| ORDE VAN VRIJMETSELAREN | ONDER HET GROOTOOSTEN | DER NEDERLANDEN
1
Instituut Maçonnieke Vorming Commissie Wetenschap
Voorjaarscolleges en mini-Symposium Rotterdam 2014 4e Jaargang FILOSOFISCHE, GODSDIENSTIGE EN/OF LEVENSBESCHOUWELIJKE STROMINGEN EN DE INVLOED OP ONZE RITUELEN. Het Instituut Maçonnieke Vorming, voorheen het ‘Kenniscentrum’ , organiseert op woensdagen in de periode van 5 maart t/m 9 april 2014 van 16:00 t/m 18:00 uur zes Colleges in het Logegebouw van Rotterdam. Voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en technische begeleiding is in handen van de Commissie Wetenschap van het Instituut Maçonnieke Vorming van de Orde. Veelbelovend Programma: De Commissie Wetenschap heeft wederom een interessant programma samengesteld. Prof. Dr. Max de Haan, Drs. Frans Krap en de coördinator Drs. Dick Kruijssen zullen als kern‐ docenten de toon zetten. Dra. Anky Fokker(orde weefsters), Dr. Ton de Kok en Mr.Dr.Willem Sinninghe Damsté hebben hun medewerking aan de colleges toegezegd. Extra inleiders tijdens het symposium zijn: Drs. Rien Heijdanus, Drs. Willem Meijer en Drs. Erik van Praag. Bird of Self Knownledge
De Voorjaarscolleges worden op woensdag 16 april 2014 afgesloten met het mini‐ symposium:
“Praxis van de Vrijmetselarij”
De Maçonnieke methode is prachtig, maar aan de praktijk zijn we nog steeds niet toe gekomen.
Prinsessegracht 27 | Postbus 11525| 2502 AM Den Haag T 070 3460046 | F 070 3615919 | E
[email protected] W vrijmetselarij.nl | F Postbank 352474
(vrij naar prof. J. Tennekes.)
Blad 2
De Colleges en het Mini-Symposium vinden plaats in:
het Logebouw van Rotterdam (Podium 0950) Oostmaaslaan 950, 3063 DM Rotterdam Tel 0104529832 De ligging aan de Maas, uitstraling en faciliteiten zijn opnieuw bepalend geweest voor deze locatie keuze. Riant uitzicht met goede keuken. Na afloop van de colleges kunt u daar tegen broederlijke prijzen dineren. Voorafgaand aan het minisymposium kunt U ook de lunch in het Logegebouw gebruiken.
Collegeprogramma op woensdagen van 16.00 – 18.00 uur: 5 maart: “Cusanus, een nieuwe filosofie” Prof Dr. M.J.M. de Haan 12 maart: “het Godsbeeld na de Verlichting” Drs. F.W. Krap interviewt Dr. A.C.H.M. de Kok 19 maart: “Het Duits Idealisme en de vernieuwing van de 19e eeuwse Vrijmetselarij” Mr. Dr. W.A. Sinninghe Damsté 26 maart: “Alchemie, Hermetica, Rozekruisers en Maçonnieke Rituelen” Drs. F.W. Krap 2 april: “Mythologie, Griekse mysteriën, christelijke riten en de symbolen en rituelen van de vrijmetselarij” Drs. H.A.C.M. Kruijssen 9 april: “Drie vormen van Vrijmetselarij: Masculien, Feminien en Gemengd” Mevr. Dra. A. Fokker
Op 16 april volgt het Minisymposium: “De praxis van de Vrijmetselarij” In drie sessies van een uur, steeds na twee inleidingen van 15 minuten, zal er gediscussieerd worden over verschillende aspecten van Vrijmetselarij in ‘het Westen‘; 1e uur: Getrouw aan zichzelf of hoe worden goede voornemens van onszelf werkelijkheid? Inleiders; Prof. Dr. Max de Haan en Drs. Erik van Praag 2e uur: De medemens tot steun of hoe merkt ‘het Westen‘ dat U en ik Vrijmetselaar zijn? Inleiders: Drs. Willem Meijer en Dra. Anky Fokker 3e uur: Gericht op de Meester of wat zijn onze diepere beweegredenen om de Vrijmetselarij in praktijk te brengen? Inleiders: Drs. Frans Krap en Drs. Rien Heijdanus Gespreksleider en dagvoorzitter: Drs. Dick Kruijssen Het symposium begint om 13:30 precies. Het gebouw aan de Oostmaaslaan 750 in Rotterdam is dan al vele uren open. Men kan, als men dat wil, lunchen tegen aangename prijzen. Het wordt op prijs gesteld als u uw komst aankondigt en even belt met Podium 0950 (Management logegebouw) 010‐4529832
Blad 3
KOSTEN: De bijdrage in de kosten van het gehele collegepakket bedraagt € 95,‐ per deelnemer, de toegang tot het minisymposium is dan gratis. U kunt ook per college en voor het minisymposium inschrijven: kosten €18.50 per dag. INSCHRIJVING: Aanmelding via het e‐mailadres van de Thesaurie (let op zonder r op het eind)
[email protected] t.a.v. Mevr. T. van Keulen Bij de aanmelding vermeldt u: ‐ Uw naam en Uw Loge met Logenummer ‐ Uw e‐mailadres ‐ Uw afname: het gehele pakket, dan wel afzonderlijke Colleges en/of het minisymposium met datum te noemen. Let er op dat ten alle tijden uw e‐mailadres wordt opgegeven, ook als een ander dat voor U doet. U stort het verschuldigde bedrag op: IBAN: NL24 INGB 0000 352474 BIC: INGB NL 2A. U staat pas ingeschreven als het verschuldigde bedrag door de thesaurie is ontvangen. De uiterste datum om de administratieve verwerking te verzekeren is dinsdag 4 maart 2014. Met Broederlijke groeten, Dick A. Kruijssen, mailto:
[email protected] Coördinator Commissie Wetenschap Bij vragen:
[email protected] HIERONDER TREFT U EEN LIJST AAN VAN DE DOCENTEN EN EEN BEKNOPTE DUIDING VAN DE COLLEGES EN HET MINISYMPOSIUM.
Blad 4
SYNOPSIS COLLEGES Woensdag 5 maart Prof. Dr. M.J. M. de Haan: “Cusanus, een nieuwe filosofie. Nicolaas van Cusa (Nikolaus van Kues) 1401-1464, was theoloog, filosoof wiskundige, astronoom, humanist en kardinaal. In de Docta Ignorantia (1440) - de geleerde onwetendheid- betoogde hij, dat de kennis van en over God het slechts mogelijk maakt om van God te zeggen wat Hij niet is. In de “Pace Fidei” beschrijft Cusanus een vredesdialoog tussen de verschillende religies en volkeren. “De ene religie in de verscheidenheid van gebruiken en riten.” Cusanus toonde aan dat de Donatio Constantini- de overdracht van de wereldlijke macht aan de bisschop van Rome door Constantijn de Grote, een vervalsing is. Zijn visie op God bevat mystieke trekken. Hem is pantheïsme verweten. 12 maart Drs. F.W. Krap interviewt Dr. A.C.H.M. de Kok*: “Het godsbeeld na de Verlichting.” 500 jaar vóór Christus stootte Xenophanes het personalistisch godsbeeld van zijn sokkel. Heel veel later, in de 18e eeuw, had een aantal filosofen de moed om openlijk een proces tegen God op gang te brengen. Het oordeel was vernietigend. Nietzsche verklaarde Hem dood. Maar dat bleek een vergissing. De mens is ongeneselijk religieus en een persoonlijke God hoort voor het overgrote deel van de mensheid tot een primaire levensbehoefte.” *Dr.A.C.H.M. de Kok publiceerde in december 2013 het baanbrekend boek: ‘Wat is God, filosofen en schrijvers op zoek’. 19 maart Mr. Dr. W.A. Sinninghe Damsté: “Het Duits Idealisme en de Vernieuwing van de 19e eeuwse Vrijmetselarij” In Duitsland voltrok zich in de tweede helft van de 18e eeuw een culturele of geestelijke revolutie. Die revolutie verliep anders dan in Frankrijk en Engeland waar in die periode een politieke en industriële revolutie plaats vond. Het denken van Immanuel Kant (1724-1804), de belangrijkste filosoof wordt als vertrekpunt genomen. Na Kant zouden Johann Gottfried von Herder, Friedrich Schiller, Johann Wolfgang von Goethe, Friedrich Holderling, Johann Gottlieb Fichte, Friedrich Wilhelm Joseph von Schelling, Georg Wilhelm Friedrich Hegel en vele anderen op de theorieën van Kant voortbouwen. In Nederland heeft het Duitse idealisme navolging gevonden in de filosofie van Gerard Bolland (1854-1922) en Johannes Diderik Bierens de Haan (1866-1943). Samen waren zij de vertegenwoordigers van het Duitse idealisme, dat niet alleen voor Duitsland maar voor de hele wereld van grote importantie werd. Het Duitse idealisme bracht niet alleen een enorme geestelijke rijkdom, maar was ook de bakermat van een aantal politieke stromingen. Het Marxisme en de Nazifilosofie hebben hun wortels in dat Duitse idealisme. Na de bespreking van een aantal belangrijke kenmerken van het Duitse idealisme wordt de focus verplaatst naar de opvattingen van een aantal vertegenwoordigers van het Duitse idealisme over de vrijmetselarij. Een groot aantal van hen was vrijmetselaar. Met name komen daarbij, behalve de reeds genoemde Von Herder en Fichte, Gotthold Ephraim Lessing, Karl Christian Friedrich Krause en tenslotte de rituaalhervormer Aurelius Fessler aan het woord. Vragen over de vrijmetselarij als ‘Ersatzreligion’ en als cultuurdrager, haar maatschappelijke en politieke waarden en de betekenis van haar symbolen en ritualen worden besproken.
Blad 5
26 maart Drs. F.W. Krap: “Alchemie, Hermetica, Rozekruizers en Maçonnieke Rituelen.” Een vraag die menig vrije metselaar tot nadenken stemt, is die naar de invloeden van andere religieuze en wereldbeschouwende complexen op de ontwikkeling van de vrijmetselarij. De vrije metselaar, of misschien moeten we hier de suggestie van Max de Haan volgen en spreken van de ‘vrije steenhouwer’, is in aanleg een nieuwsgierig mens. Deze ‘hang naar onderzoek’ en ‘verlangen te weten’ voert hem langs verschillende wegen. Vaak voeren die wegen hem langs ‘hermetisme’, ‘gnostiek’, ‘alchemie’, of langs de weg waar het kruis staat waaraan de roos is ontbloeid. Vervolgens herkent hij dan, of meent hij die te herkennen, invloeden van die geestesstromingen in zijn eigen kunst. Hoewel deze gedachtegang voor velen van ons een zeer vruchtbare is, lijkt de omgekeerde vraag van niet minder belang. Daarnaast is het van gewicht dat zich een parallelle vraag ontwikkelt: Welke betekenisgebieden kan ik binnen onze Koninklijke Kunst vormgeven en ontginnen als ik die kunst tracht te bezien vanuit het gezichtspunt van (één van) die stromingen. Het college zal voedingsstoffen aanreiken voor de ontwikkeling van beide vraagrichtingen. 2 april Drs. H.A.C.M. Kruijssen: “Mythologie, Griekse mysteriën, christelijke riten en de symbolen en rituelen van de vrijmetselarij.” Magische rituelen om de oogst te verzekeren waren de voorlopers van de zeer oude (1800 BC) inwijdingsmysteriën van Eleusis in Griekenland. In de inwijdingen speelden mythen een belangrijke rol. Bij de Kleine Mysteriën ondergingen de neofieten reinigingen, maakten reizen, legden een eed van geheimhouding af en kregen bepaalde leringen die hem moesten voorbereiden op de Grote Mysteriën. De titel ‘mystos‘ werd hen dan toegekend. Tijdens de inwijding in de Grote Mysteriën ontvingen zij ‘het Grote Licht‘. Later ontstond er nog een derde graad: het Epoptisme. Van deze laatste inwijding was de korenaar ‘het ‘ symbool. Hoewel het Christendom de heidense mysteriën sterk veroordeelde, nam het wel veel van de vorm en zelfs van de teksten over. Sporen daarvan zijn in verschillende christelijke riten nog steeds terug te vinden. De inwijdingen in Eleusis laten ook, zowel wat symboliek als ritueel betreft, een aantal gelijkenissen zien met de rituelen van de vrijmetselarij. 9 april Dra. A. Fokker: “Drie vormen van Vrijmetselarij: Masculien, Feminien en Gemengd. ” Is er in de mensheid een tweedeling te bespeuren? Voor wie wil: ja, afhankelijk van het perspectief waaruit men kijkt. Arm en rijk, geletterd en analfabeet, blank en gekleurd of bijvoorbeeld mannen en vrouwen. In de loop van de eeuwen zijn er heel wat soorten van onderscheid of wel discriminatie voorbij gekomen. Kenmerkend voor onze cultuur is dat we principieel vinden dat alle mensen gelijk zijn. De verlichting, de vrijmetselarij en de huidige Paus gaan ons hierin voor. En toch rijst altijd weer de vraag, of er toch geen verschil is tussen de beiden seksen, dat een verschillende behandeling of verschillende werkwijze rechtvaardigt of nodig maakt. Dit college gaat in eerste instantie in op de geschiedenis van de vrijmetselarij, met betrekking tot vrouwen, het ontstaan van gemengde loges en ordes en ordes voor uitsluitend vrouwen. Daarna wordt gekeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen zowel in cultureel-maatschappelijk als in psychologisch - biologisch inzicht. Tenslotte wordt aandacht besteed aan kenmerken, elementen en symbolen die vooral in vrouwenrituelen voorkomen en wat voor veranderingen er kunnen ontstaan in vrijmetselaarsrituelen onder invloed van vrouwen die ze uitvoeren.
Blad 6
Maçonniek symposium, 16 april 2014 te Rotterdam “De Praxis van de Vrijmetselarij”
Het onderwerp van het symposium zal de opdracht van de Achtbare Meester aan ieder van ons zijn: “keert terug naar het ‘Westen’ en doet u daar kennen als Vrijmetselaar”.
Dagprogramma en Synopsis 13.30 Opening en welkom 1e uur, 13.35 - 14.30 uur Inleiders: Prof. Dr. Max de Haan en Drs. Eric van Praag Getrouw aan zichzelf of hoe worden goede voornemens van onszelf werkelijkheid? In het eerstegraadsritueel wordt er onder andere op gezinspeeld, dat een broeder zijn broeder dient bij te staan als hij zich in problemen bevindt. In veel versies van dit ritueel wordt dit tot uitdrukking gebracht in de vorm van een klein financieel offer. Het is echter de vraag of de ware strekking van dit gebaar bij een ieder van ons even duidelijk overkomt. De steun beperkt zich immers niet tot stoffelijke hulp alleen, maar houdt met name geestelijke en maatschappelijke bijstand in. Ook onze houding ten opzichte van de broeder-in-nood is onderdeel van het 'hulpproces'. Tussen onze mooie woorden en onze daden blijkt een spanningsveld te liggen waarover we prachtige, visionaire ideeën hebben. In die ideeën lijken we ons er wel van bewust dat, als we ons voornemen te ‘bouwen aan de Tempel van Salomo’ in de praktijk zouden brengen, de voltooiing van die Tempel dichterbij zou kunnen komen. Vaag voelen wij ons daarin tekort schieten. Daarom vermijden wij dit spanningsveld te benoemen en vooral bespreekbaar te maken. Erger nog, we weigeren het als een probleem te zien. Laat staan dat we over een oplossing nadenken. Toch realiseren we ons wel degelijk dat ‘de praxis van de Vrijmetselarij’ om een bijzondere, een maçonnieke attitude vraagt. En dat die grondhouding de medemens én onszelf kan verrijken. Maar wat is die maçonnieke attitude? En waar moeten we opletten om waarlijk ‘getrouw aan onszelf’ te zijn...? Pauze 14.30 – 14.45 uur
2e uur, 14.45 ‐ 15.45 uur Inleiders: Drs. Willem Meijer en Dra. Anky Fokker De medemens tot steun of hoe merkt het ‘Westen’ dat u en ik Vrijmetselaar zijn? Het is een algemeen aanvaarde hypothese, dat georganiseerde godsdienst, religie en/of levensbeschouwing een belangrijke rol spelen in het ontstaan en de ontwikkeling van een samenleving en haar cultuur. Dit wil nog niet zeggen dat het ook werkelijk duidelijk is op welke wijze dit in het leven van alledag vorm krijgt. Zo wordt er vaak op gewezen dat het onduidelijk is wat de praktische invulling van de vaak schone theorieën uit de diverse geestesstromingen voor uitwerkingen heeft in het dagelijks leven. Het valt op, dat er een discrepantie bestaat tussen de ‘mooie woorden’ van 'het goede voornemen’ in theorie en in de dagelijkse praktijk. En niet zelden valt een zekere berusting te constateren bij de aanhangers
Blad 7
van die geestesstromingen; men vindt die 'mooie woorden' en prachtige voornemens veelal voldoende bewijs van de aanwezige goede wil. Ook in onze kringen zijn broeders te vinden die van mening zijn (al zullen zij dat meestal niet hardop zeggen), dat het al mooi genoeg is, dat de vrijmetselarij ernaar streeft praktische steun te bieden aan de medemens. Vaak wordt er dan met een zekere zelfgenoegzaamheid gewezen naar de inspanningen van individuele vrijmetselaren uit het verleden. Die worden dan ten tonele gevoerd als bewijs dat 'de vrijmetselarij' zich weldegelijk dienstbaar opstelt ten opzichte van de samenleving. Voor het gemak wordt dan even vergeten dat het in de 250 jaar Vrijmetselarij in Nederland om een handvol toegewijde vrijmetselaren gaat. Ook wordt eraan voorbijgezien dat zij voornamelijk te vinden zijn in sterk begrensde historische perioden. Bovendien hebben de inspanningen voornamelijk betrekking op daden van charitas. Het mag dan ook geen verbazing wekken, dat wij door de buitenwereld geregeld op één lijn worden geplaatst met serviceclubs als Rotary en Lions. De hoogleraar Geesteswetenschappen aan de universiteit van Leiden karakteriseerde tijdens zijn college over de vrijmetselarij onze geestesstroming als daartoe behorende. Dit moet te denken geven! Er moeten andere manieren zijn waarop wij de medemens kunnen steunen om tot een betere samenleving te komen. Pauze 15.45 – 16.00 uur
3e uur, 16.00 – 17.00 uur Inleiders: Drs. Frans Krap en Drs. Rien Heijdanus* Gericht op de meester of wat zijn onze diepere beweegredenen om de Vrijmetselarij in praktijk te brengen? Dat godsdienst, religie en wereldbeschouwing invloed hebben op het gedrag van mensen is duidelijk. Bij geloof speelt ‘het zich richten op het hogere’ een zeer belangrijke rol. Maar meer nog lijken de zorg om het zielenheil, angst voor het hiernamaals en de mogelijkheid om bovennatuurlijke hulp te krijgen het gedrag van de gelovigen te bepalen. Zowel het individuele als het collectieve gedrag. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat dit voor veel gelovigen de belangrijkste reden is waarom zij geloven, beleven, ervaren en realiseren. Antropologen en sociologen benoemen dit als het belang van ‘de religieuze factor’. Maar wat zijn de diepere beweegredenen van vrijmetselaren? Kent de Vrijmetselarij ook zoiets als een ‘religieuze factor’ waarin ongrijpbare ideeën de stimulans zijn voor ons streven naar een ‘beter’ mens worden? Of wordt met het begrip ‘het hogere’ in de Vrijmetselarij iets anders bedoeld dan in een godsdienst. Zien wij het hogere bijvoorbeeld meer als het geheel waaraan we ons verbonden weten en waardoor we ons geroepen voelen tot onbaatzuchtig handelen? Staan wij voor een meer aardse, humanitaire, benadering of kennen we ook in de Vrijmetselarij een ‘levensbeschouwelijke’ of ‘religieuze’ factor’? * Br. Rien Heijdanus is lid van het Hoofdbestuur. In April 2014 verdedigt hij in Leiden zijn proefschrift: ‘Wat beweegt iemand om vrijmetselaar te worden en te blijven? Proeve van een sociaal wetenschappelijk onderzoek naar de Nederlandse vrijmetselaar’. 17.00 – 17.15 uur Terugblik en afronding 17.15 uur Borrel Na afloop kunt u in het logegebouw dineren. De richtprijzen zijn: Hoofdgerechten 10-12 euro, voor- en nagerechten 4 tot 6 euro. Ook hier wordt het zeer op prijs gesteld als u zich tevoren even aanmeldt (0104529832).
Blad 8
Docenten colleges en Inleiders symposium in alfabetische volgorde Anky Fokker Anky Fokker (1946). studeerde Niet Westerse Sociologie, Wiskunde en Psychologie in Leiden. Ze was o.a. werkzaam als docent wiskunde en informatica en directeur van een instituut ‘Nederlands voor Anderstaligen’ (NT2). Haar inwijding in de Orde van Weefsters vond plaats in 1975, waarna ze vele functies bekleedde in Loges in Amsterdam, Leiden en het Hoofdbestuur, waar onder die van Grootmeesteres. Momenteel is ze voorzitter van de Commissie Voorlichting van de Orde van Weefsters. In 2009 werd ze lid van de Loge in Darmstadt van de Frauen Grossloge von Deutschland. Max de Haan Prof. Dr. Max de Haan, (Rotterdam 1942), studeerde in Leiden naast Nederlandse Taal en Letterkunde ook wijsbegeerte. Hij promoveerde in 1973 op een Taalkundig onderwerp. Zijn profane loopbaan vond hij vooral in de Letterkunde als Wetenschappelijk Hoofddocent en als rector van de Haagse School voor Taal- en Letterkunde. Later trad hij op als adviseur in het bedrijfsleven en bij charitatieve instellingen. Hij publiceerde een groot aantal artikelen en boeken over cultuurhistorische en maçonnieke onderwerpen alsmede enkele gedichten-bundels. Ook vertaalde hij o.a. de poëzie van Robert Burns. Was hoofdredacteur van Thoth en Het Rozekruis. Sinds 1979 is hij vrijmetselaar. Rien Heijdanus (lid Hoofdbestuur Orde) Drs. Rien Heijdanus (Rotterdam 1945) studeerde rechten in Utrecht. Later volgde hij de opleiding psychosynthese. Hij was docent recht, ethiek en psychosynthese. Hij heeft nu een juridische en psychosynthese praktijk. In April 2014 zal hij in Leiden zijn proefschrift ‘Wat beweegt iemand om vrijmetselaar te worden en te blijven? Proeve van een sociaal wetenschappelijk onderzoek naar de Nederlandse vrijmetselaar’ verdedigen. Sinds 1999 is hij vrijmetselaar. Ton de Kok Dr. Ton de Kok (Bussum 1942) studeerde tijdens en na een militaire en politieke (CDA 2e Kamer 1983-1994) loopbaan Slavische talen en letterkunde [met de specialisatie Ruslandkunde] Hij studeerde filosofie en promoveerde in 2000 aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De afgelopen jaren was hij, en is nog steeds, docent levensbeschouwing/godsdienst op middelbare scholen in Amsterdam en Hilversum. Hij is bestuurslid van de Amsterdamse Spinoza Kring en lid van een Amsterdamse loge. Hij is een vooraanstaand Spinoza-kenner. In december 2013 verscheen zijn boek: ‘Wat is God. Filosofen & schrijvers op zoek’. Frans Krap Drs. Frans Krap (Amsterdam 1950) studeerde geschiedenis, filosofie en taalkunde en is afgestudeerd in de historische taalkunde van het Nederlands. Publiceerde al over de vrijmetselarij voordat hij ingewijd werd. Hij heeft een aantal artikelen over het “verstaan van de Ritus” gepubliceerd in Quinta Essentia waarvan hij redacteur is. Hij is lid van de Commissie Kwaliteit van de Maçonnieke Arbeid, ingesteld door de Orde, en van de Commissie VGR van de Schotse Ritus. Verder geeft hij (inhoudelijke) leiding aan de door hem opgezette studiegroep van het Consistorie De Ceders. (AASR) Dick Kruijssen Drs. Dick Kruijssen (Eindhoven 1942) studeerde medicijnen in Utrecht en Rotterdam. Hij specialiseerde zich in de cardiologie. Bekleedde naast zijn praktijk een aantal bestuurlijke en management functies. Was (mede)auteur van veel medisch-wetenschappelijke artikelen, in het bijzonder geneesmiddelen onderzoek en hartrevalidatie. Hij besloot zijn werkzaam leven met de coördinatie en het geven van cardiologisch onderwijs aan de Erasmusuniversiteit. Was van 2006 - 2012 lid van het Hoofdbestuur van de Orde van Vrijmetselaren. Verder was hij lid van de Opperraad van de Schotse Ritus en de Commissie Vormen, Gebruiken en Ritualistiek. Vanuit het Hoofdbestuur is hij actief in de overdracht van maçonnieke kennis, zowel binnen als buiten de Orde.
Blad 9 Willem Meijer (Grootmeester Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden) Drs. Willem Meijer (Deventer 1946), studeerde af in econometrie (1973) en actuariële wetenschappen (1983) aan de Universiteit van Amsterdam. Werkte o.a. voor de Ministeries van Defensie, Financiën en Buitenlandse Zaken. Vanaf 1980 werkzaam op actuariskantoor, waar hij lid van de maatschap was. Later vervulde hij als actuaris nog een aantal andere functies, gedeeltelijk vanuit een eigen onderneming. In de jaren negentig was hij voorzitter van de beroepsvereniging van actuarissen. Sinds 2010 is hij de Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Erik van Praag. Drs. Erik van Praag (1940), studeerde psychologie en andragologie aan de Universiteit van Amsterdam. Werkte als docent en manager aan de universiteit, als hoofd van een afdeling en psychotherapeut in een psychiatrisch ziekenhuis en was raadgever, trainer en coach in het bedrijfsleven. Hij heeft een grote internationale ervaring zowel in Europa en het Oostblok als in Israël/Palestina en de Verenigde Staten. Hij organiseerde een aantal internationale zomerconferenties gericht op persoonlijke, spirituele en leiderschapsontwikkeling. Thans is hij oprichter/directeur van The Edge, een Internationale school voor praktische spiritualiteit. Hij heeft vele artikelen en een twaalftal boeken geschreven, onder andere Spiritueel Leiderschap. Hij is Vrijmetselaar. Voor de Vrijmetselaars Stichting Amsterdam heeft hij het boekje ‘Wij zijn open’ geschreven. Willem Sinninghe Damsté Mr. Dr. Willem Sinninghe Damsté (1943) studeerde rechten en sociologie (tot kandidaatsexamen) aan de R.U.G. en volgde toen tevens capita selecta Indo- Iraanse letterkunde met bijzondere aandacht voor het Sanskriet (1962-1968) Hij promoveerde twee maal: in 2001 op een 19e eeuws rechtshistorisch onderwerp (juridische faculteit UU) en in 2011 op ‘Diaconaat’ (theologische faculteit VU). Hij was een aantal jaren bestuurslid van de Internationale School voor Wijsbegeerte en voorzitter van de werkgroep Recht en Ethiek van de Vereniging voor Wijsbegeerte van het Recht. Publicaties: vakgebied, (rechts)historie, letterkunde, zingeving en vertalingen van poëzie en proza uit het Zweeds. Hij is lid van de loge ‘De Unie van Utrecht’.