Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015
2 december 2014
1
Inhoudsopgave
Inleiding...............................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1 Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Artikel 1.4 Artikel 1.5 Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Artikel 2.4 Artikel 2.5 Artikel 2.6 Artikel 2.7 Artikel 2.8
Hoofdstuk 3
Rolstoelvoorzieningen en vervoer..............................................................4 Persoonsgebonden budget bij een rolstoel. .................................................................. 4 Sportvoorziening ............................................................................................................ 4 Hoogte persoonsgebonden budget bij vervoersvoorziening......................................... 4 Hoogte persoonsgebonden budget overige vervoersvoorzieningen ............................ 4 Training gesloten buitenwagen en scootmobiel............................................................ 4 Kostensoorten woningaanpassingen ............................................................................. 5 Persoonsgebonden budget bij een woningaanpassing. ................................................ 5 Terugvordering............................................................................................................... 5 Verhuiskosten en herinrichtingskosten ......................................................................... 5 Tijdelijke huisvesting ...................................................................................................... 6 Huurderving ................................................................................................................... 6 Niet toepassen primaat verhuizen................................................................................. 6 Bezoekbaar maken......................................................................................................... 6
Ondersteuning....................................................................................................7
Huishoudelijke ondersteuning ................................................................................................................ 7 Artikel 3.1 Keuze zorg in natura. ..................................................................................................... 7 Artikel 3.2 Persoonsgebonden budget ............................................................................................ 7 Ondersteuning zelfstandig leven............................................................................................................. 7 Artikel 3.3 Keuze zorg in natura ...................................................................................................... 7 Artikel 3.4 Persoonsgebonden budget ............................................................................................ 7 Ondersteuning maatschappelijke deelname .......................................................................................... 7 Artikel 3.5 Keuze zorg in natura ...................................................................................................... 7 Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget ............................................................................................ 7 Kortdurend Verblijf.................................................................................................................................. 7 Artikel 3.7 Keuze zorg in natura ...................................................................................................... 7 Artikel 3.8 Persoonsgebonden budget ............................................................................................ 8
Hoofdstuk 4 Artikel 4.1 Artikel 4.2 Artikel 4.3
Hoofdstuk 5 Artikel 5.1. Artikel 5.2.
Eigen bijdragen ...................................................................................................9 Hoogte eigen bijdrage.................................................................................................... 9 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen ........................................................................ 9 Geen eigen bijdrage ....................................................................................................... 9
Procedurele bepalingen............................................................................... 10 Citeertitel en inwerkingtreding.................................................................................... 10 Indexatie ...................................................................................................................... 10
2
Inleiding Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. De verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgebreid met taken vanuit de landelijke AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Daarnaast heeft het Rijk voor de uitvoering van deze taken forse bezuinigingen aangekondigd. Om de nieuwe taken met een bezuiniging te kunnen uitvoeren, volstaat het niet om de nieuwe taken in de Wmo 2007 onder te brengen. Het Rijk heeft om deze reden een nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemaakt met andere uitgangspunten. Daarbij hanteert het Rijk het adagium dat ‘de voorzieningen terecht moeten komen bij de burgers die het echt niet zelf kunnen regelen en betalen’. In de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015 zijn de uitgangspunten vanuit de nieuwe wet en de lokale kaders -zoals geformuleerd in het Beleidsplan Wmo 2015 ‘Niemand staat alleen’ en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015- vertaald naar regels voor de uitvoering van de Wmo. In het voor u liggende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015 zijn de financiële regels voor de uitvoering van de Wmo 2015 opgenomen, in aansluiting op de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015. Dit besluit betreft alleen de maatwerkvoorzieningen.
3
Hoofdstuk 1 Artikel 1.1
Rolstoelvoorzieningen en vervoer
Persoonsgebonden budget bij een rolstoel
1. De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening en, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en, indien van toepassing, WA-verzekering. 2. Er is een lijst beschikbaar van de gecontracteerde leverancier(s) met kostprijzen per type voorziening.
Artikel 1.2 1. 2.
Sportvoorziening
Sportvoorzieningen worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.776,-, welke is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud en reparatie voor een periode van drie jaar.
Artikel 1.3
Hoogte persoonsgebonden budget bij vervoersvoorziening
De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening en, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en, indien van toepassing, WAverzekering.
Artikel 1.4
Hoogte persoonsgebonden budget overige vervoersvoorzieningen
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget wordt per kalenderjaar uitgegaan van de werkelijke kosten met een maximum van: a. voor het gebruik van een bruikleenauto maximaal € 627,-; b. voor het gebruik van een taxi maximaal € 1.139,-; c. voor het gebruik van eigen auto maximaal € 1.139,-; d. voor het gebruik van rolstoeltaxi maximaal € 1.645,-.
Artikel 1.5
Training gesloten buitenwagen en scootmobiel
Wanneer blijkt dat de persoon onvoldoende in staat is aan het verkeer deel te nemen met een op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015 verstrekte gesloten buitenwagen of scootmobiel wordt een persoonsgebonden budget verstrekt als tegemoetkoming in de kosten van een training tot maximaal vijf lessen.
4
Hoofdstuk 2 Artikel 2.1 1. 2.
Woningaanpassingen
Kostensoorten woningaanpassingen
In de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015 zijn 11 kostensoorten genoemd waar rekening mee wordt gehouden bij woningaanpassingen. In bijzondere situaties kan de expertise van de woningbouwvereniging (of andere verhuurder) noodzakelijk zijn om de voorziening te realiseren. Op dat moment wordt de verhuurder ingehuurd door de gemeente Borne op basis van dan af te spreken voorwaarden.
Artikel 2.2
Persoonsgebonden budget bij een woningaanpassing
1. De maximale hoogte van een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing voor het geschikt maken van de woning van de aanvrager bedraagt 100 % van het bedrag zoals vermeld in de door de gemeente geaccepteerde offerte of van het bedrag dat vastgesteld is met behulp van een bouwkundig calculatiebureau. 2. Terstond na de voltooiing van de in dit artikel bedoelde werkzaamheden, doch uiterlijk binnen 6 maanden na het toekennen van het persoonsgebonden budget, verklaart de gerechtigde aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid conform het programma van eisen (PvE). Deze gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring, met onderliggende bewijsstukken, dat bij het treffen van de voorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder de voorziening is verleend en is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de voorziening. Artikel 2.3
Terugvordering
1. Terugvordering van een persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening vindt slechts plaats indien de kosten van de woningaanpassing minimaal € 12.000,- heeft bedragen. 2. Bij terugvordering zoals genoemd in lid 1 van dit artikel wordt de terugbetalingsverplichting aan de hand van onderstaand schema berekend. - bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 90 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 80 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 70 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het vijfde jaar na gereedmelding 60 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het zesde jaar na gereedmelding 50 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het zevende jaar na gereedmelding 40 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het achtste jaar na gereedmelding 30 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het negende jaar na gereedmelding 20 % van de meerwaarde; - bij verkoop in het tiende jaar na gereedmelding 10 % van de meerwaarde. De afschrijvingstermijn gaat in op de datum van de verkoop van de woning.
Artikel 2.4
Verhuiskosten en herinrichtingskosten
1. Verhuiskosten en herinrichtingskosten worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt. 2. Het persoonsgebonden budget voor verhuiskosten en herinrichtingskosten voor de persoon bedraagt maximaal € 3.542,-. 3. Het persoonsgebonden budget voor verhuiskosten en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 7.028,- voor de persoon die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van de persoon, de woonruimte heeft ontruimd.
5
Artikel 2.5
Tijdelijke huisvesting
1. De hoogte van een door de gemeente verstrekt persoonsgebonden budget in de kosten van tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag zoals genoemd in de Wet op de Huurtoeslag. 2. De maximale duur van het persoonsgebonden budget als tegemoetkoming in de kosten bedraagt zes maanden.
Artikel 2.6
Huurderving
1. Een persoonsgebonden budget in verband met huurderving van huurinkomsten wordt slechts verstrekt indien de derving van inkomsten een gevolg is van een verzoek van de gemeente om de woning beschikbaar te houden. 2. De hoogte van het door de gemeente verstrekte persoonsgebonden budget is gelijk aan de kale huur van de woonruimte, met een maximum van het bedrag zoals genoemd in de Wet op de Huurtoeslag. 3. De maximale duur van het persoonsgebonden budget als tegemoetkoming in de kosten bedraagt zes maanden. 4. Geen persoonsgebonden budget wordt verstrekt over de eerste maand aansluitend aan de datum waarop de gelding van de huurovereenkomst is verstreken.
Artikel 2.7
Niet toepassen primaat verhuizen
1. Het primaat verhuizen, zoals beschreven in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015, blijft buiten toepassing indien: a. de kosten van een woningaanpassing minder bedragen dan € 7.087,-; b. de kosten van een woningaanpassing van de door de persoon bewoonde woning minder bedragen dan 125 procent van de kosten van de verhuizing, noodzakelijke herinrichting en eventuele aanvullende woningaanpassingen.
Artikel 2.8
Bezoekbaar maken
Het maximumbedrag dat wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken van een woning voor een Wlzbewoner bedraagt € 1.889,-.
6
Hoofdstuk 3
Ondersteuning
Huishoudelijke ondersteuning Artikel 3.1
Keuze zorg in natura
1. De persoon kan bij de voorziening huishoudelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen verschillende aanbieders die de gemeente na een aanbesteding heeft geselecteerd.
Artikel 3.2
Persoonsgebonden budget
1. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van de huishoudelijke ondersteuning of het pluspakket huishoudelijke ondersteuning voor een formele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 90% van de kosten in natura. 2. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van de huishoudelijke ondersteuning of het pluspakket voor een informele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 85% van de kosten in natura. Ondersteuning zelfstandig leven Artikel 3.3
Keuze zorg in natura
1. De persoon kan bij de voorziening ondersteuning zelfstandig leven in natura, een keuze maken tussen verschillende aanbieders die de gemeente na een aanbesteding heeft geselecteerd.
Artikel 3.4
Persoonsgebonden budget
1. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning zelfstandig leven voor een formele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 90% van de kosten in natura. 2. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning zelfstandig leven voor een informele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 20,- per persoon per uur. Ondersteuning maatschappelijke deelname Artikel 3.5
Keuze zorg in natura
1. De persoon kan bij de voorziening ondersteuning maatschappelijke deelname in natura, een keuze maken tussen verschillende aanbieders die de gemeente na een aanbesteding heeft geselecteerd. Artikel 3.6
Persoonsgebonden budget
1. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning maatschappelijke deelname voor een formele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 90% van de kosten in natura. 2. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning maatschappelijke deelname voor een informele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 20,- per persoon per dagdeel. Kortdurend Verblijf Artikel 3.7
Keuze zorg in natura
1. De persoon kan bij de voorziening ondersteuning kortdurend verblijf in natura, een keuze maken tussen verschillende aanbieders die de gemeente na een aanbesteding heeft geselecteerd.
7
Artikel 3.8
Persoonsgebonden budget
1. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning kortdurend verblijf voor een formele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 100% van de kosten in natura. 2. Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van ondersteuning kortdurend verblijf voor een informele hulp wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 30,- per persoon per etmaal.
8
Hoofdstuk 4 Artikel 4.1
Eigen bijdragen
Hoogte eigen bijdrage
1. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 2. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dan wel het totaal van deze bijdragen is gelijk aan datgene wat in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks wordt vastgesteld.
Artikel 4.2
Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
1. Voor de onderstaande voorzieningen wordt een eigen bijdrage gevraagd, zolang de persoon hiervan gebruik maakt en waarbij de daadwerkelijke kosten niet worden overschreden: a. maatwerkvoorziening Ondersteuning Zelfstandig Leven (niveau 1,2 en 3); b. maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijk Deelname (niveau 1,2, en 3); c. vervoer behorende bij de maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijke Deelname; d. maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf; e. maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning; f. overige maatwerkvoorzieningen.
Artikel 4.3
Geen eigen bijdrage
1. In afwijking van artikel 4.2 van dit Besluit wordt geen eigen bijdrage gevraagd bij: a. rolstoelen; b. hulpmiddelen bij jeugdigen; c. vergoedingen in de kosten van onderhoud en reparatie; d. vergoedingen voor tijdelijke huisvesting en huurderving; e. pgb voor het verhuizen.
9
Hoofdstuk 5 Artikel 5.1.
Procedurele bepalingen
Citeertitel en inwerkingtreding
1. Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015". 2. Dit besluit treedt, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2007, in werking op 1-1-2015. Artikel 5.2. Indexatie De bedragen genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2015 worden jaarlijks geïndexeerd volgens Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC).
10