23.05.2016
dienst Communicatie
VIL L A VOORTMAN, ROOMS WITH A VIEW VOOR DE UITZICHTL OZEN
‘Vooruitgaan, achteruit of surplacen, hier is alles oké’ Wie verslaafd is én psychische problemen heeft, kan haast nergens heen. Vaak wacht alleen de straat. Psycholoog Dirk Bryssinck kon dat vijf jaar geleden niet meer aanzien. In Villa Voortman in Gent bieden hij en zijn team weer uitzicht aan wie dat kwijt was. ‘Hier mogen ze zichzelf zijn. De rest komt daarna wel. Of niet.’ Nathalie Carpentier, foto’s Fred Debrock
12
DS WEEKBLAD
DS WEEKBLAD 13
VILLA VOORTMAN
‘W
Psycholoog Dirk Bryssinck.
elkom!’ Boven aan de brede traphal in wat ooit een majestueuze villa moet zijn geweest, wacht Natacha ons op. Ze spreidt haar armen en gooit haar hoofd licht theatraal in haar nek. ‘Ik ben the voice van Villa Voortman!’ Als de deurbel snerpend blijft hangen, roept ze naar beneden: ‘En! Stop! Met! Bellen!’ Ze geeft een zakelijke handdruk. ‘Ik ben de woordvoerster. Ze zijn nog even in meeting’, waarna ze smakelijk begint te lachen. ‘Ook van Antwerpen? De Kielse rat-ten! Ik ben geadopteerd. Ik kom hier al vijf jaar en Villa Voortman is de max!’ Waarop ze even onverwachts verdwijnt als ze is verschenen.
‘Natacha is een van onze vaste bezoekers’, glimlacht psycholoog Dirk Bryssinck. Vijf jaar geleden richtte hij Villa Voortman op, een laagdrempelige ontmoetingsplek voor mensen met een verslaving én psychiatrische problemen, vaak psychoses. Bryssinck werkte toen nog in het psychiatrisch centrum in Sleidinge, maar kon niet langer aanzien hoe patiënten met een dubbeldiagnose steeds meer uit de boot vielen. Hoe ze vaker wel dan niet op straat belandden. ‘In de psychiatrie werden ze buitengegooid omdat ze te verslaafd waren, in de verslavingszorg omdat hun psychose te ernstig was. Terwijl ze vaak drugs gebruiken als een vorm van zelfmedicatie, om de psychische pijn te verlichten. Ze vertonen moeilijk
gedrag, maar er bestaan ook weinig zorgprogramma’s voor hen. Eenmaal opgenomen, beginnen ze vaak toch weer te gebruiken en belanden ze op een zwarte lijst, waardoor ze na een tijd in geen enkele psychiatrische instelling meer terechtkunnen.’ ‘Daarom heb ik mijn directeur in Sleidinge gevraagd of ik zélf geen ontmoetingsplek voor hen mocht creëren. Waar ze zonder voorwaarden, zonder verplichtingen, gastvrij worden verwelkomd, in het hart van de moeilijke buurten in Gent. Hij ging akkoord. Zo ontstond Villa Voortman.’ DE KLEINE PRINS
Vandaag lijkt het in de ruime, kleurrijke maar onderkomen woning de zoete inval.
In het atelier van de Villa wordt geschilderd, muziek gemaakt, theater gespeeld. ‘We vertrekken van hun talenten, niet van hun tekorten.’
14
DS WEEKBLAD
Dirk kan geen bevraagd. ‘Mag een jonge krak zijn schouder, zonder echt ee naar de gsm o melden dat ze Een kalende m hoofd om de h wangen, blaas met zijn ogen keert na vijf m de mededeling den op straat. Bij elke vra even rustig. Be een telefoon. D Straks zal iema vriendin blijve voor een intak voor de tigste Dirk voor de e je er even op k ‘Ze zeggen nen multitaske ‘Wie verslaafd Ze verwachten woord. Het is een dik vel te nemen.’ Dirk verdu passage van de kleine prins. ‘D maar de vos w te komen. Hij worden. Als d dichterbij zou langzaam een vos op een dag met hem spele ‘Zo willen een verlangen mens worden. toe, verwilder Soms willen z stemmen hore hen langzaam weer een band dat ze mensen Dat gebeur zoeken gewoo papierwerk of gen ze zichzel punt, een war deeld worden. niet. En dat is
ar er bestaan ook weinig zorga’s voor hen. Eenmaal opgenonnen ze vaak toch weer te gebruianden ze op een zwarte lijst, ze na een tijd in geen enkele psyinstelling meer terechtkunnen.’ m heb ik mijn directeur in Sleiaagd of ik zélf geen ontmoetingshen mocht creëren. Waar ze zonaarden, zonder verplichtingen, rden verwelkomd, in het hart van ke buurten in Gent. Hij ging akontstond Villa Voortman.’
EINE PRINS
g lijkt het in de ruime, kleurrijke rkomen woning de zoete inval.
In het atelier van de Villa wordt geschilderd, muziek gemaakt, theater gespeeld. ‘We vertrekken van hun talenten, niet van hun tekorten.’
Dirk kan geen halve zin zeggen of hij wordt bevraagd. ‘Mag ik eens bellen?’ Geoffrey, een jonge kraker, sloft, een slaapzak over zijn schouder, de kamer binnen en reikt zonder echt een antwoord af te wachten naar de gsm op tafel. Ronny komt nerveus melden dat ze hem weer hebben bedreigd. Een kalende man met een hoed steekt zijn hoofd om de hoek. Hij kijkt rond, bolt zijn wangen, blaast ze zuchtend leeg, draait even met zijn ogen en vertrekt weer. Geoffrey keert na vijf minuten terug met de dringende mededeling dat hij pampers heeft gevonden op straat. Bij elke vraag reageert Dirk Bryssinck even rustig. Bellen naar de huisarts? Hier is een telefoon. Dringend naar het OCMW? Straks zal iemand meegaan. Kan een dakloze vriendin blijven? Morgen mag ze komen voor een intakegesprek. En als de deurbel voor de tigste keer blijft hangen, antwoordt Dirk voor de even zoveelste keer zacht: ‘Als je er even op klopt, stopt het.’ ‘Ze zeggen altijd dat mannen niet kunnen multitasken, hier moet je wel’, lacht hij. ‘Wie verslaafd is, zoekt instant bevrediging. Ze verwachten altijd hier en nu een antwoord. Het is kwestie van rustig te blijven, een dik vel te kweken en niets persoonlijk te nemen.’ Dirk verduidelijkt zijn visie graag met de passage van de vos uit het verhaal van De kleine prins. ‘De prins wil graag spelen, maar de vos waarschuwt om niet dichterbij te komen. Hij is wild, moet eerst getemd worden. Als de kleine prins elke dag wat dichterbij zou komen en praten, kunnen ze langzaam een band opbouwen. Dan zal de vos op een dag uit de struiken springen en met hem spelen.’ ‘Zo willen wij ook bij onze bezoekers een verlangen creëren waardoor ze weer mens worden. Soms komen ze hier verward toe, verwilderd door het leven op straat. Soms willen ze niet praten, omdat ze dertig stemmen horen in hun hoofd. Wij proberen hen langzaam uit het struikgewas te halen, weer een band met hen op te bouwen. Zodat ze mensen weer leren vertrouwen.’ Dat gebeurt à fur et à mesure. ‘Sommigen zoeken gewoon wat rust, anderen hulp bij papierwerk of een goed gesprek. Hier mogen ze zichzelf zijn. Wij bieden een ankerpunt, een warme plek waar ze niet veroordeeld worden. De rest komt daarna wel. Of niet. En dat is ook oké.’
‘Dit is geen psychiatrisch ziekenhuis waar je op afspraak je hart moet uitstorten, om 8 uur opstaan of clean blijven’
DS WEEKBLAD 15
ZONNEKIND BIJ DE MAAN
‘Van de meeste mensen hier kunnen we geen brave burgers meer maken. Ze hebben een te zwaar leven achter de rug’
De bezoekers van Villa Voortman passen niet meer in het systeem van een psychiatrisch ziekenhuis, zegt Dirk. ‘Daar moeten ze op afspraak hun hart uitstorten, om 8 uur opstaan of clean blijven. Tel daarbij dat de psychiatrie ook steeds meer een bedrijf wordt dat resultaten moet halen. De psychiatrische bedden worden afgebouwd omdat patiënten meer deel moeten uitmaken van de samenleving, maar óók omdat ze te duur zijn. De vermaatschappelijking van de zorg klinkt goed, maar dan moet je wél voldoende alternatieven voorzien. Anders belandt die miserie gewoon op straat.’ In de Villa zie je niet meteen wie begeleider is en wie bezoeker. Ze willen er een wij-zij-cultuur vermijden. Als ik in de traphal een blonde jongen met een knalgele hoofdtelefoon een doos zie versleuren, denk ik dat hij een vrijwilliger is. Tot atelierbegeleider Sven de jongen vraagt of hij een van zijn mooie gedichten wil voordragen. Met een luide, schrille lach begint hij in schriftjes naar teksten te zoeken, ondertussen honderduit pratend. ‘Dit doet wel meer pijn. De gedachten. Iedereen wil op mijn gezicht slaan. Ik had net twee doodgereden kippen begraven, omdat ik niet wou dat kinderen die darmen zagen. Toen ik mijn konijn worteltjes wou geven, lagen die daar nog. Met hun darmen eruit getrokken. Dat gaat voor mij te ver. En daarna nog die hond met zijn afgebeten staart.’ ‘Ah hier’, haalt hij plots met een verrukt gezicht het juiste gedicht uit de stapel losse papieren. Ineens is hij een en al aandacht, hij buigt zich over zijn tekst en begint met een nasale radiostem voor te lezen. ‘(...)
Doorheen de bloesems waar je telkens weer om weent. Blaast de wind. (...)’
Zo pent hij tientallen gedichten per dag neer. Waarom schrijft hij? ‘Om iets moois af te geven. Om niet dezelfde fouten te maken’, vertelt hij tegen de muren. Hij lacht nerveus. ‘Dat ze niet allemaal denken dat het cholera is, maar gewoon uw hart dat geraakt was. Misschien was ik wel een zonnekind dat graag bij de maan zat.’ Plots slaat hij zijn schriftje dicht. ‘Goed, nu ga ik een sigaret roken.’ En weg is hij. TE STRENGE REGELS
De nood aan goede opvang en zorg voor verslaafden met ernstige psychische problemen is groot, zegt ook professor Geert
16
DS WEEKBLAD
Dom, expert ter zake van de Universiteit Antwerpen. Op basis van internationale epidemiologische studies schat hij dat ons land minimum 17.500 patiënten met een dubbeldiagnose (alcohol-drugsverslaving en een psychotische stoornis) telt, een aantal dat vermoedelijk stijgt. Dom kaartte de gebrekkige zorg al in 1999 aan in een boek, de pijnpunten blijven na vijftien jaar dezelfde. ‘Centra die zowel verslavings- als psychiatrische zorg integreren, blijven zeldzaam. Als patiënten wél worden opgenomen, zijn zij vaak de eersten die worden ontslagen. De regels in de psychiatrie zijn vaak te streng voor hen. Bij een verslaafde die opnieuw drugs gebruikt, wordt de behandeling stopgezet omdat de patiënt niet gemotiveerd zou zijn. Maar het is net eigen aan die groep dat ze hervallen. Je moet bij hen toleranter zijn voor drugsgebruik en tóch zorg blijven geven.’ ‘Dat bewustzijn groeit wel en meer ziekenhuizen stellen zich ervoor open, maar het evolueert tergend traag. Bovendien wil de overheid de residentiële zorg afbouwen en opvangen met mobiele teams, maar de voorziene capaciteit en de personeelsbezetting zijn véél te laag. Ook staan niet alle mobiele teams te springen om die complexe groep patiënten ambulant te helpen, of hebben ze niet de nodige expertise. Het gevolg is dat patiënten vandaag nog te vaak van het ene naar het andere centrum worden gestuurd en van de ene crisis in de andere belanden.’ ‘In Nederland hoor je dat de afbouw van psychiatrische bedden mogelijk tot een verhoogd aantal zelfmoorden leidt, omdat je een kwetsbare groep mensen vraagt in moeilijke omstandigheden te overleven. Ik vrees hetzelfde bij ons, al kan ik dat niet met harde data staven. Niet omdat het probleem niet bestaat, maar omdat het niet systematisch wordt gemeten. Ik heb weet van patienten op wachtlijsten die even voor opname overleden bleken, zonder dat een mobiel zorgteam betrokken was.’ De situatie van dit soort verslaafden is erg precair. ‘Ze lopen een verhoogd risico op zelfmoord, lichamelijke complicaties zoals hiv of hepatitis C, maar ze kunnen ook crimineel gedrag ontwikkelen om aan drugs te raken. Door gedragsproblemen komen ze vaak in conflict met anderen, waardoor ze hun werk verliezen en moeilijk een woonst kunnen houden en dus op straat belanden.’
Het valt op h Twee regels
LABELS
Op stra in Villa Vo geen gewe zaakt soms neer een n een joint o ren. ‘Maar man naar d ‘Ja, maar jo niet. Als je of buiten.’ Dirk: ‘H te handhav maar het h terug te tre Omdat wij doen zij da vaak uren a tiënten. Al hen praat, de paranoi dat niet, w waardoor V is. Ze houd deze plek n Het valt met elkaar binnenkom een kus. D
VILLA VOORTMAN
teit ale epins land duben een l dat ebrek, de zelfde. chiatrim. Als ijn zij . De reng euw g stoperd zou oep dat er zijn n ge-
er ziemaar n wil uwen ar de bezetlle molexe of hebgevolg van het geere be-
uw van en verdat je n en. Ik niet met obleem temapatiopname biel
en is isico ties zon ook n drugs men ze or ze woonst nden.’
Het valt op hoe hartelijk de bezoekers met elkaar omgaan. Twee regels zijn heilig in de Villa: geen geweld, geen middelengebruik.
LABELS LOSLATEN
Op straat geldt het recht van de sterkste, in Villa Voortman zijn twee regels heilig: geen geweld en geen gebruik. Dat veroorzaakt soms conflicten, zoals vandaag wanneer een nieuwe bezoeker in de woonkamer een joint opsteekt. De groep begint te morren. ‘Maar hier wordt toch gerookt’, wijst de man naar de tafel met overvolle asbakken. ‘Ja, maar joints en andere drugs kunnen niet. Als je wilt gebruiken, doe je dat thuis of buiten.’ Dirk: ‘Het lukt behoorlijk om die regels te handhaven. Af en toe zijn er conflicten, maar het huis is groot genoeg om je even terug te trekken, als de spanning oploopt. Omdat wij hén met respect behandelen, doen zij dat ook. In de psychiatrie zaten we vaak uren achter glas te vergaderen over patiënten. Als je alleen op gezette tijden mét hen praat, maar wel uren óver hen, voed je de paranoia toch alleen maar? Hier doen we dat niet, we betrekken hen zo veel mogelijk, waardoor Villa Voortman ook hún project is. Ze houden zich aan de regels, omdat ze deze plek niet kwijt willen.’ Het valt op hoe hartelijk de bezoekers met elkaar omgaan. Als een Turkse man binnenkomt, geeft hij Dirk en de anderen een kus. Dirk: ‘Pol, onze oudste bewoner, is
daarmee begonnen. Intussen is het een gewoonte. Soms zegt iemand: ik weet dat ik niet fris ruik, maar ik ben toch blij dat ik een kus krijg.’ De Turkse man is net vrij uit de gevangenis. ‘Ik woon al een week in een huis, maar heb nog geen matras.’ Hij glipt snel weg naar de keuken, waar hij helpt koken voor de hele groep. ‘Ali is een uitstekende kok’, kijkt Dirk hem na. ‘We richten ons op hun kracht en hun schoonheid. We laten ook zo veel mogelijk labels los. Wat zegt paranoia, schizofrenie of manisch depressieve psychose over iemand? We vertrekken niet van hun tekorten, maar van hun talenten. Daarom kunnen ze hier muziek maken, schilderen,
theater spelen, schrijven of creëren wat ze willen.’ Om die activiteiten een duurzame basis te geven en het voortbestaan van de Villa mee te verzekeren – ze moeten binnenkort naar een ander pand – richtte een groep Gentenaars dit jaar de vzw Vrienden van Villa Voortman op. Robert De Croock, de voorzitter van de vzw en de vroegere directeur van Sidmar, hielp voor het vijfjarig bestaan een mooi boek uitbrengen. Hij raakte betrokken nadat hij een naaste had verloren met een dubbeldiagnose. ‘Je kunt redeneren dat het hun eigen schuld is, of je kunt mededogen tonen. Dan kies ik voor het laatste.’ THE BEST OF TWO EVILS
‘Iemand die eerst op twee meter afstand blijft, aanvaardt na een tijd een kus op de wang: dan weet je dat je iets hebt bereikt’
Therapie geven ze niet in Villa Voortman, of zo wordt het toch niet benoemd. ‘Soms kunnen we iemand weer aan het werk krijgen of verhinderen dat hij afglijdt naar dakloosheid’, zegt Dirk. ‘Maar van de meeste bezoekers kunnen we geen brave burgers meer maken. Ze hebben een te zwaar leven achter de rug.’ ‘We proberen vooral te destigmatiseren, ervoor te zorgen dat ze weer verbinding maken met de samenleving waaruit ze werden buitengesloten. We proberen hun levenskwaliteit weer beter te maken – elk van hen
DS WEEKBLAD 17
vult dat anders in.’ ‘De meesten hebben een psychotische basisstructuur’, zegt vrijwilligster en psychologe Marleen. ‘Ze zijn zeer wantrouwig of megalomaan. Als iemand die eerst op twee meter afstand blijft, na een tijd met plezier een kus op de wang aanvaardt als begroeting, weet je dat je veel hebt bereikt.’ Mileen: ‘Ons engagement stopt niet hier. Onlangs ontmoette ik een bezoeker op straat. Hij was er slecht aan toe, maar ik begroette hem daar even hartelijk als hier. Ik spoorde hem aan om terug naar de Villa te komen, het was zo lang geleden. Vandaag stond hij hier weer. Dankbaar voor mijn aanmoediging.’ Marleen: ‘Ik kom zonder plan. Ik verwacht geen resultaten. Of ze nu vooruitgaan, achteruit of surplacen, het is oké. Al gebeurt het dat wij hen wél al aanvaarden zoals ze zijn, maar zij zichzelf nog niet.’ Ook Piet worstelt nog met zijn situatie. Met zijn zwarte bril, zachte beige trui en bijpassende broek en tas ziet hij eruit als een filosoof. Hij heeft nog een thuis, maar verblijft tijdelijk in het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. Een zware psychose maakte werken na vijftien jaar onmogelijk – en dat blijft hij missen. ‘Het verleden haalde mij in. Ik heb geen prettige kindertijd gehad.’ Hij werd al drie keer gecolloqueerd. ‘Sinds de laatste keer probeer ik mijn psy-
18
DS WEEKBLAD
Piet heeft de drank afgezworen, de cannabis nog niet. ‘Anders ben ik permanent prikkelbaar. Die lege uren zijn een foltering’ choses te analyseren. Het is de enige manier om ze te vermijden. Een psychose is zéér destructief. Je bent hypergevoelig. Je leeft in een heel extreme wereld waarin elk teken van gevaar uitvergroot is. Elk woord, elk gebaar kan op een complot wijzen.’ ‘Ik was er heilig van overtuigd dat ik afgeluisterd werd. Ik dacht dat het op tv voortdurend over míj ging. In een psychose keer je je hele wereld binnenstebuiten. Van je vrienden maak je vijanden. Eerst ben je doodsbang en na de angst komt de boosheid.’ Het heeft Piet veel vrienden gekost. En – dat is zijn grootste verdriet – ook zijn dochter. ‘Ik heb haar voor de helft opgevoed, nu mag ik haar alleen nog af en toe zien.’
Zijn gedichten, zijn drumsessies en het poëzie- en filosofietheater dat hij geeft in de Villa, houden hem recht. ‘Iedereen heeft goede, dagelijkse interactie met mensen nodig.’ Piet heeft de drank afgezworen, de cannabis nog niet. ‘Het is the best of two evils. Anders ben ik permanent prikkelbaar en boos, dat is niet leefbaar.’ Hij blijft vechten, met vallen en opstaan. ‘Al die lege uren zijn een foltering voor mij. Het liefst van al zou ik mij weer nuttig voelen.’ ELKE DAG EEN KAARSJE
Aan de netjes afgeruimde keukentafel rolt Eli een sigaret. ‘Zou je dát daar van mijn tafel willen halen, voor ik begin te flippen’, wijst Edith, hoorbaar geïrriteerd, naar Eli’s pakje roltabak. De eetkamer beschouwt ze als haar terrein. Met een boze blik diept ze enkele proppen zilverpapier op uit haar caddy. Ze vouwt ze één voor één open, schudt de kruimels uit het raam en strijkt elk zilverpapiertje glad om ze daarna weer in haar caddy te stoppen. Eli windt zich niet op, maar veegt zijn tabak bij elkaar, glimlacht naar Edith en maakt zich ervan af met een grapje. Hij voelt zich goed in zijn vel, voor het eerst sinds lang. ‘Ik heb een erg zware jeugd gehad, verloor al mijn zelfvertrouwen als puber, dronk en vluchtte in de coke, heroïne, speed, alles. Nu weet ik dat mijn verleden geen excuus mag
zijn Dran H bese ven nooi goed afste links niets Je m othe eens altijd niet, D heef hij h veel sterk mee sent aan maa bete ‘ zelf geku de v kaalg kaar help
sies en het j geeft in de en heeft mensen noren, de cantwo evils. lbaar en ft vechten, ge uren zijn van al zou
kentafel rolt an mijn tafel ppen’, wijst Eli’s pakje t ze als haar ze enkele caddy. Ze udt de kruiilverpapierar caddy te
veegt zijn tath en maakt voelt zich nds lang. ‘Ik verloor al ronk en ed, alles. Nu xcuus mag
zijn om die verslaving te onderhouden. Drank lost niets op. Integendeel.’ Hij is al bijna twee jaar nuchter, maar beseft hoe broos het is. ‘Dirk heeft mijn leven gered. Door met mij te praten. Ik had nooit gedacht dat zoiets kon helpen. Een goede psycholoog laat je inzien waar je op afstevent, maar ook dat je kunt kiezen om links of rechts af te slaan. Shit krijg je voor niets in het leven, geluk moet je zélf maken. Je moet je verleden meenemen als een bibliotheek. Je moet eruit leren en er af en toe eens een boek uit nemen, maar je moet niet altijd je hele bibliotheek meeslepen. Dat gaat niet, dan val je om. Aanvaard wie je bent.’ Dus accepteert Eli dat hij geen werk heeft en wellicht nooit meer zal vinden, dat hij het niet redt zonder medicatie, dat hij veel verloren is. ‘Mijn zus heeft me geleerd sterk te zijn. Ze is na een lijdensweg van meer dan tien jaar overleden aan een hersentumor. Als ik nu sta af te wassen, denk ik aan haar. Zij wou zo graag nog afwassen, maar kon het niet meer. Ik besef dat alles beter kan, maar ook slechter. Véél slechter.’ ‘Mijn leven is een hel geweest. Ik ben er zelf uit gekropen, maar had het nooit alleen gekund.’ En dan zegt de breedst geschouderde van allemaal, met zijn tattoos en bijna kaalgeschoren hoofd: ‘Ik steek elke dag een kaarsje aan, voor wie mij geholpen heeft en helpt.’
trap ze alsjeblief niet plat, gun ze beschutting in dit slakkenhuisje.
‘Buiten word je beoordeeld op je uiterlijk, hier mag je zijn wie je bent. Gekwetst maar vaak koekezacht’
‘Veel mannen ogen misschien stoer, maar je moet hier van niemand bang zijn. Ik kén dat wereldje. Mijn moeder heeft me ooit een foto getoond van toen ik zwaar aan de coke zat. Mijn ogen bloeddoorlopen, ik leek net een duivel. Vreselijk. Ik heb haar gesmeekt om die weg te gooien.’ ‘Buiten word je beoordeeld op je uiterlijk, op je statuut, hier mag je zijn wie je bent. Als je veel van die mannen in de ogen kijkt, zie je hoe ze zich diep van binnen voelen: gekwetst maar koekezacht. Ze hebben vooral te veel meegemaakt.’ Sommigen voelen zich ‘een slak waar een kilo zout boven hangt’, zoals Tristan, een van hen, het ooit wondermooi verwoordde in het tv-programma Radio Gaga. Na een bezoek aan Villa Voortman, denk je:
STREETLIFE
Het is halfvijf. Dirk maant iedereen aan te vertrekken. Elke avond moet hij van zijn hart een steen maken en ze weer aan de buitenwereld overlaten. Voor de trap houdt Natacha mij staande. The voice van de villa die dakloos werd en onderweg zichzelf verloor, wil nog voor me zingen. Zodra de recorder loopt, gaat ze voor me staan, recht ze haar schouders en kijkt ze trots in mijn ogen. Als ze een lied van Randy Crawford met een verrassend mooie soulstem aanheft, verstommen de laatste geluiden in het bijna verlaten gebouw.
‘I play the streetlife, because there is no place where I can go Streetlife, it is the only life I know (...) Streetlife, you can run away from time Streetlife for a nickel or a dime Streetlife but you better not get old Streetlife or you’re gonna feel the cold’ Het boek over Villa Voortman is daar ter plaatse te koop:
[email protected], 0471/90.54.99, of in de betere boekhandel.
DS WEEKBLAD 19
r
ZELZATE PSYCHIATRISCHE AFDELING VOOR VROUWELIJKE GEÏNTERNEERDEN OPENT OP 20 JUNI Op 20 juni opent in psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist een nieuwe afdeling voor twintig vrouwelijke geïnterneerden. Dat maakte directeur Eddy Impens gisteren bekend tijdens de viering van 15-jaar zorg voor geïnterneerden op de campus Sint-Jan Baptist. De nieuwe afdeling moet een thuis vormen voor vrouwen die een misdrijf hebben gepleegd, niet toerekeningsvatbaar zijn en een grote kans maken om te hervallen. De nieuwe gesloten afdeling ‘Lumen’ kost jaarlijks 1 miljoen
euro aan extra zorgverleners. Voor de beveiliging wordt 400.000 euro neergeteld.
Primeur Volgens minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) is de afdeling een primeur voor ons land. «Dit project is een noodzakelijke schakel in hun zorgtraject. Het vindt een logische aansluiting bij de bestaande werking van SintJan-Baptist en de ervaring en expertise die hier aanwezig is», aldus Koen Geens. (KVZ)
ROESELARE Leerlingen Sint-Idesbald toveren spullen om tot originele creaties
ue nog
aar. Het dan gekt in de esloten winkel mende winkelerd tijn. De sinsstraat t Spinel
nkel nu chaufZomerhten. Er rd voor dshoek achter de echcht okeer een
GE
‘Mama en docht 20 jaar achte ROESELARE
Minister van Onderwijs, Hilde Crevits bestudeert een kookpot die werd omgevormd tot lamp. Foto Couvreur Je kan vanaf vandaag in De Kringwinkel langs de Désiré Merghaertstraat terecht voor ‘New Old Things’. Deze aparte productlijn werd gisteren voorgesteld in het bijzijn van Vlaams minister van Onderwijs, Hilde Crevits. Het gaat om onverkoopbare spulletjes die dankzij de leerlingen van BuSO Sint-Idesbald een tweede leven of zelfs eenanderebestemmingkrijgen. «De lat ligt hoog, want het eindresultaat moet beter zijn dan het origineel», aldus Gerrit Demolder, directeur van BuSO SintIdesbald. «Al sinds september zijn de leerlingen aan het werk en nu is de productielijn vol-
ROESELARE
doende groot om er met grote trom mee naar buiten te komen. De creatieve realisaties zijn het resultaat van een duale leerwerkonderneming, waar leerlingen samen met een gepassioneerde leerwerkcoach en leerkrachten die hen heel goed kennen, werken aan de nodige arbeidsattitudes om later aan de slag te gaan. Met dit pilootproject, in samenwerking met vzw Tot Uw Dienst en de stad Roeselare, willen we de afstand tot de arbeidsmarkt voor onze leerlingen verder verkleinen door hen op maat te begeleiden in hun leertrajectendoorhensucceservaringen te laten opdoen.» (CDR)
Quasimodo verhuist
Modezaak Quasimodo, geves-
de komende weken nog een uit-
Greet Liebaert (58) staat 1 juni exact 20 jaar achter de toog van taverne Melrose aan het Stationsplein in Roeselare. Ze kan altijd rekenen op de steun van haar moeder Eliana (78), alias ‘mama Melrose’. «Toen ik haar zei dat ze een stapje terug mocht zetten als het te zwaar werd, was ze enorm kwaad», zegt Greet. CHARLOTTE DEGEZELLE Intussen is Greet vertrouwd met de Rodenbachstad, maar dat was 20 jaar geleden wel even anders. «Roeselare was voor mij een grote onbekende toen ik op 1 juni taverne Melrose startte», vertelt Greet, die afkomstig is van Ruddervoorde. «Door een vriend ben ik hier toevallig verzeild geraakt. Indertijd was hier The Old Spaghetti Factory gevestigd. Ik herdoopte de zaak tot Melrose en ging aanvankelijk voor een tearoom en snackbar. Maar dat vlotte niet echt en steeds vaker kreeg ik tooghangers over de vloer. Ook kreeg ik meer en meer de vraag om een biljart te plaatsen. Ongeveer een jaar na de opening gaf ik
Een jaar voor de invoering van het rookverbod borg ik de asbakken al weg GREET LIEBAERT
Eliana M
2009 een tijd amper bereikbaar was. Gelukkig had ik veel vaste klanten die zich niets van de modder aantrokken. In 2010 nam ik een gedurfde beslissing. Ik sukkelde wat met mijn gezondheid door voortdurend in de sigarettenrook te werken. Een jaar voor de invoering van het rookverbod
zekernog ven gaan voorzicht twee men steun heb
Trakter
«Mijnvrie te, die ‘s av
Het volledige fragment kan je hier bekijken: http://www.focus-wtv.be/nieuws/leerlingen-knappen-afgedankte-meubels-op
Bron: L’Avenir