Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht pluimveevlees Q2 2015
Vooruitzichten 2015 stabiel, ondanks naweeën vogelgriep De marktstemming voor zowel vleeskuikens als broedeieren was in 2014 positief, ondanks de uitbraak van vogelgriep en de transport- en handelsbeperkingen die de prijzen onder druk zetten. Ook vanuit financieel perspectief was het een goed jaar. De sector liep door de vogelgriep weliswaar EUR 55 miljoen aan schade op, maar staat er gemiddeld genomen positief voor. Een wat krapper aanbod zorgt momenteel voor verbeterde marktomstandigheden. Toch beheersen de gevolgen van de vogelgriep nog steeds het marktperspectief. Zo ligt het rendement in 2015 naar verwachting lager dan in 2014. De vierkantsverwaarding is lastig door exportbeperkingen en staat een betere prijsvorming in de weg. Hierdoor verwacht de Rabobank dat de marge op vleeskuikens de komende periode rond het langetermijngemiddelde blijft bewegen.
Financieel resultaat 2014 goed De Nederlandse kuikensector heeft een relatief goed jaar achter de rug. Veel venijn zat aan het eind van het jaar, toen een aantal supermarktoorlogen uitbrak in Duitsland en Engeland. Daarnaast werd de sector getroffen door de vogelgriep in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dit leidde tot veel beperkingen in vervoerstromen in Noordwest-Europa en in de export naar derde landen. Rusland kwam met sancties aan de EU, waardoor de pluimveeprijzen onder druk kwamen. Daarnaast stegen de voerprijzen licht door een zwakke euro en tegenvallende oogstverwachtingen. Marges in de sector stonden daardoor vooral in Q4 onder druk, maar kwamen niet onder het langetermijngemiddelde (zie grafiek 1). Op basis van de marktomstandigheden konden de meeste vleespluimvee bedrijven in 2014 hun financiële buffers versterken. Daardoor kunnen zij gemiddeld genomen zelfstandig de gevolgen van de vogelgriep opvangen.
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015
maart 2015
1
Grafiek 1 Ontwikkeling brutomarge kuikenvlees in relatie tot kuiken- en voerprijs
Pluimveevlees en voer prijs index
Bruto marge 0,20
160
0,15
140
0,10
120
0,05
100
–
80
-0,05
60
-0,10
40
-0,15
20
-0,20
2010
2011
2012
Bruto marge versus 5 jaars gemiddelde
Pluimveevlees index
2013
2014
Voer index
Bron: Rabobank gebaseerd op LEI en NOP data
Impact vogelgriep duurt voort Het marktperspectief veranderde vanaf november 2014. De Nederlandse vleeskuiken sector beleefde een turbulente periode, met vijf uitbraken van vogelpest in november en december. Daarnaast waren er uitbraken in Mecklenburg-Vorpommern in Duitsland en East Yorkshire in het Verenigd Koninkrijk. De totale schade in deze periode bedraagt volgens het LEI grofweg EUR 55 miljoen. Met name de slachterijen (EUR 16 miljoen) en de fokkerijen (EUR 11 miljoen) zijn fors getroffen door de beperkingen die ontstonden door de vogelgriep. Grafiek 2 geeft een indicatie van de marktimpact van de vogelgriep. Prijzen in België (dat niet getroffen is door deze pest) hebben zich gemiddeld op een wat hoger niveau kunnen handhaven dan prijzen in Nederland. Dit komt vooral doordat België nog steeds producten buiten de EU kan exporteren, terwijl Nederlandse slachterijen hierin nu Grafiek 2 Prijsontwikkeling vleeskuikens (links) en broedeieren (rechts) in Nederland en België 102
120
100
100
98
80
96 60 94 40
92
20
90
0
88 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
BCP
ABC
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1
NOP/NVP-notering broedeieren
2
3
4
5
6
7
Vrije broedeieren
Bron: NOP, bewerking Rabobank
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015
maart 2015
2
beperkt zijn. Het gevolg van deze beperking is dat de vierkantsverwaarding onder druk komt te staan. Slachterijen hebben dus moeite vleeskuikens optimaal te verwaarden. Ook de broedeierenmarkt, onderdeel van de vleeskuikensector, is getroffen door (tijdelijke) exportbeperkingen. Daarnaast lijdt de broedeierenmarkt onder de onrust in het Midden-Oosten, traditioneel een goede koper van broedeieren. Deze situatie had aanvankelijk impact op de vrije broedeierenprijzen, maar dankzij de aanhoudende wereldwijde krapte kon de markt zich weer snel herstellen. Exporten lopen daardoor nog steeds goed. Ook naar Rusland, ondanks een sterke devaluatie van de roebel. Russische bedrijven blijven broedeieren kopen tegen relatief hoge prijzen in lokale valuta. Dit heeft veel te maken met het positieve sentiment op de Russische pluimveemarkt na importsancties op vlees- en kipproducten uit de EU en de VS. Daarnaast verloopt de uitbreiding van de Russische productie moeizamer door stijgende rentes en beperkte beschikbaarheid van kredieten. Op termijn zal Rusland naar verwachting meer zelf produceren. De Russische regering streeft naar een hogere zelfvoorzieningsgraad in de fokkerijsector en heeft daarvoor meer geld beschikbaar gesteld. Nederland exporteert jaarlijks ongeveer 250 miljoen broedeieren richting Rusland, ruim een kwart van de totale Nederlandse productie. Oekraïne werd belangrijker als exportbestemming, als gevolg van bedrijfssluitingen in het onrustige oosten. Aanbod gedaald door marktbeperkingen Het aanbod van vleeskuikens is op dit moment relatief krap. Dit is nog steeds een gevolg van de vervoersbeperkingen die tijdens de vogelgriepuitbraken zijn opgelegd aan de sector. Zoals grafiek 3 aantoont, was er een relatief beperkt aanbod vanuit de fokkerijsector in het door vogelgriep getroffen Nederland, Duitsland en Verenigd Koninkrijk. Die situatie heeft nu nog steeds impact op de pluimveemarkt en leidt in Noordwest-Europa tot een relatief beperkt aanbod. Ook Frankrijk was al enige tijd haar productie aan het terugschroeven door de verslechterde marktpositie van een groot deel van haar sector. In december is dit echter wat omgeslagen en lokaal werd weer een groei van 5% in productie gerapporteerd. Dit geeft aan dat de Franse sector kansen ziet in de huidige periode van beperkingen bij haar concurrenten uit Noordwest-Europa. Een aantal exporteurs probeert ook te profiteren van de afwezigheid van hun concurrenten in belangrijke exportmarkten als Zuid-Afrika en Hong Kong. Het totale aanbod in de EU groeide in Q2 met 2% en Q3 met 3% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. En dat terwijl als gevolg van de vogelgriep het aanbod in Q4 licht daalde. Dit beeld zagen we naast in Nederland ook in de belangrijkste afzetgebieden Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De krappere marktsituatie zette door in Q1 2015. In Q2 treed herstel van het aanbod op. De vooruitzichten qua verwachtingen in aanbod lijken gunstig; statistieken voor zowel vermeerderingsdieren als voor broedeieren neigen naar een beperkte productiegroei in de EU. Dit is goed voor de marktbalans – en daarmee de margevorming – in de komende maanden.
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015
maart 2015
3
Grafiek 3 Aanbod monitor Noordwest-Europa 2013-2014 15 10 5 0 -5 -10 -15 -15 Eendagskuikens
Slachtingen Broedeieren Slachtingen
Nederland
2013 Q2
2013 Q3
Duitsland
2013 Q4
2014 Q1
Vermeerderingsdieren België
2014 Q2
Broedeieren Slachtingen Slachtingen
Verenigd Koninkrijk
2014 Q3
Frankrijk
2014 Q4
Bron: Eurostat, bewerking Rabobank
Stabiele kostprijs verwacht De belangrijkste variabele kostenfactoren voor pluimveehouders zijn de kosten voor aankoop van voer en eendagskuikens. Voer De vooruitzichten voor voerprijzen blijven positief voor de pluimveesector, hoewel de periode van dalende voerprijzen lijkt te zijn gestopt. Naar verwachting zullen de prijzen van granen relatief stabiel zijn of licht stijgen in Q4 2015, terwijl sojameelprijzen verder zullen dalen. De krapste markt in de wereld is die van tarwe, waarbij vooral de opbrengstverwachting in de VS en Oost-Europa kunnen tegenvallen. De recente exportheffingen op tarwe vanuit Rusland hebben impact op de prijsniveaus. De beperkingen in Rusland zullen impact hebben op de investeringen van akkerbouwers in kunstmest en gewasbestrijdingsmiddelen, waardoor opbrengsten kunnen tegenvallen. De maïsmarkt is redelijk ruim vanwege de gewasrotatie van veel akkerbouwers in de VS en Brazilië van maïs naar soja. Die gewasrotatie kan leiden tot een wat krappere markt in Q4, met prijsstijgingen als gevolg. De sojamarkt is door deze gewasrotatie momenteel negatief beïnvloed en naar verwachting zet de neerwaartse druk op prijzen ook gedurende het jaar door, ondanks een gunstige vraag wereldwijd.
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015
maart 2015
4
Tabel 1: Rabobank prijsverwachtingen voor tarwe, maïs en sojabonen, Q1 - Q4 2015
Unit
2014 Q1 14
Q2 14
2015
Q3 14
Q4 14
Q1 15(f)
Q2 15(f)
Q3 15(f)
Q4 15(f)
Tarwe (Matif)
EUR/ton
201
200
172
176
185
190
195
195
Mais
US$/bu
453
477
359
372
380
390
355
380
Sojameel
USD/ton
447
482
395
368
330
330
325
300
Bron: Rabobank Agri-Commodity Outlook, februari 2015
Het prijsniveau van eendagskuikens zal in belangrijke mate afhangen van de markt voor broedeieren in Europa. Broedeiprijzen lieten recentelijk een daling zien als gevolg van exportmoeilijkheden. Maar als er geen nieuwe uitbraken van vogelgriep ontstaan, mag verwacht worden dat prijzen de komende maanden relatief hoog blijven. Al met al zal de kostprijs voor vleeskuikenhouders in Q2 2015 en Q3 2015 naar verwachting grofweg op hetzelfde niveau blijven als in Q4 2014. De belangrijkste factoren die hier invloed op kunnen hebben zijn: • exportmogelijkheden van broedeieren in de komende maanden; • weersverwachtingen in het zuidelijk halfrond in de komende maanden met betrekking tot de oogst van soja, maïs en tarwe; • vraagontwikkelingen, met name in Azië, voor granen en oliezaden. Herstel van marges nog even uit zicht De Rabobank verwacht dat de opbrengstprijzen in de komende maanden licht onder druk komen te staan als gevolg van: • het verwachte herstel van aanbod aan het eind van Q1 2015 en in Q2 2015; • de aanhoudend lage varkensprijzen als gevolg van met name het exportverbod naar Rusland; • de exportbeperkingen, hoewel deze mogelijk aan het eind van Q1 2015 weer (deels) opgeheven worden als er geen nieuwe uitbraken optreden. Enige verlichting van deze prijsdruk kan ontstaan door de volgende ontwikkelingen: • voerprijzen blijven op een relatief stabiel lager niveau; • vraag naar kip is traditioneel gunstiger in Q2 dan in Q1. De licht neerwaartse druk op opbrengstprijzen zal in combinatie met een stabiele kostprijsverwachting leiden tot licht dalende marges, waarbij het margeniveau kan uitkomen rond het langetermijnniveau. De mate waarin dit daadwerkelijk gebeurt, hangt nauw samen met de mogelijkheid om de vierkantsverwaarding van vleeskuikens te optimaliseren. Een continue lobby voor het heropenen van exportmarkten is belangrijk voor het herstel van de prijsvorming. EU-exporten kunnen door de eurodevaluatie juist nu concurrerend zijn op exportmarkten. Broedeiprijzen blijven relatief hoog door de wereldwijde schaarste in broedeieren en specifiek die in Rusland en (tijdelijk) in Oekraïne. Rusland zal de komende periode fors broedeieren blijven kopen door de goede marktomstandigheden daar, maar prijsgroei wordt beperkt door de zeer scherpe roebeldevaluatie. Geïmporteerde broedeieren zijn daardoor relatief duur in Rusland.
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015
maart 2015
5
Daarnaast blijft er natuurlijk het risico op nieuwe vogelgriepuitbraken zolang de vogeltrek plaatsvindt. Recent was er een nieuwe wake-up call door de uitbraak van vogelgriep op een eendenboerderij in Hongarije. Dit betekent dat de ziektedruk nog steeds aanwezig is. Optimale bedrijfshygiëne is van belang om dit risico tot een minimum te beperken. Aandacht voor hygiëne en kostprijs Een periode van krappere marges vraagt om nieuwe focus op kostprijs. Dat is vooral een taak voor de individuele ondernemer. Daarnaast vraagt de aanhoudende vogelgriepdreiging om aangescherpte hygiëneprotocollen; niet alleen op elk afzonderlijk bedrijf, maar ook binnen en tussen de ketenschakels. Alle betrokkenen kunnen hun steentje bijdragen aan die protocollen. Door samen te werken is de kans het grootst dat de Nederlandse pluimveevleessector sterk blijft en zo perspectief houdt op een goede toekomst.
Meer informatie Het kwartaalbericht Pluimveevlees Q2 2015 is gebaseerd op het rapport ‘Rabobank Poultry Quarterly Q2 2015’. Voor meer informatie over dit rapport kunt u contact opnemen met de auteurs.
Contactgegevens Nan-Dirk Mulder Food & Agribusiness Research (FAR)
[email protected] T +31 30 712 38 22 Jeroen van den Hurk Sectormanagement F&A Nederland
[email protected] T +31 30 216 05 11
Disclaimer: deze publicatie is met zorg samengesteld, maar beoogt niet volledig te zijn. Deze informatie is gebaseerd op de situatie van maart 2015. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
maart 2015
6