1 Inhoudsopgave:
Voorwoord
5
Inleiding
6
1 Cultuur
10
1.1 Enge betekenis
10
1.2 Brede betekenis
10
1.3 Bemerking
10
2 Historiek van de culturele centra en gemeenschapscentra in Vlaanderen
11
2.1 De oprichting van België
11
2.2 De taalstrijd
11
2.3 De grondwetsherziening
12
2.4 Het cultuurpact
12
2.5 De tweede staatshervorming
13
2.6 De derde staatshervorming
13
2.7 De vierde staatshervorming
13
2.8 de vijfde staatshervorming of het Lambermontakkoord
14
3 Cultuurbeleid in Vlaanderen voor 2001
15
4 Het lokaal cultuurbeleid
17
4.1 Culturele centra, gemeenschapscentra en bibliotheken
17
4.2 De opmaak en uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan
18
4.3 De openbare bibliotheek
18
4.4 De samenwerking tussen gemeenten
19
4.5 De gemeentelijke cultuurraad
19
5 Het cultuurcentrum/gemeenschapscentrum
21
5.1 Drie belangrijke pijlers
21
5.1.1 Cultuurparticipatie
21
5.1.2 Cultuurspreiding
21
5.1.3 Gemeenschapsvorming
21
5.1.4 Bemerking
22
5.2 Cultuurcentrum
22
5.2.1 Voorwaarden en subsidiering
22 1
2 5.2.2 De functies van een cultuurcentra gemeten aan de hand van 9
25
Parameters 5.3 Gemeenschapscentra 5.3.1 Voorwaarden en subsidiering 6 De socio-culturele verenigingen
26 26 28
6.1 Algemeen
28
6.2 De meest toepasbare definities
29
6.2.1 Drie soorten verenigingen
31
6.2.2 Erkenning van de verenigingen
31
6.2.3 Subsidies
32
6.2.3.1 Startsubsidie
33
6.2.4 Steunpunt voor het sociaal cultureel volwassenenwerk
33
6.2.5 Subsidie
34
6.2.6 Evaluatie
34
7 Wervik
36
7.1 Algemeen
36
7.2 Wervik en cultuur
37
7.3 Gemeenschapscentrum ‟t Forum
37
7.3.1 Geschiedenis
37
7.3.2 Het Forum
39
7.3.3 Organogram
40
7.3.4 Het beheer
42
7.3.5 De specifieke werking binnen een kleine stad als Wervik
42
7.3.6 Financieel
45
8 In de praktijk 8.1 Algemeen 9 Wervik en haar socio-culturele verenigingen
47 47 48
9.1 Algemeen
48
9.2 Voorzieningen voor de verenigingen
49
9.2.1 De projectsubsidie
49
9.2.1.1 Voorwaarden voor toekenning
49
9.2.1.2 Aanvraag
50
9.2.1.3 Beoordeling
50
9.2.1.4 Beslissing
50 2
3 9.2.1.5 Toekenning
51
9.2.1.6 Verbintenis
51
9.2.1.7 Verbodsbepalingen
52
9.3 Cultuurraad
53
9.3.1 Algemeen
53
9.3.2 Leden
53
9.3.3 Werking
53
9.4 IN.WERVIK.BE
54
9.5 Stadskrant
54
9.6 Infrastructuur
54
9.6.1 Culturele infrastructuur
54
9.6.2 Jeugdinfrastructuur
55
9.6.3 Sportinfrastructuur
55
9.6.4 Uitleenmateriaal
55
9.6.5 Raad en advies
55
9.6.6 Inventarisatiebrochure van de verenigingen
56
9.6.7 En nog meer
56
10 Extern bekeken
57
10.1 De stad
57
10.2 Het cultuurcentrum
58
10.3 Het verenigingsleven in Bierbeek
58
10.4 Bedenkingen
62
11 Wervik en haar inwoners
63
11.1 Algemeen
63
11.2 Finaal rapport over Wervik en Geluwe
64
11.3 Bedenkingen
66
11.3.1 Algemeen
66
11.3.2 De cijfers
67
11.3.3. Bedenking
70
12 De verenigingen in Wervik
70
12.1 Algemeen
70
12.2 De ondervraging
70
12.3 Positief versus negatief
73
12.3.1 Positief
73 3
4 12.3.2 Negatief
74
12.3.3 Bemerking
75
12.4 Het gemeenschapscentrum en haar dienstverlening zijn niet bekend bij de verenigingen
75
12.4.1 Algemeen
75
12.4.2 Klopt het? Kennen de mensen het gemeenschapscentrum niet
76
12.4.2.1 Kennen de verenigingen de diensten van het gemeenschapscentrum niet
76
12.4.2.2 Klopt dit
77
12.4.2.3 Bedenkingen
77
12.5 De verenigingen zijn niet vertrouwd met de gemeenschapsvormende functie 77 12.5.1 Algemeen
77
12.5.2 De verenigingen vertellen
79
12.5.3 Conclusie
80
13 Algemeen besluit
82
13.1 Enkele aanbevelingen
83
14 Samenvatting
88
Bijlagen
90
I Bevraging verenigingen
91
II Verantwoording één euro subsidie
112
III Statuten culturele raad
113
Literatuurlijst
121
4
5 Voorwoord:
Gedurende het opstellen en schrijven van dit eindwerk genoot ik heel wat steun en vertrouwen van enkele mensen die ik hiervoor graag zou willen bedanken:
Steven Masil voor het ondersteunen, begeleiden en het onvoorwaardelijke vertrouwen tijdens mijn hele stageperiode en het opstellen van dit eindwerk.
Tom Lemahieu voor de begeleiding.
Davy De Laeter voor het bezoek en de nuttige informatie die ik tijdens mijn bezoek aan het Cultuurcentrum De Borre in Bierbeek verkreeg.
Paul De Raeymaecker voor op tijd en stond een eigen visie in te brengen op de praktijk.
Etienne Alleman voor de verrijkende mening op de actualiteit.
Ria Dumoulein voor de ochtendgesprekken.
Dirk Billiau voor de humor.
Het stadspersoneel van de Stad Wervik om mij de kans te bieden een inzicht te verwerven op het culturele gebeuren in Wervik.
De leden van de verenigingen voor hun mening en hun verduidelijkingen.
Sebastien Vanwalleghem voor de steun.
En iedereen die op eender welke manier gedurende mijn zoektocht mij op weg hielpen.
5
6 Inleiding
Met de volgende woorden leid ik graag mijn eindwerk in: „Een wens... zo na een werkweek... Na een weekend in het bos te vertoeven zou dat beter kunnen. Ik stel me dikwijls de vraag: waarom doen we dat, waarom zijn we in het verenigingsleven, Oogstfeest, Fotoclub, Dia-avonden... ? Ze roepen om hulp en bijstand van de muziek, Gregoriaans Festival... waarom doen we dat? Mensen leven samen in een gemeenschap, met gewoontes en een moraal die het resultaat is van tientallen jaren evolutie, verkeerde gedachten bannen, nieuwe goede gedachten aannemen. Mensen die afgezonderd raken van hun leefwereld, zijn verkeerd. Mensen moeten met elkaar praten, overeenkomen, respecteren, leren van elkaar, hoe moeten we leven, Wat is juist, wat is verkeerd...? Vroeger verkondigde meneer Pastoor die zaken? Als ik Jean Blaute, Roland en Paul Michiels in het Forum zie, dan denk ik: dat is (een stukje van) onze cultuur, mensen die van buitenaf, van vreemde culturen hier komen wonen zouden dat eigenlijk moeten meemaken en daarvoor open staan. Als ik op zondagmiddag op het Oogstfeest ben, het bijwonen van mijn jaarlijkse mis, achteraf die massa volk zie die goedgemutst daar aanwezig is... dan denk ik soms... wat drijft de mensen om hier te zijn? Is dat cultuur? Dragen we iets uit? Waarom doen we dat? Of is het antwoord simpel: mensen praten hier met elkaar, miseries worden beklapt en gedeeld, mensen relativeren hier hun eigen problemen, leren van elkaar, wisselen menselijke stralingswarmte uit waar we zo'n deugd van hebben. We hebben zonder dat we het weten een eigen cultuur en gewoontes, volksfeesten zijn daar ook een stuk van? Dus mijn wensen: onze cultuur, onze levenswijze, onze gewoontes, onze taal vrijwaren van alles wat daar afbreuk zou kunnen aan doen, het is van ons! Deze
6
7 'levenswijze' uitdragen, tonen aan mensen wat die 'waarden' zijn, naar buiten komen met activiteiten, optredens... Slimme mensen, kunstenaars en artiesten uitnodigen en ons laten bijleren... visies aanbrengen... Hopen dat we mensen die geen voeling hebben of niet meer hebben met die 'gemeenschap' kunnen bekeren, sombere verkeerde gedachten kunnen bannen.‟ 1
Zelf had ik niet beter kunnen aantonen waarom mensen cultuur creëren en beleven. Om cultureel bezig te zijn hoef je niet veel te doen. Ga eens zwemmen, voetballen, een film bekijken, volg een cursus, ga op reis… Cultuur hoef je niet ver te zoeken. Sommige mensen met zelfde interesses in cultuur organiseren zich. Heel wat mensen sluiten zich daarom aan bij een vereniging of richten zelf een vereniging op. Verenigingen zijn niet meer weg te denken uit onze huidige maatschappij. En gelukkig maar. Ze zorgen voor zinvolle vrijetijdsbesteding, interactiviteit, optimisme, initiatief, hulpverlening… Verenigingen zijn van belang in ons leven. Heel wat mensen spenderen heel wat van hun tijd in het verenigingsleven. In Wervik is dit ook niet anders.
Uit mijn interesse voor het verenigingsleven en voor de werking van het gemeenschapscentrum naar de verenigingen toe schrijf ik dit eindwerk met als naam: “zelfstandig maar niet alleen”.
Gedurende mijn zoektocht naar de werking van de verenigingen en het Werviks stadsbestuur meer bepaald het gemeenschapscentrum ‟t Forum is het mij duidelijk geworden dat de meeste verenigingen vooral bezig zijn met de eigen werking en hulpbronnen2buiten houden. Men houdt ze bewust of door onwetendheid buiten. Soms heeft men geen weet van wat een gemeenschapscentrum voor hen van betekenis zou kunnen zijn. Andere verenigingen kiezen er dan bewust voor om niet
1 2
Dirk Delva, www.wervik.be, 2 maart 2007 Zo zie ik het gemeenschapscentrum voor het verenigingsleven
7
8 samen te werken met een gemeenschapscentrum omdat ze wensen onafhankelijk te blijven. Terwijl zowel het gemeenschapscentrum als de verenigingen samen aan gemeenschapsvorming werken. Beiden zijn ze zoek naar een manier om mensen samen te krijgen en te betrekken.
Waarom werkt men dan zo zelden samen? Is dit niet gewenst? Of heeft men geen weet van elkaars werking? Want beiden willen toch gemeenschapsvormend werken? Zowel verenigingen als het gemeenschapscentrum willen mensen samen brengen en betrekken bij een gebeuren.
Gedurende mijn zoektocht probeer ik dan ook in de volgende hoofdstukken een antwoord op de volgende vraag te vinden: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?”
In het eerste deel van dit eindwerk gaan we op zoek naar een antwoord op de volgende vragen:
Wat is cultuur? Hoe ziet de historiek van de culturele centra en gemeenschapscentra eruit? Hoe ziet het cultuurbeleid in Vlaanderen eruit? Hoe zag het cultuurbeleid in Vlaanderen voor 2001 eruit? Hoe ziet het lokaal cultuurbeleid eruit? Hoe zit het met de cultuurcentra en gemeenschapscentra? Wat is het verenigingsleven? Hoe ziet de werking van het gemeenschapscentrum ‟t Forum eruit? In het tweede deel gaan we verder in op de vraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?” Aan de hand van een enkele ondervraging bij de verenigingen, stadspersoneel, inwoners… gaan we op zoek naar hun antwoord op deze vraag. Dit alles wordt toegelicht met eigen bedenkingen, conclusies, visies…
8
9
Als slot en einddoel wordt het antwoord op de vraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?” gegeven.
9
10
1 Cultuur
Cultuur is iets ontastbaars. Je kunt het met je ogen waarnemen maar het is ondoorgrondelijk. Wat cultuur is voor mij is geen cultuur voor een ander. Maar wat is cultuur dan? De beste betekenis die ik kan aangeven om te beschrijven wat cultuur inhoud is “alles”. Wat cultuur is wordt of werd gevormd door de mens. Het zijn de ingrepen die de mens op de natuur heeft. Cultuur kan je bekijken vanuit verschillende ooghoeken. Sommigen omschrijven cultuur in een brede opvatting terwijl anderen het dan weer als iets heel engs willen omschrijven.
1.1 ENGE BETEKENIS
Cultuur in de enge betekenis heeft betrekking op cultuur die we terugvinden in onder andere: musea‟s, cultuurhuizen… Het omvat schilderkunst, beeldhouwwerken, opera, klassieke dans, literatuur, theater…
1.2 BREDE BETEKENIS
Cultuur in de brede betekenis van het woord omvat een ruimer gebied. Het beschrijft alles wat de mens toevoegt aan de natuur. Het zijn normen, waarden, amateurskunsten, relaties, radiozenders, een krant…
1.3 BEMERKING
Cultuur in de brede betekenis omvat dus een heel ruimer en rijker gebied van wat cultuur in onze samenleving omvat. Daarom verkies ik ook om met deze vorm van cultuur verder te werken gedurende mijn eindwerk. 10
11 2 HISTORIEK VAN DE CULTURELE CENTRA EN GEMEENSCHAPSCENTRA IN VLAANDEREN
Om de ware betekenis en oorsprong van culturele centra en gemeenschapscentra in het huidige Vlaanderen te begrijpen moeten we terug in de tijd springen. Omdat de geschiedenis van het culturele landschap al meerdere keren werd beschreven in publicaties zoals wegwijs cultuur3, Minister Dixit4, Verzameld Werkt5… beperk ik mij enkele tot belangrijke data in de geschiedenis die ik op meerdere plaatsen als belangrijk heb omschreven gezien.
2.1 DE OPRICHTING VAN BELGIË
Van 1830 tot1970 was België een unitaire staat met één regering en één parlement. Het Frans werd er als officiële taal herkent en gebruikt. Onderwijs werd in het Frans gegeven, documenten werden in het Frans opgesteld…
2.2 DE TAALSTRIJD
Met de tijd streden meer en meer mensen om de Nederlandse taal te herkennen vooral de Vlaamse beweging6 streefde naar de erkenning van de Nederlandse taal. Dit leidde uiteindelijk tot de eerste taalwet in 1873 die de taalkwestie regelde in de administratie. Algauw volgden er nog en werd ook de taal in de rechtszaken en in scholen aangepast. 15 jaar na de eerste taalwet ging de gelijkheidswet van kracht; door deze wet komt het Nederlands en Frans op gelijke voet te staan. Beiden werden als officiële taal erkent. 3
Roger Dillemans, Annick Schramme, Wegwijs Cultuur, Davidsfonds, 2005 Wim De Pauw, Minister Dixit Een geschiedenis van het Vlaamse Cultuurbeleid, Garant, 2005 5 Cultuur Lokaal, Verzameld Werkt Cultuurcentra en gemeenschapscentra in Vlaanderen en Brussel, Cultuur Lokaal, 2005 6 De Vlaamse Beweging was in oorsprong een cultuur- en taalbeweging die uitgroeide naar een politieke en socio-economische beweging. Voor meer uitleg verwijs ik naar Roger Dillemans en Annick Schramme, Wegwijs cultuur, Davidsfonds/Leuven, P.: 36-37 4
11
12 Wallonië dat streefde naar het behoud van de Franse taal zag dat de unitaire staat aan het vervallen was in een tweetalig gebied maar zag dit niet zitten voor Wallonië. Dit leidde tot het voorstel om het land op te splitsen in taalgebieden. 7
2.3 DE GRONDWETSHERZIENING
Na de taalstrijd streefden de Vlamingen naar culturele onafhankelijkheid. Dit leidde tot de eerste grondwetsherziening waarbij drie cultuurgemeenschappen werden opgericht. De bevoegdheden waren echter beperkt.
De raad voor de Nederlandstalige Cultuurgemeenschappen was van 1971 tot 1980 de voorloper van het Vlaamse Parlement. De Belgische Grondwet van 1970 had de Nederlandstalige Cultuurgemeenschap ingericht. Hiernaast waren er ook nog de Franse en de Duitse. Ieder kreeg zijn eigen bevoegdheden op het gebied van taal en cultuur. De Cultuurgemeenschappen kregen elk hun eigen minister.
2.4 HET CULTUURPACT
In 1974 ging het cultuurpact van start. Het cultuurpact moest verhinderen dat er discriminatie voorkwam omwille van een ideologische of filosofische overtuiging. Het sterkt er dus toe om verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen op een goede manier te betrekken bij het uitwerken van het cultuurbeleid.
Dit gebeurt door gebruik te maken van gestructureerde en erkende inspraak- en adviesorganen bijvoorbeeld: sportraden, cultuurraden, jeugdraden…
Daarnaast bevat het ook richtlijnen voor een evenwichtige opbouw van beheersorganen van instellingen, infrastructuren en diensten die opgericht werden door de overheid of die onder een overheidsinstantie vallen.
7
Danny Lamarcq en Marc Rogge, De taalgrens van de oude tot de nieuwe Belgen, Davidsfonds/Leuven, 1996
12
13
Het cultuurpact garandeert ook het gebruik van culturele infrastructuur, subsidiering van culturele activiteiten … 8
2.5 DE TWEEDE STAATSHERVORMING
Vanaf 1980 vond de tweede staatshervorming plaats. Doordat Cultuurgemeenschappen zich niet alleen over cultuur bekommerden namen de gemeenschappen (Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap) de bevoegdheden over van de toenmalige cultuurgemeenschappen. Daardoor konden ze nu ook naast cultuur instaan voor: jeugdbeleid, gehandicaptenzorg… De Vlaamse en Franse gemeenschap kregen elke een wetgevend en uitvoerend orgaan met andere worden een parlement en een regering.
2.6 DE DERDE STAATSHERVORMING
Een derde staatshervorming vond plaats in 1988. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd opgericht. Daarnaast begon men met de ideeën op te tekenen van de nieuwe Belgische staatsstructuur.
2.7 DE VIERDE STAATSHERVORMING
Met de derde staatshervorming kwam ook een vierde tot stand. In 1993 stond er in Artikel 1 van de grondwet geschreven: “België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschappen en gewesten.”
8
http://www.fov.be/imprimer.php3?id_article=281, 6 maart 2007 Wim De pauw, Minister Dixit Een geschiedenis van het Vlaamse Cultuurbeleid, Garant, 2005, p.67
13
14 2.8 DE VIJFDE STAATSHERVORMING OF HET LAMBERMONTAKKOORD In 2001 volgde het “Lambermontakkoord” of “De vijfde fase” van de staatshervorming. Hierbij werd de opbouw van vragen en wensen van zowel Vlamingen als Walen aangehoord. Door het akkoord kregen de verschillende deelstaten meer financiële middelen en bevoegdheden. 9
9
http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatshervorming _%28Belgi%C3%AB %29, 13 maart 2007 http://nl.wikipedia.org/wiki/Gemeenschap_%28Belgi%C3%AB%29, 16 maart 2007 http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaamse_Gemeenschap, 16 maart 2007 http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaanderen, 16 maart 2007 Roger Dillemans en Annick Schramme, Wegwijs Cultuur, Davidsfonds Leuven, 2005, P.36-37
14
15 3 CULTUURBELEID IN VLAANDEREN VOOR 2001
Voorafgaand aan het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal beleid gaat er een hele geschiedenis van het Vlaamse Cultuurbeleid vooraf.
Zoals omschreven in de historiek is cultuurbeleid onderhevig aan de sturing vanuit gemeenschappen. Dit houdt in dat zowel de Vlaamse als Franse gemeenschap opteren voor een tamelijk verschillende vorm van werking en subsidiering. In het komende deel beperk ik mij echter tot het onderdeel Vlaamse Cultuur.
Culturele centra zijn onderhevig aan de ideeën van de jaren zestig. Ze moeten worden gezien in de context van een beginnende ontzuiling. Deze context wordt gekenmerkt door drie grote tendensen die eveneens terug zijn te vinden in de basiskenmerken van een cultureel centrum.
Een eerste tendens was de toenemende rol van de overheid met de Vlaamse ontvoogding. Dit uitte zich in een eigen ministerie van Onderwijs en Cultuur. Het ministerie van Cultuur vormde een netwerk van culturele centra die gesubsidieerd werden. Het waren wel de lokale overheden die het initiatief moesten nemen om cultuurcentra op te richten.
Een tweede tendens was de roep naar democratisering. Door de optimistische kijk op de toekomst werd een groot geloof gehecht in de maakbaarheid van de samenleving. Dus werden er culturele centra gebouwd, personeel aangesteld en werking ondersteund. In 1965 werd eerst voorzien in subsidies voor de bouw. In 1973 werd het statuut en de subsidie van de cultuurfunctionarissen geregeld. Pas in 1991 werden er beperkte werkingsmiddelen voorzien.
De derde tendens was de crisis van de zuilen en de wending naar pluralisme. Geleidelijk aan begonnen mensen uit de zuilen te stappen. De overheid verkoos dan ook bewust om het culturele centrum als een pluralistische ontmoetingsplaats te
15
16 beschouwen. Een ruimte waar iedereen van de bevolking terechtkon om elkaar te ontmoeten en kunst en cultuur op te snuiven.
Deze drie tendensen zorgden voor de definitie van het cultureel centrum in het eerste decreet van 16 juli 1973 waarin te lezen stond dat een cultureel centrum: “…een pluralistische instelling werkzaam in een gebouw, waarvan de activiteiten tot doel hebben:
de terbeschikkingstelling van ruimten voor socio-cultureel werk in al zijn vormen en voor alle bevolkingsgroepen; het bestendig trefpunt te zijn van de verschillende uitingen en vormen van het cultureel werk in zijn meest ruime betekenis; het socio-culturele werk in al zijn vormen te bevorderen en de aanpassing aan de veranderende behoeften te verzekeren; de ontmoeting van en de samenwerking tussen alle bevolkingsgroepen van het betrokken gebied te bevorderen…” 10
10
Miek De Kepper, Verzameld Werkt Cultuurcentra en Gemeenschapscentra in vlaanderen en Brussel, Cultuur Lokaal, 2005, P.: 9-14 Roger Dillemans en Annick Schramme, Wegwijs Cultuur, Davidsfonds Leuven, 2005, P.: 231-234 Luc Dekeyser en Fred Dhont, Sociaal-Cultureel werk in Vlaanderen, Garant, 1996, P.: 143-144
16
17 4 HET LOKAAL CULTUURBELEID
4.1 CULTURELE CENTRA, GEMEENSCHAPSCENTRA EN BIBLIOTHEKEN
Waarom een decreet lokaal cultuurbeleid?
Voor het decreet van 2001 werden verschillende domeinen (bibliotheek, verenigingsleven, cultuurcentra…) binnen het Vlaamse cultuurbeleid door verschillende decreten geregeld. Het gevaar dat het cultuurbeleid zijn doel zou mislopen was hier groot.
Daarnaast zorgt het decreet voor een vereenvoudiging van de regelgeving en erkent het het gemeentelijke bestuursniveau in de sturing van het cultuurbeleid.
De belangrijkste wijziging die werd doorgevoerd ten opzichte van de vorige regelgeving was de invoering van kwalitatieve criteria in plaats van puur kwantitatieve criteria voor de erkenning en subsidiering. Daar waar vroeger de hoeveelheid belangrijk was is nu de manier of de mate van het aanbrengen belangrijk. 11
Wat houdt het decreet in?
Het decreet regelt en ondersteunt:
de opmaak en uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, de openbare bibliotheek, de samenwerking tussen gemeenten, de gemeentelijke cultuurraad, het cultuurcentrum/gemeenschapscentrum. 12
11
www.wvc.vlaanderen.be/lokaalcultuurbeleid/gemeenten/index.htm, 17 maart 2007 12 Tom Lemahieu, Werkterreinen sociaal-cultureel werk, Hogeschool West-Vlaanderen departement Hiepso, P.: 67-69
17
18 4.2 DE OPMAAK EN UITVOERING VAN EEN GEMEENTELIJK CULTUURBELEIDSPLAN
Vanaf 2002 kunnen gemeenten een cultuurbeleidsplan opstellen voor een periode van zes jaar. Gedurende zes jaar wordt er gewerkt aan de uitvoering van dit beleidsplan.
Het beleidsplan vertrekt vanuit een situatieschets van de gemeente en haar culturele actoren. Daarna stelt ze een sterktezwakteanalyse op. Vanuit deze analyse worden er doelstellingen gevormd. Eveneens worden deze doelstellingen vertaald naar alle aanwezige culturele werksoorten die in een gemeente voorkomen. Het decreet voorziet voor de uitvoering van dit gemeentelijke cultuurbeleidsplan in een supplementaire subsidie van één euro per inwoner voor de ondersteuning van bijzondere en vernieuwende projecten. 13
4.3 DE OPENBARE BIBLIOTHEEK
Het decreet lokaal cultuurbeleid stelt dat iedereen toegang moet kunnen hebben tot informatie en kennis. De bibliotheek is het medium hiervoor. Daarnaast heeft de openbare bibliotheek nog als belangrijke taken: cultuurspreiding14, zorg om het documentaire erfgoed en het bevorderen van de ontmoeting. 15
13
http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1197#beleidsplan, 11 maart 2007 Tom Lemahieu, Werkterreinen sociaal-cultureel werk, Hogeschool West-Vlaanderen departement Hiepso, P.: 67-69 Roger Dillemans en Annick Schramme, Wegwijs Cultuur, Davidsfonds/Leuven, P.:244-245 14 Zie 4.1. 15 Memorie van toelichting bij het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, 4.5. de taken van de openbare bibliotheek actualiseren http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1194, 4 maart 2007
18
19 4.4 DE SAMENWERKING TUSSEN GEMEENTEN De gemeenten worden gestimuleerd tot de oprichting van een intergemeentelijk 16 samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.·. Om structureel samen te werken met het oog op afstemming van het culturele aanbod en de cultuurcommunicatie.
Een intergemeentelijke samenwerking kan in aanmerking komen voor subsidies als aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
minimum 4 aangrenzende gemeenten waaronder minimum 1 centrumgemeente of een gemeente met minimum 30 000 inwoners; minimum 1 gemeente met goedgekeurd cultuurbeleidsplan waarin de deelname van de gemeente in het intergemeentelijke samenwerkingsverband duidelijk is aangegeven; jaarlijkse bijdrage van alle gemeenten samen, komt overeen met het jaarlijks subsidiebedrag van de Vlaamse overheid. 17
4.5 DE GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD
Elke gemeente is verplicht één of meer inspraakorganen voor cultuur op te richten dat overleg en advies verlenen met betrekking tot de voorbereiding en de evaluatie van het lokaal cultuurbeleid. Zo kunnen ze een belangrijke rol vervullen bij de eventuele opmaak en de uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleidplan. De adviesorganen zijn samengesteld uit culturele actoren die het Nederlandstalig culturele leven bevorderen, meer bepaald:
Culturele organisaties, verenigingen en instellingen, zowel private als publieke met vrijwilligers en professionelen die een werking op het grondgebied van de gemeente ontplooien; Cultuurdeskundigen wonende in de gemeente. 16 17
Meerdere gemeentes die samenwerken http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1197#C 10 april 2007
19
20
Via tijdelijke overlegstructuren en activiteiten kan ook de ruimere bevolking betrokken worden bij het overleg en de advisering.
In de adviesorganen mogen geen politieke mandatarissen zetelen. De schepen van Cultuur fungeert als waarnemer in de adviesorganen. De gemeente bepaalt wel de voorwaarden voor de werking.
20
21 5 HET CULTUURCENTRUM/GEMEENSCHAPSCENTRUM
5.1 DRIE BELANGRIJKE PIJLERS
Zowel de cultuurcentra als de gemeenschapscentra werken volgens drie belangrijke pijlers: cultuurparticipatie, cultuurspreiding en gemeenschapsvorming.
5.1.1 CULTUURPARTICIPATIE
De pijler cultuurparticipatie bevat de diverse inspanningen met betrekking tot de toeleiding naar het cultuuraanbod in het centrum.
5.1.2 CULTUURSPREIDING
Onder cultuurspreiding wordt de kunstpresentatie verstaan, zowel van professionele als amateur-kunsten. Hierin horen zowel de zogenaamde receptieve activiteiten thuis als een door het centrum geprogrammeerd aanbod.
5.1.3 GEMEENSCHAPSVORMING
Gemeenschapsvorming omvat alle activiteiten die de kwaliteiten en de samenhang van de lokale gemeenschap, waar het gemeenschapscentrum voor werkt versterken. In een grotere gemeente of stad kan het cultuurcentrum of de cultuurdienst voor deze functie afzonderlijke infrastructuur inzetten en kan er samengewerkt worden met de cultuurdienst van de gemeente. 18
18
http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1194#onderdeela, 12 maart 2007
21
22 5.1.4 BEMERKING
Het verschil tussen een cultuurcentra en een gemeenschapscentra is dat de verhoudingen tussen de pijlers onderling anders liggen. Zo gaat een gemeenschapscentrum zich meer richten tot de eigen bevolking waar een cultuurcentrum een ruimer publiek probeert aan te spreken.19
5.2 CULTUURCENTRUM
5.2.1 VOORWAARDEN EN SUBSIDIERING
Om te kunnen spreken van een cultuurcentrum dat gesubsidieerd kan worden moet men aan enkele voorwaarden voldoen.
Een korte opsomming van de voorwaarden:
1.
infrastructuur vereisten,
2.
deskundig personeel,
3.
beheerd worden door een beheersorgaan,
4.
een centrumfunctie kunnen aantonen.
Een kleine toelichting:
19
Memorie van toelichting bij het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, 5.5. culturele infrastructuur
22
23 1. Infrastructuur vereisten
Categorie A:
een schouwburg met minimum 400 zitplaatsen en een toneeltoren; minimum 250 m2 polyvalente ruimte; minimum één tentoonstellingsruimte van ten minste 300 m 2 ; zes lokalen voor cultureel gebruik.
Categorie B:
een schouwburg met minimum 350 zitplaatsen OF een polyvalente zaal met 350 zitplaatsen waarvan minimum 200 op een uitschuifbare tribune; een andere polyvalente ruimte van minimum 200 m2; vijf lokalen voor cultureel gebruik.
Categorie C:
een schouwburg met minimum 300 zitplaatsen OF een polyvalente zaal met 300 zitplaatsen waarvan minimum 150 op een uitschuifbare tribune of een vaste gradinen; een andere polyvalente ruimte van ten minste 150 m 2 ; minimum één tentoonstellingsruimte van ten minste 150 m 2 ; vier lokalen voor cultureel gebruik.
2. Deskundig personeel
Een cultuurcentrum moet beschikken over deskundig personeel dat voldoet aan de voorwaarden opgesteld door de Vlaamse overheid.
23
24 3. Beheerd worden door een beheersorgaan
Het cultuurcentrum moet beheerd worden door een beheersorgaan dat is samengesteld conform de cultuurpactwetgeving, meer bepaald:
hetzij overeenkomstig artikel 9, b van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, dit is de evenredige vertegenwoordiging van de overheid en de gebruikers en de strekkingen; hetzij overeenkomstig artikel 9, b van hetzelfde decreet waarbij het beheersorgaan deskundigen kan coöpteren tot maximaal 1/3 van zijn ledenaantal; hetzij overeenkomstig artikel 9, c van hetzelfde decreet, dit is een zelfstandige vereniging van specialisten en gebruikers.
Het decreet lokaal cultuurbeleid bepaalt ook de toegelaten rechtsvorm die cultuurcentra mogen aannemen. Bestaande centra met een vzw-vorm mogen deze behouden. Nieuwe centra moeten gemeentelijk beheerd worden (zonder een vzw), maar mogen zich eventueel laten bijstaan door een programma-vzw, voor het financiële beheer van de programmering.
4. Een centrumfunctie kunnen aantonen
De cultuurcentra moeten een centrumfunctie kunnen aantonen indien het een cultuurcentrum betreft van een gemeente die voorkomt in de lijst van steden en gemeenten zoals bedoeld in art. 7 van het decreet. Het bewijzen van de centrumfunctie gebeurt aan de hand van een dossier; gebaseerd op de laatste twee kalenderjaren, waaruit blijkt dat het cultuurcentrum:
eigen podiumactiviteiten programmeert waarbij voor een indeling in een categorie C minimaal 25% en voor een indeling in categorie B minimaal 35% van het aantal bezoekers afkomstig is uit andere gemeenten
24
25 podiumactiviteiten, tentoonstellingen of educatieve activiteiten organiseert voor scholen uit zes andere gemeenten voor een indeling in categorie B en uit vier andere gemeenten voor een indeling in categorie C promotie voert in zes andere gemeenten voor een indeling in categorie B en in vier andere gemeenten voor een indeling in categorie C en dit kan onderbouwen met een overzicht van publicaties of advertenties 20
5.2.2 DE FUNCTIES VAN EEN CULTUURCENTRA GEMETEN AAN DE HAND VAN 9 PARAMETERS:
1. Publieksbereik eigen activiteiten: aantal deelnemers en hun herkomst; 2. Publiekswerking en publiekswerving: educatieve omkadering van aanbod, toe leiding en promotie; 3. Aard van de werking: originaliteit, diversiteit, profilering, vernieuwing, samenwerking; 4. aantal voorstellingen, tentoonstellingen en vormingsactiviteiten (eigen en receptief); 5. concretisering van de culturele diversiteit in programmering, participatie, personeel en bestuur; 6. De gemeenschapsvorming: manier waarop lokale gemeenschappen versterkt worden, met bijzondere aandacht voor moeilijke bereikbare doelgroepen; 7. inbreng gemeentebestuur in de totale omzet van de werking en het programmeringbudget; 8. infrastructuur: grootte en mogelijkheden, alsook de aanwezigheid van wijkcentra; 9. personeelsformatie. 21
20 21
http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1197#B ,11 mei 2007 http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1197#B , 11 mei 2007
25
26 5.3 GEMEENSCHAPSCENTRUM
5.3.1 VOORWAARDEN EN SUBSIDIERING De specifieke infrastructurele voorwaarden voor het gemeenschapscentrum worden omschreven in art. 4 van het uitvoeringsbesluit lokaal cultuurbeleid. Een gemeenschapscentrum is minstens: 1. Een polyvalente zaal van ten minste 200 m² OF een schouwburg met ten minste 250 vaste of verankerbare zitplaatsen én bovendien een polyvalente zaal van ten minste 100 m², waarin de andere activiteiten dan de schouwburgactiviteiten kunnen plaatsvinden; 2. Eén of twee tentoonstellingsruimten met een totale oppervlakte van ten minste 100 m²; 3. drie lokalen voor cultureel gebruik. Gemeenschapscentra moeten geen eigendom zijn van de gemeente maar wel beheerd worden door de gemeente samen met mensen uit het culturele veld. Gemeenschapscentra zijn dus in essentie voorzieningen voor de lokale gemeenschap en hebben niet per definitie ook een eigen programma.22
22
http://www.cultuurlokaal.be/front/webpagina.jsp?id=1197#B, 12mei 2007
26
27 De subsidieregeling voor gemeenschapscentrum gebeurt in verschillende stappen. Men moet telkens aan de vorige stap voldoen om verder te kunnen gaan en recht te hebben op een subsidie:
de gemeente moet bewijzen dat ze voldoet aan de infrastructurele; voorwaarden23 en moet bewijzen dat ze minimaal 0,8 euro per inwoner aan het verenigingsleven besteedt; de gemeente stapt in het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; een cultuurbeleidcoördinator tewerkstellen; een cultuurbeleidsplan opstellen en laten goedkeuren; subsidies voor de tewerkstelling van een cultuurbeleidcoördinator; subsidies voor bijzondere en vernieuwende projecten subsidies voor de programmatie van een gemeenschapscentrum als er een programmatie is.
23
Zie 4.3.1. Voorwaarden en subsidiering
27
28 6 DE SOCIO-CULTURELE VERENIGINGEN
6.1 ALGEMEEN
Om verder te kunnen gaan met de socio-culturele verenigingen is het belangrijk om te weten wat een vereniging is. Hiervoor ben ik op zoek geweest naar enkele relevante definities:
Definitie volgens vandaele:
Ver·eni·ging: 1 groepering, gevormd door aaneensluiting van personen ter bevordering van een gemeenschappelijk belang; 2 samenvoeging van een aantal zaken => aggregatie, conjunctie, junctie; 3 samenkomst van een aantal personen. 24
Definitie volgens het decreet voor sociaal cultureel volwassenenwerk:
Een vereniging is een netwerk van afdelingen of groepen, dat gericht is op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers, met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing; de vereniging heeft een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een maatschappelijke activeringsfunctie en een educatieve functie; ze ontplooit een werking in groepsverband en hanteert een sociaal-culturele methodiek. 25
24
http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=vereniging, 6 april 2007
25
Decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk (gecoördineerde versie na laatste wijziging via het decreet van 2 juni 2006)
28
29 Definitie volgens wikipedia: Een vereniging is een verzameling mensen die zich met een bepaald doel georganiseerd hebben. 26
Definitie volgens het decreet voor sociaal-cultureel volwassenwerk:
Het decreet definieert vereniging als een netwerk van afdelingen of groepen, dat gericht is op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers, met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing; de vereniging heeft een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een maatschappelijke activeringsfunctie en een educatieve functie; ze ontplooit een werking in groepsverband en hanteert een sociaal-culturele methodiek. 27
6.2 DE MEEST TOEPASBARE DEFINITIE
De meest gangbare definitie is in mijn opzicht deze van het sociaal-cultureel volwassenenwerk daarom verkies ik ervoor om eventjes dieper op deze definitie in te gaan. Wat verstaat men onder…?
A Sociaal-cultureel volwassenenwerk
Dit is een onderdeel van het beleidsveld sociaal-cultureel werk; het omvat de activiteiten die de ontplooiing van volwassenen en hun maatschappelijke participatie
26
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereniging_%28rechtspersoon%29, 5 april 2007
27
Decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenwerk (gecoördineerde versie na laatste wijziging via het decreet van 2 juni 2006)
29
30 willen bevorderen; personen nemen er vrijwillig deel aan, los van enige schoolverbanden los van elke vorm van beroepsopleiding.
B Sociaal culturele methodiek
Het is een wijze van denken en handelen, die gesteund is op reflectie, ervaringsdeskundigheid en wetenschappelijke inzichten, die methodiek wordt door sociaal-culturele verenigingen, instellingen en bewegingen en hun vrijwillige en professionele medewerkers gebruikt om individuen en groepen aan te spreken en te activeren in één of meerdere bestaansdimensies en in hun diverse leefsituaties; deze bestaansdimensies kenmerken de mens als zin- en waardezoeker, als kennisverwerker, als vaardige actor of creatieve explorator, als cultuurschepper en sociaal wezen; als doelstellingen staan het ontwikkelen van een eigen identiteit, het bevorderen van sociale integratie en maatschappelijke participatie en de opbouw van een democratische, duurzame en inclusieve samenleving voorop; daartoe worden op bewuste en doordachte wijze open kansen geschapen, die uitnodigen tot ontmoeting en informeel leren; er worden processen van kritische bewustwording, reflexieve verantwoording en persoonlijke bekwaming gestimuleerd; er wordt aangezet tot de ontwikkeling van sociale, culturele en communicatieve competenties en de vorming van sociale netwerken en culturele symbolen; in het scheppen en benutten van deze kansen zijn de betrokken personen en groepen actieve deelnemers, met wie de medewerkers in dialoog treden over de concrete doelen en de aanpak.
C Gemeenschapsvormende functie De gemeenschapsvormende functie is gericht op het versterken en vernieuwen van het sociale weefsel en op groepsvorming met het oog op een democratische, solidaire, open en cultureel diverse samenleving. D Culturele functie
De culturele functie is zowel in de brede als de engere zin gericht op het verhogen van de participatie aan de cultuur die de samenleving te bieden heeft.
30
31 E Maatschappelijke activeringsfunctie De maatschappelijke activeringsfunctie is gericht op het organiseren, stimuleren en begeleiden van vormen van maatschappelijk engagement en sociale actie. F Educatieve functie
De educatieve functie is gericht op lerende personen en groepen die gekenmerkt worden door het organiseren en begeleiden van educatieve programma‟s op lokaal en bovenlokaal vlak.
6.2.1 DRIE SOORTEN VERENIGINGEN:
In het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenwerk worden er drie soorten verenigingen onderscheiden: Thema‟s of onderwerpen en in de werking de vier functies op een evenwichtige wijze aan bod brengt; Thematische vereniging: is een vereniging die een werking ontplooit rond één thema of enkele aanverwante thema‟s; Bijzondere doelgroepen: personen of groepen met een handicap en/of in een situatie van kansarmoede die willen participeren aan het sociaal-cultureel werk en vanwege een fysische en psychische handicap of een situatie van kansarmoede daar in verminderde mate in staat toe zijn.
6.2.2 ERKENNING VAN DE VERENIGINGEN
Verenigingen kunnen door het decreet erkend worden als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen:
ze zijn een vereniging zonder winstoogmerk; ze hebben minstens vijftig wekende afdelingen of groepen, gespreid over minstens drie Vlaamse provincies, waarbij in elke provincie minstens tien
31
32 aangesloten afdelingen of groepen actief zijn; het tweetalige gebied BrusselHoofdstad wordt hierbij beschouwd als Vlaamse provincie; ze beschikken over een registratiesysteem met betrekking tot de werking van de aangesloten afdelingen of groepen, dat voldoet aan de vereisten die de Vlaamse regering heeft vastgelegd; ze hebben doelstellingen waaruit de werking ten aanzien van de maatschappelijke activerings-, de culturele, de educatieve en de gemeenschapsvormende functie blijkt; ze onderschrijven de principes en de regels van de democratie en va het Europese Verdrag betreffende de rechten van de Mens en passen ze toe in hun werking; in het beheer en het beleid van de vereniging hebben de vrijwilligers een bepalende inbreng; ze hebben een democratische en zelfstandige werking.
6.2.3 SUBSIDIES
De erkende verenigingen kunnen subsidies krijgen volgens het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk als ze: Een beleidsplan indienen voor de volgende beleidsperiode; In de werking rekening houden met principes van integrale kwaliteitszorg; Binnen drie maanden na het begin van de beleidsperiode beschikken over een voltijds equivalent personeelslid en minstens twee derden van de gekregen subsidie besteden aan de vergoeding van medewerkers, al dan niet in vast dienstverband; Akkoord gaan om op verzoek van de administratie alle nuttige en noodzakelijke gegevens met betrekking tot de werking te verstrekken, in de gevraagde vorm;
32
33 Ervoor zorgen dat in alle aspecten van de werking het Nederlands als voertaal gebruikt wordt.
De subsidies worden toegekend voor een beleidsperiode in de vorm van een jaarlijkse enveloppe. De individuele subsidie-enveloppe van de vereniging wordt vastgesteld door de Vlaamse regering, op voorstel van de administratie en vanaf de tweede beleidsperiode eveneens rekening houdend met de inhoudelijke en kwalitatieve beoordeling door de adviescommissie.
6.2.3.1 STARTSUBSIDIE
Verenigingen kunnen een startsubsidie aanvragen als ze voldoen aan artikel 4, § 1, met dien verstande dat ze moeten beschikken over minstens vijfentwintig lokale afdelingen of groepen, gespreid over minstens drie Vlaamse provincies. Het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt beschouwd als een Vlaamse provincie. De startsubsidie bedraagt per vereniging op jaarbasis maximaal 50.000 euro. De toekenning van de subsidie stopt bij het einde van de beleidsperiode in kwestie. Een startsubsidie kan slechts eenmaal aan eenzelfde vereniging worden toegekend. Aanvragen kunnen enkel worden ingediend in het jaar dat aan elke beleidsperiode voorafgaat. Telkens kunnen maximaal drie aanvragers een startsubsidie krijgen. De Vlaamse regering bepaalt de procedure voor de aanvraag tot het verkrijgen van een startsubsidie.
6.2.4 STEUNPUNT VOOR HET SOCIAAL-CULTUREEL VOLWASSENENWERK
Het decreet laat de Vlaamse regering een steunpunt oprichten voor het sociocultureel volwassenenwerk of ze kan een bestaande vereniging zonder winstoogmerk als steunpunt erkennen. 33
34 Het steunpunt moet een onafhankelijke organisatie zijn die voor het werkveld de volgende kernopdrachten vervult: Praktijkondersteuning Praktijkontwikkeling Beeldvorming en communicatie Het steunpunt vervult haar kernopdrachten door middel van activiteiten als begeleiding, deskundigheidsbevordering en implementatie van kwaliteitszorg, onderzoek, ontwikkeling en gegevensverzameling, informatie en communicatie, vertegenwoordiging en internationale samenwerking. Het steunpunt overlegt met andere steunpunten, inzonderheid met de andere steunpunten uit het beleidsveld van het socio-cultureel volwassenenwerk. Voor de uitvoering van zijn opdrachten kan het steunpunt overeenkosmten afsluiten met derden.
6.2.5 SUBSIDIES De Vlaamse regering kent het steunpunt per beleidsperiode een jaarlijkse subsidieenveloppe toe.
6.2.6 EVALUATIE
De adminstratie evalueert vanaf de tweede beleidsperiode elke organisatie die gesubsidieerd werd voor het decreet op het socio-cultureel volwassenenwerk door middel van: Een bezoek ter plaatse, uiterlijk voor het einde van het tweede jaar van de beleidsperiode. Ze doet dat op basis van het goedgekeurde beleidsplan en de ingediende jaarplannen en jaarverslagen;
34
35 Een nazicht van de jaarplannen en de begrotingen; Een jaarlijks nazicht van de jaarverslagen en financiele verslagen. De administratie deelt haar bevindingen, die het gevolg zijn van de evaluatie, mee aan de organisatie, in de vorm van een verslag met aanbevelingen. Bij een negatieve evaluatie door de administratie moet de organisatie binnen een jaar na ontvangst van het evaluatieverslag een rapport indienen bij de administratie, waarin ze aantoont dat ze op een passende manier aan de opmerkingen tegemoet is gekomen. De Vlaamse regering bepaalt de sanctie en de procedure voor de toepassing ervan. 28
28
http://www.wvc.vlaanderen.be/sociaalcultureelwerk/volwassenenwerk.htm, 12 maart 2007
35
36 7 WERVIK
7.1 ALGEMEEN
Wervik een stad met 17.690 inwoners die beschikt over een gebied van 4361 hectare.
Ze is de oudste van West-Vlaanderen. Gelegen aan de Leie scheidt de rivier haar van haar zustergemeente, Wervicq-Sud. Wervik ligt in West-Vlaanderen maar leunt aan bij de provincie Henegouwen. De stad vormt de overgang tussen de Westhoek en de Leiestreek.
Wervik bestaat uit twee deelgemeenten, Kruiseke en Geluwe. In Wervik-Geluwe kan je enerzijds genieten van het deels landelijke karakter van de gemeente. Anderzijds kun je er ook gebruik maken van de talrijke aanwezige handels- en dienstenvoorzieningen.
Zo is er een uitgebreide stedelijke infrastructuur, met o.m. een zwembad, twee sporthallen, enkele gemeenschapscentra, twee prachtig uitgeruste bibliotheken en een uniek museum.
Speciaal voor de jongeren en de jeugdverenigingen werd er een stedelijke jeugddienst met een jeugdontmoetingscentrum opgericht. Kinderen en jongeren kunnen er terecht voor tal van activiteiten, informatie en een warme babbel met één van de jeugdmedewerkers.
De twee bibliotheken worden druk bezocht. Op toeristisch vlak zijn er een aantal belangrijke troeven zoals het in 2003 vernieuwd en uitgebreid tabaksmuseum met de bijhorende Briekenmolen, alsook de Kruisekemolen en de Sint-Medarduskerk. De cultuurdienst is het ontmoetingspunt voor alle cultuurliefhebbers en socioculturele verenigingen. De medewerkers zetten een uitgebreide werking op. Wij denken hierbij aan de organisatie van de lokale Week van de Amateurkunsten, Vlaanderen Feest, Erfgoeddag, …
36
37 Daarnaast zorgt de cultuurdienst voor een uitgebreide school- en avondprogrammatie in GC ‟t Forum en GC De Gaper.
Natuurliefhebbers vinden er zeker hun gading, o.m. in de omgeving van het eiland 'De Balokken', tot stand gekomen na de rechttrekking van de Leie. 29
7.2 WERVIK EN CULTUUR
De stad Wervik beschikt over een cultuurdienst, 2 Gemeenschapscentra, een tentoonstellingenruimte en het ontmoetingscentrum Ter Linde. Allen worden ze beheerd vanuit het gemeenschapscentrum Forum waar de Dienst Cultuur is ondergebracht.
Omdat zowel de tentoonstellingsruimte en het ontmoetingscentrum Ter Linde en het Gemeenschapscentrum de Gaper eigenlijk specifiek gebruikt worden voor de gebouwen en niet voor de werking of het beheer zal ik enkel vanuit het gemeenschapscentrum ‟t Forum verder werken.
7.3 GEMEENSCHAPSCENTRUM ‟T FORUM
7.3.1 GESCHIEDENIS: Op het einde van de jaren ‟80 werd door de Dienst Cultuur van de Stad Wervik een lijvige nota gemaakt over het socio-culturele leven van Wervik. Hierin ging men terug in de geschiedenis. Op het einde van de jaren ‟60 werd het idee van een „Cultureel Centrum‟ in Wervik onder de schijnwerpers gebracht. Zowel de Culturele Raad, die werd opgericht in 1966, als de politieke partijen meenden toen al dat een Cultureel Centrum te Wervik onmisbaar was. In 1971 werd een terrein aangekocht en in 1972 werd een omvangrijk socio-cultureel rapport opgemaakt en werden aan een aantal lokale 29
http://www.wervik.be/wervik%20nu/3527/default.aspx?_vs=0_N&id=53, 14 maart 2007
37
38 architecten de opdracht gegeven om plannen te tekenen voor een Cultureel Centrum. Op 9 juli 1982 werd een akte ondertekend waarbij Wervik de terreinen waarop het Cultureel Centrum gebouwd moest worden overdroeg aan de Vlaamse Gemeenschap. Die nam toen de optie om een Cultureel Centrum op te bouwen en het beheer ervan naderhand aan de stad Wervik over te dragen. Een nieuwe ontwerper werd aangesteld en op 19 juli 1984 werd door de Vlaamse Gemeenschap een bouwaanvraag ingediend bij het Wervikse stadsbestuur. Maar ook de overheid kampte toen met beperkte financiële middelen en tot een aanbesteding kwam het niet.In de jaren ‟80 werden enkele ideeën verwezenlijkt al was dit wel met beperkte middelen:
De uitbouw van een stedelijke jeugddienst. Deze dienst zorgde ervoor dat een ruim aanbod bestond in culturele uitleningsmogelijkheden, culturele animatie. Op het einde van de jaren ‟80 kreeg de Dienst meer financiële armkracht om zelf een beperkt cultureel aanbod te organiseren. Hiervoor werd een leegstaande bioscoopzaal door de gemeente gehuurd. De dienst probeerde voornamelijk die culturele activiteiten te organiseren die niet door de verenigingen gedaan werden zoals een filmaanbod, een weliswaar beperkt aanbod in podiumkunsten, organisatie van cursussen en vormingsinitiatieven Er werd voornamelijk gewerkt met „open‟ werkgroepen die het aanbod bepaalden; Door decretale bepalingen werd de stedelijke culturele raad een adviesorgaan, waarmee wettelijk rekening moest gehouden worden; De gemeente voerde het bibliotheekdecreet uit. Hieruit groeide een stedelijke plaatselijke openbare bibliotheek te Wervik en werd ook een filiaal te Geluwe opgericht; In 1987 werd het Tabaksmuseum opgericht; Er werd werk gemaakt om het culturele erfgoed te restaureren en te herstellen.
In 1977 werd bij de fusies van de gemeenten, Geluwe als deelgemeente toegevoegd bij Wervik. In Geluwe werd een oude brouwerij omgevormd tot een ontmoetingscentrum, de Gaper. Deze had een charmant binnenpleintje, diverse
38
39 lokalen voor creatieve expressie, nodige vergaderruimte en een uitstekende polyvalente zaal voor kleine podiumactiviteiten en tentoonstellingen. Voor grotere culturele activiteiten werd in de loop van de jaren ‟80 een polyvalente zaal ingericht in ter Linde. De belangrijkste stap naar de oprichting van een Cultureel Centrum is ongetwijfeld de inrichting van Cultureel Centrum ‟t Forum in Wervik. Dit complex was vroeger een oude bioscoop en werd gedurende enkele jaren door de Stad gehuurd om er film en podiumactiviteiten te kunnen organiseren. Op het einde van de jaren ‟80 besliste het Stadsbestuur om het pand te kopen en er een modern cultuurcomplex van te maken. Het pand, in de toenmalige toestand, was niet meer van die aard dat professionele podiumactiviteiten er konden doorgaan en anderzijds was er een schrijnend tekort aan polyvalente cultuur – en vergaderzalen. Vanaf 1992 werd „t Forum operationeel. Het complex werd er volledig vernieuwd en moest het hart vormen van het nieuwe Culturele Centrum. Sinds de in gebruikname van het Cultureel Centrum ‟t Forum, werd de gemeentelijke bijdrage voor de organisatie van eigen activiteiten sterk opgedreven. In 2004 werd het Forum terug in een nieuw kleedje gestopt. De nieuwe aangename en moderne inrichting moet nog meer mensen aanspreken om een stapje binnen de muren van het forum te plaatsen. Daarnaast werd het Cultureel Centrum ‟t Forum omgedoopt tot een Gemeenschapscentrum met een eigen programma vzw. Vanaf 1 januari 2005 wordt het gemeenschapscentrum begeleidt door een programmacommissie en wordt het geleidt vanuit een gemeentelijk beheer. In 2007 wordt de programmacommissie hersamengesteld. 30
7.3.2 HET FORUM
Ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid heeft de Stad Wervik een cultuurbeleidcoördinator aangeworven met een duidelijk en specifiek functieprofiel. De cultuurbeleidcoördinator heeft een coördinerende rol ten opzichte van de andere diensten van de cel vrije tijd. Daarom werd de cultuurbeleidcoördinator een niveau A toebedeeld en de diverse diensthoofden een niveau B. Daarnaast neemt hij de
30
Archief Cultuurdienst Wervik
39
40 verantwoordelijkheid over de dienst cultuur en het gemeenschapscentrum ‟t Forum en De Gaper. Voor dit laatste kan hij rekenen op een administratieve medewerker, die zelf ook over een grote bewegingsvrijheid beschikt. Bij een keuze voor de opbouw van een Cel Vrije Tijd wordt er terdege rekening gehouden met de lokale situatie en de plaatselijke noden. In het verleden bleek dat veel culturele activiteiten in Wervik ongestructureerd en naast elkaar verliepen en dit nochtans met ondersteuning van een of meerdere diensten van de Cel Vrije Tijd. In het nieuwe cultuurdecreet wordt immers sterk gehamerd op een integraal cultuurbeleid waarbij de deelaspecten van cultuur beter op elkaar worden afgestemd. Zo worden de beleidsplanningen beter gevalideerd en dit ten goede van de kwaliteit van het gemeentelijke cultuurbeleid. De nadruk blijft erop liggen dat iedere dienst binnen de Cel Vrije Tijd zijn verantwoordelijkheid voor zijn beleidsdomeinen blijft opnemen en da de diensthoofden alles specifieke beleidsopties en beslissingen zelf blijven opvolgen en uitvoeren. De diverse diensthoofden beschikken immers over de nodige kennis en ervaring op hun domein. Als diensthoofd Cultuur stimuleert de cultuurbeleidcoördinator van een kleine stad als Wervik het plaatselijke verenigingsleven en heeft hij het op deze manier misschien net iets makkelijker om de socio-culturele verenigingen te betrekken in het lokale cultuurbeleid. Dit directe contact is essentieel voor onze stad, die immers geconfronteerd wordt met een bloeiend socio-cultureel verenigingsleven. Ook hier speelt het coördinerende aspect opnieuw een heel belangrijke rol.31
7.3.3 ORGANOGRAM32
31 32
Cultuurbeleidsplan 2004-2007, P.: 32 Cultuurbeleidsplan 2004-2007, P.: 31
40
41
41
42 7.3.4 HET BEHEER Het Gemeenschapscentrum ‟t Forum beschikt over de drie belangrijke pijlers:
cultuurparticipatie; cultuurspreiding; gemeenschapsvorming, -opbouw, -versterking.
Tot voor kort was het Forum een gemeenschapscentrum beheerd door een vzw sinds 1 januari 2005 werd het omgevormd tot een gemeenschapscentrum begeleid door een programmacommissie. Het gemeenschapscentrum wordt geleid vanuit een gemeentelijk beheer.
7.3.5 DE SPECIFIEKE WERKING BINNEN EEN KLEINE STAD ALS WERVIK GEBEURT DOOR
A De Gemeentelijke programmacommissie De taak van de programmacommissie bestaat er uit om programma‟s op te stellen, goed te keuren en om de financiële zijde van de zaak op te volgen
De programmacommissie is samengesteld uit: Vrijwilligers uit diverse adviesraden (cultuurraad, jeugdraad); Gemeenteraadsleden.
B Cultuurbeleidscoordinator
De cultuurbeleidcoördinator van de stad Wervik is Steven Masil. Naast cultuurbeleidcoördinator is hij ook nog coördinator van de cel vrije tijd en diensthoofd cultuur
42
43 Zijn functie-inhoud omvat:
Leidt, onder gezag van de secretaris, de subafdeling cultuur van de afdeling vrije tijd ; Is verantwoordelijk voor de strategische beleidsplanning betreffende cultuur evenals voor de werking van de culturele dienst en het cultureel centrum; Staat in voor de redactie van het cultuurbeleidsplan, de jaarlijkse actieplannen en de werkingsverslagen; Initieert en stimuleert de samenhang tussen de verschillende actoren zoals het gemeenschapscentrum, de bibliotheek, de bevolking, het verenigingsleven, de private culturele actoren; Bevordert de participatie en de inspraak, verhoogt de betrokkenheid van de culturele adviesorganen en de bevolking; Is verantwoordelijk voor de goede werking en de contacten met de gemeentelijke adviesorganen op vlak van cultuur, evenals met de programmatie-commissie; Coördineert de acties binnen de afdeling vrije tijd waar diverse subafdelingen bij zijn betrokken; Ontwikkelt een teamwerking met de diensthoofden van de verschillende subafdelingen van de afdeling vrije tijd; Bewaakt de afstemming van de verschillende beleidsplannen met het cultuurbeleidsplan; Vertegenwoordigt de afdeling vrije tijd in het managementteam; Coördineert en implementeert, samen met de systeemverantwoordelijke, een informaticasysteem, dienstig voor de afdeling Vrije tijd in het kader van materialen en zalenreservatie en in het kader van de creatie van een interne en externe evenementenkalender; Betrekt de dienst toerisme bij elke culturele actie die gemeenteoverschrijdend is; Houdt de functionering- en evaluatiegesprekken van de personeelsleden binnen de afdeling Vrije tijd; Coördineert de naar het publiek toe georganiseerde openluchtactiviteiten.33 C Administratieve medewerkers
33
Archief cultuurdienst
43
44 Binnen het forum zijn er enkele medewerkers aanwezig die instaan voor de werking van de culturele dienst.
Dirk Billiau:
is administratief medewerker binnen de cel vrije tijd en staat voornamelijk in voor de zomeractiviteiten
Paul De Raeymaecker:
administratief medewerker cultuur en programmator voor het gemeenschapscentrum ‟t forum
Hun functie-inhoud omvat:
Staat in voor het dagelijkse beheer van het cultureel centrum onder leiding van de cultuurbeleidcoördinator; Is verantwoordelijk voor de programmatie van het cultureel centrum en de relatie met de beheersorganen van het cultureel centrum; onder leiding van de cultuurbeleidcoördinator; Medeverantwoordelijk voor de goede werking van de subafdeling cultuur; Oefent activiteiten uit in verband met de culturele programmatie en tentoonstellingen ; Oefent administratieve taken uit die betrekking hebben op cultuur; Rapporteert aan de cultuurbeleidcoördinator; Helpt mee bij de animatie, coördinatie en organisatie van projecten en activiteiten met betrekking tot kunst ; Vervangt en /of ondersteunt desgevallend de overige medewerkers binnen de afdeling vrije tijd, dit volgens de richtlijnen en de cultuurbeleidcoördinator. 34
D Arbeider
34
Archief cultuurdienst
44
45 Etienne Alleman
staat in voor het technisch onderhoud van het gemeenschapscentrum. Hij biedt technische ondersteuning aan eigen en receptieve activiteiten. Ook staat hij bij in hulp bieden aan het algemeen Onderhoud.
E Werkvrouw algemene gebouwen
Dumoulein Ria
Staat in voor het dagelijks onderhoud van het gemeenschapscentrum.
35
7.3.6 FINANCIEEL:
De Stad Wervik beschikt over een goedgekeurd cultuurbeleidsplan voor 2004-2007. Er worden subsidies verkregen voor:
A Cultuurbeleidcoördinator:
Voor de opmaak van het cultuurbeleidsplan, de werking en het loon van de cultuurbeleidcoördinator wordt een subsidie voorzien van 62 000 euro.
B Werking van het gemeenschapscentrum:
Na goedkeuring van het cultuurbeleidsplan: programmacommissie
ongeveer 20 000 euro projectsubsidie; ongeveer 20 000 euro ( = bedrag dat de stad verplicht tegenover de projectsubsidie dient te plaatsen);
35
Cultuurbeleidscoordinator
45
46 De opbrengst van ticket/abonnementen en drankverkoop die normaliter gemaakt wordt per jaar (ongeveer 25 000 euro). De ontvangsten in de loop van het jaar worden gestort in de stadskas. 36
C één euro per inwoner subsidie voor bijzonder en vernieuwende
Wervik beschikt over een subsidie van in totaal 17 500 euro. Waarvan 10 000 euro gespendeerd wordt aan de ondersteuning van vernieuwende en bijzondere projecten van de socio-culturele verenigingen37. Daarnaast werd er een geautomatiseerd reservatiesysteem en de opbouw van een nieuwe website voorzien waarvoor 5 000 euro werd gebruikt van de 1 euro subsidie. Voor onder meer de promotie rond de socio-culturele initiatieven wordt 2 500 euro voorzien. 38
36
zie bijlage zie 5.2.4. projectsubsidie 38 zie bijlage 37
46
47 8 IN DE PRAKTIJK
8.1 ALGEMEEN
In het vorige gedeelte probeerde ik heel kort weer te geven hoe de historiek van de culturele centra en gemeenschapscentra in Vlaanderen eruit ziet. Hiernaast werd er ook een blik gegeven op het decreet lokaal cultuurbeleid en werden enkele definities van een vereniging meegegeven. Als slot bekeken we Wervik en het gemeenschapscentrum ‟t Forum. In dit volgende praktijkgericht gedeelte wil ik dieper ingaan op de vraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend voor het verenigingsleven in Wervik?”
Om een antwoord op deze vraag te bekomen zal ik wat nader ingaan op wat reeds voorzien is voor de verenigingen.
Na deze omschrijving kijken we hoe de gemeente Bierbeek met een kleiner inwonersaantal omgaat met haar verenigingen.
In mijn speurtocht naar hoe het gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend kan werken heb ik ook tijd gemaakt om enkele verenigingsleden te interviewen. Zij spreken namens hun vereniging over hun werking en hoe zij staan tegenover het gemeenschapscentrum. Dit alles zal gepaard gaan met eigen bedenkingen, visie, ondervindingen… om dan als slot een antwoord te bekomen op de hoofdvraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?”
47
48 9 WERVIK EN HAAR SOCIO-CULTURELE VERENIGINGEN
9.1 ALGEMEEN
Voorlopig zijn in de inventaris van de socio-culturele verenigingen van de Stad Wervik 101 verenigingen opgenomen. De verenigingen werden opgedeeld in categorieën daarvan deden 26 verenigingen aan amateuristische kunstbeoefening, 24 aan cultuur, 12 bevonden zich onder de categorie feest, bij jeugd kunnen we 9 verenigingen terugvinden, 5 bij lokaal erfgoed, 5 natuurverenigingen, 12 seniorenverenigingen en 8 in de categorie welzijn.
De socio-culturele verenigingen zijn de motor van het Wervikse cultuurleven en zijn heel belangrijk voor de gemeenschapsvorming van de bevolking. De verenigingen brengen jaarlijks duizenden mensen samen. Het is dan ook belangrijk dat er bij de gemeente naar deze mensen wordt geluisterd. Honderden vrijwilligers zorgen er dagelijks voor dat de inwoners op een betaalbare en ontspannen manier cultuur kunnen beleven. Deze verenigingen en vrijwilligers moeten met respect en eerbied op een gelijke en eerlijke manier behandeld worden. De stad moet een kader aanbieden waarin de verenigingen en vrijwilligers hun activiteiten kunnen organiseren. Daarnaast heeft de stad, samen met de raden voor cultuurbeleid, de taak de vrijwilligers en verenigingen blijvend te stimuleren.
De verenigingen hebben een inspraak-, overleg- en adviesorgaan: de culturele raad. De culturele raad organiseert vergaderingen en activiteiten rond het socio-culturele gebeuren in Wervik. De raad neemt het initiatief voor de organisatie van Vlaanderen Feest, het cultureel rendez-vous en de medewerkers van de dienst cultuur werken de activiteit uit. 39
9.2 VOORZIENINGEN VOOR DE VERENIGINGEN
39
Inventarisatie van de socio-culturele verenigingen van de Stad Wervik 2006-2007, Stad Wervik, 2006 Cultuurbeleidsplan 2004-2007, Stad Wervik, P.:54
48
49 9.2.1 DE PROJECTSUBSIDIE
Een project dat plaatsvindt op het grondgebied van de Stad Wervik kan een projectsubsidie aanvragen als ze uitgaat van een erkende socio-culturele verenigingen die aangesloten is bij de Culturele Raad van Wervik bij wijze van engagementsverklaring en de algemene vergaderingen bijwoont. Commerciële verenigingen, politieke partijen, vakbonden, mutualiteiten en beroepsverenigingen kunnen dit niet.
9.2.1.1 VOORWAARDEN VOOR TOEKENNING
Projectsubsidies kunnen worden toegekend als:
Subsidie ter stimulering van drempelverlaging rond cultuur en integratie; Projectsubsidie voor de creatie van bijzondere en vernieuwend socio-cultureel werk met de nadruk op risicovolle en ambitieuze projecten; Subsidie ter stimulering rond socio-culturele educatieve initiatieven; Projectsubsidies voor interdisciplinaire en „intra‟ gemeentelijke samenwerking.
Alle projecten moeten daarnaast voldoen aan het principe dat ze
Een bijzonder en vernieuwend karakter hebben; Rekening houden met de cultuurpactwetgeving en niet dienen tot ledenwerving; De eigen gewone werking overstijgen.
49
50 9.2.1.2 AANVRAAG
De aanvraag voor de projectsubsidie gebeurt in twee reeksen. In ieder geval moet de aanvraag gebeuren vooraleer het project plaatsheeft. Een aanvraagformulier kan men verkrijgen bij de dienst cultuur of de dienst feestelijkheden. Dit formulier moet volgende gegevens bevatten:
De naam van de initiatiefnemer; De beschrijving van het project; De praktische gegevens; Een begroting van alle inkomsten en uitgaven; Bank- of postrekeningnummer.
9.2.1.3 BEOORDELING
Een gemeentelijke werkgroep beoordeelt de ingediende aanvragen op volledigheid en inhoudelijke waarde. De werkgroep40 adviseert het college van Burgemeester en Schepenen binnen een maand over het al dan niet toekennen van een subsidie en het toe te kennen bedrag.
9.2.1.4 BESLISSING
Het College van Burgemeester en Schepenen beslist over het al dan niet toekennen van een toelage en bepaalt het bedrag, na advies van de stedelijke werkgroep. Indien het College van Burgemeester en Schepenen van het advies van de stedelijke werkgroep afwijkt, motiveert het College van Burgemeester en Schepenen zijn beslissing.
9.2.1.5 TOEKENNING 40
De werkgroep bestaat uit: de cultuurbeleidcoördinator, twee leden voorgedragen uit het bestuur van de culturele raad en twee onafhankelijke deskundigen
50
51
De toegekende som bedraagt maximaal 1 000 euro per project. Bij een samenwerkingsverband bedraagt de toegekende som maximaal 1 350 euro. De toegekende som is steeds afhankelijk van het aantal aanvragen.
De subsidie wordt uitbetaald in twee delen:
50% na goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen; 50% na voorlegging van een financieel verslag, facturen en promotionele bewijsstukken.
Het voorschot is, na goedkeuring van het dossier, gegarandeerd voor de vereniging. De uitkering van de laatste 50% is afhankelijk van de eindafrekening. Indien blijkt uit de eindafrekening dat de winst van de vereniging in het kader van de bijzondere en vernieuwende activiteit boven de 250 euro bedraagt, dan zal de laatste 50% niet uitgekeerd worden. Bij de eindafrekening wordt natuurlijk rekening gehouden met het al gestorte voorschot van 50% met andere woorden dit bedrag moet terug te vinden zijn in de eindafrekening. Als blijkt dat de vereniging foutieve of onjuiste mededelingen over de financiële gegevens heeft doorgegeven dan zal dit de hele of gedeeltelijke terugvordering of schrapping van de subsidie tot gevolg hebben. Daarnaast zal ze voor minstens 1 jaar geschrapt worden voor iedere toelage van de stad.
9.2.1.6 VERBINTENIS
De initiatiefnemer verbindt er zich toe:
De projectsubsidie aan te wenden voor de realisatie van het project Elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het College van Burgemeester en Schepenen toe te laten de aanwending van de toegekende toelage ter plaatse te gaan controleren Elke wijziging na indiening van subsidieaanvraag door te geven
51
52 Het logo van de Stad Wervik en/of vermelding “met ondersteuning van de Stad Wervik” in alle pers, promotie en drukwerken op te nemen. Hiervan moet de bewijsstukken meegeleverd worden bij de eindafrekening van de projectsubsidie
9.2.1.7 VERBODSBEPALINGEN Projectsubsidies zijn niet cumuleerbaar met andere stedelijke projectsubsidies41 met andere woorden de erkende vereniging kan niet meer gehonoreerd worden via enig ander stedelijk subsidiereglement.
Alle voorgaande voorwaarden zijn bindend en aan controle van de Stad Wervik onderworpen. Bij niet-naleving van deze voorwaarden kan het College van Burgemeester en Schepenen overgaan tot de hele of gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidie evenals de erkenning en toekenning van nieuwe subsidies opschorten. Bij een tweede niet-naleving wordt de vereniging geschrapt voor toekomstige subsidiering.
Foutieve of onjuiste mededeling van de gegevens in de aanvraag tot subsidie hebben de hele of gedeeltelijke terugvordering of schrapping van de subsidie tot gevolg.
Indien middelen van de projectsubsidie tegen een bepaalde datum niet gespendeerd worden, dan neemt de Stad Wervik zich voor om de vrijstaande budgetten te gebruiken voor gelijkaardige42 doelen ten behoeve van de bevolking en de socioculturele verenigingen.
Over alle in dit reglement niet voorziene gevallen beslist het College van Burgemeester en Schepenen.
Naar aanleiding van de goedkeuring van het Cultuurbeleidsplan van de Stad Wervik door de toenmalige minister van Cultuur kan de stad vanaf 2005 rekenen op een 41 42
via bijvoorbeeld de jeugddienst, de sportdienst… Zoals integratie, educatie…
52
53 projectsubsidie waar ze vrij43mag over beschikken. De Stad Wervik heeft ervoor gekozen om dit bedrag integraal te investeren in het lokale socio-culturele verenigingsleven.44
9.3 CULTUURRAAD
9.3.1 ALGEMEEN
Wat de cultuurraad precies omvat kon je lezen in puntje 4.5 de gemeentelijke cultuurraad. Iedere stad bepaalt echter zelf de voorwaarden voor de werking van deze cultuurraad. Hierover vind je in puntje 9.3.3 werking meer uitleg.
9.3.2 LEDEN
De cultuurraad van Wervik telt 43 leden die zich engageren om twee maal per jaar de algemene vergadering van de cultuurraad bij te wonen. De cultuurraad zelf telt 12 leden die minstens éénmaal per maand samenkomen.
9.3.3 WERKING
De cultuurraad beschikt over één opdracht. Ze moet advies verlenen aan het gemeentebestuur over culturele materies. Verdere reglementen staan omschreven in de statuten van de stedelijke culturele raad Wervik. 45
43
Enkel in het kader van bijzondere en vernieuwende projecten Cultuur Lokaal en Stad Wervik, Stad Wervik 2006 Help ik organiseer, Politeia en Cultuur Lokaal, 2006, P.:153-156 45 Zie bijlage 44
53
54 9.4 IN.WERVIK.BE
http://in.wervik.be is een gratis website van de stad Wervik die recent werd opgesteld met als bedoeling de verenigingen en iedereen die actief is in Wervik een plekje te bieden om zich voor te stellen, activiteiten aan te kondigen, nieuwsberichten te verkondigen, fotoalbum op te stellen… De verenigingen kunnen hier gratis gebruik van maken en kregen ook een gratis opleiding voor het gebruik van deze website.
9.5 STADSKRANT
De stadskrant waarheen biedt verenigingen de mogelijkheid om gratis publiciteit te maken voor hun activiteiten. Iedere maand verschijnt de stadskrant en wordt ze huis aan huis geleverd. Dit is een volledig kosteloze manier van reclame maken voor de verenigingen.
9.6 INFRASTRUCTUUR
De verenigingen kunnen ook gebruik maken van de infrastructuur die de stad aanbiedt zo is er:
9.6.1 CULTURELE INFRASTRUCTUUR:
Gemeenschapscentrum Forum, Speiestraat 16, 8940 Wervik Bibliotheek Wervik, Duivenstraat 70, 8940 Wervik Gemeenschapscentrum De Gaper, Sint-Denijsplaats 11, 8940 Geluwe Cultuur- en sportcentrum Ter Linde, Tuinwijk 2, 8940 Geluwe Nationaal Tabaksmuseum, Koestraat 63, 8940 Wervik
54
55 9.6.2 JEUGDINFRASTRUCTUUR:
Stadshal Oosthove, Speiestraat 32, 8940 Wervik Jeugdontmoetingscentrum De Jamulle, Speiestraat 34, 8940 Wervik
9.6.3 SPORTINFRASTRUCTUUR:
De Pionier, Gosserieslaan 6, 8940 Wervik Ter Linde, Tuinwijk 2, 8940 Geluwe Zwembad Ter Leie, Speiestraat 32, 8940 Wervik
Voor het gebruik van de infrastructuur zijn er voorwaarden opgesteld. De reglementen kan men verkrijgen bij de reservatiedienst van de Stad Wervik.
9.6.4 UITLEENMATERIAAL
De gemeente beschikt over een gemeentelijke uitleendienst. Reglementen voor de uitleendienst kan men verkrijgen bij de dienst feestelijkheden, dat gevestigd is in het Stadhuis op het Sint-Maartensplein.
9.6.5 RAAD EN ADVIES
Verenigingen werken voor een groot deel met vrijwilligers. Momenteel werken de Stad Wervik en het OCMW van Wervik aan een centraal meldingspunt voor vrijwilligers. Je kunt nu, als vrijwilliger of als vereniging, altijd terecht bij de cel vrije tijd voor de nodige raad en advies.
55
56
9.6.6 INVENTARISATIEBROCHURE VAN DE VERENIGINGEN
Alle verenigingen kregen en krijgen nog steeds de tijd om zich kenbaar te maken. Alle verenigingen die hun contactgegevens meedelen aan de cultuurdienst wordt opgenomen in een inventarisatiebrochure waar alle verenigingen worden in onder gebracht.
9.6.7 EN NOG MEER
Naast deze voorzieningen zijn er nog andere voorzieningen voor de verenigingen waar ik niet dieper op inga. Voor een uitgebreider overzicht verwijs ik graag naar de website: www.wervik.be en de cultuurdienst van de stad Wervik.
56
57
10 EXTERN BEKEKEN
In puntje 9.2. voorzieningen voor de verenigingen kon je lezen wat er zoal in Wervik wordt voorzien voor de verenigingen. Om een extern zicht te krijgen van hoe dit op andere plaatsen gebeurt, bracht ik een bezoek aan het cultuurcentrum De Borre in Bierbeek. Davy De Laeter, Cultuurbeleidcoördinator van het cultuurcentrum, stond mij te woord. Aan de hand van enkele vragen probeerde ik een beeld te vormen van hoe in Bierbeek met de verenigingen gewerkt wordt. Maar eerst een kort woordje over de stad Bierbeek en zijn cultuurcentrum.
10.1 DE STAD Bierbeek is een stad met 9170 inwoners met een oppervlakte van 39,73 km2.
Het is een landelijke gemeente ten zuidoosten van Leuven, aan de rand van het Hageland, het Dijleland, Brabants Haspengouw en het Meerdaalwoud.
Bierbeek ontstond in 1977 als fusie van de dorpen Bierbeek, Korbeek-Lo, Lovenjoel en Opvelp. De 4 kerndorpen ontwikkelden zich verder, zonder dat de landelijke eigenheid van de streek in het gedrang kwam.
Bierbeek bruist van het leven: het vrijetijdscentrum de borre biedt voor elk wat wils. Daarnaast heeft Bierbeek heel wat toeristische, sportieve en culinaire troeven.
57
58
10.2 HET CULTUURCENTRUM Bierbeek beschikt over een Cultuurcentrum: De Borre, dat erkend werd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in de categorie C. De Borre is lid van Vlabra‟ccent/applaus, Cultuur Lokaal en de Vereniging Vlaamse Cultuur- en Gemeenschapscentra. Het Cultuurcentrum is open van maandag tot vrijdag van 8 tot 17 uur. Dinsdag tot 20 uur en de zaterdagvoormiddag kan men er terecht van 9 tot 12 uur 30. Je kunt er terecht voor voorstellingen, cursussen, tentoonstellingen, zaalverhuur, informatie, ondersteuning, begeleiding… Het cultuurcentrum beschikt over 21 personeelsleden waaronder een cultuurbeleidcoördinator, een cultuurfunctionaris-directeur, twee cultuurfunctionarissen… 46
10.3 HET VERENIGINGSLEVEN IN BIERBEEK Tijdens de ontmoeting werd kort de uitgave “Help! Ik organiseer” doorgenomen. De cultuurbeleidcoördinator Davy De Laeter is één van de redactieleden van deze uitgave. Na het overlopen van deze uitgave werden enkele vragen overlopen zoals: 1. Hoeveel verenigingen telt de stad?
2. Hoeveel leden zijn er?
3. Merk je door de tijd een stijging of daling van het aantal leden/verenigingen?
46
http://www.bierbeek.be, 20 maart 2007
58
59 4. Wat wordt er voorzien voor deze verenigingen?
5. Hoe worden ze betrokken bij het gemeenschapscentrum?
6. Hoe kan het gemeenschapscentrum bevorderend werken voor de participatie aan het verenigingsleven?
7. Zijn de middelen die worden aangereikt aan verenigingen vanuit een gemeenschapscentrum voldoende?
8. Worden er vanuit de overheid voldoende middelen aangereikt die een gemeenschapscentrum kan aanwenden voor het verenigingsleven te optimaliseren/ondersteunen/…?
9. Hoe is de relatie tussen het gemeenschapscentrum en de verenigingen?
10. Kunnen ze partners worden of concurreren ze met elkaar?
Enkele belangrijke punten die aangehaald werden m.b.t. het cultuurcentrum en de verenigingen op basis van deze vragen: 1.
De stad telt 120 à 130 verenigingen waar men weet van heeft.
2. Het ledenaantal van de socio-culturele verenigingen telt 4436 leden.
3. Er wordt meer en meer geshopt. Men verplaatst zich van vereniging. Mensen gaan niet noodzakelijk op zoek naar een vereniging voor het leven. In Bierbeek ervaart men een lichte daling van de amateur-kunsten. Daarnaast merkt men op dat actieve verenigingen over meer leden beschikken en ook leukere en gevarieerdere activiteiten organiseren.
4. Verenigingen krijgen materiele ondersteuning via het gemeentebestuur, technische dienst…
59
60
Voor de Bierbeekse verenigingen worden er gratis vergaderzalen ter beschikking gesteld.
SABAM en billijke vergoedingen worden voor hen betaald.
De verengingen kunnen gratis infoportieken aanvragen en reserveren.
Iedere maand verschijnt er een cultuurkrant waar alle verenigingen artikeltjes kunnen in publiceren op voorwaarde dat het enkel zaken zijn dat belang hebben op vlak van cultuur die in Bierbeek wordt georganiseerd.
Zowel in het cultuurcentrum als in de bibliotheek bevindt er zich een verenigingsrekje. Het verenigingsrekje bevat allerhande informatie die een vereniging kan gebruiken met betrekking tot zijn eigen vereniging voorbeeld: vrijwilligerswetgeving, vergadertechnieken…
Verenigingen kunnen aanvraag doen voor projectsubsidies, werkingssubsidies en jubileumsubsidies.
5. Er worden projecten uitgevoerd met het cultuurcentrum en het verenigingsleven. Zo is het mogelijk om dingen tot stand te laten komen die anders niet mogelijk waren voor geen van beiden. Het cultureel centrum steunt deze initiatieven die voor samenwerking zorgen. Een voorbeeld hiervan: Bierbeek gaat zich de komende jaren specifiek op erfgoed richten. De verenigingen worden aangesproken over deze plannen. Het resultaat is dat 10% van de socio-culturele verenigingen iets zullen organiseren ivm erfgoed. Voor deze organisatie kunnen ze rekenen op extra begeleiding vanuit het cultuurcentrum.
De verenigingen kunnen in samenspraak met het cultureel centrum hun inzeg doen in de programmatie. In Bierbeek is het mogelijk voor verenigingen om twee avonden na elkaar een zelfde programmatie te plaatsen. Van deze twee avonden wordt de eerste avond betaald door de verenigingen en de tweede door het cultuurcentrum. 60
61
Om de twee jaar vindt er een verenigingsmarkt plaats in het cultuurcentrum tijdens de seizoensopening. De verenigingen krijgen elk een stand aangeboden waar ze hun vereniging kunnen voorstellen. Ook is het mogelijk om iets op het podium aan te bieden.
6. Het cultuurcentrum optimaliseert het verenigingsleven door: de cultuurdatabank te optimaliseren het inventarisatieboekje met verenigingen te actualiseren door tekstjes van de verenigingen toe te voegen en logistieke ondersteuning aan te geven die verenigingen kunnen gebruiken de verenigingen te laten deelnemen aan de programmatie van het cultuurcentrum samenwerkingsverbanden met het cultuurcentrum projectsubsidies, werkingssubsidies en jubileumsubsidies aan te reiken ondersteuning en begeleiding te bieden … 7. Er worden heel wat middelen aangereikt vanuit het cultuurcentrum maar toch is het mogelijk om nog meer te doen. Er wordt heel wat samengekomen met de verenigingen om de relaties te onderhouden en om hen aan het woord te laten. Op deze manier kan men inspelen op de behoeften.
8. Alles kan beter.
9. Er is een gezonde sfeer tussen het cultuurcentrum en het verenigingsleven. Het cultuurcentrum probeert zo goed mogelijk de verenigingen met al zijn vragen en behoeften op te vangen.
61
62 10. Vanuit het cultuurcentrum kwam het antwoord dat van langs hun kant ze niet de bedoeling hebben om te concurreren maar dat het van de kant van de verenigingen soms wel zo kan overkomen. Het cultuurcentrum wil vooral de samenwerking tussen beiden aanmoedigen. Want zowel voor het cultuurcentrum als voor de verenigingen brengt dit heel wat voordelen mee. Een voorbeeld hiervan: wanneer er wordt samengewerkt betekent dit dat men extra personen aantrekt die men anders niet zou bereiken. Er komen ook heel wat vrijwilligers meehelpen. De verenigingen met hun vrijwilligers die helpen krijgen van het cultuurcentrum een voordeeltarief. Daarnaast is het zo dat wanneer je de verenigingen betrekt bij samenwerkingsverbanden je over een deel van het doelpubliek beschikt dat zich aangesproken voelt plus de promotie naar het evenement/actie/voorstelling/… is groter.
10.4 BEDENKINGEN Wanneer ik de werking van het cultuurcentrum de Borre in Bierbeek wil vergelijken met deze van het Forum in Wervik dan kan ik stellen dat Bierbeek op zijn minst een voorbeeldfunctie kan vervullen. Wat een stad als Bierbeek met 9170 inwoners kan verwezenlijken is in een stad als Wervik met bijna 18 000 inwoners momenteel niet mogelijk. Het zou onrealistisch zijn om te stellen dat wat in Bierbeek aanwezig is ook aanwezig kan zijn in Wervik. Te veel factoren (gemeentebeleid, financiële haalbaarheid, locatie…) zijn hier de oorzaak voor. Het belangrijkste wat ik uit dit bezoek heb meegenomen is het zicht op één van de mogelijkheden hoe een verenigingsleven zou kunnen uitgebouwd worden. Daarnaast gaf het mij ook achtergrond om bij de verenigingen in Wervik na te gaan of er ook nood is aan zo‟n werking.
62
63 11 WERVIK EN HAAR INWONERS
11.1 ALGEMEEN
Hoe kijken de inwoners van Wervik naar het gemeenschapscentrum, de verenigingen, de stad…? Wat is er reeds onderzocht over het verenigingsleven, het gemeenschapscentrum ‟t Forum, de culturele achtergrond?
63
64 11.2 FINAAL RAPPORT OVER WERVIK EN GELUWE
Yield Solutions bracht op 6 december 2004 een finaal rapport over Wervik en Geluwe. De bruikbare gegevens zijn naargelang de stad vervat in een positieve en negatieve kolom.
Wervik-Geluwe Positief
Negatief
Sterk verenigingsleven (jeugd, landelijk,
Gebrek aan wil tot samenwerken tussen
cultuur)
verschillende verenigingen
Sterk cultuurbeleid
Praktisch onmogelijk om Wervik/Geluwe als 1 geheel te positioneren
Goed ontwikkelde cel vrije tijd
Concurrentiële steden/gemeenten op vlak van cultuur: Kortrijk, Menen, Roeselare
Stijgende professionele druk naar
Stadsbestuur heeft goede ideeën maar
recreatie toe (dalende inzet voor
de uitwerking ervan laat echter lang op
verenigingen en activiteiten
zich wachten Moeilijke samenwerking op alle vlakken tussen Wervik en Geluwe Niet altijd duidelijk „wie‟ binnen de administratie verantwoordelijk is voor „wat‟ Soms late verwittiging/informering van inwoners
Wervik
64
65 Positief
Negatief Grote nood aan ondersteuning en stimulans vanuit de Stad voor het verenigingsleven Mentaliteit: weinig ondernemend, gelaten en conservatieve houding, negatieve ingesteldheid Verfransing: moeilijk om bevredigend aanbod te leveren op gebied van cultuur
Geluwe Positief Voldoende schaalgrootte om op alle
Negatief Weinig ontmoetingsplaatsen
domeinen soicaal-culturele zaken aan te bieden Veel initiatief van inwoners zelf, zonder
Nieuwe inwoners van Geluwe hebben
al te veel ondersteuning, zelfstandig
het veel moeilijker om het
verenigingsleven
verenigingsleven van Geluwe reeds te aanschouwen als een echte troef tegenover de andere inwoners
Volledig aanbod in kleine gemeente (cultuur, sport, containerpark, bibliotheek, cafés…) Groot samenhorigheidsgevoel De grootste troef van Geluwe is dat het een goede gemeente is om te wonen met een sterk verenigingsleven 47
47
Yield Solutions, Finaal rapport Wervik en Geluwe, 6 december 2004
65
66 Belangrijke punten: Geluwe bezit een sterk verenigingsleven; In Geluwe is er veel initiatief van inwoners zelf, zonder al te veel ondersteuning, zelfstandig verenigingsleven; In Wervik is er een grote nood aan ondersteuning en stimulans vanuit de Stad voor het verenigingsleven; In zowel Wervik als Geluwe is er een gebrek aan wil tot samenwerken tussen verschillende verenigingen.
11.2.1 BEDENKINGEN
De concurrentie tussen Wervik en haar deelgemeente Geluwe is grotendeels ontstaan door de fusie van Geluwe met Wervik. De Geluwenaren staan meer open voor een onafhankelijk beleid. Ze wensen zelfstandig te werken. Zonder de bemoeienis van Wervik en haar stadsdiensten.
Heel wat verenigingen in Wervik en Geluwe voelen zich benadeeld tegenover elkaar. Als dit ook effectief het geval is blijft een open vraag.
Naar mijn mening zullen zowel Wervik en Geluwe een moeilijke weg vinden om met elkaar “bevriend” te geraken. Jammer genoeg is de huidige houding in het nadeel voor het verenigingsleven van beide gemeenten. Heel wat verenigingen wensen niet met elkaar samen te werken. Wanneer ze dit echter wel zouden doen zou dit een meerwaarde betekenen voor het verenigingsleven.
11.3 GEMEENTELIJK BEHOEFTENONDERZOEK BIJ OUDEREN
11.3.1 ALGEMEEN
Naast de analyse van Wervik-Geluwe werd er in 2004 een behoeftenonderzoek bij 421 ouderen uit drie verschillende leeftijdscategorieën (60-69 jaar; 70-79 jaar; 80+) gevoerd. Het behoefteonderzoek was een initiatief van WOAS (West-Vlaams 66
67 Overleg Adviesraden van Senioren). De wetenschappelijke leiding van het onderzoek lag in handen van Prof. Dr. D. Verté van de VUB (Vrije Universiteit Brussel). Dit alles in samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen en de Seniorenadviesraad Wervik.
Omdat ook de ouderen deel uitmaken van de doelgroep voor zowel het gemeenschapscentrum als het verenigingsleven kunnen volgende cijfers zeker interessant zijn.
11.3.2 DE CIJFERS
31,8% is niet tevreden over de gemeentelijke overheid;
57,5% vindt dat ouderen een aparte groep vormen in de maatschappij met eigen belangen;
72,9% heeft zelden tot nooit onvoldoende gezelligheids- en ontspanningsmogelijkheden in de wijk;
53,7% gaat nooit naar een toneel, film, sport of cultuurevenement;
99,5% gaat niet naar culturele evenementen omwille van geen interesse;
97,8% gaat niet naar culturele evenementen omwille van de afstand;
15,5% weet niet van het bestaan van ouderenverenigingen af;
34,3% weet niet dat ouderenverenigingen samenwerken binnen de seniorenadviesraad;
11,8% bezoekt nooit activiteiten van seniorenverenigingen;
67
68
26,1% bezoekt enkele keren per jaar activiteiten van seniorenverenigingen;
20,3% bezoekt elke maand activiteiten van seniorenverenigingen;
21,6% bezoekt een paar keer maand activiteiten van seniorenverenigingen;
8,5% bezoekt elke week activiteiten van seniorenverenigingen;
50,4% neemt nooit deel aan het bijwonen van toneel, film, concerten;
39,7% neemt altijd tot soms deel aan sportactiviteiten;
60,2% is geen lid van een vereniging voor senioren;
41,1% verwacht de komende jaren geen lid te worden van een seniorenvereniging;
57,2% is nooit lid geweest van een vereniging voor gepensioneerden;
34,2% is lid van een vereniging voor gepensioneerden;
80% vindt het belangrijk om lid te worden van een vereniging voor ouderen voor de gezelligheid;
85,9% vindt het belangrijk om lid te worden van een vereniging voor ouderen om mensen te ontmoeten;
51,2% vindt het belangrijk om lid te worden van een vereniging voor ouderen om het idee/doel te steunen;
54,7% vindt het belangrijk om lid te worden van een vereniging voor ouderen omdat het gevraagd werd;
68
69
40,9% vindt het belangrijk om lid te worden voor de hulp en ondersteuning;
23,5% vindt het niet belangrijk om lid te worden voor de hulp en ondersteuning;
52,9% vindt het belangrijk om lid te worden om zelf iets voor ouderen te kunnen doen;
36,3% vindt het belangrijk om lid te worden om de belangen te behartigen;
38,1% vindt het belangrijk om lid te worden vanwege de partner;
50,4% vindt het belangrijk om lid te worden door het bereiken van de geschikte leeftijd.
48
11.3.3 BEDENKING
Deze cijfers geven aan dat ouderen om diverse redenen lid worden van een vereniging. Wanneer we deze cijfers wensen te interpreteren moeten we er rekening meehouden dat ouderen een heel ander idee hebben waarom je lid moet worden van een vereniging. Zij stammen namelijk nog altijd voort uit de generatie waar de verzuiling parten speelde.
12 DE VERENIGINGEN IN WERVIK
12.1 ALGEMEEN
12.2 DE ONDERVRAGING
48
Gemeentelijk behoeftenonderzoek ouderen Stad Wervik, 2004
69
70 Om een zicht te krijgen op hoe een gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend kan werken voor de verenigingen in Wervik en hoe de verenigingen het gemeenschapscentrum ‟t Forum aankijken knoopte ik een gesprek aan met enkele leden uit een vijftal verschillende categorieën van verenigingen. Deze verenigingen waren:
Feestcomiteit Boerenkermis Mote-Molenmeersen (categorie: feest); Tros Danskompanie (categorie: amateuristische kunstbeoefening); VTB-diaclub (categorie: amateuristische kunstbeoefening); Oogstfeestcomité (categorie: feest); Chiro JOW Wervik (categorie: jeugd); Viroviaum Romanum vzw (categorie: lokaal erfgoed).
Met deze verenigingen ging ik afzonderlijk aan tafel zitten en schotelde hen een aantal vragen voor.
De vragenlijst die ze kregen bestond uit de volgende vragen:
Hoeveel verenigingen telt Wervik?
Hoeveel leden tellen ze?
Wat is de gemiddelde leeftijd van de leden?
Hoe kwam men lid van de vereniging?
Hoeveel komt men samen?
Wat wordt er van de leden verwacht?
Hoe werft men nieuwe leden aan?
Hoeveel tijd stopt men in de vereniging?
70
71
Wat is hun doel?
Wie is hun doelgroep?
Wat is hun motivatie?
Welke activiteiten worden georganiseerd?
Bereikt men een groot publiek buiten de eigen leden bij activiteiten naar de gehele bevolking toe?
Met welke verenigingen wordt er onderling samengewerkt?
Waar is er het meeste nood aan? Infrastructuur, financiële middelen, begeleiding…
Hoe ziet men de stad Wervik in verhouding tot de verenigingen?
Welke verwachtingen heeft het verenigingsleven naar het gemeenschapscentrum/de cultuurdienst toe?
Hoe kan het gemeenschapscentrum/de cultuurdienst bevorderend werken voor de participatie aan het verenigingsleven?
Is er behoefte aan het stimuleren van het verenigingsleven door derden?
Willen verenigingen meer ondersteuning vanuit het gemeenschapscentrum/cultuurdienst?
Hoe zien zij deze ondersteuning?
Vanwaar komen de financiële middelen van de verenigingen?
71
72
Welk promotiemateriaal verspreiden de verenigingen?
Wat zijn de middelen om promotiemateriaal aan te maken en te verspreiden?
Kennen de verenigingen alle diensten/hulpmiddelen die er voor hen zijn voldoende?
Weet men wat een projectsubsidie is en hoe men deze kan verkrijgen?
Kent iedereen de vernieuwde wet op het vrijwilligerswerk?
Wordt er voldoende aandacht geschonken aan de verenigingen vanuit de cultuurdienst?
Is er binnen de stad Wervik voldoende variatie en aanwezigheid van bruikbaar uitleenmateriaal?
Erkennen de verenigingen de culturele raad als een inspraak, overleg- en adviesorgaan?
Op basis van deze vragen hoopte ik voor mezelf een beter inzicht te krijgen in de werking van de vereniging en in haar specifieke doelstellingen. En een antwoord te vinden op hoe een gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend zou kunnen werken voor de verengingen.
De vragen die hierboven vermeld staan werden aan de hand van een gesprek gesteld die elk een minimum van twee à vier uur in beslag nam.
Tijdens het gesprek noteerde ik kort wat de verenigingen mij vertelden. Na het gesprek voerde ik de gegevens in een bestand. Dit was nodig om geen informatie te
72
73 verliezen en bovendien achteraf de antwoorden te vergelijken met deze van de andere verenigingen. 49
12.3 POSITIEF VERSUS NEGATIEF
Wat kwam er als positief en negatief uit de bevraging?
12.3.1 POSITIEF
De verenigingen zijn positief over hun werking en hun leden
De nieuwe verenigingenwebsite in.wervik.be wordt warm onthaald
De stadskrant waarheen is een positief punt
Wanneer de kans zich zou aanbieden zijn heel wat verenigingen bereid om samen met de cultuurdienst/ gemeenschapscentrum activiteiten uit te werken
De verenigingen zijn tevreden over het publieksaantal dat ze bereiken
12.3.2 NEGATIEF
Het is voor de verenigingen zelf niet duidelijk hoeveel verenigingen actief zijn in Wervik;
Heel wat verenigingen weten niet wat een gemeenschapscentrum is. Men weet niet dat er zich in Wervik een gemeenschapscentrum actief is. Men kent wel de naam “Het Forum”;
49
Zie bijlage voor de belangrijkste antwoorden uit de bevragingen van de verenigingen
73
74 Veel verenigingen weten niet wat het gemeenschapscentrum kan betekenen voor het verenigingsleven. Ze zien het als een gebouw waar optredens worden gehouden niet als een plaats waar verenigingen over de vloer kunnen komen;
De Culturele Raad wordt over het algemeen niet gezien als een ideale vertegenwoordiging van de verenigingen;
Meermaals werd de opmerking gemaakt dat het uitleenmateriaal verouderd is;
Sommige verenigingen melden dat de stadsdiensten geen belangstelling tonen voor de verenigingen. Dat men enkel komt opdagen op grote evenementen om hun gezicht te tonen;
Meermaals werd er aangehaald dat de verenigingen het niet correct vinden dat ze moeten betalen voor het uitleenmateriaal, de infrastructuur, de vergaderlokalen betalen… terwijl dit volgens hen in andere gemeenten wel gratis wordt aangeboden;
De verenigingen halen aan dat wanneer er iets door de stad moet worden gedaan dit te lang blijft aanslepen. Het gaat veel vlugger als ze het zelf doen;
Heel wat verenigingen zijn bang om samen te werken met de stadsdiensten omdat deze laatste volgens hen een andere visie op het verenigingsleven hebben;
Heel wat verenigingen zijn niet vertrouwd met de term gemeenschapsvorming;
12.3.3 BEMERKING
74
75 Uit deze positieve en negatieve punten haalde ik twee punten die ik graag wat uitgebreider zou toelichten in de zoektocht naar een antwoord op de vraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend werken aan de participatie van het verenigingsleven van de stad Wervik?” Deze twee punten zijn de volgende:
Het gemeenschapscentrum en haar dienstverlening zijn niet bekend bij de verenigingen De verenigingen zijn niet vertrouwd met de gemeenschapsvormende functie
12.4
HET GEMEENSCHAPSCENTRUM EN HAAR DIENSTVERLENING ZIJN NIET BEKEND BIJ DE VERENIGINGEN
12.4.1 ALGEMEEN
Als ik de verenigingen die mij te woord stonden mag geloven dan klopt deze stelling zeker. Volgens de verenigingen is het vooral niet duidelijk wat het gemeenschapscentrum is.
Als ik bij mezelf na ga waarom dit zo is dan moet ik niet zo ver zoeken. Toen ik mijn stage begon op de cultuurdienst van Wervik dan was ik zelf nog altijd in de waan dat ik in een cultuurcentrum zat. Het cultuurcentrum werd pas in 2004 overgeschakeld naar een gemeenschapscentrum. Mensen hebben de tijd nodig om over deze aanpassing te horen. Echter moet er bij gezegd worden dat er misschien te weinig naar buiten is gekomen met de naamsverandering.
KLOPT HET? KENNEN DE MENSEN HET GEMEENSCHAPSCENTRUM NIET 75
76
Ik nam de proef op de som en ging willekeurig 14 mensen aanspreken op verschillende locaties van de stad. Aan elk van hen vroeg ik of ze mij de weg konden vertellen naar het gemeenschapscentrum.
Drie mensen wisten mij te vertellen waar het gemeenschapscentrum zich bevond. Van de overige elf konden er mij vijf mensen mij doorsturen naar het Forum.
Kennen mensen dan het gemeenschapscentrum niet? Als acht van de veertien mensen mij konden doorsturen naar het juiste adres dan kunnen we stellen dat toch een groot deel van de bewoners het gemeenschapscentrum kent. Jammer genoeg bleven er mij nog zes mensen het antwoord schuldig.
=> Dus dit klopt niet.
12.4.2.1 KENNEN DE VERENEGINGEN DE DIENSTEN VAN HET GEMEENSCHAPSCENTRUM NIET
Een groot deel van de verenigingen weet inderdaad niet waarvoor ze terechtkunnen bij het gemeenschapscentrum. Heel wat verenigingen zien het gemeenschapscentrum als plaats voor podiumgebeuren. Ze zien het gemeenschapscentrum zelden als een mogelijke partner of een ondersteuningspartner.
12.4.2.2 KLOPT DIT
Als ik na ga en zie wat het gemeenschapscentrum zoal het verenigingsleven aanbiedt ben ik geneigd om te zeggen dat het bijna onmogelijk is dat een vereniging nog nooit van het gemeenschapscentrum en haar diensten gehoord heeft. Tijdens mijn stageperiode alleen al verstuurde ik minstens drie brieven naar iedere socioculturele vereniging die geïnventariseerd staat in de inventaris van de socio-culturele
76
77 verenigingen van de Stad Wervik 2006-2007. Op deze manier leert men al op een beperkte mate de diensten van een gemeenschapscentrum kennen.
12.4.2.3 BEDENKINGEN Volgens mij is de naam “Het Gemeenschapscentrum” weinig bekend. De naam “Het Forum” kennen de meeste mensen dan weer wel. Het probleem van bekendheid ligt hier dus echter bij de naambekendheid. Hoe kan men dit oplossen? Door de naam meer te gaan vernoemen maar vooral door de tijd. Net zoals Het Forum ooit aan zijn naambekendheid is gekomen zal de term het gemeenschapscentrum vroeg of laat ook ingeburgerd raken.
De diensten die het Forum biedt worden al voor een groot deel omschreven in de uitgave: Help! Ik organiseer van de Stad Wervik. Iedere vereniging die in de inventaris werd openomen kreeg een exemplaar van dit boek. Het is ook een deel de verenigingen hun verantwoordelijkheid om dit door te nemen.
12.5 DE VERENIGINGEN ZIJN NIET VERTROUWD MET DE GEMEENSCHAPSVORMENDE FUNCTIE
12.5.1 ALGEMEEN
Wat is nu gemeenschapsvorming?
Gemeenschapsvorming is naast cultuurparticipatie en cultuurspreiding de derde taak van de cultuur- en gemeenschapscentra. Maar wat houd gemeenschapsvorming nu precies in?
Vandaele weet er geen definitie over te geven. Het dichtst in de buurt komt de definitie van een gemeenschap. De definitie luidt: „het met één of meer anderen deelhebben aan iets‟.
77
78 50
Ook als ik de memorie van toelichting bij het decreet voor lokaal cultuurbeleid raadpleeg is het nog altijd niet duidelijk wat gemeenschapsvorming precies inhoud. De definitie in het decreet luidt: Onder gemeenschapsvorming, -opbouw, -versterking worden alle activiteiten begrepen die de kwaliteit en de samenhang van de lokale gemeenschap, waar het gemeenschapscentrum voor werkt, versterken. Het gaat o.m. om -
passieve receptiviteit: ° het ter beschikking stellen van infrastructuur voor het lokale culturele leven, bij voorkeur tegen lage tarieven zodat het verenigingsleven en de amateurkunsten maximaal kunnen gebruik maken van de voorziening;
-
actieve receptiviteit: ° op een actieve wijze activiteiten opzetten met lokale actoren of er aan deelnemen (uit diverse terreinen, onder meer het sociaal-cultureel werk) met als doelen de kwaliteit te verhogen en het publieksbereik te vergroten; ° het begeleiden en ondersteunen van de organisatoren en het meewerken aan culturele en educatieve samenwerkingsverbanden;
-
initiatieven nemen om het lokale weefsel te versterken via geïntegreerde projecten die samen met derden (buurt- en opbouwwerk, straathoekwerk, migrantencentra…) worden opgezet;
-
het coördineren en aanvullen van het informele en het niet-formele educatieve aanbod in de gemeente.
51
Er is dus geen echte definitie over de precieze omschrijving van gemeenschapsvorming. Wanneer het begrip gemeenschapsvorming wordt toegepast kan dit zowel in de enge als de brede betekenis. Zolang er geen duidelijke definitie wordt gegeven is het moeilijk voor zowel verenigingen als personeelleden om een juiste toepassing van deze functie in te vullen. 50
http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=gemeenschap, 18 mei 2007 Memorie van toelichting bij het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, blz. 11 51
78
79
12.5.2 DE VERENIGINGEN VERTELLEN
Tijdens mijn gesprek werd het duidelijk dat de gemeenschapsvormende functie niet duidelijk was voor de verenigingen. Om maar niet te zeggen dat men er waarschijnlijk zelden iets over gehoord hebben. Ik begon mezelf hierbij vragen te stellen. Ik ging te rade bij de cultuurbeleidcoördinator van de Stad Wervik. Na een gesprek over wat gemeenschapsvorming inhield en waarom verenigingen niet vertrouwd zijn met deze term stelde ik mezelf een vraag. Zou het mogelijk zijn dat de term gemeenschapsvorming voor een groter publiek onduidelijk is. Dat het misschien ook voor derden, buiten de verenigingen om, onduidelijk is wat deze term inhoud.
Daarom wilde Ik graag deze interpretatie toetsen aan deze van derden. Ik doorzocht de functie-inhouden en profielen van alle tewerkgestelden52 binnen de cel vrije tijd. Van alle personeelsleden die in dienst zijn binnen de cel vrije tijd vond ik zes personen waarvan de functie inhoud een algemene brede culturele achtergrond vereist. In theorie zouden deze personen dan ook moeten kunnen omschrijven wat een gemeenschapsvormende functie voor hen inhoud. Maar kunnen ze dit ook? Aan elk van deze personen legde ik de vraag voor: “ wat is gemeenschapsvorming?” Slechts twee personen gaven mij een antwoord op deze vraag.
De cultuurbeleidcoördinator, Steven Masil, stelde dat gemeenschapsvorming naar zijn mening over ontmoeting, de ruimte voor ontmoeting, de mogelijkheden voor ontmoeting, relatievorming… gaat. Daarnaast maakte hij de terechte opmerking dat gemeenschapsvorming breed en eng kan worden bekeken.
52
Zie organogram puntje 7.3.3.
79
80 Eén van de twee administratief medewerkers van de cel vrije tijd, Paul De Raeymaecker, gaf aan dat gemeenschapsvorming werkt aan sociale vaardigheden en sociaal contact met anderen.
De twee administratief medewerkers van de dienst feestelijkheden, de administratief assistent van de cel vrije tijd en de administratief medewerker cel vrije tijd konden geen antwoord geven. Ze hadden totaal geen idee van wat gemeenschapsvorming inhoud of waar men het kan in kaderen.
12.5.3 CONCLUSIE
Blijkbaar is het niet alleen voor de verenigingen onduidelijk wat gemeenschapsvorming is maar ook voor personen die rechtstreeks in contact staan met de verenigingen zoals personeelsleden van de cel vrije tijd.
Als het binnen de cel vrije tijd niet duidelijk of niet gekend is wat gemeenschapsvorming inhoud waarom zou het dan verbazend zijn dat verenigingen deze gemeenschapsvormende functie niet kennen?
In de eerste plaats zou het personeel moeten voldoende geïntegreerd zijn in het Decreet lokaal cultuurbeleid vooral wanneer men tewerkgesteld is in de culturele sector. De overige personeelsleden van de cel vrije tijd zouden op zijn minst weet moeten hebben van de drie belangrijke pijlers binnen het decreet lokaal cultuurbeleid en deze kunnen omschrijven en toepassen.
Want hoe kan er ooit aan gemeenschapsvorming gewerkt worden als de term niet duidelijk is?
Hoe kunnen mensen hun werk professioneel aanpakken als ze niet weten wat gemeenschapsvorming is?
80
81 En vooral kan een gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven als de term gemeenschapsvorming niet duidelijk is?
13 ALGEMEEN BESLUIT:
Gedurende de zoektocht naar een antwoord op de vraag “Hoe kan het gemeenschapscentrum „t Forum gemeenschapsvormend werken voor de verenigingen in Wervik?” Ben ik meermaals opgebotst tegen een hoop onduidelijkheden: wat is een gemeenschapscentrum, wat is gemeenschapsvorming, wat zijn de voorzieningen van de stad Wervik voor de verenigingen...
Het wordt tijd dat er actie wordt ondernomen. Want hoe zal het ooit mogelijk zijn om degelijk te werken als de mensen die aan de basis zitten van een cultuuraangelegenheid geen besef hebben van een term die van zo‟n immens belang is. Gemeenschapsvorming één van de drie hoofdopdrachten van een gemeenschapscentrum. Als dit niet verwoord kan worden door de personeelsleden. Is dit dan verantwoord?
Hoe kan er gemeenschapsvormend gewerkt worden voor de verenigingen als de verenigingen de diensten van het gemeenschapscentrum niet kennen? Hoe kan er ooit samengewerkt worden als er zo weinig over elkaar is geweten? Op de vraag: “Hoe kan een gemeenschapscentrum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?” Kan ik als mogelijk antwoord enkele aanbevelingen aanbieden. Deze aanbevelingen moeten er volgens mij voor kunnen zorgen dat een gemeenschapscentrum optimaal gemeenschapsvormend kan werken voor het verenigingsleven.
81
82
13.1 ENKELE AANBEVELINGEN
AANBEVELING 1: ORGANISEER INFONAMIDDAGEN
Een mogelijke oplossing voor het verhelpen van alle onduidelijkheden die zich afspelen omtrent de naam het gemeenschapscentrum, de term gemeenschapsvorming, de verenigingen en de diensten die het gemeenschapscentrum is een aantal infonamiddagen laten doorgaan waarbij iedere geïnteresseerde de mogelijkheid krijgt om een inzicht te verwerven in de materies waar men meer informatie over wenst. Voor de personeelsleden van de cel vrije tijd zou ik deze infonamiddagen echter als een verplichting zien. Zelf stel ik voor dat er minimum 3 namiddagen komen waarbij de volgende thema‟s aanbod komen: Gemeenschapscentrum ‟t Forum en haar diensten Het verenigingsleven in Wervik Gemeenschapsvorming
Wat kan er precies aan bod komen tijdens deze drie themanamiddagen? Gemeenschapscentrum ‟t Forum en haar diensten
Wat is een gemeenschapscentrum? Hoe is het ontstaan? Wat zijn de doelstellingen? Wie kan er terecht? Hoe ziet de werking van een gemeenschapscentrum eruit? Hoe wordt een gemeenschapscentrum gefinancierd?
82
83 Wat is een cultuurbeleidsplan? Wie wordt er tewerkgesteld binnen het gemeenschapscentrum? …
Kortom een themanamiddag waarin het duidelijk is waarvoor een gemeenschapscentrum staat en wie er terechtkan. Het is de bedoeling dat na de themanamiddag de luisteraars een zicht hebben van wat er zoal mogelijk is in een gemeenschapscentrum.
Na de presentatie met de nodige uitleg zou ik ervoor opteren om iedereen de mogelijkheid te geven om het gemeenschapscentrum te bezichtigen. Iedereen een kijkje gunnen op wat er zoal aanwezig is in het gemeenschapscentrum zoals het podium, de regiekamer, de vergaderzalen, de bureaus… Op deze manier creëer je een opensfeer van het gemeenschapscentrum.
Nadien zou ik iedereen nog iets te drinken aanbieden zodanig dat er een losse babbel kan ontstaan tussen alle aanwezigen.
Het verenigingsleven in Wervik
Wat is een vereniging? Hoeveel verenigingen telt Wervik? Waar kunnen ze terecht voor gratis promotie? Wat is een projectsubsidie? Waar kan men raad en advies vragen? Waar kan men terecht voor infrastructuur? Is er uitleenmateriaal in de stad? Wat kan het gemeenschapscentrum betekenen voor het verenigingsleven? …
Na deze themanamiddag moet het duidelijk zijn voor de verenigingen welke voorzieningen er voor hen aanwezig zijn. Daarnaast is het ook de bedoeling dat de
83
84 verenigingen het gemeenschapscentrum als een mogelijke partner aanschouwen van het verenigingsleven.
Na deze voorstelling krijgen alle verenigingen die dit wensen een exemplaar mee van “Help. Ik organiseer!” en een inventaris van de socio-culturele verenigingen van de Stad Wervik 2006-2007. Het moet ook mogelijk zijn om nog niet geïnventariseerde verenigingen te laten opnemen in de inventaris. Als laatste zou ik iedereen die aanwezig is nog een drankje aanbieden en dit om een informele babbel los te maken.
Gemeenschapsvorming
Wat is gemeenschapsvorming? Hoe definieert het decreet lokaal cultuurbeleid gemeenschapsvorming? Hoe wordt er gewerkt aan gemeenschapsvorming? Hoe doet het gemeenschapscentrum aan gemeenschapsvorming? Wat betekent gemeenschapsvorming voor de verenigingen? …
De themanamiddag gemeenschapsvorming zou een verduidelijking moeten brengen over de betekenis van deze term. Het zou mensen moeten toelaten een betere werking op te zetten in functie van deze term. Het zou een inzicht moeten geven aan zowel personeelsleden, verenigingen als geïnteresseerden.
Deze themanamiddag zou ik niet zozeer als een presentatie weergeven maar eerder in de vorm van een workshop. Eerst zou ik een korte toelichting geven van wat gemeenschapsvorming zou kunnen beteken om daarna over te stappen naar een workshop. Een workshop laat toe dat mensen filosoferen en nadenken over deze term, gedachten wisselen, meningen verkondigen… Na deze workshop kan iedereen nog eens samenkomen om de eindconclusie(s) te vormen van deze themanamiddag.
84
85 Na de themanamiddag kan iedereen nog napraten bij een glaasje aan de bar.
AANBEVELING 2: HET VERENIGINGENREKJE
Het idee van een verenigingenrekje is bij mij naar voren geschoven toen ik een bezoek bracht aan CC De Borre in Bierbeek. Het is een eenvoudige en efficiënte manier om informatie aan te bieden aan de verenigingen. Op openbare plaatsen zoals het stadhuis, bibliotheek, gemeenschapscentrum … een rekje plaatsen met alle mogelijke folders, brochures, boekjes… die nuttig kunnen zijn voor het verenigingsleven.
Het verenigingsrekje is praktisch kosteloos. Heel wat brochures worden namelijk gratis aangeboden. Het is niet alleen kosteloos maar is ook niet tijdrovend. Het is een éénvoudige manier om informatie aan te bieden en zal enorm geapprecieerd worden door de verenigingen.
AANBEVELING 3: SAMENKOMEN MET DE VERENIGINGEN
In de culturele raad komt men om de maand samen met enkele verenigingen. Jammer genoeg is dit niet voldoende. Heel wat verenigingen erkennen de culturele raad niet als adviesorgaan. Daarnaast is de culturele raad maar een beperkte doorsnee van de verenigingen. Het is daarom van belang dat andere verenigingen ook de kans krijgen om hun mening te verkondigen. Het zou dan ook een goed idee zijn om drie maandelijks samen te komen met alle verenigingen die zich geroepen voelen. De verenigingen moeten kunnen enkele agendapunten doorsturen die dan besproken worden tijdens de samenkomst. De ideale locatie zou hiervoor het Forum zijn. Het Forum beschikt namelijk over vergaderruimte en is tevens een plaats waar verenigingen zich mogen thuis voelen.
AANBEVELING 4: COMMUNICATIE
85
86 Het is van groot belang dat er voldoende gepraat word. Communicatie tussen de verenigingen onderling, de verenigingen en het gemeenschapscentrum, het gemeenschapscentrum en het personeel van de cel vrije tijd.
Het is van groot belang dat er mogelijkheid is tot gesprek. Dat er voldoende ingelicht wordt, dat er voldoende kennis is over elkaar.
AANBEVELING 5: PERSONEEL ONDERRICHTEN
Het is van groot belang dat het personeel van de cel vrije tijd weet met wat ze bezig is. Iedereen die tewerkgesteld is in de cel vrije tijd en dat in nauw contact staat met het gemeenschapscentrum en de verenigingen moet weten waarmee men bezig is. Het is dus van groot belang dat men over een brede kennis beschikt wat betreft cultuur. Vooral het decreet lokaal cultuurbeleid is een belangrijk werkinstrument.
AANBEVELING 6: PUBLICATIE VOOR DE VERENIGINGEN
Het is misschien een mogelijkheid om twee jaarlijks een uitgave te verspreiden onder de verenigingen. Deze uitgave zou allerlei nieuwtjes en informatie kunnen bevatten zoals:
Welk nieuw uitleenmateriaal werd er aangekocht? Wat is een projectsubsidie en hoe kan men de projectsubsidie verkrijgen? Waar kunnen vrijwilligers zich melden om activiteiten te ondersteunen van het verenigingsleven? Hoe werkt de nieuwe vrijwilligerswet? …
Het is een mogelijkheid om de verenigingen zelf deze publicatie te laten maken in overleg met het gemeenschapscentrum.
86
87 14 SAMENVATTING Tijdens dit eindwerk ben ik op zoek geweest naar een antwoord op de vraag: “Hoe kan het gemeenschapscentrum ‟t Forum gemeenschapsvormend werken voor het verenigingsleven in Wervik?”
Mijn zoektocht startte bij een korte toelichting van de historiek van de cultuurcentra en gemeenschapscentra met daarna een toelichting van het huidige decreet lokaal cultuurbeleid. Daarna kwam een korte voorstelling van het verenigingsleven en het gemeenschapscentrum ‟t Forum.
In het praktijkgedeelte ging ik op zoek naar reeds onderzochte gegevens die betrekking hadden op het verenigingsleven in Wervik. Ik beschreef het finaal rapport van Wervik-Geluwe en het behoefteonderzoek voor ouderen. Hierna ging ik over op een eigen ondervraging bij de verenigingen. Naast deze bevraging ging ik ook op pad om de naambekendheid van het forum te onderzoeken. Als laatste ondervroeg ik de betrokken personeelsleden van de cel vrije tijd om hun kennis van de term gemeenschapsvorming te toetsen.
De twee voornaamste vaststellingen uit dit onderzoek waren:
Het gemeenschapscentrum en haar diensten zijn weinig bekend bij de verenigingen; De gemeenschapsvormende functie is weinig gekend bij de verenigingen en de betrokken personeelsleden van de cel vrije tijd.
Als mogelijke oplossing voor deze vaststellingen gaf ik volgende zes aanbevelingen:
Organiseer infonamiddagen Plaats een verenigingenrekje Samenkomen met de verenigingen Communicatie
87
88 Personeel onderrichten Publicatie voor de verenigingen
Deze aanbevelingen kunnen er volgens mij voor zorgen dat het een hele stap vooruit gaat tussen het gemeenschapscentrum en het verenigingsleven.
88
89 BIJLAGEN
I Bevraging verenigingen II Statuten Cultuurraad III Verantwoording één euro subsidie
89
90 I BEVRAGING VERENIGINGEN Algemeen Wervik telt net zoals andere gemeenten heel wat verenigingen.
Hoeveel
verenigingen telt een stad als Wervik?
80 Hoe groot schat je het percentage van de bevolking dat aangesloten is bij een vereniging?
80% Wat denk je dat de voornaamste reden is dat mensen zich aansluiten bij een vereniging? Sociaal contact Denk je dat het de dag van vandaag nog altijd zo is dat men zich aansluit bij een vereniging voor een langdurige tijd? Waarom wel of waarom niet?
Neen De vereniging Van welke verenigingen maak je zelf deel uit? Cie Tros Viroviacum Romanum Wat is de voornaamste vereniging waar je bij betrokken bent? Sociaal contact Hoeveel leden telt jullie vereniging? +/ 200 Wordt er een vergoeding uitbetaald aan de leden? neen Wordt er lidgeld gevraagd?
90
91 Cie tros ja Viroviacum neen Wat is de gemiddelde leeftijd van de leden? Tros 15 jaar Viroviacum 30 à 40 jaar Wat is de voornaamste reden waarom men lid kwam van de vereniging? Interesse Vriendjes die ook dansen Wat wordt er van de leden verwacht? Inzet Hoe werven jullie nieuwe leden aan? Tros is een begrip geworden. Mensen komen er lid van als ze willen dansen of mensen kennen die dansen. Hoeveel keer komt men samen? Tros wekelijks Hoeveel tijd stoppen jullie in deze samenkomsten? +/ 10 uur voor de tros Wat is jullie doel? Mensen leren dansen voor tros Geschiedenis uitwisselen en gedachten bij viroviacum Wie is jullie doelgroep? Gehele bevolking Wordt er voldoende aandacht geschonken aan moeilijk te bereiken groepen? Zoals kansarmen, mensen met gezondheidsproblemen, bejaarden…
Ja er zijn mogelijkheden voor minder behoede mensen Wordt er ook rekening gehouden voor bepaalde groepen met de prijs, toegankelijkheid…?
91
92
Ja Welke soort activiteiten organiseren jullie? Repetities voor tros, dans, sport Voor viroviacum: een gallo-romeins weekend, thema-avonden rond romeinen Buiten de eigen werking en hun familieleden. Bereiken jullie een groot publiek? Ja, zowel tros als viroviacum staan open voor de brede bevolking Wordt er samengewerkt met andere verenigingen? Ja, vanuit tros wordt er gewerkt met danspunt e.d. Er was ook een project met blinden Waar halen jullie je financiële middelen? En beschikken jullie over voldoende financiën?
Lidgelden Toegangsgelden Op welke manier voeren jullie promotie en welke middelen hebben jullie hiervoor? Pers, affiches, website… Waar is er nood aan binnen de verenigingen? Infrastructuur, financiële middelen, begeleiding..
Infrastructuur STAD WERVIK/GEMEENSCHAPSCENTRA Hoe zien jullie de stad Wervik in verhouding met jullie vereniging? De stad is een buitenstaander. Er wordt geen interesse getoond naar de verenigingen enkel en alleen als ze hun hoofd eens kunnen tonen voor de lokale bevolking of de plaatselijke pers. Vind je dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan het verenigingsleven vanuit het gemeenschapscentrum?
92
93 Ja Hebben jullie verwachtingen tgover het gemeenschapscentrum/de cultuurdienst? Neen Is er behoefte aan stimuleren van het verenigingsleven door derden? Ja door danspunt, dans in Kortrijk Willen jullie als vereniging meer ondersteuning vanuit het gemeenschapscentrum/ cultuurdienst?
/ Hoe zien jullie deze ondersteuning? / Hoe zou een cultuurdienst bevorderend kunnen werken aan de participatie van het verenigingsleven?
/ Kennen jullie voldoende de diensten en hulpmiddelen die er aangeboden worden vanuit stad/gemeenschapscentra?
Ja Weten jullie wat een projectsubsidie is en hoe je deze kan verkrijgen? Ja Zijn jullie op de hoogte van de vernieuwde wet op het vrijwilligerswerk? Ja Is er binnen de stad voldoende variatie en aanwezigheid van bruikbaar uitleenmateriaal? Maken jullie hier gebruik van?
Ja
93
94 Kennen jullie de culturele raad en maken jullie er deel vanuit? Ja Kennen jullie de evenementenbrochure? Maken jullie hier gebruik van? We kennen hem wel maar we maken er door omstandigheden geen gebruik van. Kennen jullie de website in.wervik.be en maken jullie hier gebruik van? Ja maar principieel maken we er geen gebruik van + we hebben onze eigen site Maken jullie gebruik van de stedelijke infrastructuur? Waarom wel of waarom niet? Ja OPMERKINGEN:
94
95 Algemeen Wervik telt net zoals andere gemeenten heel wat verenigingen.
Hoeveel
verenigingen telt een stad als Wervik?
57 Hoe groot schat je het percentage van de bevolking dat aangesloten is bij een vereniging?
8% 1/3 is onmogelijk in Wervik. Wervik is heel zwak wat betreft organisatie van activiteiten met uitzondering van de gepensioneerden. Voor de actieve bevolking wordt er heel weinig georganiseerd bovendien is het moeilijk om mensen met kinderen en werk te stimuleren om deel te nemen aan verenigingen. De gepensioneerden zijn dan wel weer talrijk vertegenwoordigd en krijgen ook een uitgebreid gamma aan activiteiten voorgeschoteld. Sommige mensen weten ook niet dat ze deel uitmaken van een vereniging bijvoorbeeld: je sluit je aan bij VTB-VAB voor een autopechverzekering maar weten niet dat ze zo automatisch lid worden van de reisvereniging die hieraan verbonden is. Wat denk je dat de voornaamste reden is dat mensen zich aansluiten bij een vereniging? Men voelt zich persoonlijk aangesproken Denk je dat het de dag van vandaag nog altijd zo is dat men zich aansluit bij een vereniging voor een langdurige tijd? Waarom wel of waarom niet?
De grotere meerderheid sluit zich nog steeds aan voor lagere tijd De vereniging Van welke verenigingen maak je zelf deel uit? VTB-VAB Wat is de voornaamste vereniging waar je bij betrokken bent? VTB-VAB Hoeveel leden telt jullie vereniging? Ongeveer 420 leden
95
96 Wordt er een vergoeding uitbetaald aan de leden? Neen, men werkt met vrijwilligers. De vrijwilligers kunnen wel een onkostenvergoeding krijgen voor kosten die ze maken. Wordt er lidgeld gevraagd? Ja Wat is de gemiddelde leeftijd van de leden? Er zijn veel onwetende leden (die aangesloten zijn via de pechverhelping) Vanaf ongeveer een 50 jaar actieve leden. Wat is de voornaamste reden waarom men lid kwam van de vereniging? Belang voor de toeristische activiteiten Wat wordt er van de leden verwacht? Dat ze belangstelling tonen voor de activiteiten. Hoe werven jullie nieuwe leden aan? Men zorgt dat de activiteiten iedereen aanspreken. De activiteiten staan dan ook open voor iedereen. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende prijzen (voor leden en niet-leden) Hoeveel keer komt men samen? 4 maal per jaar plus informele momenten Hoeveel tijd stoppen jullie in deze samenkomsten? Niet veel Wat is jullie doel? Activiteiten organiseren die niet verlieslatend zijn. Wie is jullie doelgroep? De gehele bevolking Wordt er voldoende aandacht geschonken aan moeilijk te bereiken groepen? Zoals kansarmen, mensen met gezondheidsproblemen, bejaarden…
Neen, daarvoor bestaan er typische verenigingen. Het is hun zorg.
96
97
Wordt er ook rekening gehouden voor bepaalde groepen met de prijs, toegankelijkheid…?
Neen. Er worden enkel prijzen aangepast bij lid of geen lid zijn van de vereniging. Welke soort activiteiten organiseren jullie? Reizen, dia-avonden, reisverslagen… Buiten de eigen werking en hun familieleden. Bereiken jullie een groot publiek? Ja, per voorstelling komt er zo‟n 65 personen en er zijn een vijftal voorstellingen per jaar daarnaast bedraagt het aantal personen op jaarbasis voor reizen 140 man. Wordt er samengewerkt met andere verenigingen? Oogstfeestcomité, KLJ, KAV, Landelijke Gilde, VTB-diaclub, Davidsfonds. Waar halen jullie je financiële middelen? En beschikken jullie over voldoende financiën?
Winst op het oogstfeest Nationaal VTB Inkomgeld Deelnemingsgeld Op welke manier voeren jullie promotie en welke middelen hebben jullie hiervoor? Waarheen Plaatselijke pers Persoonlijk schrijven via adresbestanden Persoonlijke uitnodigingen Waar is er nood aan binnen de verenigingen? Infrastructuur, financiële middelen, begeleiding..
Jonge bestuursleden. Het is moeilijk om jonge personen en personen die een gezin starten aan te spreken voor een bestuurslid te worden in een vereniging. Meestal hebben ze hier de tijd niet voor of geen zin. STAD WERVIK/GEMEENSCHAPSCENTRA
97
98 Hoe zien jullie de stad Wervik in verhouding met jullie vereniging? De stadsdiensten hebben geen belangstelling voor de verenigingen. Men komt enkel opdagen op grote evenementen op hun gezicht te tonen. De cultuurdienst krijgt de opdracht om zoveel mogelijk zelf te organiseren Ik zie de cultuurdienst als een dienst aan de verenigingen die prestaties organiseren die verenigingen niet doen. Daarnaast nemen ze contact op met verenigingen voor het organiseren van activiteiten waarbij ze kunnen helpen. Vind je dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan het verenigingsleven vanuit het cultuurcentrum?
Het zou misschien een idee zijn om aanbiedingen naar de verenigingen op papier te zetten. Activiteiten die men samen met een vereniging kan doen of waarbij verenigingen onderling samen kunnen werken. Een soort van mededelingen blaadje voor de verenigingen via e-mail. Hebben jullie verwachtingen tgover het gemeenschapscentrum/de cultuurdienst? / Is er behoefte aan stimuleren van het verenigingsleven door derden? Voor sommige verenigingen zou het een pluspunt zijn wanneer er financiële ondersteuning zou komen. Wervik is waarschijnlijk één van de zwakste gemeenten: verenigingen krijgen geen toelage, ze moeten culturele infrastructuur betalen, betalen voor uitleenmateriaal… Willen jullie als vereniging meer ondersteuning vanuit het gemeenschapscentrum/ cultuurdienst?
/ Hoe zien jullie deze ondersteuning? / Hoe zou een cultuurdienst bevorderend kunnen werken aan de participatie van het verenigingsleven?
/ Kennen jullie voldoende de diensten en hulpmiddelen die er aangeboden worden vanuit stad/gemeenschapscentra?
98
99
Ja, de waarheen is een pluspunt. De zaalwachter die men nu aanstelde in het forum is een pluspunt. Weten jullie wat een projectsubsidie is en hoe je deze kan verkrijgen? Ja Zijn jullie op de hoogte van de vernieuwde wet op het vrijwilligerswerk? Ja maar men maakt er geen gebruik van. Is er binnen de stad voldoende variatie en aanwezigheid van bruikbaar uitleenmateriaal? Maken jullie hier gebruik van?
Ja, het zou wel beter gratis aangeboden worden. Kennen jullie de culturele raad en maken jullie er deel vanuit? Ja Kennen jullie de evenementenbrochure? Maken jullie hier gebruik van? Ja, maar men maakt er te weinig gebruik van omdat de evenementen een ruime tijd voordien moeten worden meegedeeld. Kennen jullie de website in.wervik.be en maken jullie hier gebruik van? Men kent de website maar men maakt er geen gebruik van. Er is te weinig tijd daarvoor. Maken jullie gebruik van de stedelijke infrastructuur? Waarom wel of waarom niet? Ja. Het zou wel beter zijn moest er een zaal zijn voor maximum 100 personen. Er heerst dan meer gezelligheid. Men vraagt zich af waarom er geld wordt gevraagd voor de zaal terwijl dit op andere plaatsen gratis kan verkregen worden. Men vraagt zich af wat dit opbrengt. OPMERKINGEN:
99
100 Algemeen Hoeveel verenigingen telt Wervik? 20 Hoeveel
leden
tellen
ze?
90 à 100 leden Hoeveel zijn er actief lid? 60 à 70 actief Hoeveel
zijn
er
passief
lid?
20 à 30 passief Wat is de gemiddelde leeftijd van de leden? Tussen de 6 en 18 jaar. Meest aantal leden van 11 à 14 jaar. Hoe kwam men lid van de vereniging? Door vrienden Hoeveel komt men samen? Leiding: 3 keer per week Leden: 1 keer per week Wat wordt er van de leden verwacht? Dat ze elke week aanwezig zijn. Dat ze actief meedoen. Motivatie. Hoe werft men nieuwe leden aan? Zomerkermis met flyers Reclame voor de startdag Sinds drie jaar is er een activiteit waarbij je een vriendje die niet in de chiro zit kan meebrengen Mond aan mond reclame Schoolbezoeken waarbij men via spel kan kennismaken met de chiro Hoeveel tijd stopt men in de vereniging?
100
101 De leiding stopt in weekbasis een minima aan 9 uur per week in vergaderen, samenkomen en activiteiten Wat is hun doel? Kinderen een aangename namiddag bezorgen. Een tijdsinvulling geven, zodanig dat men zich niet verveelt Een goede sfeer creëren binnen de leiding Af en toe iets speciaals organiseren voor hun zelf en voor de leden en derden Wie is hun doelgroep? 6 tot 18 jarigen Wat is hun motivatie? (op niveau van het individu)
Samenkomen met vrienden en een leuke namiddag beleven. Het is echter meestal zo dat er een gebrek is aan motivatie. Hiervoor zijn allerhande oorzaken mogelijk: de leiding staat hen niet aan, onderlinge geschillen… De mentaliteit van de leden is ook met de jaren erg verandert. De leden overtreden maar al te graag de regels. Ze zijn agressiever geworden. Ze verkopen ook meer vulgaire praat dan vroeger. Welke activiteiten worden georganiseerd? Ontspanningsactiviteiten. Af en toe wordt er ook een financiële actie gehouden: kiekenfret, fuif, wc-papierverkoop… Bereikt men een groot publiek buiten de eigen leden bij activiteiten naar de gehele bevolking toe?
Men wenst hoofdzakelijk de eigen leden en familie te betrekken. Derden zijn welkom maar dat is eerder een bijzaak Met welke verenigingen wordt er onderling samengewerkt? Er is geen behoefte aan het samenwerken met andere verenigingen. Normaal is het de bedoeling dat men onderling op bepaalde punten zou kunnen samenwerken met de KSA die in dezelfde gebouwen zitten als de chiro maar dit werkt echter niet. De mening gaat op dat wanneer je samenwerkt met anderen dit enkel tijd en werk kost. Daarnaast kwam de opmerking dat er niemand hen aanspreekt om iets samen te doen of dat andere verenigingen dit ook niet doen. Waar is er het meest nood aan? Infrastructuur, financiële middelen, begeleiding…
101
102 Er was duidelijk het meeste nood aan infrastructuur. De lokalen zijn niet optimaal. Er is gedurende lange tijd al gevraagd om deze te restaureren. Men zit met lekken. Verwarmingen die niet werken… Hoe ziet men de stad Wervik in verhouding tot de verenigingen? Men laat dingen te lang aanslepen. Er was beloofd om de gebouwen aan te pakken maar dit is nog steeds niet gebeurt. Men kreeg wel een opbergruimte maar dit neemt niet weg dat men met de blijvende vochtproblemen en verwarmingsproblemen blijft zitten. Welke verwachtingen heeft het verenigingsleven naar het gemeenschapscentrum/cultuurdienst toe?
Geen idee. Men is niet op de hoogte van de mogelijkheden die de cultuurdienst/gemeenschapscentrum biedt. Dit jaar gaat voor de eerste maal het groepsfeest door in het forum en misschien zal men op deze manier kennis maken met de mogelijkheden die het forum biedt. Men heeft geen weet van een evenementenbrochure. Wanneer men een aankondiging wil laten weten aan de bevolking gaat men opteren voor het groen gazetje. Waarom men de waarheen niet gebruikt: men denkt er niet aan of men is te laat voor de deadline. Hoe kan het gemeenschapscentrum/cultuurdienst bevorderend werken voor de participatie aan het verenigingsleven?
Men beseft niet goed wat het forum doet buiten de podiumactiviteiten die men brengt. Wanneer men iets zou verwachten is het eerder naar promotiemiddelen. Is er behoefte aan het stimuleren van het verenigingsleven door derden? De grootste zorg is de infrastructuur. Daarnaast viel ook de opmerking dat men min of meer bang is van de stadsvisie die er heerst tegenover de visie dat een vereniging als de chiro met zich mee brengt. Er werd een voorbeeld aangehaald over een vergadering die men had met Schepen van jeugd Lien Vandamme die haar mening te veel wilde overplaatsen vanuit een stadsvisie op die van de Chiro. Dit kwam over dat men als het ware als vereniging niets te zeggen had. Op die manier opteert men ervoor dat men liever alles zelf zou doen. Willen
verenigingen
meer
ondersteuning
vanuit
het
gemeenschapscentrum/cultuurdienst?
/ Hoe zien zij deze ondersteuning?
102
103 / Vanwaar komen de financiële middelen van de verenigingen? Subsidies Financiële activiteiten Peter en meter van de chiro die jaarlijks iets materieels aanreiken Welk promotiemateriaal verspreiden de verenigingen? flyers affiches mond aan mond reclame brieven aan de leden en hun familie jowaddetje website van chiro groen gazetje verenigingswebsite Wat zijn de middelen om promotiemateriaal aan te maken en te verspreiden? reclame via t-shirts eigen pc sponsering verspreiden gebeurt via de leden en leiding Kennen de verenigingen alle diensten/hulpmiddelen die er voor hen zijn voldoende? Neen, er is wel nood aan. Men geeft geen idee waar men terecht kan. Weet men wat een projectsubsidie is en hoe men deze kan verkrijgen? Neen Kent iedereen de vernieuwde wet op het vrijwilligerswerk? Ja maar ze kende dit niet via de chiro. Men weet dat de hoofdleiding dit wel weet maar de rest van de leiding is hier niet van op de hoogte. Wordt er voldoende aandacht geschonken aan de verenigingen vanuit de cultuurdienst? Neen men weet amper wat de cultuurdienst doet Is er binnen de stad Wervik voldoende variatie en aanwezigheid van bruikbaar uitleenmateriaal?
103
104 Men gebruikt wel materiaal van de stad zoals nadars, podiums… maar voor meer geavanceerd materiaal maakt men gebruik van de provinciale uitleendienst. Erkennen de verenigingen de Culturele raad als een inspraak, overleg- en adviesorgaan? Neen OPMERKING:
De stadsdiensten werken te traag Communicatie is niet goed vanuit de stadsdiensten. Men weet te weinig waar men mee bezig Men voelt zich aan hun lot overgelaten Men begrijpt niet waarom de chiro in Geluwe nieuwe gebouwen kunnen krijgen en de chiro in Wervik al jaren sukkelen met de oude Onderlinge concurrentie blijft tussen Geluwe en Wervik. Beiden kunnen de leden van elkaars vereniging niet verdragen.
104
105 Algemeen Wervik telt net zoals andere gemeenten heel wat verenigingen.
Hoeveel
verenigingen telt een stad als Wervik?
20 tal Hoe groot schat je het percentage van de bevolking dat aangesloten is bij een vereniging?
Minder dan 50% Wat denk je dat de voornaamste reden is dat mensen zich aansluiten bij een vereniging? Sociaal contact, iets te doen hebben, vrijetijdsindeling Denk je dat het de dag van vandaag nog altijd zo is dat men zich aansluit bij een vereniging voor een langdurige tijd? Waarom wel of waarom niet?
Ik denk het wel. Het moet niet De vereniging Van welke verenigingen maak je zelf deel uit? Badminton, boerenkermis (10 jaar, waarvan al 3 jaar als secretaris) Wat is de voornaamste vereniging waar je bij betrokken bent? Boerenkermis Hoeveel leden telt jullie vereniging? 70 à 80 vrijwilligers waarvan een vaste kern van 6 mensen die de hoofdbeslissingen neemt en 10 à 15 mensen die het programma in elkaar steken en de rest van de activiteiten op zich nemen Wordt er een vergoeding uitbetaald aan de leden? Neen, men krijgt enkel eten en drinken wanneer men helpt. Wordt er lidgeld gevraagd? neen 105
106
Wat is de gemiddelde leeftijd van de leden? 30 à 35 jaar Wat is de voornaamste reden waarom men lid kwam van de vereniging? Persoonlijk in opgegroeid. De ouders maakten deel uit van de vereniging en men is dit automatisch ook geworden. Daarnaast wilde men de traditie niet laten kapotmaken. De ouderen worden ouder en zijn niet meer altijd in staat om heel de organisatie op zich te nemen daarom besloten de jongeren om dit te doen. De opmerking viel wel dat er heel weinig jongeren zijn die het zien zitten om dergelijke organisatie op zich te nemen. Wat wordt er van de leden verwacht? Inzet in het weekend zelf Hoe werven jullie nieuwe leden aan? Via via. Vrijwilligers nemen nieuwe mensen mee. Men gaat niet bewust op zoek naar nieuwe vrijwilligers alhoewel dat er een tekort aan is. Men werkt liever met mensen die men kent omdat men zo zeker is van hun intentie. Ook is het vertrouwen in deze mensen groter dan in mensen die men niet kent Het komt wel voor dat mensen uit de wijk waar men boerenkermis viert spontaan de dag zelf afkomen en vragen of ze nog kunnen inspringen. Hoeveel keer komt men samen? De klein groep met een zestal personen komt één maal per maand samen. Men doet dan een overzicht naar de stand van zaken De grotere groep van tien à vijftien man komt vier maal per jaar samen. Deze groep bestaat uit de kleine groep plus enkele andere leden. Ze komen samen rond de evaluatie en stellen een programma op met activiteiten voor de volgende editie Hoeveel tijd stoppen jullie in deze samenkomsten? De kleine groep komt een 48 uur samen op een jaar om te vergaderen De grotere groep een 16 tal uur Wat is jullie doel? Boerenkermis is het enige wijkfeest dat is overgehouden werd in Wervik. Men wil de traditie niet laten verloren gaan en men blijft vasthouden aan dit gebeuren. Wie is jullie doelgroep? Vroeger was het voornamelijk wijkgericht nu is het uitgebreid naar de gehele bevolking. Iedereen is welkom
106
107
Wordt er voldoende aandacht geschonken aan moeilijk te bereiken groepen? Zoals kansarmen, mensen met gezondheidsproblemen, bejaarden… Doordat het wijkfeest gratis aangeboden wordt kan iedereen er binnen en buiten wandelen. Ouderen worden uitgenodigd op de koffietafel die jaarlijks plaatsvindt. Voor gehandicapten worden er aangepaste toiletten voorzien. Wordt er ook rekening gehouden voor bepaalde groepen met de prijs, toegankelijkheid…?
Het wijkfeest wordt gratis aangeboden. Welke soort activiteiten organiseren jullie? Wijkfeest: vrije tijd, ontspanning Sylvesternight: winteractiviteit dat commercieel gericht is. Het wijkcomité nodigde de Wervikse zelfstandige uit in een tent waar ze hun verkoopswaren konden aan de man brengen. Dit werd volledig onafhankelijk gedaan van de stadsdiensten. Het concept werd heel goed gesmaakt en er werd zelfs gevraagd door de zelfstandigen om de komende jaren hier mee verder te doen. Buiten de eigen werking en hun familieleden. Bereiken jullie een groot publiek? Ja. De drie dagen van boerenkermis brengen zo‟n 1000 tal mensen naar de wijk. Wordt er samengewerkt met andere verenigingen? Ja men werkt samen met de Wervikse Wandelsportvereniging. De contacten verlopen vlot. Waar halen jullie je financiële middelen? En beschikken jullie over voldoende financiën?
Pot van de vorige jaren. Boerenkermis is geen vzw dus men mag werken met winst. Men gebruikt deze winst om het jaar erop iets moois te kunnen aanbieden. Daarnaast kan men ook rekenen op de hulp van sponsors. Subsidies ontvangen ze niet. Op welke manier voeren jullie promotie en welke middelen hebben jullie hiervoor? Affiches, boekjes, folders… dit wordt betaald met de winst van de vorige jaren.
107
108 Waar is er nood aan binnen de verenigingen? Infrastructuur, financiele middelen, begeleiding..
Vrijwilligers STAD WERVIK/GEMEENSCHAPSCENTRA Hoe zien jullie de stad Wervik in verhouding met jullie vereniging? Ze staan er volledig los van . Ze werken niet samen behalve met de uitleendienst. Ze vinden van zichzelf dat ze de stad niet nodig hebben. Voornamelijk omdat alles veel vlotter gaat wanneer men het zelf kan doen en men ook geen verantwoording moet afleggen Vind je dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan het verenigingsleven vanuit het gemeenschapscentrum?
Eerst viel de opmerking dat men niet wist wat een gemeenschapscentrum is en dat waarschijnlijk heel wat mensen dit niet weten. Men vindt dat de aandacht aan het verbeteren is vooral de website wordt positief ontvangen en de inschuifborden. Negatief vond men dat men moest betalen voor veroudert materiaal. Vooral het feit dat boerenkermis het enigste wijkfeest is haalde men aan als reden waarom het materiaal gratis zou moeten aangeboden worden. Men maakt ook geen gebruik van de vergaderlokalen of andere infrastructuur. Het weekend zelf werkt men in de wijk. De vergaderingen doet men in een lokaal op café omdat deze gratis worden gegeven. Hebben jullie verwachtingen tgover het gemeenschapscentrum/de cultuurdienst? Neen, want men weet niet precies wat het gemeenschapscentrum te bieden heeft. Men weet niet precies waarvoor men er terecht kan. Daarnaast kreeg ik ook de opmerking dat de drempel om binnen te gaan in het forum nog altijd te groot is. Het forum spreekt niet aan en staat niet echt open. Men vindt het geen aangename plaats om er info te gaan vragen. Is er behoefte aan stimuleren van het verenigingsleven door derden? Men weet niet voldoende welke verenigingen er op de markt zijn. Een samenwerking is dan ook bemoeilijkt Willen jullie als vereniging meer ondersteuning vanuit het gemeenschapscentrum/ cultuurdienst?
108
109
Eventueel om samen een andere activiteit op te zetten in samenwerking met stad Hoe zien jullie deze ondersteuning? Volledige samenwerking waarvan ieder de helft betaald Hoe zou een cultuurdienst bevorderend kunnen werken aan de participatie van het verenigingsleven?
Meer zelf naar buiten treden. Verenigingen zouden niet moeten aankloppen om te vragen of het gemeenschapscentrum iets wil doen voor hen. Kennen jullie voldoende de diensten en hulpmiddelen die er aangeboden wordt vanuit stad/gemeenschapscentra?
Neen Weten jullie wat een projectsubsidie is en hoe je deze kan verkrijgen? Neen Zijn jullie op de hoogte van de vernieuwde wet op het vrijwilligerswerk? Ja maar ze is niet te gebruiken. Men ging op zoek voor de gratis verzekering maar deze kon niet gebruikt worden omdat de credit ervoor niet voldoende bleken. Is er binnen de stad voldoende variatie en aanwezigheid van bruikbaar uitleenmateriaal? Maken jullie hier gebruik van?
Niet up to date. Het is veroudert materiaal Opmerking kwam dat er hen beloofd werd om een nieuw podium aan te reiken vorige zomer maar dit kwam er nog altijd niet. Kennen jullie de culturele raad en maken jullie er deel vanuit? Ja ze maken er deel van uit maar ze weten amper waarom en waarvoor het dient. Voor het comiteit maakt de deelname aan de culturele raad geen verschil voor hun vereniging. Men kreeg de uitnodiging om in de culturele raad te zetelen via een brief waar men amper van verstond waarvoor het diende Kennen jullie de evenementenbrochure? Maken jullie hier gebruik van?
109
110 ja Kennen jullie de website in.wervik.be en maken jullie hier gebruik van? ja Maken jullie gebruik van de stedelijke infrastructuur? Waarom wel of waarom niet? neen OPMERKINGEN: De kosten van SABAM wegen zwaar door voor een wijkcomité Voordeel dat men met niemand hoeft rekening te houden binnen de werking Over een paar jaar werd er een aansluiting gevraagd voor een elektriciteitsverdeling. Dit kon niet verwezenlijkt worden volgens het bestuur. Men kon er wel plaatsen op de Balokken en op het Sint-Maartensplein. Eenmaal de verkiezingen aangebroken waren kon men dit wel. Ondertussen beschikt men over een elektriciteitverdeler waarvan men wel de helft moest betalen en zelf het verbruik moet betalen. Men benadrukt dat men te veel over en weer moet lopen om iets gedaan te krijgen vanuit de stadsdiensten. Men vertelde ook dat men normaal niets vraagt aan de stad maar wanneer men dat dan toch éénmalige deed het overkwam als was het te veel gevraagd. Om iets te bereiken binnen het stad moet je heel wat omwegen nemen om iets te bekomen.
110
111 II VERANTWOORDING 1 EURO- SUBSIDIE
Zoals vermeld in het cultuurbeleidsplan van de Stad Wervik spenderen we het grootste deel van de projectsubsidie, nl. 10.000 Euro aan de ondersteuning van vernieuwende en bijzonder projecten van onze socio-culturele verenigingen. Hieronder vindt de vier thema‟s waarvoor de verenigingen een aanvraag kunnen indien. In bijlage vindt u het reglement en het aanvraagformulier.
Initiatief Subsidie ter stimulering van drempelverlaging rond cultuur en integratie Projectsubsidie voor de creatie van bijzonder en vernieuwend socio-cultureel werk met de nadruk op risicovolle en ambitieuze projecten Subsidie ter stimulering rond socio-culturele educatieve initiatieven Projectsubsidie voor interdisciplinaire en „intra‟gemeentelijke samenwerking Totaal 10.000 Euro op het artikelnr. 762 07/332 -02 (subsidie voor bijzondere en vernieuwende projecten)
Daarnaast hebben we de invoer van een geautomatiseerd reservatiesysteem en de opbouw van een website wordt jaarlijks € 5.000 voorzien uit de € 1-subsidie van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de aankoop van een geautomatiseerd reservatiesysteem werd € 20.000 waarvan € 5.000 (subsidie) op het artikel 762/123-13 (werkingskosten informatica) voorzien. Voor de promotie rond de socio-culturele initiatieven wordt jaarlijks € 2.500 voorzien uit de € 1-subsidie van de Vlaamse Gemeenschap. Dit bedrag werd verdeeld onder de artikelnrs.762/123-06 (drukwerken en prestaties derden socioculturele activiteiten), nl. € 1.500 en 762/123-48 (andere kosten socio-culturele activiteiten), nl. € 1.000. Dit laatste werd zo opgemaakt door de Financiële dienst om opdrachten zoals invoegen van artikels op de stedelijke website, te kunnen bekostigen.
111
112
III STATUTEN CULTURELE RAAD
STEDELIJKE CULTURELE RAAD WERVIK Voorzitter: Lionel Brulez, Kattestraat 13, 8940 Geluwe, tel. 056/51.40.44 Secretariaat: Steven Masil -Speiestraat 16, tel. 056/30.01.18
[email protected] STATUTEN Erkenning Artikel 1: De volgende raad voor cultuurbeleid, hierna ook adviesraad genoemd, wordt erkend als adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 volgens de nadere voorwaarden bepaald in dit gemeenteraadsbesluit: - de stedelijke culturele raad. Doelstellingen Artikel 2: De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de stedelijke culturele raad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. Dit houdt in dat de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen voor de definitieve besluitvorming in dit orgaan de erkende raad om advies zullen vragen. De stedelijke culturele raad heeft als doel het bevorderen van een integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente. Om deze doelstelling te verwezenlijken zal hij : 1. de organisatie op zich nemen van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, inzonderheid bij de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan. 2. op vraag van het gemeentebestuur en op eigen initiatief adviezen uitbrengen over aangelegenheden die vallen onder de culturele materies bedoeld in artikel 4, 1° tot en met 16° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen met uitzondering van 7° (jeugdbeleid) en 9° (sport) indien de gemeente hiervoor een afzonderlijk adviesorgaan heeft opgericht;
112
113 Artikel 3: De stedelijke culturele raad heeft daarnaast als opdracht om het plaatselijke culturele werk te stimuleren door het tot stand brengen van overleg, coördinatie en samenwerking tussen enerzijds de culturele verenigingen en anderzijds belangstellende inwoners en de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, inzonderheid bij de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, te organiseren. Informatie-uitwisseling en overleg Artikel 4: Om de adviesfunctie van de erkende stedelijke culturele raad mogelijk te maken zal het gemeentebestuur aan de stedelijke culturele raad de agenda en het verslag van de gemeenteraad bezorgen, als voorzien in artikel 89 van de Nieuwe Gemeentewet. De schepen bevoegd voor cultuur zal op vraag van de stedelijke culturele raad mededeling geven van de agendapunten van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarover de raad adviesbevoegdheid heeft. Artikel 5: Wanneer het gemeentebestuur de adviesraad om advies vraagt, zal het bij de adviesvraag alle nodige informatie voegen. Tevens hebben de leden van de adviesraad het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht kan uitgeoefend worden via de gemeentelijke ambtenaar die toegewezen wordt aan de adviesraad. Wanneer de adviesraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan hij steeds informatie opvragen aan het college van burgemeester en schepenen, dat deze informatie zal ter beschikking stellen tenzij er wettelijke bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de adviesraad zullen binnen de tien dagen beantwoord worden door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen ofwel door de wettelijke bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen. Artikel 6: De algemene vergadering van stedelijke culturele raad zal tenminste tweemaal per jaar samenkomen om informatie uit te wisselen en overleg te plegen. Wanneer de stedelijke culturele raad het nodig acht, vraagt hij een afvaardiging van het college van burgemeester en schepenen op dit overleg. Advies vragen
113
114 Artikel 7: Het gemeentebestuur zal de adviesvragen steeds schriftelijk stellen met: 1. Een duidelijke omschrijving van de concrete vraag; 2. Opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de adviesgever moet rekening houden; 3. Opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zal de adviesraad steeds minimaal een termijn van vier weken geven te rekenen vanaf de datum van aankomst van de adviesvraag bij de adviesraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen de adviesraad en het gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden. Advies uitbrengen Artikel 8: De stedelijke culturele raad zal de adviezen die hij uitbrengt steeds schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van: 1. De wijze waarop het advies tot stand kwam met duidelijke opgave welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden; 2. De argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling in het advies; 3. Duidelijke weergave van het standpunt van de adviesraad met vermelding van afwijkende meningen of minderheidsstandpunten. De tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het College of de Gemeenteraad. Beantwoording van adviezen Artikel 9: Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van vier weken te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de stedelijke culturele raad. Indien de verdere behandeling van het dossier langere tijd vraagt, zal het gemeentebestuur binnen de vier weken een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de datum waarop een definitief antwoord aan de stedelijke culturele raad zal bezorgd worden.
114
115 Ondersteuning Artikel 10: Het gemeentebestuur zal de stedelijke culturele raad ondersteunen door: a. Op de gemeentelijke begroting jaarlijks een budget voor de financiering van de werking op te nemen, dat overgemaakt wordt voor de start van het seizoen (september). De controle op de aanwending van het budget zal gebeuren door het college van burgemeester en schepenen. De adviesraad zal jaarlijks aan het College van Burgemeester en Schepenen een jaarplan, een jaarverslag, een begroting en de rekeningen voorleggen. b. Administratieve en logistieke ondersteuning door de gemeentelijke diensten te verzorgen zoals de praktische organisatie van de vergaderingen, de verzendingen van de briefwisseling, het aanreiken van stramienen om adviezen te formuleren. De concrete uitwerking hiervan zal gebeuren door het College van Burgemeester en Schepenen na overleg met de erkende stedelijke culturele raad. Deze concrete uitwerking zal op schrift gesteld worden in de vorm van een ondertekende werknota tussen het College van Burgemeester en Schepenen en de stedelijke culturele raad. Samenstelling en werking van de stedelijke culturele raad Artikel 11 : De stedelijke culturele raad is samengesteld uit stemgerechtigde en niet stemgerechtigde leden. Artikel 12 : Stemgerechtigde leden zijn, zowel in het dagelijks bestuur als in de algemene vergadering, zoals bepaald in het decreet van 13 juli 2001, onder artikel 56 : 1. afgevaardigden uit alle culturele verenigingen en organisaties, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. 2. afgevaardigden uit alle culturele organisaties en instellingen die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. 3. deskundigen inzake cultuur, woonachtig in de gemeente Artikel 13 : Niet-stemgerechtigde leden :
115
116 De stedelijke culturele raad kan ten allen tijde waarnemende leden met raadgevende stem aanduiden. Waarnemende leden, zowel in het dagelijks bestuur als in de algemene vergadering, zijn : a. de gemeentelijke ambtenaar door het college van burgemeester en schepenen belast met het waarnemen van het secretariaat; b. cultuurbeleidscoördinator c. de gemeentelijke ambtenaren van publieke instellingen die op gebied van het cultuurbeleid actief zijn; d. deskundigen die niet het engagement aangaan om permanent lid te zijn van de cultuurraad maar wiens kennis over een bepaald dossier de adviesverlening kan verrijken e. de schepen voor cultuur. Artikel 14 : a. Een organisatie die lid van de stedelijke cultuurraad wenst te worden, dient een schriftelijke aanvraag te richten aan het bestuur van de stedelijke culturele raad. Indien ze beantwoordt aan de gestelde normen voor erkenning, kan ze toetreden tot de algemene vergadering. b. De afgevaardigden van de culturele organisaties worden in volle vrijheid aangeduid, door de betrokken vereniging, organisatie, instelling of dienst en moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: - actief betrokken zijn bij de werking van de organisatie waardoor ze worden aangeduid; - geen politiek mandataris zijn, in de ruimste zin van het woord (gemeenteraad én OCMW, provinciaal Vlaams, federaal of Europees niveau); - een engagementsverklaring (zie art. 7) voor de werking van de cultuurraad ondertekenen; - zij mogen niet meer dan één organisatie vertegenwoordigen. Procedure van samenstelling in de algemene vergadering Artikel 15 : a. Aan het begin van iedere legislatuur worden alle culturele organisaties die in aanmerking komen voor het lidmaatschap van de algemene vergadering aangeschreven met de vraag om hun afgevaardigde(n) aan te duiden. Deze afgevaardigden moeten voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 5. Voor de beëindiging van het derde kalenderjaar binnen de legislatuur, zal de procedure herhaald worden.
116
117 b. Aan het begin van iedere legislatuur wordt via verschillende informatiekanalen een oproep gelanceerd in de gemeente opdat deskundigen zich kandidaat zouden stellen als lid van de stedelijke culturele raad. Voor de beëindiging van het derde kalenderjaar binnen de legislatuur, zal de oproep herhaald worden. Kandidaten moeten voldoen aan volgende voorwaarden : - geen politiek mandataris zijn, in de ruimste zin van het woord (gemeenteraad én OCMW, provinciaal Vlaams, federaal of Europees niveau); - opgave van specifieke motivatie voor kandidaatstelling; - een engagementsverklaring van de werking van de cultuurraad ondertekenen; - woonachtig zijn in de gemeente. Artikel 16 : Alle stemgerechtigde leden van de stedelijke culturele raad worden gevraagd een engagementsverklaring voor de werking van de cultuurraad te ondertekenen waarin volgende elementen vastgesteld worden. a. Plichten van het stemgerechtigd lid : - onderschrijven van de doelstellingen van de stedelijke culturele raad en er zich toe te verbinden om actief mee te werken aan de realisering ervan; - het bijwonen van de vergaderingen van de stedelijke culturele raad. Indien dit onmogelijk is, is het lid gebonden zich uitdrukkelijk te verontschuldigen; - zich informeren over het cultuurbeleid door lectuur, door bijscholing en vorming, door contacten met organisaties en andere betrokkenen bij het cultuurbeleid; - bewijzen dat men actief wenst mee te werken aan de stedelijke culturele raad door ofwel een bestuursfunctie op te nemen ofwel door te participeren in minstens één werkgroep/commissie; - afgevaardigden van een vereniging, organisatie of instelling dienen hun achterban grondig te informeren over de werkzaamheden van de gemeentelijke culturele raad en ook geregeld overleg te plegen in functie van het opsporen bij de eigen organisatie van behoeften, ideeën en verwachtingen inzake cultuurbeleid. b. Rechten van het stemgerechtigd lid : - spreekrecht op alle vergaderingen van de stedelijke culturele raad; - stemrecht in de algemene vergadering;
117
118 - inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de stedelijke culturele raad; - gebruik maken van het budget van de stedelijke culturele raad voor het volgen van studiedagen en vormingscursussen in functie van het verbeteren van de werking van de gemeentelijke culturele raad, en volgens de nadere voorwaarden bepaald in een intern reglement. Einde mandaat Artikel 17 : a. Door het intrekken van hun opdracht door de organisatie, vereniging of instelling welke zij vertegenwoordigen. Deze intrekking moet schriftelijk en gemotiveerd aan het bestuur van de stedelijke culturele raad worden toegezonden. b. Door het ontslag van de betrokkenen zelf uit de stedelijke culturele raad of uit de organisatie. Dit ontslag moet schriftelijk meegedeeld worden door de betrokkene of door de organisatie. c. Door drie opeenvolgende ongemotiveerde afwezigheden. Het bestuur van de gemeentelijke culturele raad zal de afwezigheden vaststellen en het ontslag meedelen aan de organisatie en de algemene vergadering aan de voorzitter van de Culturele Raad. Structuur Artikel 18 : De algemene vergadering komt ten minste twee maal per jaar samen. De algemene vergaderingen zijn openbaar. De agenda en vergaderdatum en – plaats worden ruim bekend gemaakt in de gemeente. Documenten en verslagen zijn steeds ter inzage bij de gemeentelijke cultuurdienst binnen de veertien dagen na de vergaderingen.Verslagen en adviezen worden via verschillende kanalen bekendgemaakt in de gemeente. De verslagen liggen ter inzage in de Stedelijke Plaatselijke Openbare Bibliotheek (hoofdbibliotheek en filiaal). Artikel 19 : De algemene vergadering kan opgesplitst worden in secties. Er kunnen secties per werksoort, per territoriale geleding evenals studiecommissies en werkgroepen opgericht worden. Artikel 20 : De algemene vergadering kiest om de drie jaar een bestuur van minimum acht leden.
118
119 Artikel 21 : Om een geldige stemming te kunnen houden in de algemene vergadering moet tenminste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Voor de wijziging van de statuten moeten minstens de ½ van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan deze voorwaarde voldaan is, beslist de vergadering, ongeacht het aantal aanwezigen over de wijziging van de statuten. Artikel 22 : Alle beslissingen worden opgenomen met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden, behalve een wijziging van de statuten, waarover minstens de ½ van de stemgerechtigde leden zich moeten uitspreken. NAMENS DE GEMEENTERAAD : De Stadssecretaris (get.), De Burgemeester (get.), Ph. VERRAES J. GOOS VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT : De Stadssecretaris, De Burgemeester, Ph. VERRAES J. Goos
119
120 LITERATUURLIJST
ANCIAUX, B., z.j., Beleidsnota 2004-2009 Cultuur, Brussel, Vlaamse Regering
BAILLEUR, L., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 2 april 2007
BELLEKENS, E., e.a., z.j., Een blik op het verenigingsleven. De verenigingscirkel, z.u.
BILLIAU, D., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 14 mei 2007
COLPAERT, J., e.a., 2006, Veel leven in de brouwerij een onderzoek naar de werking en positionering van cultuur- en gemeenschapscentra in Vlaanderen, Brussel, Cultuur Lokaal
CULTUUR LOKAAL, 2005, Verzameld Werkt Cultuurcentra en gemeenschapscentra in Vlaanderen en Brussel, Brussel, Cultuur Lokaal
CULTUUR LOKAAL, 2006, Traject cultuurbeleidplanning, oktober 2006-april 2007, Brussel, Cultuur Lokaal
CULTUUR LOKAAL, 2006, Help! Ik organiseer stad Wervik, Brussel, Cultuur Lokaal
CULTUUR LOKAAL, 2005, Help! Ik organiseer gemeente Bierbeek, Brussel, Cultuur lokaal
DE LAETER, D., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 10 april 2007
DELVA, D.D, Internet, 2 maart 2007 (www.wervik.be)
120
121 DEKEYSER, L., e.a., 1996, Sociaal-cultureel werk in Vlaanderen, Leuven, Apeldoorn-Garant, tweede druk
DE PAUW, W., 2005, Minister Dixit, Antwerpen, Apeldoorn-Garant
DE RAEYMAECKER, P., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 26 maart 2007
DEVREKERE, C., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 6 april 2007
DILLEMANS, R., e.a., 2005, Wegwijs Cultuur, Leuven, Davidsfonds
ELCHARDUS, M., e.a., Jongeren in cijfers en letters, studienamiddag, Brussel, 20 maart 2007
GEMEENSCHAPSCENTRUM WERVIK FORUM, 2005, jaarverslag 2004, Wervik
Internet, 4 maart 2007 (www.cultuurlokaal.be)
Internet, 6 maart 2007 (www.fov.be)
Internet, 13 maart 2007 (http://nl.wikipedia.org)
KONING BOUDEWIJNSTICHTING, 2005, Het verenigingsleven in België een kwantitatieve en kwalitatieve analyse, Brussel, Peters nv
KONING BOUDEWIJNSTICHTING, e.a., 2006, Participatieve methoden. Een gids voor gebruikers, Brussel, Vlaams Parlement.
121
122 LAMARCQE, D., e.a., 1996, De taalgrens van de oude tot de nieuwe Belgen, Leuven, Davidsfonds
LEMAHIEU, T., z.j., Werkterreinen sociaal cultureel werk, Kortrijk, Hogeschool West-Vlaanderen departement Hiepso
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 17 november 2006
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 23 november 2006
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 7 maart 2007
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 20 maart 2007
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 27 maart 2007
LEMAHIEU, T., mondelinge mededeling, formeel gesprek, 8 april 2007
LESAGE, D., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 16 mei 2007
MASIL, S., 2004, Cultuurbeleidsplan Stad Wervik 2004-2007, Wervik, Cultuurdienst
MASIL, S., z.j., Inventaris van de socio-culturele verenigingen van de Stad Wervik, Wervik, z.u.
MASIL, S., Actiepunten voor 2005, Wervik, 2004 (niet gepubliceerde uitgave)
MASIL, S., Actiepunten voor 2006, Wervik, 2005 (niet gepubliceerde uitgave)
MASIL, S., Werkingsverslag van het werkjaar 2005, Wervik, 2005 (niet gepubliceerde uitgave)
MASIL, S., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, meerdere data 122
123
MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET DECREET van 13 juli 2001 betreffende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. Internet, 11 januari 2007 (http://www.wvc.vlaanderen.be/lokaalcultuurbeleid/regelgeving/index.htm)
SOCIUS, Gegevens 05. Brussel, Steunpunt voor Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk vzw, 2007 (niet gepubliceerde uitgave)
STADSBESTUUR WERVIK, 2005, informatiegids-Stad Wervik, Wervik, z.u.
STADSBESTUUR WERVIK, 2004, Gemeentelijk behoefteonderzoek ouderen, Wervik (niet-gepubliceerde uitgave)
VANDEN BROELE, R., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 7 mei 2007
VERMEULEN, D., Mondelinge mededeling, formeel gesprek, 7 mei 2007
VLAAMSE OVERHEID, 2006, Jaarboek 2004/05 cijfers en tekst bij begrotingsprogramma 45.2-Volksontwikkeling en bibliotheken, Brussel, Vlaams Parlement
YIELD SOLUTIONS, Financieel rapport Wervik en Geluwe, 6 december 2004 (niet gepubliceerde uitgave)
123