,IXZIV^SVKIRZERIIRGIRXVEEP ZIRIY^IOEXLIXIVIRLIXEERTVMOOIR ZERIIRGIRXVEEPZIRIY^IOEXLIXIVQIX MQTPERXIIVFEEVTSSVXW]WXIIQ
-RPIMHMRK
Het gebruik van centraal-veneuze katheters heeft in de loop van de jaren een grote vlucht genomen. Centraal-veneuze katheters worden niet alleen meer gebruikt op intensive-care afdelingen en hartbewakingsafdelingen, maar ook op ‘gewone’ verpleegafdelingen. Een centraal-veneuze katheter wordt gebruikt voor volumesuppletie, hemodynamische monitoring, toediening van parenterale voeding en medicamenteuze behandeling. Een centraal veneuze katheter wordt ingebracht in de vena jugularis, vena subclavia of vena femoralis. De tip van de katheter wordt opgeschoven tot net voor het rechteratrium. Door de grote bloedstroom op deze plaats kunnen medicijnen of vloeistoffen de vaatwand niet irriteren. Het medicijn of de vloeistof worden sterk verdund door de grote bloedstroom. Flebitis bij een centraal-veneuze katheter komt dan ook niet voor. Wel dient het inbrengen van een dergelijke katheter door een bekwame arts en onder steriele omstandigheden (operatiekamer) te gebeuren. Het inbrengen kan door de cliënt als onaangenaam worden ervaren, omdat de cliënt wordt afgedekt met steriele doeken. Bij het inbrengen wordt de huid verdoofd waardoor het inbrengen over het algemeen niet pijnlijk is. Na het inbrengen wordt een röntgenthoraxfoto gemaakt om te beoordelen of de arts geen pneumothorax heeft geprikt en of de tip van de katheter op de juiste plaats ligt. Het inbrengen van een centraal-veneuze katheter kent naast de pneumothorax nog meer complicaties. Zie voor een uitvoerige beschrijving de cd-rom Infusie. De belangrijkste verblijfscomplicaties zijn infectie, thrombusvorming, hartritmestoornis, luchtembolie, perforatie en bloedingen. Katheterinfectie is de meest voorkomende complicatie van centraal-veneuze katheter gebruik. Door de kans op infectie kan een centraal-veneuze katheter maar een beperkte tijd gebruikt worden. Indien men langer dan ongeveer drie weken een dergelijke katheter wil gebruiken, zal men een nieuwe centraal-veneuze katheter moeten inbrengen. Als de cliënt voor langere tijd afhankelijk is van een centraal-veneuze katheter is het aan te bevelen te kiezen voor een getunnelde centraal-veneuze katheter. Hierbij loopt een deel van de katheter door de subcutis waardoor de kans op infectie vermindert. Zo kan een centraal-veneuze katheter langere tijd worden gebruikt. Het verschonen en verzorgen van zo’n katheter is niet apart beschreven, omdat het weinig afwijkt van de zorg rondom een ‘gewone’ centraal-veneuze katheter. Indien een cliënt langdurig of chronisch afhankelijk is van een centraal-veneuze katheter kan men een getunnelde centraal-veneuze katheter gebruiken met een poortsysteem. Hierbij loopt de katheter eveneens via een lange weg door de subcutis en zit aan het ‘inspuitgedeelte’ vast aan een soort pocket die zich eveneens onderhuids bevindt. Deze pocket wordt alleen aangeprikt als de cliënt medicatie dan wel een (voedings)infuus heeft. Cliënten met bijvoorbeeld ernstige spijsverteringsproblemen kunnen in sommige gevallen alleen voedingsstoffen binnenkrijgen via een infuus.
93
Deze cliënten krijgen dan bijvoorbeeld vijf tot zeven keer per week een voorgeschreven hoeveelheid voedingsinfuus en kunnen dat dan thuis bijvoorbeeld voor het slapengaan aansluiten en de volgende ochtend weer afkoppelen. In een ziekenhuis of in de thuiszorg kan men cliënten met een centraal-veneuze katheter tegenkomen en de daaruit voortkomende zorg zal door een verpleegkundige verleend worden. Mits goed geïndiceerd verhoogt een centraal-veneuze katheter het comfort van de cliënt en is in sommige gevallen van levensbelang. Indien de verpleegkundige zich de benodigde kennis rondom een centraal-veneuze katheter eigen maakt en de techniek beheerst, kan de zorg rondom een centraal-veneuze katheter zonder problemen worden uitgevoerd.
7XYHMISTHVEGLXIR
Maak de volgende studieopdrachten volgens planning. Voor het beantwoorden van de studieopdrachten kun je gebruikmaken van verschillende handboeken of leerboeken. Ook kun je gebruikmaken van de naslagvariant van de thematische cd-rom Infusie. Op deze cd-rom wordt de zorg voor onder andere de centraal-veneuze katheter tekstueel en visueel behandeld.
:IVWGLMPMRQIHMGMNRWTMIKIPW
Mevrouw Davids heeft vanmorgen een centraal-veneuze katheter gekregen in verband met het steeds optreden van flebitis. Haar perifere infuus is inmiddels verwijderd. ’s Middags moet de verpleegkundige haar de intraveneuze medicijnen toedienen. Ze vraagt de verpleegkundige of er verschillen bestaan voor wat betreft de medicijnspiegels van intraveneuze toediening via een perifeer infuus en een centraal-veneuze katheter. Beantwoord deze vraag en betrek daarbij de volgende aspecten: tijdens de toediening en medicijnspiegels op de langere termijn.
:SSVIRREHIPIRGIRXVEEPZIRIY^IOEXLIXIV
Wat zijn voor mevrouw Davids de voor- en nadelen van een centraal-veneuze katheter ten opzichte van een perifeer infuus? Denk hierbij aan inbrengen, complicaties, indicaties en comfort voor de cliënt.
94
7XYHMISTHVEGLXIR
Voorbehouden handelingen – een selectie
,SIZIVXIPNILIX#
De dochter van mevrouw Davids komt ’s avonds op bezoek. Zij vraagt wat dat nu eigenlijk is, zo’n centraal-veneuze katheter. Bespreek eerst in een groepje de definitie van een centraal-veneuze katheter en ‘vertaal’ deze informatie zodanig dat de cliënt en diens familie dit begrijpen.
/ERHEXRMIXERHIVW#
De dag nadat de centraal-veneuze katheter van mevrouw Davids is ingebracht in de vena jugularis spreek je met haar. Ze laat gelaten alles over zich heenkomen, ze klaagt niet zo snel. Echter op de vraag van jou hoe het met het infuus gaat wordt ze erg verdrietig. Ze heeft last van haar keel, doordat de katheter daar is afgeplakt. Daardoor kan ze haar hoofd niet goed bewegen. Ze heeft erg slecht geslapen. Ze vindt de infuuspomp lawaai maken, omdat vannacht een aantal keren het alarm is afgegaan. Tot slot zegt ze: “Kan dat nou niet anders?” Wat zou jij anders kunnen doen? Welke acties kun jij nemen om de last voor mevrouw Davids te minimaliseren?
:IVWGLMPXYWWIRIIRTIVMJIIVMRJYYWIRIIRGIRXVEEPZIRIY^I OEXLIXIV
Vergelijk de inhoudelijke analyses Verwisselen van een infuussysteem bij een perifeer infuus (zie cahier Ondersteunen medisch handelen) en Het verwisselen van een infuussysteem bij een centraal-veneuze katheter. Noteer eventuele vragen voor medestudenten en de plenaire bijeenkomst.
95
ª(EXHSIMORMIX«
Een verpleegkundige van de afdeling van mevrouw Davids wil de centraal-veneuze katheter niet verzorgen. Ze zegt dat de kans op een luchtembolie groot is en dat ze daarbij als verpleegkundige niet is aangenomen voor al die technische handelingen. Wat moet je doen om de kans op een luchtembolie bij een centraal-veneuze katheter te voorkomen? Ben je het eens met deze verpleegkundige? (Bespreek dit met medestudenten.)
(IGPMtRXHSIXLIX^IPJ
Mevrouw Van de Vreugd heeft reeds zes maanden een centraal-veneuze katheter met een implanteerbaar poortsysteem. Zij komt nu voor een total hip operatie. Thuis verzorgde zij haar katheter zelf en prikte zij zelf de poort aan om een infuus aan te sluiten. Vind je dat zij dit ook in het ziekenhuis mag doen? Motiveer je antwoord.
<EJTDVTTJFUBBL>
;IMRMKIVZEVMRKIRXSGLHSIR
Op de afdeling Orthopedie waar mevrouw Van de Vreugd ligt weten ze eigenlijk niets van een centraal-veneuze katheter met een implanteerbaar poortsysteem. Op welke wijze vind je dat de verpleegkundige toch verantwoord kan omgaan met een dergelijk infuus, wanneer mevrouw Van de Vreugd niet in staat is om zelf het infuus te verzorgen omdat ze onder narcose moet?
96
7XYHMISTHVEGLXIR
Voorbehouden handelingen – een selectie
,IXZIV^SVKIRZERIIRGIRXVEEPZIRIY^IOEXLIXIV
Mevrouw Van de Beil ligt op de afdeling Interne geneeskunde. Zij heeft een darmziekte en krijgt daarom totaal parenterale voeding. Haar subclavia-katheter is eergisteren verwijderd omdat de insteek-opening ontstoken was. Het inbrengen van een subclavia-katheter aan de rechterkant is niet gelukt. Daarom heeft zij nu een centraalveneuze katheter via de vena jugularis. 9 a
Vandaag heb jij de zorg voor mevrouw Van de Beil en moet de insteekopening verzorgd worden. In het dossier lees je dat de katheter niet is vastgehecht, maar middels een pleister is gefixeerd. Op welke wijze ga je de insteekopening verschonen?
9 b
Werk je alleen of roep je de hulp in van een andere verpleegkundige?
9 c
Hoe waarborg je dat de katheter niet verschuift of eruit glijdt?
9 d Probeer de door jouw bedachte werkwijze uit in een oefensituatie en vergelijk deze methode met die op de videoband.
97
-RLSYHIPMNOIEREP]WIW
,IXZIV^SVKIRZERIIRGIRXVEEPZIRIY^IOEXLIXIV
Deze analyse bestaat uit het verwisselen van het infuussysteem, het verschonen van de insteekplaats en het controleren van een patiënt die totaal parenterale voeding krijgt toegediend. Bij de uitwerking van deze analyse is uitgegaan van het volgende: – een ongetunnelde centraal-veneuze katheter die via de vena subclavia ingebracht is; – de katheter heeft een afsluitmechanisme; – de totaal parenterale voeding (TPV) wordt toegediend door middel van een volumetrische infuuspomp; – het infuus met infuussysteem (inclusief driewegkraantje) is reeds klaargemaakt; – een rechtshandige hulpverlener.
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
WPPS Cliënt 1
Ga na met betrekking tot
Ter voorkoming van fouten
Indien geen specifieke
pleegkundig dossier/
Raadpleeg ver-
infuus:
door toediening van ver-
zaken bekend zijn i.v.m. de
opdracht van de arts.
–
het voorschrift: soort
keerde vloeistoffen en/of
opdracht, raadpleeg dan
infusievloeistof, hoeveelheid
onjuiste inloopsnelheid.
de arts die de opdracht tot
(liter per 24 uur of ml per
infusie gegeven heeft.
uur), druppelsnelheid;
Ga na hoe uitgebreid de
–
cliënt informatie wenst.
ligging van de katheter.
Beperk je desgewenst tot Ga na met betrekking tot de
In verband met de continu-
die instructies die noodza-
cliënt:
iteit van zorg.
kelijk zijn.
− Eerdere ervaringen van cliënt met infuus;
Een centraal-veneuze
− Of cliënt over infuus
katheter dient nadat deze
is ingelicht en zijn reacties
is ingebracht, in de vena jugularis of vena subclavia,
hierop; − Toestand van de cliënt
Angst en verwardheid kun-
te worden gecontroleerd
(bewustzijnsniveau, angst,
nen consequenties hebben
door de arts middels een
verwardheid e.d.).
voor het immobiliseren.
röntgenthorax op juiste ligging. Een pneumothorax kan direct aansluitend aan de punctie ontstaan, maar kan ook nog enige tijd (uren tot zelfs dagen) later.
98
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
463')(96)
2
Bereid cliënt voor.
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
Bespreek desgewenst:
Zodat de cliënt goed op de
Vergeet niet met de cliënt
–
hoogte is.
te bespreken dat ook ’s
;)6/;-.>)
voorschriften, doel en
nachts controles plaats-
werkwijze van een centraalveneuze katheter;
Afhankelijk van de katheter,
vinden en dat hij daar
–
en wanneer de katheter
wellicht wakker van wordt
niet kan worden afgesloten
en dat tevens het alarm
moet de patient plat liggen.
van de infuuspomp kan
Overleg dit zo nodig met
aanslaan.
de eventuele bewegings-
beperkingen.
de arts. Vertel desgewenst:
Zodat de cliënt kan mee-
–
werken.
dat de materialen eerst
gepakt en klaargelegd worden; –
dat het verwisselen niet
pijnlijk is.
Omgeving 3
Creëer een goede
en rustige werkomge-
Sluit zo nodig de bedgordij-
I.v.m. privacy.
nen.
ving.
Techniek 4
Desinfecteer en was
zo nodig voordien de
Volgens standaardproce-
I.v.m. voorkoming van
dure.
infecties.
Pak de benodigdheden:
I.v.m. efficiëntie.
handen. 5
Tref voorbereidin-
Er zijn speciale afplakma-
gen voor het verwisse-
–
dienblad;
terialen, waarbij onafhan-
len.
–
infuus met infuussysteem
kelijk van de soort het van
en kraantje;
belang is dat de insteek-
–
desinfectans;
opening gecontroleerd
–
deppers;
kan worden.
–
afplakmateriaal;
Het afplakmateriaal kan
–
transparant afplakmiddel
soms leiden tot een aller-
(bijv. Tegaderm®);
gische reactie van de huid.
–
Informeer bij de patient
twee stroken pleister Leukoplast®);
en of kijk bij de anamnese
–
4 steriele gaasjes;
of hij allergisch is voor dit
–
1 paar steriele hand-
materiaal.
(bijv.
schoenen;
99
463')(96)
;)6/;-.>)
–
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
1 paar niet-steriele hand-
schoenen; –
evt. (beschermde) kocher.
Controleer:
Ter voorkoming van com-
Degene die het infuus
infuus en de infusie-
–
plicaties.
aansluit draagt ook de
vloeistof.
goed ontlucht is;
I.v.m. effectief en efficiënt
verantwoordelijkheid voor
–
werken en om vergissingen
de toediening van de infu-
infusievloeistof klopt met het
en complicaties te voorko-
sievloeistof.
voorschrift van de arts;
men.
–
Niet alle toedieningssyste-
6
Controleer het
of het infuussysteem de samenstelling van de
het systeem geschikt
is voor de volumetrische
men zijn geschikt voor volu-
pomp.
metrische infusiepompen.
Breng het werkblad in orde.
Om hygiënisch te kunnen
UJKEFOT Cliënt en omgeving 7
Creëer een juiste
werkomgeving.
werken. Doe eventueel bedgordijnen
I.v.m. privacy.
dicht. Zet sein aan.
I.v.m. bereikbaarheid.
Volgens standaardproce-
I.v.m. voorkoming van
dure.
infecties.
Techniek 8
Desinfecteer en was
zo nodig voordien de handen.
100
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
Hang het infuussysteem aan
Zorg hierbij dat met name
Sommige katheters zijn
de infuusstandaard.
het aansluitstuk van het
vastgehecht aan de huid.
Leg de benodigdheden bin-
infuussysteem niet geconta-
Het kan voorkomen dat
nen handbereik klaar.
mineerd raakt.
het infuussysteem zo erg
463')(96)
;)6/;-.>)
9
Verwissel het
infuussysteem.
Trek niet-steriele handschoe-
zit vastgedraaid aan de
nen aan.
katheter dat men het niet met de handen kan los-
Verwijder de pleister zover
Om te voorkomen dat de
maken. Hiervoor kan men
dat het mogelijk is het
katheter per ongeluk wordt
een beschermde kocher
infuussysteem los te halen
verwijderd.
gebruiken om het infuus-
terwijl de katheter nog
systeem los te draaien.
gefixeerd blijft.
Zorg wel dat de katheter niet te veel beweegt of
Zet het afsluitmechanisme
Ter voorkoming dat er
beschadigd raakt door een
van de katheter dicht.
lucht wordt aangezogen bij
andere verpleegkundige
patiënten met een lage cen-
de katheter te laten vast-
traal-veneuze druk.
houden.
Verwijder het oude infuus-
Voorkom dat de katheter te
systeem met een draaiende
veel heen en weer beweegt.
beweging, houd daarbij de katheter goed met je linkerhand vast. Desinfecteer het aansluit-
Ter voorkoming van conta-
punt van de katheter.
minatie.
Haal het beschermkapje van
Zorg dat de aansluiting vast
het nieuwe infuussysteem af
zit. Hiervoor hoeft men niet
en houd het in de rechter-
al te veel kracht te gebrui-
hand.
ken.
Houd gelijktijdig met de linkerhand de katheter op zijn plaats. Sluit nu het nieuwe infuus-
Controleer of de kraantjes
systeem aan op de katheter
juist open staan.
met een draaiende beweging. Zet het infuussysteem open en regel de infusiesnelheid.
101
463')(96)
;)6/;-.>)
10 Verzorg de insteek-
Leg de benodigdheden bin-
opening.
nen handbereik klaar:
–
transparante afplakmid-
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
Controleer de hechting waarmee de katheter I.v.m. efficiënt werken.
aan de huid bevestigd is.
del (bijv. Tegaderm®);
Wanneer deze te los zit
–
waarschuw dan de arts.
twee stroken pleister
(bijv. Leukoplast®);
Deze kan de hechting
–
4 steriele gaasjes;
vervangen. Het afplak-
–
desinfectans:
ken van een centraal-
–
open de verpakking van
veneuze katheter kan op
de steriele handschoenen;
verschillende manieren.
–
Raadpleeg het zieken-
open de verpakking van
de steriele gaasjes.
huisvoorschrift en volg de daarin vastgelegde proce-
Haal de oude pleister weg,
dure.
houd daarbij de katheter
De kans bestaat dat er
goed vast.
drukplekken ontstaan onder de koppeling. Om
Inspecteer de insteekplaats.
drukplekken te voorkoEen rode insteekplaats of
men kun je een stukje
Trek de niet-steriele hand-
pussende insteekplaats
kaasplak plakken op de
schoenen uit en trek de ste-
zijn tekenen van infectie.
huid onder de koppeling.
riele handschoenen aan.
Overleg in dat geval met de arts.
Desinfecteer de insteekplaats met een steriel gaasje.
I.v.m. het kunnen controle-
Als je er zeker van wilt
ren van de insteekplaats.
zijn of de katheter nog
Laat de desinfectans drogen.
in het bloedvat zit kun je de infuuszak onder het
Plak de katheter vast met
niveau van het bloedvat
de stroken pleister, echter
houden. Als de katheter
zo dat de insteekplaats niet
zich nog in het bloedvat
wordt bedekt.
bevindt, dan moet er bloed teruglopen in het
Plak het transparante afplak-
toedieningssysteem. Zorg
middel op de insteekplaats,
Om te voorkomen dat er
er wel voor dat de telka-
gebruik hierbij de methode
luchtbellen onder de pleis-
mer in verticale positie
van het midden naar buiten
ter komen.
blijft anders kan er lucht
plakken/wrijven.
102
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
in de slang komen.
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
Plak het infuussysteem zo nodig extra af.
Ter voorkoming dat het infuussysteem tractie kan
Controleer tevens of het
uitoefenen op de katheter.
infuussysteem niet is afgeknikt. 11 Stel de juiste infu-
Lees het voorschrift van de
siesnelheid in.
arts en: –
stel de volumetrische
infuuspomp in; –
Volumetrische pompen zijn er in verschilVoor een juiste toedienings-
lende soorten en merken.
snelheid.
Raadpleeg daarom de gebruiksaanwijzing indien
controleer of de pomp
ook daadwerkelijk loopt;
Tel zo nodig de druppels
–
per minuut.
controleer of er geen
je er niet uitkomt.
zichtbare lekkage is aan het systeem of aansluitstuk met
Ter voorkoming van com-
de katheter.
plicaties.
12 Evalueer de hande-
Bespreek met de cliënt zijn
I.v.m. aandacht voor het
ling.
ervaringen.
welbevinden van de cliënt.
13 Ruim de benodigd-
Niet-disposable materialen
Conform de voorschriften
De bakken voor niet-
heden op.
kunnen (eventueel eerst na
die in de instelling gelden.
disposable materiaal
OB Cliënt
Omgeving
huishoudelijke reiniging)
bevatten vaak een desin-
in de daarvoor bestemde
fecterende vloeistof. Deze
bakken geplaatst worden.
bakken worden naar de
Disposable materialen kun-
centrale sterilisatieafde-
nen weggegooid worden.
ling gebracht. Het oude infuussysteem wordt veelal beschouwd als risicoafval.
14 Desinfecteer en was
Volgens standaardproce-
Ter voorkoming van het
zo nodig de handen.
dure.
overdragen van micro-organismen.
103
463')(96)
;)6/;-.>)
15 Rapporteer de
Rapporteer de volgende
I.v.m. de continuïteit van
bevindingen.
zaken:
zorg en signalering van
–
mogelijke infectie.
tijdstip en datum ver-
83)0-',8-2+
schonen; –
bevindingen van de
insteekopening. Vul de vochtbalans in:
I.v.m. de continuïteit in de
–
vochtbalans.
noteer de resthoeveel-
heid van de verwijderde infuuszak/fles; –
noteer de nieuwe infuus-
hoeveelheid inclusief soort en toevoeging van eventuele medicatie.
104
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
,IXEERWPYMXIRZERIIRMRJYYWFMNIIRGPMtRXQIXIIR MQTPERXIIVFEEVTSSVXW]WXIIQ
Deze analyse bestaat uit aanprikken van de inwendige pocket waarbij een infuussysteem wordt aangesloten. Bij de uitwerking van deze analyse is uitgegaan van het volgende: – een implanteerbaar poortsysteem van het merk Port-a-cath®; – een klaargemaakt infuussysteem; – het infuus met infuussysteem (inclusief driewegkraantje) reeds is klaargemaakt; – een rechtshandige hulpverlener.
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
WPPS Cliënt Ga na met betrekking tot
Ter voorkoming van fouten
Indien geen specifieke
pleegkundig dossier/
infuus:
door toediening van ver-
zaken bekend zijn i.v.m. de
opdracht van de arts.
–
het voorschrift: soort
keerde vloeistoffen en/of
opdracht, raadpleeg dan
infusievloeistof, hoeveelheid;
onjuiste inloopsnelheid.
de arts die de opdracht tot
1
Raadpleeg ver-
–
soort poortsysteem;
–
mogelijke complicaties.
infusie gegeven heeft. I.v.m. het juist aanprikken. Ga na hoe uitgebreid de
Ga na met betrekking tot
I.v.m. de continuïteit van
cliënt informatie wenst.
cliënt:
zorg.
Beperk je desgewenst tot
–
Om waar mogelijk aan
die instructies die noodza-
de cliënt;
te kunnen sluiten bij de
kelijk zijn.
–
voor de cliënt gebruikte
eerdere ervaringen van of de cliënt thuis zelf het
implanteerbaar poortsys-
methode.
teem aanprikt. 2
Bereid de cliënt
voor.
Bespreek desgewenst:
Zodat de cliënt goed op de
–
hoogte is.
voorschriften, doel en
werkwijze van een centraal-
Tijdens het infunderen
veneuze katheter;
krijgt de cliënt een bewe-
–
gingsbeperking opgelegd
de eventuele bewegings-
beperkingen.
i.v.m. de mogelijkheid van het eruit schieten van de speciale poortnaald.
105
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
Vertel desgewenst:
Zodat de cliënt kan mee-
–
werken.
dat de materialen eerst
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
gepakt en klaargelegd worden; –
dat het aanprikken pijn-
lijk kan zijn.
Omgeving 3
Creëer een goede
Leg de cliënt in een bed en
Om efficiënt te kunnen wer-
en rustige werkomge-
sluit zo nodig de bedgordij-
ken en i.v.m. privacy.
ving.
nen.
Techniek 4
Desinfecteer en was
zo nodig voordien de
Volgens standaardproce-
I.v.m. voorkoming van
dure.
infecties.
Pak de benodigdheden:
I.v.m. efficiëntie.
handen. 5
Tref voorbereidin-
–
len.
en kraantje;
sier of je de goede naald
–
desinfectans;
hebt.
–
afplakmateriaal;
–
speciale poortnaald;
–
4 steriele gaasjes;
–
steriele handschoenen.
6
Maak het infuus-
systeem klaar.
den, controleer in het dos-
infuus met infuussysteem
Bij het aansluiten dient
Controleer: –
of het infuussysteem
goed ontlucht is; –
Ter voorkoming van com-
eerst fysiologische infusie-
plicaties.
vloeistof te worden toegediend.
de samenstelling van de
infusievloeistof klopt met het
I.v.m. effectief en efficiënt
voorschrift van de arts;
werken en om vergissingen
–
en complicaties te voorko-
sluit de poortnaald asep-
tisch aan het infuussysteem
men.
aan en hang het vervolgens aan de infuuspaal op.
106
Er zijn verschillende naal-
gen voor het verwisse-
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
UJKEFOT Cliënt en omgeving 7
Creëer een juiste
werkomgeving.
Breng het werkblad in orde.
Om hygiënisch te kunnen
Zet sein aan.
werken. I.v.m. bereikbaarheid.
Techniek 8
Volgens standaardproce-
I.v.m. voorkoming van
maals de handen.
Desinfecteer nog-
dure.
infecties.
9
Controleer de huid
Inspecteer de huid op
Zodat je hier met het aan-
Door het vele aanprikken
en ligging van het
blauwe plekken, eerdere
prikken rekening mee kunt
kan de huid beschadigd
poortsysteem.
aanpriklaesies en eventuele
houden.
raken, hard worden en
overige onvolkomenheden.
ontsteken. Indien er haren op of rond de beoogde insteek-
Palpeer het poortsysteem op ligging.
I.v.m. het aanprikken en te
opening zijn aangegroeid,
controleren of het poortsys-
scheer deze dan weg.
teem makkelijk kantelt. 10 Desinfecteer de aan
Pak een steriel gaasje en doe
Zodat contaminatie wordt
te prikken plaats.
hier voldoende desinfectans
voorkomen.
op. Maak met het gaasje één ronddraaiende beweging naar buiten toe rond de beoogde prikplaats. 11 Trek één steriele
Trek aan de niet-dominante
Zodat de naald steriel kan
Indien men dit handiger
handschoen aan.
hand een steriele hand-
worden ingebracht.
vindt kan men ook twee
schoen aan.
steriele handschoenen aantrekken.
12 Prik de poort aan.
Pak de poortnaald met de
Op deze manier zorgt men
dominante hand en verwij-
ervoor dat de steriele hand-
der het beschermkapje van
schoen niet onnodig wordt
de poortnaald door deze
gecontamineerd.
tussen pink en ringvinger van de niet-dominante hand te verwijderen.
107
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
Fixeer met de niet-domi-
Ter voorkoming dat de
nante hand de poort tussen
poort ‘wegschiet’ bij het
duim en wijsvinger.
aanprikken.
Prik de poort aan door met
Door loodrecht aan te
de achterzijde van de hand
prikken ontstaat de minste
af te steunen en prik met
schade aan zowel huid als
een loodrechte beweging
poortsysteem.
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
door de huid en poortsysteem heen. Verwijder het kapje waarmee je de poortnaald vasthoudt. 13 Controleer de
Palpeer het poortsysteem
Indien het poortsysteem
Het opzuigen van bloed
naald.
en beweeg het poortsysteem
goed meebeweegt met de
is niet toegestaan omdat
voorzichtig heen en weer.
naald is deze goed inge-
daarbij de kans te groot is
bracht.
dat de katheter verstopt is.
Zet het infuus open en controleer of het infuus goed Een snel lopend infuus
loopt.
geeft aan dat de naald goed is ingebracht; controleer desondanks de omliggende huid op dik worden. Volgens voorschrift. 14 Plak de naald af.
Fixeer de naald aan de huid
Ter voorkoming van acci-
met behulp van bijvoorbeeld
dentele verwijdering.
transparante pleister.
OB Cliënt 15 Evalueer de hande-
Bespreek met de cliënt zijn
I.v.m. aandacht voor het
ling.
ervaringen.
welbevinden van de cliënt.
108
%REP]WI
Voorbehouden handelingen – een selectie
463')(96)
;)6/;-.>)
83)0-',8-2+
% %2(%',874928)2 /6-8-)/) 4928)2 3&7)6:%8-)7
Omgeving 16 Ruim de benodigd-
Niet-disposable materialen
Conform de voorschriften
De bakken voor niet-
heden op.
kunnen (eventueel eerst na
die in de instelling gelden.
disposable materiaal
huishoudelijke reiniging)
bevatten vaak een desin-
in de daarvoor bestemde
fecterende vloeistof. Deze
bakken geplaatst worden.
bakken worden naar de
Disposable materialen kun-
centrale sterilisatieafde-
nen weggegooid worden.
ling gebracht. Het oude infuussysteem wordt veelal beschouwd als risicoafval.
17 Desinfecteer en was
Volgens standaardproce-
Ter voorkoming van het
zo nodig de handen.
dure.
overdragen van micro-organismen.
18 Rapporteer de
Rapporteer de volgende
I.v.m. de continuïteit van
bevindingen.
zaken:
zorg en signalering van
–
mogelijke infectie.
tijdstip en datum ver-
schonen; –
bevindingen van de
insteekopening. Vul vochtbalans in:
I.v.m. de continuïteit in de
–
vochtbalans.
noteer de resthoeveel-
heid van de verwijderde infuuszak/fles; –
noteer de nieuwe infuus-
hoeveelheid inclusief soort en toevoeging van eventuele medicatie.
109
0IIVVIWYPXEXIR
Controleer of je onderstaande leerresultaten bereikt hebt. Bespreek of je je gehouden hebt aan eventuele studievoornemens. Pas zo nodig je studieplan aan. -/ / % 2
1
de verschillende soorten centraal-veneuze katheters benoemen en de indicaties die daarvoor bestaan;
2
uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van een centraal-veneuze katheter;
3
toelichten wat de inbreng- en verblijfscomplicaties zijn;
4
vertellen waarom en hoe ik contaminatie kan voorkomen bij het verwisselen en verschonen van
5
het verschil in aansluitingswijze benoemen tussen een ‘gewone’ centraal-veneuze katheter en
6
benoemen waar ik op let indien een centraal-veneuze katheter niet is vastgeplakt;
7
vertellen waarom ik een centraal-veneuze katheter dien af te sluiten voordat ik het infuussys-
8
toelichten welke maatregelen er zijn opgenomen ter bescherming van de hulpverlener;
9
uitleggen waarom een flebitis bij een centraal-veneuze katheter niet kan optreden;
een centraal-veneuze katheter; een getunnelde katheter met implanteerbaar poortsysteem;
teem verwissel;
10
110
verwoorden wat een kathetersepsis is;
11
aangeven op welke wijze ik kan aansluiten bij de beleving van de cliënt;
12
met voorbeelden toelichten welke rapportage waarom van belang is;
13
...
14
...
15
...
0IIVVIWYPXEXIR
Voorbehouden handelingen – een selectie