Voorstel programma educatie 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Landelijke ontwikkelingen 3. Regio Rivierenland 4. Opdracht ROC Rivor 5. Opleidingsbehoefte per gemeente 6. Voorwaarden cursusaanbod 2013 7. Korte beschrijving trajecten 8. Tenslotte
Inleiding Het Aanvalsplan laaggeletterdheid 2006 - 2010 dat door de regering werd ingevoerd, heeft niet geleid tot de beoogde resultaten, die vooraf werden gesteld maar wel tot meer bekendheid met deze doelgroep en meer betrokkenheid door maatschappelijke organisaties en werkgevers. Na evaluatie van het aanvalsplan 2006-2010 heeft de regering de conclusie getrokken dat nog steeds 10% van de bevolking laaggeletterd is. Dit was de aanzet tot het ”Aanvalsplan laaggeletterdheid 2012- 2015 geletterdheid in Nederland”. Een van de punten die uit die evaluatie kwam, is de constatering dat er een gat bestaat tussen niveau 1F en 2F (referentiekader Meijerink), daardoor mist een groep jongeren de aansluiting voor vervolg in het beroepsonderwijs. Het nieuwe plan spreekt dan ook over geletterdheid en niet alleen over laaggeletterdheid. Geletterdheid is een fundamentele voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en sociale cohesie (het voorkomen van uitsluiting). Het verhogen van geletterdheid in Nederland vraagt om een individuele en gezamenlijke inzet van burgers zelf,werkgevers, maatschappelijke organisaties en overheden. Dat is de reden dat het kabinet in het regeerakkoord dit actieplan heeft aangekondigd. Door toenemende mobiliteit en flexibilisering van de arbeid dwingen werkgevers en werknemers steeds meer te investeren in vorming en opleiding. De basis voor het kunnen volgen van een vervolgopleiding moet vooraf geschapen zijn. Daarom wordt er gesproken over basisvorming die aansluit bij de vraag van het vervolgonderwijs en de maatschappij. Regio Rivierenland ziet de noodzaak van het aanbieden van basisvaardigheden op verschillende niveaus in en heeft een opdracht neergelegd bij ROC Rivor voor 2013. De uitwerking van deze opdracht staat hieronder beschreven
2..Landelijke ontwikkelingen De volwasseneneducatie komt er in 2013 anders uit te zien dan de afgelopen jaren. Door de aangepaste Wet educatie en beroepsonderwijs WEB wordt de bekostiging van de educatiegelden voor 2013 op een andere wijze verdeeld. 50 % van het budget gaat rechtstreeks naar de ROC’s en is te besteden aan het Volwassenenonderwijs . De overige gelden gaan naar het participatiebudget van de gemeenten ten behoeve van volwasseneneducatie dat zich richt op de Nederlandse taal en rekenen. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald dat gemeenten trajecten inkopen bij de ROC’s. De mogelijke trajecten voor educatie zijn uitgewerkt in het “Aanvalsplan laaggeletterdheid 2012-2015”. “Geletterdheid omvat luisteren, spreken, schrijven, gecijferdheid en in het kader gebruiken van alledaagse technologie (basisvaardigheden) om te communiceren en met informatie om te gaan.” In dit plan worden de doelgroepen benoemd. Daarnaast is in het plan opgenomen dat er goede afspraken moeten komen over prijs en kwaliteitsverhouding. Voor de kwaliteit wordt er uitgegaan van een basisstandaard de European Quality Framework en de niveaubeschrijving uit het referentiekader van Meijerink. De trajecten worden in dit plan genoemd maar de keuze ligt bij de gemeenten. 3..
Regio Rivierenland
De gemeentes in Rivierenland gaan uit van het Aanvalsplan laaggeletterdheid 2012-2015 bij de invulling van de trajecten. CINOP heeft voor de regio Rivierenland een meta-analyse uitgevoerd om per gemeente inzicht te krijgen in de geschatte omvang van de problematiek. Deze analyse vormt de basis voor de aan te bieden trajecten.
4..
Opdracht ROC Rivor
In een eerste bespreking met ROCRivor heeft de regio Rivierenland de volgende opdracht neergelegd. Geef aan hoe een cursusaanbod voor de volwassen inwoners van de Regio Rivierenland in het komend jaar vorm zou kunnen krijgen op basis van de volgende uitgangspunten: 1. De gemeenten willen een grote gemêleerde groep laaggeletterden bereiken: jong en oud, allochtoon en autochtoon, werkenden en niet-werkenden, mannen en vrouwen. 2. Naast basisvaardigheden in Nederlandse taal, rekenen en computervaardigheden, dienen cursussen te worden geboden die gericht zijn op het ingangsniveau dat nodig is voor het volgen van het beroepsonderwijs. 3. De cursussen Alfabetisering die in 2012 zijn aangeboden , kunnen in 2013 voor minimaal hetzelfde aantal deelnemers worden voortgezet.
Op grond van deze uitgangspunten stelt ROCRivor voor een vijftal trajecten te onderscheiden: 1. Alfabetisering 2. Niveauverhoging basisvaardigheden 1/2F – 1 F 3. Niveauverhoging basisvaardigheden 1F – 2F 4. NT2 – niveauverhoging 5. Staatsexamen Het Landelijk bedrag wordt per gemeente verdeeld in 4 verdeelmaatstaven De verdeelmaatstaven zijn: 1. Inwoners met een laag opleidingsniveau. 2. Volwassenen met een bepaalde etnische achtergrond. 3. Ingekochte trajecten basisvaardigheden. 4. Behaalde certificaten staatsexamen Nederlands als Tweede Taal (NT2). 5.
Opleidingsbehoefte per gemeente
Het onderzoek van het CINOP geeft aan dat het in iedere gemeente in Rivierenland van belang is dat er aandacht besteed wordt aan de bestrijding van taalachterstanden. De mate waarin aan de diverse doelgroepen extra aandacht moet worden besteed is echter per gemeente verschillend. In hoofdstuk 3 van het CINOP-rapport wordt ingegaan op de behoeftes van de onderscheiden gemeentes. Op basis van deze analyse heeft ROCRivor een inschatting gemaakt van de opleidingsbehoefte per gemeente. Dit resulteert in het volgende voorstel. Buren: Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen. Culemborg: Aanbod voor ouders met een taalachterstand. Aanbod voor uitkeringsgerechtigden; niveauverhoging basisvaardigheden Aanbod niveauverhoging met ingang beroepsonderwijs Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen. Geldermalsen: Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging basisvaardigheden. Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen. Neder Betuwe: Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging basisvaardigheden.
cursus 1 cursus 4 en 5
cursus 1 cursus 2 cursus 3 cursus 4 en 5
cursus 1 cursus 2 cursus 4 en 5 cursus 1 cursus 2
Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen.
cursus 4 en 5
Neerijnen: Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging met ingang beroepsonderwijs Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen.
cursus 1 cursus 3 cursus 4 en 5
Tiel: Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging basisvaardigheden. Aanbod niveauverhoging met ingang beroepsonderwijs Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen.
cursus 1 cursus 2 cursus 3 cursus 4 en 5
West Maas en Waal Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging basisvaardigheden. Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen.
cursus 1 cursus 2 cursus 4 en 5
Zaltbommel Aanbod voor volwassenen met een laag onderwijs niveau. Aanbod niveauverhoging basisvaardigheden. Aanbod voor allochtonen cursisten voor niveauverhoging of gericht op staatsexamen.
cursus 1 cursus 2 cursus 4 en 5
Resumerend: Gemeente
1. Alfabeti sering
Buren
x
Culemborg
x
Geldermalsen
x
Nederbetuwe
x
Neerrijnen
x
Tiel
x
West Maas en Waal Zaltbommel
x
-
x
2. basis ½ F – 1F
x
Contact uren
cursisten
234
20
341
30
x
220
19
x
x
212
18
x
x
x
125
11
x
x
x
777
68
x
x
127
11
x
x
341
30
3. basis 1F – 2F
x
x
x
x
NT2niveau verhoging
staatsexamen
x
x
x
x
x
leerpunt
x
x
Deze indeling is gemaakt naar aanleiding van het onderzoek van het CINOP, maar bij het invullen van de trajecten door de gemeenten is variatie mogelijk.
-
Zelfmelders kunnen deelnemen aan deze trajecten maar komen boven op het aantal lesplaatsen die door de gemeente zijn ingekocht. Voorwaarden cursusaanbod 2013
6.
! " " " "
# $
#
" # "
#
"
#
ad. a + c Het opleidingsaanbod van ROCRivor is modulair, zodat individuele of flexibele trajecten mogelijk zijn. ad. b Zowel de gemeentes als opdrachtgever als ROCRivor als uitvoerder van de opleidingstrajecten zullen voor aanvang van het traject de einddoelen expliciet vaststellen; resultaatafspraken kunnen hieraan gekoppeld worden. ad. d ROCRivor draagt zorg voor: - een intaketoets bij de start van het traject. De volgende toetsen worden gebruikt -Cito intaketoets alfabetisering -Toa toets voor de instap in 1Fen 2F -intaketoets NT2 - een trajectplan -een voortgangstoets –Cito voortgangstoets alfabetisering -Toa toets voor de voortgang -voortgangstoets NT2 - Minimaal 2x per jaar een voortgangrapportage. 1. een voortgangsformulier voor trajectbegeleider 2. voortgangsoverzicht voor de gemeente - het begeleiden van portfolio-opbouw (indien van toepassing) - het bespreken van de voortgang met trajectbegeleiders of gemeenten. - het tijdig signaleren dat gewenste resultaten uitblijven, zodat het trajectplan of in het uiterste geval het doel kan worden bijgesteld. ad. e Alle partijen die de overeenkomst dienen de prestaties te leveren. ROCRivor is verantwoordelijk voor het aanbieden van de cursussen onder de afgesproken voorwaarden. Afspraken over prestaties van individuele cursist vallen onder ROCRivor.
ROCRivor kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inzet en verzuim van individuele cursisten. 7. Beschrijving van trajecten: A. Leerpunt Doelgroep: Cursisten die hiaten in de Nederlandse taal, rekenen en computervaardigheden hebben onder 1F op 1F en 2F. Doel: 1. Een kort traject voor cursisten die een hiaat hebben in een van de basisvaardigheden. 2: Als diagnose om de leerbehoefte vast te stellen zodat duidelijk wordt wat een cursist nodig heeft in een vervolg traject. Duur: 10 weken van een keer in de week les met hooguit een verlenging van 10 weken. Frequentie: 1 ochtend in de week. Aantal cursisten: 16 leerlingen Het aanbod: Afhankelijk van de leerbehoeftes • Basis digitale vaardigheden: wegwijs op de computer, Windows, Word, e-mail, internet en internetbankieren. Een dergelijke korte cursus zou een optie kunnen zijn voor uitkeringsgerechtigden die een traject Maatschappelijke Participatie volgen. • Praktisch Nederlands voor anderstaligen, voor het werk en in het dagelijks leven, zoals uitkeringsgerechtigden en Poolse werknemers. • Praktisch Nederlands voor anderstaligen Voor uitkeringsgerechtigden die daarna een traject in de zorg volgen. • Rekenen geldzaken, omgaan met geld. • Conversatie Nederlands: oefenen en spreken en verstaan van het Nederlands B. Alfabetisering Doelgroep: Nt2 cursisten die onvoldoende gealfabetiseerd zijn in de Nederlandse taal. Doel: Cursisten het schrijven, lezen en spreken in de Nederlandse taal zodanig te leren dat zij over kunnen stappen naar een inburgeringcursus of beter functioneren in de maatschappelijk . Duur: Afhankelijk van het instapniveau van de cursist wordt een traject afgesproken. Frequentie: 3 dagdelen van 2 klokuren in de week. Aantal cursisten 14 leerlingen Het aanbod: • Praktisch spreekvaardigheid op alfa niveau A,B en C • Leesvaardigheid op alfa niveau A, B en C
• Individueel traject bij lezen en schrijven.
C. Basisvaardigheden 1F en 2F Doelgroep: Cursisten die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen om goed te functioneren op hun werk of om een opleiding te volgen in het beroepsonderwijs. Doel: Cursisten leren schrijven, lezen en spreken in de Nederlandse taal zodanig dat zij over kunnen stappen naar een opleiding of beter kunnen functioneren op hun werk. Duur: Afhankelijk van het instapniveau van de cursist wordt een traject afgesproken. Frequentie 2 dagdelen in de week van 2,5 klokuren les. Aantal cursisten 16 leerlingen. Het aanbod: Afhankelijk van de leerbehoeftes • Lezen, grammatica en spelling • Rekenen • Basis computervaardigheden • Beroepenoriëntatie en specifieke woordenschat ( bijvoorbeeld in de zorg). • Spreken en presenteren D. Basisvaardigheden 1F en 2F niveauverhoging Doelgroep: Nt2 Cursisten die hun inburgeringexamen hebben afgerond maar de Nederlandse taal onvoldoende beheersen om een opleiding te volgen in het beroepsonderwijs of om zich goed te kunnen redden op hun werk. Doel: Cursisten leren spreken, schrijven, lezen in de Nederlandse taal zodat zij over kunnen stappen naar een opleiding of beter kunnen functioneren op hun werk. Duur: Afhankelijk van het instapniveau van de cursist wordt een traject afgesproken. Frequentie: 2 ochtenden in de week van 2,5 klokuren Aantal cursisten 16 leerlingen. Het aanbod: Afhankelijk van de leerbehoeftes • Conversatie Nederlands in het oefenen van het spreken en uitspraak, en presenteren • Praktisch Nederlands voor buitenlanders
• Beroepenoriëntatie en specifieke woordenschat ( bijvoorbeeld in de zorg). • Rekenen, omgaan met geld • Basis computervaardigheden
E. Groepen basisvaardigheden voor laaggeletterden Doelgroep: Nederlandstalige cursisten die onvoldoende Nederlands kunnen lezen, schrijven, rekenen en basiscomputer om zich goed te kunnen redden op hun werk of in de maatschappij gericht op 1/2F, 1F en 2F Doel: Cursisten leren schrijven, lezen, rekenen en computer in de Nederlandse taal zodat zij zich beter kunnen redden op hun werk of in de maatschappij. Duur: Afhankelijk van het instapniveau van de cursist wordt een traject afgesproken. Frequentie 1 avond in de week van 2,5 klokuren les. Aantal cursisten 14 cursisten Het aanbod: Afhankelijk van de leerbehoeftes • Schrijven, spelling, grammatica • Lezen • Rekenen • Basis computervaardigheden
F. Staatsexamen Doelgroep: Cursisten die hun Staatsexamen willen halen op niveau 1 of 2 . Doel: Traject met als einddoel het behalen van het Staatsexamen dat een ingang biedt voor het volgen van een traject in het beroepsonderwijs. Duur: 40 weken les Frequentie: 1 dagdeel in de week van 3 klokuren ; afhankelijk van de behoefte op een avond of een ochtend. Aantal cursisten 20 cursisten Het aanbod: • Spelling grammatica en schrijven • Lezen • Spreken
• Luisteren Examentraining.
8.Ten slotte Educatie biedt de mogelijkheden voor laaggeschoolden om te participeren. Bovendien is het haalbaar om de toegankelijkheid van beroepsopleidingen voor laaggeschoolden beter te stroomlijnen door het aanbieden van individuele trajecten. Wel moet er rekening gehouden worden met enkele succesfactoren en ook randvoorwaarden. De eerste beïnvloeden of men de opleiding zal volhouden en met succes zal kunnen afronden. Hierbij kunnen we denken aan motivatie mate van zelfstandigheid, mogelijkheid om privéleven met werk en opleiding te combineren. Het aanbieden van verschillende trajecten in de regio, maakt dat verschillende doelgroepen een kans krijgen om hun basisvaardigheden te verbeteren, zodoende krijgen laaggeschoolden meer mogelijkheden voor het volgen van een opleiding of kunnen beter te functioneren in de maatschappij.