!
Voorwoord Onze publicatie ‘Feiten en Trends Studentenhuisvesting’ wordt positief gewaardeerd door een breed publiek. De publicatie wordt aangevraagd door verhuurders, bouwers, ontwikkelaars, beleggers, architecten, ambtenaren bij overheden of onderwijsinstellingen en natuurlijk studenten zelf. Wij zoeken elk jaar een verzameling van interessante feiten en trends voor u bij elkaar. Deels uit eigen onderzoek, maar zeker ook uit externe bronnen. ‘Feiten en Trends’ heeft niet elk jaar exact dezelfde samenstelling, omdat niet alle bronnen zich jaarlijks vernieuwen. Deze editie bevat veel wetenswaardigheden die u als professional of geïnteresseerd lezer niet wilt missen. We beginnen zoals elk jaar met enkele trends: (On)rust over huurplafonds Eind 2012 was er onrust in de wereld van studentenhuisvesting. Er waren grote onzekerheden ontstaan over de toekomstige huurniveaus van studentenwoningen. Reden? De aankondiging in het regeerakkoord dat het Woningwaarderingsstelsel (WWS) zou worden ingeruild voor een percentage van de WOZ-waarde. Kences heeft samen met diverse organisaties ingezet op het intrekken van die plannen. En met succes. We zijn een jaar verder en het oorspronkelijke plan is van tafel. Ook is duidelijk dat het WWS voor onzelfstandige eenheden ongewijzigd blijft. Wel komt er een wijziging in het WWS voor zelfstandige eenheden, waarbij de WOZ-waarde maximaal 25% van de prijs bepaalt. Vooralsnog hebben wij geen grote zorgen over de gevolgen hiervan voor studentenhuisvesting. Behalve voor studentenwoningen met een extreem lage WOZwaarde, zoals containers of andere vormen van unitbouw. Kences bepleit daarom een solide ondergrens in de puntentelling, zodat geïnvesteerd kan blijven worden in betaalbare studentenhuisvesting, ook als de WOZ-waarde daarvan laag blijkt te zijn. Kamernood neemt komende jaren af Het aantal studenten groeit de komende jaren minder hard, door een minder sterk groeiende instroom en verwachte kortere studieduur. Daarmee groeit ook de groep uitwonende studenten minder hard. De spanning op de markt voor studentenkamers kan de komende jaren voor het eerst licht afnemen. De jaarlijkse productie van nieuwe kamers is de komende jaren waarschijnlijk hoger dan de stijging van het aantal uitwonende studenten. We dachten vorig jaar nog dat de nieuwbouwproductie alleen de groeiende vraag bij zou kunnen houden, maar er is nu zelfs kans op het wegwerken van tekorten. Goed nieuws voor toekomstige studenten. Tenminste, als we blijven bouwen. Effecten van invoering leenstelsel en afschaffing OV-kaart Er is nog geen duidelijkheid over de definitieve invoering van een leenstelsel voor studenten. Ook is nog niet zeker of de OV-studentenkaart verdwijnt. Toch valt te verwachten dat dergelijke maatregelen effect hebben op het keuzegedrag van toekomstige studenten. Om hier zicht op te krijgen, legt onderzoeksbureau ABF, in opdracht van het ministerie van BZK, momenteel de laatste hand aan een onderzoek naar de mogelijke effecten. Zoals het er nu naar uitziet, gaan studenten er de komende jaren financieel flink op achteruit. In dat licht bezien zal betaalbaar wonen een steeds belangrijker item worden.
Utrecht, 20 november 2013
! !
1. Het aanbod van Kences deelnemers Kences is sinds 1999 de brancheorganisatie voor studentenhuisvesting in Nederland. Kences organiseert structurele kennisuitwisseling tussen de aangesloten deelnemers, werkt aan innovaties op het vlak van studentenhuisvesting en behartigt hun specifieke belangen. Kences werkt aan goed en betaalbaar wonen in vrijwel alle studentensteden. De deelnemers van Kences huisvesten ruim 75.000 studenten. Bijna 35% van de studenten die op kamers woont in de stad waar men studeert, woont bij een Kences deelnemer. Het gaat hierbij om huisvesting van Nederlandse studenten en studenten en docenten uit andere delen van de wereld.
Kences deelnemers (a-z) en partner
Actief in
Aantal eenheden*
Amsterdam Amstelveen Diemen
7.100
Amsterdam Amstelveen Delft Den Haag Leiden
25.100
Wageningen Ede
4.500
Groningen
3.600
Nijmegen
5.600
!
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
2
! ! ! Kences deelnemers (a-z) en partner
Actief in
Aantal eenheden*
Utrecht Amersfoort Leeuwarden Maastricht Zeist Zwolle
12.700
Rotterdam
7.300
Eindhoven
3.000
Breda Tilburg
4.000
Maastricht, Sittard Geleen
1.500
Breda
700
*Partner * aantal zelfstandige- en onzelfstandige eenheden studentenhuisvesting in bezit en beheer per 31 december 2012 afgerond op honderdtallen. Bron: Kences, 2013 !
Deelname aan Kences staat open voor woningcorporaties die herkenbaar zijn als professioneel studentenhuisvester met minimaal 1.000 eenheden. Voor kleinere studentenhuisvesters kent Kences het partnerschap als lichtere samenwerkingsvorm. Momenteel telt Kences 10 deelnemers en 1 partner.
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
3
! ! Zelfstandige – en onzelfstandige studentenwoonruimte Kences deelnemers en partner hebben ultimo 2012, 75.100 eenheden in bezit en/of beheer waarvan 47.100 onzelfstandige eenheden (63%) en 28.000 zelfstandige eenheden (37%). Zelfstandige en onzelfstandige studenteneenheden in beheer en/of bezit per Kences deelnemer/ partner ultimo december 2012 Alleewonen
Onzelfstandig
Woonpunt Zelfstandig
Vestide Lefier Stad WonenBreburg Idealis SSHN De Key Vestia R'dam SSH DUWO 0
3.000
6.000
9.000
12.000 15.000 18.000 21.000 24.000 27.000
Bron: Kences, 2013
Wachttijdindicatie De wachttijdindicatie voor een studentenwoning is gebaseerd op een jaarlijks gemiddelde. In de periode augustus-september zijn de wachttijden meestal langer dan in de periode aprilmei. Dit komt door een piek in de toestroom van eerstejaarsstudenten in september, gecombineerd met de meer gespreide uitstroom van afgestudeerden. De wachttijd voor studentenwoning bij Kences deelnemers varieert van 1,2 maand voor een onzelfstandige wooneenheid in Tilburg tot 96 maanden voor een zelfstandige wooneenheid in het centrum van Utrecht. Wachttijdindicatie studentenhuisvesting Kences deelnemers in maanden, per 1 juli 2013 80 70 60 50 40 30
Onzelfstandig
20
Zelfstandig
10 0
*Geen wachttijdindicatie bekend voor onzelfstandige kamers, i.v.m. toewijzing middels instemming. Bron: Kences, 2013
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
4
! ! Huurprijzen (netto) bij Kences-deelnemers De gemiddelde netto huurprijs (excl. servicekosten) van een studentenwooneenheid bij een Kences deelnemer per 1 juli 2013 varieert van € 193,- voor een onzelfstandige wooneenheid bij Vestide in Eindhoven tot € 397,- voor een zelfstandige wooneenheid bij DUWO in Leiden. De gemiddelde kale huurprijs per 1 juli 2013 voor een onzelfstandige wooneenheid bij een Kences deelnemer is € 229,-. De gemiddelde kale huurprijs per 1 juli 2013 voor een zelfstandige wooneenheid bij Kences deelnemer is € 341,-. Gemiddelde netto huurprijs (excl. servicekosten) per maand van (on)zelfstandige eenheden per Kences deelnemer, per studiestad, per 1 juli 2013 € 450 € 400 € 350 € 300 € 250 € 200 € 150 € 100 € 50 €0
Onzelfstandig Zelfstandig
Bron: Kences, 2013
In vergelijk: huurprijzen (bruto) voor kamers in heel Nederland In het voorjaar van 2013 lag de gemiddelde bruto (incl. servicekosten) huurprijs van onzelfstandige studenteneenheden 3,5 procent hoger dan in dezelfde periode in 2012. De sterkste prijsstijging in de afgelopen drie jaar. Dit blijkt uit de resultaten van de Nationale Studentenenquête (NSE). Deze NSE is in het voorjaar 2013 uitgevoerd in opdracht van Stichting Studiekeuze123. Veel universiteiten en hogescholen doen aan deze enquête mee; dit jaar werd 39 % van de studenten bij deze instellingen bereikt. Ruim een kwart bleek huurder van een onzelfstandige wooneenheid. In de NSE van 2013 gaven bijna 70.000 hoger onderwijs studenten aan dat zij een onzelfstandige woonruimte huren. De gemiddelde bruto huurprijs van hun onzelfstandige woonruimte was in april 2013, € 341,- per maand. Dat is een stijging met 3,5% t.o.v. 2012. Uit de NSE cijfers blijkt dat in april 2013 de gemiddelde bruto huur per maand voor onzelfstandige woonruimte het hoogst is in Amsterdam (€ 396,-). Het verschil met Haarlem € 391,- en Den Haag € 381,- is echter niet groot.
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
5
! ! De goedkoopste studentenkamers zijn te vinden in Dronten (€ 257,-), Enschede en Ede (beide € 276,-). In de Randstad is Leiden met € 326,- per maand gemiddeld het goedkoopst. Gemiddelde bruto huurprijs (incl. servicekosten) per maand van onzelfstandige eenheden per studiestad, per 1 april 2013 € 450 € 400 € 350 € 300 € 250 € 200 Onzelfstandig
€ 150 € 100 € 50 €0
Bron: NSE, 2013
De landelijke stijging van de bruto kamerhuren voor onzelfstandige woonruimten ligt iets boven de algemene inflatie, die recent is opgelopen tot krap drie procent.
Batterijstraat, Maastricht. Foto: Woonpunt
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
6
! !
2. Studenten in het hoger onderwijs In 1951 volgde 5% van de jongeren in Nederland tussen 18 en 25 jaar een opleiding in het hoger onderwijs. In 2011 is dit percentage gestegen tot 40. Volgens de referentieraming 2013 van het ministerie van OCW waren er per 1 oktober 2012 in Nederland, 646.200 hoger onderwijs studenten. Hiervan volgden 9,2% een studie in deeltijd. Van de voltijd hoger onderwijs studenten volgden 38% een WO- en 62% een HBO opleiding. Ontwikkeling aantal hoger onderwijs studenten 2001 – 2019 700,0 600,0 500,0 400,0 HBO 300,0
WO
200,0 100,0 0,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Bron: Referentieraming OCW, 2001 - 2013
De referentieraming 2013 van het ministerie van OCW voorspelt dat het aantal voltijd hoger onderwijs studenten tot 2020 zal groeien met 48.000. Het aantal studenten groeit, maar de groei vlakt wel af. De afvlakking van de voorspelde groei is gebaseerd op het feit dat de instroom van studenten recent is gedaald en de gemiddelde verblijfsduur korter is geworden. Het aantal voltijd HBO studenten groeit in de periode 2012 -2020 naar verwachting met 7,6% en het aantal WO studenten groeit in deze periode naar verwachting met 8,8%. Overzicht aantal hoger onderwijs studenten per stad in 2013 120000 100000 80000 60000 HBO 40000
WO
20000 0
Bron: DUO, 2013
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
!
7
! ! Steeds meer hoogopgeleiden in Nederland Nederland telt steeds meer hoogopgeleiden. Vooral vrouwen halen vaker dan voorheen een diploma in het hoger onderwijs, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2003 was 22 % van de Nederlandse beroepsbevolking afgestudeerd aan een hogeschool of universiteit. In 2012 is dit aandeel gestegen naar bijna 28%. Traditioneel zijn mannen relatief hoger opgeleid dan vrouwen. Dit beeld is de laatste jaren aan het verschuiven. Vrouwen zijn bezig met een inhaalsslag. In 1999 was nog 22,8% van de mannen hoogopgeleid, bij de vrouwen was dit 18,1%, een verschil van 4,7%. In 2011 was 28,3% van de mannen hoogopgeleid, bij de vrouwen was dit 26,9%, een verschil van 1,4%. Aandeel hoger opgeleiden als % van de beroepsbevolking (man/vrouw) 35 30 25 20 Vrouwen 15
Mannen
10 5 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS, 2013
Studenten in Leiden. Foto: DUWO
!
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
8
! !
3. Spanning tussen vraag en aanbod studentenhuisvesting Vraag 2013 Uit de Kences monitor studentenhuisvesting 2013 blijkt dat 56% van de hoger onderwijs studenten uitwonend is. Van deze studenten wonen er 215.000 op kamers in de stad waar ze studeren. In de monitor is voor iedere studentenstad een spanningsindicator opgenomen. Deze indicator geeft inzicht in het percentage studenten dat nu elders woont maar de wens heeft om binnen een half jaar te verhuizen naar de studiestad. De gemiddelde spanningsindicator van onderstaande studiesteden is 6%. Uitschieters zijn Eindhoven en Utrecht met een spanningsindicator van 12%. Spanningsindicator 2013 in percentages 70 60 50 40 30
Uitwonend in studiestad
20
Wil uitwonend studiestad
10 0
Bron: Kences - Monitor Studentenhuisvesting, 2013
!
Aanbod 2013 Om goed inzicht te krijgen in de huidige woonsituatie en de woonwensen van studenten, deed Kences in 2013 onderzoek onder ruim 25.000 studenten. Hieruit blijkt dat bijna 2/3e deel van alle uitwonende studenten op kamers woont met gedeelde voorzieningen (toilet, keuken, douche) voor gemiddeld € 346,- per maand. Zo’n 11% van de studenten woont op kamers met eigen douche, toilet en soms ook een keuken. Zij betalen gemiddeld € 457,- per maand. Overzicht woonsituatie hoger onderwijs studenten 2013
Gedeelde voorzieningen
22%
Eigen voorzieningen
11% 67%
Zelfstandige woning Bron: Kences – Monitor Studentenhuisvesting, 2013
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
9
! ! De resterende 22% woont zelfstandig in een ‘gewone woning’ en betaalt gemiddeld € 540,per maand. De genoemde huurbedragen zijn bruto woonlasten per maand (inclusief servicekosten en exclusief huurtoeslag). Vraag 2021 Tot 2021 neemt het totaal aantal HBO en WO studenten naar verwachting toe met 48.000. Hiervan zullen 20.000 studenten thuis blijven wonen. Het aantal studenten dat op kamers woont in de stad waar men studeert zal naar verwachting toenemen met 13.000. Het aantal studenten dat wel uitwonend is maar niet woont in de studiestad zal toenemen met 6.000. Hier komen naar verwachting 9.000 buitenlandse studenten bij, waarvan 5.000 wonen in de stad waar zij studeren en 4.000 woonachtig zijn buiten de studiestad. Dit betekent dat er tot 2021 voor 18.000 studenten extra woonruimte nodig is in de diverse studentensteden. Aanbod 2021 In 2012 is de onzelfstandige studentenkamer is nog steeds heel populair onder studenten. Bijna 40% van de verhuisgeneigde studenten geeft aan graag een kamer met gedeelde voorzieningen te willen. Ruim een kwart van de studenten wil het liefst woonruimte met eigen voorzieningen, maar vindt de prijs daarvan te hoog. Overzicht gewenste woonsituatie hoger onderwijs studenten. Gedeelde voorzieningen 33%
28%
39%
Eigen voorzieningen
Zelfstandige woning
Bron: Kences - Monitor Studentenhuisvesting, 2013
Een derde van de verhuisgeneigden is op zoek naar een reguliere (starters)woning om die met een partner of huisgenoot te delen. In de huidige marktomstandigheden zijn de kleine kamers zonder eigen voorzieningen populair onder studenten, vanwege de prijs en de beschikbaarheid. Uiteraard verschilt het beeld per stad.
!
!
Studentencomplex NDSM-werf van DUWO in Amsterdam. Foto: DUWO
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
10
! !
4. Slim en eenvoudig bouwen Slim bouwen Op 18 september 2013 sprak de Tweede Kamer-commissie voor Wonen en Rijksdienst met minister Blok over studentenhuisvesting. De minister berichtte in dit overleg als volgt over slim bouwen: “Het goede nieuws is dat dit gebeurt. Een van de redenen waarom er inmiddels weer een positief rendement is op studentenhuisvesting, is innovatie. Er is enorme voortgang geboekt met modulair bouwen, zoals dat heet. Dat betreft geprefabriceerde compartimenten die in een gebouw naar binnen worden geschoven.” Primeur In 2013 vindt de primeur plaats van het modulair bouwen van een studentencomplex met 11 bouwlagen. Het wordt toegepast bij de herontwikkeling en nieuwbouw van de Amstelveense campus Uilenstede. In de fabriek is in oktober de seriematige productie van de 233 woningen opgestart, tegelijkertijd start de bouwonderneming met de werkzaamheden op locatie. Naar verwachting is het complete project in het derde kwartaal van 2014 gereed. Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting Eind 2011 werd het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting (LAS) ondertekend door de minister, gemeenten, hoger onderwijs, studenten en studentenhuisvesters. In het LAS werden naast afspraken over het aantal te bouwen studenteneenheden ook afspraken gemaakt over het wegnemen van knelpunten bij de ontwikkeling van studentenhuisvesting. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan bouwregels, het woningwaarderingstelsel, bestemmingsplannen en geluid- en parkeernormen. Knellende regels blokkeren het op korte termijn uitbreiden van het aantal studenteneenheden. Kences Handreiking Studentenhuisvesting en Bouwregelgeving In het LAS werd afgesproken dat het ministerie van BZK samen met Kences een handreiking produceert met daarin een toelichting op de toepassing van het Bouwbesluit 2012 voor studentenhuisvesting. De handreiking is inmiddels gereed en op 4 september 2013 aangeboden aan minister Blok. De handreiking is met name gericht op het voorkomen van interpretatieverschillen van de bouwregelgeving voor studentenwoningen. De minister is blij met de komst van de handreiking en benadrukte het belang ervan tijdens de overhandiging met de uitspraak: "Het herstel van de bouw begint bij studentenhuisvesting".
Vincent Buitenhuis (directeur Kences) overhandigt het eerste exemplaar van de handreiking aan minister Blok. Foto: DUWO
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
11
! ! Eenvoudig bouwen Op 5 juni 2013 stelde minister Blok de Tweede Kamer schriftelijk op de hoogte van de stand van zaken rond het LAS. Op het gebied van de bouwregelgeving zijn de volgende resultaten behaald: ✔ Met het in werking treden van het Bouwbesluit 2012 is de minimale oppervlakte van het verblijfsgebied per woonfunctie verlaagd van 24 naar 18 m2. Hierdoor kan in hetzelfde gebouw meer woonruimte voor studenten worden gerealiseerd. ✔ De brandveiligheidsvoorschriften brandveiligheid voor kamergewijze verhuur waren vastgelegd in het Gebruiksbesluit en het Bouwbesluit 2003. Sinds april 2012 zijn deze voorschriften samengevoegd, vereenvoudigd en opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Hierdoor zijn de voorschriften beter op elkaar afgestemd. ✔ Tot 1 april 2012 moesten alle verbouwprojekten aan de nieuwbouwvoorschriften voldoen, tenzij het bevoegd gezag ontheffing had verleend. Het verkrijgen van ontheffing was met name van belang voor de zgn. herbestemmingsprojekten. Zonder ontheffing werd de realisatie van de projektende herbestemming meestal te duur. Door de specifieke voorschriften voor verbouw die sinds 1 april 2012 van kracht zijn, is ontheffing niet meer noodzakelijk. Bij verbouw en herbestemmen hoeft niet langer aan de nieuwbouwvoorschriften te worden voldaan, maar kan een optimum gezocht worden tussen kosten en kwaliteit. Een opdrachtgever kan nu - binnen de grenzen die het Bouwbesluit 2012 aangeeft - zelf bepalen welke kwaliteit wenselijk is. ✔ Met het verlengen van de Crisis- en Herstelwet is de tijdelijke ontheffingsmogelijk- heid van bestemmingsplannen van 5 naar 10 jaar mogelijk gemaakt. Hiermee is een belangrijk punt voor het haalbaar maken van de exploitatie van een studentencomplex gerealiseerd, omdat hiermee het gebruik als woonruimte gedurende 10 jaar mogelijk is. ✔ De maximale termijn voor tijdelijke verhuur is door wijziging van de Leegstandswet verlengd van 5 tot 10 jaar. Ook deze verlenging maakt het tijdelijk gebruik als woonruimte van bestaande panden beter haalbaar. Bouw productie Kences De productie van de in het LAS afgesproken bouw van 16.000 studenteneenheden door Kences deelnemers verloopt voorspoedig. In de periode 2011- augustus 2013 zijn 5.957 eenheden opgeleverd. Per augustus 2013 zijn er 2.771 eenheden in aanbouw en 3.393 eenheden in voorbereiding. Het totale aantal gerealiseerde, in aanbouw en in voorbereiding zijnde aantal eenheden bedraagt ruim 12.000. Dit betekent nog een toevoeging van 4.000 aan de huidige planning tot het jaar 2016. Op de website www.dekenniseconomie.nl zijn de nieuwbouwprojecten van Kences deelnemers, vanaf 2011, terug te vinden.
Foto: Kences
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
12
! !
5. Financiële positie van studenten onder druk De financiële positie van studenten (en van veel van hun ouders) staat al enige tijd onder druk. Er moet steeds meer worden bijverdiend door studenten om te kunnen studeren. De betaalbaarheid van het studeren is van belang voor de kenniseconomie. Het is onwenselijk dat slimme jongeren niet kunnen gaan studeren vanwege te hoge kosten. Daarnaast moet het te hoog oplopen van de studieschuld worden voorkomen. Studiefinanciering Veel studenten zijn voor de bekostiging van hun studie (deels) afhankelijk van studiefinanciering. Studiefinanciering wordt toegekend door de rijksoverheid en bestaat uit vier componenten. Bij de vaststelling van de te ontvangen bijdragen wordt rekening gehouden met het inkomen van de ouders en het eventuele inkomen van de student. Maximale studiefinanciering hoger onderwijs per 1 september 2013 € 350,00 € 300,00 € 250,00 € 200,00 Thuiswonend
€ 150,00
Uitwonend
€ 100,00 € 50,00 € 0,00 Basisbeurs
Aanvullende beurs
Collegegeld krediet
Lenen
Bron: DUO, 2013
De maximale studiefinanciering per maand voor een uitwonende student bedraagt per 1 september 2013 (inclusief leen componenten) € 966,21.
Foto: Idealis
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
13
! ! Thuis- of uitwonend student Per 1 februari 2013 waren er volgens DUO, 241.300 ingeschreven WO studenten, waarvan 189.700 met studiefinanciering. Op 1 februari 2013 ontving 78,6 % van de WO studenten studiefinanciering. Hiervan ontvingen er 52.800 studiefinanciering als thuiswonende - en 136.900 als uitwonende student. Per 1 februari 2013 waren er volgens DUO 421.500 ingeschreven HBO studenten, waarvan 313.700 met studiefinanciering. Op 1 februari 2013 ontving 74,4 % van de HBO studenten studiefinanciering. Hiervan ontvingen er 175.900 studiefinanciering als thuiswonende - en 137.800 als uitwonende student. Aantal hoger onderwijs studenten met studiefinanciering per 1 februari 2013 450.000 400.000 350.000 300.000 250.000
WO
200.000
HBO
150.000 100.000 50.000 0 Aantal ingeschreven
Aantal stufi thuiswonend
Aantal stufi uitwonend
Bron: DUO, 2013
Leengedrag Uit de cijfers van het ministerie van OCW blijkt dat het aantal HBO studenten met een lening in de periode 2009 - 2012 is toegenomen van 85.700 naar 94.200. Opvallend is dat hierbij het aandeel van HBO studenten met een lening zonder basisbeurs toeneemt. Aantal hoger onderwijs studenten (x 1000) met en zonder basisbeurs met lening van 2008-2012 100,0 90,0 80,0 70,0 60,0
Hbo
50,0
waarvan zonder basisbeurs
40,0
Wo
30,0
waarvan zonder basisbeurs
20,0 10,0 0,0 2008
2009
2010
2011
2012
Bron: Kerncijfers 2008-2012 OCW, 2013
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
!
14
! ! Het aantal WO studenten met een lening is in de periode 2009 - 2012 is toegenomen van 72.900 naar 75.200. Opvallend is dat hierbij het aandeel van WO studenten met een lening zonder basisbeurs stabiel is. Uitgaven student De gemiddelde totale uitgaven van een uitwonende student in 2013 bedragen: €1.104,Gemiddeld wordt er het meest uitgegeven aan woonkosten. Collegegeld en boodschappen komen op de (gedeelde) tweede plaats. Gemiddelde uitgaven per maand uitwonende student 2013 € 400,00 € 350,00 € 300,00 € 250,00 € 200,00 € 150,00 € 100,00 € 50,00 €-
!
Bron: Nibud, 2013
Het collegegeld voor het hoger onderwijs voor 2013/2014 bedraagt € 1.835,- (een bedrag van € 153,- per maand).
Foto: SSH
!
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
15
! !
6. Internationalisering van het hoger onderwijs Aantallen buitenlandse studenten Over aantallen buitenlandse studenten lopen de cijfers uiteen. In deze publicatie gaan we uit van de cijfers van de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs (Nuffic). De Nuffic definieert buitenlandse studenten als studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit. Volgens deze definitie studeerden er in het studiejaar 2011- 2012 circa 87.000 studenten in het Nederlandse hoger onderwijs, waarvan ruim 56.000 als diplomastudent en de overigen als uitwisselingsstudent. In onderstaande grafieken is de verdeling tussen HBO en WO en het percentage van de buitenlandse studenten niet afkomstig is uit de EU/EFTA* zichtbaar gemaakt. * 27 landen van de Europese Unie tezamen met Liechtenstein, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.
Aantallen buitenlandse diplomastudenten in het HBO en WO 35.000 30.000 25.000 20.000 Aantallen hbo 15.000
Aantallen wo
10.000 5.000 0 2007-08
2008-09
2009-10
2010-11
2011-12
Bron: Nuffic, Mobiliteit in beeld 2012
Buitenlandse diplomastudenten niet afkomstig uit EU/EFTA als percentage van het totaal aantal buitenlandse studenten in het HBO en WO
41%! 40%! 39%! 38%! 37%! Niet!A3oms7g!uit!EU/EFTA!
36%! 35%! 34%! 33%! 32%! 2007-08!
2008-09!
2009-10!
2010-11!
2011-12!
Bron: Nuffic, Mobiliteit in beeld 2012
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
16
! ! Het aantal buitenlandse studenten is de afgelopen jaren gestegen. In het studiejaar 20112012 kwam 8,4 % van de studenten in het hoger onderwijs uit het buitenland. Het aandeel studenten niet afkomstig uit EU/EFTA is gedaald. Daarnaast geeft het aantal afgegeven verblijfsvergunningen voor studiedoeleinden naar herkomstland (niet in de tabel) een beeld van de landen van buiten de EU/EFTA waar relatief de meeste buitenlandse studenten vandaan komen. Naast China, ruim 2400 studenten in 2011, zijn dat de VS met ruim 1400, Indonesië 640, Turkije 600 en India 440. (Bron: SER, Analyse ten behoeve van advies Make it in the Netherlands!, april 2013)
Herkomst buitenlandse studenten Nederland ontvangt in vergelijking met andere EU-landen een iets hoger percentage buitenlandse studenten uit de EU, namelijk 68% en een laag percentage buitenlandse studenten van buiten de EU, 32%. Gemiddeld voor de EU zijn deze percentages 66 en 34%. Herkomstlanden buitenlandse diplomastudenten als percentage van het totaal aantal buitenlandse studenten in het hoger onderwijs
Duitsland! China! België!
32%! 45%!
Bulgarije! Griekenland! Ver.!Koninkrijk! Italië!
2%! 2%! 2%!
2%!
4%! 8%! 3%!
Frankrijk! Overig!
Bron: Nuffic, Mobiliteit in beeld 2012.
Het hoge percentage EU-instroom in Nederland komt voornamelijk door het grote aantal Duitse studenten dat in Nederland studeert. Onderstaande laat zien uit welk land de buitenlandse studenten afkomstig zijn. Verreweg de meeste buitenlandse studenten komen uit Duitsland, gevolgd door China en België. Huisvesting buitenlandse studenten De internationalisering van het hoger onderwijs zorgt ervoor dat er in Nederland een groeiende vraag is naar huisvesting voor internationale studenten. Voor de Kences deelnemers heeft de toegenomen studentenmobiliteit belangrijke gevolgen. Een gedeelte van hun studentenwoningen is permanent beschikbaar gemaakt voor de fluctuerende groep van internationale studenten. Omdat het voor de meeste internationale studenten niet mogelijk is om lang op een wachtlijst te staan en hun inboedel mee te verhuizen, worden de woonruimten direct en compleet ingericht aangeboden. Uit het onderzoek ‘Verkenning informatievoorziening huisvesting internationale studenten’, dat in 2012 in opdracht van Kences werd uitgevoerd, blijkt dat 63% op kamers woont met gedeelde voorzieningen. Van de internationale studenten die op kamers wonen met gedeelde voorzieningen blijkt 67% die kamer te huren van een Kences-deelnemer.
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
17
! ! Nederlandse studenten in het buitenland Het aantal Nederlanderse studenten dat zich in het buitenland inschrijft voor het behalen van een hoger onderwijs diploma ligt, ondanks een doorgaande stijging, nog steeds onder het Europees gemiddelde. In vrijwel alle bestemmingslanden neemt het aantal Nederlandse inschrijvingen toe, vooral in België (Vlaanderen) en het Verenigd Koninkrijk. Alleen in Italië, Duitsland en de Verenigde Staten neemt het aantal Nederlandse inschrijvingen af. Steeds meer studenten maken gebruik van de meeneembare studiefinanciering. Percentage mobiele Nederlandse studenten dat in het buitenland voor een hoger onderwijs diploma studeert naar land van bestemming, 2011!
35,00%! 30,00%! 25,00%! 20,00%! 15,00%! 10,00%! 5,00%! 0,00%!
Bron: Trends in beeld 2013, Minsterie van OCW
Van het aantal afgestudeerde Nederlanderse hoger onderwijs studenten is 22% gedurende de studie en in het kader hiervan naar het buitenland geweest. Internationaal zien we dat het aantal diplomamobiele studenten nog steeds toeneemt, er veel Duitse studenten in het buitenland studeren en in wereldwijde studentenstromen het belang van Oost-Azië/Pacific niet verder toeneemt. Nationaal beleid internationalisering Op verzoek van het ministerie van OCW voerde het Centraal Plan Bureau (CPB) in 2012 een onderzoek uit naar de kosten en baten van internationalisering van het hoger onderwijs. Het CPB berekende dat buitenlandse studenten de Nederlandse economie veel voordeel opleveren. Als één op de vijf buitenlandse studenten na het afstuderen in Nederland blijft, kan dat volgens het CPB een positief resultaat op de overheidsfinanciën hebben van 740 miljoen euro. Het kabinet verzocht hierop de Sociaal economische Raad (SER) te onderzoeken hoe buitenlands talent ertoe overgehaald kan worden om voor Nederland te kiezen. Dit reslulteerde in april 2013 tot het SER-advies 'Make it in the Netherlands!' De conclusie van de SER dat binding van groot belang is voor internationale en Nederlandse studenten, voor hogescholen en universiteiten, voor het bedrijfsleven en voor Nederland als geheel wordt onderschreven door het kabinet.
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
18
! ! Belangrijk aandachtspunt voor het kabinet daarbij is dat het aantrekken van internationaal talent bijdraagt aan de beschikbaarheid van personeel in bepaalde sectoren als bètatechniek, maar niet mag leiden tot verdringing van werkzoekenden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het kabinet is daarom in juli 2013 in samenwerking met betrokken partijen, waaronder Kences, gestart met de ontwikkeling van een actieplan. Dit actieplan moet Nederland aantrekkelijker maken voor internationale studenten, onderzoekers en kenniswerkers. Het plan moet internationaal talent uitdagen in Nederland te komen studeren en daarna ook te kiezen voor een carrière in Nederland.
Aankomst buitenlandse studenten in Nederland. Foto: De Key
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
19
! !
Colofon Met de publicatie ‘Feiten en Trends over studentenhuisvesting’ verstrekt Kences jaarlijks actuele (branche-)informatie over studentenhuisvesting. De publicatie is interessant voor studentenhuisvesters, marktpartijen, overheden, onderwijsinstellingen en studenten. Op www.kences.nl zijn de voorgaande edities terug te vinden. De publicatie wordt alleen digitaal verspreid.
Stichting Kences Postbus 85085 3508 AB Utrecht www.kences.nl www.wonenalsstudent.nl www.dekenniseconomie.nl
[email protected] 030 – 2525 777
KENCES - FEITEN & TRENDS STUDENTENHUISVESTING 2013
20