Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet, het uitvoeringsbesluit Wmo 2015, het besluit Jeugdwet, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasdriel 2015 en de Verordening Jeugdhulp van de gemeente Maasdriel 2015; besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasdriel 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze nadere regels wordt verstaan onder: - Aanbieder: in het kader van de Wmo: rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. In het kader van de Jeugdwet: rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp doet verlenen onder verantwoordelijkheid van het college. - Calamiteit: een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een Wmo-voorziening of de uitvoering van de Jeugdwet en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt, jeugdige of een ouder heeft geleid. - Dienstverlening: hulp die een persoon, instantie of onderneming biedt aan de cliënt. - Gemeente: Gemeente Maasdriel. - Individuele of maatwerkvoorziening: Aanbod van diensten of activiteiten dat, alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. - Mantelzorger: Iemand die hulp biedt ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie. - Ouder: gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder, ook genoemd gezagsdrager. - Overige voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is. - Persoonsgebonden budget (pgb): budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet en artikel 1.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. - Sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. - Tarief of kostprijs: het bedrag dat de gemeente aan een aanbieder moet betalen voor de verstrekking van een voorziening in natura. - Toezichthoudende ambtenaar: persoon als bedoeld in de artikelen 4.3.1, 6.1 en 6.2 van de Wet maatschappelijke ontwikkeling 2015. - ZZP’er: Een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer de volgende criteria gelden: o zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan; o het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden; o het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst; o bekendmaking van het ondernemerschap; o het streven naar meerdere opdrachtgevers.
Hoofdstuk I Financieel deel Artikel 2. De hoogte van het pgb 1. De hoogte van een pgb: a. wordt bepaald aan de hand van een door de cliënt, in het geval het een jeugdige betreft, door zijn ouders, opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden; b. is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, zorg, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de individuele of maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. In bijlage 2 zijn de tarieven opgenomen van de individuele en maatwerkvoorzieningen die de gemeente met aanbieders in natura is overeengekomen. d. de hoogte van een pgb is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, reiskosten, verzekeringen en onderhoud. e. de hoogte van een pgb voor een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. 2. Uit het pgb mogen bemiddelingskosten, administratie, eenmalige uitkeringen, feestdagenuitkeringen en reiskosten betaald worden. 3. In het pgb is een vrij besteedbaar bedrag opgenomen van 2% van het totale pgb op jaarbasis tot een maximum van € 500,00. 4. De hoogte van een pgb wordt bepaald op basis van de dienstverlening die anders als zorg in natura zou zijn geleverd. Hierin onderscheidt het college de volgende onderverdeling: a. Als de dienstverlening wordt uitgevoerd door een aanbieder betreft het tarief per uur of per resultaat tot een maximum van 100% van het laagste tarief per uur of per resultaat van een door de gemeente gecontracteerde aanbieder die een vergelijkbare vorm van maatschappelijke ondersteuning biedt. De geldende tarieven voor de gecontracteerde aanbieders staan opgenomen in bijlage 2, behorend bij dit besluit. b. Een pgb voor de kosten van dagbesteding bij een aanbieder bedraagt maximaal 100% van de kostprijs inclusief vervoer. c. Als de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd door een ZZP’er betreft het tarief per uur of per resultaat tot een maximum van 90% van het laagste tarief per uur of per resultaat van een door de gemeente gecontracteerde instelling die een vergelijkbare vorm van maatschappelijke ondersteuning biedt; d. Als de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd door een mantelzorger, familielid of huisgenoot betreft het uurtarief: € 30 per etmaal voor respijtzorg en kortdurend verblijf; Voor overige diensten, niet zijnde Hulp bij het Huishouden, 50% van het laagste tarief per uur of per resultaat van een door de gemeente gecontracteerde instelling die een vergelijkbare vorm van maatschappelijke ondersteuning biedt tot een maximum van € 20 per uur. e. Wanneer de maatschappelijke ondersteuning Hulp bij het Huishouden (HH) betreft, is het pgb tarief vastgesteld op HH1: € 115,88 per zorgperiode van 4 weken HH2: € 173,71 per zorgperiode van 4 weken, ongeacht of dit door een aanbieder, ZZP-er of iemand uit het sociaal netwerk wordt verricht. Voor cliënten die in 2014 reeds een indicatie hadden voor HH1 of HH2, en van wie die indicatie doorloopt tot na 1 juli 2015, geldt een overgangstermijn tot 1 juli 2015. Tot die tijd houden zij recht op het pgb dat toegekend was op basis van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2012.
Artikel 3 Overige voorwaarden betreffende betaalde inzet sociaal netwerk De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt kan, naast de in artikel 2, zesde lid sub d genoemde voorwaarde betreffende het tarief, de hulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk: a. dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende niet tot overbelasting leidt, en b. dat tussenpersonen of belangenbehartigers niet uit dit pgb mogen worden betaald. Artikel 4. Bijdrage voor individuele of maatwerkvoorzieningen en pgb’s\ 1. Op grond van de Wmo vraagt de gemeente bij de toekenning van maatwerkvoorzieningen in natura of als persoonsgebonden een eigen bijdrage voor de volgende voorzieningen: a. hulp bij het huishouden b. woningaanpassingen/roerende (losse) woonvoorzieningen c. scootermobielen d. andere vervoersvoorzieningen e. begeleiding 2. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 3. De duur en het maximum bedrag eigen bijdrage zijn als volgt vastgesteld: a. hulp bij het huishouden: bij verstrekking in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget eigen bijdrage per periode zolang de voorziening duurt tot maximaal de kostprijs; b. woningaanpassingen: bij verstrekking in eigendom eigen bijdrage gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken tot maximaal de kostprijs; c. roerende (losse) woonvoorzieningen: bij verstrekking in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget eigen bijdrage per periode zolang de voorziening duurt tot maximaal de kostprijs; d. scootermobielen: bij verstrekking in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget eigen bijdrage per periode zolang de voorziening duurt tot maximaal de kostprijs; e. andere vervoersvoorzieningen; bij verstrekking in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget eigen bijdrage per periode zolang de voorziening duurt tot maximaal de kostprijs; f. bij begeleiding: bij verstrekking in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget eigen bijdrage per periode zolang de voorziening duurt tot maximaal de kostprijs. 4. Vaststelling maximale eigen bijdrage: De maximale eigen bijdrage/eigen aandeel per periode per voorziening staat vermeld in bijlage 3. 5. Indien het een individuele voorziening betreft op grond van de Jeugdwet, wordt bepaald op grond van artikel 8.1 van de Jeugdwet of er sprake is van een ouderbijdrage. De desbetreffende artikelen zijn vermeld in bijlage 1, behorend bij dit besluit. Artikel 5 Drempelbedrag Het drempelbedrag voor woningaanpassingen en woonvoorzieningen bedraagt € 750,--.
Artikel 6 Voorziening in natura of in eigendom 1.
De volgende voorzieningen worden uitsluitend in bruikleen verstrekt (niet in eigendom): a. mobiele tilliften; b. trapliften; c. scootermobielen en andere vervoersvoorzieningen d. rolstoelvoorzienignen e. hulpmiddelen met een cataloguswaarde van € 750,00 of meer en die geschikt zijn voor hergebruik. 2. Hulpmiddelen met een cataloguswaarde tot € 750,00 kunnen in eigendom worden verstrekt. Is hiervan sprake dan wordt geen eigen bijdrage opgelegd. Artikel 7 Forfairtaire vergoedingen en financiële tegemoetkomingen 1. De hoogte van de door het college te verlenen forfaitaire vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 1.210. 2. Bij sanering van de woning kent het college maximaal een bedrag van € 2.000 toe als financiële tegemoetkoming. Bij het vergoeden van stoffering gelden de volgende normbedragen: voor zeil of linoleum € 53 per strekkende meter inclusief legkosten, uitgaande van een rol van 4 meter breed. € 15 per strekkende meter voor rolgordijnen of een ander soort gladde gordijnen. 3. Voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt de financiële tegemoetkoming maximaal een bedrag van € 2.385. 4. De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van het verwijderen van voorzieningen bedraagt 100% van de werkelijke kosten met een maximum van € 315,00. 5. De maximale financiële tegemoetkoming in de kosten van aanpassing van een woonwagen, caravan en woonschip bedraagt € 1.000,00. 6. De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van in bruikleen verstrekte voorzieningen worden vergoed tot een maximum van de werkelijke kosten. Het betreft trapliften, badliften, tilliften, in hoogte verstelbaar keukenblok, onderspoel- en föhninrichting en opening- en sluitingmechanismen deuren. 7. De forfairtaire vergoeding voor een sporthulpmiddel bedraagt maximaal € 2.500,-- inclusief de kosten voor verzekering voor een periode van drie jaar. 8. De hoogte van een door het college te verlenen tegemoetkoming bij een autoaanpassing bedraagt 100% van de kosten met een maximum van € 10.650,00. 9. Gebruik eigen auto bedraagt jaarlijks een forfaitaire vergoeding maximaal een bedrag van € 380; per jaar. 10. Personen die op sociale gronden in aanmerking komen voor een medereiziger kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen van maximaal € 175,00 per jaar. Vergoeding vindt plaats op declaratiebasis onder bijvoeging van bewijsstukken. De eigen bijdrage per zone komt niet voor vergoeding in aanmerking. Artikel 8 Overgangsbepalingen waardering mantelzorg en Wtcg 1. In het jaar 2015 biedt de gemeenten in het kader van deze bepaling mantelzorgers eenmalig een financiële bijdrage van 100,-- voor de waardering van hun inzet. Deze bijdrage dient aangevraagd te worden door de cliënt voor wie de mantelzorger zich inzet. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. de cliënt is woonachtig in de gemeente Maasdriel b. de cliënt vult een aanvraagformulier in dat de gemeenten hem ter beschikking stelt
Artikel 9. Tegemoetkomingen meerkosten personen met beperking of chronische problemen De tegemoetkoming zoals geformuleerd in artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning wordt verstrekt als een subsidie. Er zijn de volgende tegemoetkomingen: 1. Ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie bedraagt maximaal een jaarlijks bedrag van € 70. 2. Wanneer een algemeen gebruikelijke voorziening de meest voor de hand liggende oplossing biedt maar dit op problemen stuit vanwege het inkomen van belanghebbende, kan er een tegemoetkoming op grond van de Wmo een regeling getroffen worden, wanneer de bijzondere bijstand hierin niet voorziet. 3. Wanneer een noodzakelijk geachte voorziening niet wordt toegekend omdat de kosten lager zijn dan het drempelbedrag, maar de belanghebbende deze door een te laag inkomen, niet zelf kan betalen, kan er een tegemoetkoming op grond van de Wmo een regeling getroffen worden, wanneer de bijzondere bijstand hierin niet voorziet. Om in aanmerking te komen voor een van de bovenstaande tegemoetkomingen dient het gezinsinkomen van de aanvrager lager te zijn dan 130% van de bijstandsnorm.
Hoofdstuk II Melden van calamiteiten Artikel 10. Verplichting tot melden 1. Aanbieders, natuurlijke personen en zzp-ers dienen die een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening leveren op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning, dienen calamiteiten te melden aan de toezichthoudende ambtenaar, met uitzondering van de calamiteiten die op grond van de Jeugdwet verplicht gemeld moeten worden aan de Inspectie Jeugdzorg. 2. De melding aan de toezichthoudende ambtenaar dient onverwijld, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de calamiteit te geschieden. Artikel 11. Inhoud melding Een melding bevat: a. De dagtekening van de melding; b. Gegevens over de aanbieder en de betrokken zorgverleners, zoals de naam van de instelling, de locatie of de afdeling, de naam en hoedanigheid van de melder, de naam van de betrokken zorgverlener(s); c. Gegevens over de betrokken cliënt(en), zoals de naam en de geboortedatum van de cliënt(en), geslacht, verblijfplaats; d. Gegevens over bij de calamiteit betrokken gemeenten (plaats gebeurtenis, vestigingsplaats aanbieder, woonplaats betrokkene) e. Gegevens over de inhoud van de calamiteit; f. Informatie over de actuele veiligheid van de cliënt en eventuele anderen; g. Informatie over het afhandelen van de calamiteit; hieronder valt ook de informatie of, en zo ja, welke belanghebbenden zijn geïnformeerd over de melding aan de toezichthoudend ambtenaar. h. Inschatting van de mogelijkheid dat de calamiteit leidt tot maatschappelijke onrust of de mate waarin deze publiciteitsgevoelig is. Artikel 12. Feitenrelaas Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar stuurt de aanbieder binnen twee weken na de melding een feitenrelaas over de calamiteit toe aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar geeft aan uit welke elementen het feitenrelaas moet bestaan.
Artikel 13. Verzoek tot het doen van onderzoek Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar voert de aanbieder een onafhankelijk onderzoek uit naar de calamiteit. De aanbieder legt binnen drie weken na het verzoek de opzet van het onderzoek aan de toezichthoudende ambtenaar voor en wacht op goedkeuring van de toezichthoudende ambtenaar. Na deze goedkeuring voert de aanbieder het onderzoek uit en stuurt de rapportage binnen uiterlijk zes weken na goedkeuring naar de toezichthoudende ambtenaar. De aanbieder draagt er zorg voor dat de opzet en uitvoering van dit interne onderzoek van verantwoord niveau zijn. Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015 en vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maasdriel 2012. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Maasdriel 2015.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 2: Wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld Lid 1 sub e Berust op artikel 2.1.3, tweede lid, onder b, van de wet. Hierin staat dat de hoogte van een pgb toereikend moet zijn. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3, blz. 39) is vermeld dat de gemeente bijvoorbeeld kan bepalen dat het pgb niet hoger mag zijn dan een percentage van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan het verlenen van adequate ondersteuning in natura. Gemeenten hebben daarmee ook de mogelijkheid om differentiatie aan te brengen in de hoogte van het pgb. Gemeenten kunnen verschillende tarieven hanteren voor verschillende vormen van ondersteuning en voor verschillende typen hulpverleners. Gemeenten kunnen bij het vaststellen van tarieven bijvoorbeeld onderscheid maken tussen ondersteuning die wordt geleverd door het sociale netwerk, door hulpverleners die werken volgens de kwaliteitsstandaarden en hulpverleners die dat niet doen (zoals werkstudenten, zzp’ers zonder diploma’s e.d.). Een aanvraag voor een pgb kan geweigerd worden voor zover de kosten van het pgb hoger zijn dan de kosten van de maatwerkvoorziening (artikel 2.3.6, vijfde lid, onder a, van de wet). De situatie waarin het door de cliënt beoogde aanbod duurder is dan het aanbod van het college betekent dus niet bij voorbaat dat het pgb om die reden geheel geweigerd kan worden. Cliënten kunnen zelf bijbetalen wanneer het tarief van de door hen gewenste aanbieder duurder is dan het door het college voorgestelde aanbod. Het college kan het pgb slechts weigeren voor dat gedeelte dat duurder is dan het door het college voorgestelde aanbod. De maximale hoogte van een pgb voor hulpmiddelen of woningaanpassingen is begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte maatwerkvoorziening in natura. Lid 4 sub d De regering heeft aangegeven dat onder het sociale netwerk ook mantelzorgers kunnen vallen. Wel is de regering van mening dat de beloning van het sociale netwerk in elk geval beperkt moet blijven tot die gevallen waarin het de gebruikelijke hulp overstijgt en dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is. Overeenkomstig de huidige Wmo-praktijk met betrekking tot informele hulp wordt hierbij in ieder geval gedacht aan diensten (zorg van mantelzorgers bijvoorbeeld). Een voorbeeld van informele hulp bij woningaanpassingen is onder andere dat iemand uit het sociale netwerk de aanpassing realiseert, de zogenoemde ‘manuren’. Artikel 7, lid 9 Forfaitaire vergoeding gebruik eigen auto De forfaitaire vergoeding voor het gebruik van een eigen auto is per 1 januari 2012 als vorm van vervoersvoorziening geschrapt. Reden daarvan is dat mensen voor de voorziening in hun vervoersbehoeften gewend waren gebruik te maken van een auto. Als zij een beperking krijgen, door leeftijd of door een ongeval, hoeft er in feite niets te veranderen, als zij met diezelfde auto in staat blijven hun verplaatsingen te maken. Zij blijven in staat om met eigen middelen voldoende te participeren. Er hoeft dan geen vergoeding verstrekt (niet gecompenseerd) te worden. In het kader van de Wmo moet maatwerk geleverd worden. Er kunnen zich situaties voordoen dat het gebruik van de eigen auto geïndiceerd wordt. Het collectief vervoer is zodanig dat vrijwel iedereen er gebruik van kan maken. Alleen indien grondig onderzoek heeft uitgewezen dat de aanvrager om medische redenen geen gebruik kan maken van het collectief vervoer kan een forfaitaire vergoeding in de kosten van gebruik van een eigen auto toegekend worden. Onder kosten van gebruik worden
verstaan de kosten van brandstof. Er is sprake van een tegemoetkoming en geen volledige dekking van de kosten van gebruik. Het college heeft de compensatieplicht voor een maximum omvang van 1500 kilometer met een bandbreedte tot 2000 kilometer per jaar. Uitgaande van een compensatie van 2000 kilometer x € 0,19 per kilometer (tarief wat de belastingdienst hanteert) bedraagt de forfaitaire vergoeding € 380,00 per jaar. Een inkomenstoets maakt eveneens onderdeel uit van de beoordeling van de aanvraag. Indien het inkomen in het peiljaar (tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag) meer bedraagt dan de inkomensgrens (130% van het bruto norminkomen) worden de kosten van vervoer voor deelname maatschappelijk verkeer algemeen gebruikelijk geacht en/of wordt men zelfredzaam geacht voor de voorziening daarin. Indien een persoon met beperkingen jonger is dan 12 jaar wordt geen vergoeding toegekend. Artikel 10 tot en met 13 Deze artikelen regelen de verplichtingen van aanbieders die Wmo voorzieningen leveren m.b.t. het melden van calamiteiten en de vervolgstappen die door aanbieders genomen moeten worden naar aanleiding van een melding. De verdere werkwijze van de toezichthoudend ambtenaar zal worden vastgelegd in een nog op een later moment door de colleges vast te stellen sociaal calamiteitenprotocol.
Bijlage 1 Artikelen uit de Wmo 2015, besluit Wmo de Jeugdwet en het besluit Jeugdwet waarnaar in dit besluit verwezen wordt. Artikelen betreffende het pgb Artikel 8.1.1 Jeugdwet 1. Indien de jeugdige en zijn ouder dit wensen, verstrekt het college hen een budget, waaruit het college betalingen doet voor de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort, die van derden betrokken wordt. 2. Het eerste lid geldt niet voor: a. een minderjarige die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft opgelegd gekregen, en b. een jeugdige die is opgenomen in een gesloten accommodatie met een machtiging op grond van hoofdstuk 6 van deze wet. 3. Bij verordening kan om redenen van doelmatigheid worden bepaald: a. dat, onverminderd het tweede lid, voor daarbij aan te wijzen vormen van jeugdhulp die tot een individuele voorziening behoren, in afwijking van het eerste lid, geen budget wordt verstrekt, en b. in welke gevallen en onder welke voorwaarden de persoon aan wie een budget wordt verstrekt, de mogelijkheid heeft om de jeugdhulp te betrekken van een persoon die deze anders dan in de uitoefening van een bedrijf of beroep levert. 4. Een budget wordt slechts verstrekt, indien: a. de jeugdige en zijn ouder naar het oordeel van het college in staat zijn de aan een budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren; b. de jeugdige en zijn ouder zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening niet wensen geleverd te krijgen door een door het college voorgestelde jeugdhulpaanbieder, en c. naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort en die de jeugdige en zijn ouder van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is. Artikel 1.1.1 Wmo 2015 In dit artikel staan de begripsbepalingen uit de wet. Met betrekking tot persoonsgebonden budget is de volgende omschrijving opgenomen: “bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;” Artikelen betreffende de Toezichthoudend Ambtenaar Artikel 4.3.2 1. Indien Onze Minister of Onze Minister van Veiligheid en Justitie van oordeel is dat een AMHK deze wet of de daarop berustende bepalingen niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze naleeft, kan hij het AMHK een schriftelijke aanwijzing geven. 2. In de aanwijzing geeft Onze Minister die het aangaat, met redenen omkleed aan welke maatregelen het AMHK moet nemen met het oog op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. 3. De aanwijzing bevat de termijn waarbinnen het AMHK eraan moeten voldoen. 4. Indien het nemen van maatregelen in verband met gevaar voor de veiligheid of de gezondheid redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan de ingevolge artikel 4.3.1 met het toezicht belaste ambtenaar
een schriftelijk bevel geven. Het bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen, welke door Onze Minister of Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan worden verlengd. 5. Het AMHK is verplicht binnen de daarbij gestelde termijn aan de aanwijzing onderscheidenlijk onmiddellijk aan het bevel te voldoen. 6. Mandaat tot het verlengen van de geldigheidsduur van een bevel wordt niet verleend aan een ingevolge artikel 4.3.1 met het toezicht belaste ambtenaar. 7. Indien een organisatie van beoefenaren van een beroep in het jeugddomein een systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de ingevolge artikel 4.3.1 met het toezicht belaste ambtenaren bevoegd in het kader van dat systeem een tuchtklacht tegen de desbetreffende medewerker van het AMHK in te dienen. Bij algemene maatregel van bestuur worden daarover nadere regels gesteld. Artikel 6.1 1. Het college wijst personen aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. 2. De toezichthoudende ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot inzage van dossiers. 3. Voor zover de toezichthoudende ambtenaar door inzage in bescheiden bij de vervulling van zijn taak dan wel door verstrekking van gegevens in het kader een melding als bedoeld in artikel 3.4, gegevens, daaronder begrepen bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, heeft verkregen, ter zake waarvan de beroepskracht uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de toezichthoudende ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 5.2.4. Artikel 6.2 1. De ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid dienen de toezichthoudende ambtenaren, bedoeld in artikel 6.1, desgevraagd van advies inzake het houden van toezicht en inzake de handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels. 2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren rapporteren jaarlijks aan Onze Minister omtrent de uitvoering van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet door de toezichthoudende ambtenaren, bedoeld in artikel 6.1, en de effecten daarvan op het niveau van de maatschappelijke ondersteuning. Artikelen betreffende de eigen bijdrage Uitvoeringsbesluit Wmo Artikel 3.1 1. Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan de artikelen 2.1.4, eerste lid, onderdeel b, en 2.1.5, eerste lid, van de wet, mag de verschuldigde bijdrage in de kosten dan wel het totaal van de verschuldigde bijdragen in de kosten niet meer bedragen dan: a. voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.295 het bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 23.295; b. voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.456 het
bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.456; c. voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 29.174 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 29.174; d. voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.957 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 22.957. 2. De gemeenteraad kan de verschuldigde bijdrage, bedoeld in het eerste lid, voor alle in dat lid genoemde categorieën personen in gelijke mate verlagen: a. door de in het eerste lid genoemde bedragen per vier weken of het percentage van 15 te verlagen, of b. door de in het eerste lid genoemde bedragen betreffende het inkomen te verhogen. 3. Bij de toepassing van het eerste lid en artikel 3.10, eerste lid, wordt per kalenderjaar uitgegaan van twaalf perioden van vier weken en een periode die, afhankelijk van resterende dagen, vier of vijf weken bedraagt. 4. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid en artikel 3.10, eerste lid, is niet verschuldigd: a. indien de persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of zijn echtgenoot een bijdrage ingevolge de artikelen 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is, of b. indien het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid hiervan kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige, waarvan degene aan wie die maatwerkvoorziening is verstrekt de minderjarige of de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, is. 5. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de bijdrage in de kosten voor beschermd wonen of verblijf in een opvang. Besluit Jeugdwet Artikel 8.1 Ouderbijdrage Artikel 8.1.1 1. De hoogte van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 8.2.1 van de wet is: a. indien het verblijf gedurende het etmaal betreft: 1°. van een jeugdige van 0 tot en met 5 jaar: € 73,75 per maand; 2°. van een jeugdige van 6 tot en met 11 jaar: € 101,41 per maand; 3°. van een jeugdige van 12 tot en met 20 jaar: € 129,06 per maand; b. indien het verblijf gedurende een deel van een etmaal betreft: de helft van het voor de jeugdige ingevolge het eerste lid geldende bedrag per maand. 2. Bij regeling van Onze Ministers worden de bedragen, genoemd in het eerste lid, onder a, jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. Artikel 8.1.2
1. Geen ouderbijdrage is verschuldigd indien aan een jeugdige nog jeugdhulp wordt geboden als bedoeld in artikel 8.2.1, eerste lid, van de wet, nadat bezwaar is gemaakt tegen het besluit tot verlening van deze jeugdhulp. Het college stelt het bestuursorgaan dat met de inning is belast onverwijld in kennis van het bezwaar. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het een jeugdige betreft ten aanzien van wie een kinderbeschermingsmaatregel is getroffen die tot verlening van zodanige jeugdhulp strekt of die deze noodzakelijk maakt. 3. Geen ouderbijdrage is verschuldigd door de ouder of stiefouder ten aanzien van wie de rechter op de voet van de artikelen 406 en 407 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of van artikel 822, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een bedrag heeft bepaald dat hij periodiek moet betalen ter voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kind of stiefkind. Artikel 8.1.3 Onverminderd artikel 8.2.3, tweede lid, van de wet, stelt het bestuursorgaan dat met de inning is belast de verschuldigde ouderbijdrage buiten invordering, indien de bijdrageplichtige: a. algemene bijstand ontvangt als bedoeld in artikel 20, eerste lid, of artikel 23, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand; b. een verstrekking ontvangt als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 en geen ander inkomen heeft; c. zak- en kleedgeld ontvangt op grond van artikel 41 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, of d. een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel ondergaat in een penitentiaire inrichting, in een inrichting voor de verpleging van ter beschikking gestelden, in een inrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of in een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en geen inkomen heeft. Artikel 8.1.4 1. De ouderbijdrage is verschuldigd over elke dag dat het verblijf heeft geduurd, daarbij inbegrepen de dag van aankomst en niet inbegrepen de dag van vertrek. Wordt het verblijf beëindigd op de dag waarop deze is aangevangen, dan is over deze dag de bijdrage verschuldigd. 2. Indien de bijdrage over een gedeelte van een maand is verschuldigd, bedraagt zij het voor een maand geldende bedrag, gedeeld door dertig en vermenigvuldigd met het aantal dagen dat het verblijf heeft geduurd. Artikel 8.1.5 1. De bijdrageplichtige betaalt de ouderbijdrage binnen dertig dagen nadat de beschikking is bekend gemaakt, tenzij de beschikking een later tijdstip vermeldt. 2. Indien de ouderbijdrage geheel of gedeeltelijk niet tijdig is betaald, kan het bestuursorgaan dat met de inning is belast van een bijdrageplichtige als bedoeld in artikel 8.2.1 van de wet het verschuldigde bedrag invorderen. Onverminderd het eerste lid is titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Bijlage 2 Tarieven maatwerkvoorzieningen Overzicht gehanteerde tarieven per product
Tarieven en volume Wmo en Jeugdwet Regio Rivierenland Begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (persoonlijke verzorging)
Eenheid
H126 Persoonlijke verzorging
uur
€ 41,08
H127 Persoonlijke verzorging extra
uur
€ 44,30
H136 Persoonlijke verzorging zorg op afstand aanvullend
uur
€ 41,36
H137 Persoonlijke verzorging farmaceutische telezorg uur
uur
€ 41,36
H300 Begeleiding
uur
€ 43,50
H150 Begeleiding extra
uur
€ 44,58
H152 Begeleiding speciaal 1 (nah)
uur
€ 68,00
H153 Gespecialiseerde begeleiding (psy)
uur
€ 68,00
H301 Begeleiding zg visueel
uur
€ 80,94
H303 Begeleiding zg auditief
uur
€ 67,59
H302 Begeleiding speciaal 2 (visueel)
uur
€ 99,50
H304 Begeleiding speciaal 2 (auditief)
uur
€ 86,15
H305 Begeleiding zorg op afstand aanvullend
uur
€ 44,58
H328 Behandeling basis som, pg, vg, lg, zg
uur
€ 93,61
H329 Behandeling gedragswetenschapper
uur
€ 94,19
H330 Behandeling paramedisch
uur
€ 50,06
H325 Behandeling (j)lvg
uur
€ 94,19
Tarief
Begeleiding
Behandeling
H334 Behandeling IOG (j)lgv
uur
€ 85,49
H331 Behandeling Families First (j)lvg
uur
€ 98,35
H332 Behandeling ZG visueel
uur
€ 124,82
H333 Behandeling ZG auditief
uur
€ 112,10
dagdeel
€ 38,37
H531 Dagactiviteit basis
dagdeel
€ 29,20
H800 Dagactiviteit som. Ondersteunend
dagdeel
€ 53,99
H533 Dagactiviteit PG
dagdeel
€ 53,99
H811 Dagactiviteit (begeleiding) VG licht
dagdeel
€ 30,94
H812 Dagactiviteit (begeleiding) VG midden
dagdeel
€ 38,00
H813 Dagactiviteit (begeleiding) VG zwaar
dagdeel
€ 60,25
H814 Dagactiviteit (begeleiding) VG kind licht
dagdeel
€ 38,94
H815 Dagactiviteit (begeleiding) VG kind midden
dagdeel
€ 50,91
H816 Dagactiviteit (begeleiding) VG kind zwaar
dagdeel
€ 82,14
H820 Dagbehandeling VG kind midden
dagdeel
€ 66,73
H831 Dagactiviteit (begeleiding) LG licht
dagdeel
€ 39,50
H832 Dagactiviteit (begeleiding) LG midden
dagdeel
€ 44,68
H833 Dagactiviteit (begeleiding) LG zwaar
dagdeel
€ 47,86
H834 Dagactiviteit (begeleiding) LG kind licht
dagdeel
€ 43,68
H835 Dagactiviteit (begeleiding) LG kind midden
dagdeel
€ 52,62
H836 Dagactiviteit (begeleiding) LG kind zwaar
dagdeel
€ 65,91
Nachtverzorging H132 Nachtverzorging Dagbesteding ouderen
Dagbesteding VG
Dagbesteding LG
Dagbesteding ZG auditief H851 Dagactiviteit (begeleiding) ZG auditief licht
dagdeel
€ 40,29
H852 Dagactiviteit (begeleiding) ZG auditief midden
dagdeel
€ 49,03
H853 Dagactiviteit (begeleiding) ZG auditief zwaar
dagdeel
€ 54,90
H854 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind auditief licht
dagdeel
€ 47,70
H855 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind auditief midden
dagdeel
€ 60,19
H856 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind auditief zwaar
dagdeel
€ 76,19
H871 Dagactiviteit (begeleiding) ZG visueel licht
dagdeel
€ 30,79
H872 Dagactiviteit (begeleiding) ZG visueel midden
dagdeel
€ 35,10
H873 Dagactiviteit (begeleiding) ZG visueel zwaar
dagdeel
€ 38,33
H874 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind visueel licht
dagdeel
€ 38,21
H875 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind visueel midden
dagdeel
€ 46,26
H876 Dagactiviteit (begeleiding) ZG kind visueel zwaar
dagdeel
€ 59,62
H891 Dagactiviteit (begeleiding) LVG H997 Dagactiviteit LZA kind en jeugd
dagdeel dagdeel
€ 102,59 € 0,00
F125 Dagactiviteit (begeleiding) LZA
uur
€ 8,89
F129 Inloopfunctie GGZ
jaar
€ 3.866,43
H990 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GGZ
dag
€ 4,79
H894 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ extramuraal
dag
€ 6,59
H895 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ rolstoel extram.
dag
€ 15,93
H896 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling kind extramuraal
dag
€ 15,93
H803 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling V&V
dag
€ 5,58
Dagbesteding ZG visueel
Dagbesteding overig
Vervoer dagbesteding
VPT gehandicaptenzorg VG Jeugd V414 1 VG (excl. dagbesteding) V424 2 VG (excl. dagbesteding) V430 3 VG (excl. dagbesteding, excl. behandeling) V415 1 VG (incl. dagbesteding) V425 2 VG (incl. dagbesteding) V431 3 VG (incl. dagbesteding, excl. behandeling) V432 3 VG (excl. dagbesteding, incl. behandeling)
dag dag dag dag dag dag dag
€ € € € € € €
V433 3 VG (incl. dagbesteding, incl. behandeling)
dag
€ 174,19
VPT gehandicaptenzorg LVG Jeugd V513 1 LVG V523 2 LVG V533 3 LVG V543 4 LVG V553 5 LVG
dag dag dag dag dag
€ € € € €
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
VPT vervoer dagbesteding V902 Vervoer dagbesteding GGZ
dag
€
0,00
VPT Toeslagen V978 Toeslag woonzorg GHZ kind V979 Toeslag woonzorg GHZ jeugd V913 Toeslag dagbesteding GHZ kind - licht V914 Toeslag dagbesteding GHZ kind - middel
dag dag dagdeel dagdeel
€ € € €
0,00 0,00 0,00 0,00
Z996 Verblijfscomponent kortdurend verblijf V&V verblijf niet geindiceerd Z992 Verblijfscomponent kortdurend verblijf GGZ
dag dag
€ 51,40 € 0,00
Z993 Verblijfscomponent kortdurend verblijf GHZ: VG en LG Z994 Verblijfscomponent kortdurend verblijf GHZ: ZG
dag dag
€ 47,43 € 0,00
ZZP Toeslagen Z913 Toeslag dagbesteding GHZ kind - licht
dagdeel
€
H940 Toeslag kind dagbesteding VG licht
dagdeel
€ 29,99
Z513 1 LVG (incl. 50% NHC, incl. 100% NIC)
dag
€ 137,56
Z523 2 LVG (incl. 50% NHC, incl. 100% NIC)
dag
€ 179,98
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
ZZP Kortdurend verblijf
0,00
ZZP gehandicaptenzorg LVG Jeugd
Z533 3 LVG (incl. 50% NHC, incl. 100% NIC)
dag
€ 204,66
Z433 3VG inc BH (incl. 50% NHC, incl. 100% NIC)
dag
€ 137,56
Z911 Toeslag Multifunctioneel centrum
dagdeel
€ 29,99
Tarieven en volume J-GGZ & EED Bijzondere productgroepen Diagnostiek 007 Diagnostiek - vanaf 0 tot en met 99 minuten 008 Diagnostiek - vanaf 100 tot en met 199 minuten 009 Diagnostiek - vanaf 200 tot en met 399 minuten 162 Diagnostiek - vanaf 400 tot en met 799 minuten 307 Diagnostiek - vanaf 8000 minuten
€ € € € €
Tarief 124,86 261,07 500,57 951,12 1.725,95
Productgroepen behandeling kort 215
Behandeling kort - vanaf 0 tot en met 99 minuten
€ 121,27
216
Behandeling kort - vanaf 100 tot en met 199 minuten
€ 290,40
217
Behandeling kort - vanaf 200 tot en met 399 minuten
€ 558,40
264
Behandeling kort - vanaf 400 minuten
€ 931,64
Productgroepen langdurende of intensieve behandeling Aandachtstekort- en gedragsstoornissen 027 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 250 tot en met 799 minuten 169 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 030 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 031 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 131 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 170 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 221 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 222 Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 24000 minuten
€ € € € € € € €
1.076,07 2.000,00 3.250,00 6.587,19 13.500,00 19.500,00 32.275,74 38.882,69
Pervasiese stoornissen 033 Pervasief - vanaf 250 tot en met 799 minuten 172 Pervasief - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 223 Pervasief - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 038 Pervasief - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
€ € € €
1.029,41 2.047,18 3.250,00 6.456,16
133 173 224 225
Pervasief - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Pervasief - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Pervasief - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Pervasief - vanaf 24000 minuten
€ € € €
11.963,81 23.958,03 32.069,19 44.356,21
Overige stoornissen in de kindertijd 040 Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met 799 minuten 041 Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 042 Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 135 Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 175 Overige kindertijd - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 226 Overige kindertijd - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 227 Overige kindertijd - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.023,83 2.097,09 3.250,00 6.421,70 12.945,82 25.065,43 36.914,43
Delirium, dementie, amnestische en overige cogniteve stoornissen 228 Delirium dementie en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten 229 Delirium dementie en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 048 Delirium dementie en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 049 Delirium dementie en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 137 Delirium dementie en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 177 Delirium dementie en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 178 Delirium dementie en overig - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.066,50 2.051,62 3.699,52 6.370,34 12.440,96 23.167,27 32.843,43
Aan alcohol gebonden stoornissen 051 Alcohol - vanaf 250 tot en met 799 minuten 052 Alcohol - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 053 Alcohol - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 054 Alcohol - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 139 Alcohol - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 179 Alcohol - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 180 Alcohol - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
991,15 1.992,25 3.713,18 6.473,90 12.696,16 21.873,29 41.147,85
Aan overige middelen gebonden stoornissen 056 Overige aan een middel - vanaf 250 tot en met 799 minuten 181 Overige aan een middel - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 059 Overige aan een middel - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 060 Overige aan een middel - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 141 Overige aan een middel - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 182 Overige aan een middel - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 183 Overige aan een middel - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.006,01 1.974,25 3.648,36 6.682,50 12.522,42 21.427,44 43.157,59
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 230 Schizofrenie - vanaf 250 tot en met 799 minuten 184 Schizofrenie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 066 Schizofrenie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
€ € €
1.106,11 2.127,47 3.969,78
067 068 143 144 185 186
Schizofrenie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Schizofrenie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Schizofrenie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Schizofrenie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Schizofrenie - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten Schizofrenie - vanaf 30000 minuten
€ € € € € €
6.872,30 12.745,28 21.695,25 30.746,90 37.219,38 60.778,24
Depressieve stoornissen 231 Depressie - vanaf 250 tot en met 799 minuten 232 Depressie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 233 Depressie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 234 Depressie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 235 Depressie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 146 Depressie- vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 187 Depressie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 188 Depressie - vanaf 24000 minuten
€ € € € € € € €
1161,36 2129,05 3250,00 7046,29 13766,00 22525,15 33679,30 43751,61
Bipolaire en overige stemmingsstoornissen 189 Bipolair en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten 236 Bipolair en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 190 Bipolair en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 087 Bipolair en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 148 Bipolair en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 191 Bipolair en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 192 Bipolair en overig - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.167,53 2.205,81 3.937,04 6.949,61 12.716,06 22.293,72 36.215,47
Angststoornissen 237 Angst - vanaf 250 tot en met 799 minuten 238 Angst - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 239 Angst - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 193 Angst - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 194 Angst - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 150 Angst- vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 195 Angst - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 196 Angst - vanaf 24000 minuten
€ € € € € € € €
1.136,54 2.112,70 3.896,06 6.625,52 13.035,84 24.594,26 22.696,92 40.994,42
Restgroep diagnoses 242 Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot en met 799 minuten 203 Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 118 Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 119 Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 156 Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 204 Restgroep diagnoses - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 205 Restgroep diagnoses - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.161,61 2.063,05 3.886,36 6.743,76 14.172,81 23.507,84 38.087,29
Persoonlijkheidsstoornissen 121 Persoonlijkheid - vanaf 250 tot en met 799 minuten 206 Persoonlijkheid - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 243 Persoonlijkheid - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 207 Persoonlijkheid - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 208 Persoonlijkheid - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 158 Persoonlijkheid - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 209 Persoonlijkheid - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 244 Persoonlijkheid - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten 245 Persoonlijkheid - vanaf 30000 minuten
€ € € € € € € € €
1.088,34 2.152,96 3.953,52 6.848,10 12.937,21 21.403,89 31.137,26 43.647,75 59.160,47
Somatoforme stoornissen 246 Somatoforme - vanaf 250 tot en met 799 minuten 247 Somatoforme - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 248 Somatoforme - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 249 Somatoforme - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 250 Somatoforme - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 251 Somatoforme - vanaf 12000 minuten
€ € € € € €
1.171,75 2.332,87 4.117,58 6.534,39 12.965,29 22.463,52
Eetstoornissen 252 Eetstoornis - vanaf 250 tot en met 799 minuten 253 Eetstoornis - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 254 Eetstoornis - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 255 Eetstoornis - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 256 Eetstoornis - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 257 Eetstoornis - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 258 Eetstoornis - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
1.090,24 2.236,33 4.008,34 6.652,68 13.350,72 20.147,52 29.715,35
Overige prestaties Beschikbaarheidscomponent crisis (BCC) Elektroconvulsietherapie (ECT) Verblijf zonder overnachting (VZO) Ambulante Methadonverstrekking Onderlinge dienstverlening
€ € € € €
334,35 300,19 105,73 17,52 85,50
Dyslexiezorg (EED) Diagnostiek 007 Diagnostiek - vanaf 0 tot en met 99 minuten 008 Diagnostiek - vanaf 100 tot en met 199 minuten 009 Diagnostiek - vanaf 200 tot en met 399 minuten 162 Diagnostiek - vanaf 400 tot en met 799 minuten 163 Diagnostiek - vanaf 800 tot en met 1199 minuten 262 Diagnostiek - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten 263 Diagnostiek - vanaf 1800 minuten
€ € € € € € €
142,64 221,62 434,00 630,00 1.050,00 2.180,87 3.298,61
Overige stoornissen in de kindertijd 040 Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met799 minuten 041 Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 042 Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 135 Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 175 Overige kindertijd - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 226 Overige kindertijd - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 227 Overige kindertijd - vanaf 18000 minuten
€ € € € € € €
934,91 1.790,00 3.118,00 4.985,00 12.186,14 20.887,86 30.762,02
Bijzondere productgroepen Crisis 013 Crisis - vanaf 0 tot en met 99 minuten 014 Crisis - vanaf 100 tot en met 199 minuten 015 Crisis - vanaf 200 tot en met 399 minuten 016 Crisis - vanaf 400 tot en met 799 minuten 165 Crisis - vanaf 800 tot en met 1199 minuten 213 Crisis - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten 214 Crisis - vanaf 1800 minuten
€ € € € € € €
127,28 280,34 523,56 977,99 1.653,89 2.469,90 3.884,71
Deelprestaties verblijf GGZ (24 uurs verblijf) Deelprestatie verblijf A (Lichte verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf B (Beperkte verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf C (Matige verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf D (Gemiddelde verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf E (Intensieve verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf F (Extra intensieve verzorgingsgraad) Deelprestatie verblijf G (Zeer intensieve verzorgingsgraad)
€ € € € € € €
127,99 169,22 235,94 248,11 310,60 348,22 484,90
Bijlage 3 Maximale eigen bijdrage Wmo-voorzieningen Soort voorziening
Scootermobielen Driewiel fietsen Driewiel fietsen elektrisch aangedreven
Handbikes/aankoppelfietsen Handbikes/aankoppelfietsen aangedreven Tandems Tandems elektrisch aangedreven Tillift Traplift recht Traplift met één bocht Traplift met twee bochten Spil traplift
elektrisch
Maximale eigen bijdrage per periode € 42,31 € 16,47 Vaststellen op basis van offerte € 23,80 Vaststellen op basis van offerte € 23,68 Vaste op basis van offerte € 21,81 € 58,30 € 70,22 € 77,09 € 75,16
Maximaal te leveren eigen bijdrage (kostprijs) € 3.850,30 € 1.498,71 Nader te bepalen € 2.166,25 Nader bepalen € 2.154,60 Nader bepalen € 1.984,80 € 5.305,00 € 6.390,00 € 7.015,00 € 6.840,00
te
te