Voorwoord Voor u ligt het eerste woordenschatpakket: In de keuken, dat door Cédicu is ontwikkeld in de reeks Laat eens zien!. Dit pakket bestaat uit twee onderdelen: • Een CD-rom met daarop de uitwerking van het woordenschatpakket In de keuken. • Een beknopte handleiding voor de leerkracht. Het woordenschatpakket In de Keuken is ontwikkeld voor de jongste leerlingen zowel in het primair onderwijs, als daarbuiten. Zoals steeds met de leerpakketten van Laat eens zien! bepalen de gebruikers uiteindelijk zelf met welke kinderen ze dit pakket willen gebruiken. Voor meer achtergrondinformatie over de bedoeling en achtergronden van Laat eens zien! en de betekenis voor de organisatie van het onderwijs-leergebeuren in groepen kunt u terecht op de website van Cédicu: www.cedicu.nl. Dit woordenschatpakket In de keuken is mogelijk geworden met medewerking van mimespeler Arno Huibers. Tevens zijn wij erkenning en dank verschuldigd aan leerkrachten en leerlingen van scholen die lid zijn van Cédicu. Een aantal leraren was bereid om tijdens het ontwikkelwerk resonans te geven op tussentijdse versies van dit leerpakket. Daarnaast bleken opnieuw lidscholen bereid het ontwikkelde pakket aan de praktijk te toetsen.
--
1
Werking van de CD-rom
Het hele woordenschatpakket staat op een CD-rom. Het goed functioneren van deze CD-rom is dan ook een absolute voorwaarde om met dit pakket van Laat eens zien! te kunnen werken. 1.1 Technische specificaties De computer waarop de CD-rom wordt gedraaid, moet minimaal aan de volgende eisen voldoen: • PC met 233 Mhz (beter: 350 of hoger) processor • Kleurenbeeldscherm met resolutie van 800x600 pixels, 16 bits (beter: 32 bits) • 4x speed CD-rom speler • 64 Mb (beter: 128 Mb of hoger) intern geheugen 4 Mb (beter: 8 Mb of hoger) videokaart • Geluidskaart • Koptelefoon of geluidsboxjes • MCI-compliant MPEG player (bijvoorbeeld Windows Media Player 6.1 of hoger) • Muis De pakketten van Laat eens zien! zijn uitgebreid getest en draaien op de volgende besturingssystemen: Windows 95, Windows 98, Windows NT, Windows 2000 en Windows XP. 1.2 Gebruik van de CD-rom Installatie van het programma Als u de CD-rom voor het eerst gebruikt, gebeurt het volgende: • Nadat u de CD-rom in de speler hebt gelegd en de lade hebt gesloten, start de CD-rom automatisch. • De CD-rom bekijkt of er een mediaplayer op het computersysteem aanwezig is. Als dat niet zo is, wordt Mediaplayer 6.1 op de computer geïnstalleerd. De installatie van dit programma is noodzakelijk; zonder dit programma werkt de CD-rom niet of niet goed. • Hierna moet de computer opnieuw gestart worden, zodat deze ‘weet’ dat er een mediaplayer aanwezig is. • Vervolgens controleert de CD-rom of de resolutie van het beeldscherm goed staat. Als dat niet zo is, krijgt u op het scherm de suggestie om de juiste resolutie (800x600) in te stellen. De CD-rom verandert deze instelling niet zelf. De juiste resolutie kunt u instellen via het configuratiescherm op uw computer. • De CD-rom bekijkt tevens of de juiste kleurdiepte staat ingesteld. Als dat niet zo is, krijgt u op het scherm de suggestie om de juiste instelling (16 bits, hoge kleuren) te kiezen. De CD-rom verandert deze instelling dus niet zelf. Ook deze (noodzakelijke) wijziging kunt u aanbrengen via het configuratiescherm. --
Om de nieuwe instellingen te activeren, dient u uw computer opnieuw op te starten. Tot slot dient u bij het gebruik van de CD-rom twee zaken goed in de gaten houden: • Als er behalve Laat eens zien! nog andere programma’s open staan, moet u deze eerst afsluiten. • De schermbeveiliging moet worden uitgezet (middels het configuratiescherm op uw computer). Mogelijke problemen Als op uw computer de Mediamatics-player aanwezig is, levert dit een probleem op bij het gebruik van de CD-rom. U moet dit programma van uw computer verwijderen. Indien de CD-rom niet naar behoren werkt of wanneer u problemen ondervindt met het installeren van de CD-rom op het netwerk, kunt u contact opnemen met de helpdesk van Cédicu:
[email protected]. 1.3 Werkmogelijkheden voor de kinderen Het starten van de CD-rom is eenvoudig. Als de CD-rom in de CD-speler van de computer is gelegd, start de CD-rom namelijk automatisch. Feitelijk betekent dit dat ook jonge kinderen geen enkele moeite zullen hebben met het starten van dit woordenschatpakket. Knoppen en pictogrammen Als de CD-rom gestart is, verschijnt een openingsscherm, dat de werking uitlegt van twee knoppen en twee pictogrammen, die voor het werken met de CD-rom van belang zijn. Achtereenvolgens zijn dat: • De groene knop Deze knop is de JA-knop, waarmee aangegeven kan worden dat men verder wil gaan. • De rode knop Dit is de NEE-knop, waarmee men kan aangeven dat men niet wil doorgaan. • Het huisje Door hierop te klikken geeft men aan terug te willen naar het beginmenu met de verschillende onderdelen van het pakket. Wordt het huisje aangeklikt, dan verschijnen eerst de groene en rode knop en volgt de vraag of men echt terug wil naar het begin. Via een klik op de groene knop (JA) gebeurt dat ook. De rode knop (NEE) zorgt er voor dat men gewoon verdergaat waar men was. • De deur Een klik op de deur betekent, dat men wil stoppen met het programma. Ook dan verschijnt eerst de groene en rode knop met daarbij de vraag of men echt wil stoppen. Klikt men op de groene knop (JA) dan stopt het programma. Wordt op de rode knop (NEE) gedrukt, dan gaat men weer verder waar men op dat moment was.
--
Het openingsscherm overslaan Elke keer dat de CD-rom gestart wordt, begint het pakket met deze uitleg over de werking van de knoppen en de pictogrammen. Wanneer de kinderen eenmaal bekend zijn met de werking ervan, kan deze vaste opstart gaan vervelen. Daarom bestaat de mogelijkheid om na verloop van tijd deze uitleg over te slaan. Dat kan als volgt: • Start de CD-rom op de gewone wijze door haar in de computer te stoppen. • Druk vervolgens op de toets F3 van het toetsenbord op het moment dat het geanimeerde computermuisje in beeld is gekomen. • Als het goed is, verschijnt daarop het menuscherm in beeld, waarop de verschillende onderdelen van het pakket staan aangegeven. • Lukt dit niet, klik dan eerst op de linkerknop van de muis en druk vervolgens opnieuw op de toets F3 van het toetsenbord. Opdrachten In het woordenschatpakket In de keuken zijn verdeeld over het pakket verschillende volledig gedigitaliseerde opdrachten opgenomen, waarmee de kinderen de aangereikte woorden kunnen oefenen. De geanimeerde computermuis geeft daarbij instructies, corrigeert bij fouten en beloont bij juiste antwoorden.
--
2
Inhoud van het woordenschatpakket In de keuken
Het thema van dit woordenschatpakket van Laat eens zien! is: In de keuken. In dit hoofdstuk gaan we achtereenvolgens in op: • de relatie van het woordenschatpakket met de Kemdoelen basisonderwijs; • de globale inhoud van het woordenschatpakket In de keuken. 2.1 Relatie met kerndoelen Het woordenschatpakket van Laat eens zien! sluit aan bij het eerste van de zes (+1) leergebieden die binnen de Vernieuwde Kerndoelen Basisonderwijs (1998) worden onderscheiden. Het gaat dan om het leergebied Nederlandse taal. Het onderwijs binnen dit leergebied wordt getypeerd als “erop gericht dat leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; kennis en inzicht verwerven ontrent betekenis, gebruik en vorm van taal; plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal.” De twaalf kerndoelen voor dit leergebied zijn vervolgens verdeeld over vier domeinen: “mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalbeschouwing”. Hoewel het verwerven en het hebben van woordenschat tussen de regels door een vanzelfsprekend onderdeel lijkt te zijn van het leergebied Nederlandse taal, wordt het evenwel nergens in de kerndoelen voor dit leergebied expliciet genoemd. Daarentegen worden woordenschat en het verwerven, uitbreiden en hanteren ervan wel uitdrukkelijk genoemd in het Advies van de Commissie Kerndoelen Basisonderwijs: Verantwoording delen; Herziening van de kerndoelen basisonderwijs met het oog op beleidsruimte voor scholen (januari 2002 / Commissie Wijnen). Bij het Leergebied 1: Nederlandse taal, dat onder andere gekarakteriseerd wordt met “uitbreiding van de woordenschat”, is binnen het domein Taalvaardigheid uitdrukkelijk sprake van: (2) “De leerling leert een ruime woordenschat hanteren; daaronder wordt ook verstaan: spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen”.
--
2.2 Welke woorden In dit woordenschatpakket In de keuken krijgen de kinderen de volgende woorden (in alfabetische volgorde) aangereikt: Aanrecht Afdrogen Afwasbak Afwasborstel Afwasmiddel Afwas(sen) Beker Bord Boterham Brood Bruinbrood Stokbrood Witbrood
Glas Handdoek Jam Kaas Kast(je) Keuken Koelkast Kopje Kraan La Lepel Melk Mes
Pak (melk) Pan Plakje kaas Pot (jam) Smeren Snee(tje) Snee(tje) bruinbrood Snee(tje) witbrood Soepkom Theedoek Vork Water
2.3 Inhoud en opbouw van het woordenschatpakket Uitgangspunt Uitgangspunt voor dit woordenschatpakket In de keuken is dat kinderen zich nieuwe woorden het gemakkelijkst en het beste eigen maken, wanneer ze die woorden aangereikt krijgen binnen een context, waarin de woorden een logische plaats hebben. Binnen zo’n context zijn woorden meer dan alleen maar praatjes (woord) bij plaatjes (voorwerp/handeling). De context geeft woorden en waar ze voor staan een plaats in de werkelijkheid. De context helpt kinderen mee om al luisterend en kijkend de betekenis van woorden te ontdekken, te leren en vast te houden. De inhoud Zoals de titel van dit woordenschatpakket In de keuken al aangeeft, speelt het hele pakket zich af in de context van een keuken. In de lege keuken komt een hongerige Arno binnen om zijn maag met iets voedzaams te vullen. Terwijl alle zaken en handelingen uitdrukkelijk benoemd worden, volgt na de verleiding van een suikerpot een zoektocht langs laden en kasten, die uitmondt in de vondst van brood in maten en soorten. En omdat brood zonder iets maar droge kost is, wordt er ook gezocht naar mogelijk beleg. Daarna moeten brood en beleg samen een boterham worden met behulp van een bord en een mes. Geen boterham uit het vuistje, maar een die je eet met mes en vork en die je vergezeld laat gaan van een glaasje melk uit de koelkast. Als de honger eenmaal gestild is, krijgt Arno vervolgens de kans niet om te verdwijnen zonder de afwas gedaan te hebben en zonder alles weer netjes op zijn plaats terug te hebben gelegd. --
De opbouw De opbouw van het woordenschatpakket In de keuken is weergegeven op het menuscherm op de CD-rom, waarin met behulp van pictografische afbeeldingen de verschillende onderdelen worden aangeduid. Deze opbouw is als volgt: • Het pakket opent met het hele bovenbeschreven gefilmde verhaal Arno. • Vervolgens wordt het gefilmde verhaal in drie losse delen opnieuw aangeboden, waarbij de leerlingen na elk deel twee mogelijkheden krijgen om de aangereikte woorden te oefenen: + deel 1 met twee oefeningen; + deel 2 met twee oefeningen; + deel 3 met twee oefeningen. • Daarna bevat het pakket een onderdeel waarin nogmaals het hele gefilmde verhaal wordt aangeboden, gevolgd door alle zes de oefeningen tot op dat moment achter elkaar.. • Tenslotte volgt een afsluitend onderdeel met een aantal moeilijkere mogelijkheden om met de woorden uit het pakket te oefenen.
--
3
Werken met het woordenschatpakket
Als alle pakketten van Laat eens zien! is ook dit woordenschatpakket In de keuken zo gemaakt, dat de kinderen er alleen of in tweetallen helemaal zelfstandig mee kunnen werken. Toch willen we voor het werken met dit woordenschatpakket enkele punten speciaal onder de aandacht brengen. De werking van de CD-rom Het is goed om vooraf zelf de werking van de CD-rom een keer te verkennen. Want hoe start het pakket precies op en hoe kan de uitleg in het intro overgeslagen worden? Wat gebeurt er als op de rode of groene knop geklikt wordt? En wat als een van de twee picto’s (het huisje en het deurtje) rechtsonder in beeld wordt aangeklikt? Hoe gaat het pakket dan wel of niet verder en wat zijn dan mogelijkheden en onmogelijkheden? En dit geldt natuurlijk ook voor de verschillende mogelijkheden, die zijn opgenomen om de aangeboden woorden te oefenen. De geanimeerde computermuis is weliswaar steeds de gids, maar hoe gaat een oefenmogelijkheid nu eigenlijk? Welke mogelijkheden bieden de verschillende oefeningen aan de kinderen? Kinderen op weg helpen Hoewel kinderen ons het gevoel kunnen geven, dat we maar pas komen kijken in de wereld van de computer, kan het toch nodig zijn om zeker jonge kinderen even op weg te helpen. Dat kan de techniek betreffen: Hoe werkt de muis? Waar dienen de verschillende knoppen en picto’s voor en wat gebeurt er als je die aanklikt? Dat kan ook de oefeningen op de CD-rom betreffen: Wat is de bedoeling van een oefening? Hoe gaat een bepaalde oefening? Deze rol van ‘op-weg-helper’ kan ook gedelegeerd worden aan bijvoorbeeld oudere kinderen uit groep 7 of groep 8. Het gaat er dan niet om dat zij in hun rol als tutor allerlei dingen gaan overnemen, maar wel dat ze de jongere kinderen helpen op een moment dat die echt niet meer zelf verder kunnen. De inhoud en opbouw van het pakket Een verkenning vooraf van het pakket biedt bovendien gelegenheid om zelf te zien welke woorden op welk moment en op welke wijze worden aangeboden en vooral ook hoe ze vervolgens worden geoefend. Hoewel het pakket natuurlijk als geheel aan kinderen kan worden aangeboden, opent inzicht in de inhoudelijke werkwijze van het pakket de mogelijkheid om het woordenschatpakket en met name onderdelen ervan heel gericht naar de leerbehoeften en het niveau van individuele kinderen in te zetten. Niet elk kind is namelijk hetzelfde en niet elk kind hoeft zich hetzelfde eigen te maken. In die zin hoeft ook niet elk kind noodzakelijkerwijs het hele pakket van begin tot einde door te lopen. In principe kan op elk punt in het pakket gestart en gestopt worden.
--
Gespreid in tijd gebruiken Het is natuurlijk mogelijk om kinderen met het geheel van dit woordenschatpakket aan de slag te laten gaan. Ze werken dan het pakket in een keer in zijn geheel door. Het is echter ook mogelijk en misschien zelfs wel effectiever om het werken met het pakket te spreiden, bijvoorbeeld over een hele week, waarbij de kinderen elke dag met een onderdeel bezig zijn. Toetsen Als de kinderen met het woordenschatpakket gewerkt hebben, zijn we natuurlijk benieuwd naar wat ze ‘geleerd’ hebben. Zijn er inderdaad aangeboden woorden beklijfd en zo ja, welke dan wel en welke mogelijk (nog) niet. Om daar enig zicht op te krijgen kan aan de hand van het overzicht van de aangeboden woorden met de kinderen een gesprek worden gehouden. Bijvoorbeeld over de belevenissen van Arno uit de film, maar ook over eigen ervaringen met het klaarmaken en eten van boterhammen of met het doen van de afwas.
IN VOORBEREIDING In de keuken is het eerste woordenschatpakket dat door Cédicu is gemaakt in het kader van de leerpakketten Laat eens zien!. Inmiddels zijn verschillende nieuwe woordenschatpakketten in ontwikkeling met als voorlopige werktitels: • Op school (1 en 2) • Met de bus • In de winkel