Voorwoord Fietsen is gezond, en Nederland is een echt fietsland, allebei een open deur. Dat vertaalt zich ook naar onze fietsclub. 25 Jaar geleden staken enkele fietsliefhebbers de koppen bij elkaar en kwamen tot de oprichting van onze fietsclub: Toerclub Everlo, met uiteindelijk café Pierke als clublokaal. We konden er altijd terecht om wat bij te tanken, voor een gezellige barbecue-avond of om na te genieten van en op te scheppen over de pas gereden trainingsrit of over een tocht zoals Luik-Bastenaken-Luik met “historische” herinneringen voor de deelnemers. In dit jubileumboekje worden de oprichtingsfase, de fietsverhalen, de anecdotes, de altijd weer opkomende en aanblijvende discussies over snelheden – dat zal zo blijven, wen er maar aan ! – al dan niet uitgebreid beschreven. Toepasselijke en historische (geen heroïsche) verhalen, reminders en ook zaken ter overdenking. Fietsen in een groep doe je samen, je houdt rekening met elkaar, laat niemand achter (zo, dat kan ik nog eens een keer zeggen als recente “ervaringsdeskundige”) en je geniet van de in- en ontspanning. Samen uit, samen thuis. Je komt nog eens ergens waar je misschien anders nooit kwam. Alleen fietsen is ook maar alleen. Samen fietsen is anders, gewoon leuker en “harder”. We blijven in beweging, niet alleen tijdens de vaste trainingen maar ook tijdens tochten, het fietsweekend, de fietsweek, op de Thyasbaan. Voor ieder wat wils : niets moet, alles kan, maar fietsen “moet”’ en “moet” leuk zijn en blijven. In welke groep je thuishoort bepaal jezelf, maar daar gaan de verhalen die je zult lezen in dit jubileumboekje ook over. Mij past een woord van dank aan de oprichters, aan alle bestuursleden en aan alle fietsende leden voor het fietsplezier dat zij mogelijk maakten. Dat plezier was er, dat is er en dat zal er blijven. En wat houdt iedereen er aan over? Natuurlijk de mooie herinneringen en een gezonde geest in een gezond lichaam. Tenslotte bedank ik iedereen die aan dit jubileumboekje heeft meegeholpen en met name Harry Jacobs die de eindredactie voor zijn rekening heeft genomen. Jac Coopmans, voorzitter TC Everlo.
Hai en Lei mijmeren over die goede oude tijd en Jac Coopmans schreef alles op
Lei Houtappels is één van de oprichters van Toerclub Everlo en is 25 jaar later nog steeds prominent lid van fietsclub Pierke. In het begin van dit jaar ging ik samen met hem op bezoek bij Hay Backus, mede-oprichter en vooral ook enthousiast voorzitter van het eerste uur. Een avond lang mocht ik aan die twee vragen stellen en luisteren naar hun sterke verhalen. Sommige van die verhalen kwamen me bekend voor, maar over de eerste drie jaren vertelden ze me veel nieuws. Dat krijg je als je pas 22 jaar lid bent. Ik doe nu graag verslag van deze genoeglijke duik in het verleden. Hoe is TC Everlo eigenlijk ontstaan ? In 1984 verenigden zich een aantal enthousiastelingen, die wel eens wat anders wilden dan voetballen. Ze fietsten zelf al langer en dachten “wat Meijel kan met hun TWC de Vélo, kunnen wij als Heldenaren ook”. Ze
staken de koppen bij elkaar en besloten om via ’t Heldens Bledje fietsende trimmers warm te maken voor een bijeenkomst in café Dotje. Er verschenen circa 10 mensen. Weinig weliswaar, maar toch zeker voldoende om een start te maken. We namen contact op met de mannen van TWC de Vélo die ons wisten te vertellen hoe je recreatief fietsen kunt organiseren en hoe alles reilde en zeilde bij hun fietsclub. Er werd zonder de poespas van een officiële vereniging een voorlopige taakverdeling gemaakt en zo werd 1984 in feite het oprichtingsjaar van TC Everlo. Het belangrijkste doel was om de interesse in toerfietsen te
bevorderen door met gebundelde krachten in een groep gezamenlijk te wielrennen. In 1985 werd het clublokaal van Dotje ingeruild voor café Pierke. TC Everlo had daarmee een goed en definitief clublokaal. Hoe zat het bestuurlijk in elkaar ? Het bestuur van het eerste uur werd gevormd door Hay Backus, hij werd voorzitter, Jac Reinders werd secretaris, Thei Janssen penningmeester en Lei Houtappels verzorgde de toerkalender. De eerste shirtsponsoren waren café Pierke en Fiets-inn uit Tegelen, de toenmalige naam van Wiel Janssens tweewielerzaak. De
kleuren van het tenue waren blauwwit. Er werd besloten om jaarlijks een contributie te heffen van f 75. Lei Houtappels had voor dat jaar een toerkalender opgesteld. Deze kalender bestond uit een met de hand geschreven A-4tje. Van het oprichten van een officiële vereniging was nog geen sprake. Pas na een aantal jaren toen het aantal leden van de club verder groeide, vond men dat noodzakelijk. Er werden democratisch spelregels opgesteld en vastgelegd in een huishoudelijk reglement met duidelijke taken en verantwoordelijkheden voor het bestuur. Hoe ontwikkelde TC Everlo zich verder? Vanaf het bestaan van de fietsclub kreeg deze door mond op mond reclame steeds meer bekendheid. Het ledenaantal groeide langzaam maar zeker. Er werd op drie dagen in de week gefietst: op woensdag, zaterdag en zondag. De zondag was vooral bestemd voor toertochten op allerlei plaatsen in Zuid-Limburg, België en Duitsland.
Handige leden fabriceerden met eigen laswerk een fietsenkar van allerlei materialen, zodat het fietsenvervoer gemakkelijker te regelen was. Iedereen die zijn steentje kon bijdragen deed dat.
Hoe was de sfeer in die eerste jaren? Iedereen was enthousiast, fanatiek zelfs, en men fietste met veel plezier. We deden ook zoveel mogelijk samen. Zo ontstond er een goede en gezellige sfeer vóór, tijdens en na het fietsen. “Samen uit, samen thuis” was het ongeschreven motto. De groep startte samen, fietste samen en eindigde samen. Iedereen vond dat vanzelfsprekend. Soms ging dat wel zo ver dat het “evalueren” en bijtanken bij Pierke na afloop van een toertocht nogal uitliep. Het thuisfront begon wel eens te klagen dat het fietsen op zondag wel heel erg veel tijd in beslag nam. Terugkijkend zijn de eerste 5 jaar van de fietsclub misschien wel de gezelligste jaren geweest, met een kleine groep, een echt team, dat bij elkaar bleef en waarbij fietsen en gezelligheid beiden centraal stonden. Welke leuke anekdotes uit die tijd zijn jullie nog bijgebleven? Ook in de eerste jaren deden we al mee aan de tocht die wij nu nog kennen als Klimmen-Banneux-Klimmen. Het inschrijven voor deze tocht gebeurde toen nog in café De Wolfhaag in het Belgische De (La) Planck. Op een mistige en vochtige ochtend vertrokken alle renners gezamenlijk richting Banneux. Daar aangekomen ging men bezweet en wel naar de kerk. Een volgwagen was er nog niet en ook reservekleding ontbrak. We volgden er de heilige mis met als ‘hoogtepunt’ de zegening van de fietsen. Dat die zegening niet voor iedereen een zegen was, merkte Jan Leijsten achteraf. Toen hij namelijk terugkeerde bij zijn fiets, bleek dat zijn band lek was. Na het devote intermezzo in Banneux moesten alle renners weer de fiets op
en wachtten hun nog enkele zware beklimmingen, waaronder de Muur van Pepinster, voor velen van ons even bekend als berucht. Op deze muur kwamen slechts twee Everlonaren zonder al te veel problemen boven. De rest moest afstappen of viel vanzelf van de fiets. Een van de fietsavonturen die de leden van het eerste uur en de oudleden van hun leven niet meer vergeten is het bloedstollende avontuur van Frits Nooyen op de Baraque Michel. Frits nam de afdaling met vrij hoge snelheid, maar na verloop van tijd merkt hij dat zijn voorwiel begon te ‘zwabberen’. Iets later bleek dat hij de snelspanner niet voldoende had vastgezet waardoor het voorwiel langzaam maar zeker begon te trillen. Gelukkig was de afdaling behoorlijk breed en zag hij kans om zijn fiets zonder ongelukken tot stil stand te
brengen. Hij kwam er zonder kleerscheuren vanaf. Maar er waren meer van die ‘durfals’ bij het afdalen. Voor hen was het een ware uitdaging om met een zo hoog mogelijke snelheid af te dalen. Dat de gevaren onderschat werden moest door schade en schande worden vastgesteld. Op dit terrein heeft Hein Engels vooral naam gemaakt. Zijn duikelpartij ergens in een toertocht staat nog ongetwijfeld goed op het netvlies van de oudere garde. Hein heeft het gelukkig overleefd !
In de beginjaren was LuikBastenaken-Luik beslist de tocht der tochten. Hoe ging dat in die tijd precies in zijn werk? In 1988 namen voor de eerste keer leden van TC Everlo deel aan TilffBastogne-Tilff. De deelnemers aan deze tocht, die werd verreden op een koude maar zonnige 1e Pinksterdag, waren : Piet Smedts, Jan Leijsten, Hans Janssen, Wil Linders, Leo Houtappels, Frits Nooyen, Wiel Janssen en Mat Verscharen. Op zaterdagavond om 23.00 uur werd een rondje gemaakt langs allerlei kerkdorpen om iedereen op te halen. Sommigen hadden op zaterdag overdag slaappogingen ondernomen, met weinig succes overigens. Men keek erg op tegen de tocht die door weinigen of niemand eerder was verreden. De schrik zat tussen de oren. Maar er werd niet getwijfeld, het moest gebeuren. Om 05.00 uur kwam de groep in Tilff aan, waar men al de eerste fietsers zag met de lampen aan. Het Everlogezelschap kreeg die eerste keer het volgende menu voor de kiezen : Werbomont, Samree, Commanster, Wanne, Haute Levee, Rosier, Marquisard, Côte de la Redoute en als sluitstuk les Forges. Piet (van Nelle Graad) Smedts en Jan Leijsten realiseerden een tijd van ongeveer 9 uur en 25 minuten. Lei Houtappels deed er 4 minuten langer over en Wiel Janssen kwam in gezelschap van zwager Frits Nooyen en Mat Verscharen binnen. Hoeveel later zijn we vergeten. Bij de jaarlijkse LBL-tocht die sedertdien gereden werd hoorde natuurlijk een volgwagen. Een rijder met eten en drank was onmisbaar tijdens zo’n lange en zware tocht. Op de stempelplaats bij Bastogne werd met de groep goed gegeten, soms met hulp
van een gasstel waarop eten, macaroni en hanepoten(!), werd warm gemaakt. De LBL-tocht stond vanaf dat moment jaarlijks op het programma en werd steeds een ware happening. Samen uit, samen thuis was niet realistisch tijdens die tocht, die daarvoor te lang en te zwaar was. Daarvoor liepen krachten en ambities te ver uiteen. Maar na afloop was iedereen tevreden over zijn prestatie. Gewoon het
gevoel de tocht gedaan en volledig afgemaakt te hebben gaf voldoening en zelfvertrouwen. En die sfeer werd ’s avonds bij Pierke nog eens bezegeld met bloemen van attente vrouwen en menige pot bier. Waren er nog meer tochten? Naast de oefenritten in het zuiden werd aan meer tochten meegedaan. Zo waren de weekendtochten naar Monschau zeer geliefd. Op zaterdagmorgen vertrokken we met de volgwagen, op zaterdagavond werd stevig doorgezakt en op zondagmorgen keerden we met zware benen huiswaarts. Maar telkens waren de twee centrale doelen in evenwicht: lekker fietsen in een goede sfeer. Niets overheerste. Ten slotte De toerclub ontwikkelde zich in rustig tempo na deze beginjaren. Er kwamen meer leden bij, de ambities en opvattingen over fietsen veranderden in datzelfde tempo mee. Die veranderingen leverde van tijd tot tijd discussies op. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Er werd harder gefietst, een logische ontwikkeling die niet tegen te houden was. In die fase was er nog geen internet, verslagen werd geschreven of met een typemachine gemaakt. Het was echt pionieren, maar het was gezellig, leuk en ontspannen. Goed voor lichaam en geest. Een onvergetelijke tijd en leuk om eens op terug te kijken en in herinnering te roepen. Jac Coopmans
SAMEN UIT, SAMEN THUIS Achter deze slogan gaat het meest bediscussieerde onderwerp van de afgelopen 25 jaar schuil. Een betrokken voorzitter en een gedrogeerde statisticus schrikken er niet voor terug om hun persoonlijke mening op papier te zetten. Lees hun verhalen en beoordeel zelf of ze er samen uit komen. Bij elke fietsclub roept het onderwerp ‘fietssnelheden’ vaak gemengde gevoelens op. Dat is bij onze club niet anders. Waar heeft dat mee te maken? Waarschijnlijk spelen verschillen in leeftijd een rol, en verschillen in conditie en ambitie. Soms ontbreken de juiste afspraken. En als ze er al zijn, hoe worden ze dan nageleefd? Kan een blik in het verleden ons verder helpen?
De visie van Jac Coopmans
Ik ga het proberen door het probleem van de fietssnelheden door de jaren heen te beschrijven. Ik richt me dan vooral op de goed bedoelde pogingen van bestuur en leden om het probleem op te lossen. Dat lijkt me de moeite waard, want fietsen in clubverband is ook een sociaal gebeuren, waarbij iedereen zich prettig moet voelen. Als iemand zou vertrekken vanwege te hard fietsen of vanwege het niet nakomen van afspraken, dan moet de club zich schamen. Wat leert ons een duik in de geschiedenis?
De jaren 80 In de beginperiode was de fietsclub nog niet zo groot. Gezellig samen fietsen stond voorop. Men had wel wat anders te doen dan bekvechten over fietssnelheden. Men wilde namelijk aan toertochten meedoen, maar wist niets van de zwaarte van die tochten en hoe je je daar op moest voorbereiden. Dus was alle aandacht daar op gericht. Ook wilde men zich verdiepen in allerlei wetenswaardigheden van het fietsen en van de fiets. Hoe kon je je fiets het best onderhouden? Met welk verzet moest je bergop? Welk merk werd aanbevolen? Alle beginnervragen passeerden de revue. Hoe kon je als recreatieve toerclub toch clubkampioenschappen organiseren? Moest de minder getalenteerde ook een kans krijgen? Dat waren de vragen waar men zich mee bezig hield. En men kreeg de antwoorden, met vallen en opstaan, met ongelukjes en tegenvallers, maar ook met hilarische momenten en prachtverhalen. Het begin van de jaren 90 TC Everlo groeide en bloeide. Kennis van en de ervaring met fietsen op de trainingsdagen en in toertochten nam toe en gelijk daarmee steeg ook het niveau en de ambitie. Men fietste weliswaar nog steeds gezamenlijk, maar de eerste rimpeltjes werden zichtbaar. Er ontstonden verschillen in inzicht over het fietstempo en die verschillen werden steeds groter. Dat leidde tot gemopper, tot heftige discussies en tot onvrede binnen de club. De oudere garde herinnert zich vast nog wel de tumultueuze ledenvergaderingen, waarop met stemverheffing de schuld op andermans bordje werd gelegd om zijn eigen gelijk binnen te halen. Het was soms een “mission impossible” voor onze voorzitter Hay Backus om die discussies goed te laten verlopen en om de leden toch hun ongenoegen te laten ventileren. Ideeën rolden over tafel, van wegkapitein tot de ‘man met de fluit(!)’. En Hay wist steeds op
onnavolgbare wijze het gehakketak ‘af te ronden’ door hardhandig met de voorzittershamer te slaan en iedereen de mond te snoeren. “Zo kan en geit ut echt neet verder. Veer blieve allemoal bie-ein. Punt oeht.”. Toch waren die discussies nodig. Deze speldenprikken leidden tot meer begrip en tot nieuwe afspraken. “Punt oeht.” Ik heb respect voor het geduld en het vermogen van Hay Backus om in die discussies toch overeind te blijven en ze in goede banen te leiden. Voor hem stond het belang van de fietsclub voorop en niet de mening van wie het hardst roept. Tweede helft van de jaren negentig Uiteindelijk werd als oplossing gekozen voor een indeling in 3 fietsgroepen met maximale fietssnelheden voor B en C (gentlemen) en zonder bovenlimiet voor de A-rijders.
Het fietsplezier kwam terug, hoewel van tijd tot tijd toch geklaagd werd over te hard fietsen. Terecht of niet terecht, dat bleef de kwestie. In de ledenvergadering 1 oktober 1999 kwam het onderwerp voor de zoveelste keer ter sprake, maar nu in combinatie met de tegenvallende opkomst bij de
trainingen. Er werd besloten een commissie in te stellen die een enquête zou houden onder de leden. Harry Jacobs, Jacques Berkers, Tom Brekelmans en Jac Cooopmans bemanden de commissie. Zij presenteerden in de ledenvergadering van 5 september 2000 de resultaten: de meerderheid van de leden was voor het handhaven van de indeling in 3 categorieën en de afgesproken fietssnelheden. Het bestuur en de ledenvergadering waren het daar mee eens. In het huishoudelijk reglement werden de nieuwe regels vastgelegd. De eenentwintigste eeuw De indeling in 3 fietsgroepen is sedertdien ongewijzigd gebleven. In de najaarsvergaderingen volgt vanaf dat moment telkens een terugblik op het wegseizoen en wordt de gelegenheid geboden om het seizoen voor wat betreft de afspraken over fietssnelheden van commentaar te voorzien. Iedereen kan zijn zegje doen en van tijd tot tijd is de discussie toch weer zeer geanimeerd. Zo ook in de najaarsvergadering van 2006. Daarop kwam het bestuur in het voorjaar van 2007 met het volgende voorstel: “Er is geen aanleiding om de huidige afspraken en regels over toersnelheden en het naleven daarvan te veranderen. Dit betekent dat bij het fietsen rekening wordt gehouden met elkaar. Laat mogelijke onvrede niet doorsudderen, maar : 1. trek aan de bel als er structureel te hard wordt gefietst en bespreek het in de groep, meestal leidt dit tot een oplossing; 2. probeer iets nieuws, als praten niet helpt, bijvoorbeeld splits de groep na één of anderhalf uur of wijs een wegkapitein aan; 3. als niets helpt (en dat lijkt ons onwaarschijnlijk) licht dan een bestuurslid in”.
In de ledenvergadering van 9 oktober 2008 werd gediscussieerd en geadviseerd over de fietssnelheden in dat jaar. Ik citeer uit de notulen: “Het te hard fietsen kwam wel eens voor doch daar werd de betrokkene(n) in de regel ook op aangesproken door andere leden. Bij conditie-achterstand is het raadzaam die eerst weg te werken en dan aan te sluiten. Het meest opvallende was de toenemende belangstelling voor de C-categorie, uiteraard ten koste van de AB-ers. Over de oorzaak heeft ieder een eigen mening en zo hoort het ook. Een enkeling betreurt wel dat de A-groep zo uitdunt. Bij welke categorie je het lekkerst fietst, blijft toch je eigen keuze. Het uitgangspunt blijft rekening houden met elkaar, verder is het niet de bedoeling dat het C-tempo wordt bepaald door B-leden. De discussie wordt afgesloten met twee adviezen: (1) denk aan de veiligheid en pas in het bijzonder in de bebouwde kom de snelheid aan, (2) -aan de ontstane BCcategorie- blijf doordraaien bij het wisselen van koppositie en blijf niet weifelend achterin hangen, maar draai sneller door als je een mindere dag hebt”. Resumé De ideeën over fietssnelheden bij TC Everlo hebben door de jaren heen een ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn afspraken gemaakt, die uiteindelijk zijn vastgelgd in het huishoudelijk reglement. De ledenvergadering evalueert jaarlijks, herbevestigd en zonodig wat bijgesteld of aangevuld. Het behoud van fietsplezier bij alle leden staat bij dit alles voorop. TC Everlo fietst daar goed bij en laten we dat vooral zo houden.
Jac Coopmans
SAMEN UIT, SAMEN THUIS In de 20 jaar dat ik bij Pierke fiets heb ook ik kunnen genieten van menige discussie over snelheden. En daarmee veranderde niet zozeer de snelheid als wel de opvattingen daarover. Gelukkig ten goede. In de beginjaren deden we niet aan A, B en Gentlemen groepen, we reden gewoon altijd samen. We vertrokken samen en kwamen samen aan. Zo hoorde dat. En o wee diegene die het anders zag. Zelfs de laatste paar kilometers nog even gassen en in plukjes aankomen werd niet gewaardeerd. Dat was asociaal gedrag, zo werd bij iedereen ingepeperd. De sterksten moesten het vaak onderweg en bij aankomst verbaal ontgelden. Er waren er altijd die het onderweg voor de zwakste op namen; die kwamen dan langszij fietsen met de opmerking “rustig aan, doa achter zitte ze derdoor”. Vaak heb ik me afgevraagd of hier in de derde persoon werd gesproken want als je vroeg “weem den” kreeg je meestal geen antwoord. Als ik dan wel eens verzuchte dat iedereen toch echt evenveel recht heeft om moe te worden, werd er wel om gelachen maar de ongeschreven wetten werden toch niet aangepast. In die tijd gold het recht van de zwakste.
De visie van Henk Coolen
Begin jaren negentig heb ik 2 jaar in Portland bij de Rose City Wheelmen gefietst. Die hadden een andere mores. Er werd niet achterom gekeken. Eraf was eraf. Die zag je bij de volgende training wel weer terug. Het wilde westen hebben ze destijds veroverd met het recht van de sterkste en dat hebben ze zo maar gelaten, ook bij de toerclub. Een verademing vond ik dat toen. Het recht van de zwakste was dus blijkbaar geen universele wet. Dat gaf nog mogelijkheden bij Pier. Weer terug bij Pierke werd midden jaren negentig de snelheid langzaam maar zeker bespreekbaar. Gesproken over het onderwerp werd er natuurlijk al lang maar de emotie verdween gelukkig naar de achtergrond. We besloten voorzichtig om de sterkste iets meer rechten te geven en de regel Samen Uit Samen Thuis na de gemeentegrens ongeldig te verklaren. Het fietsplezier nam onmiddellijk met sprongen toe. Ook de smeuïge verhalen nadien aan de bar. Soort zoekt soort. Bij de toertochten gingen we eigenlijk nooit Samen Uit en zag je al een natuurlijke splitsing op basis van snelheid. Het lag voor de hand om dit ook in onze
rondjes rond de kerk toe te passen en dus te splitsen in groepen. We hadden wel nog een enquête nodig om deze aanpassing van het huishoudelijk reglement voor onszelf te legitimeren. De splitsing werd een feit. Door deze opsplitsing kon een ieder nu per rit zelf beslissen waar de aansluiting werd gemaakt. Het recht om moe te worden werd hiermee erkend en het fietsplezier nam wederom voor een ieder toe. Het enige gevaar schuilt thans nog in de onderschatting van de eigen kracht. Als je bij het vertrek bij Pier vraagt wie er vandaag zin heeft in een A-tempo, dan krijg je steevast te horen: net verkouden geweest, net gegeten, gisteren nog getraind, of andere smoesjes. Bedoeld wordt: nee, vandaag geen zin om die pijn te lijden. Onderweg in het B-groepje komen echter de endorfine vrij en verdwijnt de pijn als sneeuw voor de zon en gaat het tempo toch vaak richting A. Terwijl we het zo vaak meemaken leren we daar toch nog vrij weinig van. Als we al dan niet terecht bij de start besluiten dat er B-tempo gefietst wordt dan geldt natuurlijk wel B-tempo én de regel SamenUit Samen Thuis. Althans tot aan de gemeentegrens... (lang leve de gemeentelijke herindeling). De feiten Maar hoe zit het nu eigenlijk met die snelheid? Hoe zijn de feiten? Met dat digitale dashboard van ons moeten we de snelheid toch ook objectief kunnen beschouwen? Onderstaand een poging hier toe. De eerste grafiek geeft de gemiddelde snelheid van de afgelopen 13 jaren van alle ritten met vertrek vanaf Pierke. Natuurlijk alleen van die ritten waarbij mijn fiets meefietste. Pakweg 25 ritten per jaar, van maart tot september.
Wat leren we hier van? t De bandbreedte is beperkt. 31,80 Traagste jaar is 1996 met 30,4 31,60 km/uur en het snelste jaar is 31,40 31,20 2008 met 31.5 km/uur. Hier zit Series1 31,00 slechts 1,1 km/uur tussen. Poly. (Series1) 30,80 t Mijn computertje heeft echter 30,60 ook de trend uitgerekend (de 30,40 kromme) en die wijst naar 30,20 omhoog! Een relatie met de 30,00 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 opkomst van EPO valt niet aan te tonen daar de bloedwaarden van deze stoempers onbekend zijn. Gemiddelden vertellen echter niet alles. Veel snelle en veel trage ritten in een jaar zitten gemiddeld ook goed, maar wordt toch als zwaarder ervaren. Dus hoe zit het met de spreiding in een jaar? Mijn computertje is niet voor een gat te vangen; Onderstaande grafiek geeft de zogenaamde standaard afwijking. Dat wil zeggen de gemiddelde afwijking in een jaar t.o.v. het jaargemiddelde. Hoe hoger het getal hoe meer variatie op de snelheden in het betreffende jaar, dus hoe zwaarder ervaren. 32,00
2,50 2,00 1,50 Series1 1,00 0,50 0,00 1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Wat leren we hier dan van? t Met uitzondering van 2008 is de spreiding op de snelheid per jaar zeer gering. Variërend van 1.2 km/uur spreiding in 1997 tot 1,7 km/uur spreiding in 1998. Zeer constant dus. t De spreiding bereikte met 1.9 km/uur recordhoogte in 2008. Dat jaar was niet alleen het snelste jaar maar er werd ook nog eens het meest gevarieerd in snelheid. Blijkbaar begint de A nu pas goed pas warm te draaien (met of zonder EPO). Zoals ik al zei is de snelheid door de jaren heen niet veel veranderd, wel onze opvatting erover. Natuurlijk is er nog discussie over de snelheid en dat zal altijd zo blijven. Gelukkig kunnen we wel stellen dat dit onderwerp zijn puberjaren is ontgroeid en thans een volwassen benadering krijgt. Dat mag ook wel na 25 jaar. Henk Coolen
Luik-Bastenaken-Luik voor de vijftigers
Jan Rutten is uit 1943. lk ook. Precies tussen onze verjaardagen in is er die vermaledijde Ardense klassieker die zo tot de verbeelding spreekt van joggers, trimmers, nieuwelingen, amateurs, profs, ouden van dagen en van Jan. "Op je vijftigste LBL uitrijden is het mooiste wat er bestaat", zo vertrouwde hij menigeen toe en beloofde een vat bier ("ei gans vaat") aan iedereen die in zijn gezelschap zou blijven tot aan de frietkraam in Tilff. Zelf had ik twee jaar van mijn leven door tegenslag verloren zien gaan. Maar eindelijk, in 1993 zou ik weer mogen vlammen. Jan Rutten verzamelt de fietsen. De mijne ook. Op zaterdag is er weer het vaste ritueel: mijn Alan laten glimmen als geen ander en vóór acht uur de fiets inleveren bij Jan. Als het zo ver is, besluit ik langs Theo te rijden om een extra reserveband te kopen. Ik zal het geroddel over mijn canvas voor goed uit de wereld helpen. Bij Jan is het rustiger dan drie jaar geleden. Ik ben de eerste die zijn fiets inlevert. Ik zal toch niet de enige zijn? "Harry, ze hebbe veur mergen regen veurspeld", zegt Jan onheilspellend. Op de radio zingt Leen Jongewaard 'Op een mooie Pinksterdag'. Hij kan het weten.
Midden in de nacht vertrekken we. lk ook. Het is gekkenwerk. Rond half vier schuifelen onduidelijke schimmen achter Ruttens vleesparadijs. Fouragetasjes op de rug, yoghurt, bidons, vers fruit, regenjasje, reservewiel. Wiel is er niet bij dit jaar en Koningslust heeft zich verslapen. Iets later dan gehoopt rijden we met zestienen naar Belgenland, drie bobo's en dertien verslaafden. Ik heb geluk, ik
mag bij Fred in de auto en Wim mag rijden. Hij kent als geen ander de weg. Al zet je hem geblinddoekt achter het stuur, hij brengt je probleemloos van Sprimont naar Vielsalm, van Harzé binnendoor naar Wanne. Waar Jan Rutten gebleven is weet ik niet. Hij heeft de leeftijd om op zichzelf te passen. Zodra we op de autoweg zitten doezel ik half in slaap. Ik sluit me af van de stemmen op de achtergrond. Ter hoogte van Born echter gonst
steeds het woord ‘toehten’ in mijn kop. Eerst denk ik nog dat er iets mis is met de claxon. Fout. Fred heeft gisteravond een paar uur geleden dus- naar RTL+ gekeken. Hij beschrijft met handen en voeten welk fantastisch landschap daar
werd blootgegeven. Mijn gedachten dwalen weer af naar de enorme 'toehten' die op mij liggen te wachten: le Rosier, la Redoute en les Forges. Mannelijk, vrouwelijk, meervoud. Achter Maastricht begint het te druppelen. Jan Rutten draagt een bril. lk niet. In Tilff zoeken de brildragers elkaar op. De drup is veranderd in een serieuze plens. "Met beslagen ramen fietsen is levensgevaarlijk", betogen de bijzienden. "Over een half uurtje is het waarschijnlijk droog", hoopt de bemiddelaar. Ik hoop met hem mee. Helaas. Ook na eenendertig minuten regent het nog steeds en drie brildragers gaan met Theo naar huis. Negen twijfelaars stappen op de fiets. Na 50 kilometer, bij de eerste stempelpost, zullen ze een beslissing nemen. In de blik van sommigen zie ik al hoe die uitvalt. Ik mis Jan Rutten. Hij mij ook?
Zij aan zij klimmen we met negenen omhoog naar Dolembreux, zonder Jan. Hoe zal het aflopen met dat vat bier ("ei gans vaat") nu ik niet bij hem gebleven ben? Of hij bij mij. De spieren zijn
onwillig, stijf, koud. Dat wordt niet beter in de afdaling naar Sprimont. De bandjes spetteren door de modderige plassen. Bij de volgende klim zorgt de condens voor wat vocht van binnen uit. Wat is fietsen toch een verrukkelijke zelfkwelling. Na ongeveer twee uur fietsen rijden we in een fuik: de eerste controlepost. Ron en Ron zitten al lang weer op de fiets als wij schuifelend in een lange rij ons eerste stempeltje gaan verdienen. Vlak voor we aan de beurt zijn breekt een wolk en giet de regen in bakken over ons heen."Zo is het wel mooi geweest, we stoppen er mee", hoor ik Jacques duidelijk in het meervoud zeggen met de vastberadenheid die past bij een waarnemend voorzitter. Even later bemachtig ik een stempel op mijn doorweekte 'feuille de route'. Iets verder staat de volgwagen ons op te wachten. Eten, drinken, wateren, heerlijk. Terwijl de ploegleiding beraadslaagt over 'wie-in-welke-autowanneer-en-volgens-welke-route-hoedan-ook-naar-huis’ gaat, zie ik voor het eerst die dag een dun streepje blauw tussen de wolken. Hein, de hele tijd al ingetogen maar zelfverzekerd, vangt op dat het busje over Houffalize moet rijden om de twee Ronnie’s te bevoorraden. Hij ruikt zijn kans. Hij wil wel fietsen tot die post half-koers en "daarna zien we wel weer verder". Eventjes zoekt de zon het dunne streepje blauw op. Rich Ebisch is uit 1943. lk ook. In grote wedstrijden moet je aanvoelen wanneer de slag valt. Rich en ik hadden dat gevoel. We keken elkaar aan en daarna Hein. En in die ene seconde wist ik het: wij zouden Tilff halen, op de fiets. Mooier kon het bijna niet. Samen met Rich, de aanstormend vijftiger en samen met Hein, mijn trainingsmaat op de schaats. Gevleugeld vervolgden wij onze weg. Het was nog steeds droog. Alleen de opspattende achterwielen bezorgden ons het voorkomen van mijnwerkers die net uit de schacht kwamen. lk had me voorgenomen een deel van het opgelopen tijdverlies goed te maken en had af en toe het gevoel over de weg te zweven. Rich, de verstandigste van ons drie, hield me in toom. “De
meeste kilometers liggen nog vóór ons”, zo hield hij me steeds weer voor. Dan passeert ons een turbo. We bijten even op de tanden en worden in zijn kielzog meegezogen. Voordat we er erg in hadden daalden we alweer af naar Houffalize.
Wij missen de volgwagen. De volgwagen mist ons. Het was druk bij de tweede controlepost zo rond kwart voor elf. De volgwagen was er nog niet. Na een uur wachten begon de onzekerheid aan ons te knagen. Hadden we wel op deze post afgesproken of zouden ze pech hebben gehad? Hadden ze de afvallers in Luik eerst uitgezwaaid of zouden ze om de hoek op ons staan te wachten? We fietsten twee kilometer terug en vooruit. Het levert niets op. Het wordt rustig in Houffalize. Er komen geen fietsers meer binnen. Om half een sluit de controlepost. We moeten verder. Laat Rich de verstandigste zijn, ik was de enige die nog wat francs bij zich had. De rest lag in het busje. We besloten dat laatste geld om te zetten in suikerrijke wafels. Daarna gingen we op hoop van zege verder. Na twee bochten komen we
Wim en Jacques tegen op zoek naar ons. Het busje stond drie kilometer verder op de top van de Taverneux. In alle rust maakte Rich zijn helm vast en zei: "Zoiets doe je niet met opzet, dat kan iedereen overkomen". Ik dacht ‘1943 is een goed jaar’ en kroop in zijn wiel. Wie wijst de weg? lk niet. Luik-Bastenaken-Luik is een groot lint van duizenden kleurige fietstruitjes. Behalve als je als laatste een stempelpost verlaat. Dan is er slechts een grauwe lucht en het grijze asfalt met af en toe een gekleurd routepijltje naar links, naar rechts of rechtdoor. Soms staan er zelfs twee pijltjes. Het is dan niet de bedoeling dat je kiest. Neen, je moet de pijlen van het laatste jaar volgen. Wij hadden dat te laat door. Het werd dan ook steeds stiller om ons heen. Totdat kinderen ons weer op bet juiste spoor zetten. Onze computers konden weer zo'n acht kilometer extra tellen. Na een paar
molshopen hadden we de hijgers, de dikbuiken en de stampers weer achter ons gelaten en begon het weer gezellig druk te worden. En na de Wanne, Haute-Levée en Rosier zaten we zelfs midden tussen het normale fietsvolkje. Inmiddels had een fikse onweersbui iedereen een schuur of kippenhok ingejaagd en een tiental kilometer voor Remouchamps zagen we de zoveelste bui al weer hangen. In een garage mochten we ruim een half uur kleumen. Het ging me niet in de koude kleren zitten. Mij was trouwens opgevallen dat
ik in de laatste hellingen nooit meer als eerste boven kwam. De ene keer schoof Hein stilletjes voorbij, dan weer was het Rich die mij stijlvol zijn achterwiel liet zien. Het deerde niet want ik voelde dat ik nog voldoende reserves had om La Redoute te nemen. En mijn voorgevoel klopte. Een happy end. Ook voor ons. Wie ooit LBL heeft gefietst weet dat na de Redoute de spanning eraf is. Op je wenkbrauwen fietsen, met dikke benen, de wind door de spaken en de adem door je luchtpijp gierend, het maakt allemaal niet meer uit. Het is gelukt. Een medaille hoeft niet meer. Je hebt genoeg stille getuigen verzameld. Het vochtige oranje deelnemersnummer 1091, Lipton Ice Tea, de afgestempelde controlekaart van de Velo-Club Tilffois en een geïrriteerd achterwerk. Je kunt met opgeheven hoofd komen. Aan de anderen vertellen welke ontberingen zij gemist hebben. En je afvragen hoe het nu verder moet met hen. Goed idee van Jan trouwens. Van dat vat bedoel ik. Harry Jacobs, 1993.
1988 1.Jan Leijsten 2.Leo Houtappels 3.Wiel Linders 1989 1.Wim Hendriks 2.Jacques Berkers 3.Leo Houtappels 1990 1.Peter Maessen 2.Jacques Berkers 3.Johan Janssen 1991 1.Johan Janssen 2.Leo Houtappels 3.Henk Coolen 1992 1.Johan Janssen 2.Leo Houtappels 3.Hein Engels 1993 1.Leo Houtappels 2.Ron Timmermans 3.Harry Jacobs 1989 1.Leo Houtappels 2.Hans Janssen 3.Wiel Janssen 1990 1.Johan Janssen 2.Frans Nouwen 3.Leo Houtappels 1991 1.Johan Janssen 2.Frans Nouwen 3.Leo Houtappels 1993 1.Frans Nouwen 2.Ron Wijsen 3.Leo Houtappels
TC Everlo
2008 1.Jacques Berkers 2.Jos Bongers 3.Ger Hermans
2007 .Hans Smedts 2.Fer Wilms 3.Martin Lormans
1988 t/m 1995 Lokatie: Baan Baarlo 1996: 1997:
2003 1.Jan Rutten 2.Hans Smedts 3.Wim Lommen
Geen wedstrijd ivm te weinig renners Geen wedstrijd
2002 1.Robert Nouwen 2.John Jacobs 3.Jac Coopmans
1998-2005 Lokatie: Pierke, gemiddelde tijd 2008 Lokatie: Thyasbaan, Panningen
1994 1.Jacques Berkers 2.Luit Pijning 3..Hein Engels 1988 1.Jan Leijsten 2.Leo Houtappels 3.Wiel Linders
2001 1.Martin Wijnen 2.John Jacobs 3.Jac Coopmans
1995 1.Ron Wijsen 2.Tom Brekelmans 3.Henk Coolen
1998 1.Jac Coopmans 2.Rich Ebisch 3.Hein Engels
1999 1.Leo Timmermans 2.Leo Houtappels 3.Fer Wilms
2000 1.Leo Timmermans 2.Jac Coopmans 3.Lion de Wit
2007 1.Jeroen van de Goor 2.Henk Coolen
2006
TC Everlo
2008 1.Johan Janssen 2.Wil Gommans 3.Hans Smedts
Club kampioenschappen Cyclo cross/ATB 1988 Geen wedstrijd 1989 t/m 1991 Lokatie: Heldense Bossen 1992 Geen wedstrijd 1993: lokatie ombekend 1994: Meyel 1995: Geen wedstrijd 1996: Vosberg, Panningen 1997: Meyel
1997 1.Frans Nouwen 2.Henk Coolen 3.Ron Wijsen
2006 1.Robert Nouwen 2.Ton Smets 3.Jac Verbong 2004 2005 1.Harry Jacobs 1.Leo Houtappels 2.Henk Coolen 2.Rich Ebisch 3.Tom 3.JanBrekelmans Linssen
Club kampioenschappen op de weg
1994 1.Ron Wijsen 2.Frans Nouwen 3.Henk Coolen 1996 1.Henk Coolen 2.Jacques Berkers 3.Wim Knippenberg
2009 1.Theo Koopmans 2.Theo Smedts 3 Jac Coopmans
1998: 1999: 2000: 2001: 2002: 2003: 2004: 2005: 2006: 2007: 2008:
1999 1.Johan Janssen 2.Henk Coolen 3.Wil Gommans
7 januari 1.Jos Bongers 2.Leo Beurskens 3.Henk Coolen 16 december:
Geen wedstrijd Meyel Heldense Bossen Blerickse Bergen Bosberg Swalmen Meyel Geen wedstrijd Blerickse Bergen Meyel Blerickse Bergen Meyel
2000 1.Henk Coolen 2.Leo Kurvers 3.Ger Herman
1.Jos Bongers 2.Wil Gommans 3.Jacques Berkers 2005 1.Henk Coolen 2.Leo Houtappels 3.Jacques Berkers 2003 1.Leon Kurvers 2.Henk Coolen 3.Wil Gommans 2001 1.Wil Gommans 2.Leon Kurvers 3.Henk Coolen
2002 1.Henk Coolen 2.Wil Gommans 3.Tom Brekelmans
25 jaar huiskamer van TC Everlo Vaak krijg ik een verbaasde reactie als ik zeg dat ik nog steeds lid ben van TC Everlo. “Ik dacht dat je bij Pierke fietste”, is dan de reactie van zo een onwetende leek in wielerland. De naam van deze sponsor van het eerste uur kleeft blijkbaar ook na 25 jaar nog steeds aan onze toerclub. Dat zal ook wel zo blijven, al bedenken we er nog zoveel nieuwe startplaatsen bij.
We zochten Pier en Marleen op voor een fotoreportage. Ondertussen vertelden zij, als bedreven kroegbazen, honderduit over hun jeugd, de vakanties, hun hobby’s, hun werk en natuurlijk over de fietsclub ‘Pierke’.
Pier raapt petatte Met enige trots vertelt Pier over zijn jeugd thuis: “Ik heb jong geleerd wat werken is. We hadden een boerenbedrijf op de Heibloemseweg. Daar heb ik gevoeld hoe zwaar boerenwerk is. Met een kromme rug ’s avonds thuiskomen van het petatte rapen. Rond mijn vijftiende hielp ik veel mee in de tuinderskas, onder andere bij de tomatenpluk. In vakanties hielp ik later bij Jo Gijsen en maakte ik voor het eerst kennis met de drankenhandel.”
Pier, van soldaat tot commando Als Pier vertelt over zijn militaire diensttijd Marleen koffie bij, terwijl ze haar bink met de in Weert en tekende toen voor 4 jaar. Gelukvoor gezien kon houden. Uiteindelijk maakte goed bij hem paste.
wordt het verhaal wat soberder. Ondertussen schenkt nodige trots aankijkt. Pier was 16 maanden op de KMS kig was er een proeftijd, zodat hij het na 9 maanden hij zijn diensttijd vol bij de commando’s, ‘n onderdeel dat
Pier, de geweldenaar Na de diensttijd werkt Pier een jaar in de bouw bij Jan Jacobs. Maar gauw genoeg is hij weer terug bij Gijsen en begint zijn leven in de drankenhandel. Er vallen namen die dorstig maken: Skoll, Oranjeboom, Dommelsch, Jupiler, Hertog Jan, Omnidrink, Interbrew en tenslotte InBev.
De kneepjes van het kasteleinsvak leerde hij bij Dotje. Na 5 jaar ‘oefenen’ begint hij op 1 april(!) 1981 zijn eigen sfeervolle café. Het werd, mede dank zij Marleen, een succes. Maar ook de krachtpatser liep aan tegen zijn grenzen. In november 2008 verruilde hij het slopende gesjouw voor InBev Nederland BV voor een chauffeursbaantje bij Roetje Ghielen. En met zijn bekende brede grijns vertrouwt hij ons toe dat hij geen spijt heeft van die overstap.
Pier, de romanticus We vragen Pier naar zijn mooiste herinneringen. Er is geen moment van twijfel: het trouwen, de kinderen en het 25-jarig huwelijksfeest met zo’n 500 gasten. Bij die opsomming knikt Marleen instemmend met haar levendige ogen. Zij leerden elkaar in 1978 kennen bij Kubke. Als het kan gaan ze tweemaal per jaar op vakantie. Samen met de kids genieten in Centerparks of met z’n tweeën de warmte opzoeken in Tunesië of Spanje.
V.l.n.r. Marleen met lege handen, Pier en Marleen oefenen voor een circusact, Pier op dirigentencursus.
Boven v.l.n.r.: Pier en Marleen bedienen uitgeputte coureurs; Pier (in Jansen & Tilanus) en Marleen bij het vertrek van de A-groep; Marleen verwent Wim. Onder v.l.n.r.: Pier speelt de baas; de bal is rond; Pier als coach vóór het clubhuis.
Pier, de sportman Dat Pier iets heeft met voetballen is algemeen bekend. Hij toont ons dan ook terecht vol trots zijn voetbalveld aan de overkant van de weg. “Ik voetbal al vanaf mijn twaalfde. Het was lang mijn favoriete sport. Nu ga ik elke zondagochtend badmintonnen en tweemaal in de week kun je me zien hardlopen in de Heldense Bossen. Daarnaast val ik af en toe in met tennissen. En fietsen dan? “Ik heb geen racefiets, maar op onze gewone fietsen trappen we regelmatig samen onze kilometertjes bij elkaar.
Pier, de oudste sponsor In het peloton hoor je de oude garde vaker opgeven over die oergezellige beginjaren. Ook Pier en Marleen herinneren zich de feestavonden, de huldigingen na Luik-Bastenaken-Luik en de familiefietstochten met BBQ na. “Dat sfeertje was er al toen Hai Backus, samen met o.a. met Wiel Janssen en Matje Verschaeren, kwam vragen of ik de kleding mee wilde sponsoren. Dat werd meteen al een gezellig treffen.” “Later”, zegt Marleen, “heb ik mijn hart nog vaak vastgehouden als ze waggelend en met dubbele tong naar huis fietsten.” Die taferelen horen definitief tot een ver en grijs verleden. Toch? Harry Jacobs
TC Everlo anno 1997 Je bent secretaris en je weet wat! Of je hoort wat natuurlijk. Wat wil ik even kwijt? -
Dit jaar geen jaarverslag. Dat is een portie werk minder dit jaar en dat gezeul en gehannes met
boekjes kopiëren is
ook afgelopen. Wie leest het trouwens? -
Een passage uit een vraaggesprek.
-
De clubhistorie in vogelvlucht.
Het vraaggesprek
Jacques Berkers is liefst 16 jaar secretaris geweest van TC Everlo. Tussendoor nam hij het voorzitterschap er ook nog een jaartje bij. En toch hield hij tijd over om van alles en nog wat mee te organiseren of om er aan deel te nemen. Gezinsfietstochten, clubkampioenschappen op de weg of in ‘t bos, Maratona’s, fietsweken of –weekenden, barbecueof andere feestavonden, Jacques was steeds van de partij. Sinds vorig jaar is hij eenzame trekker van het onderdeel mountainbiken bij het Rundje Koeberg. Tot 1997 maakte hij als secretaris steeds een jaarverslag, in dat jaar kwam hij met een alternatief. Lees en geniet!
Een passage uit een opgetekend vraaggesprek tussen Jan en mij geeft opheldering over sommige typische clubzaken, ook trends genoemd in de volksmond. Dat wil ik jullie niet onthouden, ondanks dat ik geen toestemming heb voor publicatie. Daarmee is misschien wind gezaaid en wordt storm mijn deel. Maar wees gewaarschuwd, het stof bereikt iedereen. Mijn 2e termijn zit er sowieso bijna op.
sporten als fietsen en lopen in eigen tijd. En waarom zit nog niet de helft op de fiets? Dat zijn er toch best weinig? Dat komt door “verschuivingen in het vrijetijdspatroon”. De actieve fietser van het moment consumeert, en is bepaald niet dol op de verplichtingen die aan het lidmaatschap van een club hangen. Organiseren, tochten uitpijlen, kantinedienst draaien, daar heeft niet elke fietser zin in.
Waarom heeft EVERLO nu 47 leden? Dat zijn er best veel. Dat komt door “verschuivingen in het vrijetijdspatroon”, Jantje. De uitval van de georganiseerde sport is het sterkst rond het twintigste en het vijftigste levensjaar. Die uitvallers richten zich op niet-georganiseerde
Waar zit die helft dan wel? Want dat zijn er toch nog best veel. D’r zitten nogal wat fietsers in het grijze circuit, Jantje. Maar ook IKEA en de FITNESS-sector zijn favoriet. Welingelichte bron vermeldt een geweldige ledentoename van de NBB,
dus denk eraan, de club is dol op elk grijs lid dat trouw zijn contributie betaalt. Wie zijn de NBB in godsnaam? Nou, de Nederlandse Bridge Bond . . . . Clubhistorie De clubhistorie in vogelvlucht. Hierbij is geput uit notulen van voorgaande jaren. Lees en overtuig jezelf van de dynamiek van een fietsclub op weg naar morgen, in goede en slechte tijden. 1984 De oprichting. “In de toekomst moeten bepaalde zaken geregeld worden, en dat hoeft niet door één of twee personen gedaan te worden”.
De contributie wordt ƒ 75,- en er werden alvast “verschillende consumpties genuttigd” alvorens “de verzameling werd gesloten”.
Wil je het volgend seizoen lid blijven ? JA/NEE * ACTIEF/PASSIEF lid * * = “S.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is”
1986 De sponsors doen hun intrede. Er zijn nieuwe Tenues van “PIERKE en JANSSEN-FIETSIN”. “Meer dan 25 leden komen er niet in”. Men reed nog niet te hard, maar wel vaak door “ROOD”. En, we houden al geld over: ƒ 272,08. Ondanks maar ƒ 75,contributie. 1987 De eerste harde regels. De benzine moet betaald worden i.p.v. de kilometers vergoed. Tegen lekke banden werden wielen meegenomen...! Vertrektijden: zaterdag om 4 uur, zondag om 10 uur (naar Dld om half 10) en op woensdag om 18.30 uur. Er zijn al geruchten over nieuwe leden. De contributie blijft ƒ 75,-.
1988 Clubkampioenschappen. Er wordt een enquêtebriefje verstuurd naar de “leden”:
Het resultaat: 21 actieve en 2 passieve leden. De ledenstop wordt opgeheven, maar er blijft censuur op de verslagen....! De contributie blijft ƒ 75-, desnoods in termijnen. 1989 De fietscross doet zijn intrede. Na één lustrum dient hoognodig de kas gecontroleerd te worden. Er komen meer regels: 18 artikelen in totaal. Het fietsen op zaterdag loopt terug. Er worden nieuwe tenues besteld voor maximaal 35 leden. Er moet geld bij, maar de contributie blijft ƒ 75,-. 1990 “Samen uit - samen thuis” We hebben het niet zo op enquêtes: 4 reacties op de vraag: Wat is voor U persoonlijk, mits van toepassing, de reden dat U na de vakantieperiode minder aan de fietstochten deelneemt?”. Snap jij dat nou? Maar 4 reactiesl!! De toerkalender wordt almaar voller. De tenues zijn van inferieure kwaliteit, maar worden hersteld. We rijden weer veel te hard voor contributie van ƒ 75,-. 1991 TC Everlo, een officiële vereniging. Hoe is het moóóóogelijk: 44 leden. Dat ligt zeker aan verschuivingen in het vrijetijdspatroon.
Bericht van Registratie Rechtspersoon: Rechtsvorm: Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid (statuten in notariële akte) Statutaire naam: Toerclub Everlo
De gezinsfietstocht was nog voor de eigen leden. Er is een clubkampioenschap cyclo-cross. Het motto blijft “Samen uit - samen thuis”, voor ƒ 75,-. 1992 Is er nog fietsplezier? De voorzitter van eerste uur treedt af. Het bestuur gaat met 4 man verder. Er komt een financieel verslag met een batig saldo van ƒ 8358,54. We zijn rijk, hoera!! Ondanks een contributie van maar ƒ 75,-. Wolmenke komt in het ziekenhuis terecht tijdens LBL. JC rijdt de tijdrit met ketting-slot en pomp op de fiets. We bezinnen ons op “iets snellere en wat langzamere jongens”. 1993 Komen en gaan. Er is uiteindelijk toch een nieuwe voorzitter!! Twee outfitsponsoren stoppen. Theo Bos, de rijwielspecialist, gaat alleen verder. We gaan de groep splitsen bij drie
sterren(***)tochten. Bij watte? Het wordt het LBL-jaar van de vijftigers: heroïek op leeftijd. Lees Harry z’n verslag nog maar eens door. We betalen die ƒ 75,- met z’n allen maar slecht. 1994 We gaan iets nieuws beginnen. In het geel met z’n allen. Een ledenstop wordt afgekondigd: 45 is het maximum. De B-groep wordt geboren. We spekken de kas met een containeractie: ƒ 2000,-. Drie mensen in het bestuur blijkt inmiddels voldoende. Het succesvol Survival-weekend in de Ardennen is door velen gemist; jammer, het was de moeite waard. Ondanks zwaar gesubsidieerde evenementen blijft de contributie ƒ 75,- .
radio-interview weg. Er komt een intercluboverleg op gang met Olympia, Maastrappers en Velo. 1996 Een helm past iedereen! Na zoveel onheil over ons en andere pelotons wordt de helm verplicht. Een hoofdzaak. (zie voetnoot) De voorzitter laat BB een nummer trekken uit een zakje...!!?? Daar begint het al. We organiseren een heus ATB-
Nou, beste lezer, als hier niet de levensloop staat van een dynamisch “wild” clubje, dan heb ik Alzheimer. Jullie secretaris (in 1997), Jacques Berkers (gele ATB) Voetnoot van de redactie: Sponsor Theo Bos zorgde ervoor dat alle leden voor een zacht prijsje bij hem hun eerste helm konden kopen. Het duurde bijna een heel seizoen voordat een passende helm voor Fred Heinen werd gevonden.
1995 Aan bijna alles komt een eind. We organiseren, zonder het al te weten, de laatste “Ronde van Everlo”. De ledenstop is alweer opgeheven, gelukkig: 56 leden. Waarbij de eerste vrouw, Bea niet
Eva, bedoel ik. We hebben tenues te kort!! Dat wordt dus bijbestellen. Contributie blijft ƒ 75,-, dus daarom springt de sponsor bij. Henk en Jacques geven een
De clubkampioenschappen krijgen oude luister weer terug. Maar, bij het organiseren blijkt de boel telkens last te hebben van “verschuivingen in het vrijetijdspatroon”. We hebben de beste nazomer sinds jaar-en-dag. “Het Blêdje” censureert mijn verslagen, gvd. Maar gelukkig hoef ik er maar ƒ 75,- voor te betalen.
kampioenschap met 44 deelnemers. Het is een sportief succes in de perfecte ambiance van de Manege. Helaas houden we er geen cent aan over, integendeel. Maar dat geeft niet want de contributie is toch ƒ 75,-. 1997 Fietsen wordt “AbeCeetje”. We fietsen officieel in 3 groepen. Dat heeft niets met grijsrijders te maken overigens.
25 JAAR TOERCLUB EVERLO IN WOORD EN BEELD 4 voorzitters Hai Backus (1)
Jacques Berkers (2), waarnemend. (1992) Manusje van alles, groot organisator, wegfietser, crosser, en daarnaast een zeer verdienstelijk tafeltennisser.
(1984-1985-1986-1987-19881989-1990-1991) Medeoprichter en man van het eerste uur, probeerde vanaf het begin sportiviteit te combineren met gezelligheid.
Henk Coolen (3)
Jac Coopmans (4)
(1993-1994-1995-1996-1997-1998-200-20012002-2003) Redder in de nood, krachtpatser op de fiets, veroorzaker van splitsing in 3 categorieën en 10 jaar lang man met de hamer.
6 tenues (gefinancierd door 8 sponsoren)
(2004-2005-2006-2007-2008-2009- . . .) Bemiddelaar, heeft naast fietsen judo als tweede liefde, vecht al weer 6 jaar voor dezelfde idealen als de eerste voorzitter
Van 10 naar 69 leden
Drie vrouwen
TC Everlo mocht zich, zij het met enige schommelingen, verheugen in een groeiende belangstelling. Dat we uitgerekend in het jubileumjaar zoveel nieuwe leden konden begroeten is een leuke opsteker. Enkele cijfers: Gemiddeld aantal leden 42,6 Gemiddelde toename/jaar 2,4 leden
TC Everlo is een mannenclub. Het duurde 11 jaar voordat de eerste vrouw het aandurfde om zich een plek te verwerven tussen ongeveer 50 macho’s. Bea Beumers (foto boven) was lid in 1995, 1996, 1997 en 1998. Na 4 jaar hield zij het voor gezien. Haar opvolgster Jolanda van Ham (foto midden) nam 3 jaar later voor de zekerheid haar man Peter maar mee. Hún liefde en die voor de fiets hielden stand, maar de liefde voor Everlo was van kortere duur: 2001, 2002 en 2003.
Leeftijd jongste lid Leeftijd oudste lid Gemiddelde leeftijd in 2009 Maximale gemiddelde leeftijd
22 76 48 50
jaar jaar jaar jaar
Twee blijvertjes
Van de mannen van het eerste uur zijn er op dit moment nog slechts twee lid. Lei Houtappels (l) was bij de oprichting van Everlo nog piepjong: 27 jaar. Momenteel ligt zijn leeftijd boven het gemiddelde. Dat geldt zeker voor Rich Ebisch (r), die toentertijd 40 jaar oud was en nu al een jaar van Drees trekt.
Gelukkig is snel daarna Maria Gommans (foto beneden) door Wil overgehaald om met ons mee te fietsen. Zij schuwde het kopwerk niet, maar versleet wel veel remblokjes in afdalingen. Jammer genoeg koos zij na enkele jaren (2004, 2005, 2006, 2007) echter voor het Meijelse vrouwenpeloton, waarmee ze dit jaar op Maria(!)-fietsbedevaart naar Lourdes is gegaan.
Jong en oud Ons jongste clublid werd geboren toen de oudste 54 was. Iedereen weet dat dát niet het enige verschil is tussen beiden. In ambitie lijkt Hai soms niet onder te willen doen voor veel jongere coureurs. We zetten wat verschillen en overeenkomsten op een rijtje.
Sjoerd Engels Leeftijd Zoon van Gehuwd Kinderen Opleiding
22 Hein nog te hebben geen 2de jaars werktuigbouwkunde, Heerlen
Favoriete sport Beste prestatie
Hai Gommans Leeftijd
76
Gehuwd Kinderen Opleiding Arbeidsverleden
met Annie dochter Carla ( 50 jaar) Ondergrondse Vakschool mijnwerker, steenfabriek, Sleutels Conserven, Theo van Tiel keramiek, ACSevenum
fietsen en hardlopen
Favoriete sport
fietsen
7de in Baarlo, streetrace (’09), Winnaar Midden-Limburgs avondcriterium (5 km hardlopen) over 7 wedstrijden (’09)
Beste prestatie
kies zelf maar uit 5 x 11-stedentocht 3 x Limburgs Mooiste, 2 x Luik-Bastenaken-Luik 2x 2-daagse Mergellandtocht
Favoriete sportman Lance Armstrong
Favoriete sportman heb ik niet Toekomstplannen dat ik met mijn 8 pilletjes per dag nog lang mag blijven fietsen en spinnen
Toekomstplannen
Minder fietsen, meer lopen
Grootste tegenslag
Kettingbreuk op 2 km van de top van de Großglockner tijdens de Everlo fietsweek in Oostenrijk (2009). Uit pure frustratie gooit hij zijn fiets woedend in de sneeuw.
Grootste tegenslag gebroken heup door val, de nieuwe doet het weer goed.
Bijna altijd eerste zijn.
Onhebbelijkheid
Onhebbelijkheid
nog steeds (bijna altijd) eerste willen zijn.
Wiel Janssen (1947 – 2005) 25 Jaar samen fietsen betekent ook 25 jaar lief en leed samen delen. Dat leed kwam onverwacht in 2005, toen Wiel Janssen, medeoprichter, sponsor en markant lid, plotseling overleed. In het Heljes Blèdje werd Wiel herdacht met onderstaand In Memoriam.
Promotieactiviteiten De vereniging heeft ten doel het recreatief beoefenen van de wielersport. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door: a. trainingstochten; b. toertochten; c. alle overige wettige middelen. (Statuten Toerclub Everlo, artikel 4) In de loop der jaren heeft onze fietsclub, buiten de trainingstochten, op verschillende manieren haar doelstellingen weten te verwezenlijken. We laten alle activiteiten nog eens de revue passeren. Fietsvierdaagse (1986) TC Everlo was jong en wilde wat. Een fietsvierdaagse, daar kun je mee thuiskomen! De enthousiastelingen hebben het geweten. De belangstelling was namelijk zo teleurstellend dat er snel gezocht werd naar een alternatief. En dat werd gevonden in de gezinsfietstocht.
In memoriam Wiel Janssen Op woensdag 23 februari jl. verliet ons een man van het eerste uur van T.C Everlo: In Panningen overleed veel te vroeg Wiel Janssen, op 57 jarige leeftijd. Voor Wiel stond het leven van jongs-af-aan voor een groot deel in teken van fietsen. Het was zijn hobby, misschien wel ‘n passie. Door middel van zijn tweewielerzaak maakte hij er ook zijn beroep van. Hij was ambitieus en zat vol ideeën, waardoor het geen verrassing was, dat hij in 1984 aan de wieg stond van T.C Everlo, de eerste toerfietsclub voor Helden. Fanatiek als hij was, tijdens trainingen en toertochten, wist velen enthousiast te maken, die met hem in contact kwamen. Ook sponsorde hij, via zijn zaak, de club vele jaren lang, totdat zijn tanende gezondheid de harde en lange inspanningen van werk en hobby niet meer toeliet. Maar ook in die periode kon hij nog geanimeerd over wielrennen praten en zo zullen we hem voor altijd in herinnering houden.
Gezinsfietstocht (1987-1988-1989-1990-1991-1992-1993-1994-1995-1996-19971998-1999) De gezinsfietstocht is wel de succesvolste activiteit van de afgelopen jaren. Liefst 13 keer werd de tocht georganiseerd. De eerste 4 jaar werd telkens een nieuwe route uitgepijld, later werden deze routes beurteling opnieuw gebruikt. Aan elke route was een serie vragen gekoppeld, die onderweg beantwoord moesten worden. In 1992 ontstond het idee om aan de tocht een barbecue te koppelen. Dat kon goed, want op de zaterdagavond ervoor was er een barbecueavond voor de leden met hun partner. In een
gezellige sfeer kon dan ook de winnaar van de prijsvraag in het zonnetje worden gezet. Bij slecht weer zorgde Pier voor een overdekte binnenplaats en was al die jaren de lachende derde.
Jaarlijkse Gezinsfietstocht zondag 24-8-97 Deze tocht voert U 40 kilometer over de mooiste wegen uit de omgeving. Ook dit jaar is een prijsvraag verbonden aan deze prachtige, geheel uitgepijlde route. Onder het genot van een pilsje en de barbecue vindt om 17:00 de prijsuitreiking plaats. Inschrijving tussen 12.00 en 14.00 uur. Bij Café “PIERKE” Steenstraat 48, Panningen Inschrijf kosten: Hlf 2,= beneden de 12 jaar Hlf 3,= boven de 12 jaar
Omloop (ronde) van Everlo (1990-1991-1992-1993-1994-1995) In navolging van De Vélo organiseerde Everlo in 1991 voor het eerst ook een toertocht voor de recreatieve racefietser. Het aantal deelnemers lag rond de 50, met een dalende lijn in de loop der jaren. De opbrengsten waren gering, de PRwaarde matig en het werk (vooral voor de toenmalige bestuursleden) onevenredig groot. Na 6 edities stierf dit mooie evenement een stille dood.
Tandemtocht voor visueel gehandicapten
(1999-2000-2001-2002-2003-2004-20052006-2007-2008) Wij leverden 10 jaar op rij voorrijders bij de jaarlijkse tandemtocht voor gehandicapten. De organisatie deed Helden in 2008 voor het laatst aan. Bram den Blanken maakte een verslag van die laatste tocht en eindigde als volgt. “Het was voor de deelnemende blinden en slechtzienden een onvergetelijke dag. Daaraan te mogen bijdragen maakte ook voor mij deze dag onvergetelijk.”
Winter Cyclocross (2000-2001-2002-2003-2004-2005-20062007) In 2000 draaide TC Everlo voor het eerst mee in het Limburgse Winter CycloCross circus van de NWB. De eerste twee jaren speelde de strijd zich af in De Heldense Bossen.
(2008-2009) Drie verenigingen, Atletiek Helden, SSS en TC Everlo, staken de koppen bij elkaar. Ze wilden elke maand samen met Kerkeböske iets sportiefs doen in en rond De Heldense Bossen. Ze vatten hun doelstelling kernachtig samen in 3 woorden: inspannen, ontspannen, ontmoeten. Je kunt er inmiddels elke 2de zondag van de maand hardlopen, wandelen, mountainbiken of recreatief fietsen. De ATB-clinic, door Leòn Crienen en Jos Bongers, trok liefst 40 belangstellenden in maart.
Toen echter enkele grondeigenaren bezwaar maakten, moest een nieuwe locatie worden gezocht. Zo verhuisden de Crosswedstrijden naar het gebied rond Manege De Vosberg. Het bochtige circuit door de omliggende bossen was uniek doordat de renners ook door de manege werden geleid. Inmiddels was de wedstrijd al verschillende keren van sponsor, en dus ook van naam, veranderd: van Jos Feron- , via Rob Akkermans- naar BediCup . Na 2007 kon de Cross niet meer ingepast worden in het programma de Stichting Manege. Maar . . . er kwam iets totaal anders voor in de plaats.
Waar gebeurd!
(2007-2008-2009) In 2006 verzamelde Ger Hermans (foto) wat Wielervrienden van Helden om zich heen om te kijken of het mogelijk was om na zoveel jaren weer een Ronde van Panningen van de grond te krijgen. Dat bleek goed te kunnen.
Na 2 jaar heeft de Ronde zich al een goede naam verworven bij de echte wielerliefhebber. De verwachtingen voor de derde waren hoog gespannen bij het ter perse gaan van dit jubileumboekje. Want na de aantrekkelijke Dikke Banden Race voor de jeugd en de knallende derny wedstrijd van 2008, werd in 2009 met de komst van de kernenomloop Peel en Maas voor een volle dag wielerfeest gezorgd.
Dit jaar begon de Kernenomloop om 9 uur en moest in verband met mogelijke geluidsoverlast contact worden opgenomen met het kerkbestuur. De kapelaan toonde begrip voor de situatie en antwoordde laconiek: “Geen probleem, ik ben trouwens toch gewend dat de meeste mensen om 9 uur voorbij de kerk fietsen!”.
Onze huidige sponsoren in beeld
SLAGERIJ RUTTEN Bedrijfsleider:
Palmares:
Funs Rutten, zoon van Jan Markt 73, Panningen www.slagerijrutten.nl beste Worstenmaker – Traiteur van het jaar 2009
Slagerij Rutten bestaat al 81 jaar. Een mijlpaal om trots op te zijn. Overgrootopa begon in 1928 en momenteel hakt achterkleinkind Funs, de 4e generatie, met het bijltje. Hij was mede sponsor van de laatste twee tenues.
Bedrijfsleider:
Leo Hendrikx Heerweg 10, Buggenum www.2-wielers.nl
Wil je een nieuwe mountainbikegroep van Shimano of Sram, of een racegroep van Shimano of Campagnolo? Loop eens binnen of kijk op de Websites.
Financieel directeur: Jos Boss Industrieterrein 13, Panningen www.wp-haton.com WP-Haton biedt een groot aantal bakkerijmachines voor een even groot aantal inzetmogelijkheden: kneedmachines, deegverwerkingssystemen, ovens, kleinbroodstraten, narijssystemen en koelsystemen.
Tenuesponsoren uit een grijs verleden
FIETS INN, Tegelen, Sponsor van tenue 1. Wiel Janssen (U 2005) had een bloeiende fietszaak. Vanuit Panningen nam hij je racefiets voor onderhoud graag mee naar Tegelen. Hij was één van de medeoprichters van TC Everlo en was lid van 1984 tot 2000.
CAFÉ PIERKE, Panningen, sponsor van tenue 1 en 2. (zie ook ‘huiskamer van TC Everlo’)
BOS rijwiel-speciaalzaak, Panningen, sponsor van tenue 2, 3 en 4. Theo sloot zijn zaak in 2002. Hij was lid van Everlo van 1989 tot 2006. Velen waren jaloers op zijn indrukwekkende sprintdijen. Fred Engels Schilderwerken, sponsor van tenue 5. Fred was lid van Everlo van 1993 tot 2002
Patrick Claessens was mede-sponsor van shirt 5 en zorgde voor prijzen o.a. bij de clubkampioenschappen.
WAAR GEBEURD? Zèht den eine tège den angere . . . Op feestavonden met barbecue in de beginjaren, tijdens de fietsweekenden (de eerste al in 1994) en vanaf 2002 in de fietsweken zijn er heel wat onmogelijk sterke verhalen over tafel gegaan.
Ze galmen nog na van Pol tot Camerig, in de Ardennen en in de Eifel, in de Dolomieten en op de Veluwe, in de Franse Alpen van Morzine tot Barcelonette, in Salzburgerland . . . We laten er een aantal de revue passeren. De meest ongeloofwaardige hebben we geschrapt. Dat konijn is van mijn. Een lid van onze club – de naam laten we wijselijk achterwege ter bescherming van zijn privacy – ontwaarde tijdens een fietstocht een dood konijn in de berm langs het kanaal Wessem-Nederweert. Hij stopte en dacht “dat is de mijne”. Een fietsgenoot vroeg hem wat hij in godsnaam ging doen met een dood konijn. “Die bind ik onder de fiets vast en neem ik mee naar huis voor mijn fret, zodat die nog wat te eten heeft”. Vervolgens werd de tocht voortgezet, al ging dat niet zo makkelijk met een aan het frame vastgebonden konijn. Steeds meer verschoof het konijn en op enig moment floepte die eruit. Weer opnieuw vastgebonden. Enfin, het fietsmaatje kwam met het konijn thuis en daar kreeg zijn fret een kostje konijn voorgeschoteld. Die zal naar de smaak niet gevraagd hebben en het beest smakelijk hebben verorberd. Bier op de dopinglijst? De konijnenvanger zorgde voor nog een stunt. Zo ging hij ook eens mee met een tocht ergens in het zuiden. Het was nogal heet die dag en dus werd er onderweg ruim gepauzeerd. Een pot bier smaakte goed en . . . . naar meer. Na de pauze werd zelfs de bidon gevuld met bier. Daarna werd de tocht weer vrolijk voortgezet. Maar . . . op enig moment ‘knapte’ de bidon en het bier spatte er uit. Eigen schuld, dikke bult. De dorstige wielrenner kwam met de schrik vrij, maar het zal hem nadien wel nooit meer zijn overkomen. Een les voor de toekomst: bier trekt naar je benen en je kunt het beter ná de fietstocht drinken dan tijdens.
Vals plat Hay (onze oudste) fietste jaren geleden met een nieuwe, superlichte Gazelle voor het eerst de Baraque Michel op. Na vijf minuten geeft hij er de brui aan. Henk vraagt wat er aan scheelt. Hay zucht en puft: “Mijn rem loopt aan, of het freewheel zit vast of zo . . .” Na even zoeken en doorvragen heeft Henk het probleem gelokaliseerd: “Niks aan de hand Hay, het loopt hier alleen maar lichtjes bergop . . . .” Supermonteur terug naar huis Hein (vader van de jongste) heeft inmiddels een reputatie opgebouwd op het gebied van last minute onderhoud. Altijd kijkt hij daags tevoren, liefst ‘s avonds laat, zijn fiets “grondig” na. De volgende dag echter komt hij er tijdens het fietsen achter, dat hij toch nog iets is vergeten . . . .
Splinternieuwe pignon gemonteerd, maar ringetje vergeten. Resultaat: alle kranjes zitten los, dus . . . terug naar huis.
Super kale buitenband niet vervangen na de winter. Resultaat: 4 maal lek op 10 km en dus . . . terug naar huis.
Vallen & opstaan Jan (Bölke) van de Goor (Wolhook) maakte de meest spraakmakende val van de afgelopen 25 jaar. Hij belandde met de nodige breuken en schaafwonden na een ongelukkige val in de Amstel Gold Race in het ziekenhuis. Het bestuur stelde datzelfde jaar het dragen van een helm tijdens gezamenlijke ritten verplicht. Dat bleek geen onnodige maatregel. Inmiddels zijn de nodige hersens afdoende beschermd bij valpartijen. Er gaat geen jaar voorbij of iemand maakt wel weer een schuiver(tje). De NTFU is er niet blij mee. Een dikke tuinslang over de weg, een onverwachte verkeersdrempel, een vervelende stoeprand, een eindsprint tijdens de clubkampioenschappen of gewoon effe een tikje tegen het achterwiel van je voorganger en het is weer prijs. Het kan ons allemaal gebeuren, nietwaar Lion, Piet, Jan, Hai, Leon, Martin, Bram, Harie en al die anderen die ons de afgelopen jaren voorgingen. Effe afkloppen.
Na een vliegende afdaling, met snelheden boven de 70 km/uur, blijkt Heins gerafelde voorremkabel nog slechts met 2 dunne draadjes vast te hangen.
MARKANT
“Waar Tom fietst, waait het nooit.” (Over de fietssluwheid van Tom Brekelmans.)
“Is in de luwte fietsen nou fiets-sluwheid of fietsluwheid?”
“Na het vertrek van Tom kregen we een TomTom in het peloton.” (Over Frans Nouwen als voorrijder, na de verhuizing van T. Brekelmans)
“Fietsen is profiteren van de ander.” (Tim Krabbé in De Renner.) “Mag ik vandaag op de plek van Jan van Haandel fietsen?” (De tweede of derde rij in het peloton, rechts vooraan.)
“De baas van het peloton voelt geen pijn.” (Harry J. in de tijd dat hij nog redelijk kopwerk kon verrichten.) Specialisme van Fred Heinen: terrassen en ijssalons. (Grubbenvorst, Reuver, Grefrath, Well, Hariksee, See zus
Clubkampioenschappen van De Berckt tot Thyas In 1988 werden voor het eerst clubkampioenschappen georganiseerd. De Berckt was twee zondagochtenden op rij het strijdtoneel voor de kemphanen van TC Everlo. 18 Leden waren van de partij. Dat hoge percentage (72%) liep langzaam terug en toen de Baarlose baan na jaren werd gesloten was het ook hoog tijd voor een nieuwe impuls. Het alternatief werd een individuele tocht van onbekende lengte in de omgeving van Helden. Je fietste zonder fietscomputer en moest vooraf de verwachte gemiddelde snelheid opgegeven. Die formule sloeg aan, ook al deed minder dan de helft van de leden mee. Twee jaar geleden keerden we weer terug naar de baan. Maar nu in eigen huis. Sindsdien trekt ook op dinsdagavonden de snelle baan van Thyas een vaste groep liefhebbers.
39