Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15
[email protected] www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176
Onderwerp
Beleidsregel Dementie 2006-2007
Nummer
1220496 Directie
Sociale en Culturele Ontwikkeling
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op de Algemene Subsidieverordening provincie Noord-Brabant; Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; Besluiten: A
Vast te stellen de navolgende beleidsregel dementie 2006-2007
De beleidsregel dementie 2006-2007 bestaat uit de volgende onderdelen: Dementieconsulent (I), Ontmoetingscentrum (II), Kleinschalige woonvoorzieningen en kleinschalige vernieuwing in de verpleeghuizen (III), Landelijk Dementie Programma (IV). De algemene voorwaarden staan onder onderdeel IV.
Onderdeel I
Dementieconsulent
Artikel 1
Doel
Doelen van subsidie voor het realiseren van een dementieconsulent: - Het bieden van ondersteuning en begeleiding aan dementerenden en mantelzorgers in zowel (het omgaan met) het ziekteproces als de zoektocht naar passende voorzieningen en hulpmiddelen op het terrein van wonen-zorg-welzijn. - Het in stand houden of bevorderen van de kwaliteit van leven voor de persoon met dementie en zijn mantelzorger(s), het voorkomen van overbelasting bij de mantelzorger.
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.
-
Het voorkomen van vroegtijdige opname van de persoon met dementie.
Artikel 2
Nummer
1220496
Doelgroep
Bij de uitvoering van de beleidsregel dementie 2006-2007 is vraagsturing uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor het initiëren van projecten ligt bij de lokale en regionale organisaties voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, gemeente en zorginstellingen. Alleen zij kunnen een aanvraag indienen. Artikel 3
Subsidiecriteria
Een project kan worden gesubsidieerd als de dementieconsulent aan minimaal de volgende criteria voldoet: - Een makkelijk bereikbaar aanspreek- informatie- advies en regelpunt is voor mensen met dementie en hun mantelzorgers voor het verkrijgen van onafhankelijke informatie en advies over wie, wat, waar en hoe in welzijns- en zorgland en het verkrijgen van zorg op maat. - Informatie, advies, begeleiding en ondersteuning biedt ten aanzien van het kunnen en/of leren accepteren en hanteren aan de dementerende, de mantelzorgers en de overige bij de zorg betrokken zorgverleners. - Optreedt als vertrouwenspersoon en belangenbehartiger voor de dementerenden en/of mantelzorger. Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en kosten die voor subsidiëring in aanmerking komen 4.1 De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: - kosten voor scholing van de consulent ( b.v. Casemanager Psychogeriatrie) - financiering van de communicatie en voorlichting (materiaal) - opstartkosten, bijvoorbeeld het bij elkaar brengen van de partijen (overlegkosten, indirecte loonkosten t.b.v. opstart e.d.) opleiding/netwerk opbouwen PR campagne opzetten - aanschaf van een cliëntregistratiesysteem. 4.2 De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking: - Directe loonkosten van de consulent - kantoorkosten - overheadkosten - reguliere taken van een instelling, gemeente of rechtspersoon. Artikel 5
Administratieve bepalingen en bewijsstukken 2/11
Nummer
Subsidieaanvragen worden beoordeeld op de volgende punten: Past het project binnen de doelstellingen van de beleidsregel (artikel 1). Wordt er voldaan aan de subsidiecriteria (artikel 3). Het inhoudelijke projectplan bevat tenminste de volgende onderdelen: - Een uitgewerkte tijdsplanning. - Een beschrijving van de diensten van de dementieconsulent - Een beschrijving hoe mensen zonder indicatie kosteloze hulp van de consulent kunnen krijgen. - Hoe de consulent wordt verankerd in de bestaande zorginfrastructuur - Wijze waarin wordt voorzien in communicatie en voorlichting aan zowel de klanten als hulpverleners. - De financiële inbedding - Aantoonbaar draagvlak van deelnemende partijen Het project moet overdraagbaar zijn; dit aspect moet in de projectopzet zijn meegenomen. Verantwoordings- en evaluatieactiviteiten zijn in de projectopzet opgenomen. Er is aantoonbaar draagvlak bij minimaal de deelnemende projectpartners en de gemeente. Binnen een maand na toekenning kan met de uitvoering van het project worden gestart. Artikel 6
1220496
Termijn bepaling en beschikbare middelen
6.1 Het project heeft een looptijd van maximaal 1 jaar en dient uiterlijk 31 december 2007 te zijn afgerond. 6.2 De subsidie bedraagt maximaal € 25.000,- per aanvraag. 6.3 Het subsidieplafond voor dementieconsulenten is vastgesteld op € 300.000,-
Onderdeel II Ontmoetingshuis Artikel 7
Doel
Doelen van subsidie voor het beschikbaar komen van ontmoetingshuis - Het in stand houden of bevorderen van de kwaliteit van leven voor de dementerende en zijn mantelzorger(s), voorkomen van overbelasting door het bieden van respijtzorg. - Het bieden van ontspanning en vermaak aan de dementerende en zijn mantelzorger. 3/11
Nummer
Artikel 8
Doelgroep
1220496
Bij de uitvoering van de beleidsregel dementie 2006-2007 is vraagsturing uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor het initiëren van projecten ligt bij de lokale en regionale organisaties voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, de gemeente en welzijns- of zorginstellingen. Alleen zij kunnen een subsidieaanvraag indienen. Artikel 9
Subsidiecriteria
Deze doelen worden bereikt doordat het ontmoetingshuis: - Wordt gesitueerd in buurt- en ouderencentra (laagdrempeling) en toegankelijk voor mensen met dementie. - Voor mantelzorgers gespreksgroepen en informatiebijeenkomsten organiseren. - Activiteiten voor mantelzorgers en dementerenden samen te organiseren. - Minimaal 2 dagdelen activiteiten voor mensen met dementie organiseren. - Indien noodzakelijk, praktische hulp te geven bij het regelen van zorg thuis en ondersteuning bij verpleeghuisopname. Artikel 10 Subsidiabele activiteiten en kosten die voor subsidiering in aanmerking komen 10.1 De volgende kosten voor aanloop en start van het activiteitencentrum komen voor subsidie in aanmerking: - financiering van communicatie en voorlichting (materiaal) - werving vrijwilligers - eerste scholing van vrijwilligers/medewerkers - eerste aanschaf van activiteitenmateriaal. 10.2 De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking: - huur locatie - salariskosten vaste medewerkers/vergoeding vrijwilligers - overige exploitatiekosten.
Artikel 11
Termijnbepaling en beschikbare middelen
11.1 Het project heeft een looptijd van maximaal 1 jaar en dient uiterlijk 31 december 2007 te zijn afgerond . 4/11
Nummer
11.2 De subsidie bedraagt maximaal € 20.000,- per aanvraag.
1220496
11.3 Subsidieplafond voor ontmoetingshuizen is vastgesteld op € 200.000,-. Artikel 12
Administratie bepalingen en bewijsstukken
Subsidieaanvragen worden beoordeeld op de volgende punten: Past het project binnen de doelstellingen van de beleidsregel (artikel 7)? Wordt er voldaan aan de subsidiecriteria (artikel 9)? Het inhoudelijke projectplan bevat tenminste de volgende onderdelen: - Een beschrijving van de activiteiten die worden georganiseerd voor de doelgroepen. - Bij het bieden van AWBZ-zorg aangeven hoe dit is afgestemd met zorgverzekeraars/zorginstellingen. - Een beschrijving hoe het ontmoetingshuis wordt ingebed in de bestaande sociale en/of zorg infrastructuur en waarborg voor laagdrempeligheid. - Wijze waarin wordt voorzien in communicatie en voorlichting aan zowel de klanten als hulpverleners. - De financiële inbedding na het eerste jaar. - Aantoonbaar draagvlak bij deelnemende partijen Het project moet overdraagbaar zijn; dit aspect moet in de projectopzet zijn opgenomen. Verantwoordings- en evaluatieactiviteiten zijn in de projectopzet opgenomen. Er is aantoonbaar draagvlak bij minimaal de deelnemende partijen en de gemeente. Binnen een maand na toekenning kan met de uitvoering van het project worden gestart.
Onderdeel III Kleinschalige woonvoorzieningen en kleinschalige vernieuwing in de verpleeghuizen Artikel 13
Doel
Het in stand houden of verbeteren van kwaliteit van leven en verminderen van de benodigde zorg door bijdrage in het realiseren van (de sfeer van) een regulier huishouden volgens het concept kleinschalige zorg en/of het bieden van ontspanning en vermaak voor dementerenden in kleinschalige woonvoorzieningen en in verpleeghuizen. Artikel 14
Doelgroep 5/11
Nummer
Bij de uitvoering van de beleidsregel dementie 2006-2007 is vraagsturing uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor het initiëren van projecten ligt bij de zorginstellingen of particuliere initiatieven. Alleen zij kunnen een subsidieaanvraag indienen. Artikel 15
1220496
Subsidiecriteria
Deze doelen worden bereikt door: - Implementatie van het concept kleinschalig wonen in woonvoorzieningen en verpleeghuizen Er wordt een huiselijke sfeer gecreëerd waar bewoners zich thuis voelen en worden betrokken bij de dagelijkse gang van zaken, bijvoorbeeld meehelpen koken of andere huishoudelijke taken en werken in de tuin. Er wordt uitgegaan van de nog aanwezige mogelijkheden bij de bewoner. En/of - Het bieden van activiteiten voor ontspanning en vermaak aan bewoners en hun familie binnen kleinschalige woonvoorziening of verpleeghuis. Artikel 16 Subsidiabele activiteiten en kosten die voor subsidie in aanmerking komen 16.1 De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: - aanschaf van goederen die nodig zijn voor implementatie concept kleinschalig wonen - bijscholing personeel voor implementie concept kleinschalig wonen - inhuur van adviseur op het gebied van het concept kleinschalig wonen voor mensen met dementie, tot maximaal 25% van het gevraagde subsidiebedrag - kosten van (activiteiten)materiaal ten behoeve van ontspanning en vermaak van bewoners en/of familieleden en buurtbewoners binnen de kleinschalige woonvoorziening of verpleeghuis - bijscholing van verzorgend en begeleidend personeel voor het organiseren van activiteiten ten behoeve van ontspanning en vermaak 16.2 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen: - bouw en verbouw van kleinschalige woonvoorziening vallen niet onder deze beleidsregel, maar kunnen een bijdrage krijgen uit het combifonds - reguliere taken van een instelling - kosten voor uitstapjes of vakanties. Artikel 17 Administratie bepalingen en bewijsstukken Subsidieaanvragen worden beoordeeld op de volgende punten: 6/11
Past het project binnen de doelstellingen van de beleidsregel (artikel 11)? Wordt er voldaan aan de subsidiecriteria (artikel 15)? Het inhoudelijke projectplan bevat tenminste de volgende onderdelen: - Hoe het concept kleinschalig wonen wordt geïmplementeerd. - Bij welke dagelijkse activiteiten zullen de bewoners (en familie of buurtbewoners) worden betrokken binnen het concept kleinschalig wonen. - Hoe wordt voorzien in zorg en begeleiding van bewoners. En/of - Welke activiteiten ten behoeve van ontspanning en vermaak er worden georganiseerd en in welke mate wordt het bestaande sociale netwerk hierbij betrokken. - Voor beide, hoe worden bewoners en familieleden betrokken bij het opstellen en uitwerken van projectplan. Het project moet overdraagbaar zijn; dit aspect moet in de projectopzet zijn opgenomen. Verantwoordings- en evaluatieactiviteiten zijn in de projectopzet opgenomen. Er is aantoonbaar draagvlak bij minimaal de deelnemende partijen en de gemeente. Binnen een maand na toekenning kan met de uitvoering van het project worden gestart.
Artikel 18
Nummer
1220496
Termijnbepaling en beschikbare middelen
18.1 Het project heeft een maximale looptijd van 1 jaar en dient uiterlijk 31 december 2007 te zijn afgerond. 18.2 De subsidie bedraagt maximaal € 30.000,- per aanvraag. 18.3 Het subsidieplafond voor kleinschalige woonvoorzieningen en kleinschalige vernieuwing in verpleeghuizen is vastgesteld op € 900.000,-.
7/11
Onderdeel IV Projecten Landelijk Dementie Programma
Nummer
1220496
Artikel 19
Doel
Realiseren dat in meer Brabantse regio’s uitvoering wordt gegeven aan het LDP en een bijdrage leveren aan het oplossen van knelpunten uit de evaluatiefase van het LDP. Artikel 20
Doelgroep
Bij de uitvoering van de beleidsregel dementie 2006-2007 is vraagsturing uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor het initiëren van projecten ligt bij de lokale en regionale organisaties die betrokken zijn bij het regionale traject van het Landelijk Dementie Programma. Alleen zij kunnen een subsidieaanvraag indienen. Artikel 21
Subsidiecriteria
Deze doelen worden bereikt door: - Deelname aan het Landelijk Dementie Programma en/of - projecten uit te voeren die volgen uit de evaluatiefase van het Landelijke Dementie Programma. Artikel 22 Subsidiabele activiteiten en kosten die voor subsidie in aanmerking komen 22.1 De volgende kosten komen onder andere voor subsidie in aanmerking: - deskundigheidsbevordering en beeldvorming van mantelzorgers, huisartsen, thuiszorg e.d. - communicatie en voorlichtingsmateriaal - ondersteuning mantelzorgers. 22.2 De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking: - kosten voor dementieconsulent of ontmoetingshuis, deze kunnen onder onderdeel I en II worden aangevraagd - loonkosten - kantoorkosten - overheadkosten - reguliere taken van een instelling, gemeente of rechtspersoon. Artikel 23
Administratieve bepalingen en bewijsstukken
Subsidieaanvragen worden beoordeeld op de volgende punten: A Past het project binnen de doelstellingen van de beleidsregel (artikel 19)? 8/11
B Wordt er voldaan aan de subsidiecriteria (artikel 21)? C Het inhoudelijke projectplan bevat tenminste de volgende onderdelen: - Evaluatieverslag met de regionale knelpunten. - Een beschrijving van de uit te voeren activiteiten. - Een beschrijving hoe de activiteit wordt ingebed in de bestaande sociale en/of zorg infrastructuur en waarborg voor laagdrempeligheid. - Wijze waarin wordt voorzien in communicatie en voorlichting. - De financiële inbedding na het eerste jaar. - Aantoonbaar draagvlak bij deelnemende partijen. D Binnen een maand na toekenning kan met de uitvoering van het project worden gestart. E Het project moet overdraagbaar zijn; dit aspect moet in de projectopzet zijn opgenomen. F Verantwoordings- en evaluatieactiviteiten zijn in de projectopzet opgenomen. G Er is aantoonbaar draagvlak bij minimaal de deelnemende partijen en de gemeente. Artikel 24
Nummer
1220496
Termijnbepaling en beschikbare middelen
24.1 Het project heeft een maximale looptijd van maximaal 1 jaar en dient uiterlijk 31 december 2007 te zijn afgerond. 24.2 Voor deelname aan het Landelijk Dementie Programma bedraagt de subsidie maximaal € 65.000 Voor projecten bedraagt de subsidie maximaal € 25.000,- per aanvraag. 24.3 Voor deelname Landelijk Dementie Programma is een subsidieplafond vastgesteld van € 280.000,Voor projecten is het subsidieplafond vastgesteld op € 150.000,-. Algemeen Artikel 25
Indienen van projectaanvraag
25.1 Projectaanvragen worden gericht aan: College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie SCO, Bureau Zorg en Welzijn O.V.V. Dementie 2006-2007 Postbus 90151 5200 MC ‘s-Hertogenbosch
9/11
25.2 Indien het een samenwerkingsverband betreft, dient één rechtspersoon namens alle partners de projectaanvraag in te dienen.
Nummer
1220496
25.3 Aanvragen voor subsidie dienen schriftelijk te worden ingediend door middel van een volledig ingevuld “Aanvraagformulier Dementie 2006-2007”. Aanvragen dienen altijd vergezeld te gaan van een projectplan (minimale criteria staan vermeld bij onderdeel I, II, III en IV) en een gespecificeerde begroting. Alleen volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren, vergezeld van alle gevraagde bescheiden, worden in behandeling genomen. Een digitale versie van het aanvraagformulier kan worden opgevraagd via
[email protected] of gedownload via www.brabant.nl onderdeel leven / ouderen van nu en straks. 25.4 Aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend vanaf publicatie van deze beleidsregel tot 30 juni 2007 of eerder indien subsidieplafond is bereikt en worden op volgorde van binnenkomst behandeld. 25.5 Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de heer H. van Gent, medewerker Integraal Ouderenbeleid, binnen de directie SCO, bureau Zorg & Welzijn, tel. 073-6812561 of e-mail
[email protected] Artikel 26
Behandeling van de aanvraag
Het College beslist uiterlijk 6 weken na ontvangst van het subsidieverzoek. Artikel 27
Hardheidsclausule
27.1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten. 27.2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling naar oordeel van Gedeputeerde Staten tot kennelijke onbillijkheden leidt, kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.
27.3 Citeertitel: Beleidsregel dementie 2006-2007
10/11
27.4 Op deze beleidsregel in de Algemene Subsidie Verordening Provincie NoordBrabant van toepassing.
Nummer
1220496
’s-Hertogenbosch,
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
,
voorzitter
,
secretaris
11/11