Voorlichtingsfilmpjes Jong Florence: hoe worden ze bekeken, begrepen en gewaardeerd?
Eindverslag
Marjolijn van Leeuwen & Janet Rodenburg
1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Respondenten
5
Filmpje 1 ‘Ontwikkelingsonderzoek’
6
Filmpje 2 ‘Uit een beker drinken’
10
Filmpje 3 ‘Op het potje’
14
Bevindingen a.h.v. PEMAT
18
Conclusies
20
Bijlage 1: Overzicht respondenten
22
Bijlage 2: Europees raamwerk NT2
24
2
Inleiding Consultatiebureau Jong Florence in Den Haag hecht veel waarde aan eenvoudig communiceren, zowel wat betreft digitale als papieren informatie (folders). De filmpjes over opvoedondersteuning die Jong Florence maakt zijn eenvoudig en kort, waar mogelijk volgen de beelden de tekst. De vraag was of dit voor laaggeletterden en migranten voldoende helder is. In totaal zijn er 10 consultatiebureaus aangesloten bij Jong Florence, verdeeld over verschillende wijken in Den Haag. Alle 0-4 jarigen worden regelmatig voor een consult uitgenodigd. Alleen al in het eerste jaar zijn er 10 contactmomenten met de baby’s en hun ouders. Deze consulten zijn op de website beschreven. Gedurende het eerste jaar is de opkomst groot (96%). Van de kinderen in de peuterleeftijd komt nog ca. 85%. De doelgroep in Den Haag is zeer divers: de helft van de 28.000 kinderen die het consultatiebureau bezoeken (0-4 jaar) is ‘nietNederlands’. In totaal gaat het om 49 nationaliteiten, waaronder ook veel expats. Daarnaast bestaan er grote verschillen in geletterdheid. Om zoveel mogelijk ouders te bereiken is de insteek om op verschillende wijzen en op verschillende niveaus informatie aan te bieden: • Via bestaande folders •
Via website
•
Via social media en filmpjes
•
Via mondelinge communicatie
De website van Jong Florence (http://www.jongflorence.nl/) wordt goed bezocht (zo’n 10.000 keer per maand). In de afgelopen jaren is dit als gevolg van het gebruik van social media enorm gegroeid (was max. 2000 keer per maand).
Aanpak In overleg met Jong Florence zijn drie voorlichtingsfilmpjes van de website geselecteerd om te onderzoeken wat/welke informatie werkt en wat niet. Dit deden we op de volgende manier: 1. We hebben in totaal 23 vrouwen uit de doelgroep gevraagd om het materiaal te bekijken. Dit gebeurde op individuele basis, zodat ze elkaar niet konden beïnvloeden. We sloten hierbij aan bij groepsbijeenkomsten (Nederlandse les op het consultatiebureau en op het ROC) waar we om de beurt vrouwen uitnodigen voor de test in een aangrenzende ruimte. We vroegen hierbij naar reacties van deelnemers om te kijken welke boodschap(pen) zij oppikten uit de filmpjes. We gebruikten hier onder andere de teach-back methode. Hierbij vroegen we deelnemers om in eigen woorden te vertellen
3
wat er in – delen van – het filmpje te zien is en wat het filmpje wil vertellen. Ook vroegen we wat ze zouden kunnen en willen met de boodschap in hun eigen dagelijks leven. 2. We beoordeelden de filmpjes aan de hand van de ‘PEMAT- AV’ (The Patient Education Materials Assessment Tool – voor audiovisueel materiaal). 'PEMAT' is een gevalideerde, systematische methode met een checklist die gebruikt kan worden om: a. te bepalen hoe begrijpelijk het audiovisuele materiaal voor cliënten is b. te bepalen in welke mate de cliënt vervolgens weet hoe zij of hij kan handelen Het instrument maakt geen onderscheid tussen laag- en hoogopgeleiden, maar geeft wel veel handvatten over hoe materiaal zo helder mogelijk is. Voor meer informatie: http://www.ahrq.gov/professionals/prevention-chronic-care/improve/selfmgmt/pemat/pemat_guide.pdf
Er werd afgesproken met Jong Florence dat we hen na afloop van het onderzoek zouden adviseren – indien nodig – over mogelijke aanpassing van de filmpjes zodat de boodschap beter overkomt. We hebben ervoor gekozen de op- en aanmerkingen per filmpje letterlijk weer te geven omdat deze een natuurgetrouw beeld geven van de perceptie van de respondenten. Dank Heel hartelijk dank aan de vrouwen die ons te woord wilden staan en de leerkrachten die dit faciliteerden. Ook dank aan de medewerkers van Jong Florence voor hun open opstelling en het vertrouwen in de onderzoekers.
4
Respondenten We hebben in totaal 23 respondenten gesproken, waaronder 13 moeders die taalles volgen bij Jong Florence consultatiebureau en 10 vrouwen die onderwijs volgen bij het ROC Mondriaan in Den Haag. De interviews vonden plaats bij Jong Florence op 1 okt. 2014 en op 17 nov. 2014 (13 respondenten). De gesprekken bij het ROC werden op 23 april 2015 gevoerd (10 respondenten). Kenmerken respondenten: •
Opleiding o Lager opgeleid (< 10 jaar onderwijs): 6 vrouwen o Hoger opgeleid: 17 vrouwen o Bij twee lager opgeleiden (waarvan 1 analfabeet) is het interview gestopt wegens te laag niveau NL
•
Verblijfsduur in NL o Nieuwkomers: 11 vrouwen o Langer dan vier jaar in Nederland: 11 vrouwen o Onbekend aantal jaar in NL:1
•
Niveau Nederlands: o 8 vrouwen
•
Land van herkomst: 18 verschillende landen
•
Bekendheid met JF voorlichtingsfilmpjes? Geen van de vrouwen is op de hoogte
•
Ervaring o o o
met bekijken van voorlichtingsfilmpjes op PC: 3 vrouwen kijken filmpjes op PC 7 vrouwen kijken geen filmpjes op PC 13 vrouwen onbekend PC
Voor een uitgebreid overzicht van de respondenten, zie Bijlage 1.
5
Filmpje 1: ‘Ontwikkelingsonderzoek’ Wat heb je gezien? Moeder en baby, to care for baby. Baby groeit sneller + gezond. Take your baby for examination, very important for development.
Interpretatie Good child care makes baby healthy and smart. Good to be close to your baby
Wat vind je van de film? Leuk. Good message for mothers how to deal with baby.
2
Kinderen spelen samen met ouder
?
Leuk, kinderen spelen, alles mooi, de kamer, etc.
5
Baby proberen zitten op de bank. Heeft een huis met blokjes. Probeert erin te doen. Baby liggen op de stoel. Baby is moe en ligt op de stoel The service that Jong Florence gives to mother and children. Condition to children. Something to occupy their time. For me, warm and friendly environment. To make periods more comfortable for their children. Kinderen goed spelen, lopen, zitten, kruipen. Andere moe, slaapt. Kinderen alleen kruipen, spelen goed, soms huilen. Vrouw goed. Kindje. waar is kindje? Lopen, slapen, zitten, kijken. Dokter kijkt kindje ogen, oren, voet, handen. Zitten, slapen op de buik. Artsen praten met ouders. Kind speelt met blokken. Welke leeftijd kind speelt met blokken, met de bal? Kind loopt zonder sokken en schoenen. Vind ik goed. Wat doet dokter? Zij zien onze kinderen, goed of niet goed ontwikkelen. Dokter kijkt naar schema. Kijken of kind met blokken spelen of hard lopen. They checken the development of the baby till 4 years. How develop
Weet niet
Leuk, omdat ik kijken wat doen met de baby
Nederlands is makkelijk (NB. interviewer betwijfelt dit gezien taalniveau A1)
Nice
Don’t understand the Dutch
Mooi
Nederlands is makkelijk (NB. interviewer betwijfelt dit gezien taalniveau A1)
1
6
7
8
9
10
11
Opmerkingen Cijfer 8 Begrijpt niet alles, iets te moeilijk. Ze herkent de setting en de speeltjes. Cijfer 8 Vindt de film erg moeilijk.
Te moeilijk Nederlands.
6
12 13 14
the baby for looking? How they play, how they put the blocks? One baby moe, get tired. Wat doet consultatiebureau, wanneer kan je kind iets? In consultatiebureau, dokter. Loopt kind goed, speelt het goed? Goed gewicht? Jong Florence consultatiebureau. Voor jonge moeder. Filmpje legt uit wat een jonge moeder moet doen met haar kind. Hoe het gaat van baby tot lopen, de groei.
15
Kleine kinderen, probeert te spelen. Een specialist controleert wat de baby doet en kan.
16
Over ontwikkeling, maar de precieze inhoud is moeilijk.
17
Kleine kinderen
Wat is de taak van consultatiebureau? Dokter checkt of outside is OK, of kind er goed uit ziet. Oproep voor moeder dat ze naar het consultatiebureau moet en ook via Twitter/Facebook, voor die groei. Dat je weet wat je moet doen en dat je naar het consultatiebureau moet. Dat je moet kijken wat het kind kan en reageert, dat is het werk van de specialist. Die moet dat bekijken. Dit kind is ongeveer een jaar of jonger. Hij moet net beginnen met praten, spelen. Goed verder gaan. Specialist (en moeder) moet goed controleren. Als moeder moet je veel leren. Je moet veel zorgen voor je kinderen en uitkijken. Het gaat over gevoelens van kinderen. Als jij moe is wil hij slapen. Als het kind niet rustig is, moet je hem laten spelen met blokjes. Dat is ook belangrijk voor de hersenactiviteit. Ik weet nu dat ik geen zorgen moet maken als het kind zich op een bepaalde manier gedraagt. Dat is ‘leergedrag’ en komt bij anderen ook voor. Als je kind klein is begrijpt hij
7
Leuk, duidelijk. Maar vaccinatie vergeten, en over borstvoeding…. Leuk, niet moeilijk.
Luisteren lukt wel, er over vertellen is moeilijk.
Goed. Zodat je weet wat je moet doen, is je kind gezond of niet? Het is makkelijk te begrijpen. Maar voor Nieuwkomers (als ik pas 6 maanden in NL zou zijn) praten ze iets te snel. Makkelijk. Was bijna duidelijk.
Cijfer 7,5. Voor buitenlander is het iets te snel, voor Nederlander is het geen probleem.
Het ging heel snel, te snel. Nederlands ging te snel, niet alle zinnen begrepen, alle woorden. Snel is meer een probleem dan moeilijke woorden. Wel leuk
Cijfer 6. Langzamer. Zowel praten als video. Makkelijker als het ook Engels is. Ik begreep uiteindelijk dat het om ontwikkeling gaat. Als ik dat gelijk had geweten (Engelse woord ‘development’) had ik het filmpje beter begrepen.
Leuk. Makkelijk. Meer moeilijke
Cijfer 10
Cijfer 8. Misschien meer kinderen in de film.
18
19
De baby. Ze gaan wegen. Hoe oud is hij. Ze leren hem hoe hij moet zitten. Veel dingen. Weet geen andere dingen doen. Veel informatie. Heel leuk. Was heel duidelijk. Vroeger hadden we dat niet. Vroeger wisten we niet wat we moesten.
20
Hoe kinderen wordt bekijken. Hoe ze zich ontwikkelen.
21
Als kind is geboren, moet na een paar dagen naar consultatiebureau of alles goed is. En kijkt naar ontwikkeling van kind. Zitten, lopen.
22
Als je kinderen hebt. Echt belangrijk voor ontwikkeling.
23
Is voor ontwikkeling van kinderen. Paar vragen stellen.
het niet goed, als hij groot is wel --
Goed met de kinderen. Wat kijken ze? Hoe ze praten, hoe ze doen.
Als een kind moe is. Dan hoeft niet ongerust te zijn. Volgende keer meer aandacht. Hoe kinderen lopen, zitten, met blokjes spelen.
Hoe kan je baby doen? Hij is ziek? Moe? Slim? Spelletjes op tafel. Kind is altijd bezig iets te doen. Hoe voelt je kind. Wat zegt je kind. Dit was ook zo bij het bezoek met zus en nicht. Wat is je interesse van je kind. Mijn nichtje is nu 1,5. Hoe lopen. Spelletjes.
8
woorden. Kon maar een beetje verstaan. Leuk. Mooie tekst. Sommige woorden begrijp ik niet. Als je niet alle woorden begrijpt is het moeilijk. Die woorden gebruiken we niet zo vaak. Voor buitenlanders best moeilijk. Sommige woorden moeilijk begrijpen. Alleen het beeld om te begrijpen. Ze praten als dokters. Ze moeten makkelijker praten. Tekst duidelijk. Ik heb concentratieproblemen. Ik kan niet alles onthouden. Snel. Hartstikke leuk. Ik heb alles meegemaakt. Mijn gedachten waren veel weg. Naar die tijd. Was een leuke tijd. Lengte film goed. Moeilijke taal. Ik begrijp niet alles. Voor B2 is makkelijk. Ik begrijp niet alles. Het gaat een beetje snel. Duidelijk. Tekst ook duidelijk. Beelden zijn goed. Anderhalve minuut is goed. Leuk. Al die kinderen. Liefde van die kind. Heel prettig. Hoe die kind begint te leren. Praten met woorden. Nederlands was makkelijk.
Cijfer 7. Als je hem niet begrijpt is het een beetje moeilijk Cijfer 8. Een 10 als ze andere woorden gebruikt.
Cijfer 9 (‘het is nooit een 10’)
Cijfer 6. Ik heb niet alles begrepen. Het gaat snel. En ik weet niet wat ik moet doen als ik ben moeder van een kind. Cijfer 9
Cijfer 10
Boodschap ‘Ontwikkelingsonderzoek’ volgens Jong Florence 1: Hoe werkt het bij het ontwikkelingsonderzoek en waar letten we op, ontspannen sfeer, ieder kind eigen tempo, lukt iets niet dan kijken we volgende keer nog een keer
Hoe vaak is de boodschap van JF overgekomen? - 12 vrouwen lijken te begrijpen dat het hier om een onderzoek gaat; 9 vrouwen niet; bij 2 vrouwen is het niet duidelijk - 11 vrouwen pikken de ontspannen sfeer op - Geen enkele respondent zegt iets over het ‘eigen tempo’ of ‘volgende keer nog een keer kijken’
1
In email van Jong Florence dd. 19 augustus 2014.
9
Filmpje 2: ‘Uit een beker drinken’ 1
Wat heb je gezien?
Familietijd. Stages which food to give. Mother allows child to experiment, learn for himself.
2
Familie, eten, grapje, spelen met kinderen. Twee kinderen, een jongen en een meisje
5
Baby over 6 maanden proberen te drinken. Water, sap en melk. Feeding.
6
7
8
9
12
Kinderen 6 maanden zitten. Maken glas in de hand. Bijna groot. Mag fles in de hand. Alleen kinderen de fles in de handen, fles maken. Kindje straks 6 maanden. Zij drinken niet de fles, maar de beker. Limonade niet, thee, niet suiker. Limonade is niet goed. Baby zitten voor tafel met gezin en drinken. Kind drinkt zelf, alleen water, zonder suiker. Tot 1 jaar. Oudste kinderen drinken limonade en sappen. Vanaf 1 jaar. Kinderen drinken. Wanneer:
Interpretatie
Wat vind je van de film?
Start with lighter food (yoghurt) + juice, makes baby stronger. You should have time with baby as part of the family, eat together. Melk, brood, pindakaas. Belangrijk met familie, samen eten. Jongen is een beetje moeilijk (stout), luistert niet naar moeder) 6 maanden een beetje vroeg. Kasper (eigen baby) met fles drinken, zelf vasthouden Also to make children to start feeding themselves. Taking water from the tap is good.
Educative, interesting, leuk, niet moeilijk. Cijfer: 9
Mooi, samen spelen, familie. Cijfer: 10
Belangrijk dat kind zelf probeert
10
Opmerkingen
Moeder geeft aan nu meer samen met kind te willen eten, eet nu nog af en toe apart (rustiger!). Begrijpt nog niet helemaal. Moeilijke taal.
goed
Wil nu thuis kijken
Leuk
It would help, I know when to encourage to start feeding themselves. It will help in the relationship between myself and the kids. Thuis kijken goed
Leuk, ook goed zonder taal,
Misschien ook laten zien hoe
6 mnd. Waarom: motoriek, tanden. En hoe? Eerst dikke voeding, daarna thee etc. zonder suiker. Kind moet met 6 mnd. uit beker drinken. Knoeien geen probleem. Water is goed, geen limonade. Is voor 9 maanden, drinken met beker. Dan mag je niet met anti-lek-fles. Wat kan je geven te eten? Met pap en dikke yoghurt, en hoe geef je een kind te eten in een beker. Een beker is ook goed voor de mond: ‘exercise’ om te leren praten. Een gezin. Een leuk gezin.
te drinken.
duidelijk.
grotere kinderen drinken, kleintje doet het na.
Vroeg beginnen met beker (voor tanden).
Interessant, nog wel moeilijk. Grappig.
Eigen kind gebruikt beker met dekseltje en tuit.
Als ze ouder worden kun je je kind stevig eten geven, pap. Je kan beginnen met yoghurt en pap. Zuur drinken mag ook, is ook goed voor je kind. Ik zou ook proberen wat yoghurt en zure dingen te geven. Hij moet ook andere smaken leren kennen dan alleen melk. Is goed voor het kind. De baby probeert 1e keer met beker te drinken. De moeder probeert dit op leuke manieren.
Deze is duidelijker dan de vorige, niet te snel.
Cijfer 9, mag een 10 zijn. In Indonesië geven we 1 lepel koffie per dag. Vanaf 9 maanden om epilepsie te voorkomen.
Makkelijk, goed om te kijken.
16
Als een kind 6 maanden is, dan starten met een beker drinken, dan raakt jij er aan gewend. Als je dit op oudere leeftijd doet (1 jaar) dan is het moeilijker.
Makkelijk. Minder snel dan de vorige. Hierbij beter hele zinnen begrijpen. Maar langzamer zou nog beter zijn.
17
Kleine kinderen moeten niet uit beker drinken als ze klein zijn, alles ging er naast. Flesje is makkelijk vasthouden. Dit filmpje niet getoond in verband met de tijd. Vrouw reageert niet op vraag maar gaat over op
Met beker drinken is goed voor de spraak. Als het drinken valt ‘allow him to do so’ , het hoort erbij. Belangrijk punt dat beker drinken goed is voor de spraak. Dit zal ik thuis nog zeker proberen. (Probeer het nu ook al) Je moet proberen vanaf 9 maanden dat kind het zelf gaat pakken. 6 maanden begint hij met eten.
Cijfer 10 Deze is beter dan de vorige. Bekers zijn leuker voor kinderen. Als een dierensticker op zit, de vorm van de beker, in de vorm van een dier. Het gaat sneller. Cijfer 8. Beetje meer uitleg over hoe de spraakspieren verbeterd worden toevoegen.
13
14
15
18 19
11
Makkelijk. Moeilijke Nederlandse woorden. Praatten niet te snel.
Cijfer 10
Leuk, heel goed
Cijfer 9 Die vaders ook meedoen. Ik zie
tips, zie verderop.
20
21 22
23
Vanaf 6 maanden. Kind laten drinken. Vanaf 9 maanden kind zelf laten drinken. Als kind 6 maanden oud is kan ze leren met beker drinken. Hoe kan een kind met een beker drinken.
Filmpje niet laten zien i.v.m. tijd
Iets met de beker vasthouden. Ik weet het niet. Kind kan meer ontspannen. Niet goed: suiker in sap, slecht voor het gebit. Als kind leert, dan drinken geven, sap, water of melk. Sap is niet goed. Teveel suiker. Ouders moet leren hoe zij kunnen drinken. Na 9 maanden kan een kind met een gewone beker. Zure limonade zijn niet goed voor de tanden. Water kan ook. Kinderen zitten op de tafel voor de gezelligheid.
Mijn gedachten waren ver weg. Gemist: kindje tandenpoetsen. Heb ik niet gezien. Taal is een beetje te moeilijk. En is een beetje te snel. Hij is niet lang.
12
alleen moeder. Moeder is niet alleen ouder. Een van de video’s met een man. Buitenlanders is meer machogedrag. Even laten zien dat een man een luier omdoet, dat is normaal. Pappa’s en mama’s is hetzelfde. Kind moet ook kijken. Sommige vaders zijn alleen. Er zijn geen voorbeelden voor mannen. Cijfer 8 De moeder ging elke keer vasthouden, je moet je kind laten wennen. Cijfer 7
Boodschap ‘Uit een beker drinken’ volgens Jong Florence 2: Wanneer kan een kind uit de beker leren drinken, goed voor mondmotoriek en taalontwikkeling, oefening baart kunst. Hoe vaak is de boodschap van JF overgekomen? 1 vrouw begrijpt dat met een gewone beker begonnen kan worden met 6 maanden en dat de baby met 9 maanden zelf de beker mag vasthouden. 3 vrouwen noemen 6 maanden als start van het drinken uit een beker. 3 vrouwen noemen 9 maanden als start van het drinken uit een beker. 10 vrouwen noemen geen starttijd 1 vrouw geeft een multi-interpretabel antwoord 1 vrouw heeft het filmpje niet gezien in verband met de tijd Vier vrouwen noemen dat drinken met een beker goed is voor de mond en voor de spraak; de andere vrouwen noemen dit item niet
2
In email van Jong Florence dd. 19 augustus 2014.
13
Filmpje 3: ‘Op het potje’ 1
2 5 6
7 8
Wat heb je gezien?
Stages to which you allow your child to go to potje/wc. Kind steekt zijn neus in het potje . Kinderen naar wc, moeder boekje lezen, in keuken wassen Na 6 maanden, baby zit op potje. Kan eten. Proberen te zitten. Niet luier. Going to the toilets.
Kinderen kleine WC. Boek leren. Eten. Kindje straks 1,5 jaar in potje, geen luier. Als kindje zit comfortabel, wachten, kindje plassen, kijken boekje. Als kindje plassen: goed zo!
Interpretatie
Blijf bij de baby op potje/wc. Take your child to potje/wc according to age. Stay with the child while on potje, do something interesting to attract her. Kinderen naar WC, goed plassen. Dat doe ik al zo, thuis.
Wat vind je van de film?
Opmerkingen
Mooi, kinderen goed luisteren, naar wc.
Cijfer: 10
Educative, interesting, beetje moeilijk.
Cijfer: 10
Na 6 maanden stoppen met luier. It is about make children more comfortable with toilet poeh (?). The boy in the film is 1 year old. The girl 2 – 3 years old.
Mooi Leuk. NE een beetje moeilijk. Snel spreken.
9
Kind probeert vanaf 1,5 jaar naar het potje te gaan. Kind probeert, probleem, naar het potje. Kind zit bij het potje met boekje, met moeder. Bij mij is dat moeilijk, als de broek uit is dan gaat hij. Anders is het een probleem.
Ik weet niet wat de film zegt.
Voor ouders erg leuk.
10
Als kind plassen of poepen,
1,5 jaar is goed moment om kind
Makkelijk, maar ik niet goed
14
Cijfer: 9 Brochures: ander meisje vertalen. In Letland: consultatiebureau en klein ziekenhuis voor kindje van 0-18 jaar. Probleem: ik weet niet Nederlands. Veel brochures met veel informatie. Mijn man heeft geen tijd met brochure lezen en praten met mij. Ik kijk plaatjes en begrijp niet. In Oekraïne alleen goede dokter op televisie. Niet veel korte informatie over zwangere vrouwen, baby’s. Cijfer: 10
11
12
13 14
15
wij mogen applaus of goed gedaan zeggen. Als kind mag op wc, met stap. Op de pot is goed als kind zitten, na drinken, na eten, na thuis terugkomen, klaar. They going to train the baby. How to use the toilet, how to flush. When you use the toilet to read the book. Teach the kid know how they go to the toilet when they wake up in the house. Hoe leren kinderen potje plassen? Wanneer beginnen? Van positief naar negatief. Ieder moment goed om te starten. Compliment belangrijk. 1,5 – 2 jaar begin je te oefenen met naar de wc gaan.
Moeder probeert het kind voor de eerste keer op het potje te laten. Is herkenbaar bij kinderen vroeger. De moeder probeert veel om het leuker, makkelijker en
op pot te zetten.
spreken NE. Ik veel woorden niet kennen. Praten problemen.
I can touch little things, for it is all-in Dutch. It is interesting. It is helping how to train the baby.
Rust nodig om te oefenen. Niet bij feest. Mama rustig, dingen tussendoor doen. Boekje lezen, rust. Kind vroeg leren op het potje. Start rond 1 jaar. Applaus belangrijk. Oefenen is goed na het eten/drinken, voor de reis etc. Dan ga je oefenen met het potje. Als jong kind naar de wc gaat moet je meegaan, anders is het misschien gevaarlijk met vallen. 1,5 jaar is de leeftijd om te leren naar de wc te gaan en op welke momenten het goed is om te oefenen. En dat je mee moet gaan. Een kind leert vanaf die leeftijd ook wat wel/niet vies is, met aanraken, pakken. Ik zou misschien beginnen met het potje, ik zou dingen uit het filmpje doen. Wat de moeder moet doen, want het kind heeft geen zin om te zitten op het potje. Bijvoorbeeld door boek lezen. Zus moet het andere potje nemen. Samen is beter. Zus zit op de pot, kleine
15
Cijfer: 9 M.b.t. brochures van consultatiebureau: I ask my boyfriend, we read together.
Duidelijke beeld, taal niet probleem. Mooi. Leuk om terug te denken hoe het was met eigen dochter. Duidelijk, niet te snel. Is beter dan de eerste.
Niet moeilijk, leuk. Nederlands begrijp ik niet veel maar het is goed voor mij.
Geen nieuwe informatie. Wist ik ook al via andere moeders. Cijfer 10 Is echt prima. Maar als je 1,5 noemt dan denken mensen aan 1 – 1,5. 1,5 is echt te jong. 2 jaar (of 1,5 – 2 jaar) dat is goed om potje te leren.
Cijfer 9 Niet de moeder, maar het zusje moet in de film. Die moet de moeder helpen. Ik heb geen kindermuziek in het filmpje gezien
16
normaal te maken voor het kind. Potjes-training voor het kind
kind doet het na. Beginnen als kind bijna 1,5 is. Je kan bijvoorbeeld als kind wakker is of gaat slapen. Begin met luier aan op het potje. Ga altijd mee naar de WC. Geef hem applaus / appreciation als het goed gaat. Ga nu proberen met kind op het potje met eerst luier aan. En ik zou vertellen verschil tussen poep en pies. Met 2 jaar naar wc gaan. Stoppen met luiers. Je moet veel oefenen en daarna zelf naar het potje/wc
17
Potje, proberen dat kind zelf naar WC/potje gaat
18
Je ziet een kind hoe hij moet plassen. Hoe moet hij naar toilet gaan. Geeft geen antwoord maar gaat meteen over op tips. Zie hieronder.
Beter om een baby te leren hoe hij moet plassen.
Ze leren kinderen vanaf 1,5 jaar op potje
Als gelukt: applaus. Als ze thuiskomen of uitgaan. Als het druk is bij de verhuizing is het niet goed moment. Teveel stress. Je kan een verhaaltje lezen. Ze doen stap voor stap. Niet alles tegelijk.
19
20
16
Niet zo snel. Ik begrijp het. Hele zinnen snap ik. Niet moeilijk.
Cijfer 8. Je moet toevoegen wat je moet doen met kind van 2. Je ziet 1,5 op het potje en iets van 3 op de WC. Wat ertussenin?
Makkelijk. Nederlandse taal goed. Maar wel moeilijke woorden in, niet alles begrepen. Langzaam genoeg. Ik kijk meer dan luisteren. Is ook belangrijk meer luisteren.
Cijfer 10
Tekst is makkelijk
Cijfer 9 Belangrijk om die dingen te gebruiken waarop je moet plassen. Duidelijk: dit is de trap. Dit is het potje. En luierbroekjes. Even laten zien. Als een kind gewend is, om te laten zien hoe je dat doet. Je ziet nu niet wat voor trapje het is. Sommige dingen wel laten zien. Hoe moet ik schoonmaken? Dan mis je dat. Schoonmaken is normaal. Maar sommige mensen weten dat niet.
Leuk. Ik heb allemaal meegemaakt. Tekst is duidelijk en interessant.
Cijfer 10
Cijfer 9
21
22
23
Anderhalf jaar, naar de WC. Moeder moet helpen kind. Na eten of drinken trainen. Moeder moet meedoen. Kind wil dat niet. Maar een beetje meewerken. Daarna applaus. Hoe kun je jouw kind op de pot zetten..
Paar keer kinderen op het potje laten zitten. Ik moet meedoen. Kind voelt niet alleen. En applaus zodat kind weet dat het iets goed heeft gedaan. Er bij zitten en boekje lezen of spelletjes.
Ik heb alles begrepen. Ik kan zien wat ze doen.
Cijfer 9. Want ik begrijp het. Ik leer hoe moet ik doen. Een jonge moeder weet niet.
Hoe vaak? Na het eten, na het drinken. Na het buiten gaan. Na op bed gaan. Je moet een ding zetten. Je kind moet leren. De luier. Duidelijk
Niet lang. Duidelijk. Als je praat geen Nederlands kan je alleen de film kijken en daarna. Ik kijk meer dan ik luister. Ik heb alles gehoord. Niet moeilijk Nederlands.
Cijfer 9
Filmpje niet laten zien i.v.m. tijd
Boodschap ‘Op het potje’ volgens Jong Florence: Zindelijkheid: als het kind er aan toe is/ ontspannen sfeer, neem de tijd 3 Hoe vaak is de boodschap van JF overgekomen? • • • •
3
De meeste vrouwen lijken te begrijpen dat het filmpje over zindelijkheidstraining gaat 0 vrouwen noemen iets in de trant van ‘als het kind er aan toe is’; 4 vrouwen noemen: 1,5 – 2 jaar is de leeftijd dat je moet starten met de training 8 vrouwen lijken te begrijpen dat een ontspannen sfeer en de tijd nemen belangrijk zijn. Door het leuk te maken, stress te vermijden of applaus te geven. 4 vrouwen noemen dit niet. 1 vrouw heeft het filmpje niet gezien i.v.m. tijdgebrek.
In email van Jong Florence dd. 19 augustus 2014.
17
Bevindingen aan de hand van PEMAT 1. We beoordeelden de filmpjes aan de hand van de ‘PEMAT- AV’ (The Patient Education Materials Assessment Tool – voor audiovisueel materiaal). 'PEMAT' is een gevalideerde, systematische methode met een checklist die gebruikt kan worden om: a. te bepalen hoe begrijpelijk het audiovisuele materiaal voor cliënten is b. te bepalen in welke mate de cliënt vervolgens weet hoe zij of hij kan handelen Het instrument maakt geen onderscheid tussen laag- en hoogopgeleiden, maar geeft wel veel handvatten over hoe materiaal zo helder mogelijk is. Voor meer informatie: http://www.ahrq.gov/professionals/prevention-chronic-care/improve/selfmgmt/pemat/pemat_guide.pdf De uitkomst van de test is als volgt: BEGRIJPELIJKHEID FILM Inhoud Is de bedoeling van de filmpjes helemaal duidelijk?
Onvoldoende
Woordkeuze en stijl Gebruikt men alledaagse spreektaal? Gebruikt men de actieve vorm (grammatica)? Is de tekst duidelijk te verstaan?
Onvoldoende Voldoende Ja
Indeling Bieden de filmpjes de informatie in ‘stukjes’aan, in korte onderdelen? Hebben de filmpjes informatieve ‘kopjes’? Presenteren de filmpjes de informatie in een logische volgorde?
Nee Nee Ja
Geven de filmpjes aan het einde een samenvatting van de informatie?
Nee
Visueel
18
Zijn de beelden helder en goed geordend
Wel helder. Ook goed geordend. Maar de tekst van de voice-over en de beelden lopen niet gelijk. De kijker moet dus kiezen of hij de geluidsband of de beelden volgen. Kijkers kiezen dan vaak voor de beelden. Maar de meeste informatie van de filmpjes zit in de geluidsband. Nee
Zitten er visuele cues in de filmpjes (bijvoorbeeld pijlen, uitlichten onderwerp waar je accenten wilt leggen e.d.) AANWIJZINGEN VOOR ACTIES Adviseert de film minstens één actie die de kijker kan ondernemen? Adresseert de film de kijker persoonlijk, bij het adviseren van deze actie(s)? Breekt de film dit advies op in kleine, behapbare onderdelen?
19
Ja Nee Nee
Conclusies Bereik respondenten Het taalniveau van de respondenten in dit onderzoek was B1 of lager (zie Bijlage 2 voor een overzicht van de verschillende taalniveaus). Dit betekent dat de respondenten het juiste taalniveau hadden voor ons onderzoek. Wel waren zij iets hoger opgeleid dan we voor ogen hadden. Dit betekent dat lager opgeleide ouders de filmpjes waarschijnlijk (nog) minder goed begrijpen dan onze respondenten. Waardering en interesse van de respondenten De vrouwen in de taalgroepen van Jong Florence bleken niet op de hoogte van het bestaan van de filmpjes, maar waren zeer geïnteresseerd. Ze waardeerden de filmpjes zeer en wilden ook thuis gaan kijken. (De taaldocent heeft vervolgens behandeld waar ze de filmpjes konden vinden op het internet). Ook toonden ze plezier in het kijken, gaven hoge waarderingen, en sommigen meenden dat het makkelijke filmpjes waren, het Nederlands inclusief). Een filmpje als overdrachtsvorm lijkt dus een goede ingang bij de ouders (mits ze weten waar ze de filmpjes kunnen vinden). De vrouwen van ROC bleken eveneens niet op de hoogte van het bestaan van de filmpjes, maar waren zeer geïnteresseerd. Ze waardeerden de filmpjes zeer. Ook toonden ze plezier in het kijken, gaven hoge waarderingen, en sommigen meenden dat het makkelijke filmpjes waren, het Nederlands inclusief. Bij deze groep hebben we gevraagd wie thuis so wie so informatieve filmpjes kijken op het internet. Dat waren er 3 van de 10. 1 vrouw had geen computer in huis. Overkomen van boodschap Vrouwen in taalgroepen Jong Florence (taalniveau A1-A2) De boodschappen van de film zijn in de het algemeen summier, en in een aantal gevallen niet overgekomen. Bij ‘Uit een beker drinken’ en ‘Op het potje’ heeft men wel een beeld van de positieve sfeer en het globale onderwerp, bij ‘Ontwikkelingsonderzoek’ ziet maar één vrouw dat het over een ontwikkelingsonderzoek gaat. Het kan zijn dat de gebrekkige communicatie hierbij een vertekend beeld geeft. Echter, ook bij de Engelstalige vrouwen bleek de boodschap summier of niet overgekomen te zijn. Ondanks het feit dat een paar vrouwen meldden dat ze het Nederlands makkelijk vinden, denken wij dat het meeste van de gesproken tekst niet is overgekomen.
20
Vrouwen op het ROC (taalniveau A2-B1) De vrouwen van het ROC geven duidelijk meer informatie dan de taalgroepen bij Jong Florence. Allen begrijpen het onderwerp van de drie filmpjes. Ook hier telt echter dat iets diepgaandere informatie slechts door een enkeling opgepakt wordt. Meerdere malen wordt gemeld dat het Nederlands taalgebruik moeilijk is en dat er snel gesproken wordt. Maar ook waar men meldt dat het taalgebruik makkelijk is, hebben we gemerkt dat diepgaandere informatie mondjesmaat wordt opgepakt. Onderwerpen als spraakontwikkeling, tuitbeker, eerst kunnen zitten voor de baby uit de beker drinkt, dorstlessers, het van Wiegenschema etc. komen niet goed uit de verf. Omdat hier sprake is van hoger opgeleide vrouwen (met een taalbarrière), zal bovenstaande nog sterker opgaan voor lager opgeleide vrouwen. Er is dus een discrepantie tussen de waardering van de vrouwen en de hoeveelheid informatie die overkomt. Op grond van de uitkomst van de testen geven we hieronder suggesties bij het maken van nieuwe filmpjes. • doseer de informatie, niet meer dan 3 items per filmpje. • houd de teksten kort en bondig, met eenvoudige woorden en korte zinnen, vermijd vakjargon. Laat stiltes vallen tussen de zinnen. Gebruik tekst op taalniveau A2 – B1. • spreek rustig. • als er een voice-over is: laat de informatie in geluid hetzelfde zijn als de informatie in beeld, op hetzelfde moment. Bv. als je spreekt over een opstapje voor kleine kinderen op de wc, laat dit opstapje dan simultaan zien. • bouw het verhaal chronologisch van a naar b naar c op. Maak geen zijsprongen. • houd de montage rustig, laat een beeld (veel) langer staan dan gemiddeld. • breng geen onderwerpen in beeld die afleiden van de boodschap • herhaal de boodschap 2 tot 3 keer. • geef een samenvatting aan het einde van film • geef duidelijk aan welke actie de kijker kan ondernemen, herhaal deze actie in de samenvatting en leg de actie stap voor stap uit • laat vaders ook figureren (dit is een advies van een Colombiaanse moeder, omdat volgens haar de Colombiaanse cultuur macho is. Vaders hebben daarom rolmodellen nodig). • geef de ouders en kinderen een actieve rol in de film, niet alleen maar een luisterende (ook volgens de Colombiaanse moeder). Dan kunnen ouders zich makkelijker inleven en raken ze meer gemotiveerd.
21
Bijlage 1: Overzicht respondenten Respondent
Leeftijd
1
38
2
31
3 4
+/- 30 26
5
30
6
31 23
Leeftijd baby/peuter ( + oudere kinderen) 16 maanden (+ 12, 16) 2,5 jaar (+ 5, 9) 8 maanden 15 maanden (+6, 7) 5 maanden
Land van herkomst
Hoe lang in Nederland
Aantal jaar school
Inschatting niveau Nederlands
Sierra Leone
6 jaar
12 jaar
A1
Bekend met filmpjes JF? Nee
Marokko
18 maanden
12 jaar
Nee
China Somalië
19 maanden 18 maanden
9 jaar 0
? ?
Polen
6,5 jaar
Nee
4 maanden (+ 3 jaar) 9 maanden
Nigeria
7 maanden
HBO in Polen 16 jaar
Nee
Turkije
4 jaar
8 jaar
A1
Nee
Letland
2 jaar
15 jaar
A1-A2
Nee
Oekraïne
2 jaar
8 jaar
A1-A2
Nee
8
37
9
40
4 maanden (+ 10 jaar) 2 jaar, 7 mnd.
10
38
5 jaar
Polen
2 jaar
17 jaar
A1-A2
Nee
11
26
9 mnd.
Filippijnen
Bijna 3 jaar
20 jaar
A2
Nee
12
34
Turkije
9 jaar
11 jaar
A1-A2
Nee
13
37
2 jaar 4 jaar 5 jaar
Polen
4 jaar
11 jaar
Nee
14
31
nee
Indonesië
15 maanden
12
B1
nee
15
45
14 + 17
Bulgarije
3,5
11
A2
nee
16
32
1+4
Pakistan
5
19
A2- B1
nee
22
Opmerkingen
Interview half in Engels Gestopt, NL te laag Gestopt, NL te laag
Interview in Engels
Interview half in (gebrekkig) Engels Kijkt geen filmpjes op PC Bezoekt consultatiebureau niet Zoekt adviezen op Bulgaarse en Turkse sites In Bulgarije geeft HA advies over eten, gedrag, etc. Bezoekt consultatiebureau niet Kijkt geen filmpjes op PC
17
33
nee
Somalië
5
12
A2
nee
18 19
46 39
nee 12 + 17 + 20
Marokko Colombia
29 5
geen 15
A1-A2 B1
nee nee
20
43
16 + 24
Iran
21
9
A2 – B1
nee
21
58
India
19
14
B1
nee
22 23
39 49
Kleindochter in Engeland 10 Nichtje 1,5 jaar
Senegal Afghanistan
3 ?
12 Universiteit in Rusland
A2 – B1 B1
nee nee
23
Gaat met familie naar consultatiebureau Kijkt wel filmpjes op PC Heeft geen computer Ging vroeger naar consultatiebureau Zoekt via Google naar opvoedingssites, geen specifieke. Ging vroeger met dochter naar consultatiebureau Kijkt geen filmpjes op PC Kijkt geen filmpjes op PC Kijkt geen filmpjes op PC Kijkt geen filmpjes op PC Te weinig tijd om hele interview af te nemen
Bijlage 2: Europees raamwerk NT2 Basisgebruiker A1 Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen gericht op de bevrediging van concrete behoeften begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen. A2 Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van diverse behoeften beschrijven. Onafhankelijk gebruiker B1 Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. B2 Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties. Vaardig gebruiker C1 Kan een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Kan een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden.
24
C2 Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Hij kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenten reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen. Hij kan zichzelf spontaan, vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij fijne nuances in betekenis, zelfs in complexere situaties onderscheiden. Bron: www.cito.nl/bve/ve/nt2_in/nt2/Cito_Raamwerk_NT2.pdf
25
Arthur van Schendelstraat 620 Postbus 13318 3507 LH Utrecht T 030 234 9800 www.pharos.nl
26