Vergadering: Agendanummer: Status: Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar E-mail:
19 februari 2008 11 bespreekstuk J. Warris K. Nanninga, 0595-447785
[email protected] (t.a.v. K. Nanninga)
Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Beheerverordening begraafplaatsen Voorgestelde besluit: De “Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2008” vast te stellen Inhoud: a. Aanleiding: Op 17 oktober 2006 is de nota “Begraven in Winsum” door de raad vastgesteld. In de nota zijn een aantal aanbevelingen gedaan. Eén van de aanbevelingen is het opstellen van een beheerverordening. b. Wettelijk- of beleidskader: Op grond van artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging moet de gemeente een beheerverordening opstellen. Artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging geeft aan dat “tenminste elke dag welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, wordt gelegenheid tot begraven gegeven gedurende een redelijke tijd, bij gemeentelijk verordening te bepalen”. Wettelijk hoeft niets meer en minder geregeld worden middels een beheerverordening. Het beleid aangaande begraven in Winsum is vastgesteld in de nota “Begraven in Winsum”. Hierin zijn buiten de wettelijke taken een aantal aanbevelingen gedaan om op te nemen in de beheerverordening:
Regels voor het gebruik en indeling van de begraafplaatsen Regels voor uitgiftetermijnen van graven Regels voor het ruimen en opgravingen van graven Regels voor het onderhoud door de gemeente en de rechthebbende Regels voor het optierecht Afmetingen van monumenten en graven Hoe om te gaan met grafrechten in de voormalige gemeenten Hoe om te gaan met monumentale en/of niet te ruimen graven
1
c. Gedachtegang: Voor zover mogelijk zijn deze aanbevelingen, genoemd in de nota “Begraven in Winsum” opgenomen in de beheerverordening en het uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en grafbedekkingen. Dit uitvoeringsbesluit is een uitwerking op onderdelen van de beheerverordening. Omdat de beheerverordening het beleidskader aangeeft ten aanzien van beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen zal als gevolg van de vaststelling een aantal zaken verder moeten worden uitgewerkt en/of aangepast. Het gaat hierbij om de volgende zaken: a. Opstellen van een ruimingsplan en registreren en bewaren van monumentale grafmonumenten. Bij het ruimen van graven zal de afweging worden gemaakt of een graf van monumentale waarde is. b. Het aanpassen van de legesverordening. c. Aanpassen van de indeling van een aantal begraafplaatsen. Als de beheerverordening vastgesteld wordt, dan zal op elke begraafplaats de mogelijkheid aanwezig moeten zijn om urnen bij te kunnen zetten in urnengraven en/of urnennissen. De begraafplaatsen Ezinge, Feerwerd en Garnwerd hebben deze mogelijkheid tot op heden niet. Een verruiming van plaatsen voor asverstrooiing. Daar waar dat nog niet is aangeduid, en waar het college dit wel nodig vindt, zullen deze plaatsen op de indelingskaart worden aangeduid. Voor de aanpassing van de legesverordening zal u binnenkort een voorstel worden voorgelegd. Over de overige zaken zal op middellange termijn voorstellen worden gedaan. Naar aanleiding van opmerkingen in de commissievergadering Ruimte c.a. van 17 december 2007 stellen wij voor de beheerverordening op onderdelen te wijzigen en deze gewijzigde beheerverordening begraafplaatsen door u te laten vaststellen.
2
De volgende wijzigingen stellen wij voor door te voeren: Artikel 4 lid 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Het college kan in bijzondere gevallen hieraan ontheffing verlenen. Veranderen in: Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Wijziging: De zinsnede “Het college kan in bijzondere gevallen hieraan ontheffing verlenen” vervalt. Artikel 31 lid 1ondervangt dit (algemeen artikel voor afwijken van bepalingen en hardheidsclausule) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 11 lid 2: “Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken” vervalt helemaal. Artikel 31 lid 1 ondervangt dit (algemeen artikel voor afwijken van bepalingen en hardheidsclausule) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 16 lid 3 Voor het reserveren en onderhouden van een toekomstig eigen graf kan op een eigen graf een optie worden genomen. Op dit graf mag geen monument geplaatst worden.
Veranderen in: Voor het reserveren en onderhouden van een toekomstig eigen graf kan op een eigen graf een optie worden genomen. Bij een optie op een graf mag geen monument geplaatst worden, zolang er geen recht gevestigd is op het graf. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 25 lid 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend. Veranderen in:
3
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje, in een regionale en landelijke krant en via de website van de gemeente Winsum ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 25 lid 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven of gecremeerd en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en). Wijzigen in: De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en). ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 30 lid 2 vervalt. Daarvoor in de plaats komt artikel 31 lid 2 (algemeen artikel voor afwijken van bepalingen en hardheidsclausule)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 31 wordt artikel 32 en artikel 32 wordt artikel 33
4
Na vaststelling van de beheerverordening zal publicatie plaatsvinden. Bijlagen: Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2008 Burgemeester en wethouders van Winsum, mw. mr. Y.P. van Mastrigt, burgemeester drs. R.J. Bolt, secretaris a.i.
Bijlagen: 1
5
Agendanummer: 11 Vergadering: 19 februari 2008 De raad van de gemeente Winsum; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging; gelet op het bepaalde in artikel 149 van de gemeentewet; gezien de nota “Begraven in Winsum”, vastgesteld door de raad op 17 oktober 2006;
besluit:
De “Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2008” vast te stellen
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Winsum (2008) Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaats(en): de algemene begraafplaatsen aan de Schilligehamsterweg te Winsum, de Tinallingerweg te Baflo, de Laanweg te Sauwerd, de Torenweg te Adorp, de Hunzeweg te Garnwerd, de Zijlsterweg te Feerwerd en de Allersmaweg te Ezinge b. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken;
6
c.
d.
e.
f.
g. h. i. j. k. l. m. n. o.
2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; algemeen graf: bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken met een minimum grafrusttermijn van 10 jaar; eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen met een minimum grafrusttermijn van 10 jaar; eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen; urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; asbus: een bus ter berging van as van een overledene; verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemde plaats op een begraafplaats waarop as wordt verstrooid; grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats; gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken; beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf. oorlogsgraf: een graf van een oorlogsslachtoffer, onderhouden door de gemeente en/of oorlogsgravenstichting grafbesluit: akte van grafrechten
Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstrooiingsplaats en eigen gedenkplaats. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf. 3. Nabestaanden kunnen een algemeen graf omzetten in een eigen grafrecht van 20 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging van telkens 10 jaar. Wordt binnen de termijn van 10 jaar hier geen aanvraag voor gedaan dan wordt het algemene graf na 10 jaar geruimd.
7
Artikel 3 1. De onder artikel 1, lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen van personen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het eerste lid afwijken en kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen graven. Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 4 Openstelling begraafplaats(en) 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks tussen zonsopgang en zonsondergang toegankelijk. Kinderen jonger dan 12 jaar mogen zich niet op de begraafplaats begeven, tenzij onder begeleiding en/of met toestemming van de beheerder. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 5 Ordemaatregelen 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats(en) te verrichten. 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid. 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. 6. Het is niet toegestaan dieren, aangelijnd dan wel niet aangelijnd, mee te voeren op de begraafplaatsen, met uitzondering van blindengeleidehonden.
8
Artikel 6 Plechtigheden 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten tot uiterlijk vijf dagen voor de datum van de plechtigheid gemeld worden aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Artikel 7 Opgravingen en ruimen Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
9
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf 1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het lijk dan wel het omhulsel en de asbus of urn dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeen stemmen met de administratie van de begraafplaats. De beheerder van de begraafplaats controleert de identiteit op de begraafplaats. 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. Artikel 9 Gebouwen en muziekinstallatie 1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 2. De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.
10
Artikel 10 Over te leggen stukken 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, gerekend vanaf datum ingaan grafrecht. 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken. Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 12.00 uur; Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 12 Indeling graven en asbezorging 1. Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven: a. eigen graven en eigen urnengraven; b. eigen urnennissen; 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 13 Aantal overledenen in algemene en eigen graven 1. In een algemeen en eigen graf kunnen maximaal één lijk worden begraven. 2. In een algemeen en eigen urnengraf kunnen maximaal drie asbussen met of zonder urn worden bijgezet. Artikel 14 Volgorde van uitgifte De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. De indelingskaart van de begraafplaats is hierbij leidend.
11
Artikel 15 Categorieën Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte. Artikel 16 Termijnen eigen graven 1. Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal twintig jaar of onbepaalde tijd het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven. Tevens is het mogelijk de rechten voor een dubbel graf aan te vragen. 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht van 20 jaar wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 3. Voor het reserveren en onderhouden van een toekomstig eigen graf kan op een eigen graf een optie worden genomen. Bij een optie op een graf mag geen monument geplaatst worden, zolang er geen recht gevestigd is op het graf. 4. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Artikel 17 Grafkelder Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden. Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten 1. Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe
12
wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen. 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd. 5. Bij overschrijving bedoeld in lid 1. , 2. ,en 4 wordt door burgemeester en wethouders een nieuw grafbesluit genomen. Artikel 19 Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Hoofdstuk V Grafbedekkingen Artikel 20 Vergunning grafbedekking 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. 2. De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. 3. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking, alsmede het aanbrengen en onderhouden van beplantingen kan het college nadere regels vaststellen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels. 5. Het college kan de vergunning weigeren indien: a. Niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels; b. De grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. De duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. De constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. Artikel 21 Niet-blijvende grafbeplanting
13
Niet-blijvende beplanting op een graf en bij een urnenmuur die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is.
14
In dat geval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend. 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn. 4. Een rechthebbende is verplicht te gedogen, dat het op een graf aanwezige monument, grafsteen, zerk of ander gedenkteken of beplanting door en voor rekening en risico van het bestuur tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden noodzakelijk is. 5. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien: a. geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken; b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald. Artikel 23 Onderhoud door de rechthebbende 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord bij het gemeentehuis als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 4.
15
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt, of gevaar oplevert voor buurgraven, of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden. 5. Beschadigingen aan grafbedekking, aangebracht door of vanwege onderhoudswerkzaamheden van de beheerder op de begraafplaats, worden na kennisgeving aan de rechthebbende door de beheerder hersteld, zodanig dat deze er weer behoorlijk uitziet, zulks ter beoordeling van het college. Artikel 24 Onderhoud door de gemeente 1. Op verzoek van rechthebbenden kunnen burgemeester en wethouders besluiten het onderhoud van de grafbedekking over te nemen. Het college heeft hiervoor nadere regels opgesteld. 2. Het onderhoud van een graf waarop een optie rust, kan door de rechthebbende aan Burgemeester en wethouders worden overgedragen. Burgemeester en wethouders hebben hiervoor nadere regels opgesteld. 3. De gemeente onderhoudt de openbare paden, het openbare groen, de openbare gebouwen en de urnenmuren. 4. De gemeente vult grafruimten aan met grond/zand bij nazakking van de grafruimte. Het na verzakking opnieuw stellen van grafbedekkingen en gedenktekens is de zorg van de rechthebbende.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje, in een regionale en landelijke krant en via de website van de gemeente Winsum ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken.
16
2.
3.
4.
5.
Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en). Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraven of verstrooiing elders. De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden vallende onder de leden 2,3 en 4 van dit artikel komen voor rekening van de rechthebbende van betreffende graf.
Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 26 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 4, eerste lid, 12, tweede lid, 15 en 21, derde lid, van deze verordening. 2.
17
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld. 3. Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld. Hoofdstuk VIII Instandhouden historische oorlogsgraven en opvallende grafbedekking
Artikel 27 Lijst 1. Het college houdt een lijst bij van oorlogsgraven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. Hoofdstuk IX Inrichting register
Artikel 28 Voorschriften 1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as. 2. Het register wordt bijgehouden door de Eenheid Burgerzaken van de gemeente Winsum.
18
Hoofdstuk X Slotbepalingen
Artikel 29 Overgangsbepaling 1. Rechten op graven en vergunningen verkregen onder vroegere verordeningen, overschrijvingen en afkopen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening op geldige wijze hebben plaatsgevonden, blijven van kracht, doch daarvan mag slechts gebruik worden gemaakt met inachtneming van de bij deze verordening gestelde bepalingen voor zover van toepassing. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van een oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Artikel 30 Strafbepaling 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 4, lid 3, artikel 5, lid 1, 2, 4, 6 en artikel 7 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. Artikel 31 Afwijken van bepalingen / hardheidsclausule 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. In gevallen, uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
19
Artikel 32 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Artikel 33 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Winsum 2008. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 februari 2008.
voorzitter, griffier
Checklist raads- / commissiestukken Onderwerp / titel:
Van:
Collegevoorstel/raadsvoorstel Beheerverordening Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en grafbedekkingen Collegebesluit Concept raadsvoorstel voor commissie Ruimte van 17 dec 2007
20
Datum: 19 nov. 2007 19 nov. 2007 19 nov.2007 27 nov.2007 17 dec. 2007
Collegevoorstel / raadsvoorstel
16 jan. 2008
21