Voorwoord. Beste student,

Voorwoord

Beste student, Voor je ligt al weer de 11e editie van de Study Abroad brochure, opgesteld door het International Office CEG, in samenwerking met het Gezelschap “Practische Studie” en Mijnbouwkundige Vereniging. Deze brochure bevat informatie over verschillende mogelijkheden om voor je studie naar het buitenland te gaan. Daarnaast staan er practische tips en studentervaringen in om je te inspireren of te helpen bij het maken van een keuze. De brochure is een toevoeging op de Study Abroad week 2014 van 10-13 november. In deze week worden in vier lunchpauzes alle facetten van het studeren in het buitenland belicht door de coordinatoren. In elke lunch zullen studenten aan het woord komen die vertellen over hun buitenland ervaring. Om naar het buitenland te gaan voor je studie moet je eerst wel het een en ander regelen, wat dus wel meer tijd kost dan alleen maar in Delft blijven. Maar die extra moeite die je doet is het meer dan waard. Studeren met een andere voertaal, samenwerken met mensen met een andere cultuur en je weg vinden in een vreemd land is letterlijk en figuurlijk grensverleggend. Je ontwikkelt jezelf zowel op persoonlijk als professioneel gebied, waarmee je jezelf aantrekkelijk maakt voor werkgevers in binnen- en buitenland. De laatste jaren zijn door grote belangstelling de mogelijkheden enorm toegenomen. Denk hierbij aan stages, masteropleidingen, masterprojecten, vrije minors en afstudeerprojecten. Daarnaast is er ook het Athens-programma, waarbij verschillende universiteiten in Europa leuke en kortstondige projecten aanbieden. Er is dus keuze genoeg zowel in soort buitenlandervaring als de lengte ervan. Helaas moet er, voordat het zover is, eerst het een en ander geregeld worden. Denk hierbij aan huisvesting, eventuele studiebeurzen, inentingen, verzekeringen, en nog veel meer dingen die je liever hier dan daar wilt vastleggen. Gelukkig valt er veel te leren van studenten die je voor zijn gegaan. Wij hopen dat deze brochure je helpt bij het maken van je keuze en dat je hiermee een volledig beeld hebt van studeren in het buitenland, in welke vorm dan ook. Mocht je toch nog vragen hebben, kun je natuurlijk altijd langskomen bij het International Office CEG. Al met al wensen wij jou veel succes en plezier in het buitenland toe! Arno Kemper Student Assistent International Office - CEG E: [email protected]

1

Studeren in het buitenland, november 2012

Inhoudsopgave

2

1. Inleiding

3

2. Studeren in het buitenland & exchange 2.1 Oriënteren 2.2 Uitwisselingsprogramma’s 2.3 Studieprogramma en -resultaten 2.4 Aanmelden

4 4 4 5 5

3. Stage in het buitenland (CIE4040-09) 3.1 Hoe? 3.2 Belangrijke informatie 3.3 Stroomschema stage

7 7 8 9

4. Project in het buitenland (CIE4061-09)

10

5. Afstuderen in het buitenland 5.1 Additional MSc Thesis (CIE5050-09) 5.2 MSc Thesis (CIE5060-09)

12 12 12

6. Financieringsmogelijkheden 6.1 DUO-zaken 6.2 Beursprogramma’s

13 13 13

7. Overige belangrijke zaken 7.1 Huisvesting 7.2 Osiris buitenland 7.3 Taal 7.4 Cultuur 7.5 Verzekeringen 7.6 Inentingen 7.7 Visum en werkvergunning 7.8 Reisadviezen

16 16 16 16 16 16 17 18 18

8. Informatiebronnen 8.1 Practische websites 8.2 Practische adressen

19 19 19

9. Uitwisselingslanden

20

Bijlage (studentervaringen): 1. Stage Nicaragua 2. MSc project Nepal 3. Stage Abu Dhabi 4. MSc Project Mozambiquw 5. Internship Vietnam 6. Minor Spanje 7. Uitwisseling VS 8. Uitwisseling, Australië 9. ATHENS program

22 23 26 28 30 32 33 34 35 36


1. Inleiding Jaarlijks vertrekken duizenden Nederlandse studenten naar alle uithoeken van de wereld voor hun studie. Dit geldt ook voor studenten CEG. In het studiejaar 2013-2014 waren 97 studenten een periode voor hun studie in het buitenland. Sommigen deden dit als uitwisselingstudent (19), anderen liepen stage in het buitenland (20) of deden een project (58). Tenslotte is er nog een kleine groep studenten die in het buitenland hun additional master thesis hebben gedaan. Deze groep studenten die naar het buitenland zijn geweest heeft wat ons betreft één opvallend kenmerk: zij vertellen allemaal een enthousiast verhaal over hun buitenlandervaring. Als je met hen praat reis je dus ook virtueel een beetje mee. Het is dus duidelijk dat studeren in het buitenland over het algemeen een leuke ervaring oplevert. Maar waarom zou je het eigenlijk doen? Want het levert natuurlijk iets op maar het kost ook wat. Meestal leidt zo’n buitenlandervaring tot studievertraging. Is dat het waard? Er zijn veel redenen te bedenken waarom je in het buitenland zou kunnen gaan studeren. We noemen er vijf, te weten: • het maakt je positie als afgestudeerde op de arbeidsmarkt sterker en vergroot je carrièrekansen. Als je op je CV kunt vermelden dat je een deel van je studie in het buitenland hebt doorgebracht, geef je er blijk van over grenzen van je studie heen gekeken te hebben, letterlijk en figuurlijk. • het scherpt je sociale en culturele vaardigheden aan • het vergroot je (actieve) talenkennis • het geeft je de mogelijkheid om colleges te volgen op je vakgebied die in Nederland niet aangeboden worden. • het is een echte uitdaging en een heel leuke ervaring Zoals gezegd, zit er ook een kostenaspect aan de keuze wel of niet naar het buitenland te gaan. Verder moet je rekening houden met studievertraging als je naar het buitenland gaat. Op de buitenlandse universiteit geven ze misschien niet alle vakken die je zou willen volgen, of op een hoger of lager niveau dan hier. Het kan zijn dat het collegejaar anders verloopt dan hier, zodat je buitenlands verblijf niet goed aansluit bij de rest van je studie. Ook koppelen studenten nog wel eens een korte vakantie aan hun studietijd. Je komt tenslotte niet iedere dag in bijvoorbeeld Madrid of Melbourne! Het is niet aan te raden naar het buitenland te gaan als je al veel studievertraging hebt. En als je gaat, maak dan een meerjarenplanning voor je Masterstudie zodat je een beeld krijgt van wat het je aan tijd gaat kosten. Daarnaast kan het ook extra financiële kosten met zich mee brengen. Er zijn wel beurzen die je kunnen helpen de extra kosten van de reis en je verblijf te betalen, maar die zijn niet kosten dekkend. Ook kan het betekenen dat je je bijbaantje moet opzeggen. De faculteit CEG wil stimuleren dat studenten een buitenlandervaring opdoen, in welke vorm dan ook. Het is goed voor je academische vorming en bovendien goed voor je persoonlijke ontplooiing. De wereld verandert, hij wordt kleiner en wij globaliseren. De ingenieur van morgen is internationaal georiënteerd. Nederland is op het gebied van Civiele Techniek en Geowetenschappen nog steeds een kennisland. Jullie als aankomend ingenieurs zijn hard nodig, niet alleen in Nederland. Maaike Kreager-Holland, International Office CEG

3


2. Studeren in het buitenland & exchange 2.1 Oriënteren

2.2 Uitwisselingsprogramma’s

Wanneer je een deel van je studieprogramma aan een universiteit in het buitenland wil doen, zijn de vragen die je jezelf eerst moet stellen:

De faculteit CEG heeft met diverse buitenlandse universiteiten een uitwisselingsverband. In de overeenkomsten over de uitwisseling van studenten zijn afspraken gemaakt over bijv. vrijstelling van collegegeld en de opvang en begeleiding van uitwisselingsstudenten.

•

Wat wil je precies gaan doen?

•

Waar wil je heen?

•

Hoe lang wil je naar het buitenland?

•

Hoe ga je je studieverblijf financieren?

Een buitenlands verblijf voorbereiden kost tijd. Een verblijf van korter dan een half jaar is eigenlijk niet de moeite. De meeste studenten kiezen voor een semester. Een heel jaar weggaan heeft zo z’n voordelen. Je volgt dan een heel academisch jaar en kunt dus een keuze maken uit alle vakken die worden aangeboden. Bovendien kun je je echt ‘onderdompelen’ in het academisch leven ter plekke zonder al te veel het gevoel te hebben even op bezoek te zijn. Begin op tijd met de voorbereidingen: een jaar van te voren is aan te raden. Er is namelijk een beperkt aantal plaatsen per uitwisseling en bovendien liggen de deadlines vaak ver voor de daadwerkelijke start van het nieuwe studiejaar/ semester. Als je overweegt een poosje in het buitenland te gaan studeren, ga dan altijd langs bij het International Office CEG (kamer 2.73), zodat wij je verder kunnen adviseren en kunnen helpen bij de aanmelding. Vergeet ook niet de voorlichtingssessies dat het International Office organiseert. Bij het centrale International Office van Delft is veel informatie te vinden over verschillende buitenlandse universiteiten de beurzen en fondsen waar je gebruik kunt maken. De informatie is te vinden www.buitenland.tudelft.nl.

TU de en van op:

Het Europese ERASMUS+ programma is zo’n verband. Alle universiteiten die aan het ERASMUS+ programma meedoen zijn te vinden in de TU Delft Partneruniversities applicatie. Bij uitwisselingen die in het kader van het ERASMUS+ programma plaatsvinden moet het gaan om een studieperiode van minimaal 3 en maximaal 12 maanden. Selecteer in de partneruniversities applicatie die universiteiten waar de faculteit CiTG een uitwisselingsovereenkomst mee heeft en let daarbij op de geldigheidsduur van die overeenkomst. In de partneruniversities applicatie vind je de ook de universiteiten buiten Europa waar de faculteit CEG een overeenkomst mee heeft. De IDEA league is een partnership met de ETH Zürich, RWTH Aachen en ParisTech. Deze beurs is bestemd voor een korte onderzoeksverblijf op het gebied van Energy, Environment, Health, ICT of Mobility bij een IDEA League-universiteit. Deze beurs is voor bachelor-, master- en PhD-studenten, maar niet voor studenten die tijdens dit verblijf ook colleges willen volgen. Het UNITECH programma biedt Delftse honoursstudenten de mogelijkheid een jaar voor studie en stage naar het buitenland te gaan. Uitwisseling bij 1 van de andere 7 UNITECH-instellingen en stage lopen bij 1 van de Corporate Partners. Het ATHENS Programme bestaat uit korte cursussen die elk jaar in november en maart gegeven worden bij verschillende Europese universiteiten. Deze cursussen zijn geschikt voor derdejaars- en masterstudenten. Gedurende een week volg je een vak over een specifiek onderwerp en bezoek je verschillende culturele bezienswaardigheden in en om de universiteitsstad. Na je studie is het ook nog mogelijk om een jaar verder te studeren of onderzoek te doen. Enkele studieprogramma’s bijv. in Japan, het Leonardo da Vinci programma en het VSBfonds beurzenprogramma bieden deze mogelijkheid. Zie “Na je studie” op www.buitenland.tudelft.nl.

4


2.3 Studieprogramma en -resultaten

website van de betreffende universiteit.

Elke faculteit heeft zijn eigen coördinator internationale uitwisseling. Deze coördinator kan je vertellen welke eisen er worden gesteld aan het te volgen studieprogramma en de beschikbaarheid van universiteiten. Voor Civiele Techniek en Technische Aardwetenschappen is dit Maaike Kraeger-Holland (kamer 2.73). Vraag naar de flyer over de vrije minoren in het buitenland.

2.4 Aanmelden

Stel een vakkenpakket samen dat binnen jouw eigen studieprogramma past en bespreek dit met je afstudeercoördinator. Zijn goedkeuring is absoluut noodzakelijk, als je verplichte vakken van je Msc-variant wilt vervangen. BSc studenten bespreken hun plannen met de studieadviseur. Het kan voorkomen dat je studieprogramma in het buitenland er onverwacht anders uit komt te zien. Neem in dat geval zo spoedig mogelijk contact op met je afstudeercoördinator en met je coördinator internationale uitwisseling. Je moet de examencommissie CiTG vooraf schriftelijk verzoeken de in het buitenland te behalen studieresultaten en de bijbehorende studiepunten te erkennen. Voor studenten die vanaf 2008 zijn begonnen met de BSc bestaat de mogelijkheid een minor te volgen in het buitenland. Het gaat dan om een zogenaamde “vrije minor”. Het moet hier gaan om een samenhangend pakket van vakken, in totaal 30 EC. De vakken van de minor moeten van 3e jaars niveau zijn en MSc-vakken zijn in principe niet toegestaan. Bespreek je plannen zo vroeg mogelijk met je uitwisselingscoördinator en je studieadviseur. De examencommissie CEG beslist erover of je toestemming krijgt voor het opvoeren van jouw vrije minor in je bachelorprogramma. Je moet je keuze tijdig aan de examencommissie voorleggen. Wanneer vakken ter plekke toch niet mogelijk blijken te zijn, moet je zsm goedkeuring vragen bij de examencommissie CEG. Als je van plan bent om een beurs aan te vragen bij één van de mobiliteitsfondsen van de TU Delft, houd er dan rekening mee dat de aanvraag tijdig gedaan moet worden en voorzien moet zijn van de verklaring van de faculteit. In deze verklaring wordt aangegeven hoeveel EC de commissie zal toekennen. De studieprogramma’s van de verschillende universiteiten zijn onder andere te vinden via de Partneruniversities applicatie van de TU en op de

Het is verstandig je op tijd aan te melden bij een buitenlandse universiteit. Een jaar tot een half jaar van te voren is aan te raden (let op: de deadlines verschillen per universiteit!) en de daarbij mogelijke beurs, huisvesting en taalcursus. Bij veel uitwisselingen, met name buiten de EU, is maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.

Bij de aanmelding worden door de gastuniversiteit vaak de volgende documenten gevraagd: • Aanmeldingsformulier: Het aanmelden bij een buitenlandse universiteit gebeurt via een aanmeldingsformulier van die buitenlandse universiteit. • Learning agreement: Naast het aanmeldingsformulier is vaak ook een learning agreement nodig. Hierin spreken de examencommissie/docent van de TU, de coördinator/docent van de gastinstelling en de student af welke studieonderdelen in het buitenland gevolgd zullen worden. • Andere documenten: De meeste universiteiten vragen ook om een transcript of records (een gewaarmerkte Engelse cijferlijst), een motivatie, een taaltoets, een goedkeuring van je faculteit en soms een curriculum vitae of een portfolio. Tevens is een kopie van je paspoort nodig om de registratie te voltooien. De wijze van aanmelden is te vinden op de uitwisselingssite van de betreffende universiteit. Tijdens en na je uitwisseling vragen wij je om regelmatig een update te sturen van je ervaringen. Verder moet je wijzigingen in je vakkenpakket regelen met de examencommissie en doorgeven aan het centrale International Office in verband

5


met de Erasmus+ beurs. Ter afronding vragen wij je om een eindverslag en moet je een en ander afwikkelen voor je beurs. Ten slotte dien je bij de examencommissie een verzoek in om je veriende punten (ECTS) op te laten nemen in Osiris. Hiervoor is een officiële cijferlijst van de bezochte universiteit nodig. Contact • International Office CEG, Maaike KraegerHolland kamer 2.73 Telefoon: 015-2781174 E-mail: [email protected] Internet: www.studyabroad.citg.tudelftnl • Centrale International Office, Jaffalaan 9a Telefoon: 015-2788012 E-mail: [email protected] Internet: www.buitenland.tudelft.nl

6


3. Stage in het buitenland (CIE4040-09) Natuurlijk bestaat er ook de mogelijkheid je stage in het buitenland te doen. Het vinden van een stageplaats in het buitenland is vaak moeilijker en kost meer tijd en geduld dan een stage in het binnenland. Groot pluspunt is natuurlijk wel dat je internationale werkervaring opdoet en kennis maakt met een andere cultuur. Dit wordt door veel studenten als zeer positief ervaren voor hun persoonlijke ontwikkeling en voor hun toekomstplannen. Ook het bedrijfsleven stelt het zeer op prijs wanneer je werkervaring in het buitenland hebt. Al met al moet je ongeveer een half jaar vóór je op stage wilt gaan, beginnen met het zoeken naar een stageplaats in het buitenland. Meer nog dan in Nederland kunnen buitenlandse stages enorm uiteenlopen: het ene uiterste is met beperkte middelen in de “bush” van bijv. Kenia of Nepal, met veel contact met de plaatselijke bevolking. Het andere uiterste is een stage, van alle gemakken voorzien in een wereldstad als bijv. Singapore, maar dit kan wel vaak een beetje eenzaam zijn. De duur van een buitenlandse stage is (minimaal 7 weken maar) meestal 3 maanden en hiervoor staan ‘vast’ 10 EC (bij voldoende resultaat). Vóór aanvang van je stage moet je je Bachelor tijdig hebben afgerond. 3.1 Hoe? Het vinden van een stageplaats in het buitenland kan op verschillende manieren. Bepaal goed voor jezelf of je een stage bij een Nederlands bedrijf in het buitenland wilt lopen, via een (buitenlandse) niet-gouvernementele organisatie of bij een buitenlands bedrijf. De werkomstandigheden en de aard van de werkzaamheden zijn namelijk behoorlijk verschillend. Ook is het belangrijk om voor jezelf te bepalen in ‘welk buitenland’ je stage wilt lopen: Europa of verder weg, westers of nietwesters.

Stage HSM, Noorwegen

Eigen contacten Natuurlijk kun je je stageplaats regelen door contacten die je in de privésfeer hebt of die je bijvoorbeeld via bedrijvendagen hebt opgedaan. Ook contacten met medestudenten die al op stage zijn geweest, kunnen leiden tot een stageplaats in het buitenland. Verder is internet een manier om meer te weten te komen over lokale bedrijven en organisaties of over bedrijven/ instellingen die in het buitenland actief zijn. Ook zijn docenten van de opleiding vaak een prima invalshoek om te pogen een plek in het buitenland te verwerven. Open sollicitatiebrief In een aantal gevallen wordt een stageplaats in het buitenland verkregen via een open sollicitatiebrief. Voor informatie omtrent adressen en contactpersonen kun je bij het stagebureau terecht. Stagebureau Als bedrijven/instellingen via het stagebureau een stageplaats (in het buitenland) aanbieden, wordt deze op Blackboard (CIE4040-09) aangekondigd. Het stagebureau heeft verschillende contacten met bedrijven en organisaties die werkzaam zijn in het (verre) buitenland. Het is dus raadzaam om contact op te nemen met het stagebureau voor adviezen en eventuele mogelijkheden in het buitenland. Bij het stagebureau zijn vele stageverslagen en samenvattingen in te zien van verschillende soorten stages in het buitenland. Hieruit kun je wellicht ideeën opdoen.

Stage St. Tamsarya, Nepal

7


3.2 Belangrijke informatie Als je in het buitenland op stage gaat, is er naast de genoemde zaken in hoofdstukken 6 en 7 van deze brochure, een aantal zaken die je moet doen of weten. Dit staat allemaal beschreven in de stagehandleiding die samen met een inschrijfformulier te downloaden zijn van blackboard. Stagebureau Civiele Techniek & Geowetenschappen Bij het stagebureau CEG werken stagecoördinator John Baggen en student-assistent Annemette Scheltema. Bij de stagecoördinator/docent, John Baggen, assistent-stagecoördinator Maaike Kraeger- Holland en student-assistent Annemette Scheltemakun je terecht voor: - advisering bij de keuze van je stageplek - advisering bij problemen voor, tijdens of na je stage. Bij Maaike Kraeger-Holland en Annemette Scheltema (kamer 2.73) kun je verder terecht voor: - inschrijving - alle praktische informatie over stagemogelijkheden - informatie over stagemogelijkheden in het binnen- en buitenland - landeninformatie, publicaties zoals Civiel Profiel en de Nobiles Ingenieursgids - het maken van een afspraak met de stagecoördinator - de afwikkeling van de formaliteiten (o.a. stagecontract en stageovereenkomst) - contact tijdens je stage - inlevering van je stageverslag/beoordeling van je stage.

8

Stage Matunkha, Malawi

Contact Stagebureau Civiele Techniek & Geowetenschappen, kamer 2.73 Telefoon: 015-2781174 E-mail: [email protected] Internet: www.citg.tudelft.nl/stagebureau


9


4. Project in het buitenland (CIE4061-09) Tijdens het masterproject zijn er ruime mogelijkheden om naar het buitenland te gaan. Dit is een zeer leerzame en bijzondere ervaring voor de studenten. Er is voldoende aanbod van onderwerpen. Groepen studenten zijn de afgelopen jaren onder andere naar de volgende landen geweest: Verenigde Staten, Kenia, Indonesië, Cambodja, China, Vietnam, Bolivia, Brazilië, Cuba, Mexico, Chili en Argentinië. Het MSc-project wordt in een groep van minimaal 4 en maximaal 6 studenten uitgevoerd. Het project levert 10 ECTS punten op voor het werkzaam zijn aan een project in het buitenland voor een duur van minimaal 8 weken. Meestal komt het erop neer dat projectgroepen 10 weken op locatie bezig zijn aan het project. Naast de werkzaamheden op locatie is de groep van te voren bezig met de voorbereidingen en na terugkomst moet het project worden afgerond en moet het gepresenteerd worden. De samenstelling van de groep moet multidisciplinair zijn, dat betekent dat er verschillende afstudeerspecialisaties (tracks) in vertegenwoordigd moeten zijn. Elke deelnemende student moet in het bezit zijn van zijn bachelor diploma bij aanvang van het project. Verder zijn de toelatingseisen die op blackboard staan vermeld van toepassing (CIE 4061-09). Het beste is dat je 3 maanden voor vertrek daaraan voldoet. Laat die harde eisen niet op het laatste moment aankomen. Wij adviseren ook een groep van 5 te zoeken voor het geval er iemand, om welke reden dan ook, uitvalt. Een groep van 3 wordt namelijk niet als projectgroep beschouwd. De bedoeling van een MSc-project is dat je een concreet probleem van begin tot eind aanpakt. Dus beginnen met de interpretatie van het probleem van de opdrachtgever, dat vertalen in technische termen, een oplossing trachten te vinden, en het resultaat weergeven in voor de opdrachtgever begrijpelijke termen. Een project heeft dus vooral breedte. In tegenstelling tot afstudeerwerk moet je hierbij natuurlijk wel terugvallen op “handbook engineering”. Afhankelijk van het onderwerp wordt bepaalde vakkennis uit het MSc-programma vereist. Het is namelijk zo dat het bedrijf, de universiteit of de instelling in het buitenland tijd en moeite steekt in het vinden van een goed onderwerp, zonder dat daar een financiële vergoeding tegenover staat. Het

10

is dan ook logisch dat van de studenten verwacht wordt dat het probleem dat ze voorgeschoteld krijgen op een behoorlijk niveau aangepakt wordt. Het meest ideale moment om een MSc-project te doen is het einde van het 4e jaar. Op dat moment heb je de meeste kennis vergaard en kun je die gaan toepassen in de praktijk. Jullie zijn het visitekaartje van de TU Delft en wij hopen dat jullie een goede indruk achterlaten en dat volgende groepen weer welkom zijn. Het MSc-project is een goede voorbereiding op het afstuderen. Daarnaast is het zeer leerzaam om nauw in een groep samen te werken en ervaring op te doen in het buitenland. Het beste is dat je zelf een groep vormt, want 2 maanden in het verre buitenland zitten en op elkaar zijn aangewezen, vereist veel verdraagzaamheid van elkaar. Ook als je geen groep hebt kun je je aanmelden. Wij proberen dan te bekijken wat de beste match zou zijn om een volledige groep te vormen. Het is wel belangrijk om dit ruim op tijd te doen omdat wij hiervoor wel wat tijd nodig hebben om een goede groep te vormen. De volgende acties moeten worden ondernomen om aan een MSc-project deel te nemen: Aanmelden voor course CIE 4061-09 Vorm een groep van 4-6 studenten met verschillende MSc programma’s - Inschrijven bij een van onderstaand genoemde personen - Onderwerp zoeken (eventueel met behulp van vakdocent binnen de TU Delft) - Begeleider binnen TU Delft zoeken - Onderwerp bepalen en plan inleveren - Finaniceel plan opstellen en inleveren bij het International Office - Inentingen en visum regelen - Onderhoud contact voor, tijdens en na je project over vorderingen met het International Office - -

Contact Coördinatoren MSc-project: Qing-Yi Fan & Arno Kemper Kamer: Telefoon: E-mail:

CEG 2.73 015-2783511 internationaloffice- [email protected]


11


5. Afstuderen in het buitenland 5.1 Additional MSc Thesis (CIE 5050-09) De verschillende mastervarianten bieden in de keuzeruimte ook de Additional MSc Thesis aan. Dit extra afstudeerwerk moet afzonderlijk van het daadwerkelijke afstudeerwerk (MSc Thesis) worden gedaan. Er moet dus een apart verslag worden ingeleverd. Wel mag de Additional MSc Thesis in relatie staan tot het onderwerp van je afstudeerwerk. Het kan een soort toevoeging zijn, bijvoorbeeld in de Additional MSc Thesis worden metingen in het laboratorium gedaan waarvan de data dan in de MSc Thesis worden gebruikt. Sommige studenten doen hun Additional MSc Thesis in het buitenland. De Additional MSc Thesis wordt individueel gedaan of door een tweetal studenten. Hierin verschilt het van het multidisciplinaire MSc project (CIE 4061-09) dat door een groep van minimaal vier studenten wordt gedaan, tegenwoordig meestal in het buitenland. Een ander verschil met het multidisciplinaire MSc project is dat de Additional MSc Thesis meer diepgang heeft en minder breed is. De Additional MSc Thesis wordt begeleid en beoordeeld door een hoogleraar (of UD) en een docent. Uiteraard moeten zij eerst akkoord gaan met het onderwerp van de onderzoeksopdracht.

5.2 MSc Thesis (CIE 5060-09, afstudeerwerk) Hoewel het niet heel vaak voorkomt, is het ook mogelijk de MSc Thesis in het buitenland te doen. Studenten studeren dan meestal af bij een universiteit of bedrijf waar de mastervariant nauwe relaties mee heeft. Het regelen van een afstudeerplek gaat meestal via de afstudeerhoogleraar, soms via de MSc-coördinator. De MSc Thesis heeft een omvang van 40 EC. De MSc-coördinatoren zijn: Structural Engineering: ir. L.J.M. Houben, Stevin II kamer 2.27 Building Engineering: ir. K.C. Terwel, Stevin II kamer 1.54 Hydraulic Engineering: ir. M.A. Burgmeijer, kamer 3.74 Geo-Engineering: ing. H.J. Everts, kamer 00.500 Water Management: ir. W.M.J. Luxemburg, kamer 4.59 Transport and Planning: ir. P.B.L. Wiggenraad, kamer 4.05 Geosciences and Remote Sensing ir. C.C.J.M. Tiberius, kamer 2.23 Petroleum Engineering Prof. dr. P.L.J. Zitha, kamer 3.20

12


6. Financieringsmogelijkheden Wanneer je besloten hebt in het buitenland te gaan studeren, is één van de belangrijkste zaken om op tijd mee te beginnen het regelen van je financiering. Er zijn verschillende mogelijkheden om extra geld te regelen. Zo verstrekken de EU, de overheid, de TU en overige instanties diverse beurzen. 6.1 DUO-zaken Als je tijdelijk studeert in het buitenland is het onder enkele voorwaarden mogelijk je studiefinanciering te behouden. Het is dan wel van belang dat je als voltijdstudent staat ingeschreven bij de TU en dat de studie of stage in het buitenland deel uitmaakt van je opleiding. Verder gelden dezelfde regels als voor studenten die in Nederland blijven studeren. Wanneer je je gehele studie in het buitenland aflegt, zijn er ook situaties waarbij je recht hebt op studiefinanciering. Voor meer informatie hierover, zie www.nuffic.nl. Aandachtspunten: Uitwonende Studiebeurs Wanneer je nu nog ingeschreven staat als thuiswonende student is het van belang je studiefinanciering om te zetten naar een uitwonende beurs voor de periode dat je naar het buitenland gaat. Dit is mogelijk via een link op de DUO site. Eigen giro- of bankrekening De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) stort alleen geld op Nederlandse bank- en girorekeningnummers. Geef daarom een Nederlands rekeningnummer door dat op jouw naam staat. Machtigen van derden In sommige situaties kan het handig zijn iemand anders je studiefinancieringszaken te laten regelen. Hiervoor kun je iemand machtigen. Stel dan een brief op aan de DUO-groep waarin staat wie jij machtigt om je zaken waar te nemen. Geef daarin aan om welke periode het gaat. Vergeet niet je eigen handtekening en de handtekening van degene die je machtigt. Het adres van de gemachtigde kun je opgeven als jouw postadres.

OV-vergoeding aanvragen Alle studenten die ten minste een maand in het buitenland gaan studeren of stage gaan lopen kunnen kiezen tussen een OV kaart of een maandelijkse vergoeding. Stappen voor terugvragen OV vergoeding: 1. Vraag de vergoeding minimaal twee maanden voor de ingangsdatum van je verblijf in het buitenland aan met het formulier Aanvragen OV-vergoeding buitenland. 2. Vul het formulier in. 3. Laat het formulier tekenen door je faculteit. 4. Lever je chipkaart niet in, zet hem wel uit voor vertrek. DUO zet je week- of weekendabonnement stop per de maand waarin je recht krijgt op de vergoeding. Je Studenten OV-chipkaart mag je houden. Je hoeft hem niet op te sturen of in te leveren. Je kunt na je verblijf in het buitenland je abonnement weer op je Studenten OV-chipkaart laden. Voor informatie over hoeveel vergoeding je kunt krijgen en over de voorwaarden kan je ook kijken op de website van de DUO. De vergoeding kun je alleen krijgen als je op de eerste dag van deze maand stage loopt of in het buitenland studeert. BELANGRIJK Regel je TUD inschrijving voor het nieuwe studiejaar - het jaar waarin je voor studie of stage naar het buitenland gaat - op tijd. Dit kan al vanaf oktober van het huidige studiejaar. Tijdens het verblijf in het buitenland moet je inschrijving aan de TU Delft in orde zijn! 6.2 Beursprogramma’s ERASMUS+ ERASMUS+ is een onderwijsprogramma van de Europese Commissie om samenwerking te bevorderen tussen de deelnemende landen op alle onderwijsniveaus. Studenten die een tijdje in het buitenland willen studeren of die een stage gaan lopen, kunnen in aanmerking komen voor een ERASMUS+ studiebeurs of een ERASMUS+ stagebeurs.

13


ERASMUS+ studiebeurs Eén van de voorwaarden van deze studiebeurs is dat de faculteit en de gastinstelling een ERASMUS+ uitwisselingsovereenkomst moeten hebben afgesloten. Verder moet je bij voorkeur je BSc-opleiding hebben afgerond en moet je ingeschreven staan bij de TU Delft. De buitenlandse studieperiode moet minimaal drie en maximaal twaalf maanden omvatten en de TU stelt als extra voorwaarde dat de studieperiode minimaal 10 ECTS moet opleveren. De ERASMUS+ studiebeurs bestaat uit een tegemoetkoming in de extra kosten die een studieverblijf in het buitenland met zich meebrengt. De aanvraagformulieren voor de ERASMUS+ studiebeurs zijn bij je uitwisselingscoordinator verkrijgbaar. Wanneer je in aanmerking komt voor de beurs kom je vervolgens niet meer in aanmerking voor eventuele andere mobiliteitsfondsen van de TU Delft. Handig om te weten is dat je als ERASMUS+student voorafgaand aan je studieperiode in het buitenland een taalcursus (EILC) ter voorbereiding kunt volgen. Op buitenland.tudelft.nl kun je meer informatie vinden over de mogelijkheden voor ERASMUS+ studenten om de kosten van een taalcursus vergoed te krijgen. ERASMUS+ stagebeurs Als je gaat stage lopen bij een bedrijf, organisatie of aan een buitenlandse universiteit in de EU/ EER landen kom je misschien in aanmerking voor een ERASMUS+ stagebeurs. Check of je aan de voorwaarden voldoet op de buitenlandwebsite: buitenland.tudelft.nl. De aanvraagformulieren voor de ERASMUS+ stagebeurs zijn bij het International Office CEG verkrijgbaar. STIR-beurs Het College van Bestuur beoogt met de instelling van het Stimuleringsfonds Internationale Universitaire Samenwerkingsrelaties (STIR) de studentenmobiliteit met buitenlandse universiteiten te stimuleren door middel van het beschikbaar stellen van STIR beurzen aan studenten. Het moet gaan om universiteiten waarmee een uitwisselingsovereenkomst is afgesloten op instellingsniveau dan wel op facultair niveau. De hoogte van een STIR beurs wordt bepaald door de TU Delft en is afhankelijk van de duur van de buitenlandse studieperiode, het aantal gegadigden en het land dat wordt bezocht. Houd er rekening mee dat een STIR beurs niet kostendekkend is. Het gaat om een (beperkte) tegemoetkoming in de extra

14

kosten die je moet maken om in het buitenland te studeren. De aanvraag voor STIR verloopt digitaal via OSIRIS Indien de aanvraag wordt gehonoreerd vindt de uitbetaling van de STIR beurs in één keer plaats. Hiervoor is het digitaal inleveren van het raport een vereiste. College van Bestuur (CvB) Fonds De fondsen onder beheer van het College van Bestuur kunnen financiële steun verlenen aan individuele studenten die in het kader van hun studie aan de TU Delft een studieperiode doorbrengen aan een buitenlandse universiteit waarmee geen uitwisselingsovereenkomst is afgesloten. Fonds Internationale Stages Het College van Bestuur beoogt met de instelling van het Fonds Internationale Stages (FIS) de internationale ervaring en vakkennis van studenten te stimuleren door middel van een stage bij een buitenlands bedrijf, (onderwijs)instelling of organisatie. Het FIS biedt aan een bepaalde categorie TU Delft studenten de mogelijkheid om een deel van de internationale reiskosten vergoed te krijgen. FIS wordt digitaal aangevraagd via OSIRIS buitenland Overige beursprogramma’s Stichting Universiteitsfonds Delft, hier kun je een aanvraag indienen als je een buitenlandse studiereis gaat maken met als doel het houden van een voordracht of posterpresentatie of voor afstudeerstage/-werk in het buitenland. Een belangrijke voorwaarde is dan wel dat zowel de aanvrager als de faculteit (vakgroep/sectie/ werkverband) een financiële bijdrage leveren. Wil je uitgebreide informatie over alle beschikbare beurzen en fondsen bij TU Delft, kijk dan op beurswijzer.tudelft.nl. Door hier in het linkermenu voor TU Beurzen te kiezen, krijg je een compleet overzicht van alle beurzen. Beursmogelijkheden ná je TUD-studie VSBfonds Beurs Het VSBfonds stelt elk jaar beurzen beschikbaar voor bevlogen en gemotiveerde studenten, die zich graag verder willen ontwikkelen. Je hoeft geen bolleboos te zijn, maar je hebt wel goede studieresultaten behaald. Jij bepaalt zelf wat je gaat doen, waar en waarom. Vervolgens overtuig je ons waarom wij jouw plannen zouden moeten


ondersteunen. Een VSBfonds Beurs is een gift van maximaal €10.000,-. Per onderwijsinstelling is een beperkt aantal studiebeurzen beschikbaar. De selectie bestaat uit een schriftelijke en mondelinge fase. Als je door de schriftelijke fase komt, word je uitgenodigd om persoonlijk voor de selectiecommissie te verschijnen. Deze mondelinge toelichting is een verplicht onderdeel van de selectie. De onderwijsinstellingen dragen de geselecteerde kandidaten vervolgens voor aan het VSBfonds. Kijk voor aanmelding en informatie over de richtlijnen en criteria op www.vsbfonds.nl/beurzen. Je kunt je jaarlijks aanmelden bij het centrale International Office vóór 1 maart. Ook kun je daar terecht voor een adviesgesprek. Je vindt meer over beurzen na je studie op buitenland.tudelft.nl onder Stap 1 Oriëntatie, ‘Na je studie naar het buitenland’. Verslaglegging Veel fondsen stellen als eis dat je na afloop van je verblijf in het buitenland en meestal voor een bepaalde datum een verslag inlevert. Na inlevering wordt dan (het restant van) je beurs uitbetaald. Zorg dat je op tijd bent, want te laat inleveren van de verslagen kan leiden tot terugvordering van je beurs. De reisverslagen worden geplaatst op de buitenlandwebsite in de partneruniversities applicatie (partneruniversities.tudelft.nl).

15


7. Overige belangrijke zaken 7.1 Huisvesting Informeer altijd ruim van tevoren bij de buitenlandse universiteit hoe je aan een kamer kunt komen. Bij uitwisselingsprogramma’s is het vaak mogelijk dat de gastuniversiteit huisvesting voor de inkomende studenten regelt. Meld je hiervoor tijdig aan. Via de TU Delft partneruniversities applicatie kun je naar de webpagina’s van universiteiten voor meer informatie (partneruniversities.tudelft.nl). 7.2 Osiris Buitenland Vanaf 1 januari 2011 is het voor elke student van TU Delft die voor studie of stage naar het buitenland gaat verplicht om zich tijdig te registreren in Osiris, module buitenland inclusief de ‘Reis Veilig’ training. Dit in verband met de zorgplicht van TU Delft ingeval van onverhoopte calamiteiten. Aan deze registratie zit ook een ’Travel Insurance’ verbonden. Kijk goed in OSIRIS buitenland naar de voorwaarden! Neem zelf de adresgegevens van je faculteit en de coördinator integrale veiligheid mee, evenals de gegevens van de betreffende Nederlandse ambassade of consulaat in het buitenland (www. minbuza.nl). Laat het International Office CEG na aankomst weten dat je goed bent aangekomen! 7.3 Taal Zorg ervoor dat je de taal (enigszins) beheerst door middel van een taalcursus of door zelfstudie. Soms moet je een taaltoets afleggen om toegelaten te worden tot een buitenlandse universiteit. Het talencentrum van de faculteit TBM geeft diverse cursussen. Het talencentrum van de Universiteit Leiden biedt zowel cursussen als zelfstudiemateriaal voor veel talen. Vaak is het mogelijk om bij de buitenlandse gastuniversiteit, voorafgaand aan je studieprogramma of parallel hieraan, een taalcursus te volgen. Je kunt ook een buitenlandse taalcursus in de zomermaanden volgen, in plaats van of als voorbereiding op je buitenlandse studie. Het aanbod van taalcursussen in het buitenland is enorm groot en de niveaus zijn zeer verschillend. Voor meer

16

informatie kun je kijken op de webpagina’s van de buitenlandse universiteiten die vermeld staan in de TU Delft partneruniversities applicatie. Er kunnen echter wel kosten aan verbonden zijn. Studenten die deelnemen aan het ERASMUSprogramma kunnen in een aantal landen gratis een korte intensieve taalcursus in de taal van het gastland volgen. De cursussen duren meestal een maand, waarvoor je een extra beursmaand krijgt. Je hoeft de cursus niet persé te doen op de universiteit waar je studeert. Aanmelding voor deze cursus loopt via het International Office CEG. Het aantal plaatsen is beperkt en de belangstelling groot. Dus geef je zo snel mogelijk op voor de cursus van je voorkeur en houd hierbij de gestelde deadlines in de gaten. Verder moet je voor de Erasmus+ beurs voor Engels, Frans, Duits, Spaans een talentoets doen voorafgaand en na afloop van je studieperiode in het buiteland.Je vindt meer over Taal en Cultuur op buitenland.tudelft.nl onder Stap 2 Regelwerk, ‘Algemeen regelwerk’. 7.4 Cultuur Een goede manier om je voor te bereiden op de cultuur van een land is deel te nemen aan de Workshop Interculturele Communicatie. Tijdens deze workshop, die één dag duurt, wordt op praktische wijze uiteengezet hoe wij, als Nederlanders, de wereld zien en hoe anderen dat doen. Aan de hand van een model, oefeningen en praktijkvoorbeelden wordt een kader gegeven voor het omgaan met culturele verschillen in het bedrijfsleven en het onderwijs. Wat je leert is universeel toepasbaar, dus het maakt niet uit naar welk land je gaat, binnen of buiten Europa. Als je de data van de workshops wilt weten, neem dan contact op met het Centrale International Office of kijk op buitenland.tudelft.nl. 7.5 Verzekeringen Studeren of stage lopen in het buitenland vraagt extra aandacht voor je verzekeringen. Kijk ook op www.nuffic.nl en www.wilweg.nl. Ziektekosten In Nederland ben je verzekerd tegen ziektekosten dankzij de Zorgverzekeringswet en de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Maar hoe zit het met je ziektekosten als je buiten Nederland studeert?


Daarover heeft Nederland met een groot aantal landen afspraken gemaakt. Of en hoe je verzekerd bent tegen ziektekosten, hangt af van jouw persoonlijke omstandigheden. Voor jou is bijvoorbeeld van belang of je jonger bent dan 30 jaar en of je naast jouw studie ook nog werkt. Meer informatie over jouw persoonlijke omstandigheden vind je op de website van CVZ (www.cvz.nl) en informeer ook bij je eigen verzekeraar. Het is vaak ook aan te bevelen om een reisverzekering af te sluiten. Vergeet ook je WAverzekering niet (zie de toelichting hieronder). Vraag je verzekeraar ook om een verklaring in de taal van het land waar je heen gaat, waarin duidelijk staat hoe je verzekerd bent. Op het moment dat je iets overkomt, hoef je dan in ieder geval niet in een vreemde taal uit te leggen hoe het zit met je verzekering. WA-verzekering Een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (kortweg WA-verzekering) verzekert je tegen materiële of lichamelijke schade die je bij derden veroorzaakt. Bijvoorbeeld als je met je fiets een voetganger aanrijdt. Schade veroorzaakt met een gemotoriseerd voertuig zijn niet gedekt onder een WA-verzekering voor particulieren. Als bezitter van een gemotoriseerd voertuig moet je een aparte WA-verzekering afsluiten in het land waar het voertuig wordt gebruikt. Als student in Nederland ben je meestal meeverzekerd op de WA-polis van je ouders. Iedere verzekeringsmaatschappij heeft z’n eigen voorwaarden maar in het algemeen geldt dat een WA-verzekering een werelddekking geeft en gedurende drie maanden in het buitenland geldig is. Informeer altijd bij je verzekeringsmaatschappij naar de hoogte van de dekking, of deze toereikend is voor het te bezoeken land, voor welke termijn de dekking geldt en of er een meldingsverplichting bestaat voor je tijdelijke verblijf in het buitenland. Als je niet bent verzekerd via de WA-verzekering van je ouders of als de termijn waarvoor de dekking geldt onvoldoende is, dan moet je een aanvullende (reis)verzekering afsluiten. Let op! Het is erg belangrijk om over een WAverzekering te beschikken, zeker voor landen als de Verenigde Staten en Canada. In deze landen zijn het aantal aansprakelijkstellingen en de geclaimde bedragen namelijk erg hoog.

Reisverzekering Het is aan te bevelen om voor de heen- en terugreis en het verblijf in het buitenland, onafhankelijk van welke buitenlandse bestemming je kiest, een reisverzekering tegen verlies, beschadiging of diefstal van je bagage af te sluiten. De reisverzekering kent ook vaak een SOS-dekking. Deze houdt in dat bijvoorbeeld extra kosten ten gevolge van ziekte, ongeval of overlijden ook verzekerd zijn. Je kunt ook zelf naar Nederland worden teruggeroepen. De extra kosten die daarvan het gevolg kunnen zijn, kunnen dan verzekerd zijn. Ook kun je familieleden (eerste graad) over laten komen als je zelf door ziekte of ongeval in levensgevaar verkeert. Let bij het afsluiten van een reisverzekering op de termijn waarvoor de dekking geldt en welke dekking de verzekering geeft. Diverse verzekeringsmaatschappijen bieden tegenwoordig speciale arrangementen voor studenten aan in de vorm van studiereis-/stageverzekeringen of voor zakelijke werkzaamheden. Zie ook OSIRIS buitenland (7.2). 7.6 Vaccinaties Als je op reis gaat naar de (sub)tropen, worden meestal enkele vaccinaties geadviseerd. De maatregelen die nodig zijn hangen af van de aard en het doel van de reis en van reeds eerder verkregen vaccinaties. De Studentengezondheidszorg (SGZ) is een erkend tropen- /vaccinatiecentrum. Je kunt er voor informatie, advies en vaccinaties terecht. Het is raadzaam om minimaal 6 weken voor je vertrek langs te komen, na telefonische afspraak. Meer informatie is te vinden op www.sgzopreis.nl. De TU Delft geeft een vergoeding van €50,(alleen bij de SGZ) voor vaccinaties bij stage of studiereis als dit voor het land van bestemming verplicht is, of geadviseerd wordt. De SGZ brengt deze vergoeding op mindering van de nota. Om van deze korting gebruik te kunnen maken moet je een ingevulde vaccinatieverklaring meenemen. Wanneer je een aanvullende verzekering hebt kunnen de overige vaccinatiekosten vaak (deels) in rekening gebracht worden bij de zorgverzekeraar. Noodzakelijke medische keuringen voor stage of studie zijn kosteloos bij de SGZ.

17


Malariapillen zijn voor eigen rekening. Afhankelijk van jouw ziektekostenverzekering kun je deze kosten vergoed krijgen. Vaccinaties die geen betrekking hebben op de studie moet je ook zelf betalen. Dus: Vaccinaties voor reizen na je stage zijn voor je eigen rekening. 7.7 Visum en werkvergunning Als Nederlands staatsburger heb je geen visum en werkvergunning nodig in de landen van de Europese Unie. Voor de andere landen staat (o.a. op www. wilweg.nl) per land aangegeven of je een visum en/of een werkvergunning nodig hebt en zo ja, hoe je die moet aanvragen. Het kan zijn dat de Nuffic voor sommige landen niet kon achterhalen of je een visum nodig hebt, informeer in dat geval bij de betreffende buitenlandse ambassades in Nederland. Voor landen buiten de EU heb je in veel gevallen een visum of verblijfsvergunning nodig. Informatie hierover kun je vinden op de website van de ambassade van het betreffende landen bij de vestiging van die ambassade in Nederland (veelal gevestigd in Den Haag) en op www.minbuza.nl. 7.8 Reisadviezen Het is van belang je op de hoogte te stellen van de reisadviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor wat betreft het bestemmingsland: www. minbuza.nl. Houd deze reisadviezen regelmatig in de gaten (zeker van ‘risicolanden’) en volg ze goed op! Bij vragen kun je langs gaan bij het International Office CEG en de afdeling integrale veiligheid TU Delft. Zie ook OSIRIS buitenland (7.2).

18


8. Informatiebronnen 8.1 Practische websites www.studyabroad.citg.tudelft.nl buitenland.tudelft.nl partneruniversities.tudelft.nl www.csa.tudelft.nl www.sgzstudent.nl en www.sgzopreis.nl www.duo.nl (DUO IB groep) www.wilweg.nl www.nuffic.nl www.wijsopreis.nl www.minbuza.nl www.aiesec.nl www.beursopener.nl www.go-europe.nl www.housinganywhere.com www.bestdelft.nl 8.2 Practische adressen

Studenten GezondheidsZorg (SGZ) Afd. Vaccinatiecentrum Beukenlaan 4G 2612 VC Delft tel.: 015 - 212 1507 fax: 015 - 215 8442 email: [email protected] internet: www.sgzstudent.nl; www.sgzopreis.nl Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 postbus 20061 2500 EB Den Haag tel. (alg. info.): 070 – 3486486 / 0800-8051 (publieksinformatie) fax (alg. info.): 070 – 3484848 tel. (reisadviezen): 070 – 3487600

TU Delft Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Dienst Onderwijs en Studentenzaken International Office CEG/stagebureau CEG Stevinweg 1, kamer 2.73 2628 CN Delft tel.: 015 - 278 1174 e-mail: [email protected] [email protected] [email protected] Openingstijden: ma 12:30 - 14:00 uur (tenzij anders di 12:30 - 14:00 uur aangegeven) do 12:30 - 14:00 uur International Office (Centraal) Jaffalaan 9A, 2628 BX Delft Delft tel.: 015 - 278 8012 fax: 015 - 278 5690 email: [email protected] Centrale Studentenadministratie Jaffalaan 9A, 2628 BX Delft tel.: 015 - 278 4249 fax: 015 - 278 6457 email: [email protected]

19


9. Uitwisselingslanden Kijk voor de meest recente uitwisselingcontracten op partneruniversities.tudelft.nl Australië The University of Queensland University of Adelaide Royal Melbourne Institute of Technology University of Melbourne University of Technology Sydney University of New South Wales België Katholieke Universiteit Leuven Université Catholique de Louvain Université Libre de Bruxelles Universiteit Gent Canada University of Waterloo University of Toronto Denemarken Danmarks Tekniske Universitet Aalborg University Duitsland Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Technische Universität Berlin Ruhr-Universität Berlin TU Braunschweig Technische Universität Clausthal Brandenburgische Technische Universität TU Bergakademie Freiberg Karlsruher Institut für Technologie Technische Universität Dresden Technische Universität München Universität Stuttgart Estland Tallinn University of Technology Finland Aalto University Frankrijk Université Joseph Fourier University of Montpellier

20

Ecole Nationale Supérieure des Ponts et Chaussées Ecole Nationale des Travaux Publics de L’Etat Université Pierre et Marie Curie Hongarije TU Budapest Israël Technion Israel Institute Technology Italië Université degli studi di Firenze Politechnico die Milano Université degli studi die Roma ‘La Sapienza’ Politecnico di Torino Noorwegen University of Oslo Norwegian University of Science and Technology Oostenrijk University of Oslo Technische Universität Wien Polen Uniwersytet Warminsko-Mazurski w Olsztynie Politechnika Wroclawska Portugal Universidade Técnica de Lisboa Singapore National University of Singapore Spanje Universidad Politécnica de Catalunya Universidad Politécnica de Madrid Universidad Politécnica de Valencia


Tsjechië VSB Technicka Univerzita Ostrava CZech Technical University in Prague Turkije Suleyman Demirel University Istanbul Technical University United Kingdom University of Exeter Imperial College of Science, Technology and Medicine University College London Verenigde Staten University of Texas at austin Colorado School of Mines University of Illinois at Urbana-Champaign Virginia Polytechnic Institute and state University Zweden Chalmers Tekniska Högskola AB (CTH) Högskolan i Luleå Lunds Universitet Kungliga Tekniska Högskolan (KTH) Zwitserland Ecole Polytechique Federale de Lausanne ETH Zurich

21


Studenten Buitenland Ervaringen

22


1. Stage Nicaragua

Civiele kennis overbrengen in Nicaragua, dat wil toch iedereen? Dit gold in elk geval wel voor mij, vandaar dat ik van begin februari tot eind mei 2012 meeging met Stichting SamenScholen waar ik een onderzoek voor ging uitvoeren. Daarnaast zou ik voor de Stichting een onderhoudsplan maken voor de school, want dat ging ik met mijn mede vrijwilligers doen, een orkaanbestendige school bouwen aan de oostkust van Nicaragua voor kinderen en jongeren met een beperking. Mijn taak was dus niet specifiek het bouwen van de school, maar ik was verantwoordelijk voor de kennisoverdracht op de bouw en het onderhoud van de school als deze af was. HOE KOM JE EROP?! Dit is iets dat me vaak werd gevraagd toen het eenmaal zeker was dat ik ging. In de bachelor zit namelijk helemaal geen stage, dus als je dat gaat doen, loop je vrijwel zeker vertraging op. Rond mei 2011 organiseerde ik voor de commissie Civiel in Ontwikkeling van Practische Studie samen met mijn commissiegenoten een evenement. Heel toevallig kwam ik tijdens het ophangen van posters hiervoor een flyer tegen van Stichting SamenScholen met als onderwerp een stage in Nicaragua. Mijn aandacht werd gegrepen, want ik was al een tijdje op zoek naar iets waarbij ik meer praktische kennis zou opdoen over bouwen dan bij Civiel. En natuurlijk, Nicaragua betekent een tropisch klimaat, waar ik zeker weten niet vies van ben. Toen het idee eenmaal in mijn hoofd zat, kreeg ik het er niet meer uit en heb ik de Stichting een mail gestuurd om te solliciteren voor de stage. Ik

kreeg een enthousiaste mail terug met de vraag of ik een keertje wilde langskomen op hun kantoor in Utrecht. Van het een kwam het ander en vanaf februari zat ik toen voor vier maanden in het warme Nicaragua met uitzicht op zee! Aangezien het niet in de bachelor past, ben ik op zoek gegaan naar een begeleider. Deze vond ik in Otto Kroesen, via het vak Intercultural Internship. Ik zou er 15 punten voor krijgen die ik uiteindelijk in een vrije minor heb geplaatst en daarnaast kon ik, doordat ik er punten voor kreeg, ook het FIS (Fonds Internationale Stage) aanvragen. WORKSHOPS GEVEN De Stichting waarbij ik de stage deed, zet niet zomaar scholen neer. Ze proberen hier participatieve projecten van te maken. Dit houdt in dat een school, wijk, dorp of organisatie aan de oostkust een aanvraag kan doen bij de Stichting. De Stichting levert dan

het materiaal en de kennis, maar verwacht van de aanvragende partij participatieve medewerking. De ouders van de kinderen die de school gaan gebruiken, bouwen als vrijwilliger mee. Ten eerste kan de Stichting de extra handen goed gebruiken, maar belangrijker nog, het wordt hun school. Zij bouwen hem zelf en kunnen daarna met de kennis die ze hebben opgedaan de school onderhouden en wellicht hun eigen huis. En daar kwam ik in actie. Tijdens de bouw heb ik verscheidene workshops gegeven over de basisprincipes van de bouw. Ik legde ze uit waarom er wapening in het beton zat, welke betonverhouding het meest optimaal is, waarom wapeningsafstand zo belangrijk is, etc. Ik legde dus eigenlijk uit hoe de school zo sterk, stabiel en stijf mogelijk gemaakt werd. Nu klinkt dit allemaal aardig gemakkelijk.

23


Echter, deze mensen spreken geen woord Engels, en wellicht zelfs erg slecht Spaans. Ze kunnen soms slecht lezen en schrijven en zijn niet gewend aan lesmateriaal. Ga dan maar eens uitleggen waarom het volgens jou goed is om wapening in de vloeren aan te brengen. In het vorige project van de Stichting was al begonnen met een concept. Mijn voorganger had bedacht om alles in striptekeningen/schetsen uiteen te zetten om zo de technieken met een soort universele taal uit te leggen. Met dit concept was aan mij de uitdaging om tijdens dit project een vaste lesmodule te ontwikkelen en om uit te zoeken wat nou precies de meest optimale manier en omstandigheden zijn om kennis op de bouw over te brengen. In totaal heb ik zes verschillende workshops gegeven, waarvan de meesten twee keer omdat er anders te veel mensen op één workshop waren. Door daar te zijn leerde ik een aardig woordje Spaans dat ik daarna goed kon gebruiken om me verstaanbaar te maken tijdens een workshop.

Daarnaast heb ik posters gemaakt met een soort stappenplan over hoe de poeren, de vloer,

de muren en het dak gemaakt zouden worden. De kunst was vooral om met een zo simpel mogelijke schets uit te beelden wat de techniek of het principe inhield. Een erg leuke uitdaging, aangezien ik ook alle schetsen/ tekeningen zelf moest maken. Naast het geven van de workshops en het maken van het materiaal hiervoor, bouwde ik zelf ook gewoon mee, waardoor ik dingen leerde als wapening vlechten, wapening zetten, metselen en stukadoren. Wanneer wij en de Stichting weer vertrokken, zou het onderhoud in handen vallen van onder andere de mensen met wie we deze school hadden gebouwd. Om hen niet geheel aan hun lot over te laten, maakte ik het onderhoudsplan, waarbij het de uitdaging was om deze zo simpel, duidelijk, overzichtelijk en toch allesomvattend te maken als maar mogelijk was. Niet alles is echter zo simpel en hoewel de Stichting dus vaak een participatief project heeft, mislukte dat in dit project faliekant.

De organisatie waarmee in zee was gegaan bleek niet officieel te bestaan. De ouders van

de kinderen waren over het algemeen alleenstaande vrouwen, wat in principe geen probleem was, alleen hadden zij het al druk genoeg om voor hun gehandicapte kinderen te zorgen, laat staan dat ze nog even een school zouden gaan bouwen. Hierdoor werkten in plaats van de ouders van de kinderen, werkeloze mensen uit de stad mee. Zij kwamen op het project af omdat je hier tenminste aan het eind van een week werken nog een bonuspakket meekreeg. Nauwelijks genoeg om van te leven maar beter dan niks. Geen probleem zou je denken, behalve dat ze niet net zo gemotiveerd waren, ze gemiddeld maar een week meehielpen en er daarnaast dus niemand zou overblijven die wist hoe de school gebouwd was om later het onderhoud te plegen. Het beïnvloedde ook sterk mijn workshops. Doordat ze soms maar een week meehielpen zijn er maar weinig vrijwilligers naar meer dan één workshop geweest. Met één workshop en één week werken op de bouw bereik je qua kennisoverdracht echt helemaal niks. Dit maakte mijn stageopdracht dus veel ingewikkelder en moeilijker dan het in eerste instantie leek te zijn. Het maakte verder het gehele project veel moeilijker en ingewikkelder en zorgde voor veel frustraties en ontevredenheid. Uiteindelijk is de school echter wel af gekomen, is er het begin van een nieuwe organisatie voor de gehandicapte kinderen en heb ik zelf zes goede workshops en een onderhoudsplan opgeleverd. Dus hoewel het project zelf moeizaam verliep is er uiteindelijk zeker wat teweeg gebracht. UITERSTEN TEGENOVER ELKAAR Het leven in Puerto Cabezas (Bilwi) zelf bestond uit enorme tegenstellingen. We woonden met een groep van ongeveer 15

24


vrijwilligers in een oud klooster voor nonnen, waarvan we de gehele 2e verdieping gebruikten. Ik sliep met 4 andere meiden op een kamer, waarbij mijn hoekje bestond uit mijn bed met muskietennet en een kastje waar ik al mijn bezittingen voor 4 maanden bewaarde. We hadden een enorme veranda en 1 koelkast voor 15 mensen. Om 10 voor 6 ’s ochtends ging doordeweeks mijn wekker, waarna we om half 7 in een pick-up truck richting het bouwterrein gingen. Om half 8 begon de werkdag waarna we tot 12 uur doorwerkten met een kleine pauze tussendoor om wat verkoelde limonade te drinken. Van 12 tot 13 uur werd er lunch geserveerd wat altijd bestond uit rijst met bonen, yuca (een soort knol die smaakt naar droge aardappel) of een groene banaan en een klein stukje vlees of vis. Daarna werd er weer doorgewerkt tot half 5 ‘s middags waarna ik soms nog een workshop gaf. Eenmaal terug had ik niet meer energie over dan om een biertje en zakje Ranchitos (soort Doritoschips) te pakken en op de veranda te zitten, kijkend naar de zonsondergang. Gelukkig werd er doordeweeks avondeten voor ons klaargemaakt, wat echt heerlijke gerechten waren. Vaak lag ik om 9 uur ’s avonds alweer doodop in bed, waarbij ik een uitzondering maakte voor de eerste woensdag vandeweek feestjes op de veranda. Sandra de Vries

25


2. Masterproject Nepal

Van november 2011 tot maart 2012 zijn wij, vijf masterstudenten civiele techniek, afgereisd naar de laagvlaktes van Nepal voor een stage bij de stichting Tamsarya. Daar hebben we een nieuwe eetzaal en keuken voor de Kumari-school annex weeshuis gebouwd. HET PROJECT De Kumari-school biedt onderdak en onderwijs aan 200 (wees) kinderen uit de omliggende dorpen. Bij aankomst op de Kumari-school blijkt al snel dat er nog gekookt wordt op houtvuren: de keuken is zwartgeblakerd door het gebrek aan goede ventilatie. Omdat er ook te weinig ruimte is voor de kinderen en het personeel om in het regenseizoen binnen te eten, is ook een grotere eetzaal noodzakelijk. Aan ons de taak om een nieuw ontwerp te maken en de uitvoer te leiden samen met de Nepalese bouwcommissie. DE UITVOER Gedurende de stage verloopt het ontwerpproces parallel met het bouwproces. Hierdoor wordt het gehele proces versneld en zijn we instaat om binnen drie maanden het gebouw vrijwel volledig te realiseren. Aan de andere kant maakt dit het proces wel ingewikkelder. Zo kunnen besluiten die we vroegtijdig nemen, later moeilijk aanpassen. Hierdoor is de ruimte om fouten te maken minimaal en moeten we onderling goed communiceren om een integraal ontwerp te realiseren. Gelukkig verloopt de bouw

redelijk voorspoedig. Tijdens de bouw helpen ook wij een handje mee. Samen met een Nepalese bouwopzichter en bouwvakkers uit het dorpje hebben we funderingen gegraven, balken en kolommen gestort, muren gemetseld en kozijnen geplaatst. Het is ongelofelijk om te zien hoe een Nepalese arbeider een hele dag met pikhouweel een fundering staat uit te graven, terwijl wij binnen enkele uren al de blaren op onze tere handjes hebben staan. Doordat de bouwstandaarden wezenlijk anders zijn dan hier in het westen, komen we soms in wonderlijke situaties terecht. Hoe meet je bijvoorbeeld het land op, als de drie beschikbare meetlinten allemaal een andere maat aanhouden voor één meter? Het is een mooie ervaring om de totaal andere werkwijze te zien. Steigers worden bijvoorbeeld gemaakt met bamboestengels. En heb je een ladder nodig(?), dan wordt deze ook wel even uit bamboe vervaardigd! Veiligheidsnormen, zoals die hier in Nederland zijn, kent men niet. Zo wordt elektriciteit voor het lassen verkregen door een ijzeren haak over een elektriciteitsleiding in het dorp te gooien. Het knettert

wat, er komen wat vonken van af… maar het werkt! Dus uiteindelijk zitten de spanten in het gebouw. LEVEN IN NEPAL Tijdens onze stage verbleven we op het terrein van de Kumarischool. Daardoor leerden we het dagelijkse leven in Nepal en de Nepalese standaard erg goed kennen. Als snel waren we gewend aan de traditionele Dhal-Bath (rijst met linzen) die we dagelijks twee keer kregen. We leerden luxe, zoals het hebben van een warme douche en het beschikken over elektriciteit erg waarderen. Ook de festivals waarbij we de echte Nepalese cultuur te zien kregen, zullen ons nog lang bij blijven! De Nepalezen leven van dag tot dag. Men maakt zich niet druk over wat er de volgende dag zal gebeuren. In het dagelijkse leven bracht dit een heel ontspannen sfeer met zich mee. Op de bouwplaats bleek dit echter niet altijd even handig te zijn. Dan blijkt al snel dat wij als Nederlanders toch erg gehecht zijn aan het plannen. Aan de andere kant is het ook mooi om te zien hoe problemen door de Nepalezen worden opgelost. Een ossenkar werkt bijna net zo goed als een tractor om goederen te vervoeren.

26


Het werk ging 7 dagen per week door. Wel gingen zo nu en dan een aantal van ons weg om ook andere delen van Nepal beter te leren kennen. Zo hebben we het Chitwan National Park bezocht, waar onder andere nog neushoorns leven. Verder stonden ook culturele uitjes zoals de verkenning van de hoofdstad Kathmandu op het programma. STAGE IN HET BUITENLAND EEN MOOIE ERCVVARING! We hebben ons tijdens de stage goed vermaakt en veel gelachen. Hoewel we de bouw niet volledig hebben kunnen afronden in de drie maanden van onze aanwezigheid, zijn we zeer blij met het resultaat. Het ontwerp is

af en de hoofdconstructie is - op de dakplaten na - gereed. Bij ons vertrek restte slechts de afbouw. Gelukkig zijn de Nepalezen heel gemotiveerd om ons werk te voltooien. We waren dan ook erg blij toen we laatst foto’s doorgestuurd kregen van een bijna compleet gebouw! Stage lopen is in Nepal is een uiterst aparte en hele mooie ervaring. Niet alleen omdat de vooral theoretische kennis die is opgedaan in de Bachelor en Master benut is om een project in de praktijk te realiseren, maar ook omdat de bouw in Nepal wezenlijk verschilt van die in Nederland. We hebben als groep een mooie tijd gehad in een prachtig land en we

zijn een levenservaring rijker. Ik kan dit soort buitenland stages dan ook zeker aanraden aan andere studenten. Dus als je ooit de kans krijgt … zou ik ‘m met beide handen aannemen! Jorrit van den Berg Geert Dijkshoorn Arjan Galema Simon Lembrechts Vincent Muris

27


3. Stage Abu Dhabi

Aan het eind van collegejaar 2011-2012, bijna mijn bachelor afgerond, besloot ik om niet meteen naar de master door te stromen. Ik had genoeg van de theorie en ik wou nu wel eens zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Dus eerst een stage! Verder wou ik graag naar het buitenland om een unieke ervaring op te doen. Ik ben vrij snel begonnen met bedrijven benaderen. Op de Civiele Bedrijvendagen heb ik zoveel mogelijk contacten verzameld van Nederlandse bedrijven die in het buitenland werken. Ook via het international office had ik al wat contactgegevens van bedrijven waar in het verleden stagairs van de TU zijn geweest. Vervolgens ben ik als een gek sollicitatiebrieven gaan schrijven. Het bleek het niet makkelijk te zijn om een stageplek te vinden als pas afgestuurde bachelor student en het heeft mij in totaal 6 maanden

gekost om een plek te vinden. Uiteindelijk kreeg ik op 3 januari te horen dat ik stage mocht lopen bij Boskalis op een project in Saudi Arabie. Een geweldige kans om in een land te werken wat normaal gesproken behoorlijk afgesloten is voor de buitenwereld. Het enige probleem was dat ik 21 januari al zou vliegen. Dus in 2,5 week moest alles geregeld worden, denk daarbij aan medische keuringen, visa’s, onderhuurder vinden, stagebegeleider zoeken enz. Uiteindelijk zat ik 21 januari in het vliegtuig op weg naar Abu Dhabi. Hier zouden de voorbereidingen

voor het project plaatsvinden en 3 weken later zouden we verkassen naar Saudi Arabie voor de uitvoering ervan, tenminste dat was het plan... Het project bestond uit het baggeren van een geul vanaf land tot ongeveer 12 km in zee. Hierin werden dan door de hoofdaannemer drie gaspijpleidingen gelegd waarna deze weer afgestort werden met het eerder gebaggerde materiaal. In totaal werkten er tijdens de voorbereiding zo’n 60 man aan het project, 20 man kantoorpersoneel en 40 man op de boten en de werf. Het meeste management personeel inclusief de kapiteins bestond uit Nederlanders. Op de andere functies werkten vooral Indiers en Filipijnen. Nadat ik de nodige veiligheidstrainingen had gedaan heb ik mij eerst flink ingelezen in het project. Daarna mocht ik al snel aan de slag met het schrijven van zogenaamde “method statements” waarin werd beschreven hoe het werk uitgevoerd zou worden. Voor het schrijven hiervan moest

28


overleg gevoerd worden met de kapiteins van de verschillende schepen, de survey afdeling (die de plaatsbepaling regelde) en de safety afdeling. Verdere werkzaamheden bestonden uit het doen van berekeningen van de productie, maken van autocad tekeningen, voeren van riskassesments, communicatie met het interne inginieursbureau van Boskalis in Nederland. Ook kreeg ik de kans om mee te lopen met de projectmanager bij een overleg met de hoofdaannemer. Het politieke spel wat gespeeld wordt bij een project van deze omvang (aanneemsom van de hoofdaannemer was 2 miljard dollar) was zeer interessant om van dichtbij mee

opdrachtgever. Bijna meteen werd bij ons ook het werk stil gelegd en ben ik mij bezig gaan houden met andere projecten in Abu Dhabi zelf. Gelukkig was de uitvoering hiervan al wel begonnen waardoor ik ook nog een beeld kreeg van civiele techniek in de praktijk.

Het werken in Abu Dhabi is duidelijk anders dan in Nederland. Er wordt 6 dagen per week, 12 uur per dag gewerkt. In ruil hiervoor wordt wel je vlucht, visa, hotel, eten en zelfs een eigen auto geregeld en betaald door Boskalis. Al met al was het een unieke ervaring om stage te lopen in een andere omgeving met verschillende culturen. Onno Ebbens

te maken. Uiteindelijk werd de uitvoering van het project met een jaar uitgesteld door problemen tussen de hoofdaannemer en de

29


4. Master Project Mozambique

Religie versus or featuring de Wetenschap? Is misschien niet de eerste vraag die je zou verwachten bij een artikel over een reis van een paar studentjes naar het mooie Mozambique. Daarnaast zal het antwoord op bovenstaande vraag voor jou misschien al wel duidelijk zijn, religie en wetenschap zijn immers toch twee totaal verschillende werelden. Of toch niet..? Ik geloof (dus niet wetenschappelijk bewezen) dat elk masterproject ontstaat tijdens het nuttigen van de nodige alcoholische drankjes. Zo ook deze. Als HBO’ers zocht je elkaar nog wel eens op en dachten we: wat die ‘VWO’ers’ kunnen (er was namelijk nog nooit een groep met alleen HBO’ers op project geweest), kunnen wij ook. Vanaf dat moment konden we op zoek naar een project. Waar in ‘Godsnaam’ te beginnen? Niet door heddende dat we op deze manier al goed begonnen waren. Aan iedereen kenbaar maken dat we op zoek zijn naar een opdracht, was de strategie. Zo ook op zondagmorgen in een kerk in Den Haag, waar een van ons regelmatig te vinden is. In een kerk vol ontwikkelingswerkers kenbaar maken dat je nog werk zoekt voor een groep van 6 ingenieurs, is natuurlijk vragen om ‘moeilijkheden’. Zo kwamen we in contact met Novos Horizontes: religie featuring wetenschap! NOVOS HORIZONTES (of in het Nederlands: ‘Nieuwe

Horizons’) is een bedrijf gevestigd in Mozambique dat kippen broedt, ze op krediet uitleent aan boeren in de omgeving, en ze vervolgens zelf slacht. Het bedrijf wordt gerund door een aantal westerse families. Ondanks dat het bedrijf goed draait is het doel nog steeds om vanuit het geloof de regio verder te ontwikkelen. Dit juist niet door een kapitaalinjectie, maar met name door de lokale bevolking te laten wennen aan het feit dat ze invloed hebben op hun eigen toekomst. Een gedachte waar de meesten (ze zijn nogal spiritueel ingesteld) nog steeds moeite mee hebben. EEN PAAR BELLETJES, TICKETS, EN GAAN!? was onze eerste reactie toen we hoorden over Mozambique. Zo werkt het helaas niet. Skypen om erachter te komen wat nou precies de probleemstelling was, bracht gelijk al een nieuw probleem met zich mee: internet. Een aantal half afgebroken skype gesprekken (en weken) verder kwamen we tot de conclusie dat ze een droogteprobleem hebben. Althans, ze gaven aan

dat ze een dam wilden hebben, wat wij na een aantal ‘vragen achter de vraag’ vertaald hebben in een vraag naar meer water. Sponsoring zoeken, onderdak regelen, een goed plan van aanpak opstellen en een kleine literatuur studie is wat ons

resteerde voordat we konden gaan. Klinkt niet veel, dat dachten! wij ook. DE CULTUURSHOCK? is wat je op voorbereid bent. De shock viel ook zonder twijfel onder de categorie ‘shock’, wat op zichzelf niet heel gek is als je weet dat ondanks de enorme economische groei, tot op heden nog steeds meer dan 50% onder de armoedegrens leeft. Achterin

30


werden. Schrikken, maar het is allemaal goed afgelopen. Volledig begrijpen zal je het nooit, maar als ze zelfs brood uit de koelkast stelen, is ‘hoe ver moeten die mensen wel niet aan de afgrond zitten’ de enige vraag die blijft hangen.

de pick-up konden we vanaf het vliegveld, via de enige supermarkt in de 500.000 inwoners tellende stad Nampula, op naar de farm van onze opdrachtgever. Het ontvangst en welkom was zeer goed en na een 2 uur durende koffiesessie (later bleek dat ze ondertussen het dak van ons verblijf erop aan het zetten waren) konden we onze multifunctionele slaap- werk- eet en bagage ruimte bekijken: een schoollokaal in aanbouw. Een beetje behelpen, maar al snel besef je dat het geld wat daar zit zeker niet moet gaan naar een goed onderdak voor studenten in plaats van naar eten voor de lokale bevolking. Nadat we onze eigen douche hadden gebouwd en een gat in de grond tot toilet gedoopt hadden, konden we aan de slag. DE EERSTE WEKEN bestonden voornamelijk uit het acclimatiseren en het verzamelen van informatie. We merkten al snel dat ‘zeggen dat alles goed komt’ niet gelijk is aan dat het ook goed komt. Veel informatie was niet beschikbaar of leek niet geheel betrouwbaar. Soms frustrerend, maar meestal juist heel interessant omdat dit je dwingt tot het vinden van creatieve manieren om achter (juiste) informatie te komen. Zo hebben we een 24-uurs debiet

meting gedaan om te kijken hoeveel water de boorgaten leverden . Daarnaast hebben we metingen gedaan om de hoeveelheid gebruikt water per kip (een zeer belangrijke parameter in ons ontwerp) te verifiëren. 12 liter was door de lokale experts aangegeven op basis van ervaring. 11,9 kwam uit onze meting. Dit gaf is ons wat meer vertrouwen in de ‘op basis van ervaring’ manier. ´OOK THIS IS AFRICA´ was naast de veel gebruikte ´this is Africa´ uitspraak ook een keer van toepassing. Als groep studenten met laptops, geld (veel geld als je uitgaat van een gemiddeld dagloon van 3 euro), camera’s en telefoons ben je een opvallend doelwit. Dit bleek ook toen we na ongeveer 8 weken verblijf, ’s nachts overvallen

MAAR VOORAL DIT, ‘THIS IS AFRICA’..: • De Mozambiquanen, die werkelijk waar gelukkiger ogen dan de meeste westerlingen; • Een bachelor-party waarbij er een van de schitterende bergen beklommen wordt; • Een dagafsluiting bij het kampvuur; • Een barbecue op een berg tijdens zonsondergang; • Kippenvel krijgen van de zang en dans tijdens een kerkdienst; • Een gehele dag eregast zijn op een bruiloft; • Witte, verlaten stranden; • Een lekkere 30 graden, hartje winter; • Safari en een ervaring die je nooit meer vergeet! VOOR MEER INFO ZIE: projectmozambique.weblog. tudelft.nl Gert-Jan Kampshof

31


5. Internship Vietnam

In the summer of 2011 I got a phone call from Royal Haskoning that there was a position for an internship on one of their projects in Vietnam. The Ho Chi Minh Flooding and Inundation ivianagement project, HCiMC FIM. This gave me the opportunity to participate on a large-scale flooding project and experience a new culture at the same time. These three and half months on the HCMC FIM project have given me a powerful impression in the work done by engineers. Not only did I get the insights on two Dutch engineering companies, Deltares and Royal Haskoning, and how Dutch consultants deal with Vietnamese companies and vice versa. It was also interesting to see the how many different divisions coming together and how they worked together on the project. The HCMC FIM project, alleviating the flooding and the inundation problems of Ho Chi Minh City, gave me an impression on different aspects of a large project abroad. I was given different tasks, from helping with the model work for the hydraulic and rainfall-runoff model to the probabilistic model. This gave me a chance to see different aspects of this large project. My work consisted of assisting on creating and improving the hydraulic and the rainfall run-

off model, which was done in SOBEK software. This model will be used for the probabilistic model where different scenario’s will be tested, to obtain water levels and inundation depths with their probabilities.

and my future in a profound way. the model work for the hydraulic and rainfall-runoff model to the probabilistic model. This gave me a chance to see different aspects of this large project. Ilhame Oujamaa

“I am positive that it has shaped my vision of the world” Furthermore, I was given insight in the work of two large Dutch companies, an engineering company and a research institute with offices and projects all over the world. I also got to experience the world of expatriates. The way how they live and work away from their home country. And last but certainly not least, living and working in a foreign country in Asia was a deeply-moving experience. I am positive that it has shaped my vision of the world, my own life

32


6. Minor Portugal

Na veel oriënteren heb ik besloten om voor mijn minor naar Lissabon te gaan, mede omdat ik nog nooit in Portugal geweest was en ik graag nieuwe steden ontdek. Ik had nooit veel van Lissabon gehoord en wist dus ook niet precies wat ik moest verwachten, dus ik had nooit verwacht dat ik in een van de mooiste steden van Europa terecht zou komen! Lissabon is een prachtige stad: de hele binnenstad bestaat uit een aaneenschakeling van mooie oude gebouwen, musea en midden in het centrum ligt een oud kasteel op een van de zeven heuvels waarop de stad is gebouwd. Behalve de stad zijn er ook heel veel leuke plekken in de omgeving, zoals de stranden ten westen en zuiden van Lissabon, waar ik vaker dan goed voor me is geweest ben. (Tsja, het is hier nog steeds in de 20 graden en de eerste weken was het zelfs nog tussen de 30 en 40 graden, dus soms moet je even afkoelen.) Twee weken geleden heb ik Sintra bezocht, dat is een stadje ten noordwesten van Lissabon, waar meerdere paleizen en een kasteel uit de achtste eeuw te bezichtigen zijn, heel erg mooi! En afgelopen weekend ben ik met Sidney (dat is mijn jaargenootje van Technische Aardwetenschappen die hier hetzelfde vakkenpakket doet als ik) naar de Algarve geweest (dat is het zuiden van Portugal). De Algarve is een prachtige streek, waar het nog warmer is dan hier en waar je heel goed kunt surfen!

Verder studeer ik natuurlijk ook gewoon. Ik doe hier nu 6 vakken over een periode van 5 maanden. Het zijn allemaal milieuwetenschappelijke, mijnbouw of petroleum vakken. Vooral de petroleumvakken vind ik erg interessant! De colleges zijn net als in Delft erg klein, we zitten vaak maar met 20 mensen in de klas en de docenten zijn allemaal erg vriendelijk. Mijn studiegenootjes zijn ook erg leuk en behulpzaam (zoals alle Portugezen die ik tot nu toe heb ontmoet!). De tweede week van de colleges had ik een diner met alle Mijnbouw-studenten, dat was erg gezellig! Ook mijn huisgenoten zijn erg leuk. Ik woon in een huis met 5 andere internationale studenten: 2 Poolse meisjes, een Turkse jongen, een Frans meisje en een Franse jongen. Zij zijn hier ook allemaal, net als ik, maar voor een half jaartje. In het begin hebben we elkaar dus veel geholpen met het ontdekken van de stad en huis-tuin en keuken zaken en nu eten we vaak samen en bezoeken

we samen af en toe een museum of gaan samen uit. Het huis ligt overigens op maar 10 minuten lopen van de Technische Universiteit, dus ik loop elke dag heen en weer naar de universiteit, erg makkelijk! Ik mis mijn fiets wel een beetje, maar dat is hier helaas onmogelijk met al die heuvels. Hardlopen gaat nog wel, maar dat is ook vrij pittig, want na een paar kilometer ben je al bekaf! Zo meteen heb ik mijn derde Portugese les. Ik merk dat ik het erg leuk vind om weer eens iets met een taal te doen, heb ik toch wel een beetje gemist op de TU Delft. Op het moment kom ik echter nog niet verder dan mezelf voorstellen en de tijd en datum noemen, maar het is in ieder geval wat! Gelukkig spreekt bijna iedereen hier redelijk goed Engels, zelfs oudere mensen. En op de universiteit spreekt iedereen Engels, dus het is niet een noodzaak om Portugees te kunnen, maar het is toch erg leuk om het te leren! Veerle Steenhuisen

33


7. Uitwisseling Virginia Tech, Blacksburg, VS

Het lentesemester van 2012 heb ik doorgebracht aan Virginia Tech in Blacksburg, VA. Blacksburg is een klein stadje aan de Amerikaanse Oostkust en heeft in totaal slechts 40.000 inwoners, waarvan zo’n 25.000 studenten...

Toch heeft de universiteit totaal geen moeite om de meer dan 66.000 plaatsen in het footballstadion te vullen, aangezien de Hokies één van de favoriete college football teams zijn. Helaas vinden alle wedstrijden tijdens het herfstsemester plaats en ben ik dat dus net misgelopen. Tijdens mijn uitwisseling heb ik veel nieuwe mensen leren kennen, zowel andere uitwisselingsstudenten als Amerikaanse studenten. Het Cranwell International Center van Virginia Tech (VT) heeft een grote rol gespeeld in het leren kennen van de andere uitwisselingsstudenten tijdens de eerste week dat we er waren. Een uitgebreide oriëntatieweek hielp ons wegwijs te raken en ons meteen al thuis te voelen. Uiteindelijk heb ik er een groot netwerk van vrienden en bekenden overal ter wereld aan overgehouden. Nu ik eenmaal terugben in Nederland, heb ik de eerste buitenlandse bezoeken al gepleegd en staan er nog een hoop op het programma.

Naast een hoop gesport en gereis moest er natuurlijk ook gestudeerd worden. Dat is toch net iets anders dan in Delft, het heeft iets meer weg van de middelbare school. De onderwerpen en het niveau sluiten prima aan op het programma in Delft, maar er zijn

meer toetsen en er is wekelijks huiswerk. Daarnaast proberen de professoren alle namen uit hun hoofd te leren en is er veel ruimte voor interactie. Al deze aandacht werpt zijn vruchten af, want iedereen haalt hoge cijfers en is erg gemotiveerd. Ik heb drie vakken van 6 ECTS gevolgd, die ik met succes af heb

weten te ronden en die nu als extra vakken meetellen voor mijn Master in Delft. Na ruim vier maanden gestudeerd te hebben, ben ik met de vrienden die ik daar gemaakt heb gaan reizen. Ruim drie weken heb ik een roadtrip in Californië, Arizona en Nevada gemaakt. Tel daar een tiendaagse rondreis door Florida tijdens Spring Break en uitstapjes naar steden als Washington DC bij op, en je kunt begrijpen dat ik erg veel moois heb gezien. Al met al was het de beste tijd van mijn leven (tot nu toe), en ik zou het dan iedereen dan ook zeker aanraden. Het kost flink wat, maar wat je ervoor terugkrijgt is onbetaalbaar. Colin van Weelden

34


8. Uitwisseling University of Queensland, Brisbane, Australië

STUDEREN In Australië heb ik 4 business vakken gedaan op het gebied van HRM. Daarmee heb ik de 30 punten voor mijn minor gehaald. Het hele semester was super! De University of Queensland begeleidt internationale studenten super! Je wordt bijvoorbeeld opgepikt van het vliegveld; ze bieden allerlei gratis voorbereidingsprogramma’s en een cursus Engels aan; en hebben allerlei introductie activiteiten, zodat je mensen van over de hele wereld leert kennen. Ze verwijzen je ook naar allerlei bronnen van hulp op de campus. De campus (St. Lucia genaamd) ziet er erg mooi uit. Wat een verschil met de TU. Zeker als je het weer ook mee overweegt. Ik ging met een snelle boot (City Cat) over de rivier naar de uni.

het jaar voor mij naar Brisbane was geweest. Hij vertelde mij over een leuk huis (Westella) waar hij wel eens kwam en regelde een emailadres. Ik besloot de kamer al vooraf te reserveren. Nooit spijt van gehad. Onwijs leuk huis, super locatie en 21 internationale mensen erbij leren kennen.

HUISVESTING Door de universiteit werd geen huisvesting geregeld. Je kunt er echter wel voor kiezen om op de campus te wonen. Daar moet je vooraf voor aanmelden en dan heb je wel vantevoren accommodatie. Als je niet op de campus wilt wonen kun je beter eerst naar Brisbane komen en dan huizen bekijken, zodat je weet waar je terecht komt. Ik had geluk dat ik iemand in Delft kende die

Tijdens het semester ben ik naar Sydney (Nederlanders gratis naar Defqon.1 !), Byron Bay, Stradbroke Island, Moreton Island, Gold Coast en Sunshine Coast geweest. (zie google) Na het semester ben ik naar Melbourne. Daarna vertrokken we met 8 mensen voor een roadtrip naar Cairns. We kwamen o.a. langs Fraser Island, de Whitsunday Islands en het Great Barrier Reef. Daarna nog een

Brisbane is prima voor uitgaan: een gekke bar is de Down Under Bar (backpacker bar), in Fortitude Valley is het uitgaanscentrum (goede clubs, maar heel duur) en verder heb je in de city ook nog toffe bars en clubs. Je kunt verder onwijs veel sporten doen op de campus. Zorg dat je de market day in de eerste collegeweek niet mist, daar presenteren alle clubs en societies zich!

zuid- oost-Aziatische ervaring… tja je zit er toch dichtbij en het is veel goedkoper dan Australië. In Singapore werd ik rondgeleid door een (oud)huisgenoot van me in Brisbane. Echt een fantastische vakantie!! Eind januari terug naar Delft helaas. Ik heb 30 studiepunten behaald, maar het was vooral de tijd van mn leven. Buiten de studiepunten en het plezier, was het een mooie ervaring om met zoveel internationale studenten om te gaan. Nu heb ik ook contacten wereldwijd, wat natuurlijk altijd nuttig is. We hebben al plannen om in Amsterdam af te spreken met Koninginnedag, in Münschen voor Oktoberfest en een reunie te doen tijdens Tomorrowland in België. Verder is het natuurlijk gewoon goed voor je ontwikkeling om je basis waar je op steunt in Nederland achter te laten en een half jaar zelfstandig opnieuw te beginnen. Ook mijn Engels gaat beter en ik ben er ook aan gewend Engels te gebruiken. Nu kan ik ook in het Engels goed presenteren. Kortom… een super ervaring!! Waar je ook heen wilt, doen. Marcel Mol

35


9. ATHENS Program

ATHENS kan ik iedereen aanraden! Het is een geweldige manier om een buitenlandse universiteit (stad) te verkennen. De organisatie heeft een heel divers aanbod in vakken die je kunt doen; er is voor ieder wat wils. Ik heb ervoor gekozen om me te verdiepen in een onderwerp dat aansloot op m’n studie, maar er zijn ook veel studenten die zich juist verbreden en totaal iets anders kiezen. Het niveau van de vakken is in veel gevallen zodanig dat iedere student het succesvol in een week kan afronden. Ik vond het zo’n fantastische ervaring dat ik het zelfs twee keer heb gedaan: Madrid en Praag, beiden aanraders!

Ik vond het zo’n fantastische ervaring dat ik het zelfs twee keer heb gedaan In één week krijg je de kans om de sfeer te proeven van de universiteit, de studenten, het studentenleven en de stad. In het eerste weekend na aankomst

wordt er vanalles georganiseerd door studenten, waardoor je in 2 dagen al aardig wegwijs bent wat betreft bezienswaardigheden, eten en uitgaan. Omdat bijna iedereen individueel meedoet aan ATHENS zit je met z’n allen in hetzelfde schuitje en iedereen wil dus graag snel nieuwe mensen leren kennen. De hele groep verblijft in hetzelfde hostel, dus dat is natuurlijk al snel erg gezellig!

tijd hebt in de stad die je net een beetje leert kennen.

Gedurende de week gaat iedereen naar de universiteit overdag en soms moet je ’s avonds nog studeren, maar dat hangt heel erg van je cursus af. Op sommige avonden worden er ook nog activiteiten georganiseerd; zo had ik in Praag bijvoorbeeld een typisch Tsjechisch diner (je moet het geprobeerd hebben, maar lekker is anders!).

Frederieke Doorn

Kortom: een stedentrip waar je punten voor krijgt!

Op vrijdag is er een examen of eindpracticum (afhankelijk van welke curus je volgt) en ’s avonds is het eindfeest. Daarna ben je vrij om terug naar huis te gaan, maar ik heb er beide keren voor gekozen om pas op zondag te vertrekken zodat je nog wat extra

36

Voorwoord. Beste student,

Recommend Documents