Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden en de wet gemeenschappelijke regelingen; Besluit: Vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.
Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding........................................................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 2 . Begrippenkader ......................................................................................................................................... 4 Artikel 1 Begrippenkader. .................................................................................................................................................... 4 Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie. .................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 2. Risicobeheer ............................................................................................................................................... 6 Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer. ............................................................................................................................... 6 Artikel 4 Renterisicobeheer. ................................................................................................................................................ 6 Artikel 5 Koersrisicobeheer. ................................................................................................................................................ 6 Artikel 6 Kredietrisicobeheer. .............................................................................................................................................. 6 Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer. ............................................................................................................................... 6 Artikel 8 Valutarisicobeheer. ............................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 3. Gemeenschappelijke regeling (gemeente) financiering ......................................................................... 7 Artikel 9 Financiering. ......................................................................................................................................................... 7 Artikel 10 Langlopende uitzettingen. ................................................................................................................................... 7 Artikel 11 Relatiebeheer. ..................................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 4. Kasbeheer ................................................................................................................................................... 8 Artikel 12 Geldstromenbeheer. ........................................................................................................................................... 8 Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer. ............................................................................................................................. 8
Hoofdstuk 5. Administratieve organisatie en interne controle ..................................................................................... 8 Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle. ....................................................................... 8 Artikel 15 Verantwoordelijkheden. ...................................................................................................................................... 9 Artikel 16 Bevoegdheden. ................................................................................................................................................. 11
Hoofdstuk 6 Informatievoorziening ............................................................................................................................... 12 Artikel 17 Informatievoorziening. ....................................................................................................................................... 12 Artikel 18 Inwerkingtreding. ............................................................................................................................................... 12 Artikel 19 Toelichting......................................................................................................................................................... 12
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 1 Inleiding Op 1 januari 2001 is de Wet financiering lagere overheden (Wet filo) vervangen door de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze nieuwe wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De Wet fido definieert de treasuryfunctie daarbij als: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De Veiligheidsregio onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede als gevolg van de Wet fido wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te vullen. In de verordening ex artikel 212 gemeentewet “verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie van de Veiligheidsregio” zijn de doelstelling van en algemene richtlijnen voor de financieringsfunctie vastgelegd. In dit voorschrift staan naast verdere uitwerking van de algemene richtlijnen regels voor de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de treasuryfunctie. Daarnaast zal de Veiligheidsregio jaarlijks een treasuryparagraaf opnemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. Hierin worden specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury beschreven. Bij het opstellen van de uitvoeringsregels treasury is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Gemeentewet, Wet fido, Regeling uitzetting en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden). Teneinde de transparantie van de uitvoeringsregels treasury te bevorderen is, voor zover dit relevant is, aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”. In de Uitvoeringsregels treasury worden allereerst het begrippenkader en de doelstelling van de treasuryfunctie van de Veiligheidsregio geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden treasury: risicobeheer, financiering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid betreffende de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 2 . Begrippenkader Artikel 1 Begrippenkader. In dit statuut wordt verstaan onder: - Derivaten
Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden zijn financiële producten, zoals leningen of obligaties. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;
- Financiering
Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
- Geldstromenbeheer
Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
- Intern liquiditeitsrisico
De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
- Kasgeldlimiet
Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de Veiligheidsregio Zeeland bij aanvang van het jaar;
- Koersrisico
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
- Kredietrisico
De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;
- Liquiditeitenbeheer
Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
- Liquiditeitenplanning
Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;
- Rating
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;
- Renterisico
Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten door rentewijzigingen;
- Renterisiconorm
Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de netto vaste schuld van de Veiligheidsregio Zeeland;
- Rentetypische looptijd
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
- Saldobeheer
Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
- Rentevisie
Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
- Solvabiliteitsratio van 0%
Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;
- Treasuryfunctie
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, (gemeente)financiering, kasbeheer en debiteurenen crediteurenbeheer;
- Uitzetting
Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie. De treasuryfunctie van de Veiligheidsregio Zeeland dient tot: 1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de plannen binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde kaders uit de begroting te kunnen uitvoeren; 2. Het beheersen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s; 3. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en voorschriften van dit treasurystatuut. 4. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 2. Risicobeheer Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer. Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten: 1. De Veiligheidsregio Zeeland mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door het Algemeen Bestuur goedgekeurde derde partijen. Een dergelijke transactie wordt uitsluitend aangegaan na goedkeuring vooraf door de Directie; 2. De Veiligheidsregio Zeeland kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut. 3. Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s.
Artikel 4 Renterisicobeheer. 1. De rentevisie van de Veiligheidsregio Zeeland wordt opgesteld op basis van de rentevisie die gebaseerd is op de periodieke informatie van de BNG; 2. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido; 3. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido; 4. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning; 5. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie; 6. Binnen de kaders gesteld onder lid 4 en lid 5, streeft de Veiligheidsregio Zeeland naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen; 7. Het gevoerde beleid met betrekking tot het renterisicobeheer wordt toegelicht in de treasuryparagraaf van de jaarrekening.
Artikel 5 Koersrisicobeheer. 1. Risico’s bij uitzettingen worden beperkt door het gebruik van uitsluitend vastrentende- of garantieproducten waarbij de hoofdsom is gegarandeerd. Hiervoor zijn uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, commercial paper (CP), certificates of deposit (CD), obligaties, medium term notes (MTN) en garantieproducten. 2. Tevens beperkt de Veiligheidsregio de koersrisico’s door de looptijd van de uitzetting af te stemmen op de liquiditeitsplanning.
Artikel 6 Kredietrisicobeheer. 1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten: Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij: Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%; Financiële instellingen met ten minste een A-rating, afgegeven door een erkend ratingbureau: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA; 2. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist. 3. Voor tijdige invordering van vorderingen draagt de afdeling Financiën zorg.
Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer. De Veiligheidsregio Zeeland beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar).
Artikel 8 Valutarisicobeheer. Valutarisico’s worden bij de Veiligheidsregio Zeeland uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de euro. Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 3. Gemeenschappelijke regeling (gemeente) financiering Artikel 9 Financiering. Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten: 1. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak; 2. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren; 3. Toegestaan instrument bij het aantrekken van financieringen is onderhandse leningen, commercial paper (CP), medium term notes (MTN); 4. De Veiligheidsregio Zeeland vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier alvorens een financiering wordt aangetrokken; 5. Langlopende leningen worden slechts afgesloten na goedkeuring van de Directie van de Veiligheidsregio Zeeland.
Artikel 10 Langlopende uitzettingen. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten: 1. Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4,5 en 6 genoemde voorwaarden; 2. De Veiligheidsregio Zeeland vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan; 3. Langlopende uitzettingen worden pas gedaan na goedkeuring van de Directie van de Veiligheidsregio Zeeland.
Artikel 11 Relatiebeheer. De Veiligheidsregio Zeeland beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: 1. Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de vijf jaar beoordeeld; 2. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6; 3. Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). 4. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 4. Kasbeheer Artikel 12 Geldstromenbeheer. Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt: 1. Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. 2. Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd.
Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer. Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen: 1. De Veiligheidsregio Zeeland streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities; 2. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de Veiligheidsregio kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform Wet Fido - de kasgeldlimiet niet overschreden; 3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant, commercial paper en medium term notes; 4. Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekeningcourant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s; 5. Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan; 6. De Veiligheidsregio Zeeland vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens middelen boven een bedrag van € 1.000.000 worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar. De voorkeursbank van de Veiligheidsregio Zeeland is de Bank Nederlandse Gemeenten; 7. Het aantrekken en uitzetten van vermogen tot en met een bedrag van € 1.500.000 voor een periode kleiner of gelijk aan zes maanden kan met goedkeuring van het Directie van de Veiligheidsregio Zeeland door de treasurer worden uitgevoerd; 8. Het aantrekken en uitzetten van kort vermogen boven een bedrag van €.1.500.000 voor een periode korter dan 12 maanden dient ter goedkeuring aan de Directie van de Veiligheidsregio Zeeland te worden voorgelegd.
Hoofdstuk 5. Administratieve organisatie en interne controle Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle. In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle: 1. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden: a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe); b. de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen; c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen. 2. Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties; 3. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze in deze uitvoeringsregels treasury vastgelegd; 4. De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met registratie.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Artikel 15 Verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de Veiligheidsregio Zeeland staan in onderstaande tabel gedefinieerd. Functie
Verantwoordelijkheden
Het Algemeen Bestuur
• Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten; • Het vaststellen van de treasuryparagraaf in begroting en jaarrekening; • Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan; • Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid. • Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid); • Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties; • Het rapporteren aan het Algemeen Bestuur over de uitvoering van het treasurybeleid.
Het Dagelijks Bestuur
Teamleider (Financiën)
De budgethouders
De medewerker van de afdeling Financiën belast met treasury (hierna te noemen treasurer)
• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury; • Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen; • Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie; • Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf; • Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten; • Het rapporteren aan Dagelijks Bestuur over de uitvoering van het treasurybeheer; • Het afleggen van verantwoording aan het Dagelijks Bestuur. • Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van informatie aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten; • Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Financiën; • Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten. • Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, financiering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door de teamleider (Financiën); • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer; • Het beheren van de geldstromen; • Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen; • Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties; • Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied; • Het adviseren van de afdelingen/sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten; • Het afleggen van verantwoording aan de teamleider (Financiën) over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Financiële administratie
• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen; • Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer; • Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie; • Het rapporteren aan de teamleider (Financiën) belast met controle over de uitvoering; • Het ontvangen van de orderbevestiging van derden en het controleren of deze overeenkomt met de transactie-informatie zoals verstrekt door de treasurer; • Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.
De externe accountant
• Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Artikel 16 Bevoegdheden. In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering. Bevoegd functionaris (eerste handtekening)
Autorisatie door (tweede handtekening)
1. Het uitzetten van geld via callgeld, deposito en spaarrekening
Treasurer
Teamleider (Financiën)
2. Het aantrekken van geld via callgeld of kasgeld
Treasurer
Teamleider (Financiën)
3. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen
Mw. Financiën
Teamleider (Financiën)
4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen
Mw. Financiën
Teamleider (Financiën)
5. Bankcondities en tarieven afspreken
Treasurer
Teamleider (Financiën)
Treasurer
Teamleider (Financiën)
8. Het aantrekken van gelden via onderhandse Treasurer leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf
Teamleider (Financiën)
9. Het uitzetten van gelden via (staats)obligaties en Treasurer onderhandse geldleningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf
Teamleider (Financiën)
10. Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak
Treasurer
Dagelijks bestuur
11. Het garanderen van gelden uit hoofd van de publieke taak
Treasurer
Dagelijks Bestuur
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer
Bankrelatiebeheer
Risicobeheer 6. Derivaten (Is vervallen, er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten) Financiering en uitzetting 7. Het afsluiten van kredietfaciliteiten
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Hoofdstuk 6 Informatievoorziening Artikel 17 Informatievoorziening. Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: Informatie
Frequentie
1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning 2. Liquiditeitenplanning inclusief de meerjarenplanning (4 jaar) 3. Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting 4. Verantwoording afleggen van treasuryactiviteiten in Treasuryparagraaf van jaarrekening 5. Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via voor- en najaarsrapportage 6. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido
Kwartaal / Incidenteel Kwartaal Jaarlijks Jaarlijks
Halfjaarlijks Kwartaal
Informatieverstrekk er Budgethouders Medewerker belast met treasury Teamleider (Financiën) Teamleider (Financiën) Teamleider (Financiën) Mw. Financiën
Informatieontvange r Medewerker belast met treasury Teamleider (financiën) Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur
Algemeen Bestuur Derden
Artikel 18 Inwerkingtreding. Dit treasurystatuut treedt in werking per 1 januari 2012.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen bestuur, gehouden in het najaar van 2011.
Artikel 19 Toelichting In deze uitvoeringsregels worden kaders uiteengezet voor uitvoering van de treasuryfunctie. Naast deze regels dient bij uitvoering van de treasuryfunctie rekening gehouden te worden met de afgesloten raamovereenkomst met de huisbankier en mag niet in strijd zijn met de bepaling uit dit treasurystatuut. De in de uitvoeringsregels treasury opgenomen doelstellingen komen overeen met de doelstellingen zoals die genoemd zijn in de verordening artikel ex 212 gemeentewet. De twee belangrijkste uitgangspunten die de Wet fido heeft zijn dat leningen en garanties dienen om de publieke taak mede uit te voeren en anderzijds het prudente karakter van (overige) uitzettingen. Het risicobeheer bestaat uit een aantal verschillende risico’s: renterisico, koersrisico, kredietrisico, intern liquiditeitsrisico en valutarisico. Bij renterisico zijn de volgende zaken van belang: Kasgeldlimiet: · de grens voor het financieren met kort geld, deze limiet wordt berekend als een percentage (8,2%) van het totaal van de jaarbegroting van de Veiligheidsregio bij aanvang van het jaar. Renterisiconormnorm ter toetsing van de beheersing van de renterisico’s op de vaste schuld door spreiding van de looptijden in de leningportefeuille; deze norm wordt berekend door een vastgesteld percentage (20%) te vermenigvuldigen met de vaste schuld. Rentetypische looptijd: de periode dat de rente van de lening vast is. Koersrisico’s worden beperkt door in deze uitvoeringsregels op te nemen bedrag dat door de Veiligheidsregio uit wordt gezet gegarandeerd moet zijn tot de hoofdsom.
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
Door het opnemen van voorwaarden betreffende de rating van de financiële instelling is het kredietrisico ingeperkt. De Wet fido stelt minimaal een rating van A verplicht. De Veiligheidsregio heeft in de verordening artikel ex 212 gemeentewet en deze verordening een minimale rating AA opgenomen. Om de interne liquiditeitsrisico’s in te perken wordt door de afdeling Financiën een liquiditeitsplanning opgesteld en bijgehouden. Valutarisico’s zijn uitgesloten door de regels dat alle overeenkomsten die voor de treasuryfunctie worden afgesloten in € (euro) moeten luiden. De Veiligheidsregio mag alleen financiering aantrekken ten behoeve van de publieke taak waarbij gestreefd moet worden naar een optimaal renteresultaat. Hiervoor kunnen de volgende instrumenten worden ingezet: Onderhandse lening: lening waarbij de voorwaarden in onderling overleg met de geldgevende partij kunnen worden vastgesteld; Commercial Paper (CP):een verhandelbare schuldbekentenis met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door niet kredietinstellingen; Medium Tern Note (MTN): een verhandelbare schuldbekentenis aan toonder, met een minimum looptijd van twee jaar en met een minimum omvang. Deze maakt deel uit van een medium term note programma. Naast regels voor het beperken van allerlei risico’s en het uitsluitend aantrekken van financiering voor de publieke taak geven deze uitvoeringsregels treasury nog richtlijnen om de kosten van het geldstroombeheer tot een minimum te beperken. De door de Veiligheidsregio afgesloten raamovereenkomst met de huisbankier draagt hieraan bij. Bij de bevoegdheden en verantwoordelijkheden moet nog rekening gehouden worden met een bepaling in de verordening ex artikel 212 gemeentewet waarbij gesteld wordt dat verstrekken van leningen, waarborgen en garanties die groter zijn dan € 50.000 en niet in de treasuryparagraaf van de begroting zijn vermeld eerst het dagelijks bestuur de mogelijkheid moet worden geboden om haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Vervolgens mag de directie pas een besluit nemen. De planning en rapportage aangaande de uitvoering van de treasuryfunctie loopt d.m.v. de treasuryparagraaf mee in de planning en controlcyclus van de Veiligheidsregio.
De voorzitter,
Treasurystatuut van de Veiligheidsregio Zeeland Januari 2012
wnd. secretaris