Inhoudsopgave
Voorwoord
2
Pedagogische visie
2
Praktische informatie algemeen
7
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
1 / 19
v1
Voorwoord Dit is het pedagogisch plan van Mini Stek. De pedagogische visie is de basis voor het handelen van de pedagogisch medewerkers van Mini Stek. Het pedagogisch beleid en de werkwijze die daaruit voortvloeit gaat in op specifieke momenten tijdens de opvang die van belang zijn voor het waarborgen van de kwaliteit. De daaropvolgende praktische informatie heeft betrekking op de verschillende locaties en groepen van Mini Stek.
Pedagogische visie De opvoeding van kinderen ligt in eerste instantie bij de ouders. Wanneer ze hun kind(eren) op laten vangen, delegeren ze een deel van die verantwoordelijkheid aan de kinderopvang. Daarom is het voor ouders van belang dat ze vertrouwen hebben in de kwaliteit van de opvang. Ze moeten met een gerust hart aan het werk kunnen gaan en ervan overtuigd zijn dat hun kinderen bij de opvang in goede handen zijn. De Wet kinderopvang vereist dat iedere organisatie dit door middel van een pedagogisch beleid voor ouders inzichtelijk maakt. Het pedagogisch beleid is een essentieel onderdeel van ons kwaliteitsbeleid. In ons pedagogisch beleidsplan maken we duidelijk wat de basis is van de wijze waarop wij de kinderen opvoeden. Daarnaast streven we ernaar om in de praktijk voortdurend met ouders in gesprek te blijven over de benadering van hun kind. We wisselen met hen uit hoe zij met het kind omgaan, waar het kind zich prettig bij voelt en hoe het daarbij het beste tot zijn recht komt. Op deze manier sluit onze manier van opvoeden zo goed mogelijk aan bij die van de ouders.
• • • •
De overheid verstaat in de Wet kinderopvang onder kwaliteit in de opvang: ‘Verantwoorde opvang is kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving’. Uitgangspunt vormen daarbij de vier opvoedingsdoelen, zoals die door professor RiksenWalraven zijn geformuleerd: het bieden van emotionele veiligheid kinderen de gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties kinderen de gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties kinderen de kans bieden om zich de waarden en normen van de samenleving eigen te maken Wij vertalen die opvoedingsdoelen als volgt in onze pedagogische visie ‘Positief opvoeden’: Het bieden van emotionele veiligheid Dit is de meest basale doelstelling voor alle vormen van kinderopvang. Die veiligheid hangt samen met vaste, betrokken groepsleiding. Kinderen moeten zich geaccepteerd voelen door de groepsleiding om zich op hun gemak te voelen en zich te kunnen hechten. Belangrijk zijn ook de vaste groepsgenootjes. Binnen die vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Daarnaast kan de inrichting van de groepsruimte een bijdrage leveren aan een gevoel van geborgenheid. De gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Kinderen krijgen in hun ontwikkeling steeds meer grip op de omgeving. Door veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit te ontwikkelen is een kind in staat om problemen aan te pakken en zich goed aan te passen aan de omstandigheden die veranderen. Ontdekken en spelen zijn hier erg belangrijk in. De inrichting van de ruimte, het aanbod van spelmateriaal en de geboden activiteiten vormen daar één factor in, de
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
2 / 19
v1
vaardigheden van de groepsleiding een andere. Medegroepsgenootjes zijn daarbij onmisbaar. In een stabiele groep kunnen kinderen goede relaties opbouwen en dat bevordert de kwaliteit van het spelen. Gelegenheid geven sociale competenties te ontwikkelen. Kinderen ontwikkelen sociale vaardigheden. Ze leren zich in een ander te verplaatsen, communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen en zich verantwoordelijk te voelen in relaties met anderen. In de interactie met leeftijdsgenootjes en het deel uit maken van een groep ontwikkelen kinderen die sociale competenties. De pedagogisch medewerker is hierin een rolmodel voor de kinderen. De kans om zich waarden en normen eigen te maken. Kinderen leren zich sociaal acceptabel te gedragen. Spelenderwijs proberen we ze bij te brengen hoe ze kunnen functioneren in een groter geheel; in de groep, bij Mini Stek en in de maatschappij. De groepsleiding laat de kinderen kennis maken met grenzen, normen en waarden maar ook met de gebruiken en omgangsvormen in onze samenleving. De pedagogisch medewerker geeft het voorbeeld in deze regels en afspraken. De pedagogische middelen die Mini Stek inzet om deze opvoedingsdoelen te realiseren zijn: Interactievaardigheden Organisatie van de groep Dagritme Kinderparticipatie Spel en activiteiten begeleiding De inrichting en het gebruik van de ruimte Welbevinden van het kind Samenwerken met de omgeving 1 Interactievaardigheden De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat zij het kind zien zoals het is. Dit doen zij door bijvoorbeeld ieder kind persoonlijk te begroeten en bij naam te kennen. Ook door interesse te tonen in wat het kind vertelt en het aan te moedigen om verder te vertellen. Het kind wordt daarmee in staat gesteld een relatie op te bouwen met de eigen groepsleiding en zich thuis te voelen op de groep. Ook al zijn er persoonlijke verschillen bij de groepsleiding de kern van de pedagogische benadering blijft hetzelfde. Die kern betreft de wijze waarop een kind wordt aangesproken, getroost, aangemoedigd en bevestigd. Dit geldt ook voor de wijze waarop wordt gereageerd op emoties en ervaringen van het kind en respect wordt getoond voor de autonomie van het kind. De pedagogisch medewerkers proberen de balans aan te houden tussen beschermen en loslaten. Ieder kind krijgt de verantwoordelijkheid passend bij zijn ontwikkelingsfase. Het is de taak van de groepsleiding om te zorgen dat er op de groep een sfeer heerst waar iedereen zich op zijn gemak voelt. De pedagogisch medewerkers gaan in op de initiatieven van een kind, stimuleren vriendschappen en het samenwerken met andere kinderen. Dit doen zij vanuit een positieve focus op gedrag. De pedagogisch medewerkers bemiddelen bij conflicten, hierin stellen zij zich onpartijdig op en begeleiden zij de kinderen tot de oplossing. De kinderen worden gestimuleerd om het conflict naar eigen inzicht op te lossen. De pedagogisch medewerkers bieden structuur en grenzen zodat kinderen hun gedrag en impulsen leren beheersen. Zij leren de kinderen om naar elkaar te luisteren en mee te denken over de huisregels met betrekking tot pesten, conflicten en gezamenlijke momenten. De pedagogisch medewerker van Mini Stek gebruikt als basis in de communicatie met de kinderen de interactie cirkel zie hiervoor de bijlage. 2. Organisatie van de groep Vaste en vertrouwde groepsleiding is naar onze mening de basis voor de emotionele veiligheid van een kind. De pedagogisch medewerkers werken aan een positieve Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
3 / 19
v1
groepssfeer door een voorbeeld te zijn, door vriendschappen te bevorderen en bestaande te respecteren, door aandacht te hebben voor nieuwe kinderen in de groep en door in te spelen op de belevingswereld van het kind. Dit doen de pedagogisch medewerkers door het aanbieden van leeftijds- en interesse gerichte activiteiten en spelmateriaal. Kinderen worden gestimuleerd om mee te doen aan activiteiten maar hebben altijd een eigen keuze. Kinderen bij Mini Stek hebben een vaste groep op een vaste dag. 3. Dagritme De pedagogisch medewerker zorgt voor een duidelijk dagritme. De vaste elementen in de dag zoals binnenkomst, eten en drinken, vrij spelen en buiten spelen, georganiseerde activiteiten, opruimen en aan het afscheid nemen, gaan allen volgens een vast patroon. Dit geeft kinderen duidelijkheid, houvast en een veilig gevoel. 4. Kinderparticipatie De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat ieder kind een stem heeft. Bij de baby’s betekent dit dat er oogcontact wordt gemaakt met de kinderen en dat er duidelijk wordt aangegeven aan het kind wat er gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: ’Ik zie dat je een snotneus hebt, ik ga even je neus afvegen.’ Vanaf de peuterleeftijd worden kinderen betrokken in de activiteitenplanning voor de dag. Naarmate het kind ouder wordt, wordt de inspraak groter. De pedagogisch medewerker handelt kindgericht en is alert op de signalen die het kind geeft. 5. Spel- en activiteitenbegeleiding Kinderen spelen om te leren. Het maakt dat zij vaardigheden kunnen oefenen en daar plezier in blijven houden ook al gebeurd het met vallen en opstaan. De pedagogisch medewerkers bieden de kinderen activiteiten aan die passen bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau. Daarnaast hebben zij aandacht voor de persoonlijke competenties van een kind. De kinderen worden gestimuleerd tot meedoen maar er blijft ruimte voor eigen initiatief en ideeën. Wel of niet deelnemen aan de activiteit is altijd de keuze van het kind. Zo leert een kind keuzes maken, te experimenteren en wordt het uitgedaagd om samen te spelen en nieuwe vrienden te maken. Iedere dag kan een kind deelnemen aan een van te voren voorbereide activiteit. Er is variatie in activiteiten wat betreft binnen en buitenspel, sportactiviteiten of creatieve activiteiten. Zo kan een pril talent bij het wat oudere kind, ontdekt en gestimuleerd worden. 6. Inrichting en het gebruik van de ruimte Elke groep heeft zijn eigen groepsruimte. De groepsruimtes zijn ingericht in aparte speelhoeken zodat de kinderen geconcentreerd kunnen spelen zonder elkaar te storen De inrichting van de ruimte en het spelmateriaal is aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Er wordt evenwicht geboden tussen veiligheid en uitdaging en er zijn duidelijke afspraken en instructies over het gebruik van de ruimte. Kortom er zijn volop mogelijkheden om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen en te oefenen. Door de variatie in mogelijkheden kunnen kinderen afhankelijk van de activiteit met verschillende groepsgenootjes optrekken en daarin experimenteren in hun sociale gedrag. Heldere regels en de handhaving ervan leren een kind hoe je met andere kinderen, het spelmateriaal en de ruimte omgaat. Het aanbod van spelmateriaal is gevarieerd en in ruime mate aanwezig. Het past bij de leeftijd van de kinderen. De groepsleiding zoekt de juiste balans tussen aan de ene kant nieuwe en uitdagende activiteiten, en aan de andere kant de capaciteiten en interesses van het kind, zodat de emotionele veiligheid van het kind wordt bevorderd. Het biedt ze kansen om iets te leren, iets te overwinnen en hun zelfredzaamheid te ontwikkelen. Kinderen spelen individueel en gezamenlijk. In het gezamenlijke spel oefenen ze hun sociale competenties. Tijdens het spelen verplaatsen ze zich in rollen uit het dagelijkse leven. Een manier om je de normen en waarden van een samenleving eigen te maken.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
4 / 19
v1
7. Welbevinden van het kind Regelmatig wordt er door pedagogische medewerkers gekeken naar het welbevinden van het kind binnen de groep. Sluit onze opvang aan op de behoefte van het kind? Voelt het kind zich op z’n plek? Dit zijn vragen die de pedagogisch medewerker zich onder andere stelt. In de overdracht met ouders wordt hier over gesproken en minimaal eens per jaar wordt dit schriftelijk vastgelegd. De uitkomsten worden geëvalueerd en meegenomen in de veranderingen. Op deze manier blijven de behoefte van ouders en kinderen en het aanbod van Mini Stek op elkaar afgestemd. 8. Samenwerken met de omgeving Ouders zijn onze belangrijkste samenwerkingspartners. De pedagogisch medewerkers zorgen in de samenwerking met de ouders voor een fijne relatie waarin het welbevinden van het kind centraal staat. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de faciliteiten in de wijk. Voor de BSO kinderen worden er activiteiten georganiseerd met lokale organisaties en het kinderdagverblijf gaat op stap naar de speeltuin of bijvoorbeeld bibliotheek in de buurt. Ook de basisscholen zijn belangrijke samenwerkingspartners. 9. De interactiecirkel De basis van communicatie is het uitwisselen van contactinitiatieven en contactbevestigingen. Kinderen nemen voortdurend initiatieven om in contact te komen met de mensen om hen heen. Ze hebben behoefte aan een omgeving die belangstellend is en op hen reageert. Het is belangrijk als pedagogisch medewerk(st)er om die contactinitiatieven te herkennen, want dan kun je er goed op reageren. Het is de taak van de pedagogisch medewerk(st)er om te zorgen dat er op de groep een sfeer heerst waar iedereen zich op zijn gemak voelt. De pedagogisch medewerk(st)er helpt kinderen hun persoonlijke competenties te ontwikkelen. De medewerk(st)er gaat in op initiatieven van een kind, stimuleert en bevestigt daarbij. Door het stimuleren van vriendschappen en samenwerken met andere kinderen wordt aan de ontwikkeling van sociale competenties gewerkt. De pedagogisch medewerk(st)er gaat bewust om met conflicten tussen de kinderen en laat zien hoe je die voorkomt of oplost. De rol is sturend en ondersteunend. Met betrekking tot waarden en normen gaat het om heel basale omgangsvormen als: elkaar met de naam aanspreken, op je beurt wachten, niet door elkaar heen praten. Daarnaast zijn er de omgangsregels over conflicten en pesten.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
5 / 19
v1
Contactinitiatief De start, Het kind doet / zegt iets
Waarnemen = •
Wat hoor ik?
•
Wat zie ik?
Waarnemen doe je met je ogen en oren, niet met je oordeel!
Afsluiting Benoemen Wat zie je, wat hoor je?
=
Ontvangstbevestiging De ander voelt zich gehoord, gezien en de oren openen!
Uitwisseling Grenzen stellen Onderhandelen Gesprek voeren
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
6 / 19
v1
Praktische informatie algemeen Kinderdagverblijven en BSO Mini Stek richt zich met haar opvang op de wijk. Dit betekent dat kinderen met elkaar optrekken van de start op het dagverblijf tot het einde van de basisschool. Mini Stek kiest bewust voor opvang in leeftijdsgroepen. Zo kunnen we een structuur bieden die bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen hoort. Daardoor krijgen de baby’s rust en de tieners juist de ruimte om zich verder te ontwikkelen. De groepsruimten zien er gezellig uit en er is meer dan voldoende spelmateriaal aanwezig. De sfeer is huiselijk. Als kleinschalige organisatie kunnen we slagvaardig werken. Directie en leidinggevenden zijn zichtbaar voor ouders. Kinderen zijn bij Mini Stek geen nummers, maar bekende gezichten. Kinderdagverblijf Hokus Pokus en Mikado liggen naast elkaar. Hokus Pokus heeft vijf groepen. Hier zijn twee babygroepen, een dreumesgroep, een peutergroep en een halfverticale groep. Op Mikado is een babygroep (groep paars) en twee halfverticale groepen. (Groep rood en groep Groen). Kinderdagverblijf Biebelebons is samen met BSO MikMak Buiten gevestigd op de Voorveldselaan, bij USV Hercules. Biebelebons heeft één half-verticale groep en één babygroep. De BSO heeft vestigingen in de wijk Tuindorp en Voordorp en is opgedeeld in twee clusters, Cluster Tuindorp en een Cluster Oost. Cluster Tuindorp: De Vierjarigen MikMak, Kleuter MikMak, Kleine MikMak en Tussen MikMak zijn gevestigd op de van Bemmelenlaan, in de OBS Tuindorp. Twee groepen zijn gevestigd in de Regenboogschool op de Regentesselaan, de Grote MikMak en de Achtplus. Op de prof. Suringarlaan is de Super MikMak gevestigd, met hier de Super MikMak en de Super Mikmak Plus. Cluster Oost: Op de Wevelaan zijn drie groepen gehuisvest, MikMak Oost Klein, MikMak Oost Groot en MikMak Oost Super. MikMak Buiten is verdeeld in drie groepen, MikMak Buiten Klein, MikMak Buiten Midden en MikMak Buiten Groot. In de afzonderlijke werkplannen is de maximale groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de verschillende groepen terug te vinden. Het aantal pedagogisch medewerkers dat we inzetten is conform de norm. Indien er meer kinderen geplaatst worden op een groep dan de reguliere planning, wordt er een extra pedagogisch medewerker ingezet. Hierbij wordt altijd rekening gehouden met de wettelijk vastgestelde maximale groepsgrootte. Afwijkingen van de gehanteerde leeftijdsgrenzen van de groepsindeling zijn mogelijk, afhankelijk van de ontwikkeling van het kind en de doorstroming in de groepen. Ouders worden via periodieke nieuwsbrieven geïnformeerd over het reguliere personeelsrooster. Openingstijden/ brengen en halen Om zoveel mogelijk rust op de groepen te waarborgen en voldoende tijd te hebben om activiteiten met de kinderen te doen, zijn er vaste breng- en haaltijden. De deuren gaan open om 7.30u en u kunt de kinderen brengen tot 9.30 uur. Vanaf 16.00u bent u weer welkom en om uiterlijk 18.15u draagt de groepsleiding de verantwoordelijkheid aan de ouder over. Dan is er nog tijd voor een overdracht en kunnen de deuren om 18.30 uur worden gesloten. In overleg met de pedagogisch medewerkers kan hiervan (binnen de openingstijden) worden afgeweken. Als u zelf niet in staat bent om uw kind te halen, dan dient u dit aan de
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
7 / 19
v1
pedagogisch medewerkers van uw kind te melden. Zonder toestemming van de ouder(s) geven wij een kind niet mee. Wachtlijstbeleid, wisselen van dagen Mini Stek hanteert interne en externe wachtlijsten. Op de interne wachtlijst van de dagverblijven staan alleen broertjes en zusjes van reeds op de dagopvang geplaatste kinderen. Op die van de buitenschoolse opvang staan alle kinderen van de dagverblijven en broertjes en zusjes van reeds geplaatste kinderen. Daarnaast is er voor beide opvangsoorten een interne wachtlijst met alle mutatieverzoeken van reeds geplaatste kinderen. Het structureel wisselen van dagen is vrijwel onmogelijk. De groepen op Mini Stek zijn maximaal bezet. Het is de keus van Mini Stek om de instroom van broertjes en zusjes voor te laten gaan op de interne wachtlijst voor verandering van dagen. Wij vinden het onwenselijk om tweede en volgende kinderen met een onduidelijk perspectief op de wachtlijst te plaatsen. Dat beleid zorgt er echter voor dat met name de populaire dagen (maandag, dinsdag en donderdag) blijvend bezet zijn. Ouders moeten er dus op rekenen dat plaatsing op een woensdag (of vrijdag) zelden omgezet kan worden in een andere dag van de week. Wisselen wordt nog gecompliceerder als het om meer kinderen uit een gezin gaat. Om organisatorische redenen is het niet mogelijk om compensatie te krijgen voor de dagen dat Mini Stek gesloten is. Dit geldt ook voor dagen waarop Mini Stek gesloten is. Plaatsingen en opzegtermijn Plaatsingen zijn mogelijk per de eerste of de 16e van de maand. Opzeggen is mogelijk voor de 1e of 16e van de maand. Als de dagopvang stopt bij het bereiken van de vierjarige leeftijd, (een kind gaat niet naar één van de BSO vestigingen van Mini Stek) hoeft er niet opgezegd te worden. Het contract eindigt in dat geval bij de vierde verjaardag. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren per e-mail of met een mutatieformulier. Met uitzondering van de tussenschoolse opvang hanteren we voor alle andere vormen van opvang een opzegtermijn van een maand. Ruilen van dagen en extra dagen Er bestaat de mogelijkheid om een dag te ruilen of een extra dag opvang aan te vragen. Aanvragen hiervoor gaan per mail. Extra dagen of ruildagen kunnen niet eerder dan twee weken (of korter van te voren), worden toegekend. De leidinggevende kan uitsluitsel hierover geven. Ruildagen zijn alleen mogelijk in dezelfde week of de week voor of na de aanvraag mits de groepsgrootte en groepssamenstelling het toelaat. Ruilen met een vrije dag zoals een sluitingsdag van Mini Stek of een wettelijke vrije dag ( Pasen, Pinksteren, Kerst etc.) is niet mogelijk. Een extra dag kan alleen toegekend worden als de groepsgrootte en groepssamenstelling dit toelaat. In de praktijk betekent dit vaak dat pas bij een afmelding van een ander kind, toekenning voor uw kind zal volgen. Op de BSO is het bij een contract exclusief vakantieopvang op jaarbasis mogelijk om 2 dagen extra opvang in de vakanties aan te vragen. Ook deze toekenning is afhankelijk van groepssamenstelling en groepsgrootte maar ook van de activiteit van de dag. Soms is een ruildag of extra dag niet mogelijk op de eigen groep, maar wordt naar mogelijkheden op een andere groep gekeken. Dat biedt meer mogelijkheden en dus service aan ouders. Voor babygroepen vinden we dat niet wenselijk. Het is ter beoordeling van de ouder, leidinggevende en vaste pedagogisch medewerker of het kind eventueel ook in een andere groep opgevangen kan worden. Dat kan alleen indien ouders hier toestemming voor geven.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
8 / 19
v1
Gedragscode Kinderopvang Mini Stek Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij een respectvolle en positieve basishouding hebben. Open communicatie, klantvriendelijkheid, toegankelijkheid en professionaliteit staan bij ons hoog in het vaandel. Alle medewerkers, stagiaires en directie houden zich aan de Gedragscode van Kinderopvang Mini Stek. Deze gedragscode geeft richting aan het handelen van de medewerkers en versterkt onze identiteit als organisatie. Een respectvolle en klantvriendelijke houding komt naar voren in de manier waarop wij communiceren met kinderen, ouders en collega’s. Ook een juiste uitstraling van de locaties en de manier waarop medewerkers zichzelf presenteren, gedragen, kleden en verzorgen draagt hiertoe bij. Open communicatie betekent ook dat wij elkaar (en indien nodig ouders) aanspreken op ongewenst of ongeoorloofd gedrag. Zo zorgen wij met elkaar voor een (werk)omgeving waarbij vertrouwen en wederzijds respect vanzelfsprekend zijn. De gedragscode en beroepscode van kinderopvang Mini Stek zijn terug te vinden op de website. Het vierogen principe op de kinderdagverblijven Vanaf 1 juli 2013 is het vierogen principe verplicht op de kinderdagverblijven. Dit houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. De commissie Gunning heeft onderzoek gedaan naar de Amsterdamse zedenzaak. Doel was onder meer om vanuit deze gebeurtenissen lessen te trekken om te borgen dat kinderen in een fysiek en emotioneel veilige omgeving worden opgevangen. Wij vinden het onze verantwoordelijkheid deze lessen ter harte te nemen, elk kind heeft immers het recht zich te ontwikkelen in een veilige omgeving. De conclusies en aanbevelingen in dit rapport zijn dus ook voor Mini Stek van belang. Een uitgebreide reactie van Mini Stek op het rapport Gunning is terug te vinden op de website. Dit is eveneens besproken met de ouderraden. Het vier ogen principe is bedoeld om de veiligheid in de kinderopvang te vergroten. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. Op alle vestigingen werken minimaal twee medewerkers. Medewerkers kunnen bij elkaar op de groep naar binnen kijken, meeluisteren, of binnenlopen en er zijn extra babyfoons aangeschaft voor op de slaapkamers. Als organisatie willen we alle mogelijkheden benutten om met de kinderen naar buiten te kunnen gaan. Bijvoorbeeld door met een tweelingbuggy naar de bakker te wandelen, of met een groepje kinderen een tochtje met bolderkar of Stint door de wijk te maken. Een pedagogisch medewerker zorgt er voor dat zij ook op straat altijd door anderen kan worden gezien als zij met een kind (of een paar een paar kinderen) op pad gaat. Het is van te voren duidelijk waar de pedagogisch medewerker naar toe gaat. Een pedagogisch medewerker begeeft zich niet op plekken waar zij niet door anderen kan worden gezien. Tijdens een rondleiding komt het vierogen principe en de wijze waarop Mini Stek hier invulling aan geeft aan de orde. Tijdens de intake wordt het nogmaals besproken. Verder hanteert Mini Stek de landelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Beleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid In verband met de veiligheid is het belangrijk dat de deuren goed worden gesloten. Het is onze, maar ook uw zorg, dat kinderen niet de kans krijgen naar buiten te glippen en vreemden ongezien de vestigingen binnenkomen. Ieder jaar wordt op alle vestigingen een risico-inventarisatie gemaakt op het gebied van veiligheid en gezondheid. Aan de hand hiervan worden huisregels en afspraken met de teams besproken en zo nodig aangescherpt. Een exemplaar ligt op iedere vestiging ter inzage. Alle medewerk(st)ers zijn op de hoogte van de inhoud van deze risico-inventarisatie. Medewerkers volgen ieder jaar een cursus kinder-EHBO en BHV. Ontruimingsoefeningen worden minimaal eenmaal per jaar gedaan. In geval van calamiteiten kan er een beroep worden gedaan op medewerkers van andere vestigingen van Mini Stek.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
9 / 19
v1
Ziekte In een groep waar kinderen met elkaar spelen, is de kans op infectie groter. Mini Stek neemt waar mogelijk maatregelen op het gebied van preventie. De richtlijnen van de GG en GD dienen als uitgangspunt. Op de groepen hangen thermometers en hygrometers om het binnenklimaat in de gaten te kunnen houden. Daarnaast zijn er afspraken t.a.v. hygiëne en ventilatie. Het is natuurlijk ook mogelijk dat een kind op de opvang ziek wordt. Wanneer bij de pedagogisch medewerk(st)ers de indruk bestaat dat een kind zich niet lekker voelt wordt, in overleg met de leidinggevende, contact opgenomen met de ouders. Wat voor een indruk maakt het kind? Moet het kind eerder opgehaald worden? Op dat moment wordt samen bekeken hoe er verder gehandeld wordt. Wanneer een kind ziek is en niet naar de opvang komt, moet dit tijdig gemeld worden op de betreffende vestiging. Er wordt een mededeling opgehangen, wanneer er een uitbraak is van een besmettelijke ziekte. Gedacht kan worden aan de waterpokken e.d. Het kan in spoedgevallen noodzakelijk zijn medische hulp in te roepen door met een kind naar de Eerste Hulp van het Diaconessenhuis te gaan. In dat geval wordt direct contact opgenomen met (één van) de ouders. Verstrekken van medicijnen Het kan voorkomen dat ouders de pedagogisch medewerk(st)ers vragen hun kind medicijnen te geven. Medewerkers hebben geen verpleegkundige achtergrond. Wel beschikt iedere medewerker over een kinder-EHBO en reanimatiediploma. Jaarlijks biedt Mini Stek de gelegenheid deze kennis “up-to-date” te houden. De pedagogisch medewerkers zullen hun uiterste best doen tegemoet te komen aan het verzoek. De verantwoordelijkheid blijft ten alle tijde bij de ouders liggen. Medicijnen worden alleen door een vaste medewerker en in het bijzijn van een collega. gegeven. Stagiaires en invalkrachten mogen geen medicatie verstrekken. De leidinggevende is er van op de hoogte wanneer een kind medicijnen krijgt. Ouders dienen duidelijke instructies te geven hoe, en op welk moment de medicijnen moeten worden toegediend, wat de dosering moet zijn en waar de medicijnen bewaard moeten worden. Hiervoor wordt een toestemmingsformulier ingevuld door de ouders. De kindgegevens, zoals telefoonnummers van de ouders en huisarts moeten actueel zijn, zodat ze voor advies bereikbaar zijn in geval van complicaties. Ook de bijsluiter dient te worden meegegeven. In overleg met ouders geven we paracetamol ter bestrijding van koorts mits ouders hebben toegezegd dat ze hun kind binnen een uur op komen halen. Medische handelingen De Wet BIG is van toepassing op medische handelingen die beroepsmatig worden verricht. Volgens deze wet is een pedagogisch medewerk(st)er niet bevoegd om medische handelingen uit te voeren. Als dit toch nodig blijkt, dan zal de directie per geval beslissen of aan dit verzoek gehoor kan worden gegeven. Hierbij worden de regels uit de Wet BIG gevolgd. In noodsituaties wordt iedereen geacht naar beste vermogen te handelen. In dat geval is er sprake van overmacht en levert het verlenen van hulp door medische handelingen geen strafbaar feit op. Overige richtlijnen m.b.t. ziekte op het kinderdagverblijf Als een kind ziek is, hoort het niet thuis op het kinderdagverblijf. Dat is het geval als: - de koorts 38,5 C of hoger is - het kind ernstige diarree heeft
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
10 / 19
v1
Voor (onduidelijke) ziektebeelden met huiduitslag hanteren we de richtlijnen van de GG & GD en blijft daarnaast het criterium: verhoging Observaties Mini Stek vindt het belangrijk om het welbevinden van alle kinderen goed in het oog te houden. Alle kinderen worden jaarlijks geobserveerd. Aan de hand van de observatiemethode wordt onderzocht of ieder kind zich prettig voelt; bekeken wordt of de kinderen zich “welbevinden” in het pedagogische klimaat. Als daar aanleiding toe is kan besloten worden om de werkwijze beter af te stemmen op de kinderen. Ouders worden geïnformeerd over de resultaten. Indien gewenst vindt er een gesprek plaats. Signaleren van problemen Pedagogisch medewerk(st)ers zijn alert op veranderingen in het gedrag van kinderen. Omdat ze veel ervaring hebben met kinderen in een bepaalde leeftijdsfase, signaleren ze wanneer kinderen mogelijk een achterstand hebben in hun ontwikkeling. Alle gesignaleerde problemen worden in principe met de ouder(s) besproken. Wanneer een pedagogisch medewerk(st)er vermoedt dat er iets met een kind aan de hand is, dan wordt het kind eerst geobserveerd om het probleem helder te krijgen. Pedagogisch medewerk(st)ers kaarten een probleem pas aan als ze daarvan een concrete omschrijving kunnen geven. Daarna volgt een gesprek met de ouders, zo nodig met de leidinggevende. In het gesprek met de ouder(s) zal de pedagogisch medewerk(st)er informeren naar de ervaringen met hun kind thuis. Samen zoeken ze naar een adequate aanpak. Soms zijn de problemen ernstiger van aard. Als de pedagogisch medewerk(st)ers met de leidinggevende tot de conclusie zijn gekomen dat zonder uitgebreidere zorg het probleem blijft en mogelijk zal verergeren, dan wordt dit met de ouders besproken. Er volgt een voorstel voor nader onderzoek bij externe deskundigen. Indien haalbaar verlenen we alle medewerking die nodig is om kinderen speciaal te begeleiden. Bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt de landelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gehanteerd. Jaarlijks wordt deze meldcode met de teams van alle vestigingen besproken. Deze is terug te vinden op de website. Persoonlijke gegevens Het is van belang dat van alle kinderen de juiste gegevens op de opvang aanwezig zijn. Op het kindgegevensformulier moeten de meest recente telefoonnummers en (nood)adressen staan. Inzet en bevoegdheden stagiairs en andere vrijwilligers Stagiaires kunnen bij Mini Stek ervaring opdoen in de dagopvang en buitenschoolse opvang. Bij Mini Stek werken we regelmatig met stagiairs van verschillende niveaus. Stagiairs die de opleiding helpende welzijn en MBO- PW (pedagogisch werker) volgen kunnen bij ons stagelopen. In aanvulling op de afspraken zoals vastgelegd in de cao heeft Mini Stek stagebeleid ontwikkeld. Mini Stek is gekwalificeerd bij Calibris als leerbedrijf voor niveau 3 en 4.Bij Mini Stek zijn geen groepshulpen aanwezig. Ouders worden altijd geïnformeerd over de aanwezigheid van stagiaires. Ook stellen stagiairs zich persoonlijk voor en hangt een foto van de stagiaire bij de groep. Stagiair en begeleider maken samen afspraken over de begeleiding en waar nodig met de docent vanuit de opleiding. Mini Stek streeft er naar vaste gezichten voor langere tijd op de groep te houden. Mini Stek is te alle tijden aansprakelijk voor stagiaires op onze opvang. Mochten er vragen zijn dan kunt u die altijd aan ons stellen. We onderscheiden de volgende stagiaires: Snuffelstagiair / maatschappelijke stagiairs: lopen vaak 1 dag tot een week mee. Vooral als hulp op de groep en om te kijken hoe het er in de kinderopvang aan toe gaat. Deze stagiaires zijn niet bevoegd om pedagogische handelingen uit te voeren.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
11 / 19
v1
Niveau 1 en 2: Helpende op de groep, deze stagiaires lopen een langere periode, half jaar of jaar en helpen bij werkzaamheden zoals het eten met de kinderen en assisteren bij pedagogische handelingen. Niveau 3 en 4: In opleiding voor pedagogisch werker. We maken onderscheid tussen BBLen BOL-stagiairs. De eerste zijn in dienst van Mini Stek en worden op basis van een beoordeling formatief ingezet. Een BOL-stagiair loopt een half jaar of een jaar stage. Deze stagiaires mogen onder begeleiding pedagogische handelingen verrichten. Bij goede beoordelingen mogen ze ook zelfstandig op de groep staan, conform de CAO Kinderopvang. Daarnaast wordt met PMIO’s ( pedagogisch medewerkers in opleiding) gewerkt. Mensen met relevante werkervaring maar die niet voldoen aan de kwalificatie-eisen. Bijvoorbeeld omdat de medewerker in opleiding een nog niet geautoriseerd buitenlands diploma heeft. Op grond van een ontwikkelscan wordt beoordeeld of instroom verantwoord is. Andere volwassenen dan stagiairs, bijvoorbeeld (gekwalificeerde) vrijwilligers werken onder toezicht van een daartoe aangewezen pedagogische medewerker en/of leidinggevende. Werkzaamheden die zij verrichten, zijn: - helpen bij het voorbereiden van maaltijden - helpen met schoonmaakwerkzaamheden op de groepen - helpen bij naar buiten gaan - meedoen met spel/creatieve activiteiten - Mondelinge overdracht naar ouders Aanvullende werkzaamheden op het dagverblijf zijn: - helpen kinderen naar bed te brengen - verschonen van kinderen Vrijwilligers zijn niet verantwoordelijk voor een schriftelijk overdracht en oudergesprekken. Ook zijn zij niet verantwoordelijk voor het openen of sluiten van het dagverblijf of BSO (in geval van een calamiteit kan hier van afgeweken worden.) Op dit moment werkt alleen op de BSO op de van Bemmelenlaan twee dagen een gekwalificeerde vrijwilliger. Ouderraad Iedere vestiging heeft een ouderraad. Notulen van de overleggen zijn terug te vinden op de website of op een mededelingenbord. De ouderraad vertegenwoordigt de belangen van de ouders. Zij mogen advies uitbrengen op verschillende vastgestelde terreinen, zoals bijvoorbeeld de tarieven, het pedagogisch beleidsplan en het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Daarnaast ondersteunen ze bij de organisatie van festiviteiten. Feedback Ouders hebben vaak een kritische kijk op de opvang. Het is waardevol om hun mening te horen. Kinderopvang Mini Stek nodigt daarom één keer per twee jaar een aantal willekeurige ouders uit om rond te tafel te gaan zitten en de dagelijkse gang van zaken onder de loep te nemen. Vanuit de organisatie nemen leden van de directie, de leidinggevende, een ouderraadslid en afgevaardigden vanuit de teams aan dit gesprek deel. In het jaar dat er geen rond-de-tafelgesprek is, wordt een schriftelijk tevredenheidsonderzoek onder ouders gehouden. Wanneer ouders de opvang bij Mini Stek beëindigen, krijgen de ouders een vragenlijst toegestuurd, waarmee ze de opvang kunnen evalueren. Klachtenprocedure Als ouders een klacht hebben over de opvang, dan kunnen zij dit met de betreffende pedagogisch medewerker bespreken. Komen ze er niet uit dan kan met de leidinggevende en vervolgens de directie contact worden opgenomen. Mini Stek is lid van een externe onafhankelijke klachtencommissie, de SKK, en ouders hebben de vrijheid zich ook rechtstreeks tot deze commissie te wenden. Informatie daarover vindt u op www.klachtkinderopvang.nl of bellen naar 0900 – 0400034. Via dezelfde website kan de ouderraad met eventuele klachten terecht bij een externe klachtenkamer.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
12 / 19
v1
Fotograferen en filmen Regelmatig worden foto's en/of video-opnames van de kinderen gemaakt. Deze foto’s worden opgehangen op de vestiging, een selectie van deze foto’s wordt op de website geplaatst. Om deze foto’s te kunnen bekijken krijgen alle ouders een inlogcode. Deze code is gekoppeld aan de vestiging waar hun kind wordt opgevangen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt deze code jaarlijks gewijzigd. Soms wordt er door een pedagogisch medewerker gefilmd. Deze film wordt dan vertoond op een ouderavond. Indien u bezwaar maakt tegen het plaatsen van foto’s op onze website, kunt u dat kenbaar maken aan het Centraal Bureau via mail (
[email protected]) of telefonisch (2723037). Wanneer ouders zelf fotograferen of filmen als zij aanwezig zijn bij een verjaardag of afscheid, vragen wij uit privacyoverwegingen deze foto’s of dit filmmateriaal niet te plaatsen op social media. Privacy Bij inschrijving worden de gegevens van ouder(s) en kind opgenomen in de (geautomatiseerde) gegevensbestanden van Mini Stek. Voor het beheer van deze gegevens hanteert Mini Stek de richtlijnen van de Wet bescherming Persoonsgegevens. Verzekeringen Mini Stek sluit voor ieder kind dat wordt opgevangen, een scholierenongevallenverzekering af. De aansprakelijkheid van Mini Stek is verzekerd door middel van een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven. De ouder / verzorger is wettelijk aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het eigen kind. Wij adviseren ouders om geen speelgoed mee te geven naar de opvang. Het kan kapot gaan of zoekraken. Betaling De factuur kinderopvang wordt in de tweede week van de opvangmaand digitaal verzonden. Bij ouders die een machtiging hebben afgegeven wordt het bedrag op de 22ste van elke maand geïncasseerd. Na afloop van het kalenderjaar ontvangt u een jaaroverzicht van de kosten. Website Alle informatie over Mini Stek is te vinden op onze website www.mini-stek.nl
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
13 / 19
v1
Werkplan KDV Biebelebons locatie Voorveldselaan Indeling groepen Stamgroepen Op Biebelebons worden de kinderen in een vaste stamgroep geplaatst. Dat is een wettelijke eis. Het zorgt er voor dat kinderen zich tussen hun vast groepsgenootjes en met de vertrouwde gezichten van de pedagogische medewerkers, zich thuis kunnen voelen op de groep. Een stamgroep is dus een vaste groep kinderen, in een vaste groepsruimte met maximaal drie vertrouwde pedagogisch medewerkers. Kinderdagverblijf Biebelebons bestaat uit twee stamgroepen, een babygroep en een half verticale groep. In de babygroep worden kinderen van 6 weken oud tot ca. 18 maanden opgevangen. Er is plaats voor maximaal 8 baby’s, onder begeleiding van twee pedagogisch medewerkers. Daarna stromen kinderen door naar de half verticale groep. Hier blijven kinderen totdat ze naar de basisschool gaan. De half verticale groep biedt ruimte aan maximaal 13 kinderen onder begeleiding van twee pedagogisch medewerkers. 3 uurs norm De wet kinderopvang schrijft voor dat er bij openingstijden langer dan 10 uur per dag maximaal 3 uur afgeweken mag worden van de pedagogisch werker/kind-ratio. Op Biebelebons is dat - van 8.00 uur tot 9.00 uur - van 13.15 uur tot 14.45 uur - van 17.30 uur tot 18.00 uur Bij Biebelebons starten de kinderen de dag om 8 uur op hun eigen groep. Van 7.30 tot 8.00 uur zijn de groepen samengevoegd. De babygroep werkt met 1 pedagogisch werker op maximaal 5 kinderen. Van 13.15 tot 14.45 uur houden de medewerkers pauze, dan worden de groepen samengevoegd. Samengevoegd houdt in de praktijk in dat de schuifdeur geopend is en de kinderen in hun eigen deel van de ruimte verblijven. De vroege diensten hebben pauze van 13.15 tot 14.15 uur, de late dienst van 14.15 tot 14.45 uur. Op de halfverticale groep start een pedagogisch werker om 7.30 uur. De tweede medewerker begint om 9.00 uur. De vroege diensten gaan om 17.30 uur naar huis. Dan zijn de groepen weer samengevoegd. Vanaf 17.30 uur draagt een medewerker de zorg voor de groep alleen (met achterwacht), waarbij tenminste vanaf 18.00 uur er sprake is van de reguliere PM/kindratio. Halfjaarlijks wordt gedurende een week de daadwerkelijke bezetting geturfd. Afwijkingen nopen tot aanpassing. Door de kleinschaligheid van Biebelebons zijn alle medewerkers bekend en vertrouwd voor de kinderen. Op woensdag wordt de dag vanwege een lagere kindbezetting anders ingevuld. Er starten twee vroege diensten en aan het eind van de dag wordt een bso-medewerker ingeroosterd. Tussen de middag wordt een pauze van resp. een uur en één van 45 minuten opgenomen. Aan het einde van de dag wordt een uur en 15 minuten afgeweken. Samenvoegen van stamgroepen Bij een lagere bezetting op rustige dagen of door uitval van groepsgenootjes wordt er voor gekozen om de babygroep en half verticale groep samen op te vangen. De schuifdeur is dan geopend. Kinderen mogen per week maximaal in twee stamgroepen geplaatst zijn, de wet verplicht ons om hiervoor schriftelijk toestemming van de ouders te vragen. Wanneer de schuifdeur geopend is ontstaat er een nieuwe groepssamenstelling en dus een tweede stamgroep. In een dergelijk geval worden er maximaal 16 kinderen opgevangen onder begeleiding van drie pedagogisch medewerkers. In de praktijk betekent dit dat de kinderen nog steeds in hun ‘eigen bedje’ slapen en dat ze aan de pedagogisch medewerker van hun eigen stamgroep zijn toevertrouwd.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
14 / 19
v1
Alle huidige ouders van Biebelebons hebben hiervoor het toestemmingsformulier getekend. Voor de nieuwe ouders geldt dat zij tekenen voor goedkeuring samenvoegen stamgroepen bij het aangaan van het contract, de werkwijze staat vermeld in de leveringsvoorwaarden. Ouders worden via periodieke nieuwsbrieven geïnformeerd over het reguliere personeelsrooster. Bij de deur van iedere groep worden de foto’s van de pedagogisch medewerkers van die dag opgehangen. Verlaten stamgroep De baby’s verlaten hun stamgroep alleen wanneer zij met een leidster naar buiten gaan. Eén leidster blijft achter voor de baby’s die in bed liggen, de andere leidster kan met de kinderwagen of buggy een wandelingetje maken. Ook is het voor de baby’s mogelijk om met de kinderen van de halfverticale groep op stap te gaan. Uiteraard gebeurt dit met inachtneming van de pedagogisch werker/kind-ratio. En, er worden duidelijke afspraken gemaakt over het doel/bestemming en de route van het uitstapje. De kinderen van de half verticale groep verlaten ook hun stamgroep voor activiteiten. Een voor de kinderen bekende pedagogische medewerker verzorgt 3plus-activiteit in de ruimte van MikMak Buiten klein en een aantal keer per maand krijgen ze daar een yogales. Het komt voor dat de groep gesplitst wordt voor een uitstapje met de bolderkar. Er gaat dan altijd een voor de kinderen bekende pedagogisch werker mee. (voor meer info zie de kopjes ‘3 plus activiteiten’ en ‘activiteiten buitenshuis’.) Het vierogenprincipe op Biebelebons Tijdens de pauzes of aan het einde van de dag wordt bij Biebelebons met een babyfoon meegeluisterd door een collega van de BSO. Zo borgen we de veiligheid van de kinderen. Het is ook voor de medewerker op de groep prettig dat iemand mee kan luisteren, dan is het altijd mogelijk om hulp te vragen mocht dit nodig zijn. Eén beroepskracht aanwezig en achterwacht Er is op deze locatie, in het pand, altijd meer dan één beroepskracht aanwezig. In geval van een calamiteit kan een beroep gedaan worden collega’s van kantoor. Voor alle vestigingen geldt dat in geval van een calamiteit ook de hulp ingeschakeld kan worden van medewerkers van de dichtstbijzijnde andere Mini Stek vestiging. Deze medewerkers kunnen binnen 15 minuten (in de praktijk eerder) op de vestiging aanwezig zijn Ondersteuning andere volwassenen Zie in ´praktische informatie algemeen´ de informatie onder het kopje ´ Inzet en bevoegdheden stagiairs en andere vrijwilligers´. Dagindeling Babygroep De jongste baby's krijgen de fles volgens hun eigen schema, zoals dat door hun ouders wordt aangegeven. De oudere baby's, die aan vaste voeding toe zijn, krijgen tussen 9.00 uur en 9.30 uur gepureerd of stukjes fruit en diksap, om 11.30 uur brood en melk of yoghurt. ‘s Middags eten ze opnieuw stukjes fruit en krijgen wat te drinken. Er is evt yoghurt als tussendoortje. Aan het eind van de dag wordt ook vaak nog een soepstengel, cracker of rijstwafel gegeven. Bij het slapen volgen de baby's hun eigen ritme, afhankelijk van voedingsschema’s en slaapbehoefte. De baby’s hebben hun eigen slaapkamers, maar in de eerste maanden kunnen baby’s in slaap vallen in de hangwieg, de box of kinderwagen. Voor de meeste baby's komt hier meer regelmaat in als ze ongeveer een half jaar oud zijn. De oudere kinderen slapen overdag twee keer, de eerste slaapronde is na het fruit eten en de tweede rond 13.30u. Sommige kinderen slapen nog maar één keer (na het middageten). Tussendoor spelen we met de kinderen. Van het veelvuldig verschonen maken we een gezellig onderonsje.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
15 / 19
v1
Halfverticale groep De ochtend begint met vrij spel. Om 9.30 uur wordt gezamenlijk fruit gegeten en gedronken. De lunch is om 11.30 uur. ’s Middags krijgen de kinderen tussen half vier en vier uur weer fruit met wat te drinken en de kinderen krijgen nog een beker yoghurt. De meeste kinderen slapen één keer per dag, na het middageten. Er zijn ook kinderen die twee keer per dag slapen. De pedagogische medewerkers zijn alert op de signalen van vermoeidheid van het kind en gaan mee met in de wensen van de ouder(s). Tussen de eeten slaaptijden is er ruimte voor het doen van activiteiten. Vrij spel wordt afgewisseld met gerichte activiteiten. Dat kan zowel binnen als buiten, op de groep of in de ruime hal of zelfs in de gymzaal. Vier keer per dag worden de kinderen op een vast moment verschoond, te weten: na het fruit eten, na het middageten, na het middagslaapje. Om half vijf is de laatste verschoningsronde. Tussendoor verschonen we kinderen als het nodig is. Meenemen van thuis Ouders zorgen voor een overdrachtsschriftje, een passende slaapzak, reservekleding en (indien nodig) een speen en knuffel. Om kwijtraken of verwisseling te voorkomen adviseren we ouders om jasjes, spenen, flessen en doosjes voor bijvoorbeeld babyvoeding te voorzien van naam. Eten en drinken Met uitzondering van fles- of dieetvoeding verzorgt Mini Stek de broodmaaltijden en de tussendoortjes. Uitgangspunt van ons voedingsbeleid is dat teveel vet, zoet en zout in voeding onwenselijk is. Individuele afspraken m.b.t. voeding, diëten of allergieën zijn altijd bespreekbaar. Baby’s hebben hun eigen (fles)voeding. Kinderen vanaf één jaar eten en drinken volgens ons voedingsbeleid. Een overzicht van de invulling van de eet- en drinkmomenten: 9.30 uur Divers fruit met een bekertje diksap. 11.30 uur Een volkorenboterham met margarine met hartig beleg. Dit kan zijn: gekookte gelderse, kipfilet, achterham, kaas, smeerkaas of sandwichspread. Bij de lunch worden ook cherrytomaatjes en plakjes komkommer aangeboden. Een tweede boterham mag met zoet beleg, zoals appelstroop, jam, vruchtenhagel of pindakaas. Als kinderen een derde boterham willen, dan wordt deze hartig belegd, of voor de helft hartig en een helft met zoet beleg. Bij de lunch wordt melk of yoghurt geserveerd. 15.45 uur Divers fruit met een bekertje water, aansluitend eventueel een bekertje melk of magere yoghurt. 17.45 uur 1 cracker, soepstengel of rijstwafel Als kinderen tussendoor wat willen drinken, dan mogen ze altijd extra water drinken. Ook voor feestelijke gelegenheden blijft ons voedingsbeleid de richtlijn. We maken een uitzonderingen voor de pepernoten met sinterklaas en de kerststol bij het kerstfeest. In de zomer mag er af en toe een waterijsje gegeten worden en bij de geboorte van een broertje of zusje hoort beschuit met muisjes. Aan ouders vragen we dit beleid te respecteren in het aanbieden van traktaties. De pedagogisch medewerkers kunnen besluiten een traktatie in de mandjes van de kinderen te leggen. Ouders kunnen dan zelf besluiten of zij het hun kind geven. Regels voor het meenemen van fles- en borstvoeding Het voedingsschema van baby’s verandert regelmatig. Daarom wordt aan de baby-ouders gevraagd voor een actueel voedingsschema van hun kind in het schriftje te zorgen. Aangelengde babyvoeding is een kwetsbaar product. Babyvoeding moet daarom in poedervorm naar Mini Stek worden meegenomen, aangelengde voeding mag niet door het Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
16 / 19
v1
kinderdagverblijf worden gebruikt. De voeding wordt op het dagverblijf met flessenwater klaargemaakt. Afgekolfde moedermelk moet tijdens het vervoer naar het kinderdagverblijf koel worden gehouden. Op de babygroepen zijn koelkastjes aanwezig waar borstvoeding kan worden bewaard. Voor baby’s behoort een reservevoeding aanwezig te zijn. De pedagogisch medewerkers van de babygroepen overhandigen de richtlijnen voor het meebrengen van babyvoeding tijdens het intakegesprek. Activiteiten Binnen spelen Babygroep Binnen spelen we met de kinderen met een selectie uit de voorraad speelgoed. Dit kan in de box, op de oranje mat of lekker bij de pedagogisch medewerkers op schoot. Ook zijn er klauterkussens, wordt er gezongen, met de bal gespeeld of een boekje gelezen. We doen ook veel zintuiglijke spelletjes, zoals voelen aan materiaal met verschillende structuren, ruiken (geurzakjes) en horen (flesjes gevuld met verschillende materialen, muziekinstrumenten, enz.) en kijken, met grote ogen, naar de bellen uit de bellenblaas. Halfverticale groep Elke dag wordt er ’s ochtends en/of ’s middags een activiteit gedaan, in kleinere groepjes of met alle kinderen tegelijk. We proberen zoveel mogelijk variatie in activiteiten aan te bieden. Binnen knutselen we met de kinderen: plakken, verven, prikken, tekenen, knippen en kleuren. We doen spelletjes zoals stoelendans, stormbaan en kringspelletjes. We spelen met duplo, constructiemateriaal, klei en de puzzels. Verder spelen de kinderen alleen of samen met ons fantasiespelletjes in de poppenhoek, de keuken, met de telefoon of dokterskoffer, en natuurlijk de verkleedkleren. Iedere dag lezen we wel een keer voor. We proberen zoveel mogelijk actuele thema's uit te werken en liedjes, kleurplaten, voorleesboeken, en andere gerichte activiteiten bij deze thema's aan te laten sluiten. Buiten spelen Babygroep Als het weer het toelaat gaan we naar buiten. We maken gebruik van wandelwagens, de bolderkar en eventueel een draagzak. Of we maken gebruik van het aangrenzende speelpleintje. Er wordt gezorgd voor voldoende schaduw. Ook buiten kunnen de baby's in wipstoeltjes zitten of op een kleed spelen. ( kunstgras, zandbak, waterspelletjes) Halfverticale groep De kinderen van de halfverticale groep spelen als het weer het toelaat iedere dag buiten. Dit kan op het aangrenzende speelterreintje of op het omheinde terrein achter het gebouw. Er zijn schommels, een speelhuis met glijbaan, een zandbak en natuurlijk genoeg fietsjes en ander buitenspeelmateriaal. Er worden ook regelmatig uitstapjes in de buurt gemaakt. Zie voor meer informatie kopje ‘activiteiten buitenshuis’. 3plus activiteiten Voor de kinderen van 3 jaar en ouder wordt er iedere dag een 3plus activiteit georganiseerd. De ervaring leert dat deze kinderen in aanloop naar school behoefte krijgen aan meer uitdaging, door deze activiteiten aan te bieden voorzien wij in deze behoefte. Daarnaast is het voor de kinderen prettig om echt met leeftijdsgenootjes te spelen. Doordat de kinderen in dezelfde ontwikkelingsfase zijn kunnen er spelletjes gespeeld worden met spelregels en kan er materiaal gebruikt worden wat voor de jongere kinderen nog te moeilijk of gevaarlijk is zoals kralen, prikpennen en scharen. Er worden prachtige knutselwerkjes gemaakt en spannende verhalen voorgelezen. De 3plus activiteiten vinden plaats in de ruimte van MikMak Buiten Klein. De activiteiten worden aangeboden door een vaste pedagogische medewerker soms in samenwerking met een stagiaire.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
17 / 19
v1
Activiteiten buitenshuis Er wordt met kinderen die al wat ouder zijn soms een uitstapje gemaakt in de buurt; naar de Ganzenweide, de eendjes voeren of naar de bibliotheek. We maken het onderscheid in grote uitstapjes en kleine uitstapjes. Bij grote uitstapjes worden ouders altijd vooraf geïnformeerd. Ouders kunnen toestemming weigeren. Kleine uitstapjes zijn in de buurt van het dagverblijf. Kinderen kunnen een wandelingetje gaan maken aan de hand, mee in de bolderkar, draagzak, buggy of de Stint. Alleen vaste medewerkers gaan met de kinderen op pad, bij voorkeur samen met een collega of stagiaire. Om de veiligheid van de kinderen tijdens uitstapjes te garanderen gelden strikte afspraken. Deze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek en zijn bij de pedagogisch medewerkers bekend. Deze informatie is voor ouders op aanvraag beschikbaar. Wennen Als de opvang daadwerkelijk start komt een kind twee á drie keer een (halve) dag wennen. Daarna adviseren we ouders de eerste weken te starten met korte opvangdagen. Afhankelijk van het kind kan die periode nog wat langer duren. Voor de ouder(s) start de kennismaking met Mini Stek, en specifiek het dagverblijf, met een rondleiding en gesprek met een directielid van Mini Stek. Hiermee hopen we de drempel tussen ouders en directie zo laag mogelijk te houden. Ouders worden o.a. geïnformeerd over de organisatie en het (pedagogisch) beleid. De pedagogisch medewerksters van de groep informeren de ouder(s) verder over de gang van zaken op de groep van hun kind. Na ca. drie maanden heeft een van de pedagogisch medewerk(st)ers, als de ouders daar behoefte aan hebben, een evaluatiegesprekje met de ouder(s). We vinden het van belang om uit te wisselen of het kind vertrouwd is geraakt met de groep en te weten of de ouder(s) zich inmiddels thuis voelen op het dagverblijf. De pedagogisch medewerk(st)er nemen met ouders contact op over het moment van doorstromen naar een volgende groep. Voordat een kind definitief is doorgeplaatst naar de volgende groep gaat een kind een paar keer wennen. De eerste keer een paar uurtjes in de ochtend, dat begint met het drinkmoment. De tweede keer gaat een kind ‘s ochtends wennen en eet ook mee. Voor het middagslaapje gaat het kind dan terug naar de eigen vertrouwde groep. Bij de derde keer wennen gaat een kind pas terug naar de eigen groep na het middagslaapje. De vierde en laatste keer gaat een kind de hele dag wennen. Deze wenmomenten worden in nauw overleg met ouders gepland. Slapen en rusten De baby’s hebben hun eigen slaapritme. Dreumesen slapen één of twee keer per dag. Dit is afhankelijk van de slaapbehoefte van het kind. Op zowel de dreumes- als half-verticale groepen wordt met ouders overlegd over het slaapschema van de kleintjes. De peuters slapen of rusten hooguit één keer per dag. De meeste kinderen hebben een vaste slaapplaats in de slaapkamers aangrenzend aan de babygroep of in de slaapkamer op de gang. Op de babygroep is er voor de aller kleinsten ook een hangwieg. De overige kinderen slapen of rusten op matrasjes op de groep. Bij de start van de opvang vragen wij aan ouders om een slaapzak mee te geven naar het dagverblijf. Gealarmeerd door de berichten over mogelijke oorzaken van wiegendood, slapen baby’s en dreumesen niet onder een dekbed. Als ouders daarvan willen afwijken vragen we hen daarvoor een verklaring te tekenen. Dat geldt ook voor buikslapen. Voor een slaapzakje zorgen ouders zelf. Voor de oudste kinderen zijn lakens en dekens op de dagverblijven aanwezig. Hygiëne Op de babygroep vragen we aan ouders om sloffen over hun schoenen aan te trekken. Dit om te voorkomen dat er straatvuil binnen wordt gelopen in een ruimte waar kinderen op de grond spelen en kruipen. De groepsruimte wordt na het eten door de pedagogisch medewerkers schoongemaakt en om de dag door het schoonmaakbedrijf. De toiletjes van de kinderen en de commodes worden iedere dag schoongemaakt. Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
18 / 19
v1
Zindelijkheid In de half- verticale groep werken de pedagogisch medewerkers mee aan de zindelijkheidstraining. Als kinderen daar aan toe zijn, gaan ze op vaste momenten op de pot of het toilet. Door ervoor te zorgen dat een kind thuis al gevorderd is in het zindelijk-zijn, voorkomen ouders de teleurstelling van ongelukjes op het kinderdagverblijf. Doordat er op het kinderdagverblijf meer afleiding is en het toezicht minder groot is dan thuis, hebben de meeste kinderen meer moeite om de controle op te brengen. Zindelijkheidstraining gaat altijd in overleg met ouders.
Pedagogisch beleidsplan Biebelebons
19 / 19
v1