2
Voorwoord
De zomer lonkt, nog even en dan is het weer voorbij. Het lange werkjaar zit er bijna op. We gaan elk weer voor ‘n tijdje onze eigen weg: thuis of op vakantie, met familie of vrienden… Wat afstand nemen van het werk, van de snelheid van het dagelijks leven. In dit nummer: Voorwoord
2
Nieuws Gebruikersraden
3
Strategisch beleidsplan
5
CVI-project
7
Masterplan
9
Vrijwilligerswerking
10
De parkeerkaart
12
Interscholentornooi
13
CVI-boek
14
Gezonde levensstijl
15
Als ik terugkijk, voel ik me blij en dankbaar. Blij om de aangename ontmoetingen doorheen het jaar, blij om te zien dat vele kleine en grote stappen voorwaarts werden gezet, blij om de vele fijne momenten en om wat we samen hebben bereikt. Zeer dankbaar wens ik jullie allen een verdiende en deugddoende zomer toe!
Zorgcomfort & vroegtijdige zorgplanning
17
Dromen, durven, doen
19
Sportieve jongeren
21
Wist je’t al?
23
Ann Gaublomme, Algemeen directeur.
NIEUWS VAN DE GEBRUIKERSRADEN MPI EN NURSINGTEHUIS Periode december 2012 – mei 2013
Sedert de vorige editie van ‘Binnen en Buiten’ kwamen beide gebuikersraden samen in afzonderlijke vergaderingen op 23 mei 2013 voor het Nursingtehuis en op 28 mei 2013 voor het MPI. Hierbij vindt u een samenvatting van de belangrijkste thema’s die aan bod kwamen.
Masterplan – Stand van zaken De directie geeft een stand van zaken omtrent het masterplan. Gestart wordt met het vernieuwen van de leidingen voor de nutsvoorzieningen op de campus en het plaatsen van bijkomende isolatie in het hoofdgebouw. Begin juli 2013 wordt gestart met het afbreken en het bouwen van een woning voor 10 jongeren in Tervuren. De start was eerder gepland maar de goedkeuring door het VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) is pas toegekomen einde mei. De bedoeling is via begeleid wonen deze jongeren te trainen naar meer zelfstandigheid. Zij zullen les blijven volgen op de campus van het Centrum Ganspoel maar deelnemen aan allerlei activiteiten in Tervuren. De voltooiing van de woning is voorzien tegen het einde van de zomer 2014. Op de campus van Ganspoel wordt gewerkt aan fase 1 van het bouwplan. Bedoeling is om rond een centraal pleintje één woonwereld te creëren voor alle volwassenen. Drie duowoningen zullen worden gebouwd voor het opvangen van zes leefgroepen. Hiervoor zullen ‘de villa’ en de woning van de leefgroep Tuytzicht worden afgebroken, wat resulteert in een tijdelijke verhuis van vier leefgroepen. Twee leefgroepen kunnen gebruik maken van de gebouwen van het voormalige rusthuis (Klooster) in Overijse en de twee andere leefgroepen verhuizen naar leefgroep Traphuis en de oude home. Aan de problemen die zijn ontstaan bij woning 16 en 17 van de volwassenen wordt gewerkt.
Sanctiebeleid De sociale dienst licht toe dat binnen het Centrum Ganspoel een werkgroep werd opgericht om alle gegevens samen te bundelen omtrent het sanctiebeleid. Nu zit deze informatie vaak verspreid over verschillende documenten en de bedoeling is deze tot één geheel samen te brengen. Het gaat hier over de aanpak van problemen die kunnen ontstaan rond het opvangen van personen met moeilijk hanteerbaar gedrag of het plaatsen van personen in afzondering. Steeds zal daarbij vertrokken worden vanuit de visie van de rechten van het kind/bewoner. Zowel ouders als werknemers hebben behoefte aan duidelijke richtlijnen en procedures. Monsheide - Bevraging Op vraag van gebruikers werd gezocht naar een mogelijk samenwerkingsverband met andere instellingen in de provincie Antwerpen of Limburg. De bedoeling is volwassenen dichter bij huis op te vangen. Een mogelijke partner werd gevonden in de vzw Monsheide in Peer waar momenteel 50 volwassenen verblijven. Na bezoek door de directie, leden van het personeel en leden van de Raad van Bestuur blijkt dat deze instelling op dezelfde golflengte zit als het Centrum Ganspoel en dat een mogelijkheid bestaat om een afdeling van Ganspoel op te richten in Peer. Dit wil zeggen met professionelen aangestuurd vanuit Ganspoel, zodat er geen kwaliteitsverlies zal zijn en de geest van Ganspoel overgebracht wordt naar Peer. Binnenkort zal gestart worden met het uitsturen van een vragenlijst om te polsen naar gebruikers die geïnteresseerd kunnen zijn in deze mogelijk nieuwe vestiging. Uit deze resultaten zal moeten blijken of het aangewezen is een verdere samenwerking te overwegen.
4
Financieel jaarverslag 2012 Zoals de reglementering het voorschrijft werd de jaarrekening (balans en resultatenrekening) voor het boekjaar 2012 toegelicht door de directie. Het boekjaar wordt afgesloten met een positief resultaat en de voornaamste activa- en passivaposten en kosten- en opbrengstenrekeningen worden toegelicht. Uit de balans blijkt dat de materiële vaste activa zijn gedaald. Dit betekent dat er tijdens de voorbije periode meer afschrijvingen werden geboekt dan er werd geïnvesteerd in vaste activa. De volgende jaren zullen de materiële vaste activa opnieuw stijgen en dit door de uitvoering van het masterplan. De immateriële vaste activa zijn gestegen door de aankoop van diverse software programma’s. De waarde van de voorraden is gestegen. Dit is vooral te wijten aan de grote voorraad stookolie gewaardeerd aan een hogere prijs. De waarde van de vorderingen op ten hoogste één jaar is eveneens gestegen door latere uitbetalingen van de voorschotten op de dagprijs door het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap). Ook de geldbeleggingen en liquide middelen zijn gestegen. Zoals elk jaar blijkt uit de resultatenrekening ook duidelijk het groot aandeel van de personeelskosten. De kosten voor energieverbruik blijven stijgen. In de loop van volgend jaar worden de nodige investeringen uitgevoerd om hieraan te verhelpen. Als besluit kan worden gezegd dat de financiële situatie van Ganspoel gezond blijft. Dit blijkt ook uit de analyse van de jaarrekening aan de hand van ratio’s (liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit, continuïteit, cashflow, …).
Varia • Op vrijdagavond 18 oktober 2013 zal het 85jarig bestaan van het Centrum Ganspoel worden gevierd in zaal de Kronkel in Huldenberg. • De sociale dienst doet een oproep naar vrijwilligers om mee de gedachtenisviering te helpen organiseren. Wegens pensionering van een personeelslid komt men handen te kort en had men graag een breder publiek aangetrokken. Personen die hiervoor interesse hebben kunnen zich steeds aanmelden bij Greet Vanmessom. • Vanuit de sociale dienst wordt gepolst of er eventueel interesse is om een infodag te organiseren. Dit omtrent de problemen die kunnen ontstaan vanaf de bestelling tot en met de aflevering van nieuw orthopedisch materiaal of wanneer herstellingen noodzakelijk zijn. Een verkeerde opmeting of administratieve fout veroorzaakt vaak vertraging. Bedoeling is producenten van orthopedisch materiaal uit te nodigen om de manier waarop zij werken uiteen te zetten. Tevens zal algemene informatie worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld het bedrag dat wordt terugbetaald door de ziektekostenverzekering of om de hoeveel jaar men recht heeft op vernieuwing met tussenkomst.
In naam van alle leden van beide gebruikersraden wens ik jullie een prettige vakantie. Eddy Mercy, Secretaris GR-NT en lid GR-MPI.
STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2012-2017: STAND VAN ZAKEN… In 2011 bereidde een werkgroep, met vertegenwoordigers uit alle afdelingen en teams, het strategisch beleidsplan van Ganspoel voor. Hiervoor werden verschillende betrokkenen bevraagd: gebruikers, personeel, bestuurders, collega-voorzieningen, enz. Het strategisch beleidsplan bestaat uit 7 doelstellingen, die we tegen eind 2017 willen realiseren. Hoever staan we hier nu mee? Tegen eind 2017 willen we een systematisch ondersteuningstraject van iedere gebruiker garanderen (strategische doelstelling 1). Om meer zorg op maat te bieden aan de cliënt en een flexibeler zorgaanbod te realiseren, werden ook binnen het VAPH proefprojecten ‘multifunctionele centra’ opgestart. Het doel van de multifunctionele centra is om naadloze overgangen tussen werkvormen en tussen residentiële en (semi-)ambulante hulpverlening mogelijk te maken, waarbij snel kan worden ingespeeld op de evolutie van de hulpvraag van de cliënt. Ganspoel dient dus rekening te houden met deze toekomstige regelgeving van multifunctionele centra, die we tegen 2015 moeten implementeren. De leden van het directieteam volgen de huidige ontwikkelingen nauw op en de directeur van KI Woluwe, een voorziening die reeds ingestapt is in het proefproject MFC, kwam zijn bevindingen toelichten op de directieraad. Het team van orthopedagogen streeft er naar om medewerkers te sensibiliseren en te ondersteunen in het opvolgen van doelstellingen uit het individueel handelingsplan. Om tegen eind 2017 inclusie te bevorderen en zorg en begeleiding, kennis en ervaring uit te dragen (strategische doelstelling 2), doet Ganspoel onderzoek rond de haalbaarheid van decentralisatie van volwassenen. Ganspoel legde contacten met enkele voorzieningen in andere provincies, waaronder Home Monsheide te Peer, een voorziening voor volwassenen met een matig/ernstige verstandelijke beperking. De Raad van Bestuur
van Ganspoel en Monsheide hebben ondertussen de mogelijkheden voor een verdere samenwerking bekeken en gaan principieel akkoord (onder een aantal voorwaarden) tot het opstellen van een actieplan. Het betreft de mogelijke opstart van 10 handicapspecifieke plaatsen nursingtehuis. Ganspoel organiseert deze zomer, bij wijze van steekproef, een bevraging naar de wensen van ouders in verband met handicapspecifieke opvang voor hun volwassen zoon of dochter, dichter bij de eigen thuisomgeving. Op basis hiervan wordt beslist over een verdere aanpak. De toekomst zal uitwijzen of dit kan gerealiseerd worden. Ook wordt er, onder leiding van de directie van het BuBao en door de betrokken werkgroep, jaarlijks gezocht naar structurele middelen voor de verdere uitbouw van het Ambo-project. Ambo staat voor Ambulante Begeleiding in het Buitengewoon Onderwijs. Voor het schooljaar 2012-2013 kregen we 11 uren toegewezen vanuit het Kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs. Spijtig genoeg zijn dit nog steeds geen structurele middelen. Blijvend sensibiliseren via verschillende kanalen en aandacht vragen op het Kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs is nodig. Omwille van het opschuiven van de begrotingscontrole van de Vlaamse Regering, hebben we even moeten wachten op de definitieve toekenning van subsidies voor het bouwen van de nieuwe woning in Tervuren. Ondertussen hebben we een positieve beslissing van het VIPA ontvangen. We hopen dat er in de zomer gestart kan worden met de afbraak van de huidige woning. De aannemer voor de afbraak en nieuwbouw is toegekend. De leefgroep- en teamwerking op de campus zijn reeds afgestemd op het decentraal wonen, inhoudelijke doelen werden uitgeschreven. Ten slotte werden er al verschillende initiatieven ondernomen door de algemene directeur om de bereikbaarheid van Ganspoel te verbeteren. Momenteel zijn er 56 elektrische fietsen in gebruik door medewerkers en is er extra doucheruimte voorzien. In september zal er een
6 fietsenstalling geplaatst worden en vindt er verder overleg plaats tussen Ganspoel, de burgemeester van Huldenberg en de Provincie over de uitbreiding van de fietspaden en het fietsknooppuntennetwerk. Ook om de werkdruk tegen eind 2017 beheersbaar te maken (strategische doelstelling 3), werden verschillende acties ondernomen. De kwaliteitscoördinator maakte een overzicht van geplande groeiprojecten per discipline/dienst/team, gekoppeld aan de deelname aan werkgroepen. Dit overzicht werd besproken op het directieteam, met als doel dat leidinggevenden/diensthoofden, samen met de diensten/teams, prioriteiten in groeiprojecten mee bepalen en mee de grenzen bewaken. De algemeen directeur vraagt, waar mogelijk, subsidies aan, zodat zoveel mogelijk projecten kunnen doorgaan met extra personeelsomkadering. Via coaching gesprekken willen leidinggevenden het evenwicht tussen draagkracht en draaglast bevragen bij medewerkers en indien nodig ondersteuningsacties bepalen. Eveneens bewaakt de algemeen directeur de ‘zorgbreedte’ van onze voorziening door hier bij de verschillende thema’s op de directieraad bij stil te staan. (Hoe ver reikt de zorg of verantwoordelijkheid van Ganspoel? Waar ligt onze grens?). In het kader van het organiseren van cursussen rond timemanagement, is er een bevraging gebeurd bij de verschillende diensten/disciplines. Thema’s die terug komen zijn: Hoe kan ik efficiënter vergaderen? Hoe kan ik mijn agenda en mails beter beheren? Hoe kan ik mijn takenpakket beheersbaar houden? Als antwoord op deze bevraging, wordt volgend schooljaar een vorming rond ‘efficiënt vergaderen’ gepland en wordt een cursus rond ‘Outlook’ voorbereid voor het schooljaar erna. Binnen Ganspoel streven we naar een VTObeleid ‘op maat’ (strategische doelstelling 4). De specifieke zorgvragen van de cliënten veronderstellen zeer specifieke expertise bij de
verschillende teams. Elk multidisciplinair team heeft een VTO-plan 2012-2014 op maat. De VTO-actieplannen van alle multidisciplinaire teams worden jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De jaarlijkse referatendagen vinden plaats in het eerste trimester. Daarnaast streven we naar een optimale werking van het expertisecentrum (strategische doelstelling 5). We hopen dat medewerkers bereid blijven om hun expertise uit te dragen. In het kader hiervan wordt een samenwerking met vzw Zorg-Saam uitgeprobeerd. Om noodzakelijk geachte ICT toepassingen doordacht uit te voeren (strategische doelstelling 6), was de opzet een werkgroep op te richten die een visie rond ICT zou uitwerken. Door omstandigheden wordt dit uitgesteld tot 2014. We zijn blij vast te stellen dat reeds vele medewerkers actief CCD (Centraal Cliëntendossier) gebruiken. De kerngroep CCD heeft, vanuit een analyse, enkele acties ondernomen om medewerkers hierbij te ondersteunen: aangepaste handleiding, toelichting op TC-vergadering, aanpassingen aan de dossiers van sommige disciplines, … Ten slotte waakt de algemeen directeur en de financieel & logistiek directeur er over dat alle bouw- en verbouwingswerken binnen de krijtlijnen van het masterplan passen (strategische doelstelling 7). Er is onderzoek gedaan naar technieken (glasvezelnet en stroomkabel, gas en water) en er zijn contacten geweest. Deze zomer worden nieuwe nutsvoorzieningen op de campus voorzien en zal het dak van het hoofdgebouw geïsoleerd worden. Bovendien is er een principieel akkoord met Vlabinvest dat twee leefgroepen tijdens de verbouwingen tijdelijk in de vroegere gebouwen van het OCMWrusthuis van Overijse kunnen verblijven. Vanuit zowel inhoudelijke als praktische overwegingen, zal een deel van de school ter plekke georganiseerd worden. Verschillende interne werkgroepen bereiden de inhoudelijke organisatie, de nodige infrastructurele en logistieke aanpassingen voor. Katelijne Domen, Kwaliteitscoördinator.
CVI-PROJECT: TESTING VAN EEN CEREBRAAL VISUELE INPERKING (CVI) OP JONGE LEEFTIJD In september 2010 startte Centrum Ganspoel vzw een onderzoek naar het ontwikkelen van een testbatterij om een Cerebrale Visuele Inperking (CVI) bij kinderen jonger dan 3 jaar te kunnen vaststellen. Via dit artikel breng ik u op de hoogte van de huidige stand van zaken. Kinderen met een cerebrale visuele inperking hebben problemen met kijken. Hun ogen zijn intact, maar hun hersenen hebben één of meer problemen om de visuele informatie te verwerken. Zo benoemt een persoon met CVI afbeelding 1 bijvoorbeeld als een huis, afbeelding 2 als een hond en afbeelding 3 als een boom. Het is dan ook niet moeilijk te begrijpen hoe CVI een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling. Omwille van het feit dat de ogen (voldoende) goed werken, kunnen deze problemen niet door een bril verholpen worden.
De G.CVI.Tods bestaat uit een aantal kijk- en doe-opdrachtjes. Het kind krijgt bijvoorbeeld 4 onderscheiden afbeeldingen te zien (zie afbeelding 4) of een visueel drukke situatieprent (zie afbeelding 5) en hij/zij antwoordt op de vraag ‘waar is de lepel?’ door deze aan te wijzen of door in de richting van het voorwerp te kijken. We onderzoeken ook de grootte van het gezichtsveld van het kind en of het kind een bewegend voorwerp met de ogen kan volgen.
Afb. 4. Visuele herkenning ‘lepel’
Afb. 1. hondenhok
Afb. 2. leeuw
Afb. 3. lepel
Door moeilijkheden met het testen van jonge kinderen wordt de diagnose van CVI vaak miskend of vertraagd en is diagnose in deze groep tot op heden hoofdzakelijk gebaseerd op gedragsobservaties. Het doel van dit project is om testmateriaal te ontwikkelen om CVI vroegtijdig te kunnen opsporen en tijdig bij te sturen. Op deze manier kunnen kinderen met (het vermoeden van) CVI vroegtijdig ondersteund en begeleid worden en verbetert hun toekomstperspectief. Onder leiding van Prof. Dr. Els Ortibus, samen met een team van interne en externe specialisten en met de financiële steun van de Stichting Marguerite-Marie Delacroix, is de eerste fase van het onderzoek afgerond. We hebben de testbatterij ‘G.CVI.Tods’ ontwikkeld. De naam verwijst naar Ganspoel, Cerebraal Visuele Inperking en Toddlers (kleuters).
Afb. 5. Visuele herkenning ‘lepel’
We hebben de G.CVI.Tods afgenomen bij kinderen van 18, 24 en 30 maanden met een normaal verlopende ontwikkeling. Op deze manier beschikken we over geldige normen voor de normale ontwikkeling. Bovendien toont ons onderzoek aan dat de testbatterij op alle leeftijden betrouwbaar en valide is. Bij kleuters van 18 maanden was de aandacht en concentratie voor de opdrachten wel nog veeleer beperkt en het herkennen van afbeeldingen was voor veel van deze kleuters nog moeilijk. Verder onderzoek is dan ook
8 nodig om een testinstrument te ontwikkelen om 18 maanden oude kleuters te kunnen onderzoeken. In een volgende fase van ons project zullen we kinderen met een vermoeden van CVI en kinderen met een andere beperking (bv. kinderen met een oogaandoening) met de G.CVI.Tods testen. De testresultaten van deze kinderen kunnen dan vergeleken worden met de resultaten van kinderen met een normaal verlopende ontwikkeling. Op deze manier
willen we onderzoeken of kinderen met CVI effectief anders presteren op de testbatterij en dus door middel van de G.CVI.Tods onderscheiden kunnen worden. Om deze tweede fase te kunnen verwezenlijken hebben we een nieuwe subsidieaanvraag ingediend bij de Stichting Marguerite-Marie Delacroix. De bedoeling is dat de G.CVI.Tods in de toekomst in alle CVI-centra in Vlaanderen gebruikt kan worden. Katrijn Van Parijs Onderzoekscoördinator CVI-project
25 OKTOBER 2013 INFORMATIEDAG ROND DE VISUELE FUNCTIES Het visueel functioneren is een boeiend maar complex gegeven. Vanuit de interne werkgroep visus groeide het idee om hieromtrent een informatiedag te organiseren. Voor wie? Ouders van slechtziende kinderen, jongeren en bewoners. Ook grootouders van de kinderen en jongeren en volwassen broers en zussen van de bewoners zijn welkom. Wat kan je verwachten? In een eerste deel willen we de opbouw van het visueel systeem en de visuele functies toelichten en illustreren aan de hand van voorbeelden en beeldmateriaal. Nadien willen we met de deelnemers in groepjes ervaringen delen. Waar en wanneer? In Centrum Ganspoel Op vrijdag 25 oktober 2013 van 10 tot 14 30 uur. Van harte welkom! Uitnodiging met inschrijfstrook volgt later nog.
MASTERPLAN 2012 - 2040
Dat in Ganspoel wordt gebouwd en verbouwd, is niet nieuw. Dat er zoveel tegelijk te gebeuren staat, misschien wel. Een overzichtje! Energie In Ganspoel werd altijd wel gebouwd en verbouwd. We zochten steeds naar oplossingen die efficiënt waren en liefst niet al te veel middelen opslokten. Deze werkwijze was echter aan zijn maximale capaciteit gekomen. Het werd tijd voor een fundamentele aanpak. Deze zomer nog wordt de hele campus voorzien van nieuwe leidingen: gas, water, elektriciteit, telefoon, internet, oproepsysteem. Huizen worden gefaseerd aangesloten. Het oproepsysteem, dat vooral voor de nachtploeg een betrouwbare hulp moet zijn, laat toe dat we per kamer bepalen welke geluiden we als signaal labelen. Zo willen we de veiligheid ‘s nachts nog vergroten. Ook het dak van het hoofdgebouw en de lagere school wordt deze zomer geïsoleerd. Dit zou een ernstige besparing moeten opleveren op de energiekosten. We kiezen met deze maatregelen ook voor duurzaamheid. Schoolgebouw Voor gebouw 53 werd op 3 mei een erfpachtovereenkomst afgesloten met de Broeders van Liefde. Deze overeenkomst laat hen toe, als inrichters van het Buso onderwijs op onze campus, om subsidies aan te vragen voor noodzakelijke werken in het schoolgebouw. De klassen en gangen worden opgefrist en de toiletten worden makkelijker toegankelijk gemaakt. Hopelijk lukt dit nog in 2013. Huis in Tervuren Nu de subsidies voor het huis in Tervuren (eindelijk) zijn toegezegd, kan de afbraak van het pand in de Nieuwstraat starten. Het overleg met gemeente, aannemer en architect is begonnen. Deze zomer zouden de
afbraakwerken kunnen beginnen en aansluitend de funderingen. Voor de winter willen we het gebouw winddicht. We houden vast aan september 2014 om het huis in gebruik te nemen. Jongeren, leefgroepbegeleiders, leerkrachten, therapeuten en andere betrokken personeelsleden worden voorbereid op de nieuwe woonst en werkplek. Nieuwe woningen Ondertussen worden de voorbereidingen getroffen voor de volgende fases: de afbraak van 'de villa' en 'Tuytzicht' en de bouw van 3 nieuwe duowoningen. De start hiervan voorzien we vanaf de zomer 2014. Er is een openbare aanbesteding uitgeschreven voor de aanduiding van de architect voor deze fase. Om deze gebouwen te kunnen afbreken, zochten we goede tijdelijke huisvesting voor 4 leefgroepen. Sommigen worden ondergebracht op de campus zelf. Bv. de onderste verdieping van de oude home wordt tijdelijk opnieuw in gebruik genomen. Ook enkele wooncontainers zullen gebruikt worden als slaapkamer of ontmoetingsruimte. Voor 2 andere leefgroepen werd een principeovereenkomst afgesloten voor het gebruik van de gebouwen van het voormalige rusthuis Drogenberg in Overijse. En dit zowel als tijdelijke huisvesting alsook als vestigingsplaats voor de school voor de leerlingen uit deze leefgroepen. Bij de keuze welke leefgroepen waar terecht komen, hielden we rekening met mobiliteit, medische zorgen of de nood aan structuur. Voor kinderen en jongeren, voor ouders en voor personeel, zal het de komende jaren wennen worden. En af en toe zal het vast ook wel eens vervelend of lastig zijn. Maar met de hulp, het geduld en het begrip van allen, bouwen we aan een betere toekomst in Ganspoel! Ann Gaublomme, Algemeen directeur.
10
VRIJWILLIGERSWERKING In de hobbyclub Om de twee weken op dinsdagmiddag is het hobbyclub. Een zestal vrijwilligsters ontvangen dan in de ontmoetingsruimte zeventien bewoners van de verschillende leefgroepen. Om 14 uur is het dan een chaos van jewelste vooraleer iedereen zijn zeg gedaan heeft en op zijn plaats zit. Allemaal vrolijke gezichten, iedereen in blijde verwachting van de koffie en de koekjes, die blijkbaar beter smaken bij ons dan in de leefgroepen. Ondertussen werkt Mark ijverig verder aan zijn latten en heeft een duchtige concurrent aan Danny. Eric houdt leven in de brouwerij met zijn moppen en Paula is vriend met iedereen en breit er op los. Patricia is onze puzzelkampioene, Monica breit sjaals en mutsen voor André en Lies is haantje-de-
voorste in vingerhaken. Nicole maakt een dekentje voor haar poppen zodat ze geen kou vatten en Jeanine vertelt uitbundig of zit stilletjes aan tafel. Alex, Anke en Steven onze stille artiesten, maken met wat hulp mooie tekeningen. Nicole is pomponspecialiste en Christiane kan een aardig deuntje zingen. Vera ‘horen’ we kleuren met overgave. Dit alles heeft plaats onder het waakzaam oog van Kristel. Met Pasen komen de klokken langs en het kerstfeest met taart en geschenkjes mag zeker niet vergeten worden. Ook op tijd en stond een verjaardagskaartje doet hopelijk plezier. De vrijwilligsters van de hobbyclub hopen na 30 jaar activiteit het nog vele jaren te kunnen volhouden. Joselyne Cantryn, Vrijwilligster.
Reeds 16 jaar vrijwilliger in Ganspoel Reeds 16 jaar vrijwilliger: tijd die voorbij gevlogen is! Ik was 12 jaar toen ik voor het eerst in contact kwam met Ganspoel. Toen waren er ook nog zusters op Ganspoel. Een aantal kwamen naar de gezinsviering in Huldenberg. Zuster Amandine is me bijgebleven, die bracht een blind meisje Liesbeth mee. En dit was het begin van een groeiende vriendschap. Zo gebeurde het dat Liesbeth in het ziekenhuis belandde. De zuster had mij toen opgebeld en ik ben haar met mijn peter gaan bezoeken. Op één van de volgende bezoekjes was ze terug naar Ganspoel. Dan ben ik naar daar getrokken en ging op woensdag en soms op zaterdag met haar spelen. Zoveel jaren later wonen we nu in dezelfde wijk en gaan we minstens één keer per maand op stap. Zoals vele vrienden gaan we ergens op bezoek, shoppen samen, naar de film, de bibliotheek of een etentje. Voor mij is ze een echte vriendin geworden.
Hoe ben ik vrijwilliger geworden? In de kerk hadden ze een oproep gelanceerd voor hulp bij kindjes met een beperking, om mee te gaan zwemmen. Ik was toen 16 jaar en het zwemmen op school was afgeschaft. Helaas was het plaatsje al bezet. Ze vroegen wel of ze nog mochten terugbellen. En zie, een week later kreeg ik de vraag of ik het zag zitten om met één kindje in hun zwembad te komen zwemmen. En sindsdien is het zo dat ik nog steeds met veel plezier elke dinsdag van 16u tot 18u in het Parkhuisje vertoef. Ook al zijn ze niet allemaal praatvaardig, de kinderen maken wel duidelijk wat ze wensen. Ik geef ondertussen ook aan twee kindjes individueel extra quality time. Niet meer in het zwembad maar wel met een wandeling, trampoline springen, snoezelen, op het springkasteel, verhaaltje vertellen,…
Wat is de grootste verandering in al die jaren? De zusters die terug zijn naar hun kloostergemeenschap en die we niet meer in het dorp zien. We zien nu kinderen en volwassen bewoners met een beperking die mee komen genieten van het dorpsleven en ook deel uitmaken van de dorpsgemeenschap. De begeleiding voor vrijwilligers is super. De openheid, warmte en vriendschap die is nooit weg geweest. Wendy Bauwens, Vrijwilligster.
12
DE PARKEERKAART: SNELLER AFGELEVERD EN BETER BEVEILIGD TEGEN MISBRUIK. Wie heeft recht? Een persoon heeft recht op een parkeerkaart als: · hij een blijvende invaliditeit heeft van 50% of meer aan de onderste ledematen, · hij een algemene blijvende invaliditeit heeft van 80% of meer, · bij volledige verlamming of amputatie van de armen, · als zijn gezondheidstoestand zijn zelfredzaamheid of mobiliteit aanzienlijk vermindert. Personen ouder dan 21 jaar moeten 12 punten of meer scoren bij de evaluatie van de handicap door de DG Personen met een handicap of minstens 2 punten op het item mobiliteit. Personen jonger dan 21 jaar moeten minstens 2 punten scoren in de categorie verplaatsing/mobiliteit.
Hoe vraag je de kaart aan? Eenmaal je de beslissing hebt ontvangen van de Directie-generaal Personen met een handicap, en het blijkt dat je recht hebt op een parkeerkaart, moet je zelf het initiatief nemen om ze aan te vragen. Dit gebeurt nooit automatisch. Je belt naar het callcenter van DG Personen met een handicap en je geeft je rijksregisternummer op of je vraagt de parkeerkaart aan via hun website. De pasfoto van je identiteitskaart wordt automatisch gebruikt. Is er geen foto beschikbaar in de Kruispuntbank Sociale Zekerheid, dan krijg je een formulier toegestuurd waar je een foto op
kleeft en terugstuurt naar DG Personen met een handicap. Je kan ook langsgaan in je gemeentehuis voor de aanvraag van een parkeerkaart. Ongeveer vier weken later vind je de parkeerkaart in je brievenbus. Als je de kaart ontvangt, moet je de kaart handtekenen. Wanneer gebruik je de kaart? De parkeerkaart is geldig in de Europese Unie, maar in elke gemeente geeft ze andere rechten. In België geeft de parkeerkaart in de meeste gemeenten recht op gratis parkeren op bepaalde plaatsen. In andere gemeenten kan men parkeren voor onbeperkte duur. In België zijn de voorbehouden parkeerplaatsen steeds voorbehouden voor alle kaarthouders, je hebt nooit een persoonlijke plaats. Een parkeerkaart is niet gebonden aan een voertuig, maar wel aan een persoon met een handicap. Enkel als je parkeert in functie van de verplaatsing van de persoon met een handicap, mag je deze kaart gebruiken. Als de persoon met een handicap overlijdt, dien je de kaart terug te sturen naar DG Personen met een handicap Om misbruik tegen te gaan, staat er een hologram op de nieuwe parkeerkaart waardoor ze veel moeilijker na te maken is. Als je de parkeerkaart verliest of als ze gestolen wordt, en je vraagt een duplicaat aan, dan zal dit exemplaar een nieuw serienummer krijgen. Contactgegevens : Directie-generaal Personen met een handicap Tel : +0800/987 99 Fax : +32 (0)2/509 81 85 Email:
[email protected] http://handicap.fgov.be De sociale dienst
INTERSCHOLENTORNOOI TORBAL Woensdag 24 april was er Interscholentornooi torbal in Brugge. Woluwe, Spermalie en Ganspoel namen deel. Voor Ganspoel speelden Sinan, Key, Jordan, Nicholine, Angie, Pijus en Alexander. Onze eerste match was tegen Spermalie. We kwamen al vlug 3-1 achter. Na wat aanwijzingen van onze coach bogen we dat om tot 3-4. Toen waren Woluwe en Spermalie aan de beurt. Spermalie won. Nu moesten we zelf tegen Woluwe. Die match wonnen we met 9-5! Onze derde match was opnieuw tegen Spermalie. Al vlug liepen we uit tot 7-4. Maar
Spermalie stak een tandje bij en kwam terug tot 7-7. We konden de match gelukkig eindigen met 8-7. Tot slot nog een match tegen Woluwe. Ook die wonnen we met 6-3. Zo zie je maar dat wekelijks trainen met een goede coach, Jean-Claude Meulemans, zijn vruchten oplevert. Moe, maar apetrots, keerden we naar huis met een gouden medaille om onze nek.
Sinan Corlu Leefgroep Traphuis
14
KINDEREN MET CEREBRALE VISUELE INPERKING (CVI) Wat is CVI? Waaraan merk je bij schoolkinderen dat ze CVI hebben? Hoe kunnen ouders, leerkrachten zorgcoördinatoren, therapeuten… deze kinderen helpen? In het boek ‘Kinderen met cerebrale visuele inperking (CVI)’ brengen we inzichten en ervaringen samen van medewerkers van het MPI, de dienst geïntegreerd onderwijs en de thuisbegeleidingsdienst van Ganspoel. Het boek gaat over kinderen met CVI op lagere schoolleeftijd, specifiek over kinderen die in staat zijn tot (een minimumniveau van) schools leren: lezen, schrijven, rekenen, kennis opdoen in het algemeen.
Het eerste deel behandelt de diagnose van CVI als stoornis. Om een goed begrip van CVI te hebben is een basis aan medische informatie belangrijk. We geven daarom uitleg over de definitie van CVI, de anatomie van de visuele banen, oorzaken en bijkomende problemen. Bij de diagnosestelling van CVI onderzoekt een diagnostisch team welke ziekte of aandoening aan de basis ligt van de visuele problemen die een kind ervaart. We bespreken hoe CVI wordt vastgesteld door zo’n team. In het tweede deel bespreken we uitgebreid de visuele functies van kinderen met CVI en het concrete gedrag dat daarmee overeenstemt. Welke problemen zien we op vlak van gezichtsscherpte en gezichtsveld? Kunnen kinderen met CVI ook problemen hebben met
oogbewegingen? Wat weten we over visuele aandacht en over waarnemen van beweging en ruimte? En wat over het herkennen van prenten, gezichten, routes…? Ook visuomotoriek wordt besproken. In deel 3 staan we stil bij de gevolgen van de visuele problemen voor het functioneren in het dagelijks leven. We bespreken het functioneren van kinderen met CVI op een aantal belangrijke domeinen, die bijzonder relevant zijn voor de leeftijdsgroep van schoolgaande kinderen: het schools leren, de sociale en emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van zelfstandigheid. Het vierde deel geeft per ontwikkelingsdomein oplossingen en aanwijzingen om het leren en de ontwikkeling van kinderen met CVI te ondersteunen. We geven adviezen aan begeleiders over hoe ze een ‘coach’ kunnen zijn voor het kind zelf en voor de omgeving. We vertellen hoe gewerkt kan worden aan het aanleren van een goede kijk- en werkstrategie en hoe de omgeving, leer- en spelmateriaal aangepast kan worden. Ook didactische aanpassingen op vlak van lezen, schrijven, rekenen, verwerven van kennis en sportlessen komen aan bod. Tenslotte bespreken we het domein ‘mobiliteit en oriëntatie’. In het vijfde deel kunnen lezers zelf aan de slag en kunnen ze een visueel profiel opmaken voor het kind met CVI dat ze zelf kennen. Het visueel profiel geeft per functioneringsdomein een overzicht van de informatie over de visuele mogelijkheden en problemen van een kind en van de specifieke aanpassingen, oplossingen en compensaties hiervoor. Doorheen het boek staan vragen die helpen bij het invullen van het profiel.
Het boek werd uitgegeven door Garant en is te koop in de boekhandel. Je kan het ook bestellen bij de thuisbegeleidingsdienst en de dienst geïntegreerd onderwijs van Ganspoel. Joke Luyten, Thuisbegeleidster.
GEZONDE LEVENSSTIJL IN GANSPOEL Sinds een aantal jaren bestaat er een werkgroep rond gezonde levensstijl in Ganspoel. Deze werkgroep wou de verschillende teksten en ideeën binnen ons centrum bundelen om tot één gedragen visie te komen. Dit willen we graag toelichten in volgend artikel. Bij ‘een gezonde levensstijl’ denken de meeste mensen direct aan weinig eten en veel sporten, maar niets is minder waar. Het is zeker geen dieet waar we ons moeten houden aan strenge regels en weinig lekkers mogen. Een gezonde levensstijl is een houding. We hanteren de klassieke actieve voedingsdriehoek. Deze bevat alles wat we elke dag moeten eten of doen. De belangrijke zaken uit de voedingsdriehoek willen we even toelichten. We zouden elke dag zeker een half uurtje (1 uur als je jonger bent dan 18 jaar) actief
moeten zijn door te fietsen, wandelen of sporten. Veel water drinken is belangrijk voor het goed verwijderen van de afvalstoffen. Dit kan afgewisseld worden met thee, koffie of light frisdranken met minder dan 6 cal per 100 ml.
Frisdranken, energiedranken en alcohol moeten we proberen te vermijden, ze bevatten veel overbodige calorieën. Onze basisvoeding bestaat uit graanproducten en aardappelen omdat ze zorgen voor aanbreng van koolhydraten die vooral onze energieleveranciers zijn en voor een hele reeks van vitaminen en mineralen. Bij de graanproducten kan je bij voorkeur kiezen voor volkorenproducten, waarbij je extra vezels hebt, wat goed is voor de goede werking van onze darmen Groenten en fruit vormen een essentieel onderdeel van gezonde voeding omdat ze water, meervoudige koolhydraten en voedingsvezels bevatten. En wist je dat wanneer je regelmatig afwisselt in groenten en fruit met verschillende kleuren, je het meeste van de beschermende stoffen opneemt.
Melkproducten zijn een bron van calcium, eiwitten en vitaminen. Aan te raden zijn 3 glazen per dag. Dit is af en toe ook vervangbaar door chocomelk. Yoghurt, karnemelk, pudding en soyadrinks zijn goede alternatieven.
16
Uiteraard mag een dagelijks stuk vlees, of een vervangproduct voor de vegetariërs onder ons, niet ontbreken. Het is een belangrijke bron van eiwitten. 100 gram vlees is echter meer dan voldoende. Je hebt dan je nodige portie ijzer en voedingsstoffen binnen. Vis en eieren behoren ook tot deze groep en zijn goede vervangers van vlees. Opgepast: géén vet eten is ongezond!! Margarine, boter en oliën zijn leveranciers van vele vitaminen en essentiële vetzuren. Een mespunt per boterham en een eetlepel olie per persoon bij het bereiden van de voeding volstaat. Vetten hebben het nadeel dat ze veel calorieën bevatten, 9 cal per gram. Hoe harder een natuurlijk vet is, hoe meer verzadigde vetzuren het bevat. Kies daarom beter voor plantaardige vetten, deze zijn vloeibaar bij kamertemperatuur. Uitzondering hierop zijn kokosolie en palmolie, die zijn plantaardig maar toch hard op kamertemperatuur.
Je moet de totale inname van vetten verlagen maar de inname van onverzadigde vetten verhogen! De laatste groep van de driehoek hebben we eigenlijk niet nodig om te functioneren. Deze bevat vooral alles met veel suiker, alcohol en vet. Het is niet verboden om deze dingen te eten want ze kunnen heel erg smaken. Maar deze moeten met mate worden genomen, nooit meer dan 250 calorieën per dag uit deze restgroep. Nog enkele weetjes: • Naast 3 maaltijden per dag, mag je 3 gezonde tussendoortjes nemen. • Drink 7 glazen water per dag, frisdrank is een feestdrank. • De helft van een warme maaltijd bestaat uit groenten, proef ook eens nieuwe dingen • Eet 2 stukken vers fruit per dag. Gezondheid! Anneleen Wijnants, Kinesitherapeut. Namens werkgroep gezonde levensstijl.
ZORGCOMFORT EN VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING Met de werkgroep zorgcomfort werd in 2002 een visie uitgewerkt omtrent zorgcomfort in Centrum Ganspoel. Deze visie staat uitgeschreven in een visietekst. De visie is ontstaan vanuit de drijfveer om in ons centrum aan iedereen op een deskundige wijze vraaggestuurde kwaliteitsvolle zorg op maat te bieden. We willen deze zorg bieden aan kinderen en volwassenen op de voor de persoon meest aangewezen plaats. We willen dit ook bieden aan kinderen en volwassenen met een ernstig meervoudige beperking, ook aan hen die medisch heel broos zijn en ook aan hen die een neurodegeneratieve aandoening hebben. Bij het streven naar deze zorg op maat moeten we rekening houden met het feit dat dit gebeurt in het kader van een voorziening. Het streven naar kwaliteit van leven staat centraal in onze werking. Het is echter niet altijd gemakkelijk te bepalen wat kwaliteit van leven betekent voor personen met een ernstige meervoudige beperking. De vragen ‘Wat bepaalt de kwaliteit van hun leven?’, ‘Hoe bepalen we de kwaliteit van hun leven’ en ‘Wie moet er beluisterd worden?’ zijn in dit opzicht heel belangrijk. Een handig instrument om een idee te hebben over de levenskwaliteit van mensen met een ernstige meervoudige beperking is de vragenlijst ontwikkeld door de onderzoeksgroep van K. Petry en B. Maes (orthopedagogie, KULeuven). De belangrijkste peilers die daarbij gebruikt worden om kwaliteit van leven bij mensen met een meervoudige beperking na te gaan zijn: • materieel welbevinden • lichamelijk welbevinden • socio-emotioneel welbevinden • communicatie en invloed kunnen hebben • mogelijkheden tot ontwikkeling • deelnemen aan activiteiten.
groep kinderen en volwassenen moeten we immers het zwaartepunt in de ondersteuning verleggen van streven naar verdere ontwikkeling naar ondersteunen van comfort via deskundige en persoongerichte zorg. De basiszorg verandert dan in zorgcomfort. In een latere fase van het leven kunnen we een stap zetten naar palliatieve zorg. In de praktijk van een voorziening als Centrum Ganspoel moet deze zorg op maat afgestemd worden op het globaal zorgconcept binnen de voorziening. Bij omslagpunten in de zorg op maat van een jongere of bewoner is er ook steeds een nieuwe afstemming met alle betrokkenen nodig, zowel de familie als het multidisciplinaire team. In de visie over zorgcomfort in Centrum Ganspoel en in de uitvoering in de praktijk wordt rekening gehouden met verschillende aspecten die niet van elkaar gescheiden kunnen worden: medische aspecten, psychosociale aspecten, aspecten in verband met ondersteuning van de familie, aspecten in verband met zingeving en aspecten in verband met de professionele begeleiders. Zorgcomfort bieden kan alleen door multidisciplinair te werken en door zeer frequent met elkaar te overleggen en elkaars standpunten af te toetsen. Enkele dilemma’s waarmee we frequent geconfronteerd worden zijn: • Hoe bepaal je of er bij iemand een omslagpunt is bereikt? • Op welke termijn moeten we kijken (aanvaarden we discomfort nu voor comfort later)? • Hoe verenigen we uiteenlopende visies op comfort? • Is de zorg die we voor het individu willen realiseren verenigbaar met de algemene zorg in de voorziening?
Kwaliteitsvolle zorg bieden aan jongeren en volwassenen die medisch zeer broos zijn, die een ernstige meervoudige beperking hebben of die een neurodegeneratieve aandoening hebben, kan niet anders dan door accenten te verleggen in de ondersteuning. Bij deze
We proberen in ieder geval elkaar zo goed mogelijk te begrijpen en onze visie uit te leggen om zo tot een beslissing of een ‘weg’ te komen waarbij iedereen zich goed kan voelen.
18 Een heel belangrijk aspect bij het bepalen of een jongere of bewoner comfortabel is, is weten of hij of zij pijn heeft. Dit is echter vaak zeer moeilijk in te schatten als de jongere of bewoner beperkt is in zijn communicatie. We streven ernaar om steeds voldoende aandacht aan pijn te besteden. Om die reden hebben we met de werkgroep zorgcomfort een procedure opgemaakt om pijn te evalueren bij onze bewoners en jongeren. Bij onduidelijkheid over pijn zal dit eerst multidisciplinair bekeken worden. Als er een consensus is rond vermoeden van pijn kan onze werkgroep ingeschakeld worden om het juiste materiaal te verzamelen en te interpreteren. Een belangrijk hulpmiddel om pijn te evalueren en in te schalen is de REPOS (Rotterdam Eldery Pain Observation Scale). Enkele leden van de werkgroep en de verpleegkundigen volgden een bijscholing en trainden zich om deze schaal bij onze doelgroep te kunnen gebruiken. Kort samengevat is het een schaal waarbij gelaatsuitdrukkingen (gespannen gezicht, ogen dichtknijpen, optrekken bovenlip, grimas, angstig kijken), bewegingen, geluiden en ademhaling gedurende 2 minuten geobserveerd en aangekruist worden. Wanneer we de gegevens van de REPOS leggen naast de informatie van ouders, familie, therapeuten en leefgroepbegeleiders kunnen we meestal wel een inschatting maken van de eventuele pijn. Dankzij deze schaal kunnen we pijn op een bepaald moment met een cijfer uitdrukken en kunnen we dit op een later ogenblik op dezelfde manier herevalueren en de pijnmedicatie aanpassen.
Aansluitend bij onze visie op zorgcomfort willen we ook ‘vroegtijdige zorgplanning’ in Centrum Ganspoel meer bespreekbaar maken. Vaak moeten moeilijke beslissingen rond het levenseinde immers genomen worden op momenten waarop het acuut slecht gaat. Er is dan niet altijd de mogelijkheid voor een rustig gesprek met vertrouwenspersonen. Veel van onze bewoners hebben meervoudige problemen en het globale plaatje wordt soms vergeten of is niet altijd duidelijk als men er onvoldoende tijd voor kan nemen. Daarnaast moeten er ook in een vroegere levensfase soms moeilijke beslissingen genomen worden.
We hebben vorig jaar familieleden van bewoners van het nursingtehuis uitgenodigd om in het kader hiervan deel te nemen aan een bevraging over het gebruik van een ‘beperkingsformulier’. We hebben 21 vragenlijsten ingevuld ontvangen. Vanuit onze visie en rekening houdend met de antwoorden op de bevraging hebben we een document opgemaakt (Afspraken rond comfortzorg en levenseinde). Dit document kan als leidraad voor een gesprek over vroegtijdige zorgplanning gebruikt worden. Dit gesprek kan op elk moment in het leven van de bewoner of jongere plaatsvinden. De noodzaak voor dergelijk gesprek kan aangegeven worden door de familie of door het multidisciplinaire team. Tijdens dit gesprek worden belangrijke waarden en wensen afgetoetst. Indien gewenst kunnen er afspraken op papier worden vastgelegd. Deze afspraken kunnen over allerlei zaken gaan: afspraken over opnames in het ziekenhuis, over heelkundige ingrepen, afspraken over al dan niet uitbreiden van therapie, afspraken over opstarten van nieuwe behandelingen met als doel comfort te verhogen (ook als dat het leven zou kunnen verkorten), afspraken in verband met reanimatie in acute situaties. Deze afspraken kunnen op elk moment herbesproken worden.
Indien deze tekst meer vragen dan antwoorden oproept of indien u over dit onderwerp graag met ons wil praten, aarzel dan niet om met ons contact op te nemen.
Geertrui Peirens Kinderarts- coördinerend arts Centrum Ganspoel Namens werkgroep zorgcomfort
‘DROMEN, DURVEN, DOEN’: ZEGT DOEDEL DE DRO(O)MEDARIS VAN VLAJO. Al een paar jaar houden een aantal klassen en leefgroepen de Wereldwinkel open in Ganspoel. In navolging van dit ondernemerschap staken wij, de leerlingen en leerkrachten van klas I, een tandje bij. Onze klas ontpopte zich dit schooljaar tot een heuse kid@bizz klas. Samen met onze leerlingen gingen wij dit schooljaar ‘extra’ ondernemend aan de slag. Kid@bizz is een project van de Vlajo Droomfabriek.
Klas I met meneer Jan van Vlajo De projecten van Vlajo besteden bijzonder veel aandacht aan het uitbouwen van een actieve en ondernemende leeromgeving waarin de leerlingen heel wat kansen krijgen om naast het opdoen van kennis ook heel wat leergebied overschrijdende vaardigheden en attitudes te ontwikkelen. Doedel, de mascotte van de Vlajo Droomfabriek, neemt de kinderen mee op ondernemende ontdekkingstocht. Doedel is een dro(o)medaris, hij laat de leerlingen dromen en helpt hen op weg om hun ondernemende vaardigheden te ontwikkelen, hun talenten te ontdekken en goed in te zetten. Zo begonnen wij dus een eigen bedrijf, we dachten na over de 5 P’s van Doedel.
De 5 P’s van doedel Wat zou ons Product worden? Op welke Plaats zouden we dit maken? Hoe zouden we Promotie voeren? Aan welke Prijs zouden we ons product verkopen. Veel vragen die we moesten oplossen. Een ding was zeker, de Personen die dit zouden doen waren wij: de kid@bizzers van klas I! Ons bedrijf ‘Doedelsdromendoos’ heeft uiteindelijk een doos met een verhaal ontworpen voor kinderen van 5 tot 8 jaar. Dit verhaal heeft geen prenten maar is een verzameling van 10 kleine doosjes. Ze vertellen allemaal een stukje van het verhaal van prinses Roosje. Bijzonder aan dit verhaal is dat alle zintuigen worden aangesproken en dat ook blinde en slechtziende kinderen zeer actief kunnen deelnemen aan het vertelmoment.
Kid@bizzers aan het werk
20 Elke woensdag keken we onze mail na op bestellingen, we werkten onze dozen af, deden inkopen als het moest. We rekenden onze kosten uit en telden vooral onze winst! Het was een hele boeiende en leerrijke ervaring. Vlajo kent veel deelnemende scholen verspreid over heel Vlaanderen. Vlajo ondersteunt ondernemende projecten van in de kleuterklas tot in het hoger onderwijs. Ieder jaar worden er in Vlaanderen enkele O&O labels ‘Vlajo Ambassadeurschool’ uitgereikt. Dit label gaat naar scholen die veelvuldig inspanningen leveren om hun leerlingen ondernemende competenties bij te brengen. Wij dienden met onze kid@bizz ook een dossier in om dit kwaliteitslabel te verdienen en op 15 mei was het zover! We werden de eerste Vlajo Ambassadeurschool van het basisonderwijs in Vlaams-Brabant.
We vierden dit met een receptie op school, we kregen een plexiglazen bord en een klein kunstwerk. Maar we vielen niet alleen in de prijzen, we deelden zelf ook uit. Met de opbrengst van deze kid@bizz steunden wij het Indonesiëproject. Dit bracht uiteindelijk de mooie som van 340 euro op. Wij zijn heel trots op dit ondernemerschap! Juf Katrien en juf Natalie
Wij zetten ons in voor het Indonesiëproject!
Ons product
SPORTIEVE JONGEREN IN DE BASISSCHOOL EN HET BUSO VAN GANSPOEL Huldenberg De lagere school en het Buso van Centrum Ganspoel kregen sportief bezoek op donderdag 25 april 2013. De gezondheidscoach Sonja Kimpen en de wereldberoemde fitness Queen Jane Fonda waren aanwezig op de Jongerenhoogdag. 25 april stonden gezondheid en sport bovenaan de agenda van alle kinderen en jongeren in Ganspoel. Einde maart gaven zij hun sportieve voorkeuren door aan de sportleerkrachten. Deze gingen de uitdaging aan om voor ieder een sportief programma samen te puzzelen. Een opwarming en dance-battle door Sonja K. en Jane F. waren het startschot van de Jongerenhoogdag. Paardrijden, fietsen, snoezelen, belevingstheater, karate, verhaalwandeling, hindernissenparcours voor mobiele en minder mobiele kinderen, tocht met paard en kar of op de tractor… er was van alles te doen! Sportpermanentie Jane en Sonja zorgden tussendoor voor de nodige verfrissing, snelle
suikers, aanmoediging en zelfs zonnecrème want de zon was er ook bij! Dankzij de inzet van therapeuten, leerkrachten, opvoedsters, werkmannen, vrijwilligers en studenten van het Heilig Hart had iedere leerling de nodige begeleiding en waren de sportactiviteiten onvergetelijk. Deze sportieve dag werd afgesloten met een birthday-song voor werkman Wim en lekkere ijsjes. Jane en Sonja dansten enthousiast samen met de kinderen en jongeren deze dag naar zijn einde.
Volgend jaar meer van dat! Zoveel is zeker! ☺ Jane en Sonja
HINDERNISSENPARCOURS
FIETSEN
JUDO
22 Beste ouders, Wij hebben een soort van sportdag gehad. Eerst hebben we verzameld op de speelplaats van de lagere school. Daar hebben we een opwarming gedaan met twee zotte juffen. We dansten, sprongen en maakten onze heupen los op muziek. Na de opwarming heeft meester Johan ons in groepjes verdeeld. Greet, Hanne, Lara en Zita begonnen met paardrijden. Wij mochten in het veld gaan wandelen. We zaten niet op een zadel, maar op een schapenvel. Onze voeten zaten niet in beugels. De paarden hadden verschillende namen: Billy, Django, Jack en een naam die we niet meer weten. ☺ Het was heel leuk! Er was nog iets heel speciaal gebeurd. Er was een baby op Hanne haar tafel komen zitten. Een lief meisje van 5 maanden. We hebben haar allemaal mogen dag zeggen. Terwijl wij bij de paarden zaten, was Daan bij ‘Dans en djembé’. Dat was super leeeeuuuuk! We hebben bewogen op muziek. We hebben zelfs met een vlag mogen dansen. Ook hebben we op het lied ‘Mooi weer vandaag’ met een hoed gedanst. Daarna verzamelden we opnieuw op de speelplaats. Daar ontvingen we studenten van het Heilig Hart. Zij kwamen ons helpen. Voor Zita en Lara was de volgende activiteit een huifkarrentocht. Lara zat op de luxe tractor. Op een zacht bankje vast aan de tractor werden we rondgereden tussen de mooie fruitbomen. Zita mocht met haar rolstoel recht in de laadbak van een andere tractor rijden. Een prachtig uitzicht! We hebben daar bijenhotels gezien. Na onze toer mochten we gaan rijden met paard en kar. Daardoor waren we later in de leefgroep om lekkere spaghetti te eten. Daan deed judo. Dat was super tof! We deden er de houtgreep. Er was een man die 83 kg woog. Iemand van ons heeft hem op de grond gegooid, wauw! Daan leerde iemand op de grond gooien. Ze droegen allemaal een judo pak.
Ondertussen deed Hanne het hindernissenparcours. Ze moest door de zeepbellencarwash rijden, ook werd er water gespoten terwijl ze door blikken reed! Hanne zat altijd vast aan het blik. Ze had geen bang van de wipplank. Maar toen ze naar binnen moest rijden, daar was het eng! Hanne reed door een zwart zeil met heel enge geluiden. Na de middag zijn Daan, Megan en Greet Boccia gaan spelen. Dat was heel leuk. Juf Eva moest de spelregels nog leren! Toen was het aan Hanne om de huifkarrentocht te beleven. Ze vond het goed! Ondertussen waren Zita en Lara heerlijk aan het snoezelen. We hebben onze voeten laten masseren! Lara was in slaap gevallen. Als laatste activiteit zijn Hanne, Zita en Lara Boccia gaan spelen. Het was leuk! De bruine ploeg was gewonnen, olé! Daan amuseerde zich op dat moment in het hindernissenparcours. We moesten op een strak gespannen lint stappen, we hielden ons vast aan een koord. We speelden aapje aan de liaan waar dat juf Eva mee begeleidde. Daarna kropen we door een tunnel, stapten we op een houten plank, slopen we onder een parachute. En daarna klommen we omhoog op kussens die glibberen. Eenmaal boven gekomen, moesten we in het springkasteel springen. Daar mochten we een tijdje springen en daarna het parcours opnieuw doorlopen. Het was een spannende activiteit! De dag sloten we af met een lekker ijsje gebracht door de werkmannen en ijsman Jordan aan de bel. Het was een geslaagde dag! Voor herhaling vatbaar! Groetjes, Daan, Hanne, Zita, Greet, Megan, Lara en juf Eva
WIST JE’T AL? In elke verzekeringspolis moet je laten vermelden dat in het gezin een persoon met een beperking verblijft.
Gebruikers van een elektrische rolstoel mogen op de openbare weg rijden. Daardoor zijn ze verplicht om een verzekering ‘burgerlijke aansprakelijkheid’ te nemen als ze zich op straat begeven. Bij uitstappen moet de gebruiker de groene kaart (verzekeringsbewijs) kunnen voorleggen indien nodig. Wanneer er zich een ongeval zou voordoen met of door een gebruiker met zijn elektrische rolstoel op de openbare weg, kan de verzekeraar niet tussenkomen als de gebruiker niet verzekerd is via een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering.
De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft een nieuwe brochure over tegemoetkomingen en andere maatregelen (parkeerkaart, verminderingskaart openbaar vervoer, attesten, bijkomende kinderbijslag). De brochure vind je online via volgende link: http://www.handicap.fgov.be/sites/5030.f edimbo.belgium.be/files/explorer/nl/tege moetkomingen-en-anderemaatregelen.pdf. Wie geen toegang heeft tot internet kan hierover informatie opvragen bij de sociale dienst. www.broersenzussen.be Elke brus (broer of zus van een persoon met een ondersteuningsnood) verkeert in een unieke situatie en heeft andere noden en verlangens. Een brus moet dan ook vanuit diens eigenheid worden benaderd en ondersteund. Hulpverleners vragen zich wel eens af hoe je brussen best ondersteunt.
De website www.broersenzussen.be heeft als doel hulpverleners, gezondheidsmedewerkers, en andere ondersteuningsfiguren van brussen concrete handvatten aan te bieden in het ondersteunen van brussen. Er bestaat reeds heel wat expertise in het werkveld wat betreft het werken met brussen, maar vaak wordt deze kennis weinig gedeeld met andere hulpverleners. In dit project van de Faculteit Mens en Welzijn (vakgroep orthopedagogiek) van HoGent, hebben verschillende deelnemers hun expertise, twijfels, bedenkingen… gedeeld met elkaar. De bedoeling was om elkaar te inspireren, van elkaar te leren, ideeën af te snoepen, elkaars en eigen werk kritisch in vraag te stellen. De projectmedewerkers hebben dit materiaal gebundeld en geanalyseerd, en willen deze bron van kennis nu graag teruggeven aan het werkveld. We hopen dat men hier ideeën uit kan putten en zo van elkaar kan leren. De website heeft vooral de bedoeling om mensen aan te zetten tot actie, en echt met brussen aan de slag te gaan. Leen Poppe en Hanne Vandenbussche Voor meer informatie, contacteer ons gerust:
[email protected]
Kent u een persoon met een handicap die op zoek is naar invulling van vrije tijd? Komt er iemand bij u aankloppen die graag wil sporten, maar niets vindt naar zijn/haar mogelijkheden? Heeft u een cliënt die wil leren paardrijden/koken/gitaar spelen/…? Neem contact met ons op en we helpen u en uw cliënt graag verder. Samen bekijken we wat de vraag is en welke begeleiding we kunnen bieden om de vraag te beantwoorden.
24
Personen met een handicap ondervinden vaak moeilijkheden bij het vinden van een geschikte vrijetijdsbesteding. Daarom startte KVG eind 2012 met vrijetijdstrajectbegeleiding. We helpen kinderen, jongeren en volwassenen met een handicap om vrije tijd mogelijk te maken op maat van deze personen, ongeacht hun beperking of leeftijd. In ruil voor deze dienst vragen we de cliënt om lid te worden van KVG. Dit kan vanaf 20 euro per jaar. Naast de mogelijkheid om gebruik te maken van vrijetijdstrajectbegeleiding, biedt het lidmaatschap nog heel wat andere voordelen, zoals: · Abonnement op ons maandblad “Handiscoop”. · Verminderde prijs bij activiteiten, infoavonden, cursussen en vakanties. · Een voordelig tarief voor de diensten van onze advocaat bij beroepszaken. · U kan gebruikmaken van tal van kortingsbonnen die je terugvindt in Handiscoop.
Info en contact: KVG Vlaams-Brabant Tiensesteenweg 63 3010 Kessel-Lo| tel. 016 23 51 61|
[email protected].
Participate! Autisme, een ontdekkingstocht De vzw Participate! Stelt zich tot doel de levenskwaliteit van mensen met autisme en hun netwerk te verbeteren door informatie over autisme te verstrekken, door een website en hulpmiddelen te ontwikkelen en door sensibilisering. Participate! wil ouders ondersteunen bij de opvoeding door hen te laten delen in de ervaringen van andere ouders en personen met autisme. Participate-autisme.be wil een referentie zijn voor iedereen die op zoek is naar duidelijke informatie over autisme. Je kan de brochures “Autisme begrijpen” en “Mijn kind helpen” op de homepagina van www.participateautisme.be downloaden.
Centrum Ganspoel vzw bestaat dit jaar 85 jaar en dat willen we met de kinderen, bewoners, ouders, vrijwilligers, collega voorzieningen en sympathisanten met de nodige luister vieren. Voor de kinderen en bewoners zullen we dat doen door op woensdag 16 oktober een spetterend feest te organiseren met allerlei standjes, optredens en natuurlijk overheerlijke hapjes. Op vrijdag 18 oktober is er dan een receptie met speeches, live optredens en een niet te missen unieke verrassing. Deze receptie zal doorgaan in de Kronkel te Huldenberg vanaf 18u. Noteer alvast deze datum met stip in uw agenda. Een uitnodiging zal nog volgen. Tot dan! De directie.
Centrum Ganspoel vzw Jaargang 11 – nummer 1
Centrum Ganspoel vzw Redactieraad
Ann Gaublomme Gerd Loris Trees Dumortier Annette Vanderlinden
Verantwoordelijke uitgever: Centrum Ganspoel vzw Ganspoel 2 3040 Huldenberg Tel: 02/686.00.40 Fax: 02/688.07.13 E-mail:
[email protected] Website: www.ganspoel.be