Voorwoord Utrecht wil een stad zijn waar het goed leven is voor alle bewoners, ook voor ouderen. De raad heeft onze commissie ingesteld om burgemeester en wethouders te adviseren over ouderenbeleid en beleid dat ouderen raakt. Nu de gemeente meer verantwoordelijkheden en taken krijgt op terreinen die ouderen raken wordt een stevige adviescommissie steeds belangrijker. Ouderen zijn voor ons niet grijs maar zilver. Zilver glanst en weerspiegelt alle kleuren. De ouderen in Utrecht zijn heel verschillend. Sommigen zijn bezig hun leven af te ronden, anderen willen werken en hebben door hun leeftijd minder kansen op de arbeidsmarkt. Naast de ouderen met een goed pensioen zijn er die alleen AOW hebben - of maar een gedeeltelijke AOW. Naast Utrechters die in een wijk geboren, getogen en geworteld zijn, zijn er steeds meer allochtone Utrechters die zich met een andere cultuur verbonden voelen. Al die ouderen tellen mee. Waar zoveel verschillende ouderen en onderwerpen aan de orde zijn zal de commissie niet alles kunnen doen, maar prioriteiten moeten stellen. De commissie geeft prioriteit aan de onderwerpen waar zij door haar expertise een unieke bijdrage kan leveren. Dit zijn onderwerpen waar nog geen uitgekristalliseerde visie is of waar de gangbare visie aangepast moet worden aan nieuwe ontwikkelingen en aan nieuwe mogelijkheden. Ook besteden wij extra aandacht aan de kwetsbaarste groepen ouderen. Centraal kiest de commissie voor adviezen waarmee zij het meest effect kan sorteren en de rol waarvoor zij is ingesteld: adviseren van burgemeester en wethouders. Om invloed uit te oefenen voor een oudvriendelijke stad, om gehoord te worden en geraadpleegd, is reageren op gemeentelijk beleid niet meer genoeg. We willen waar nuttig samenwerken met anderen. In een stad, waarin mensen van alle leeftijden met elkaar verbonden zijn maar ook in hun eigenheid worden aangesproken en waar nodig gesteund. Een stad waar je goed oud kunt worden. Voor samen werken aan zo’n stad moeten onze partners weten wat van ons te verwachten valt. Dit beleidsplan is daarvoor bedoeld. Dr. Vivien van Geen Voorzitter Adviescommissie voor het Ouderenbeleid, Utrecht
Zilver geeft Utrecht glans
Inleiding Talrijke belangrijke ontwikkelingen zijn er momenteel voor ouderen in de stad: woonservicezones, de lokale uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, meer en andere ouderen in de stad, serviceloketten in de wijken. Dat alles geeft meer dan genoeg werk voor de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid. De adviescommissie adviseert het college van burgemeester en wethouders al vele jaren, waarbij de commissie de afgelopen jaren aan het professionaliseren is. Bij die professionalisering past een beleidsplan. In dit beleidsplan zijn in het eerste hoofdstuk de uitgangspunten van de commissie verwoord. Daarna geven we in hoofdstuk 2 de werkwijze van de adviescommissie weer, met hierin nieuwe accenten op bestaande werkwijzen. Communicatie is daarbij belangrijk. In het derde hoofdstuk staat die communicatie centraal: de doelen, doelgroepen en strategie van communicatie. Hoofdstuk vier geeft in het kort een plan van aanpak. In de bijlage van dit beleidsplan vermelden we de middelen van communicatie die tot onze beschikking staan.
Zilver geeft Utrecht glans 2
1. Uitgangspunten Alles wat het leven van ouderen raakt- daarover adviseert de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid het college van burgemeester en wethouders van de stad Utrecht. De gemeenteraad heeft de commissie ingesteld om het college gevraagd én ongevraagd te adviseren. In de verordening op de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid 1 staat het als volgt: De adviescommissie heeft als doel een bijdrage te leveren aan de (kwaliteit van de) beleidsontwikkeling met betrekking tot het ouderen beleid door de inbreng van organisaties/ instellingen van en voor ouderen en het versterken van de invloed daarop door ouderen zelf. De adviescommissie vindt dat ouderen in Utrecht in de gelegenheid moeten zijn hun eigen keuzes te maken en daarbij – zonodigondersteuning te krijgen. Utrecht moet een stad zijn waarin het voor ouderen aangenaam leven en wonen is, vooral omdat overheid en instellingen ouderen serieus nemen, de mogelijkheden van ouderen benutten, stimuleren en hen opvangen in hun beperkingen. Overheid en instellingen kunnen daarvoor zorgen door: • een oudvriendelijke inrichting van de stad • goed functionerende algemene voorzieningen in stad en wijk • goed functionerende specifieke voorzieningen voor ouderen. Ouderen geven de stad haar historisch besef. Een dergelijk besef is nodig om waarden en normen door te kunnen geven. Ook kunnen ouderen een substantiële bijdrage leveren aan de sociale cohesie, omdat ouderen vaak meer tijd hebben om aandacht aan anderen in hun wijk te geven en zij vaak een ander perspectief hebben op mensen en maatschappelijke ontwikkelingen. De adviescommissie geeft het college heldere, concrete en relevante adviezen en aanbevelingen2, waarmee het college een impuls krijgt om 1
Raadsbesluit van 13 juni 2002 Of, zoals het in de verordening staat: De Adviescommissie voor het Ouderenbeleid heeft tot taak a. Het geven van advies aan het college, op verzoek, dan wel uit eigen beweging over (aspecten van) het te voeren ouderen beleid en die aspecten van beleid, die (mede) van invloed zijn op de positie van ouderen; b. Informatie-uitwisseling over onderwerpen, die het beleid voor ouderen raken en c. Volgen van beleid dat ouderen raakt. 2
Zilver geeft Utrecht glans 3
het beleid en de uitvoering zo aan te passen dat het ideaal van de adviescommissie wordt benaderd. De adviescommissie is herkenbaar en duidelijk; instellingen op het terrein van ouderenbeleid kunnen er elkaar ontmoeten. De visie van de adviescommissie op ouderenbeleid is concreet als volgt. • Er is een geïntegreerd aanbod van wonen, welzijn en zorg. • Verschillende leeftijds- en etnische groepen zijn verbonden. • Men waardeert ouderen en vindt hen waardevol. • De diversiteit van ouderen wordt erkend en ingezet. De adviescommissie richt zich op alle ouderen in de stad: jonge ouderen en hoogbejaarde ouderen; ouderen met een sociaal-economische achterstand en welgestelde ouderen; ouderen die ondersteuning nodig hebben bij de invulling van hun dagen en ouderen die nog een betaalde baan hebben. • Beleid wordt wijkspecifiek ingevuld, met garanties voor stedelijk aanbod. • De kennis van de verschillende partners in de adviescommissie wordt ingezet. • De adviescommissie richt zich niet alleen op de min of meer klassieke aandachtsgebieden wonen, welzijn en zorg. Ook maatschappelijke participatie, arbeid, mobiliteit, veiligheid, sport, educatie, cultuur en vrijwilligerswerk krijgen aandacht. De commissie bespreekt elk jaar het thema wonen alsook de gemeentebegroting. Deze visie op ouderen in de stad zal de adviescommissie in de komende jaren verder invullen. Algemene en lokale ontwikkelingen, maar bijvoorbeeld ook de toename van de gemiddelde leeftijd, zullen hierop van invloed zijn. De visie zoals we die nu hebben geformuleerd vormt het referentiepunt voor de adviezen aan het college. Vanuit deze visie zal de commissie reageren op publicaties in de pers en ontwikkelingen in de stad. Ook voor haar bijdrage aan de uitvoering van nieuwe wetgeving op het terrein van zorg, welzijn en ondersteuning zal de commissie hierop terugvallen. Aangezien de gemeente meer verantwoordelijkheden zal krijgen voor ondersteuning van onder andere ouderen, verwacht de commissie een meer prominente rol te krijgen.
Zilver geeft Utrecht glans 4
2. Werkwijze Momenteel vormt de adviescommissie een soort denktank van het college. Trefwoorden die daarbij horen zijn interactieve beleidsontwikkeling, advies, expertise en deskundigen-netwerk. Deze rollen wil de adviescommissie verder uitbouwen. adviseren Al dan niet alvorens een besluit te nemen over beleid dat van belang is voor ouderen, vraagt het college om advies van de adviescommissie: het gevraagd advies (artikel 4 van de verordening). Voor een goed functioneren van de commissie is het essentieel dat het college hier daadwerkelijk gebruik van maakt. Daarnaast zal het college vanwege de verwachte Wet Maatschappelijke Ondersteuning verplicht worden zijn beleid in samenspraak met de burgers en zorgvragers te ontwikkelen. De adviescommissie vervult hierin graag een rol. De commissie vangt het uitblijven van gevraagd advies in de praktijk op door contacten met ambtenaren te onderhouden en op interactieve wijze beleid voor te bereiden. In principe zouden ambtenaren adviezen aan het college die betrekking hebben op ouderen eerst voor advies aan de commissie moeten voorleggen. De adviescommissie adviseert het college ook vaak over besluiten nadat die zijn genomen en zonder enig verzoek daartoe: het ongevraagd advies (artikel 3 a van de verordening). Tot slot signaleert de commissie ontwikkelingen in de stad en brengt deze in bij het college. Dit doet de commissie ook bij instellingen in de stad die voor het ouderenbeleid of de uitvoering daarvan belangrijk zijn zoals zorgaanbieders, wijkwelzijnsorganisaties en woningcorporaties. Vanwege het te introduceren inclusief beleid uit de nieuwe wetgeving omtrent zorg, welzijn en ondersteuning verwacht de adviescommissie vaker en over meer onderwerpen adviezen te zullen uitbrengen. vergaderen De adviescommissie vergadert eenmaal per maand. In de adviescommissie wordt per onderwerp het standpunt van de leden gevraagd, waarbij alle leden vrijelijk hun visie op het ouderenbeleid geven. Leden reageren in een open en kritische discussie op elkaar. Op basis van die discussie wordt het advies van de adviescommissie opgesteld. De leden van de adviescommissie maken zoveel mogelijk gebruik van elkaars kennis, mogelijkheden en netwerken. Naast de
Zilver geeft Utrecht glans 5
vergaderingen kunnen er incidenteel en tijdelijk werkgroepen uit de adviescommissie worden samengesteld, die samen met het dagelijks bestuur een advies voorbereiden. Een voorbeeld daarvan is het advies over de gemeentebegroting. samenstelling De adviescommissie heeft een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Inhoudelijk zwaardere thema’s bereidt het dagelijks bestuur voor. Daarbij kan het dagelijks bestuur experts uitnodigen. De adviescommissie telt 30 leden; zowel belangenbehartigers als instellingen die voor ouderen werken zijn vertegenwoordigd: • Aanbieders van zorg, huisvesting, ontspanning - ontmoeting ontplooiing te weten verzorgings- en verpleeghuizen, de thuiszorg, woningbouwcorporaties, Stade, wijkwelzijnsorganisaties, Altrecht en de huisartsenvereniging • Belangenbehartigers van ouderen te weten ouderenbonden, cliëntenraden/organisaties, vertegenwoordigers van minderheden, de Algemene Hulpdienst, vakbonden en ongeorganiseerde ouderen. • Adviserend leden voor welzijn, wonen, ouderenzorg, sociale zaken & werkgelegenheid, in de vorm van ambtenaren van de gemeente. Er wordt naar gestreefd geen vacatures in de commissie te hebben. Bij afscheid van een lid wordt de betreffende organisatie gevraagd om vervanging. De vier plaatsen voor oudere minderheden zijn sinds het van kracht worden van de verordening in 2002 nog niet volledig ingevuld. Dit behoeft aandacht. Voor alle belangenbehartigers geldt dat zij bij voorkeur wonen -of werken- in de stad Utrecht. De samenstelling van de commissie is zeer breed zodat vrijwel alle terreinen van het ouderenbeleid zijn vertegenwoordigd. Veel vraagstukken zijn echter moeilijk af te bakenen. Dat houdt in dat elk van de leden medeverantwoordelijk is voor de advisering door de commissie. Naast de (adviserend) leden van de commissie en de onafhankelijk voorzitter is er een ambtelijke staf bestaande uit een ambtelijk secretaris en secretariële ondersteuning. Om goed te kunnen functioneren als commissie is voldoende capaciteit van de ambtelijke staf een belangrijke voorwaarde.
Zilver geeft Utrecht glans 6
meerwaarde De adviescommissie heeft een meerwaarde voor (inwoners van) de stad Utrecht. De commissie biedt immers aan een uitgebreid scala van organisaties een forum om meningen te formuleren en informatie uit te wisselen. Ze biedt daarmee de mogelijkheid de gemeentelijke en maatschappelijke werkelijkheden aan elkaar te verbinden. De adviescommissie zal zichzelf en de bereikte resultaten monitoren en presenteren. Hiervoor wordt ingezet op jaarlijks overleg met directeuren van diensten en politiek verantwoordelijken, waarbij een jaaroverzicht ondersteunend is. Aan het einde van de periode die dit beleidsplan beslaat, zal de adviescommissie de resultaten evalueren en opnieuw een plan opstellen. interactieve werkwijze De interactieve manier van werken zal de adviescommissie nadrukkelijk verder ontwikkelen. Onder interactieve werkwijze verstaat de adviescommissie dat ambtenaren3 vroegtijdig concepten van beleidsnotities voorleggen aan de adviescommissie nog voordat het college erover heeft besloten. Deze werkwijze leidt tot meer mogelijkheden om het beleid effectief te beïnvloeden. Deze interactieve werkwijze is zowel de verantwoordelijkheid van het bestuur, het ambtelijk apparaat, als van de commissie zelf. Voor het college van burgemeester en wethouders betekent deze werkwijze dat het duidelijk aangeeft wat het van de adviescommissie verwacht en beleidsmakers aanspreekt op hun verantwoordelijkheid om interactief beleid te ontwikkelen. Voor ambtenaren houdt het in dat zij samenwerken met de adviescommissie. Ambtenaren ontwikkelen idealiter interactief beleid, en betrekken de adviescommissie vanaf een zo vroeg mogelijk moment bij de beleidsontwikkeling. De adviescommissie en ambtenaren werken beide aan hetzelfde doel: in stand houden of verbeteren van de positie van ouderen in de stad. Voor de commissie zelf impliceert de interactieve werkwijze dat zij prioriteiten stelt in de advisering en dus nee durft te zeggen om de kwaliteit van de adviezen te kunnen waarborgen. De commissie beschikt over een netwerk om kwalitatief goede adviezen te kunnen geven en maakt 3
Ambtenaren adviseren het college van burgemeester en wethouders, of voeren beleid zoals besloten door het college of de raad uit. Zij zijn in dienst van de gemeente. Dit in tegenstelling van medewerkers van bijvoorbeeld een welzijnsstichting of een woningbouwcorporatie, die hun eigen bestuur adviseren, beleid van de eigen organisatie uitvoeren en arbeidsrechtelijk verbonden zijn aan hun eigen organisatie. Wel kunnen er subsidie of andere relaties tussen de gemeente en de desbetreffende instelling bestaan.
Zilver geeft Utrecht glans 7
gebruik van dat netwerk. Zij volgt de maatschappelijke ontwikkelingen en vertaalt ze in ongevraagde adviezen. perspectief op communicatie De commissie is in het verleden terughoudend geweest tegenover communicatie. Nu wil de commissie deze terughoudendheid omzetten in een actief en functioneel communicatiebeleid. Reden daarvoor is dat betere bekendheid van de commissie wellicht kan bijdragen aan de effectiviteit van de adviezen. Bovendien is de commissie voor het ontvangen van signalen uit de stad en het gemeentelijk apparaat voor een deel afhankelijk van de eigen bekendheid. Voor de werkwijze van de adviescommissie is communicatie essentieel. De adviescommissie vat communicatie daarbij breed op. De onderlinge contacten, de contacten met het college en de raad en raadscommissie, de contacten met het ambtelijk apparaat en met andere partijen in de stad vallen eronder. De adviescommissie zet communicatie functioneel in. Dat houdt in dat de ouderen in de stad van de communicatie activiteiten van de commissie erop vooruit moeten gaan. De bekendheid van de adviescommissie op zich is betrekkelijk irrelevant. Het volgende hoofdstuk besteden we volledig aan communicatie.
Zilver geeft Utrecht glans 8
3. Communicatie doelgroepen De adviescommissie heeft vele doelgroepen van communicatie. Behalve de adviescommissie zelf en de partners in de stad zijn er ook binnen het gemeentelijk apparaat veel doelgroepen. Zo kunnen we als doelgroepen benoemen: • Leden van de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid plus de organisaties die zij vertegenwoordigen • Maatschappelijke organisaties en instellingen die relevant zijn voor het ouderenbeleid die niet vertegenwoordigd zijn in de commissie • Burgers • De wijkouderenraden • Andere adviescommissies in de stad • De pers • Ouderenadviescommissies in andere steden Als gemeentelijke doelgroepen kunnen worden genoemd: • Politiek-verantwoordelijken voor de adviescommissie: het college van burgemeester en wethouders en de coördinerend wethouder ouderenbeleid. • Directeuren van diensten • De vaste adviserende leden zonder stemrecht die deel uit maken van de adviescommissie 4: - beleidsmedewerker stedelijk ouderenbeleid - beleidsmedewerker ouderenhuisvesting - beleidsmedewerke ouderenzorg - beleidsmedewerker sociale zaken en werkgelegenheid en andere (beleids)ambtenaren • Leden van de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling en overige gemeenteraadsleden doelen en werkwijzen De drie doelen van communicatie betreffen kennis, houding en gedrag. Voor wat betreft kennis is het doel van communicatie dat de doelgroepen op de hoogte zijn van doel, taken en werkwijze van de commissie. 4
Uit: Verordening op de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid (raadsbesluit van 13 juni 2002)
Zilver geeft Utrecht glans 9
Voor wat betreft houding is het doel van communicatie dat doelgroepen positief staan tegenover de inbreng die de adviescommissie heeft in de gemeentelijke beleidsontwikkeling. Voor wat betreft gedrag is het doel van communicatie dat doelgroepen gebruik maken van de commissie. De leden van de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid onderschrijven de werkwijze van de commissie. Zowel de leden die belangen behartigen als de leden die een professionele organisatie vertegenwoordigen geven actief vorm aan de advisering en geven de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid een gezicht. De contacten tussen de verschillende leden van de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid zijn cruciaal en verdienen uitbreiding. Contacten tussen de leden kunnen worden ontwikkeld: - door korte presentaties over het eigen werkveld van leden - bij de jaarlijkse excursie - bij werkbezoeken naar de organisatie van leden van de commissie - tijdens een informele activiteit, gekoppeld aan een inhoudelijk moment, waarvoor interne én externe contacten worden uitgenodigd. Naast de contacten tussen de verschillende leden van de adviescommissie zijn ook de contacten met de achterban en met externe organisaties essentieel. Extra inzet van alle leden, zowel van de belangenbehartigers als de professionals, wordt hiervoor gevraagd. De belangenorganisaties behartigen het belang van hun leden. Sommige professionals vertegenwoordigen5 meerdere organisaties terwijl de meeste professionele organisaties uitsluitend hun eigen organisatie6 vertegenwoordigen. Voor belangenorganisaties met een eigen achterban én voor de professionele organisaties die meerdere organisaties vertegenwoordigen moet de eigen achterban meer betrokken worden bij de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid. Informatieverstrekking aan en consultatie van die achterban zijn daarbij belangrijke elementen. Ook contacten met maatschappelijke organisaties en instellingen die geen (direct) lid zijn van de adviescommissie moeten worden onderhouden. Deze organisaties fungeren als een meer algemene achterban voor de commissie. De leden van de adviescommissie 5
de vertegenwoordigers voor verpleeg- en verzorgingshuizen, de STUW en de Utrechtse Wijkwelzijnsorganisaties organisaties 6 Aveant voor de thuiszorg, Stade 55+, Altrecht en Huisartsenvereniging Utrecht
Zilver geeft Utrecht glans 10
bezoeken activiteiten zoals openingen en conferenties van andere organisaties, houden werkbezoeken, wisselen schriftelijke informatie uit, houden telefonische contacten, voeren gesprekken en volgen de media op de voet. De leden van de adviescommissie stellen zich op als ambassadeurs van de adviescommissie in de wijk en proberen voortdurend het netwerk aan deskundigen te vergroten. Veel van de leden hebben immers bijzondere betrokkenheid met een wijk. Zij onderhouden contacten met de wijkouderenraad in hun wijk en rapporteren over die wijk in de commissievergaderingen. Om deze grote hoeveelheid taken goed te kunnen uitvoeren kan deskundigheidsbevordering voor de leden van de adviescommissie gewenst zijn. Van andere adviesorganen vraagt de adviescommissie dat zij gericht zijn op samenwerking. Daarvoor moeten raakvlakken en gemeenschappelijke belangen bekend zijn. De adviescommissie onderhoudt contact met de andere adviesorganen om elkaar waar relevant op de hoogte te houden van ontwikkelingen. Ook ten opzichte van ouderenadviescommissies in andere steden staat de adviescommissie in Utrecht -waar relevant- positief tegenover samenwerking. Burgers van de stad Utrecht kunnen deel uitmaken van het kennisnetwerk van de commissie. Burgers moeten hiervan op de hoogte zijn. Ook zijn de wijkouderenraden en de seniorenraden in de wijken belangrijke bronnen van informatie voor de adviescommissie. Voor de adviescommissie is het gewenst dat de gemeenteraad zich ervan bewust is dat zij de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid bij verordening heeft ingesteld ten dienste van het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad voelt zich betrokken om de adviescommissie goed te laten functioneren. Ook is het gewenst dat het college van burgemeester en wethouders leidinggevenden en beleidsambtenaren aanspreekt op hun verantwoordelijkheid om interactief beleid te ontwikkelen en waar relevant de adviescommissie in te schakelen. Het college vraagt de commissie om advies alvorens een besluit te nemen over beleid dat van belang is voor ouderen (artikel 4 van de verordening). Het college ontvangt jaarlijks het jaaroverzicht van de commissie en de commissie
Zilver geeft Utrecht glans 11
heeft –eveneens jaarlijks- bestuurlijk overleg met de verantwoordelijke wethouder van het ouderenbeleid (artikel 9 lid 11 van de verordening). De voorzitter van de adviescommissie onderhoudt contacten met burgemeester en wethouders om de adviescommissie een gezicht te geven. Hiermee wordt draagvlak gecreëerd voor de advisering door de commissie en opvolging daarvan. Contacten binnen de ambtelijke organisatie moeten zorgen voor commitment, draagvlak en betrokkenheid bij de leiding en beleidsambtenaren. Ambtenaren zien de adviescommissie als een manier om interactief beleid te ontwikkelen. Zij weten dat de adviescommissie op alle beleidsterreinen mag en kan adviseren. Medestanders in de organisatie moeten worden gemobiliseerd; contacten moeten worden opgebouwd met beleidsambtenaren die genegen zijn interactief beleid te ontwikkelen. Directeuren van diensten geven in een jaarlijks overleg met de commissie aan welke onderwerpen binnen hun dienst de komende tijd van belang zijn en op welke onderwerpen binnen hun dienst zij het advies van de adviescommissie zouden waarderen. De voorzitter houdt contact met de directeuren van de drie cruciale diensten: DMO, DSO en GG&GD. De directeuren spreken hun beleidsambtenaren erop aan om een beroep te doen op de adviescommissie in een vroege fase van de beleidsontwikkeling. Zij gebruiken de adviezen van de adviescommissie of geven in een mondelinge of schriftelijke reactie aan waarom zij de adviezen niet gebruiken. De voorzitter onderhoudt een inhoudelijke relatie met de directeuren van diensten waarbij er sprake is van inhoudelijke impulsen over en weer. Vaste adviserende leden van de adviescommissie zijn ambtenaren van de gemeente Utrecht en hebben expertise op het terrein van stedelijk ouderenbeleid, ouderenhuisvesting, ouderenzorg en sociale zaken & werkgelegenheid. Met deze vertegenwoordiging is ook voldoende kennis over het integraal beleid op wonen, welzijn en zorg in de commissie. De adviserend leden hebben een rol bij het versterken van het netwerk, de informatievoorziening, en bij het geven van inhoudelijk krachtige en integrale adviezen. Voorzitter en ambtelijk secretaris versterken het contact met elk van de adviserend leden bijvoorbeeld door individuele contacten of een jaarlijkse gezamenlijke bijeenkomst. Elk van de adviserend leden geeft zo nodig aan welke ontwikkelingen er binnen zijn/
Zilver geeft Utrecht glans 12
haar dienst zijn waar de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid wellicht advies op moet geven. De commissie nodigt de voorzitters van de raadscommissies in de Adviescommissie uit om in debat te gaan over ouderen in de stad en het gemeentelijk beleid voor deze inwoners. De middelen waarmee de commissie de doelgroepen wil bereiken zijn beschreven in de bijlage.
Zilver geeft Utrecht glans 13
4. Aanpak jaarplan Dit beleidsplan omvat teveel acties om allemaal tegelijk en direct op te pakken. In 2005 legt de adviescommissie de prioriteit bij de volgende communicatie-acties: 1. Netwerkactiviteiten gemeentelijk netwerk 2. Netwerkactiviteiten van de eigen Adviescommissie voor het Ouderenbeleid 3. Website 4. Flyer/ omslag 5. Activiteitenoverzicht wie zijn er nodig Behalve de eigen organisatie van de Adviescommissie voor het Ouderenbeleid, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de ambtelijk secretaris en de secretariële ondersteuning zijn voor de uitvoering van dit beleidsplan met de communicatie-acties de volgende partijen nodig: afdeling communicatie van DMO, website- bouwer, afdeling reproductie, de directeur van DMO, het college. Het is niet ondenkbaar dat de diverse onderdelen van de adviescommissie meer tijd moeten investeren om de voornemens uit dit beleidsplan te kunnen voeren. Zo zullen het dagelijks bestuur, de voorzitter, de ambtelijk secretaris en de secretariële ondersteuning meer tijd moeten besteden aan de commissie. Het is de bedoeling dat deze extra inzet in 2005 daadwerkelijk plaatsvindt en zijn vruchten afwerpt. Afhankelijk van de ervaringen in 2005 zal voor de begroting van 2006 daaruit consequenties worden getrokken.
Zilver geeft Utrecht glans 14
Bijlage communicatiemiddelen In deze bijlage staan een aantal middelen aangegeven waarmee de adviescommissie haar communicatie gaat vormgeven. Deze middelen zullen zich ontwikkelen in de loop van de tijd. Bovendien zal de adviescommissie een aantal jaren nodig hebben om alle middelen tot ontwikkeling te brengen. website Een plek verwerven op de site van de gemeente: www.utrecht.nl. Aandacht is nodig voor de uitvoerbaarheid en de inzet die actualiteit van de site vergt. Alle adviezen van de commissie kunnen op deze site komen evenals de agenda’s en verslagen van de commissievergaderingen en het jaaroverzicht. Hiermee kunnen externe geïnteresseerden, betrokkenen en beleidsambtenaren gemakkelijk informatie over de adviescommissie vinden; uitgebreider dan met een flyer mogelijk is en meer op maat. De website kan eventueel op termijn de mogelijkheid bieden van een elektronische nieuwsbrief. beleidsplan Het beleidsplan vormt de basis voor de communicatiewerkzaamheden van de adviescommissie. activiteitenoverzicht Met een activiteitenoverzicht maakt de adviescommissie voor alle doelgroepen zichtbaar wat haar activiteiten zijn. Het is informatief en kan fungeren als presentatiemateriaal bij netwerkactiviteiten logo / huisstijl De adviescommissie laat een logo ontwikkelen dat een gezicht geeft aan de commissie. Dit logo wordt gebruikt voor een samenhangend pakket aan presentatiematerialen: drukwerk zoals briefpapier, visitekaartjes en omslagen of omslagen; als achtergrond voor sheets en powerpoint presentaties; voor de website. Het doel is de adviescommissie een duidelijk gezicht te geven. flyer of omslag Met een flyer of omslag kan informatie worden gegeven over de commissie. De adviescommissie kan een flyer/ omslag inzetten bij
Zilver geeft Utrecht glans 15
presentaties en netwerkactiviteiten. Eén flyer zowel voor interne als externe groepen, vooral omdat er een website komt. Een flyer kan liggen bij het informatiepunt in het stadhuis, bij de wijkbureaus en bibliotheken. presentatiemateriaal Briefpapier, visitekaartjes voor de voorzitter en de belangenbehartigers met een wijk als aandachtsgebied. gemeentelijke publiciteit Vermelding van de adviescommissie in de gemeentegids, op intranet, via PIGU en in de semi-gemeentelijke Plusgids. Bij actuele ontwikkelingen een apart kopje op intranet met een link naar de website. Artikelen in gemeentebrede interne bladen en bladen van gemeentelijk diensten. externe publiciteit Voor het gezicht van de adviescommissie is het nuttig om positief in het nieuws te komen. Contacten met de lokale media dienen opgebouwd te worden om, wanneer het relevant is, free publicity te genereren. informatiepakket Voor (geïnteresseerde) toekomstige leden, voor de pers of interne / externe netwerkcontacten. Samenstelling afhankelijk van doelgroep en gewenst informatieniveau. jaaroverzicht De commissie geeft elk jaar een overzicht van de werkzaamheden van het voorgaande jaar. Een overzicht van de adviezen van de adviescommissie aan het college en eventueel andere partijen staan daarbij centraal. gebundelde adviezen Naast het jaaroverzicht bundelt de commissie de adviezen per jaar en kan deze -gelijktijdig met het jaaroverzicht- aanbieden aan de coördinerend wethouder ouderenbeleid.
Zilver geeft Utrecht glans 16