa honderd medewerkers, verdeeld over 83,5 FTE’s. Daarvan is circa 4/5 ten dienste van het primaire proces (productie en distributie van journalistieke informatie). De medewerkers zijn hoog opgeleide professionals, met een zeer diverse culturele achtergrond, die vaardig zijn in multimediale journalistiek (audio, video, web) en techniek. Het zijn generalisten die breed inzetbaar zijn en zich snel thema’s eigen kunnen maken, voeling met jongeren en jongvolwassenen. De personele omvang beweegt mee met het activiteiten- en financieringsniveau. Daarom is er naast de vaste kern van medewerkers een flexibele schil van lokale medewerkers in de doelgebieden, medewerkers voor extra activiteiten van de productie-units of voor projecten buiten de kerndoelgebieden van de Wereldomroep. De Wereldomroep volgt de CAO voor het omroeppersoneel. In de toekomst zal aansluiting worden gezocht bij een passende CAO of een eigen arbeidsvoorwaardenregeling, waarbij de DG-norm in acht wordt genomen. De Wereldomroep besteedde in de afgelopen jaren gemiddeld 2,5% van de loonsom aan capaciteitsversterking van vaste medewerkers. Leren en ontwikkelen zullen ook binnen de nieuwe Wereldomroep van groot belang zijn.
47
Niet-financiële middelen
De Wereldomroep beschikt over een bedrijfspand (kantoren, studio’s en facilitaire ruimten) van 13.000 m2 plus een bijgebouw van ca. 2.000 m2. Beide panden zijn eigendom. De Wereldomroep zal worden gehuisvest in het bijgebouw. Het voornemen is om de vrijgekomen ruimte in het hoofdgebouw in te zetten voor verhuur. Onderhandelingen met een kandidaat-huurder zijn in een vergevorderd stadium. Hard/software en overige middelen zijn aanwezig en courant. Op basis van nieuwe vereisten ten aanzien van verantwoording zal aansluiting gezocht worden bij andere organisaties bekend met subsidies van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit leidt mogelijk tot investeringen. Investeringen die samenhangen met de Wereldomroep ten tijde van de bekostiging door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die niet meer bruikbaar zijn voor de nieuwe organisatie komen in het kader van frictiekosten in aanmerking voor vergoeding in het geval van een negatief saldo tussen boekwaarde en verwachte opbrengstwaarde.
van voorbehoedsmiddelen. Ook RNTC heeft ervaring met financiering door private partijen; zo heeft het grootste cementbedrijf van Mexico in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap activiteiten in Centraal Amerika ondersteund. Mocht na twee jaar blijken dat de inspanningen om tot minstens 25% additionele inkomsten te komen onvoldoende resultaat opleveren, dan zal als derde element de mogelijkheid worden verkend van een strategische alliantie met een organisatie die geen financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt.
Financiële middelen
In de komende beleidsperiode (2013–2017) zal de Wereldomroep additionele financiering voor zijn activiteiten moeten aanboren. De Wereldomroep dient vanaf de subsidieperiode vanaf 2017 minstens 25% additionele inkomsten te hebben, naast de financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Bij de huidige subsidieomvang gaat het om een jaarlijks bedrag van circa 5 miljoen euro. Voor de Wereldomroep is het aantrekken van additionele geldstromen een nieuwe activiteit. Hiervoor zijn capaciteit en middelen in de nieuwe organisatie ingebed. Dit zal leiden tot een ingroeimodel om te komen tot de vereiste omvang bij aanvang van de nieuwe beleidscyclus. De Wereldomroep ziet diverse mogelijkheden om aan de vereiste van minstens 25% additionele inkomsten te voldoen. Een belangrijke eerste stap komt uit de verhuur van het bedrijfspand. Naar verwachting wordt op korte termijn overeenstemming bereikt over de verhuur aan één van de nieuw te vormen fusieomroepen, ingaand in 2013. Dit past binnen de bredere huisvestingsafspraken die de landelijke publieke omroep heeft gemaakt met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met de verhuur van het pand kan naar schatting 20-25% van de benodigde ‘eigen bijdrage’ worden gerealiseerd. Als tweede element wordt ingezet op de acquisitie van projectgelden. De Wereldomroep kan hierbij gebruik maken van de expertise en het track record van RNTC, dat bewezen heeft succesvol te zijn op dit gebied. In de nieuwe organisatie is voorzien in 2 FTE’s om hieraan invulling te geven, in samenspraak en samenwerking met de journalistiek verantwoordelijken. Zij zullen scannen welke kansen zich voordoen met betrekking tot internationale tenderprocedures, calls for proposals en andere fondsen en de journalistiek verantwoordelijken bijstaan bij het indienen van voorstellen. De financiering door het ministerie van Buitenlandse Zaken fungeert als essentieel vliegwiel voor de acquisitie van additionele inkomsten. Financiering kan komen uit zowel publieke als private bron. Een voorbeeld van dat laatste heeft betrekking op ‘Love Matters’ – een productie van de Wereldomroep met betrekking tot seksualiteit en reproductieve gezondheid. Voor de activiteiten m.b.t. ‘Love Matters’ in India vanaf 2013 is financiering gezocht en gevonden bij een fabrikant
48
49
10.
Risico’s, monitoring en bijsturing Bij de uitvoering van het beleidsplan van de Wereldomroep voor de periode 2013–2017 zien we zowel risico’s als kansen. De innovatieve grondhouding van de organisatie, zoals hiervoor beschreven, biedt een goede uitgangspositie om deze kansen ook daadwerkelijk te zien en te benutten. In het schematisch overzicht wordt ingegaan op de risico’s en de beheersmaatregelen. Risicomanagement is een integraal onderdeel van de beleidscyclus. De verantwoordelijkheid voor de beheersmaatregelen is primair belegd op bestuursniveau en wordt vandaaruit gedelegeerd.
Risico’s
De ontwikkeling van dit beleidsplan heeft parallel plaatsgevonden aan een ingrijpende bezuinigingsoperatie en reorganisatie van de Wereldomroep, waarbij een substantieel deel van de activiteiten moet worden beëindigd en circa tweederde van het personeel zijn baan verliest. De pijnlijke reorganisatie brengt het risico van een valse start met zich mee. De nieuwe koers van de Wereldomroep is ambitieus en vergt een flexibele, innovatieve en ondernemende grondhouding van alle medewerkers. De pijn van de reorganisatie kan een nadelige invloed hebben, ook bij de mensen die in dienst blijven. Maar de reorganisatie kan ook een kans bieden om veranderingen versneld door te voeren. De Wereldomroep zal alles in het werk stellen om met nieuw elan aan de slag te gaan en het vernieuwingstraject door te zetten. Een organisatieontwikkelingstraject zal door het nieuwe management worden ingezet zodra de nieuwe organisatie is geformeerd. Resultaatgericht werken en aansturen op heldere targets is daarbij van belang. Een opleidingsplan voorziet in de capaciteitsversterking van de huidige medewerkers. Belangrijk daarbij is de focus op de doelgroep jongeren en de aanpak die nodig is om deze doelgroep aan te spreken: interactiviteit, nieuwe media, cocreatie en coproductie. In het plan is rekening gehouden met de mogelijkheid om additionele kennis en kunde flexibel in te huren. De Wereldomroep werkt in een snel veranderende omgeving. Technologische ontwikkelingen (zoals de opkomst van mobiel internet), sociale en politieke ontwikkelingen (zoals we gezien hebben in de Arabische wereld) en economische verschuivingen (zoals de economische crisis in het westen en de bloei in het oosten en het zuiden) bieden zowel kansen als gevaren. Voortdurend scannen van de omgeving, efficiënt gebruik van aanwezige kennis, actieve betrokkenheid bij diverse netwerken, data mining en voortdurende innovatie zijn belangrijke activiteiten in alle geledingen van de organisatie. Korte besluitlijnen maken het mogelijk om snel in te kunnen spelen op veranderingen.
50
51
Risicoanalyse en beheersmaatregelen RISICO
BEHEERSMAATREGEL
Organisatie De strategieontwikkeling voor het nieuwe beleidsplan loopt parallel met een ingrijpende reorganisatie en bezuiniging van de Wereldomroep, waarbij honderden ontslagen vallen. De nieuwe top is pas in de tweede helft van 2012 bekend. Dit kan de planning en inhoud van het voorstel beïnvloeden.
BEHEERSMAATREGEL
Mediapartners Het beleidsplan bouwt voort op bestaande sterke punten van de Wereldomroep en is daarnaast gebaseerd op onafhankelijk advies van gerenommeerde instituten (waaronder HCSS).
Een klankbordgroep geeft gedurende de gehele transitie inhoudelijke feedback op het nieuwe beleidsplan zodat – voor zover mogelijk – de belangen van de verschillende afdelingen worden meegenomen en daarmee (toekomstig) draagvlak wordt gecreëerd. De speerpunten van het programmavoorstel worden als ‘randvoorwaardelijk’ meegegeven aan de ‘nieuwe organisatie’.
52
RISICO
De organisatie is onvoldoende in staat zich aan te passen aan de nieuwe situatie.
Een professioneel begeleid verandertraject zal de overgang van ‘oude’ naar ‘nieuwe’ organisatie zo soepel als mogelijk doen verlopen.
De doelstellingen en resultaten blijken te ambitieus geformuleerd, waardoor ze niet volledig kunnen worden gerealiseerd. Te weinig focus, te veel versnippering.
Geleidelijke opbouw activiteiten; intensieve monitoring van en bijsturing op resultaten.
De medewerkers zijn onvoldoende in staat om de jongere doelgroep te bereiken.
Een (online) opleidingsprogramma maakt deel uit van het meerjarenplan. Dit voorziet in de training van medewerkers in het ontwikkelen en toepassen van nieuwe tools en concepten.
De Wereldomroep heeft de interne processen niet tijdig weer op orde en levert daardoor (gedurende een periode) onvoldoende kwaliteit in diensten en producten.
Monitoring en managementrapportages zijn ingebed in de aansturing van de organisatie. Er wordt een kwaliteitssysteem ontwikkeld.
De Wereldomroep is niet tijdig gereed met de aanpassing van de financiële administratie aan de door BuZa en andere donoren vereiste systematiek.
Aanschaf van nieuwe software; aanpassing Administratief Handboek; training van medewerkers.
Mediapartners hebben andere verwachtingen van de Wereldomroep en haken af.
Relatiemanagement is integraal onderdeel van redactiebeleid. Gedegen uitleg en dialoog over nieuw beleid en keuzes.
Er zijn onvoldoende mediapartners in bepaalde doellanden.
Actief benaderen van strategische nieuwe mediapartners, passend bij doelstelling en aanpak.
Mediapartners hebben niet de vereiste capaciteit en kwaliteit om coproducties te maken.
Mediapartners leren de benodigde vaardigheden d.m.v. coaching, twinning en stages (‘learning by doing’).
Gegevens over publieksbereik van mediapartners zijn niet beschikbaar.
Meting door Wereldomroep faciliteren; indien mogelijk meting vastleggen in samenwerkingsovereenkomst.
Financieel/ markt BuZa voert een korting door op het budget voor de Wereldomroep op basis van nieuwe, extra bezuinigingen op de uitgaven voor OS.
Actieve fondsenwerving; diversificatie van financieringsbronnen. Verschillende scenario’s voor een situatie met minder budget.
Onvoldoende budget: de Wereldomroep blijkt onvoldoende in staat additionele financiering te vinden.
Noodzakelijke expertise wordt aangetrokken om fondsenwerving ten behoeve van de Wereldomroep adequaat in de markt uit te rollen. Medewerkers leren de benodigde vaardigheden om voorstellen voor additionele financiering op te stellen. Het programmavoorstel bouwt voor op succesvolle praktijkervaring van de Wereldomroep.
Competitie: andere actoren in de markt hebben een vergelijkbaar concept waardoor aantrekken van geld wordt bemoeilijkt.
De Wereldomroep kiest bewust voor het behouden van haar eigenheid als Nederlandse internationale mediaorganisatie.
53
RISICO
BEHEERSMAATREGEL
Juridisch en wetgeving
RISICO
Veiligheid
De journalistieke onafhankelijkheid van de Wereldomroep is niet meer geborgd in de Mediawet. Hierdoor kunnen donoren invloed proberen uit te oefenen op de content.
Gedragscode vastgelegd in Handvest Wereldomroep.
Lokale wetgeving in de doelgebieden kan de integrale implementatie van het concept bemoeilijken, denk aan telecommonopolies,wettelijke beperkingen op bepaalde content etc.
Beleid en activiteiten worden gebaseerd op diepgaande kennis en ervaring van de Wereldomroep in de betreffende landen en gedegen onderzoek.
De Wereldomroep werkt in ‘niet stabiele’ landen/fragiele staten: de situatie kan dus ineens verslechteren (maar ook verbeteren) waardoor strategie moet worden aangepast.
Veiligheid voor partners/bloggers wordt bedreigd.
Kennisdeling en tools aanbieden om veilig te internetten, blocking en jamming te omzeilen. Veiligheidsprotocol voor samenwerking.
Een corporate communicatiestrategie, waarin het merk Wereldomroep opnieuw geladen wordt, is onderdeel van het beleidsplan. Actief relatiemanagement in Nederland en internationaal.
Veiligheid verslaggevers Wereldomroep wordt bedreigd.
Veiligheidsprotocol en veiligheidstraining voor verslaggevers.
Cyberattack op websites Wereldomroep.
Monitoring van bereikbaarheid websites.
Technisch en infrastructureel Lokale infrastructuur (bv. ‘connectivity issues’) bemoeilijkt succesvolle implementatie.
Het programmavoorstel is gebaseerd op diepgaande kennis en ervaring van de Wereldomroep in de betreffende landen, als ook op gedegen extern onderzoek. De interventiestrategie is gestoeld op de concrete mogelijkheden binnen het betreffende land en (nog) verder aan te passen aan de lokale infrastructuur en operationele context (bv. stedelijk vs. ruraal).
Kennis over en toegang tot korte golf blijft aanwezig binnen Wereldomroep.
Websites van de Wereldomroep zijn te traag, instabiel.
Investering in onderhoud en innovatie sites. Voorkeur voor ‘light sites’.
Overheidsinmenging in doelgebieden in (co) producties Wereldomroep en partners.
Veiligheidsprotocol.
Politieke omwentelingen in kernregio’s vergen verschuiving van prioriteiten of van communicatiekanalen.
Regelmatige update van (media)gegevens over doelgebieden.
Onvoldoende technische capaciteit om het programma door te ontwikkelen en implementeren.
Waar nodig worden medewerkers getraind in het ontwikkelen en toepassen van nieuwe tools en concepten. Mediapartners leren de benodigde vaardigheden d.m.v. coproducties, twinning en stages (‘learning by doing’) Voor zeer specifieke technische kennis wordt externe expertise ingehuurd.
Apparatuur van mediapartners gaat verloren of wordt vernield in crisissituaties.
Actief beschikbaar houden van “Radio in a Box”.
Politieke tegenwerking in doelgebieden (censuur vs. ‘free voice’), waardoor kanalen van de Wereldomroep geblokkeerd kunnen worden.
Beleid en activiteiten worden gebaseerd op diepgaande kennis en ervaring van de Wereldomroep in de betreffende landen en gedegen onderzoek. Ontwikkeling van strategieën en tools (met partners) om blocking en jamming te omzeilen.
Stopcriteria formuleren en toepassen.
54
Budget voor noodsituaties alloceren. Nauwlettend ‘monitoren’ van de veiligheidssituatie en ‘emergency preparedness’. Actief beschikbaar houden van “Radio in a Box”.
Politiek Niet voldoende politieke en maatschappelijke steun in Nederland.
BEHEERSMAATREGEL
55
11.
Duurzaamheid De Wereldomroep is een mediaorganisatie. De activiteiten van de Wereldomroep zijn primair gericht op het - samen met partners en doelgroep - produceren en verspreiden van content. De Wereldomroep levert daarbij content aan partners die lokaal niet geproduceerd kan of mag worden. Het begrip duurzaamheid krijgt in deze context een andere invulling dan bij de meeste ontwikkelingsorganisaties. Het zal in veel doellanden voor de partnerorganisaties onmogelijk zijn om bepaalde content op termijn zelf te gaan produceren vanwege wettelijke beperkingen of maatschappelijke taboes. Duurzaamheid van de interventies wordt dan ook vooral gezocht in verankering van een ‘cultuur van het vrije woord’ onder de partners en de doelgroepen. Bij de partners gaat het daarbij bijvoorbeeld om het overnemen van een format en werkwijze waarbij diversiteit van meningen en standpunten het uitgangspunt is. Bij eindgebruikers zien we duurzaam resultaat als zij een platform of een wiki grotendeels met eigen content kunnen en durven te vullen. In het logical framework is een tweetal resultaten geformuleerd op het gebied van duurzaamheid.
Direct publiek
Voor het directe publiek zien wij die verankering in het binden en verbinden van de bezoekers aan onze eigen platforms. Dit doen we in de eerste plaats door hen in de vorm van cocreatie actief te betrekken bij de productie van content en door in te spelen op hun vragen en informatiebehoeften. Op basis van aangetoonde behoeften onder de doelgroep ontwikkelt en faciliteert de Wereldomroep platforms rond specifieke thema’s en onderwerpen of gericht op specifieke doelgroepen, waarop bezoekers een actieve bijdrage leveren. De Wereldomroep stimuleert op deze platforms de conversatie met en interactie tussen gebruikers. Op deze wijze vormt zich rond een platform een informeel netwerk van gebruikers, waarbij de Wereldomroep steeds meer op de achtergrond blijft. Uiteindelijk zijn het de gebruikers zelf die content leveren, elkaar van informatie voorzien en tips geven. Een platform of wiki die door de doelgroep en/of een netwerk voortgezet wordt, is duurzaam verankerd en heeft de Wereldomroep niet meer nodig. Voor doelgroepen in sterk repressieve omgevingen kan de Wereldomroep in samenwerking met anderen een veilige omgeving aanbieden waarin tips en trucs worden uitgewisseld om censuur en blokkades te omzeilen. Men kan hier leren van elkaars ervaringen, strategieën en instrumenten. Maar men kan ook elkaar ondersteunen en van dienst zijn met advies of hulp. De Wereldomroep is als internationale mediaorganisatie in de gelegenheid om mensen op het web veilig met elkaar in contact brengen, door lands- en taalgrenzen heen, zodat ze elkaar kunnen inspireren.
56
Mediapartners
De Wereldomroep werkt in de gebieden waar dat mogelijk is intensief samen met preferente mediapartners in de productie en verspreiding van content. Deze aanpak leidt tot coproductie van audio, video of tekst die de eigen kleur en ‘feel’ van de lokale mediapartner hebben. Formats die door de Wereldomroep zijn ontwikkeld worden samen met mediapartners verder ontwikkeld en ingevuld. Als partners een format dat gezamenlijk is ontwikkeld, overnemen in hun eigen media-aanbod is sprake van duurzaamheid. De Wereldomroep hanteert een hoge standaard voor journalistieke kwaliteit. Door coaching, twinning en stages kunnen preferente mediapartners hun vaardigheden versterken en deze verankeren in hun eigen organisatie. Overigens is dit ook voor de Wereldomroep van belang: door te leren van de partners en deze lessen in de eigen praktijk te verankeren, verbetert de Wereldomroep de eigen organisatie. De Wereldomroep zet zich actief in om zijn (media-)partners op regionaal niveau met elkaar in contact te brengen, zodat zij elkaar kunnen ondersteunen en versterken bij het verbeteren van hun positie in de regio. Ook partnernetwerken rondom bepaalde thema’s of onderwerpen kunnen worden gefaciliteerd.
Duurzaamheid eigen organisatie
De komende jaren zijn voor de Wereldomroep cruciaal. Er zal aantoonbare impact behaald moeten worden met minder middelen. Daarvoor zijn een aantal randvoorwaarden: een flexibele, resultaatgerichte organisatie, een intensievere relatie met partners en doelgroep en een positief imago bij stakeholders, en – last but not least – additionele financiering. De Wereldomroep is voortdurend op zoek naar innovaties om content efficiënter of effectiever te produceren en naar de doelgroep te distribueren. Om de duurzaamheid van de eigen organisatie te vergroten, investeert de Wereldomroep in capaciteitsversterking van de eigen organisatie door een organisatieontwikkelingstraject en een (online) opleidingsprogramma. Als onderbouwing hiervoor is een capaciteitsanalyse uitgevoerd met betrekking tot middenmanagement en medewerkers van de nieuwe Wereldomroep. Hieruit blijkt dat veel van de voor de nieuwe strategie benodigde competenties voldoende beschikbaar zijn, onder meer doordat de Wereldomroep al sinds 2009 een op nieuwe media gericht opleidingsprogramma voert. Vaardigheden als schrijven voor internet, camerajournalistiek, webvideo en –audiojournalistiek zijn ruimschoots aanwezig. Op een aantal gebieden is een investering in capaciteitsversterking gewenst in de vorm van opleiding of training. Daarnaast zal de aandacht vooral uitgaan naar verduurzaming van kennis en vaardigheden door middel van kennisdeling. Deze elementen vormen de leeragenda voor de Wereldomroep. Doel is dat alle medewerkers eind 2013 in (ruim) voldoende mate over alle voor hun functie noodzakelijke competenties beschikken.
57
Leeragenda In de komende periode zal de versterking van de volgende vaardigheden en capaciteiten aandacht krijgen: Projectmatig werken: in wisselende projectteams programmaformats ontwikkelen en uitvoeren op basis van gestelde resultaatdoelstellingen, binnen kaders van tijd, budget en kwaliteit. Resultaatgericht leidinggeven: aansturen, aanspreken, begeleiden en coachen van mediaprofessionals aan de hand van vastgestelde resultaatdoelstellingen. Cocreatie: leren om in samenwerking met partners en leden van de doelgroepen nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Community management: het kweken en onderhouden van een band tussen de organisatie en de verschillende doelgroepen (communities), voornamelijk middels sociale media. Social media marketing, specifiek gericht op de doelgebieden. Search engine optimization: kunnen lezen en toepassen van gegevens uit Google Analytics, Facebook statistieken enz. Fondsenwerving: actief zoeken naar externe financiering en, met behoud van journalistieke onafhankelijkheid, initiëren van kansrijke extern te financieren programmavoorstellen. Lerende organisatie De Wereldomroep streeft ernaar een lerende organisatie te worden. Dat houdt onder meer in dat capaciteitsversterking niet beperkt blijft tot individuen, maar dat nieuwe competenties (kennis, vaardigheden) gedeeld worden binnen en tussen teams. Om dit mogelijk te maken wordt nog in 2012 een programma rond kennisdeling opgestart, in samenhang met het cultuurveranderingstraject. Belangrijk is het verder uitwerken van mentor-mentee-begeleiding op de werkvloer: meer en minder ervaren collega’s (op verschillende gebieden) worden gekoppeld en gedurende een bepaalde periode begeleid om tot optimale overdracht te komen. Daarnaast wordt intervisiebegeleiding ingezet, waarbij de redactionele teams gedurende een bepaalde periode worden begeleid om tot succesvolle intervisie te komen. Een digitaal leerplatform brengt (vraag en aanbod van) kennis en vaardigheden bij elkaar gebracht en maakt deze toegankelijk via het sociaal intranet. Als vierde onderdeel zal een ‘train de trainer’-traject worden geïmplementeerd, waarbij een aantal mensen de vaardigheden en kennis aanleert om hun collega’s, ook bij mediapartners, te trainen en/of te coachen.
Bijlage 1
Handvest Wereldomroep
Een hoge mate van zichtbaarheid zowel binnen als buiten Nederland, actieve deelname aan (internationale) netwerken en discussies binnen de sector vormen een integraal onderdeel van het activiteitenplan. Hiervoor is samenwerking met kennisinstituten, internationale omroepen of mediaorganisaties en maatschappelijke organisaties onontbeerlijk. Door strategische samenwerking kan specialistische kennis en kunde toegankelijk blijven voor de Wereldomroep en ingezet worden ten behoeve van doelgroepen in de doelgebieden.
58
59
HANDVEST RADIO NEDERLAND WERELDOMROEP Een betrouwbare en pluriforme journalistiek is van groot belang voor een democratische samenleving. Zonder geïnformeerde burgers en een vrije uitwisseling van ideeën kan een democratie niet goed functioneren. In een open samenleving komt de journalist het recht op vrije nieuwsgaring toe. Tegenover dat recht staat de verantwoordelijkheid om waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier te werken. Het publiek en de mediapartners van de Wereldomroep moeten er op kunnen vertrouwen dat onze journalistieke keuzes en beslissingen niet beïnvloed worden door politieke of commerciële druk of door persoonlijke belangen. De primaire taak van de Wereldomroep is het verspreiden van het vrije woord. Dat kan alleen op een geloofwaardige manier als de journalistieke onafhankelijkheid van de Wereldomroep gewaarborgd is. Het recht van de Wereldomroep om zijn taak uit te voeren in volledige journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid is gebaseerd op artikel 7 van de Nederlandse grondwet, waarin de persvrijheid is vastgelegd.
De Wereldomroep heeft geen binding met enige politieke of levensbeschouwelijke groepering, anders dan dat zij op journalistieke wijze aan deze groeperingen aandacht besteedt. De Wereldomroep neemt geen materiële of immateriële vergoedingen aan die bedoeld zijn berichtgeving te beïnvloeden, te bevorderen of tegen te gaan.
Financiering De Wereldomroep ontvangt met ingang van 2013 kernfinanciering van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast kan en mag de Wereldomroep andere financieringsbronnen aanboren. De onpartijdigheid en integriteit van de Wereldomroep mogen niet worden gecompromitteerd door externe relaties en/of financiering. Dat betekent dat de Wereldomroep geen gelden accepteert van organisaties waarvan de activiteiten vragen kunnen oproepen met betrekking tot de objectiviteit en de journalistieke onafhankelijkheid van de Wereldomroep. De Wereldomroep is te allen tijde gehouden om inzicht te geven in de manier waarop de kernfinanciering van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en andere financieringsbronnen zich tot elkaar en tot het geheel van het budget verhouden.
Om de onafhankelijkheid te borgen is dit Handvest opgesteld, mede gebaseerd op het Charter en de Broadcasting Agreement van de BBC World Service en op richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), en het redactiestatuut. Onafhankelijkheid De Wereldomroep is onafhankelijk in het tot stand brengen, produceren en publiceren van zijn content op alle mogelijke platforms (inclusief de manier en het moment waarop deze wordt gedeeld) en in alle aspecten van zijn bedrijfsvoering. De Wereldomroep bepaalt wat de meest efficiënte en effectieve manier is om zijn producten en diensten te delen en te verspreiden. De Wereldomroep heeft een redactiestatuut waarin de redactionele richtlijnen, waarden en standaarden zijn vastgelegd. De Wereldomroep hecht aan fundamentele waarden en grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, het handhaven van de rechtsstaat en de eerbiediging van de individuele waardigheid, ongeacht afkomst, ras, geslacht of seksuele geaardheid. De Wereldomroep streeft bij de uitvoering van zijn werk onpartijdigheid na, zowel in berichtgeving als in analyse. De Wereldomroep laat zich leiden door de uitgangspunten van journalistieke zorgvuldigheid en evenwichtigheid. De Wereldomroep verricht zijn werk in onafhankelijkheid en vermijdt (de schijn van) belangenverstrengeling.
60
61