5
Inhoud
Voorwoord bij de derde druk
11
Woord vooraf
13
Hoofdstuk 1 Specifieke begeleidingsbehoeften van hoogbegaafde kinderen Inleiding 1.1. Hoogbegaafde kinderen hebben behoefte aan begrip en aanvaarding 1.1.1. Hoogbegaafde kinderen zijn doorgaans heel energiek 1.1.2. Veel hoogbegaafde kinderen zijn niet bang om risico’s te nemen 1.1.3. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak ongeduldig 1.1.4. Hoogbegaafde kinderen hebben een hekel aan herhaling 1.1.5. Hoogbegaafde kinderen zijn zeer snel van begrip 1.1.6. Hoogbegaafde kinderen hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel 1.1.7. Hoogbegaafde kinderen zijn zeer kritisch en wars van hypocrisie 1.1.8. Hoogbegaafde jongeren zijn doorgaans afkerig van conventies en regels 1.1.9. Hoogbegaafde kinderen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een negatief zelfbeeld 1.1.10. Conflict met verboden kennis en drang tot conformeren 1.1.11. Hoogbegaafde personen zijn sterk intrinsiek gedreven 1.1.12. Hoogbegaafde personen zijn vaak overenthousiast over hun favoriete onderwerpen
15
25 26 26 27 27 28 29 30 30 31
32 33 36
6
1.2.
1.3.
1.4.
1.5. 1.6.
1.7. 1.8.
Inhoud
Hoogbegaafde kinderen hebben nood aan respect voor hun individualiteit 1.2.1. De vroegtijdige onderkenning van de hoogbegaafdheid van het kind 1.2.2. Ouders en leerkrachten moeten proberen zich diep in te leven 1.2.2.1. Unieke persoonlijkheidskenmerken 1.2.2.2. Unieke behoeften Hoogbegaafde kinderen hebben behoefte aan stimulering en aanmoediging 1.3.1. Geef als ouder of leerkracht zelf het goede voorbeeld 1.3.2. Verdiep de eigen interesses van het kind 1.3.3. Stimuleer tot deelname aan buitenschoolse activiteiten Hoogbegaafde kinderen hebben een luisterend oor nodig 1.4.1. Op zoek naar een klankbord 1.4.2. Gevoelens kunnen uiten en uitdrukken Hoogbegaafde kinderen hebben een bijzondere behoefte aan troost Hoogbegaafde kinderen hebben nood aan een vaste en consequente disciplinering 1.6.1. Verbale slagkracht van hoogbegaafde kinderen 1.6.2. Symbiotische relatie 1.6.3. Onzekerheid bij de ouders Hoogbegaafde kinderen hebben behoefte aan diplomatiek inzicht van hun ouders Voor hoogbegaafde kinderen is het een zegen als hun ouders over een flinke portie gezond verstand beschikken
36 37 38 38 40 45 46 47 48 49 49 50 51 54 55 55 55 56 58
Hoofdstuk 2 Wat het best niet te doen Don’ts voor ouders in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren
61
2.1.
63
2.2. 2.3.
Spreek nooit negatief over school of CLB/OBD in aanwezigheid van je kind Schuif maatregelen niet op de lange baan Denk niet dat deskundigen het in jouw plaats zullen doen
63 64
Inhoud
2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13. 2.14. 2.15. 2.16. 2.17. 2.18. 2.19. 2.20. 2.21. 2.22. 2.23. 2.24. 2.25.
Loop niet te koop met de prestaties van je kind Behandel jouw kind niet als een volwassene Vergelijk je kind niet met anderen Waardeer je kind niet voor zijn talenten alleen Evalueer niet direct Leg je kind niet voortdurend het zwijgen op Probeer je kind niet steeds op kleine foutjes te betrappen Vermijd dooddoeners Tref je kind niet in zijn eergevoel Haal jouw kind niet voortdurend uit zijn activiteiten Maak je kind niet belachelijk Pas op met straffen Zit je kind niet voortdurend op de hielen Wees geen politieagent Probeer niets te verbergen Betuttel je kind niet Vermijd dwang en autoritaire bevelen Beslis niet over je kind, maar samen met je kind Vermijd ‘karakterlabelling’ Neem zijn imaginair speelvriendje niet af Straf je kind niet door te snoeien in zijn favoriete bezigheden Laat je kind niet marchanderen
7
65 66 66 67 67 70 71 71 72 73 73 74 75 75 76 77 77 77 78 78 79 79
Hoofdstuk 3 Wat best wel te doen 81 Stimulering en begeleiding van de persoonlijkheidsontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jongeren 3.1.
3.2.
Stimulering van hoogbegaafde kinderen en jongeren 3.1.1. Basisattitudes 3.1.2. Werken aan de eigen opvoedingsattitudes als ouders 3.1.3. Werken aan de attitudes van het kind 3.1.4. Materiële voorzieningen
83 83 84
Begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren 3.2.1. Leren leven met gevoelens 3.2.2. Vriendschap 3.2.3. Relaties binnen het gezin
89 89 91 92
86 88
8
Inhoud
3.2.4. 3.2.5. 3.2.6. 3.2.7. 3.2.8. 3.2.9. 3.2.10.
Sociale relaties Conflicten Discipline Zichzelf zijn Leiding geven Mogelijke misgroei Houding als ouder
94 96 98 98 99 100 100
Hoofdstuk 4 Vaak gestelde vragen over de sociaal103 emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jongeren 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10. 4.11. 4.12. 4.13. 4.14. 4.15. 4.16. 4.17. 4.18. 4.19. 4.20. 4.21. 4.22. 4.23. 4.24. 4.25. 4.26. 4.27. 4.28 4.29. 4.30.
Bijzondere situatie van hoogbegaafde kinderen Vooral cognitieve voeding? Kinderen onderling vergelijken Grenzen stellen Product of proces Samen activiteiten doen Stimuleren van onafhankelijkheid en zelfstandigheid Aanmoedigen tot hoge intellectuele doelen Het kind kan de oren van je lijf zagen Terugkomen op eerder gestelde vragen Contacten met doorsneekinderen Het kind waarderen als persoon Samenwerken met anderen Tv-reglementering Verzamelen Diep moreel besef Gesprekken domineren en manipuleren Gewone karweitjes uitvoeren Uitpakken met de prestaties van je kind Nevenactiviteiten Deelname aan media-activiteiten Goed communiceren Beroepskeuze Als ouder een voorbeeld zijn Wildebrassen Het kind als volwassene behandelen Het kind laten aanvoelen dat je hem begrijpt Eigengereidheid Extra activiteiten buiten school Perfectionisme en negatief zelfbeeld
105 106 108 109 110 111 112 113 114 114 115 116 116 117 118 119 121 122 122 123 124 124 125 125 126 126 127 128 129 129
Inhoud
4.31. 4.32. 4.33. 4.34. 4.35. 4.36. 4.37. 4.38. 4.39. 4.40.
Sterke concentratie Zich conformeren Conflicten tussen ouders Zoeken naar de betekenis achter het gedrag Ongebruikelijke invallen Disciplinaire maatregelen Hypersensitiviteit en open communicatie Fouten begaan Te veel belonen Behoefte aan uitdaging
9
130 131 132 132 133 134 134 135 136 137
Hoofdstuk 5 Bijzondere vraagstukken uit de sociaal139 emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en adolescenten 5.1.
5.2.
5.3.
Beloning, straf en aanmoediging 141 5.1.1. Belonen 141 5.1.2. Aanmoedigen 143 5.1.2.1. Niet concurrentieel 144 5.1.2.2. Specifieke aanmoediging geven 145 5.1.2.3. Aanmoedigingen moeten het kind 146 in staat stellen een sterk intrinsiek motivatiesysteem op te bouwen 5.1.2.4. Aanmoedigingen moeten realistisch 148 en engagerend zijn en niet (overdreven) optimistisch en vrijblijvend 5.1.3. Gevaren 148 Pedagogische tact 149 5.2.1. Fijngevoeligheid 150 5.2.2. Gezonde afstand 151 Zelfvertrouwen 153 5.3.1. Interne eigenschappen die kunnen leiden tot 154 verminderd zelfvertrouwen 5.3.2. Milieufactoren die het zelfvertrouwen 155 kunnen ondermijnen 5.3.2.1. Ouders 155 5.3.2.2. School 155 5.3.2.3. Vrienden 156 5.3.3. Hoe kan je je kind helpen zijn zelf157 vertrouwen te behouden of te versterken? 5.3.3.1. Algemene tips 157
10
5.4.
5.5.
5.6.
Inhoud
5.3.3.2. Specifieke tips ter bevordering van 158 het zelfvertrouwen van hoogbegaafde kinderen Overgevoeligheid voor demotivatie 159 5.4.1. Een gevoel van uitputting bij de ouders 160 5.4.2. Extra vulnerabiliteit voor misgroei van het 161 zelfwaardegevoel 5.4.2.1. Zichzelf heel hoge eisen stellen 161 5.4.2.2. Hoge eisen stellen aan vriend161 schappen 5.4.3. Zwakke disciplinering 162 Hoogbegaafdheid en puberteit 164 5.5.1. Gemakkelijk hun ego kunnen uitschakelen 166 5.5.2. Doordrongen van de schoonheid van het 167 leven 5.5.3. Vroege fusie tussen libido en agressie 168 5.5.4. Intrinsiek gedreven 170 De symbiotische relatie 170 5.6.1. Gezond gezin 171 5.6.2. Symbiotisch gezin 172 5.6.3. Hoogbegaafde kinderen 173
Bibliografie
177