Introductielessen Primair Onderwijs
Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen:
1.1- Introductieles 1: ‘Schetsen voor het schoolplein’ Doelen: De leerlingen worden met kunst geconfronteerd De leerlingen ontdekken dat kunst niet altijd in een museum staat De leerlingen worden voorbereid op hun bezoek aan Park Sonsbeek Tijd: Geschatte totaaltijd: 90 minuten Voorbereidend gesprek: 30 minuten Opdracht: 60 minuten Klassikaal/Individueel: Inleiding: klassikaal Kern: klassikaal Afsluiting: klassikaal Materiaal: Klei en/of kosteloos materiaal Internet Schetspapier en tekenmateriaal Voorbereiding: Kopieer de opdrachtkaart (bijlage no. 1), zodat elke leerling een exemplaar in zijn bezit heeft. Deel deze opdrachtkaart pas de dag na het voorbereidend gesprek uit.
NB: Bij onderstaande vragen kunt u gebruik maken van het digitale platform voor leerlingen van Sonsbeek 2008. Bij aanmelding ontvangt u de inloggegevens. De website is vanaf eind april te gebruiken. Meer info H7.
Vraag: (platte en ruimtelijke kunst) Wie heeft er wel eens een kunstwerk gezien? Wat vond je daarvan? Wat is eigenlijk ‘kunst’? Wie kent er voorbeelden? Er bestaan niet alleen schilderijen, wie kent er voorbeelden van andere kunstwerken dan schilderijen? Vraag: (kunst binnen en buiten) Waar kan je kunst vinden / waar kan je het zien? Kan kunst ook buiten staan? Bespreek met de kinderen kunst die buiten staat. Denk bijvoorbeeld aan kunstwerken in de stad of langs de snelweg, pleinen, rotondes, parken en tuinen. Vraag: (kunst in Park Sonsbeek) Kennen jullie Park Sonsbeek? Zijn jullie er wel eens geweest? Hebben jullie er wel eens kunstwerken gezien? Is Park Sonsbeek een geschikte plek om kunstwerken te laten zien? En waarom?
Je kan via ‘google earth’ Park Sonsbeek opzoeken om het van bovenaf te bekijken. Opdrachtomschrijving: De kunstenaars die meedoen aan de tentoonstelling in Park Sonsbeek hebben van te voren een plek in het park uitgekozen waarvan ze dachten dat hun kunstwerk daar het mooiste zou staan. Ga zelf eens op en om je schoolplein kijken naar een plek waar jij iets neer zou willen zetten. Iets waarmee je het schoolplein mooier / interessanter / leuker maakt. Leg ook uit waarom je voor deze plek kiest. Maak een schets van een kunstwerk voor op het schoolplein en gebruik hiervoor de opdrachtkaart uit de bijlage (no. 1) Dit wordt een ontwerp voor een ‘kunstwerk’ dat buiten staat.
Gerda Steiner & Jörg Lenzlinger, Falling Garden, Venice, 2003
Stap 1: Laat de leerlingen zelf een object verzinnen dat bij de plaats naar keuze past. Leg uit dat kunstenaars eerst schetsen maken op papier voordat het echte kunstwerk gemaakt wordt. De leerlingen gaan ook ‘schetsen’ maken. Laat de leerlingen in de tekening aantonen waar het beeld komt op het schoolplein. Stap 2: De leerlingen maken naar aanleiding van hun schets een ruimtelijk model (een kleine versie van het beeld dat ze hebben bedacht). Laat de leerlingen goed nadenken over wat voor een materialen ze willen gebruiken en waarom. Denk aan klei en ijzerdraad, hout, karton, afvalmateriaal, etc.
1.2- Introductieles 2: ‘Beelden uit je huis’ Doelen: De leerlingen ontdekken en bespreken kunst in de eigen leefwereld. De leerlingen denken na over wat waardevol voor hen is en waarom. Tijd: Geschatte totaaltijd: 100 minuten Inleiding: 20 minuten, 1 dag voorafgaand aan de les Kern: 40 minuten Afsluiting: 40 minuten Klassikaal/individueel: Inleiding: klassikaal Kern: groepjes Afsluiting: klassikaal Materiaal: Tekenmateriaal Fine-liners Voorwerpen van thuis
Voorbereiding, 1 dag voorafgaand aan de rest van de les Voorbereidend gesprek met de leerlingen: Soms heb je thuis iets staan dat heel bijzonder is en misschien wel doet denken aan een kunstwerk. Dat kunnen dingen zijn waar je heel erg aan gehecht bent of waar je bijzondere herinneringen aan hebt. Het kan iets zijn dat je ooit van iemand hebt gekregen of wat uit een ander land komt. Heb jij thuis ook iets staan dat heel belangrijk of waardevol voor je is? Praat er eens samen over wat dat allemaal zou kunnen zijn. Kun je dat mee naar school nemen? En kun je er een foto van maken? De volgende dag gaan jullie samen kijken naar wat er allemaal is meegebracht. Voorbereiding door de docent voor de volgende dag: Kopieer de opdrachtkaart die hoort bij deze les (bijlage no. 2), zodat iedereen een exemplaar in zijn bezit heeft. Opdrachtomschrijving: Onderzoek in een groepje één van de meegebrachte voorwerpen van thuis. Maak groepjes van vier en bespreek met elkaar omstebeurt waarom je dat voorwerp hebt meegebracht en waarom het zo speciaal voor je is. Gebruik hierbij de opdrachtkaart ‘beelden uit je huis’ uit bijlage no 2. Nadat jullie de voorwerpen hebben besproken, kies je er één uit om na te tekenen. Loop er eens omheen en kijk er van verschillende kanten tegenaan. Kies de kant die jij het mooiste vindt en maak van die kant een schets. Voor het schetsen van de voorwerpen is het handig om fine-liners te gebruiken. Zo kan er gedetailleerd gewerkt worden. Afsluiting De groepjes gaan een presentatie maken van alle resultaten en tonen indien mogelijk het voorwerp dat ze geschetst hebben.
JeanMichel Othoniel, L’Unicorne, 2003
NB: resultaten van de opdrachten (tekeningen / verhalen) kunt u op het digitale platform voor leerlingen van Sonsbeek 2008 zetten. Meer info H7.
1.3 - Introductieles 3: ‘Toekomstportret’ Doelen: De leerlingen maken kennis met Sonsbeek 2008 en het thema Grandeur. Tijd: Geschatte totaaltijd: 80 minuten Inleiding: 20 minuten Kern: 40 minuten Afsluiting: 20 minuten Klassikaal/individueel: Inleiding: klassikaal Kern: tweetallen Afsluiting: klassikaal Materiaal: Teken- of schildermateriaal Kwasten en verf Tekenpapier – A3
Zoals eerder is uitgelegd in deze handleiding is het thema van deze tentoonstelling Grandeur, ofwel het streven naar menselijke grootsheid. Iedereen heeft dromen, wensen voor de nabije of verre toekomst. Dromen en wensen over een betere wereld en over een beter zelf. Idealen over wat en hoe het anders kan. Voorbereiding door de leerkracht: Zorg ervoor dat de materialen binnen handbereik zijn. Voorbereidend gesprek met de leerlingen: Ga een gesprek aan met de kinderen over hun dromen. Stel hen de volgende vragen en probeer er met hen dieper op in te gaan; Wat is jouw droom? / Hoe zie je de toekomst? Mogelijke gespreksverdiepingen: -
Wat wil je graag meemaken of leren wat je nog niet kunt? Wat zou je willen doen wat je nog niet hebt gedaan? Welke uitdaging wil jij ooit nog eens in je leven aangaan? Hoe wil jij je droom laten uitkomen? Heb je wel eens een moment gehad waarop je je grootser voelde dan anders? Wanneer was dat? Hoe kwam dat?
Kern De kinderen hebben nu nagedacht over hun dromen, hun verlangen naar momenten van grootsheid in het leven.
Alain Sechas, Photomatou, 2007
Opdracht 1: Maak tweetallen, vertel elkaar je wensen en teken de ander zoals hij/zij wil zijn. Laat de leerlingen een portret van elkaar maken op A3 papier. Ze hebben het net over dromen gehad en de toekomst. Laat de leerlingen elkaar tekenen zoals ze denken dat ze er later uitzien. De leerlingen kunnen elkaar helpen met het geven van aanwijzingen. Ze maken elkaars toekomstportret. Er moet ruimte over gehouden worden voor een grote denkwolk. Elke leerling schrijft straks bij het eigen portret iets over de dromen en verlangens voor de toekomst. Opdracht 2: De leerlingen wisselen nu de tekeningen om hierdoor krijgen ze hun eigen toekomstportret in handen. Je gaat nu verder met deze tekening. Je tekent een grote denkwolk bij het portret, hierin schrijf jij op wat jouw dromen en verlangens voor de toekomst zijn. Afsluiting Maak een portrettengalerij en laat de kinderen klassikaal aan elkaar vertellen wat ze hebben getekend en waarom. Herkennen ze zichzelf een beetje?
NB: resultaten van de opdrachten kunt u op het digitale platform voor leerlingen van Sonsbeek 2008 zetten. Meer info H7.
BIJLAGE 1 Opdrachtkaart bij introductieles 1
“Schetsen voor het schoolplein” Naam: Groep: Wat wil ik gaan maken en waarom? Beschrijving:
Waar komt mijn werkstuk te staan en waarom op die plek? Tekenen of beschrijven:
Welk materiaal wil ik gaan gebruiken?:
Schets:
BIJLAGE 2 Opdrachtkaart bij introductieles 2
“Beelden uit je huis” Naam:
Groep:
Schrijf op wat je kunt zeggen over de volgende punten: Wat betekent het voorwerp voor jou en waarom heb je het uitgekozen?
Hoe ben je er aan gekomen?
Wat vinden anderen uit jouw groepje hiervan?
Waar is het van gemaakt, welk materiaal is gebruikt?
Waaraan zie je dat?
Waar doet het voorwerp je aan denken / wat stelt het volgens jou voor? En waarom?
Lijkt het ‘net echt’ of is het fantasie?
Maak een tekening van een voorwerp dat je hebt uitgekozen: (loop eerst om het voorwerp heen en zoek de mooiste kant uit om na te tekenen)
Wanneer jullie hier mee klaar zijn, bereid dan de presentatie voor: (Laat in je presentatie zien wat je hebt nagetekend en vertel waarom je die keuze hebt gemaakt)