Voorbereiding op de Loopbaandag 2011 e
Lotte (3 jaars MWD) bekijkt het programma van de Loopbaandag nog eens. Wat moet ze nou toch kiezen? Waar wil ik eigenlijk gaan werken straks? Geen idee. In een stad? Op het platteland? Grote of een kleine organisatie. Heb ik überhaupt wat te kiezen? En wat als Mus (short voor Mustafa, haar vriend) nou na zijn studie in Leiden werk vindt? Wat voor organisatie past bij mij? Ze ziet alle kraampjes staan. De moed zakt enigszins in haar schoenen.
e
Femke(4 jaar SPH) baalde van zichzelf. Vandaag was ze op school gekomen.. Toevallig omdat ze boeken moest terugbrengen. In de hal stonden allemaal kraampjes. Ze zag ook een paar oud-klasgenoten lopen.” He Femke, kom je ook naar de Loopbaandag, riep Ayshe. Leuk kunnen we samen een workshop doen. Eens kijken wat het allemaal inhoud”, Femke keek verbaasd naar het programma dat ze in haar handen gedrukt krijgt: Workshop solliciteren, hoe maak ik een CV, Vrijwilligerswerk in het buitenland na je studie. Zij keek op en zag ook een kraam met het logo van Lindenhout waar ze stage heeft gelopen vorig jaar. Zou haar oud stagebegeleider er ook zijn? Vaag herinnerde ze zich nu een mailtje en een flyer in haar postvak over een Loopbaandag. Achteraan de rij marktkramen zag ze ook de stand van Bureau Jeugdzorg. Daar droomt ze stiekem van, een baan bij Bureau Jeugdzorg. Ze baalde. Ze had afgesproken dat ze vanmiddag zal gaan werken. Ze kon niet blijven. Ayshe vond het ook jammer.
Andrea is geboren en getogen in Duitsland. Ze heeft de deeltijd opleiding SPH gedaan. Ze geeft af en toe een gastles bij SPH over haar werk bij een Duitse Jeugdzorgorganisatie. Het laatste half jaar merkt ze dat ze haar werk bij die organisatie minder leuk gaat vinden. Ze vermoedt dat het tijd is om naar een nieuwe werkomgeving te gaan zoeken. Misschien toch eens over de grens kijken? Het is echter alweer even geleden dat ze op sollicitatiegesprek moest. Ze herinnert zich dat gesprek nog levendig. Ze was heel erg zenuwachtig geweest en had moeite gehad om zichzelf te presenteren tijdens het gesprek. Ze reed op de parkeerplaats voor het gesprek tot overmaat van ramp nog met haar auto tegen een lantaarnpaal. Ze snapt nog steeds niet zo goed dat ze haar destijds aangenomen hebben. Ze ziet er dus nogal tegenop om weer te gaan solliciteren. Hoe moet ze trouwens zorgen dat haar CV een beetje bij de tijd is?
1
e
Rick (3 jaars pedagogiek) loopt nu al voor e de 3 keer langs de blauwe hokjes waar het bordje: Speedsolliciteren hangt. Iriszorg, Bureau Jeugdzorg, Entrea, e Heldringstichting, leest hij voor de 3 keer op de bordjes. Een vrouw die in haar papieren bladert, kijkt op als ze hem langs ziet lopen. “Kom je voor het speedsolliciteren,” vraagt ze vriendelijk. Rick schrikt een beetje van de onverwachte vraag. Uh nee , zegt hij en hij draait zich om en loopt weg. “Stom denkt hij, ze leek heel aardig”. Maar hoe pak ik dat nou aan zo’n gesprekje? Geen flauw idee wat ik zal vragen. Of wat zij zullen vragen. Wat voor werk doen ze nu precies? En Wat heb ik eigenlijk voor kleren aan vandaag? Hij heeft zijn CV thuis even snel uitgedraaid op de laatste nipper. Zijn stage-ervaring heeft hij nog niet toegevoegd. Hij loopt naar de kantine voor een kop koffie.
e
Marian (4 jaars CTO) wil graag verder studeren na haar Creatieve Therapie opleiding. Ze weet nog niet welke studie ze wil gaan doen. Zeker is wel dat ze in Amsterdam wil gaan studeren. Daar woont haar vriendin. Maar hoe kies ik nu voor een studie die opnieuw bij me past en die ook aansluit bij mijn Hbo-diploma? Of zal ik misschien toch gaan werken?
e
Barend ( 4 jaars CMV) heeft wel eens gehoord dat er studenten zijn die met hun CMV opleiding een eigen bedrijfje beginnen. Hij heeft ook bij zo’n bedrijfje stage gelopen. Ze organiseerden culturele activiteiten. Doorstuderen wil hij zeker niet. “Blij dat ik van school af ben.” Misschien wil hij een half jaar vrijwilligerswerk in Indonesië gaan doen. Hij is nieuwsgierig naar het land waar zijn oma en opa zijn geboren.
Doelen: Student is zich bewust van eventuele loopbaanvragen en heeft zich georiënteerd. Student is enthousiast geworden met betrekking tot actieve deelname aan Loopbaandag Student heeft 2 actuele persoonlijke loopbaanvragen opgesteld naar aanleiding van eerder materiaal en opdrachten uit leerarrangement.(liefst smart geformuleerd) Student kan onderbouwde keuze maken voor de workshops op basis van zijn/haar analyse van loopbaanvragen Het (leer)rendement/effect van de Loopbaandag vergroten doordat student beter is voorbereid. Student weet bij welke organisaties hij/zij een speedsollicitatiegesprek wil voeren en wat hij in dat gesprek aan de orde wil stellen.
Start De voorbeelden die je hier leest zijn zeker niet uitputtend. Ze zijn qua opleiding onderling uitwisselbaar en waar deeltijd staat kan ook duale opleiding gelezen worden. Ze proberen duidelijk te maken waarom het zinvol is om voorbereid naar de Loopbaandag te komen. Bij die voorbereiding kan dit leerarrangement je helpen. Bekijk de onderwerpen eens waarop je je zou kunnen voorbereiden. De kans is groot dat je als student nog niet precies weet wat je wilt gaan doen na het behalen van je diploma. De hier verzamelde opdrachten kunnen je daarbij helpen. Ook als je een persoon bent die zich altijd grondig voorbereid en die zeer doelgericht aan de slag gaat en heb je je loopbaan al helemaal uitgestippeld. Kijk dan toch ook eens door de onderwerpen heen en bekijk of je jezelf met een opdracht kunt uitdagen. Wie weet verras je jezelf en ontdek je nog iets nieuws! De internetsites zijn eind januari 2011 nog gecheckt op relevantie en zinvolheid voor dit leerarrangement. Als je desondanks vreemde zaken tegenkomt of je hebt op of aanmerkingen of tips over het materiaal dan ben je van harte uitgenodigd om
[email protected] te mailen. Veel plezier! Janneke Lakerveld november 2009 Websites gecheckt 25 januari 2011 Met dank aan Ants Creemers en Joke van den Bogaard
Inhoudsopgave Start …………………………………………………………………………………….. Theorie/onderbouwing loopbaancompetenties ……………………… Opdracht: onderzoek naar werklocaties ………………………………. Opdracht: onderzoek naar organisatiekenmerken …………………… Opdracht: Onderzoek naar kenmerken van een baan… ………………. Opdracht: Er was eens een nachtmerrie baan ……………………….. Opdracht: PopperdePOP weer een kernkwaliteit ……………………. Opdracht: Hoe een koe een haas vangt. (Netwerken) ……………….. Opdracht: Eens mens is nooit te oud om te leren (Doorstuderen)……. Ter inspiratie ……………………………………………………………… Literatuurlijst ………………………………………………………………………..
2
blz. 2 blz. 3 blz. 4 blz. 5 blz. 6 blz. 9 blz. 10 blz. 12 blz. 15 blz. 17 blz . 18
Theorie: Loopbaancompetenties Kuijpers onderscheidt in haar boek Loopbaanleren en –begeleiden in het hbo (2009) vijf loopbaancompetenties. Ze doet dit op basis van onderzoek onder werkenden. De vijf competenties zijn: 1. Capaciteitenreflectie (de beschouwing van capaciteiten die belangrijk zijn voor de loopbaan) 2. Motievenreflectie (de beschouwing van de wensen en waarden de van belang zijn voor de eigen loopbaan) 3. Werkexploratie (het onderzoeken van werkmogelijkheden en de arbeidsmarkt) 4. Loopbaansturing (het maken van weloverwogen keuzes en het ondernemen van acties om werk en leren aan te laten sluiten bij de eigen kwaliteiten en motieven en uitdagingen in werk) 5. Netwerken (het opbouwen en onderhouden van contacten gericht op loopbaanontwikkeling) Geef jezelf voor elke loopbaancompetentie een score: Goed, voldoende, matig of slecht. Deze score kun je gebruiken bij het kiezen van de opdrachten.
Inleiding onderzoek naar potentiële banen Naar: Grit, ( 2007) Straks heb je de opleiding met succes afgesloten. Je gaat op zoek naar werk. Om je heen heeft iedereen het over economische crisis. Je solliciteert dus op iedere vacature die maar enigszins aansluit bij je opleiding. Je wordt al snel uitgenodigd en tot je grote vreugde krijg je de baan! Je gaat vol goede moed van start, maar na verloop van tijd heb je steeds minder plezier in je werk. Je hebt niet de juiste keuze gemaakt. Vervelend voor jou en voor de werkgever. Jij moet opnieuw op zoek en de werkgever ook. Als je eerder duidelijk had gehad wat je eisen en wensen zijn, was je waarschijnlijk niet bij die organisatie gaan werken. Aan eisen moet je werk beslist voldoen. Wensen zijn zaken die je graag ziet in je werk. Door de volgende opdrachten te maken krijg je voor jezelf helder welke factoren in het algemeen en voor jou belangrijk zijn bij het maken van loopbaankeuzes. Stil staan bij deze factoren is op elk moment is je loopbaan zinvol. (bijna afgestudeerd, net of al jaren afgestudeerd)
3
Opdracht onderzoek naar werklocaties: Of je ’s morgens zingend naar je werk gaat of met lood in je schoenen heeft zowel te maken met privéomstandigheden als met je functie. Ook de locatie waar je werkt is van invloed op je werkplezier. Neem de onderstaande woon-werklokaties over op papier. In de eerste rij schrijf je voor elke locatie drie redenen waarom deze een positieve invloed hebben op een werksituatie. Daarnaast schrijf je per locatie drie redenen waarom deze een negatieve invloed kan hebben op een werksituatie. Bijvoorbeeld als je op het platteland werkt en woont zijn de huizen prijzen waarschijnlijk lager, nadeel is dat je verder moet rijden als je naar de film wilt. De werklocaties zijn: 1. In een stad 2. Op het platteland 3. In een dorp 4. In het buitenland Vraag ook aan anderen in je omgeving wat zij van de argumenten vinden.
4
Opdracht Onderzoek naar organisatie kenmerken De een voelt zich bijvoorbeeld prettig in een grote organisatie waar hij de kans krijgt zich te specialiseren of om promotie te maken. Terwijl de ander zich thuis voelt in een kleine instelling waar je veel verschillende taken kunt uit voeren.
Organisatiekenmerk
aantrekkelijk want.
minder aantrekkelijk want..
Is belangrijk omdat…
Is niet belangrijk omdat…
Werken bij en kleine organisatie < 20 werknemers
Werken bij een middelgrote organisatie 25-100 werknemers
Werken bij een groot bedrijf >100 werknemers
Werken bij een commerciële organisatie (profit)
Werken bij een niet commerciële organisatie (non-profit)
Werken bij een organisatie waar men projectmatig werkt
Prettige bedrijfscultuur
Motiverend management
Aansprekende producten en diensten
Laat de resultaten van deze opdracht aan anderen in je omgeving lezen en vraag een aanvulling.
5
Opdracht Onderzoek naar de kenmerken van een baan
De een wil graag een baan waar je veel geld verdient en neemt de lange werkdagen en het vele overwerk voor lief. Voor de ander is veel vrije tijd belangrijk om bijvoorbeeld te kunnen oefenen en optreden met een jazzband, een roman te kunnen schrijven, veel te kunnen sporten en simpelweg om meer tijd met dierbaren te kunnen doorbrengen. De ene mens werkt heel graag zelfstandig en deelt zijn eigen werk in terwijl een ander zweert bij teamwerk en geen moeite heeft met een taak-en werkrooster. De een is op zijn plek bij een commerciële ARBOdienst en draagt met plezier een overhemd, stropdas en colbert en de ander werkt liever bij een ideële organisatie en gaat in T-shirt en spijkerbroek naar zijn werk. Trouwens, de kans is groot dat de kenmerkenlijst tijdens je leven enigszins verandert, net als jezelf. Geef in onderstaande tabel aan voor elk kenmerk waarom het wel of niet belangrijk voor je is. Je kunt ook zelf een aantal kenmerken aanvullen
Kenmerken van een baan Zelfstandigheid
Uitdagende functie
Afwisselend werk
6
Belangrijk want………………….
Niet belangrijk want…………………….
In een team werken
Goed salaris
Goede secundaire arbeidsvoorwaarden (auto van de zaak etc.)
Scholingsmogelijkheden
Flexibele werktijden
Reizen kunnen maken voor werk
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, engagement
Economische zekerheid
7
Wat nu? De uitkomst van deze 3 opdrachten levert je een aantal kenmerken op die je kunt gebruiken om organisaties die op de loopbaanmarkt staan te bevragen. Schrijf de kenmerken op een klein kaartje dat je meeneemt die dag. Check een week van tevoren via de website www.han.nl/loopbaandagiss welke organisaties meedoen aan het speedsolliciteren en aan de markt. Bestudeer vervolgens hun websites en leg je lijstje ernaast. Als er een organisatie bij is die aan je kenmerken voldoet bereid je je grondig voor op een speedsollicitatiegesprek. Print je CV en besluit op welke wijze je jezelf wilt presenteren. Oefen met iemand in je omgeving een kort en bondig sollicitatiegesprek. Als je je verder wilt voorbereiden is er op www.leren.nl/cursus/solliciteren goed materiaal te vinden dat je helpt om je voor te bereiden. Naast het speedsolliciteren kun je ook bij de kramen materiaal verzamelen van organisaties die bij jouw kenmerken passen. Je bent dan aan het werken aan de loopbaancompetenties Motievenreflectie en werkexploratie.
8
Opdracht Er was eens een Nachtmerriebaan….Er is …….een droombaan In sprookjes wordt uitgebreid gebruik gemaakt van symboliek en duidelijke beelden. Als creatieve oefening om dit onderdeel af te sluiten kun je deze opdracht gebruiken. Schrijf in minimaal 1 A4 een gruwelijk en hartverscheurend sprookje over jezelf. Je hebt op magische wijze een nachtmerriebaan met nachtmerrieleven gekregen. Verwerk in het sprookje minstens 2 van de volgende onderdelen: Chagrijnige draak Een vijandige omgeving Een ad rem konijn Een pratende koe Boze stiefmoeder Een wolf Een overspannen (next)topmodel Doe je best om zowel de omgeving, het gedrag, de gevoelens en de vaardigheden die nodig zijn in deze nachtmerriebaan een plek te geven. Laat het verhaal lezen aan iemand in je omgeving. Of mail naar
[email protected] Vraag welke stukken uit je nachtmerrieleven en werk hen verrassen en wat ze tussen de regels door lezen. Ben je echt op dreef, beschrijf dan nog in minimaal 1 A4 je droomleven De betovering is verbroken en je droom is uitgekomen. Werp een schaamteloos optimistische blik in je toekomst en beschrijf als een sprookje hoe je toekomst eruit ziet. Schrijf je verhaal nu in de tegenwoordige tijd. Vraag je af of er een prins of prinses thuishoort in je verhaal. Beschrijf niet alleen de gaven die je hebt maar ook hoe je je voelt bij wat je doet. Woon je in een groot en luxe kasteel of in een peperkoekhuisje? Welke onderdelen horen in al hun glorie beslist thuis in je sprookjesleven en droomwerk? Laat dit stuk ook weer lezen aan mensen in je omgeving en luister goed naar hun reacties. Of mail naar
[email protected] Ben je een Loopbaandagbezoeker met interesse voor creativiteit, volg dan de workshop van Roy Smolenaars en hoor hoe zijn wens werkelijkheid werd.
9
Opdracht: POPperdePOP, weer een kernkwaliteit! “Ze gaat dezelfde kant uit als haar vader.” “Een onderwijzer in de dop.” “Hij is geknipt voor het onderwijs”. “Ons Marieke is zo behulpzaam, een echte hulpverleenster, net als haar moeder” Als kind hoor je dit soort opmerkingen waarschijnlijk van je familie of verzorgers. Op rapporten op de basisschool en middelbare school wordt er soms ook naar verwezen.”Bart is behulpzaam en komt op voor de kinderen die gepest worden in de klas”. Er wordt verwezen naar bepaalde kenmerken/kwaliteiten die onlosmakelijk bij jou horen. Op de opleiding die je bijna hebt afgerond heb je jezelf nog beter leren kennen en heb je je verder ontwikkeld. Vooral als beroepsbeoefenaar ben je gegroeid. e
e
e
Zoek in je computer en papieren naar de POP’s van het 2 , 3 en 4 jaar. Lees wat je kunt vinden, nog eens door. Of als je inmiddels al werkt pak je sollicitatiebrief er nog eens bij en een POP dat je wellicht al op je werk hebt gemaakt. Je kunt natuurlijk ook een boek lenen uit de bibliotheek over het schrijven van een POP (zie ook de literatuurlijst bij dit leerarrangement) of kijk op www.leren.nl/cursus Je kunt daar bij leren en studeren tips en voorbeelden vinden over het Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Noteer in een schrift: 1. Wat waren je vier belangrijkste leerdoelen door de jaren heen? 2. Zijn ze geheel behaald? 3. Wat zou je mee willen nemen voor de periode na je opleiding of voor je verdere loopbaan? Strenght, Weakness Opportunity and Threat Een persoonlijke SWOT-analyse kan je nog verder helpen als je van mening bent dat je POP nog te weinig informatie geeft. Met de volgende link krijg je aanwijzingen voor je maken van een persoonlijke SWOTanalyse. Er worden ook voorbeelden gegeven. http://www.carrieretijger.nl/carriere/zelfonderzoek/persoonlijke-swot-analyse 4. Noteer deze uitkomsten ook in schrift of computer.
De bruikbaarheid van kernkwaliteiten
Elk nadeel heb zijn voordeel” Johan Cruyff
In het studiecentrum van de opleiding liggen een heel aantal (kernkwaliteiten)spellen. Het “Kwaliteitenspel”van Peter Gerrickens is er één van. Als je tijdens je opleiding niet mee in aanraking gekomen bent met kernkwadranten, lees dan met behulp van onderstaande link meer over dit onderwerp. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/persoonlijkheidsmodellen/kernkwaliteiten De link kun je ook gebruiken als je al afgestudeerd bent en je verder wilt verdiepen in je eigen kernkwaliteiten
10
Leen vervolgens een spel uit het studiecentrum en nodig 4 anderen uit om het spel met je te spelen. Er zijn verschillende spelvarianten mogelijk. De eerste variant die in het bijgevoegde boekje staat, past het beste bij deze opdracht. De opdracht heet “feedback kwaliteiten”. Noteer de uitkomsten zorgvuldig in een schrift of computer.
5. Noteer 3- 5 kernkwaliteiten van jezelf. Leg de uitkomsten eventueel ook naast de SWOT-analyse en je POP. 6. Merk op waar de verschillen en overeenkomsten zitten. Leg deze uitkomsten voor aan 3 personen die jou en je loop/studiebaan goed kennen. Wat herkennen zij, wat niet. Wat kunnen ze eventueel nog aanvullen of adviseren? Je bent nu bezig geweest met de loopbaancompetentie Capaciteitenreflectie en Loopbaansturing.
11
Opdracht: Netwerken!!!!
Hoe een koe een haas vangt
Netwerken dat klinkt misschien als iets dat snelle reclamemensen doen of golfspelende ondernemers. De kans is echter groot dat je zelf ook regelmatig netwerkt. Hoe ben je aan je bijbaan gekomen die je tijdens je opleiding hebt gedaan? Via een vriendin? Werkte je broer er al? Of een huisgenoot of een vriend van een huisgenoot? Heb je zelf een medestudent getipt toen een collega wegging? Of kende je de bedrijfsleider van het bedrijf via de Volleybal- of carnavalsvereniging? Hoe ben je aan je afstudeerproject voor Onderzoek en Innovatie gekomen? Via je derdejaars stageplaats? Ook het vinden van een kamer/woonruimte gaat vaak via via. Je weet dus niet via welke wegen je uiteindelijk aan passend werk zult komen Uit klassiek onderzoek (Granovetter,1974) blijkt dat 56% van de mensen hun baan had gevonden door te netwerken. 18.8 % had via officiële vacatures werk gevonden en ongeveer een even groot gedeelte had via een open sollicitatie een baan gevonden (cijfers www.carrieretijger.nl) Netwerken is het leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je verdere loopbaan en je privéleven. Dat netwerk werkt twee kanten uit zoals de voorbeelden laten zien. Jij helpt zelf ook mensen in je netwerk aan informatie en nieuwe contacten of je tipt iemand over die ene baan die heel goed lijkt te passen. Het doel van netwerken is het delen van kennis, informatie en contacten. In principe is iedereen die je kent en die je gekend hebt EN die een positieve indruk van jou heeft, je netwerk. Hoe groot is je netwerk? Breng je eigen netwerk in kaart: Open het adresboek van je telefoon en noteer de namen van die personen die voor een (professioneel) netwerk mogelijk interessant zouden kunnen zijn. Denk er ook aan dat je via die personen weer met andere mensen/netwerken in contact zou kunnen komen. De medestudenten die op enig moment in je opleiding bij je in de klas hebben gezeten behoren ook tot je netwerk. Denk daarbij ook aan studenten van andere opleidingen en wellicht andere Hogescholen waarmee je hebt samengewerkt in de Minor. Noteer hun namen en adressen. De collega’s en medestudenten op de praktijkplaatsen van de afgelopen 4 studiejaren kun je ook tot je netwerk rekenen. Bewaar dus excel-bestanden of medewerkerlijsten zorgvuldig. Via die stageplaatsen heb je vaak kennis gemaakt met andere instellingen en organisaties. Ben je op werkbezoek geweest bij een TBS-kliniek waar jouw praktijkorganisatie veel mee samenwerkt? Of heeft het culturele bureau waar je stage liep samen met een cultureel werkorganisatie een buurtproject georganiseerd? Of misschien heb je tijdens je werk of stage gergeld dat Iriszorg (een organisatie voor verslavingszorg) voorlichting kwam geven op de leefgroep met verstandelijk beperkte jongeren. Kijk ook je agenda erop na.
12
“Van je familie moet je het hebben”. Maak ook een overzicht van je familieleden en hun werkkringen. Vergeet tantes, ooms, neven en nichten niet. Kijk ook om je heen. Maak een overzicht van huisgenoten in je studentenhuis en de buren in je woonplaats van herkomst. Bestudeer je OUTLOOK contactpersonenlijst. Welke personen staan nog niet op je netwerklijst. Blader door je telefoonboek/agenda welke personen ook nog tot je netwerk behoren. Check ook je digitale netwerken als Hyves, Facebook etc. Tenslotte verzamel je alle los rondslingerende ledenlijsten van leesclubjes, voetbalvereniging, tennisclub, theater-improvisatiecursus, groepstherapie,musicalkoor, beeldhouwcursus, hardloopgroep, grimeercursus, jongerencentrumbardiensten, Winteranimatiereis, meditatieworkshop etc.
NB: Wat digitale openbare netwerken betreft: Als je gaat solliciteren en netwerken wees je dan goed bewust van de informatie die je op openbare netwerken( Hyves, Facebook etc) hebt staan. Jouw stapfoto’s en de reacties van vriendinnen op wat je het weekend hebt gedaan, zijn waarschijnlijk niet illustratief voor het beeld dat je een eventuele werkgever of netwerklid wilt geven van jezelf. Denk ook dat relatief onschuldige informatie zich tegen je kan keren. Een collega vertelde dat een studente naar aanleiding van haar stage op haar HYVESpagina had geschreven dat ze het werken met heel jonge kinderen (groep 1 en 2) niet zo leuk had gevonden. Ze solliciteerde desondanks op een basisschool als leerkracht voor groep 2. Ze werd op basis van haar brief uitgenodigd voor een gesprek. De ouders uit de sollicitatiecommissie hadden ter voorbereiding op het gesprek haar naam gegoogled en de informatie op haar HYVESpagina ook gelezen. Je kunt je voorstellen dat het sollicitatiegesprek moeizaam verliep en dat de studente de baan niet heeft gekregen.
Meer netwerk Op de site www.carrieretijger.nl/carriere/solliciteren/banenjacht staan onder andere het volgende. “Netwerken kun je leren en netwerken moet je vooral doen. Om via je netwerk aan een baan te komen moet je een aantal dingen doen: Je netwerk uitbreiden en onderhouden. Informatiegesprekken voeren. Kruiwagens inzetten. Netwerk uitbreiden en onderhouden Iedereen kent al heel wat mensen, maar de kunst is nog veel méér mensen te leren kennen. De volgende cijfers uit een onderzoek van de Amerikaanse socioloog Mark Granovetter zijn niet mis te verstaan. Van de mensen die via hun netwerk een baan hebben gevonden: ontmoette 16,7% de betreffende contactpersoon vaak (zoals bij een goede vriend) ontmoette 55,6% deze persoon nu en dan zag 28% hem of haar zelden. Met andere woorden, mensen vinden niet zozeer werk via goede vrienden, maar vooral via verre kennissen. Volgens Granovetter komt dat doordat je vrienden in dezelfde wereld vertoeven als jij. Wat zij weten, weet jij al. Maar verre kennissen introduceren je in nieuwe werelden. Hij noemt dit 'de kracht van zwakke banden'.
13
Bij het netwerken voor een baan heb je dus meer aan de vaardigheid gemakkelijk veel oppervlakkige contacten aan te gaan, dan aan de vaardigheid hechte relaties te ontwikkelen. Doe dus iets met dit gegeven. Ga niet alleen naar gezellige feestjes waar je iedereen al kent, maar ga liever naar een kerstborrel van de werkgever waar je twee weken bent ingevallen. Of trek de stoute schoenen aan en nodig jezelf uit bij een party van een vriend-van-een-vriend die je een interessante vent vindt. Hij heeft een goeie baan als economisch adviseur voor microkredietinstellingen. En jij wilt zo graag een baan in Afrika... Toegegeven, voor dit soort stappen is soms wat durf nodig.” Op dezelfde site kun je via deze link nog verder lezen over nuttige tips http://www.carrieretijger.nl/functioneren/samenwerken/sociale-vaardigheden/netwerken Deze 10 tips voor netwerken van de site zijn zeker de moeite waard. “Tien tips voor het goed gebruiken van je netwerk 1. Netwerk het liefst met mensen waar je het goed mee kunt vinden. Dat zorgt er ook voor dat je elkaar begrijpt in wat je nodig hebt. Bovendien is een goede netwerkrelatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Wees dan ook open en oprecht in je interesse in anderen: anderen prikken er meteen doorheen als je een praatje komt maken met een verborgen agenda. 2. Verzamel visitekaartjes en berg ze gesystematiseerd op. Schrijf bij het kaartje waar je diegene hebt ontmoet, en wat jullie eventueel voor elkaar kunnen betekenen. 3. Als je weet wat je wilt en daar met anderen over praat, komen informatie en contacten van je netwerkpartner vaak als vanzelf naar boven. 4. Houd er ook tijdens een gesprek op jouw verzoek rekening mee dat netwerken altijd wederzijds is. Netwerken begint vaak met het meedenken met een ander, oftewel: je begint meestal met geven voordat je gaat nemen. 5. Zorg ervoor dat je een goede naam hebt en houdt. Verwijs bijvoorbeeld geen mensen door naar jouw contacten als je twijfelt aan hun motieven. 6. Denk bij netwerken ook aan de lange termijn. Misschien kun je nu nog niets met een contact, over een half jaar blijk je ineens een vraag te hebben waar dit contact je mee kan helpen. 7. Bedank mensen die iets voor je hebben gedaan de volgende dag nog even met een mailtje, en vertel wat je eraan gehad hebt. 8. Krijg je een uitnodiging waarop je niet kunt ingaan, laat dat even weten. Zo houd je je contacten warm. 9. Waardeer het als je van iemand een tip krijgt, ook al kun je er zelf niets mee. Misschien kun je een ander er blij mee maken. Vertel dat ook aan de tipgever. "Het sloot niet aan bij mijn ervaring, maar ik denk dat een vriendin daarvoor uitermate geschikt zou zijn. Is het goed als ik dit aan haar doorgeef?" 10. Ben je met iemand op goede voet, stuur een kaartje met verjaardagen en laat ook eens iets van je horen als je hem of haar niet nodig hebt.”
Je hebt nu een goed beeld van je eigen netwerk en van de kracht van netwerken. Stel jezelf een smartdoel voor de Loopbaandag op 28 januari 2010. Denk bijvoorbeeld aan: Na de Loopbaandag heb ik 3 netwerkgesprekjes gevoerd en kan ik 3 potentieel waardevolle contacten aan mijn netwerk toevoegen. En om de wederkerigheid te stimuleren heb ik zelf 3 tips gegeven naar aanleiding van de Loopbaandag aan mensen uit mijn eigen netwerk. Is door deze informatie je interesse nog verder gewekt en wil je meer weten over netwerken, schrijf je dan op de Loopbaandag in voor de workshop netwerken. Je bent dan bezig met de loopbaancompetentie Netwerken
14
Opdracht Doorstuderen!!!! Een mens is nooit te oud om te leren
Mogelijk ben je nog lang niet van plan te gaan werken in het beroepenveld waar je nu (bijna) voor bent opgeleid. Je hebt de smaak te pakken van het studeren. Je vindt de economische situatie te onzeker en kiest ervoor je ‘startkapitaal’ nog verder op te waarderen. Misschien wil je nog steeds de sociale richting uit, bijvoorbeeld Psychologie studeren of Orthopedagogiek, Sociologie of Culturele Antropologie. Wellicht ben je door het werken met mensen geïnteresseerd geraakt in zingevingsvragen en ben je benieuwd of je daar bij Religiestudies antwoorden op vindt. Welke mogelijkheden zijn er allemaal? Wat is de ervaring van studenten die de overstap maakten?
Tips
Op de site www.studiekeuze123.nl kun je een aantal zoekcritera ingeven. Via de site komen er een aantal mogelijke opleidingen en universiteiten en masteropleidingen uitrollen. De meest universiteiten hebben op hun site informatie over de overstap van het HBO naar de universiteit. Op de loopbaanmarkt zullen een aantal vervolgopleidingen met een stand aanwezig zijn. Check de website www.han.nl/loopbaandagiss van tevoren op de precieze deelnemers.
De Universiteit van Groningen zet op haar website de algemene verschillen tussen het HBO en de Universiteit op een rijtje
HBO
Universiteit
Doelen Meer praktisch
Meer theoretisch
Meer concreet
Meer abstract
Toepassing van theorieën en modellen
Verder ontwikkelen van theorieën en modellen
Ontwerpen en ontwikkelen
Onderzoeken en ontwerpen
Onderwijs staat voorop
Onderwijs naast onderzoek
Onderwijsorganisatie Werkvormen zijn kleinschalig
Mix van groot- en kleinschalige werkvormen
Persoonlijker, intensieve contacten
Formelere contacten tussen studenten en docenten
15
tussen studenten en docenten Veel contacturen en relatief minder zelfstudie
Relatief minder contacturen en veel zelfstudie
Studenten Studievaardigheden zijn vereist, maar daarin wordt meer begeleid en aangestuurd
Grote mate van zelfstandigheid vereist (incl. plannen)
Leerstof in een minder hoog tempo
Veel leerstof in een hoog tempo
Beroepskwalificatie Gericht op oplossingen
Gericht op probleemanalyse
De HBO-raad houdt door middel van enquêtes bij waar studenten terecht komen. Deze zaken worden in de HBO-monitor gepubliceerd. De meest recente monitor is die van 2007. Afgestudeerden vonden in 2007 vaker werk dan het jaar ervoor (werkloosheid 3,1%, vorige meting 4,1%). “Ook de aansluiting op de arbeidsmarkt is verbeterd: 85% (vorige meting 82%) van de betaald werkende afgestudeerden oefent een functie op hbo-niveau uit. En 84% (vorige meting 82%) van de afgestudeerden zegt een baan gevonden te hebben die aansluit bij de opleiding. HBO monitor 2007.”. (blz. 42) Verdere professionalisering “Na het behalen van het hbo-diploma kunnen afgestudeerden hun competenties door middel van regulier vervolgonderwijs blijven vergroten. Regulier vervolgonderwijs volgen kan al dan niet in combinatie met andere bezigheden plaatsvinden, bijvoorbeeld met betaald werk. Uit onderzoek blijkt dat 33% (vorige meting 28%) van alle hbo’ers na het afstuderen heeft deelgenomen aan verder onderwijs. Voor de sector Hoger Sociaal Agogische Onderijs (HSAO) waar het Instituut Social Studies onder valt, geldt dat 29 % van alle Hboafgestudeerden vervolg onderwijs volgt. Afgestudeerden van voltijdse opleidingen volgen gemiddeld vaker verder onderwijs dan afgestudeerden van duale opleidingen en deeltijd opleidingen. Het merendeel van de verder studerende hbo’ers kiest voor een universitaire vervolgopleiding 68%; (vorige meting eveneens 68%). Binnen het voltijd-hbo in de sector HSAO kiest 74% van de afgestudeerden voor vervolgopleidingen in het universitair onderwijs.” (zie blz. 42)
Meer tips:
16
De verschillend studierichtingen hebben ook open dagen. Bezoek deze eventueel als je interesse hebt in de betreffende studierichting Er zijn allerlei Forums/fora op internet waar je zonder kosten loopbaanvragen kunt achterlaten bv de al vaker genoemde site www.carrieretijger.nl. De reacties kunnen van professionals zijn of van ervaringsdeskundigen. Weeg zelf de zwaarte en zinvolheid van het advies af.
Ter inspiratie:
Our deepest fear is not that we are inadequate. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. It is our Light, not our Darkness, that most frightens us. We ask ourselves, who am I to be brilliant, gorgeous, talented, fabulous? Actually, who are you not to be? Your playing small does not serve the world. There is nothing enlightened about shrinking so that others won’t feel insecure around you. We are born to make manifest the glory that is within us. It is not just some of us, it is everyone. And as we let our light shine, we unconsciously give other people permission to do the same. As we are liberated from our fear our presence automatically liberates others.
Nelson Mandela 1994. Inaugurale rede
17
Geraadpleegde Literatuur: Grit, Roel ( 2007) Competentiemanagement. Persoonlijk ontwikkelplan. Groningen: Wolters Noordhoff Kuijpers, M & Meijers F. (2009). Loopbaanleren en –begeleiden in het HBO. Den Haag: Platform Betá Techniek Verhoef, A. (2005). Creatieve loopbaanplanning. Soest: Nelissen Geraadpleegde websites www.carrieretijger.nl zoekdatum 25 januari 2011 www.leren.nl zoekdatum 25 januari 2011 www.studiekeuze123.nl zoekdatum 25 januari 2011 www.han.nl zoekdatum 25 januari 2011 vooral SLB-toolkit www.rug.nl zoekdatum 25 januari 2011 www.hbo-raad.nl zoekdatum 25 januari 2011 Aanbevolen literatuur: Arets, J. & Heijnen, V. (2006). Loopbaanversnellers. Voor iedereen die vooruit wil. Den Haag: Academic service Delahaye, Aukje. & Pool, Marianne. van der (2007).De carrièrecoach. Utrecht: Spectrum Toolkit SLB han-insite zoekdatum 25 januari 2011
18