Milieuverslag 2010
voor meer informatie: www.cosun-jaarverslag.nl
Milieuverslag 2010 Dit milieuverslag verschijnt alleen in digitale vorm. Om de leesbaarheid en functionaliteit te vergroten is het verslag in HTML op de website geplaatst. Daarnaast is het complete verslag ook als pdf te downloaden. Dit verslag is ook verkrijgbaar in het Engels. In geval van tekstuele afwijkingen tussen de Engelse en de Nederlandse versie prevaleert laatstgenoemde. This Environmental Report is also published in English. In the event of textual inconsistencies between the English and the Dutch version the latter shall prevail.
Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda Telefoon (076) 530 32 22 Fax (076) 530 33 03 Internet www.cosun.nl E-mail
[email protected]
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland onder nummer 20028699.
Cosun Milieuverslag 2010
2
Inhoud Inleiding Duurzame teelt • Suiker Unie • Sensus • Aviko • SVZ
5 5 5 6 6
Kringloopsluiting 7 Klimaatverandering Energie • Aviko • Suiker Unie • Sensus • SVZ • Unifine
8 8 8 8 8 9 9
Broeikasgassen • Emissiehandel • Koelinstallaties • Duurzame energie
9 10 10 11
Waterverbruik • Aviko • Suiker Unie • Sensus • SVZ • Nedalco • Unifine
12 12 12 12 12 13 13
TPM
14
3
Milieu Jaarrekening in cijfers 2009 • Geconsolideerde balans • Geconsolideerde winst- en verliesrekening Afval • Geconsolideerde kasstroomoverzicht • Geconsolideerd overzicht totaalresultaat Energie • Toelichting jaarrekening • Biogas balans • CO•2Enkelvoudige fossiel Enkelvoudige winst- en verliesrekening • NO• x Toelichting op enkelvoudige jaarrekening • SO•2 • Overige gegevens • Accountantsverklaring Water • Statutaire bepalingen • Grondwater • Voorstel resultaatbestemming • Leidingwater • Gebeurtenissen na balansdatum Vermesting Adressen • CZV • Stikstof • Fosfaat
26 27 15 28 16 16 17 18 47 19 48 57 20 57 21 58 21 58 58 22 22 59 23 24
Bodem
25
Klachten
25
Inhoud/ Cosun Milieuverslag 2010
Inleiding
Cosun stelt zich op het standpunt dat al ons handelen maatschappelijk verantwoord dient te zijn. Alles wat wij doen en laten heeft effecten voor de drie aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen: financieel-economisch (profit), milieu (planet) en mens & samenleving (people). In dit milieuverslag over 2010 gaan wij dieper in op het aspect milieu. Als leidraad hanteren wij de onderwerpen: 1. duurzame teelt 2. klimaatverandering - gebruik (fossiele) energie - uitstoot broeikasgassen 3. waterverbruik Duurzame teelt behoort niet tot de directe bedrijfsactiviteiten van Cosun. Toch besteden wij er veel aandacht aan, omdat wij als coöperatie een directe binding hebben met de akkerbouwsector. Samen met onze telers zetten wij ons in voor duurzame teelt van onze grondstoffen, in het belang van de sector en het milieu. Wij onderzoeken in hoeverre het Global Reporting Initiative (GRI) als basis kan dienen voor een MVO-rapport. GRI omvat uniforme richtlijnen voor de rapportage van economische, sociale en milieuprestaties in het MVO-verslag. Daarmee maakt GRI dergelijke verslagen vergelijkbaar en dus transparant. Het is de bedoeling om in 2012 voor milieu volgens deze methodiek te rapporteren. Daarvoor moet worden bepaald hoe Cosun de GRI interpreteert en toepast. Het milieuverslag 2010 bestaat zoals ieder jaar uit twee delen. In het eerste deel geven wij aan welke milieuverbeteringen zijn bereikt. Hierbij dienen de drie milieuthema’s als uitgangspunt. In het tweede deel leggen we per businessgroep cijfermatig verantwoording af over de bereikte resultaten. Door de inzet van milieuzorgsystemen en permanente verbetering loopt de milieubelasting door de businessgroepen gestaag terug, mits zich geen bijzonderheden voordoen. Om de grafieken in dit deel inzichtelijk te maken, lichten we ze steeds toe. Wij hopen de lezer hiermee een beeld te schetsen van waar wij ons op milieugebied mee bezighouden en wat er in de afgelopen tijd aan resultaten is geboekt. Breda, april 2011
Cosun Milieuverslag 2010 / Inleiding
4
Duurzame teelt
Duurzame teelt genereert voor de boer voldoende inkomen, kan ‘eeuwig’ doorgaan en levert producten die nodig zijn voor een milieuvriendelijke verwerking in het proces. Als toonaangevende akkerbouwcoöperatie beschouwt Cosun het als zijn taak om de boer te ondersteunen in de verduurzaming van zijn teelt. Dit gebeurt direct met teeltondersteuning en indirect bij het vaststellen van methoden om duurzaamheid te meten. Vanuit dit laatste punt is Cosun actief in de Europese Food Round Table. Deze bevordert een duurzame productie en consumptie van voeding. In de Food Round Table schept de Europese voedingsmiddelenindustrie samen met de EU eenheid in de wijze waarop de milieuvoetafdruk van een product wordt bepaald. Daarnaast kijkt de Food Round Table naar de manier waarop deze gegevens gerapporteerd worden, met als resultaat dat de afnemer van voedingsmiddelen eenduidige en correcte informatie over het product krijgt. Producten worden geheel vergelijkbaar. Cosun is tevens actief in de discussie over de watervoetafdruk: een maat voor het watergebruik van een product, gemeten over de hele productieketen. Water is een schaars goed aan het worden. De watervoetafdruk wordt met steun van instellingen van de VN ontwikkeld (www.waterfootprint.org). Suiker Unie Al jaren gebruikt Suiker Unie Unitip Online, een perceelsgericht registratie- en adviesprogramma voor de suikerbietenteelt. In 2009 is het uitgebreid met informatie over het duurzaam produceren van suikerbieten, zoals het energieverbruik en de milieubelasting van de teelt. Daardoor is vanaf 2010 via Unitip voor elk perceel een duurzaamheidsverslag beschikbaar. Dat maakt het mogelijk om het energiegebruik, inclusief CO2-uitstoot, en de milieubelasting van de verschillende bietenpercelen te vergelijken. Dit kan per hectare en per ton geteelde suiker. Mineralenkringloop Suiker Unie is in 2010 gestart met het in kaart brengen van de mineralenkringloop. Omdat het land zeer intensief wordt bebouwd, is het uitermate belangrijk dat de bodemvruchtbaarheid in stand blijft.
5
Bovendien vinden wij het belangrijk dat de hoeveelheid mineralen die met de biet naar de fabriek gaan, wordt teruggebracht op het land. Suiker Unie werkt hard aan de oplossing voor deze problemen. Zo proberen we de mineralen te concentreren tot een hanteerbare stroom en deze vervolgens om te vormen in een voor de boer hanteerbare vorm. Daarnaast vraagt ook de wetgeving aandacht. Om te voorkomen dat er verkeerde stoffen in de kringloop komen, is wetgeving ontwikkeld. Deze verbiedt het op of in de bodem brengen van afvalstoffen waardoor het sluiten van kringlopen soms wordt bemoeilijkt. Veldleeuwerik Suiker Unie is actief in Veldleeuwerik. Deze stichting bevordert duurzame productie van akkerbouwgewassen. Hierbij werken onder meer akkerbouwers, afnemers en verwerkende industrie samen. Deze samenwerking wordt uitgerold in Noord- en Zuidwest-Nederland. In Veldleeuwerik ondersteunen afnemers en verwerkende industrie de teler in zijn zoektocht naar duurzaamheid. Rond de buitendienst van onder andere Suiker Unie staat een aantal specialisten klaar op het gebied van bodemvruchtbaarheid, bemesting, gewasbescherming, biodiversiteit en ketenbeheer. In Veldleeuwerik zijn ook gerenommeerde instituten actief, zoals het Centrum Landbouw en Milieu en het Louis Bolk Instituut, dat internationaal adviseert over duurzame landbouw, voeding en gezondheidszorg. Sensus De teelt van cichorei vindt plaats op (voornamelijk) Nederlandse akkerbouwbedrijven. Door teelten af te wisselen bedrijven ze vaak al vele jaren op een duurzame manier landbouw.
Duurzame teelt/ Cosun Milieuverslag 2010
Cichorei past goed in een dergelijke vruchtwisseling, omdat het gewas nauwelijks last heeft van aantasting vanuit de bodem. Omdat cichorei weinig last heeft van ziekten en plagen, heeft ze weinig gewasbeschermingsmiddelen nodig. Bovendien is het gewas zeer gevoelig voor chemische onkruidbestrijding. Daardoor is het herbicidengebruik laag. Door één of zelfs meerdere spuitbeurten te vervangen door mechanische onkruidbestrijding krijgt de gevoelige cichorei minder terugslagen in de groei. Het mechanisch weg schoffelen van onkruid is een goede oplossing. Sensus ondersteunt daarom ontwikkelingen in mechanische en geautomatiseerde precisiemethoden om onkruid te beheersen. Schoffel In het voorjaar van 2010 heeft loonbedrijf Haaijer in Veelerveen (Groningen) de Garford-schoffel naar Nederland gehaald. Deze grote machine kan onkruid uit de rij verwijderen. In mei zijn de eerste testen bij cichorei uitgevoerd. Het akkerbouw- en loonbedrijf van Jan en Noud van Gog uit Liessel (Brabant) is in 2010 aan de slag gegaan met gpsgestuurde mechanische onkruidbestrijding in cichorei. Om deze ontwikkelingen te ondersteunen heeft Sensus, in het project ‘Telen met toekomst’, een demonstratie gehouden. Daarin presenteerde het verschillende vormen van chemische en mechanische onkruidbestrijding. Sensus heeft, samen met Suiker Unie en kenniscentrum IRS, gekeken of het een aangepast Unitip-systeem kan toepassen in de cichoreiteelt. Sensus wil de teelt verder verbeteren met projecten als de best practice-groep cichorei en het teeltregistratie- en evaluatieprogramma Itop. In 2010 nam een derde van de telers al deel aan het programma. Aviko Aviko heeft 2010 gebruikt om zicht te krijgen op de mogelijkheden om de aardappelteelt verder te verduurzamen. De aandacht ging daarbij uit naar:
Cosun Milieuverslag 2010 / Duurzame teelt
• een hogere opbrengst per hectare bij gelijke milieubelasting, door een aardappel te telen die betere resultaten in de verwerking geeft; • akkerlandenbeheer om vogels een beter leefmilieu te bieden; • onderzoek naar de introductie van nieuwe, milieuvriendelijkere aardappelrassen. Uitgangspunt is dat in het oogstjaar 2012 de verbeteringen worden geïntroduceerd. SVZ Om hun duurzaamheidclaims te kunnen onderbouwen, zijn levensmiddelenproducenten afhankelijk van de gehele keten. SVZ speelt hierop in door de spelers in de aardbeienketen te verbinden. Europa’s grootste gebied voor de aardbeienteelt ligt in Huelva, Zuid-Spanje. Deze regio is tevens bekend om haar natuurschoon. Zo trekt het waterrijke, beschermde park Doñana vele vogelsoorten aan, waaronder de flamingo. Ook het Wereld Natuur Fonds is hier actief. SVZ zet zich in om de aardbeienteelt bij de Doñana te verbeteren, met name op het gebied van waterverbruik. Hiertoe is de onderneming een project gestart dat mede wordt gefinancierd door twee van haar grootste klanten. In het project spelen de telers en SVZ een centrale rol. Voor de coördinatie en controle van de resultaten werken ze samen met de universiteit van Cordoba. De aardbeientelers hebben meetapparatuur geïnstalleerd voor waterverbruik en temperatuur. De universiteit analyseert in 2011 welke watergift, welke meststoffen en welke gewasbestrijdingsmiddelen een optimale - duurzamere - teelt opleveren. De resultaten worden gepresenteerd op telerbijeenkomsten. SVZ wil de komende jaren zo veel mogelijk aardbeientelers motiveren om duurzamer te gaan telen. De bereidheid van de telers tot samenwerking is zo groot dat verduurzaming van de aardbeienteelt goed van de grond komt.
6
Kringloopsluiting als oplossing toekomstig tekort mineralen De belangrijkste activiteit van Cosun is het verwerken van plantaardig materiaal. Planten hebben, naast water en lucht, mineralen nodig om goed te kunnen groeien. Wereldwijd dreigt op termijn een tekort aan mineralen, zoals fosfor. Uit de natuur gedolven fosforertsen wordt chemisch omgevormd tot fosfaat. Dit is, samen met nitraat, het belangrijkste onderdeel van kunstmest. Bovendien is er veel energie nodig voor het produceren van fosfaat en nitraat, dat ontstaat uit de verbranding van stikstof uit de lucht. Dit is geen duurzame werkwijze; het sluiten van de kringloop is dat wel. Het overgrote deel van de mineralen dat met de bieten binnenkomt, kan worden teruggebracht naar de landbouw. In de suikerindustrie gebeurt dit al jaren met Betacal en perspulp. Ook het water dat bij de suikerproductie vrijkomt bevat veel mineralen. Cosun werkt aan het sluiten van de kringloop door onder andere struviet en digestaat te produceren. Struviet ontstaat met behulp van magnesium uit de stikstof en het fosfaat in afvalwater. Zo worden twee van de belangrijkste mineralen teruggewonnen. Digestaat is het restproduct dat achterblijft na de winning van biogas uit organisch materiaal. Dit digestaat - organisch materiaal met mineralen - draagt bij aan de bodemverbetering. De Meststoffenwet bemoeilijkt het sluiten van deze kringloop. In 2011 heeft Cosun overleg gepland met de overheid om belemmeringen in deze wet- en regelgeving weg te nemen, zodat struviet en digestaat mogen bijdragen aan een verdere verduurzaming van de landbouw.
7
Kringloopsluiting / Cosun Milieuverslag 2010
Klimaatverandering
Klimaatverandering gaat de hele wereld aan. De mate waarin onze activiteiten hieraan bijdragen, is bescheiden. Maar dat betekent niet dat wij geen verantwoordelijkheid nemen voor het gebruik van fossiele energie en de emissie van koelvloeistoffen. Wij zien erop toe dat er geen energie wordt verspild en dat er geen koelvloeistoffen uit de installaties ontsnappen. In onze bedrijven zijn dit aandachtspunten in de dagelijkse bedrijfsvoering. Energie Onder energie verstaan wij het gebruik aan niet-hernieuwbare energie. Dit betreft aardgas en een klein deel stookolie. Over het electriciteitsverbruik rapporteren wij nog niet, hoewel dit wel een onderdeel van de GRI is. De afgelopen jaren zijn de verbruiken wel geregistreerd, maar er zijn nog niet voldoende jaren beschikbaar voor een goede presentatie van de ontwikkeling in het verbruik. In 2012 zal voor het eerst over het elektriciteitsverbruik worden gerapporteerd. Aviko Bij Aviko is al jaren extra aandacht voor het energieverbruik. Zo organiseert het jaarlijks een energiedag en is het energieverbruik opgenomen in het programma Total Productive Maintenance. Tijdens de energiedag lichten alle verantwoordelijken, samen met de specialisten van Cosun, succesvolle projecten toe en brainstormen ze gezamenlijk over nieuwe projecten. Voor deze aanpak zijn er intussen veel metingen verricht. Bovendien hebben al deze aandacht en diverse kleine projecten ertoe geleid dat het specifiek energiegebruik ten opzichte van 2005 met dertien procent gedaald is. Novidon, onderdeel van Aviko, is gespecialiseerd in het verwerken en opwaarderen van zetmeel. Dit zetmeel komt vrij bij de verwerking van aardappelen tot bijvoorbeeld frites en chips. Novidon heeft in 2010 veel nadruk gelegd op energiebesparing. Behalve gangbare oplossingen heeft dat ook innovatieve ideeën opgeleverd. Zo heeft een oliegestookte ketel een hoger rendement gekregen door de invoer van waterstof. Hierdoor verloopt ook de verbranding vollediger.
Cosun Milieuverslag 2010 / Klimaatverandering
Suiker Unie Suiker Unie heeft in Dinteloord een nieuwe pulppers geïnstalleerd, die de pulp beter perst. Hierdoor hoeft er minder water te worden verdampt. Dit levert een energiebesparing op van 3%. Door kleinere maatregelen, zoals frequentieomvormers en een nieuwe warmtewisselaar in de sapzuivering, is nog 1% extra bespaard. In totaal is het energieverbruik van Dinteloord in 2010 dus met 4% gedaald. Roosendaal heeft de suikerstroopindamper vervangen door een energiezuinig exemplaar. Dit levert een besparing op van maar liefst 10% van het totale energieverbruik van de locatie. Sensus Momenteel loopt bij Sensus een onderzoek naar mogelijkheden voor efficiencyverbeteringen in de stoomproductie. Om energie in het productieproces te besparen is het productieproces gemodelleerd. Aan de hand van dat model optimaliseert Sensus stap voor stap het energieverbruik en daarmee het rendement. Verder heeft Sensus het ketelrendement verhoogd door de luchttoevoer naar de brander in de ketel aan te passen. Deze is telkens precies voldoende voor de hoeveelheid te verbranden gas. Het warmteverlies is daarbij minimaal. Een vergelijkbaar model gebruikt Nedalco in Sas van Gent voor het productieproces van alcohol. Dit heeft ook daar geleid tot talrijke mogelijkheden die op hun technische en financiële haalbaarheid worden onderzocht.
8
SVZ SVZ heeft een omvangrijke opslag van bevroren fruit, waarbij veel energie wordt verbruikt. Omdat ook Aviko veel diepvriescapaciteit gebruikt, hebben de bedrijven samen onderzocht hoe ze het energieverbruik verder kunnen terugbrengen. De onderzoekresultaten wijzen uit dat er verdere mogelijkheden voor besparingen zijn. Deze worden in 2011 op hun haalbaarheid getoetst. Omdat de verkopen van SVZ niet het gewenste niveau haalden en de productie dus niet op volle kracht draaide, is het relatieve energieverbruik toegenomen. Alle machines moesten toch voor de volle honderd procent draaien, waardoor het energieverbruik per kilogram product wat hoger uitviel. Desondanks heeft de vestiging Etten-Leur een energiebesparing van 5% kunnen bereiken. Om verpakkingsmateriaal te besparen, is SVZ deels overgegaan op bulktransport. Het schoonmaken van deze tankwagens en containers kost uiteraard water en energie. SVZ heeft onder meer de stoomketel aangepast met een economiser. Daarbij worden (warme) afgassen gebruikt om het ketelvoedingwater op te warmen. Verder is extra aandacht besteed aan het weekendgebruik van machines, als de fabriek niet draait. Sommige machines, zoals een persluchtsysteem, kunnen dan uit. Een andere belangrijke stap is het automatiseren van handmatige processen die veel energie verbruiken. Het blijkt dat de operator niet zo snel en nauwkeurig kan werken als een geautomatiseerd systeem en dus ook niet even energiezuinig. Unifine Bij Unifine heeft 2010 in het licht gestaan van een lager energiegebruik. Zo heeft in Manage (België) een externe energieconsulent gekeken naar energiebesparing. Zijn voorstellen worden bekeken op hun haalbaarheid.
9
De locatie Erquinghem (Frankrijk) heeft 7% op het energiegebruik bespaard door een nieuwe efficiënte warmwaterboiler te installeren, het pneumatisch suikertransport te vervangen door mechanisch transport en door een betere bezetting van de fabriek. Palmela (Portugal) heeft een energiereductie van 6% behaald door veel kleine maatregelen. Bijvoorbeeld door apparatuur die niet wordt gebruikt uit te zetten en door het suikermaalstation aan te passen. In 2011 volgen verdere besparingen door, net als in Erquinghem, het suikertransport te verbeteren. In Darmstadt (Duitsland) is 3% bespaard, ook dankzij kleine maatregelen, zoals energiebesparende verlichting in de productieruimten. Verdere reductie van energie en de hoeveelheid afvalstoffen kan Darmstadt bereiken door meer producten in bulk aan te voeren. Groningen heeft 4% aan energie bespaard. Met name door het lekverlies van het vacuümafzuigsysteem te verminderen en de mengers aan te passen. Kerepes (Hongarije) heeft een energiereductie van maar liefst 17% behaald. Dat is vooral bereikt door productiebatches beter op elkaar af te stemmen. Daardoor is het aantal reinigingsstappen drastisch teruggebracht, wat bovendien minder verspilling oplevert. Door de drastische energiereductie van de afgelopen jaren is het ketelhuis te groot geworden in verhouding tot de productie. Een nieuwe stoomketel zou nog meer energie besparen. De aanschafkosten hiervan staan echter in geen verhouding tot de besparingen. Kerepes bestudeert of het project met overheidssubsidie wél financieel haalbaar is. Broeikasgassen Door zowel de landelijke overheid als de Europese Unie zijn maatregelen ontwikkeld om de emissie van broeikasgassen door grote energieverbruikers terug te dringen. Ook Cosun heeft door energieverbruik te maken met het broeikasgas CO2. Bovendien hebben de Cosun-bedrijven veel koelinstallaties, die freonen (koelvloeistoffen) bevatten. Dit zijn sterke broeikasgassen.
Klimaatverandering / Cosun Milieuverslag 2010
Emissiehandel Om het ongebreidelde gebruik van fossiele energie aan banden te leggen, heeft de Europese Unie in 2005 de handel in CO2-emissierechten ingevoerd. De maximale uitstoot van dit broeikasgas wordt sindsdien vastgelegd. Bedrijven die minder CO2 uitstoten kunnen hun emissierechten op de markt verkopen en verdienen zo geld aan schonere en efficiëntere productie. Voor de periode 2013-2020 komt er een nieuw, maar lager plafond voor de uitstoot. Hierover vindt binnen de EU overleg plaats. Cosun heeft meegepraat over de regels rond de CO2-emissiehandel in de nieuwe periode. Ten opzichte van industrieën in bijvoorbeeld de staal, chemie en raffinage, is Cosun een kleine speler. Daarom komt het op voor de belangen van de ‘kleine ondernemingen’. Dit gebeurt zowel in de werkgeversorganisatie VNO/NCW, als in CEFS (Europese suikerfabrikanten) en CIAA (Europese koepelorganisatie voor de voedingsmiddelenindustrie). Ieder land krijgt een hoeveelheid rechten toebedeeld en geeft hiervan een deel aan bedrijven weg. De rechten die overblijven moet het land verkopen via een veiling. Het geld vloeit naar de staatskas. Voor de rijke landen is afgesproken dat ze een deel van hun geld overmaken aan de armere landen binnen de EU. VNO/NCW heeft namens het bedrijfsleven het voortouw in het overleg met de rijksoverheid. Beide streven naar een correct en werkbaar emissiehandelssysteem. Van belang hierbij is dat door het systeem geen grote concurrentieverschillen ontstaan. Dankzij onder andere inbreng van Cosun zijn verbeteringen in het handelssysteem aangebracht, met als belangrijkste de bepaling van het historische energieverbruik. Om gratis rechten toe te kennen, gaat de EU uit van dat historische energieverbruik per productielocatie. De EU heeft 2005-2009 gekozen als basisjaren.
Cosun Milieuverslag 2010 / Klimaatverandering
De suikerindustrie is echter vanaf 2006 door de EU gestimuleerd om fabrieken te sluiten. De totale CO2-uitstoot nam af, maar de capaciteit van de resterende suikerfabrieken werd groter en daarmee de CO2-uitstoot per fabriek. Voor deze fabrieken zijn de basisjaren tot en met 2008 dus onrealistisch. Na overleg kunnen nu ook 2009 en 2010 als basisjaren dienen. Koelinstallaties Koelinstallaties worden goed bewaakt. In een logboek staat welke werkzaamheden aan de installaties zijn uitgevoerd en hoeveel koelvloeistof is toegevoegd. Dit heeft nog niet geleid tot een heldere vertaling naar broeikasgasemissie. Het voornemen is om over 2011 te rapporteren over de bijdrage aan de broeikasgasemissie door het verlies van koelvloeistoffen. Al langer loopt de actie tegen de koelvloeistoffen R12 en R22. Deze sterke broeikasgassen breken de ozonlaag af. R12 is tot tienduizend maal sterker dan CO2. Daarom hebben de overheden internationaal besloten om de verkoop van R12 en R22 (freonen) te verbieden. Vanaf 2010 mogen deze koelvloeistoffen niet meer nieuw worden verkocht. Vanaf 2015 mogen koelsystemen niet meer worden bijgevuld met deze koelmiddelen. Om het gebruik van R12 en R22 uit te bannen, heeft Cosun in 2010 geïnventariseerd hoeveel van deze installaties de bedrijven hebben. Dit zijn er iets minder dan tweehonderd. Hieronder zijn veel heel kleine installaties, die nooit lekken en daardoor geen aandacht vergen. Voor alle installaties maken de businessgroepen een vervangingsschema. Koeling Aviko Steenderen is gestart met het ombouwen van alle industriële freonkoelingen tot koelingen op basis van ammoniak. De laatste stof is milieuvriendelijker dan freon. Bovendien kost koeling met ammoniak minder energie.
10
Vrachtwagens Voor het transport van diepvriesfrites gebruikt Aviko vrachtwagens met een vriesinstallatie die door een motor wordt aangedreven. Deze motoren zijn hinderlijke geluidsbronnen, zeker als de vrachtwagens ergens staan te wachten. Als test heeft Aviko twee vrachtwagens uitgerust met een koeling op basis van vloeibare CO2. Daarmee is de geluidshinder verdwenen. Bovendien is de CO2-emissie minder omdat de motoren niet meer hoeven draaien. Duurzame energie In België heeft de Aviko-locatie Proven een uitgebreide studie gedaan naar het biogas dat vrijkomt uit de waterzuivering. Proven gaat dit biogas beter benutten door er zowel warmte als elektra van te maken. Door de waterzuivering aan te passen is bovendien de winbare hoeveelheid biogas toegenomen. In 2009-2010 heeft Rixona, onderdeel van Aviko, onderzoek gedaan naar de vergassing van kippenmest. Het blijkt niet rendabel om daarin te investeren. Er bestaat namelijk geen zekerheid over de aanvoer en prijs van de mest. Het onderzoek bracht wél kansen aan het licht voor de verbranding van sloophout. Samen met Cofely, dat is gespecialiseerd in duurzame technologie, onderzoekt Rixona of het opwekken van duurzame energie door houtverbranding een optie is voor de lange termijn. Bij het slopen van gebouwen en de gemeentelijke afvaldepots komen grote hoeveelheden hout vrij. Dit kan goed verbrand worden. Het is niet de bedoeling dat verduurzaamd hout wordt verbrand. Dit is dermate verontreinigd dat hiervoor zeer gespecialiseerde installaties nodig zijn.
11
Suiker Unie is in 2010 gestart met de bouw van een vergistinginstallatie. In deze installatie zal organisch materiaal omgezet worden in biogas. Suiker Unie is voornemens een belangrijke producent van hernieuwbaar gas te worden. De waterzuivering van Sensus zet organisch materiaal deels om in methaan. Dit vervangt aardgas in de stoomketel., waardoor er minder fossiele CO2 in de lucht komt. Dit biogas bevat wel zwavel. Sensus onderzoekt of het mogelijk is de hoeveelheid zwavel van het biogas te verlagen.
Klimaatverandering / Cosun Milieuverslag 2010
Waterverbruik
Water is schaars aan het worden. Waterbesparing is daarom een belangrijk maatschappelijk thema. Vanwege de voedselveiligheid zijn onze bedrijven verplicht om voldoende water te gebruiken, bijvoorbeeld om te reinigen. Daarnaast moet het water dat in aanraking komt met de producten van drinkwaterkwaliteit zijn. Daardoor zijn de mogelijkheden om water te besparen beperkt. Ook is hergebruik niet eenvoudig. Toch zoekt iedere businessgroep van Cosun kansen om water efficiënter te gebruiken. Aviko Bij Aviko loopt in het kader van TPM op de fabrieken een actie ‘droge vloeren’. In het verleden werden morsverliezen met water weggespoten. Nu worden de verliezen opgeschept. Dit bespaart veel water. De locatie Veurne (België) van Duynie richtte de aandacht in 2010 mede op een geringere vervuiling van het afvalwater. Ze heeft scherp gelet op de verliezen in de fabriek en met behulp van de eigen researchorganisatie de prestaties van de waterzuivering verbeterd, met als einddoel kringloopsluiting. Dan hergebruikt de locatie al het industriële afvalwater. Dit is mogelijk omdat Duynie op deze locatie technisch zetmeel produceert. Dit is geen voedingsmiddel. Door de milieubelasting via het afvalwater sterk te verlagen kan Duynie in de toekomst binnen de vergunde milieuruimte uitbreiden. Ook de locatie Nijmegen van Duynie heeft het afvalwatersysteem verbeterd. Hierdoor is de kans op storingen afgenomen. Suiker Unie De suikerfabrieken van Suiker Unie krijgen met de bieten meer water binnen dan ze nodig hebben, wat van Suiker Unie een waterproducent maakt. In dit verband is Suiker Unie van plan om aan het grootschalige kassencomplex dat naast de fabriek Dinteloord gaat verrijzen, gietwater te gaan leveren voor de planten. In 2010 is gestart met een onderzoek naar de vraag of de fabriek tegen een aanvaardbare prijs aan de kwaliteitseisen van gietwater kan voldoen.
Cosun Milieuverslag 2010 / Waterverbruik
Sensus Sensus heeft water nodig van drinkwaterkwaliteit. Deels wordt in deze behoefte voorzien met grondwater. Op grond van de Europese kaderrichtlijn Water heeft de onderneming recht op bescherming van haar grondwaterwinning. De provincie onderzoekt hoe zij deze verplichting kan invullen. Zij zoekt een delicaat evenwicht tussen de optimale bescherming van Sensus en aanvaardbare beperkingen aan bedrijven en bewoners in de omgeving. Naar verwachting wordt dit onderzoek in 2011 afgerond. Sensus heeft bij de aanvraag van een nieuwe vergunning in 2009 al uitgebreid onderzocht hoe ze water kan besparen. In 2010 zijn geen nieuwe besparingsmogelijkheden naar voren gekomen. SVZ In 2010 functioneerde de waterzuivering in de vestiging Etten-Leur niet optimaal. Daarop is de installatie stilgelegd, schoongemaakt, gecontroleerd op defecten en weer in bedrijf genomen. De installatie functioneert nu goed. Door de inzet van TPM worden verliezen voorkomen, waardoor de vervuiling naar de waterzuivering wordt verlaagd. Bij verdere verlaging van de vervuiling naar de zuivering komt er een moment dat het niet meer zinvol is om zelf te zuiveren. SVZ kan het afvalwater dan beter aan het waterschap aanbieden. Door een grote storing bij een buurbedrijf is tolueen, via het gemeenteriool, in het riool van SVZ gestroomd. Dit is gemeld aan de overheid. Samen met de milieudienst van de gemeente Etten-Leur is ernstige milieuvervuiling voorkomen.
12
De milieudienst zoekt nog uit hoe het tolueen via het gemeenteriool in het riool van SVZ kon komen. Onderzoek aan de koeltorens bij SVZ heeft geleid tot significante besparingen. Koeling komt hier tot stand door de verdamping van water, waardoor kalk en zouten zich ophopen in het water. Door het doseer- en regelsysteem van de chemicaliën voor de koelwaterbehandeling aan te passen, kan een hogere indikking van het koelwater worden bereikt. Hierdoor is er minder spui nodig om de zouten af te voeren en daarmee minder koeltorensuppletie van water en waterchemicaliën. Bovendien maken de koeltorens door een betere bedrijfsvoering minder draaiuren. Hierdoor is minder energie nodig.
13
Nedalco Voor de fabriek Manchester heeft Cosun Food Technology Centre samen met Nedalco gekeken naar waterbesparing. Het bleek dat het gezuiverde afvalwater een groot deel van de koeltorensuppletie kan vervangen. Dit levert momenteel al een forse waterbesparing op. Onderzocht wordt of nog meer suppletiewater kan worden vervangen. Unifine Unifine Manage heeft problemen met het naleven van de afvalwatervergunning. Daarom is het bedrijf in 2010 begonnen met het vervangen van roestvrijstalen containers van 1 m³ door speciale bakken met een losse binnenzak. Deze bakken zijn lichter, ze hoeven niet met veel stoom en water schoongemaakt te worden en zijn beter te legen. Hierdoor wordt waterverspilling voorkomen. Door mislukte producties beter af te vangen, neemt de vervuiling van het afvalwater sterk af. Voor 2011 zijn verdere maatregelen tot verlaging van de vervuiling voorzien.
Waterverbruik / Cosun Milieuverslag 2010
TPM goed voor het milieu
Het verbeterprogramma TPM besteedt volop aandacht aan het milieu. Daartoe is de pilaar Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu ingericht. Via TPM worden verliezen geïdentificeerd, bijvoorbeeld van water en afvalproducten. TPM heeft aandacht voor reststromen, lekkages, schoonmaaktijd, enzovoorts. Door verliezen te (h)erkennen kunnen verbeteracties worden ingezet. Zo kunnen operators de schoonmaaktijd reduceren door ‘autonoom onderhoud’. Maar ook het oplossen van knoeipunten is een voorbeeld van hoe het milieu kan worden ontlast.
Cosun Milieuverslag 2010 / TPM
Kaizens (Japans voor ‘gericht verbeteren’) worden ingezet om structurele problemen aan te pakken. Een mooi voorbeeld is Aviko Cuijk. Daar heeft een verbeterteam de schiltijd van aardappelen verkort van 72 naar 42 seconden. Hierdoor verbruikt Cuijk minder stoom. Dit leidt tot een jaarlijkse kostenreductie van € 56.000.
14
Milieu in cijfers Dit deel geeft de milieuprestaties over de periode 2006 – 2010 van de Cosun-bedrijven weer en volgt veelal de GRI-richtlijn, met uitzondering van de onderwerpen bodem en klachten. Deze zijn geen onderdeel van de GRI, maar vanuit het oogpunt van duurzaamheid besteden wij er hier aandacht aan. De nadruk ligt op de belangrijkste milieuaspecten: afval, energie en water.
Om de gegevens met elkaar te kunnen vergelijken, zijn ze met terugwerkende kracht aangepast. Bedrijven die geen deel meer uitmaken van Cosun zijn daarom uit het meerjarenoverzicht gehaald. Bedrijven die zijn toegetreden tot Cosun worden juist teruggerekend over de gehele presentatie. Een voorbeeld: medio 2009 is de suikerfabriek te Anklam onderdeel geworden van Cosun. De emissies in 2010 van deze fabriek zijn ook voor de jaren 2006 tot 2010 gebruikt. Door deze normering wordt een realistisch beeld geschetst van de ontwikkelingen van de nu gepresenteerde bedrijven. Het nadeel is dat de cijfers van 2009 en daarvoor in dit jaarverslag niet meer de werkelijke emissies weergeven. Die staan in eerdere milieuverslagen.
Afval Onder afval verstaat Cosun alles wat binnen Cosun geen nuttige bestemming meer heeft en afgevoerd wordt. Dit is wat in het gewone spraakgebruik ook onder afval wordt verstaan. Daarmee wijkt de definitie die Cosun aan afval geeft af van die in de Afvalstoffenwet. Voor de wet kunnen producten die maatschappelijk zeer gewenst zijn en ook een goede toepassing vinden, afval zijn. Wij produceren, net als ieder huishouden, gescheiden en ongescheiden afval. Alleen kennen wij een verdere uitsplitsing. Behalve papier en glas scheiden wij in voorkomende gevallen ook plastic, hout, metalen, composteerbaar afval en gevaarlijk afval. Composteerbaar afval maakt veruit het grootste deel uit van het gescheiden afval.
Hoeveelheid afval 140
Bedrijfsafval ongescheiden (in tonnen)
In tonnen x 1.000
120
composteerbaar afval (in tonnen)
100
Overig gescheiden afval (in tonnen)
80 60 40
Overig gescheiden afval (in tonnen)
20
Composteerbaar afval (in tonnen)
0
2006
2007
2008
2009
2010
De hoeveelheid composteerbaar afval groeit gestaag, vooral bij SVZ en Suiker Unie. SVZ is in 2009 gestart met de productie van wortelsap. Hierbij komen vezels vrij die kunnen worden gecomposteerd. Bij Suiker Unie wordt door steeds hogere kwaliteitseisen meer bietmateriaal, zoals de bietenstaartjes, gecomposteerd. Toch is deze hoeveelheid composteerbaar afval slechts 1,5% van al het organisch materiaal dat wij aankopen. Dit laat onverlet dat wij waar mogelijk proberen geen afval te veroorzaken.
15
Bedrijfsafval ongescheiden (in tonnen)
Het organisch afval wordt hoofdzakelijk afgevoerd naar een composteerbedrijf. Omdat het ook geschikt is om te vergisten, kan het beter door vergisting worden omgezet in biogas. De helft van al het composteerbare afval binnen Cosun komt van Suiker Unie. Deze stroom wordt in de toekomst steeds meer gebruikt voor de (eigen) winning van biogas. Dan merken wij het materiaal niet meer aan als afvalstof. Vanaf 2011 zal dit in de grafieken zijn terug te vinden, in termen van een verdere reductie van het composteerbaar afval.
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
Energie Biogas Aardgas ontstaat in diepe aardlagen uit de afbraak van organisch materiaal. Indien organisch materiaal onder zuurstofloze omstandigheden in tanks door bacteriën wordt afgebroken, ontstaat ook een vorm van aardgas. Dit gas noemt men biogas. Biogas verschilt van aardgas doordat het een wat lagere verbrandingswarmte heeft en niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Bij onze productie ontstaan reststromen die niet geschikt zijn voor voeding of als veevoer, maar waarvan wel biogas kan worden gemaakt. Het beleid van Cosun is erop gericht om steeds meer van deze resten te benutten voor de productie van biogas.
In dit verband bereidt Suiker Unie een grote vergistinginstallatie voor. Deze gaat een substantiële hoeveelheid biogas leveren. Dit gas gaat in de toekomst opgewerkt worden tot aardgaskwaliteit voor het openbare net. Hierdoor zal de bijdrage aan duurzaam gas sterk toenemen. Daarnaast leveren de waterzuiveringen bij anaerobe afbraak van de watervervuiling ook biogas. Dit biogas wordt veelal direct met het aardgas in de eigen stoomketel bijgestookt. Bij Suiker Unie gaat men ook dit gas opwerken tot aardgaskwaliteit en leveren aan het openbare aardgasnet.
In procenten (%)
Aandeel biogas in CO2-emissie 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Cosun Totaal Nedalco Aviko Sensus Suiker Unie
Sensus Aviko Nedalco
2006
2007
2008
2009
2010
Bovenstaande grafiek toont het percentage brandstof dat door biogas is vervangen. Om de verschillende brandstoffen te kunnen vergelijken, hebben wij alle brandstoffen in hun CO2-uitstoot per energie-inhoud uitgedrukt. In 2010 is Nedalco in Bergen op Zoom gestopt met de productie. Daarmee is ook de waterzuivering ontmanteld en produceert Nedalco geen biogas meer. Nedalco reinigt nu zelf geen afvalwater meer. Dit is uitbesteed aan een externe partij. Toch produceren de Cosun-bedrijven steeds meer biogas. Na de daling in 2009 door het outsourcen van de waterzuiveringen van Aviko, waardoor het biogas niet meer ten goede kwam aan de eigen installatie, zijn nu technische aanpassingen gerealiseerd om het gas weer naar de fabriek te leiden. Hierdoor neemt de inzet van biogas weer toe.
16
Suiker Unie
Cosun totaal
Opvallend is de hoge inzet van biogas bij Sensus. Sensus voert een doelbewust beleid om zoveel mogelijk biogas te produceren. Het aandeel biogas is de afgelopen jaren toegenomen door verbeteringen in de bedrijfsvoering van de afvalwaterzuivering en de verwerking van suikerhoudend afvalwater van Suiker Unie Roosendaal. Suiker Unie benut het organisch materiaal in het waswater steeds intensiever. Hierdoor zien wij ook daar een stijging van het gebruik van biogas.
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
CO2-fossiel Het eerste deel van dit verslag beschrijft de inspanningen van de bedrijven op het gebied van energiebesparing. Dit is direct gekoppeld aan de CO2-emissie. De inspanning om energie te besparen blijft een topprioriteit. Enerzijds vloeit dit voort uit de verplichting die wij zijn aangegaan in de MJA (-/- 2%/jaar) en anderzijds uit de steeds hogere brandstofprijzen en het beprijzen van CO2 in het systeem van emissiehandel.
Op dit moment voert KEMA een onderzoek uit naar de ketelrendementen bij onze grootste energieverbruikers. Dit en de stijging van de energiekosten rechtvaardigt de verwachting dat de CO2-productie per ton product zal afnemen. Los van de directe CO2-emissie door de bedrijven, onderzoeken Suiker Unie en Sensus wat de CO2-footprint van hun producten is. Omdat deze footprint de gehele keten betreft, kan beter gekeken worden waar de grootste verbeteringen mogelijk zijn. Dit onderzoek zal in 2011 worden afgerond.
CO2 -emissie 350
SVZ
In tonnen x 1.000
300
Unifine F&Bi
250 200 150
Suiker Unie
Aviko
Sensus
Sensus
100
Aviko Nedalco
Suiker Unie
50 0
Nedalco
2006
2007
2008
2009
Unifine F&Bi SVZ
2010
Bij Suiker Unie speelt dit het sterkst, omdat zij de gehele suikerbietenoogst van Nederland verwerkt. Hierdoor valt een besparing van 1 of 2% niet op, hoewel het bedrijf daarvoor een grote inspanning heeft gepleegd. Dit speelt bij al onze bedrijven, met uitzondering van Nedalco.
Nedalco betrekt alle benodigde energie van een derde partij, wat zich vertaalt in het ontbreken van CO2-emissie in 2010. Een probleem bij de interpretatie van deze emissies is dat de invloed van de productie groter is dan de besparing. Bij een stijging of daling van de productie met 10% zal de emissie met een vergelijkbaar percentage stijgen of dalen.
Reductie energieverbruik bij Suiker Unie vanaf 1990
Ten opzichte van 1990 is de energiebesparing aanzienlijk: minus 43%. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de Europese doelstelling van 1,7% per jaar.
Cosun Milieuverslag 2010 / Milieu in cijfers
Energieverbruik voor de productie van kristalsuiker
100
(In procenten t.o.v. 1990)
Suiker Unie werkt al jaren aan het reduceren van het energieverbruik. Onderstaande figuur geeft het energieverbruik bij de productie van suiker over de laatste twintig jaar weer. Hiervoor is het verbruik in MJ/ton suiker in 1990 op 100 gesteld. De schommelingen worden veroorzaakt door veranderingen in de hoeveelheid geoogste bieten en de kwaliteit ervan. Zo hadden de suikerbieten in 2010 door de weersomstandigheden een lager suikergehalte. Hierdoor is het energieverbruik 3% hoger.
80 60 40 20 0
1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
17
NOx
Bij het verbranden van aardgas wordt ook de stikstof uit de lucht verhit tot temperaturen boven de 900 oC. Bij deze temperaturen verbrandt stikstof en vormt ze NOx. Door het regelen van de verbrandingsomstandigheden kan de productie van NOx beperkt worden. De productie van NOx is dus gekoppeld aan de productie van CO2. Naast de temperatuur speelt ook de samenstelling van de brandstof een rol. Stookolie en biomassa bevatten van nature stikstofcomponenten. Ook deze stikstof zal verbranden en NOx vormen.
Daar waar nu nog stookolie wordt gebruikt, kan niet meer worden overgeschakeld op aardgas. Wel zal telkens als er werkzaamheden aan de stookinstallaties worden uitgevoerd, worden gekeken naar de mogelijkheden om de NOx-emissie te verlagen. Bij Nedalco is de afbouw van de vestiging Bergen op Zoom in de cijfers terug te vinden. Omdat alle andere vestigingen hun energie bij derden inkopen, vindt er in 2010 geen directe uitstoot door Nedalco meer plaats.
In het verleden is bij SVZ een forse verlaging van de NOxemissie gerealiseerd door van stookolie over te gaan op aardgas. Nu is dit niet meer mogelijk.
NOx -emissie 250
SVZ
In tonnen
200
Unifine F&Bi
150 100
18
Suiker Unie
Aviko
Sensus
Sensus
50 0
Nedalco
Suiker Unie
2006
2007
2008
2009
2010
Aviko Nedalco Unifine F&Bi SVZ
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
SO2
SO2 ontstaat uitsluitend door de verbranding van zwavel die in de brandstof aanwezig is. Zwavelhoudende brandstoffen zijn olie, (vooral) zware stookolie en - afhankelijk van het afvalwater - biogas. Sensus gebruikt zwavelhoudende hulpstoffen in het productieproces. Samen met zwavel dat uit de wortel vrijkomt, ontstaat een zwavelhoudende afvalwaterstroom. Bij de vorming van biogas wordt dit zwavel omgezet en in de stoomketel verbrand tot SO2. Omdat Sensus steeds meer biogas inzet, zou de emissie van SO2 met de inzet van biogas moeten toenemen. Voor dit jaar zien wij een duidelijke afname. De verklaring hiervoor is dat in voorgaande jaren steeds werd uitgegaan van een schatting.
In 2009 steeg de emissie volgens deze schatting tot 84 ton. Afgelopen jaar heeft Sensus een meting laten uitvoeren om de hoeveelheid SO2 in het rookgas van de stoomketel te kunnen vaststellen. De resultaten van de meting wezen uit dat de werkelijke emissie veel lager is dan eerder was aangenomen. Niettemin heeft Sensus besloten om mogelijkheden te onderzoeken om de SO2-emissie verder te verlagen. De afname van de SO2-emissie bij SVZ is het gevolg van een lager zwavelgehalte in de brandstof. Nadat in 2008 het zwavelgehalte verlaagd was tot 0,2% is dit nu 0,1%. Daarnaast is het energieverbruik teruggelopen.
SO2 - emissie 90
SVZ
In tonnen
80 70
Unifine F&Bi
60
Nedalco
Suiker Unie
Aviko
Sensus
50 40 30
Sensus
20
Suiker Unie
10 0
2006
2007
2008
Cosun Milieuverslag 2010 / Milieu in cijfers
2009
2010
Aviko Nedalco Unifine F&Bi SVZ
19
Water Over de hele linie gebruiken de Cosun-bedrijven minder water. De grafiek laat de opgetelde hoeveelheden zien. Vanuit voedselveiligheid is het hergebruik van water vanwege de verontreinigingen die daar in kunnen zitten een lastige kwestie.
Daarbij moeten de fabrieken vanuit het oogpunt van voedselveiligheid en kwaliteit met steeds meer water reinigen. Het doorzetten van een afnemend waterverbruik wordt vanuit dit licht een steeds zwaardere opgave. Voor Cosun prevaleert voedselveiligheid boven watergebruik.
Waterbehoefte Royal Cosun In miljoenen kubieke meters
8
Grondwater
7
Leidingwater
6 5 4 3 2
Grondwater
1 0
2006
2007
2008
2009
2010
Cosun gebruikt zowel grond- als leidingwater. Het kiest voor grondwater als dat van goede kwaliteit is en in voldoende hoeveelheid beschikbaar. Daarnaast mag door de onttrekking geen schade in de omgeving optreden. Uitgangspunt is wel dat dit water hoogwaardig wordt gebruikt. Hoogwaardig gebruik is gebruik waar leidingwaterkwaliteit gewenst is. Dat niet altijd leidingwater wordt ingezet heeft zowel een
20
Leidingwater
financiële reden, leidingwater is duurder, als een milieureden. Onze fabrieken zijn gevestigd in een bebouwde omgeving. De invloed op de natuur is bij een onttrekking in een dergelijke omgeving veel minder dan bij een onttrekking in een natuurgebied. Daarnaast voorkomen wij dat pompenergie moet worden ingezet om het water over grote afstand naar de fabriek te brengen.
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
Grondwater Bij Sensus zien wij een toename van het verbruik. Dit is het gevolg van een hogere productie. Aviko besteedt veel aandacht aan het waterverbruik. Dat heeft geleid tot een flinke afname. Bij Nedalco is het lagere verbruik geheel te danken aan het stoppen van de fabriek in Bergen op Zoom.
SVZ is in Etten-Leur in 2009 een waterprogramma gestart dat doorliep in 2010. Het resultaat is een verdere daling van het waterverbruik in 2010 met bijna 5%. Dat dit niet zichtbaar is in de cijfers, is het gevolg van een veel grotere productie in Polen. Het is de bedoeling dat ook in Polen een waterbesparingsprogramma gaat lopen.
Grondwaterverbruik 3.000.000
SVZ
In kubieke meter
2.500.000
Unifine F&BI
2.000.000
Nedalco
Suiker Unie
1.500.000
Aviko
Sensus
1.000.000
Sensus
Nedalco Suiker Unie
500 0
Aviko
2006
2007
2008
2009
Unifine F&Bi SVZ
2010
Leidingwater Sensus heeft significant meer leidingwater afgenomen vanwege een doorstijgende productie. Voor de overige bedrijven gelden dezelfde redenen als bij grondwater.
Leidingwaterverbruik 3.000.000
SVZ
In kubieke meter
2.500.000
Unifine F&Bi
2.000.000
Nedalco
Suiker Unie
1.500.000
Aviko
Sensus
1.000.000
Sensus
Nedalco Suiker Unie
500.000 0
Aviko
2006
2007
2008
Cosun Milieuverslag 2010 / Milieu in cijfers
2009
2010
Unifine F&Bi SVZ
21
Vermesting Onder vermesting verstaan wij het in het water brengen van stoffen die algengroei bevorderen. Algen kunnen giftige stoffen afscheiden (blauwalgen). Ook kunnen ze indirect aanleiding geven tot vissterfte indien de algen afsterven en gaan rotten. Daarnaast nemen algen het licht weg, wat tot gevolg heeft dat planten en bodemleven verdwijnen. Dat heeft weer tot gevolg dat het leefmilieu van dieren verandert. Zo zullen soorten opkomen en verdwijnen. Daarnaast kunnen algen schadelijk zijn voor het produceren van drinkwater uit oppervlaktewater. Daarom is de overheid al in de jaren zeventig begonnen met het tegengaan van het vermesten van het afvalwater. Een van de belangrijke maatregelen was het verbieden van fosfaten in wasmiddelen. Maar ook organisch materiaal en stikstof zijn belangrijke elementen die het waterleven kunnen verstoren.
De vermesting van afvalwater wordt op basis van drie verschillende componenten bepaald. Aan de hand van het chemisch zuurstofverbruik (CZV), de hoeveelheid stikstof of de hoeveelheid fosfaat in het afvalwater. CZV CZV is een maatstaf voor de hoeveelheid organisch afval in afvalwater. Meestal wordt het afvalwater geloosd op het gemeenteriool. In een aantal gevallen wordt vooraf een eerste zuivering uitgevoerd waarbij biogas kan worden gewonnen. Daarna vindt in de gemeentelijke afvalwaterzuivering de eindzuivering plaats. Het gezuiverde water wordt vervolgens geloosd op het oppervlaktewater. Het milieu wordt hierdoor niet belast. Er is alleen sprake van een kostenpost voor de lozende bedrijven. In een aantal gevallen voert Cosun de gehele zuivering uit en wordt er direct op het oppervlaktewater geloosd.
CZV 1.600
SVZ
1.400 Unifine F&Bi
In tonnen
1.200 1.000
Nedalco
800
Aviko
600
Sensus
Suiker Unie
200 2006
2007
2008
2009
2010
Bij Suiker Unie is het CZV gestegen. De belangrijkste verklaring is dat de zuiveringen deze winter te maken hadden met een bijzonder lange koude periode. Net als in een koelkast is ook bij een waterzuivering de bacterieactiviteit bij lage temperatuur geringer. Hierdoor is de vervuiling minder goed afgebroken dan gebruikelijk. De toename van de lozing bij Sensus is gerelateerd aan de verdere stijging van de verwerking van cichoreiwortels. De lozing is per ton verwerkte wortel vergelijkbaar met voorgaande jaren.
22
Sensus Aviko Nedalco
400 0
Suiker Unie
Unifine F&Bi SVZ
Afgelopen jaar waren de aardappelen van slechte kwaliteit. Het gevolg voor Aviko is dat deze aardappelen zich moeilijk tot frietjes laten snijden. Bij het snijden gaan nu veel meer cellen stuk waarvan de celinhoud, zetmeel en eiwitten, in het snijwater terechtkomt. Het zetmeel wordt uit het snijwater gewonnen, maar het eiwit komt in het afvalwater terecht. Hierdoor is de vervuiling van het afvalwater toegenomen. De sluiting van de fabriek Bergen op Zoom van Nedalco heeft voor een CZV-afname gezorgd. Wél waren er kleine verontreinigingen als gevolg van allerlei werkzaamheden. Deze zijn ongereinigd op het gemeenteriool geloosd. Door verdere verbeteringen in de productie is de lozing in de fabrieken in Manchester en Sas van Gent teruggelopen.
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
Stikstof Stikstof wordt gemeten volgens de Kjeldahl-methode (Nkj). Kjeldahl-stikstof is zowel een maat voor het zuurstofopnemende vermogen als voor de vermesting van het water.
Samen met fosfaat vormt stikstof een basis voor algenbloei, die uiteindelijk zuurstof aan water onttrekt.
Kjedahl stikstof 250
Nedalco
In tonnen
200
Aviko Sensus
150
Suiker Unie
100
Suiker Unie Sensus
50 0
Aviko 2007
2008
2009
2010
In 2009 was bij Suiker Unie Dinteloord de lozing van Nkj gestegen omdat de aangepaste waterzuivering nog niet optimaal was ingeregeld. De lozing bleef echter binnen de vergunde waarde en daarmee binnen de mogelijkheden van het ontvangende water. Nu is het systeem optimaal in werking, wat zich openbaart in een daling van de lozing. Bij Sensus is zichtbaar dat een hogere productie ook hier tot een hogere lozing leidt.
Cosun Milieuverslag 2010 / Milieu in cijfers
Nedalco
Bij Aviko is de reden van de toename nog niet duidelijk. Wel is het bekend dat het de vestiging in Lomm betreft. Mogelijk is er een verband met de kwaliteit van de grondstof aardappelen. Aviko doet hier nader onderzoek naar. Bij Nedalco is door de sluiting van de vestiging Bergen op Zoom de productie geheel gaan draaien op een graanreststroom. Deze koolhydraten bevatten, in vergelijking met melasse, weinig stikstof.
23
Fosfaat Ook fosfaat draagt bij aan de vermesting en zorgt daarmee voor algengroei. Fosfaat wordt vaak langs chemische weg met ijzerchloride verwijderd uit afvalwater. Deze bekende en betrouwbare methode leidt tot een redelijk vaste eindconcentratie in het afvalwater. De fosfaatlozing varieert daardoor mee met de hoeveelheid water. Een andere manier om afvalwater te defosfateren is door het fosfaat met magnesium en stikstof te laten neerslaan als struviet. Daarmee is meststof te maken. Bij Aviko Steenderen heeft de struvietproductie de afgelopen periode goed gefunctioneerd.
Voor voldoende afzet van struviet moeten nog enkele barrières worden geslecht. Struviet is een langzaam werkende meststof. Het blijkt dat hieraan behoefte is bij gemeentelijke plantsoenen en boomkwekerijen. Daarnaast wordt de mineralenkringloop gesloten. Zoals bij innovaties wel vaker speelt, staat zowel de Afvalstoffenwet als de Meststoffenwet deze ruimere toepassing nog niet toe. Op dit moment spant Cosun zich in om dit probleem in de wetgeving op te heffen. Hiertoe wordt zowel onderzoek gedaan voor de Meststoffenwet als met het ministerie gesproken over de Afvalstoffenwet.
Fosfaat emissie 35
Aviko
30
Sensus
In tonnen
25
Suiker Unie
20 15 10
Suiker Unie
5 0
24
Sensus 2007
2008
2009
2010
Aviko
Milieu in cijfers / Cosun Milieuverslag 2010
Bodem Er zijn geen bijzondere gevallen van bodemverontreiniging te melden, op een lekkage bij de buurman van Unifine in Groningen na. De verontreiniging is beperkt gebleven tot een lekkage van dieselolie van enkele liters. De gelekte olie die op ons terrein is gekomen, wordt opgeruimd. In Gelderland is discussie geweest over de grond die met de aardappelen meekomt naar de fabriek. Aardappelen die in Nederland voor langere tijd worden opgeslagen, worden behandeld met het kiemremmend middel chloorprofam. Dit middel is in Europa toegestaan en uitgebreid getest op veiligheid voor mens en milieu. Zoals te verwachten bevat grond die van aardappelen afkomstig is sporen van dit product. In Nederland zijn normen vastgesteld voor grond. Chloorprofam is evenwel niet opgenomen in de lijst van stoffen die in grond mogen voorkomen. Of grond als verontreinigd wordt aangemerkt, is nu afhankelijk van de interpretatie van de lokale overheid. Omdat chloorprofam een toegelaten product is, is er nooit
een probleem op dit vlak opgetreden. Toch was de provincie Gelderland van mening dat de grond met de kiemremmer niet voldoet aan de wettelijke normen. Het gevolg was dat er geen kanaal meer was om de grond af te voeren. Bovendien was er geen ruimte meer om de grond op te slaan. Dit probleem is aan de landelijke overheid voorgelegd. Vanaf medio 2011 kan, dankzij een tijdelijke wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (Rbk) tarragrond met residuen kiemremmer weer worden opgeslagen en afgezet. In overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt onderzoek gedaan naar de afbreekbaarheid van de kiemremmer. Dit zal mede bepalend zijn voor de wijze waarop de norm wordt gewijzigd. Met deze wijziging wordt de belemmering voor de afzet van tarragrond weggenomen. Daarmee wordt het weer mogelijk om te komen tot kringloopsluiting door de aangevoerde grond naar de akkers terug te brengen of anderszins toe te passen.
Aantal klachten
Totaal aantal klachten Cosun 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Cosun; 46
2006
2007
2008
2009
2010
Klachten Cosun-bedrijven zetten zich in om overlast voor omwonenden tot een minimum te beperken. Vormen van overlast zijn onder andere geluids-, geur- en lichtoverlast, en verkeershinder. Alle klachten worden geregistreerd. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen gegronde klachten en klachten waarvoor wij geen oorzaak kunnen vinden. Zelfs klachten die Cosun niet veroorzaakt kán hebben, nemen wij serieus. Nul klachten is het streven. In 2010 zijn bij Aviko (24), Suiker Unie (21) en Unifine (1) in totaal 46 klachten ontvangen. Suiker Unie ontving meer klachten dan in voorgaande jaren.
Cosun Milieuverslag 2010 / Milieu in cijfers
Dit is grotendeels veroorzaakt door de vestiging Roosendaal, die te maken kreeg met geurklachten waarvan de oorzaak moeilijk te achterhalen was. Suiker Unie heeft daarop alle relevante bronnen aangepakt. Wij verwachten hiermee het probleem te hebben opgelost. Bij Aviko speelt de aanvraag van een nieuwe vergunning voor de vestiging Cuijk een rol. Omwonenden zijn daardoor gevoeliger voor en alerter op eventuele overlast. Bij een aantal klachten kon de bron van de overlast niet worden vastgesteld. Daarnaast zijn er enkele klachten gemeld over de locatie in Zweden. De klacht bij Unifine betreft een klacht over de vestiging in Portugal.
25