ACTIE
Kom in
voor hulp aan dieren in nood Een actieve en kleurrijke Animal Action Week wordt ondersteund door
informatie- & onderwijsgids
ACTIE
Kom in
voor hulp aan dieren in nood
Introductie Welkom bij “Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood”, een actieve en kleurrijke informatie- en onderwijsgids, die speciaal bestemd is voor de IFAW Animal Action Week.
Kom in ACTIE Film activiteiten De film en bijbehorende quiz ‘Wat is jouw score?’ op pagina 10, kunnen gebruikt worden om te laten zien hoe rampen wereldwijd noodsituaties veroorzaken waarvan zowel mensen als dieren het slachtoffer worden. Deze gids biedt verder ook nuttige achtergrondinformatie voor de lesactiviteiten die beschreven staan op de pagina’s 10 tot en met 16. Deze informatie is bijvoorbeeld te gebruiken in discussies met de leerlingen, waarbij enkele van de besproken onderwerpen in deze gids als punten op het bord genoteerd kunnen worden. Dit zou als inleiding kunnen dienen voor het bekijken van de film met aansluitend de quiz ‘Wat is jouw score?’. De antwoorden op de quizvragen van pagina 10 staan omgekeerd onderaan de bladzijde.
Inhoud Introductie
2
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood film en instructies voor de leerkracht
2
Noodhulp voor dieren - overzicht
3
Dieren redden tijdens rampen Orkaan Katrina 2005 Tsunami in Azië 2004
4-5
Rehabilitatie en vrijlating Opvang voor wilde dieren in India Opvang voor berenwezen in Rusland
6-7
Dieren redden na olierampen
8
Klimaatverandering en het stranden van dieren
9
Onderwijsactiviteiten
©IFAW/Jon Hrusa
Wat is jouw score - hand-out voor leerlingen
2
10
Praten over rampen - voor de leerkracht
11
Wat vind jij? - voor de leerkracht
12
Jij bent de baas - voor de leerkracht
13
Jij bent de baas - hand-out voor leerlingen
14
Jij bent in beeld - voor de leerkracht
15
Jij beslist mee - voor de leerkracht
15
Bosbranden vernietigen orangoetangpopulatie feitenoverzicht voor leerlingen 16
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
©IFAW/Nick Jenkins
De onderwijsactiviteiten kunnen in een groot aantal vakken toegepast worden, onder andere bij biologie, aardrijkskunde, maatschappijleer en Nederlands.
©IFAW/Aniruddha Mookerjee
Dit jaar richten we ons speciaal op rampen en noodsituaties. Kom in ACTIE laat zien hoe in veel rampsituaties het welzijn en de behoeftes, van mens en dier, steeds meer verstrengeld raken.
Meer kopieën Extra kopieën van dit pakket kunt u aanvragen bij: IFAW International Fund for Animal Welfare Javastraat 56 2585 AR Den Haag tel. 070 - 335 50 11
Een productie van het IFAW
©IFAW/John Wright
©IFAW/Vincent DeWitt
Hulp aan dieren in nood
Samenvatting Hulp aan mens en dier
Actie bij noodgevallen Het Noodhulpteam van het IFAW en andere dierenorganisaties zijn wereldwijd actief. Reddingsteams moeten in een mum van tijd klaar kunnen staan. Het is belangrijk om samen te werken met de lokale bevolking en andere organisaties, inclusief de overheid. De ene keer zijn er bij een noodsituatie duizenden vrijwilligers nodig, de andere keer slechts een klein team experts.
Rehabilitatie en opvang Vaak moeten dieren niet alleen gered, maar ook opgevangen worden op plekken waar ze kunnen herstellen en daarna teruggeplaatst kunnen worden in het wild.
Preventie Grote rampen trekken ook de aandacht van de pers en de media. Dat schept kansen om publieke en politieke steun te krijgen voor een betere dierenbeschermingswetgeving.
Dierenhulpverleners Dierenarts Ian Robinson is manager noodhulpactiviteiten bij het IFAW. Naast manager van noodhulpactiviteiten wereldwijd zal je Ian Robinson ook tot z’n nek toe in het water vinden als er walvissen gestrand zijn of leidt hij een team dat bij een grote ramp wilde dieren verzorgt. ©IFAW/Stewart Cook
We kennen allemaal de beelden van mensen die gered worden bij rampen, maar inmiddels zijn wij ons ervan bewust dat het ook essentieel is om dieren te redden. Mensen en dieren redden gaat zelfs vaak hand in hand. Boeren kunnen niet overleven zonder hun vee, dierenziektes kunnen overslaan op mensen, gebieden die afhankelijk zijn van eco-toerisme kunnen hun inkomstenbron verliezen en bij rampen willen mensen dat hun huisdieren ook gered worden. Soms zijn rampen catastrofaal en worden er duizenden dieren bedreigd, andere keren komen er bij kleine rampen slechts een paar dieren of zelfs maar één dier in nood. Het kan gaan om natuurrampen, zoals orkanen, aardbevingen, overstromingen, vulkanen en strandingen van zeezoogdieren, maar ook om door mensen veroorzaakte nood situaties, zoals olierampen en (bos)branden of oorlogssituaties. Daarnaast groeit de vrees dat klimaatverandering steeds meer rampen teweeg zal brengen waardoor vele diersoorten bedreigd zullen worden.
Vaak moeten dieren niet alleen gered, maar ook opgevangen worden op plekken waar ze kunnen herstellen en daarna teruggeplaatst kunnen worden in het wild.
Voorbereiding Een essentieel onderdeel van effectieve noodhulp is de voorbereiding. Rampenplannen worden ontwikkeld samen met regeringen, het bedrijfsleven en internationale organisaties. Daarbij worden wetenschappelijk bewezen richtlijnen gebruikt. Wanneer tijdens een ramp noodhulp op gang komt schept dit ook mogelijkheden om de plaatselijke bevolking op te leiden, zodat zij in de toekomst goed kunnen omgaan met vergelijkbare situaties.
Animal Action Week wordt ondersteund door
De toekomst De afgelopen decennia hebben noodhulpacties geleid tot het redden van duizenden dieren. De kennis van de betrokkenen neemt daardoor jaarlijks toe. Het is duidelijk dat in de toekomst deze kennis een belangrijke rol zal blijven spelen bij het scheppen van een betere wereld voor mens en dier.
To the - Emergency Relief for in Animals KomRescue in ACTIE voor hulp aan dieren nood
35
Dieren redden tijdens rampen Als er ergens ter wereld een ramp gebeurt, dan is er direct noodhulp nodig. Naast de vele internationale organisaties
e eerste stap is om de rampen en getroffen gebieden zo snel mogelijk in kaart te brengen. Vervolgens wordt ter plekke een praktijkgericht Noodhulpteam bij elkaar geroepen om in te schatten wat er aan hulp nodig is.
D
Zodra er een plan is, kan het team aan de slag. Dit vereist nauwe samenwerking met de betrokken overheid en andere instanties, plaatselijke dierenorganisaties en vrijwilligers. De samenwerking tussen alle betrokken organisaties is essentieel voor een succesvolle actie. Het hoofddoel bij rampen is mensen en dieren uitkomst bieden. Om dit te bereiken, redt het team zoveel mogelijk dieren en behandelt het de zieke en gewonde dieren. Ook helpt het de wilde dieren zodanig herstellen dat ze kunnen worden teruggeplaatst in de natuur; natuurlijk houdt het team zich daarbij aan de gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen. Voor de slachtoffers is het redden van hun huisdieren, vee en de dieren in de natuur een belangrijke bijdrage aan hun herstel. Een Noodhulpteam bestaat uit deskundigen, zoals dierenartsen, dierengedragsdeskundigen en logistieke- en communicatiemedewerkers. Het werk is vaak loodzwaar met lange werktijden en vreselijke omstandigheden. Het is niet gemakkelijk om de benodigde hulpmiddelen naar de rampgebieden te krijgen en de communicatie verloopt moeilijk.
4
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
Praktijkvoorbeeld Orkaan Katrina, VS In augustus 2005 liet orkaan Katrina een spoor van verwoesting na in de zuidelijke staten van de Verenigde Staten. Grote delen van de stad New Orleans werden verwoest door overstromingen. Er vielen vele doden en meer dan een miljoen mensen werden geëvacueerd. In het spoor van menselijke hulpacties volgde één van de grootste hulpacties voor dieren ooit. Tienduizenden eigenaren moesten toen ze geëvacueerd werden hun dieren achterlaten. Zo bleven onder andere paarden, honden, katten en andere huisdieren achter. Het IFAW en andere dierenbeschermingsorganisaties stuurden teams om de massale operatie te coördineren. Hulpverleners verplaatsten zich met boten door de overstroomde straten van New Orleans. Commandocentra werden opgezet in enorme reddingsvrachtwagens die speciaal zijn ontworpen voor noodgevallen. Er werden grote hoeveelheden dierenvoedsel en medische hulpmiddelen aangevoerd. Grote noodopvangcentra werden opgericht in het nabij gelegen Gonzalez en op de Louisiana State Universiteit en in het hele rampgebied verrezen nog andere centra.
©IFAW/Julia Cumes
Het werk is vaak loodzwaar met lange werktijden en vreselijke omstandigheden. Het is niet gemakkelijk om de benodigde hulpmiddelen naar de rampgebieden te krijgen en de communicatie verloopt moeilijk.
©IFAW/Stewart Cook
die mensen te hulp komen, is er ook dringend behoefte aan hulporganisaties die dieren te hulp komen.
Duizenden dieren werden gered en kregen tijdelijk onderdak in de opvangcentra. Meer dan een maand lang zorgden dierenartsen, medewerkers van dierenhulpdiensten en vrijwilligers 24 uur per dag voor de geredde dieren. Daarnaast volgde een enorme operatie om de eigenaren te vinden en hen te verenigen met hun huisdieren. Computerbestanden met foto’s werden op het internet geplaatst zodat eigenaren hun dieren konden identificeren. Wegens het warme weer werden koelvrachtwagens gebruikt om dieren te verplaatsen. Andere dieren werden per vliegtuig vervoerd. Katrina heeft ons vooral geleerd dat het bij rampen zeer belangrijk is om dieren te redden om zo het lijden van de mensen te verlichten en de overlevenden hoop te bieden. Het terugvinden van hun huisdieren is voor de slachtoffers een enorme bijdrage aan hun herstel.
Praktijkvoorbeeld
©IFAW/Nick Jenkins
©IFAW/Nick Jenkins
Hulp aan dieren in nood
Tsunami in Zuid-Azië Een vernietigende tsunami – letterlijk vertaald vloedgolf – trof Zuidoost Azië op 26 december 2005 waarbij de kustgebieden werden verwoest.
en zuid-Madras en de gebieden in Mahabalipuram. Zo werden ziektes als mond- en klauwzeer en tetanus voorkomen.
Er kwamen meer dan 280.000 mensen om, waarmee dit een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis is.
Mobiele dierenartsenteams in Sri Lanka vaccineerden duizenden honden en katten, zowel huisdieren als zwerfdieren. Dit was essentieel om een uitbraak van hondsdolheid en daarmee een nieuwe ramp te voorkomen.
De menselijke ramp ging gepaard met een crisissituatie voor de dieren. Er was hulp nodig voor zowel de dieren als de overlevenden.
Dierenhulpverleners Inis Zelaya zat door overstromingen na de orkaan Katrina 12 dagen vast in New Orleans. Tijdens die dagen klom ze met gevaar voor eigen leven vele keren via de ramen buurhuizen in en uit om zo 21 honden te redden.
Veel van de door de tsunami getroffen gebieden zijn afhankelijk van veeteelt en landbouwhuisdieren. De veestapels moesten gered en verzorgd worden om de toekomst van de boeren veilig te stellen.
Noodhulpteams waren actief in de zwaarst getroffen gebieden in Sri Lanka, Thailand en Indonesië. In India werden een dierenhulpoperatie en een inentingsprogramma opgezet om nieuwe onderkomens te vinden voor het ontheemde vee en om uitbraken van ziektes te voorkomen. Een eiland in het kustgebied van Tamil Nadu met de naam MGR Thittu werd totaal verwoest en de overlevenden smeekten om hulp voor hun vee. Het Noodhulpteam van het IFAW bood uitkomst met broodnodige medicijnen, veevoer en inentingen voor de huisdieren van de eilanders. Een mobiel dierenartsenteam zette een enorm inentingsprogramma op voor 1500 stuks vee in de kustdorpen vlakbij noord-
©IFAW/Anton Johnson
Verspreiding van ziektes door dieren vormde een groot risico; om meer tragische verliezen van dieren- en mensenlevens te voorkomen moesten tienduizenden landbouw- en huisdieren worden ingeënt tegen levensbedreigende ziektes, zoals mond- en klauwzeer en hondsdolheid.
In Thailand werd hulp geboden aan zwerfdieren en vee. Het Noodhulpteam voorzag duizenden dakloze huisdieren en wilde zwijnen van voedsel. Zwerfhonden werden ingeënt en ontwormd. Ook geredde katten werden verzorgd. De katten werden gesteriliseerd en met adoptieprogramma’s werden nieuwe baasjes voor ze gevonden. In Banda Atjeh, Indonesië – één van de zwaarst getroffen gebieden – werden dieren uit de verwoeste dierentuin gered en herplaatst. Er werd ook hulp geboden aan vee en loslopende huisdieren.
Natuurrampen van de afgelopen jaren waarbij hulp nodig was, waren onder andere: • de tsunami in Azië die het leven verwoestte van wilde dieren, vee en huisdieren in onder andere India, Sri Lanka en Thailand;
• orkaan Katrina in de VS waarbij duizenden dieren achterbleven;
• een aardbeving en vulkaanuitbarsting in Indonesië die ook het vee zwaar troffen;
• bosbranden op Borneo waarbij orangoetangs gered moesten worden.
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
5
Dierenopvang - rehabilitatie en vrijlating Als dieren gered worden bij rampen of andere crisissituaties moet er vaak onderdak voor ze gevonden worden in
©IFAW/Rebecca Janes
een gespecialiseerde opvang.
Opvangcentra voor wilde dieren zijn bij voorkeur een tijdelijke voorziening waar dieren kunnen herstellen voordat ze weer worden vrijgelaten in de natuur.
f het nu gaat om beren die per vliegtuig naar elders worden gebracht of het redden van olifantenwezen, vaak is opvang een noodzakelijk onderdeel van een reddingsoperatie. Soms gaat het om veel wilde dieren die hulp nodig hebben, soms om slechts één dier. Niet alleen natuurrampen treffen wilde dieren, ook menselijk handelen kan ervoor zorgen dat dieren in een crisissituatie terechtkomen. Voorbeelden zijn illegaal jagen, het verloren gaan van leefomgevingen, de handel in wilde dieren en hun producten en uitbuiting daarvan. Opvangcentra voor wilde dieren zijn bij voorkeur een tijdelijke voorziening waar dieren kunnen herstellen voordat ze weer worden vrijgelaten in de natuur. Het rehabilitatie- en vrijlatingproces (rehabilitatie = herstel) verschilt sterk per dier. Sommige dieren kunnen na slechts enkele weken worden teruggeplaatst. Andere dieren hebben jaren verzorging nodig en kunnen alleen via een geleidelijk herintroductieproces terugkeren naar hun natuurlijke omgeving. In opvangcentra is toegewijd en goed getraind personeel nodig, zoals dierenartsen en dierengedragsdeskundigen, zeker wanneer dieren wees geworden zijn, gewond of getraumatiseerd geraakt zijn. In de afgelopen jaren heeft het werk van experts de kans op succesvolle terugplaatsing van dieren in de natuur sterk vergroot, zelfs bij dieren waarvan vroeger gedacht werd dat rehabilitatie onmogelijk was.
6
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
©IFAW/Alexander Lyskin
O
Wetenschappers hebben ontdekt dat het vaak het beste is om zo min mogelijk menselijk contact met de dieren te hebben. Dat zorgt dat ze niet gewend raken aan mensen en hen gaan vertrouwen, of hun natuurlijke angst voor mensen verliezen. Daarom liggen dierenopvangcentra vaak op afgelegen en moeilijk bereikbare plekken. Het kan ook moeilijk zijn om een geschikte plek te vinden om de dieren vrij te laten. Het is belangrijk om een plek te vinden in een geschikte omgeving, waar genoeg te eten en te drinken is en waar de dieren veilig zijn voor mensen. Daarom moeten dieren soms over grote afstanden vervoerd worden voor ze kunnen worden vrijgelaten. De tijd van het jaar kan ook een belangrijke rol spelen bij hun vrijlating. Er moet rekening gehouden worden met zaken als migratie of winterslaap van bepaalde dieren.
Dierenopvang – rehabilitatie en vrijlating
Praktijkvoorbeeld
Het CWRC coördineert ook Noodhulpteams bij rampen in de regio. De geredde dieren worden opgevangen in het centrum. Noordoost India is één van de meest biodiverse regio’s in de wereld (dit betekent dat er een grote verscheidenheid is aan planten en diersoorten). Maar er komen vaak overstromingen voor en crisissituaties die door mensen worden veroorzaakt, zoals strooptochten. Het gevolg is dat veel soorten wilde dieren massaal vluchten voor het stijgende water en andere wilde dieren verdwalen, gedood of gewond raken door verkeersongelukken of gevangen worden voor illegale handel. Het voornaamste doel is om alle opgevangen dieren succesvol te laten terugkeren naar hun natuurlijke leefomgeving. Een unieke doorbraak in het rehabiliteren en vrijlaten van dieren in Azië begon in 2006, toen een met de hand grootgebracht neushoornkalf vanuit het Centrum naar het Manas Nationaal Park in Assam werd gebracht voor herintroductie. In het verleden
leefden er meer dan honderd neushoorns in het park, maar die zijn verdwenen door toedoen van stropers en het verdwijnen van hun leefomgeving. Bijna een jaar later werden nog twee vrouwelijke neushoornkalveren, Manasi en Roje, herplaatst in een afgeschermd gebied in het park ter voorbereiding op de vrijlating van alledrie de neushoorns. Dit was de eerste keer dat zoiets bijzonders gebeurde in India. De neushoornkalveren dragen zenders zodat ze na hun vrijlating gevolgd kunnen worden. De volgende stap in dit plan is om een mannetjesneushoorn over te brengen naar hetzelfde gebied. De overheid hoopt zo de neushoornpopulatie in Assam te verdubbelen. Het plan is om in 2007 negen verweesde olifanten vanuit het centrum in hetzelfde nationale park te plaatsen. Dit wordt de eerste herintroductie van olifanten in het wild in India. Alle olifantenkalveren krijgen voor hun vrijlating ook een zender zodat ze gevolgd kunnen worden. Ze kunnen de hele dag voedsel zoeken en rondtrekken door het park en hopelijk zullen ze contact maken met wilde olifanten. ’s Nachts gaan ze terug naar een speciaal rehabilitatiecentrum om uit te rusten.
Dierenhulpverleners De nu 70-jarige oude professor Valentin Pazhnetov begon als beroepsjager. Later besloot hij zijn leven te wijden aan het bestuderen, rehabiliteren en vrijlaten van bruine beren in Rusland. Samen met zijn familie zette hij een opvangcentrum op voor jonge beren en van daaruit heeft hij al meer dan 120 beren vrijgelaten in de natuur. Hij staat internationaal bekend om zijn werk en om de lezingen die hij overal ter wereld geeft.
Praktijkvoorbeeld Russische opvang voor weesberen In Rusland is een opmerkelijk project opgezet. Jonge weesberen worden gered en succesvol teruggeplaatst in de natuur. Jagers betalen in de wintermaanden duizenden euro’s om bruine beren te wekken uit hun winterslaap en ze vervolgens te doden. Zo blijven duizenden jonge weesberen achter met weinig kans om te overleven. Professor Valentin Pazhetnov redt samen met zijn familie al meer dan twintig jaar weesberen. Hij brengt ze met de hand groot en heeft al meer dan 120 weesberen vrijgelaten vanuit het opvangcentrum. Valentin is een wereldberoemd expert op het gebied van bruine beren. Hij bestudeert hun gedrag al meer dan 40 jaar. Weesberen arriveren vaak in januari of februari. Ze krijgen vijf keer per dag een fles warme melk en verder worden ze na elke voeding gemasseerd, met speciale kleden warm gehouden en regelmatig gebaad als vervanging voor het likken dat hun moeder normaalgesproken zou doen. De weesberen slapen het grootste deel van de tijd, maar worden vlak voor de voeding actief.
De familie Pazhetnov praat nooit hardop als ze met de jonge beren bezig zijn. Ze mijden zo veel mogelijk lichamelijk contact met de dieren. De beren worden alleen maar aangeraakt met handschoenen zodat ze niet te zeer gewend raken aan mensen. Als ze ongeveer drie maanden oud zijn worden ze overgeplaatst naar een afgerasterd terrein buiten in het bos. De hekken staan overdag open zodat de beren hun omgeving kunnen verkennen. Ze krijgen weinig eten zodat ze leren om hun eigen voedsel te vinden. Na zeven of acht maanden worden de beren vrijgelaten in beschermde gebieden waar de populaties bruine beren klein zijn. De berenjongen worden gevolgd door middel van zenders en oormerken, waardoor zo hun ontwikkeling in de gaten gehouden kan worden. Professor Pazhetnov wil in het westen en oosten van Europa in gebieden waar bruine beren niet meer voorkomen meer van dit soort programma’s opzetten en de dieren vrijlaten in hun natuurlijke leefomgeving.
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
©IFAW/Richard Sobol
Deze voorziening is de eerste in zijn soort in India. Het is de bedoeling dat dit het beste centrum voor de opvang en rehabilitatie van wilde dieren van het land wordt.
©IFAW/Sergey Pazhetnov
Het Centrum voor Rehabilitatie en Behoud van Wilde Dieren (Centre for Wildlife Rehabilitation and Conservation - CWRC) in Assam, India, zorgt voor weesolifantjes, weesneushoorntjes en andere wilde dieren.
©IFAW
Opvangcentrum in India
7
Dieren redden na olierampen Olierampen behoren tot de meest ernstige door mensen veroorzaakte rampen die dieren kunnen overkomen. Ieder jaar worden hierdoor wereldwijd honderdduizenden zeevogels en andere zeedieren gedood.
lierampen worden veroorzaakt door een schip dat vastloopt of door schepen die illegaal olie lozen. Miljoenen liters olie stromen jaarlijks de zee in en ongeacht de oorzaak heeft het een verwoestend effect op de gemeenschap, het milieu en de natuur. Soms moeten met olie besmeurde vogels opgehaald worden van stranden of met boten gered worden uit zee. Vervolgens worden ze overgebracht naar tijdelijke opvang- en rehabilitatiecentra. Bij de start van elke hulpactie zet een Noodhulpteam zo’n centrum op. Teams met wetenschappelijke deskundigheid op het gebied van dierengeneeskunde, rehabilitatie en biologie helpen de wilde dieren te herstellen. Het noodhulpteam besteedt na olierampen soms wel weken of maanden aan het helpen regelen van hulpacties voor de wilde dieren. Het team werkt nauw samen met niet-gouvernementele organisaties (deze zijn niet uit op het behalen van winst, bijvoorbeeld dierenwelzijnsorganisaties), overheden en bedrijven. Activiteiten zoals trainingen en preventiviteitsplannen (preventiviteit betekend, het voorkomen van iets) gaan vaak nog lang daarna door. Een ander belangrijk aspect van dit werk is dat aan de hand van olierampen kan worden aangetoond welke verwoestende gevolgen deze rampen hebben waardoor zo de nationale en internationale wetgeving voor oliemaatschappijen en hun tankers verbeterd kan worden. In sommige gebieden zijn bijvoorbeeld nog olietankers toegestaan met een enkele scheepswand, ook al lopen die schepen als ze vastlopen een groter risico op lekkages dan dubbelwandige tankers.
Dierenhulpverleners Jay Holcomb biedt al meer dan 35 jaar hulp na olierampen. Jay heeft tienduizenden zeevogels gered en hij heeft gezorgd dat er grote vooruitgang is geboekt bij het behandelen van wilde dieren na olierampen. Jay leidt het olierampenteam van het IFAW en zusterorganisatie IBRRC.
©IFAW/Jon Hrusa
O
De Treasure olieramp bij Zuid-Afrika De grootste reddingsoperatie na een olieramp vond plaats in juni 2000, toen bij Zuid-Afrika de M.S. Teasure zonk. Meer dan 1100 ton zware olie lekte daarbij uit de gescheurde tanks.
konden ze het lange wasproces ondergaan. Vervolgens werden ze in tanks geplaatst zodat hun waterbestendigheid en conditie kon herstellen voordat ze weer werden vrijgelaten in zee.
Samen met SANCCOB (een ZuidAfrikaanse stichting voor de bescherming van kustvogels) zette het Noodhulpteam van het IFAW een reddingsactie op waar meer dan drie maanden lang nog 60 andere groepen en 15.000 vrijwilligers aan meededen. Er werden meer dan 19.000 zeldzame Afrikaanse pinguïns gered.
Alleen al het voeden van de pinguïns was een enorme taak, omdat aan iedere vogel elke dag minstens vier vissen gevoerd moesten worden. In totaal verorberden de pinguins meer dan 361 ton vis. Er waren iedere dag meer dan 1000 vrijwilligers in het centrum en samen werkten zij tijdens de reddingsactie meer dan 556.000 uur.
Het gebied tussen Dassen- en Robbeneiland waar de bulk carrier zonk, herbergde meer dan 73.000 Afrikaanse pinguïns. Dat is ruim 40% van de wereldwijde populatie van deze soort, die te boek staat als bedreigd met uitsterven. Heel bijzonder is dat negen op de tien geredde pinguïns het heeft overleefd.
©IFAW/John Wright
Een enorm leegstaand pakhuis werd omgetoverd tot een rehabilitatiecentrum dat meer dan 20.000 met olie besmeurde vogels kon huisvesten. Binnen drie dagen was het centrum klaar voor gebruik.
8
©IFAW/Jon Hrusa
Praktijkvoorbeeld
De geredde pinguïns leden aan uitdroging en onderkoeling. Ze werden warm gehouden en kregen met een slangetje vloeibaar voedsel toegediend totdat ze weer vis konden eten. Dierenartsen deden bloedonderzoek en als de pinguïns weer genoeg op krachten waren gekomen,
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
Om te voorkomen dat schone vogels weer onder de olie kwamen te zitten, moesten daarnaast nog eens duizenden pinguïns 800 kilometer oostwaarts worden verplaatst naar Port Elizabeth. Hier konden ze zonder risico op olie vrijgelaten worden. Er werden in totaal 38.506 pinguïns opgevangen. Het sterftecijfer na de olieramp van de M.S. Treasure bedroeg 10,3 procent. Bij voorgaande olierampen liep dit aantal soms op tot wel 50 procent. Teamwork bracht de redding. Ieder onderdeel van de keten was belangrijk: wetenschappers, planners, dierengedragsdeskundigen, dierenartsen, managers, dierenbeschermers gespecialiseerd in wilde dieren, fondsenwervers en media werkten allemaal samen om deze unieke vrijwilligersactie mogelijk te maken.
Klimaatverandering en recent rapport (Stern) over klimaatverandering waarschuwt dat 40 procent van de diersoorten wordt bedreigd met uitsterven. Momenteel zien we het ijs in de poolzeeën al verdwijnen en op Antarctica en Groenland smelten een aantal van ’s werelds grootste ijsplateaus. Naar schatting zal het instorten van het WestAntarctische ijsplateau de zeespiegel in slechts enkele decennia zes meter doen stijgen.
Broeikasgassen zoals koolstofdioxide zijn in de laatste honderd jaar met bijna een derde toegenomen. De toestand kan echter verbeteren door simpele veranderingen zoals het zuiniger maken van auto’s, het beperken van de hoeveelheid brandstof die vliegtuigen verspillen en het besparen van elektriciteit. In huizen, op kantoren en in winkels bijvoorbeeld, wordt het enorme aandeel van twintig procent van alle elektriciteit verbruikt. De simpele waarheid: we kunnen allemaal het verschil maken door kleine dingen in ons leven te veranderen.
Gestrande walvissen en dolfijnen
©IFAW/Barry Donahue
Het verdwijnende ijs vormt ook een risico voor bepaalde zeehondensoorten: zij planten zich erop voort, voeden er hun jongen, rusten er uit en ruien, oftewel verharen, er. Ook de ijsschotsen die ijsberen nodig hebben om te kunnen overleven zullen verdwijnen.
©IFAW/Stewart Cook
E
Een van de meest onbegrijpelijke rampen die dieren over-
Dierenhulpverleners
komen is het stranden van walvissen en dolfijnen op de kust of in ondiep water.
©IFAW/Nick Jenkins
©K. Mingora/Cape Cod Times
Darnell Stewart bracht zwemmend 23 paarden in veiligheid toen hij zag dat de stallen in New Orleans, waar hij werkte, overstroomd waren als gevolg van Orkaan Katrina. Vijf dagen lang baande Darnell zich een weg door water dat soms tot zijn nek reikte, om de paarden in leven te houden.
Hoewel zeezoogdieren soms stranden omdat ze ziek of gewond zijn, in de meeste gevallen is het nog steeds een mysterie waarom de dieren stranden. In sommige gevallen gaat het zelfs om hele grote aantallen. De dieren stranden overal ter wereld en er zijn veel groepen in NoordAmerika, Zuid-Amerika, Mexico, het Caribisch gebied, Europa, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland die enorm hun best doen
om de slachtoffers van deze gebeurtenissen te redden. Strandingen gebeuren weliswaar overal, maar toch zijn er bepaalde plekken waar het veel vaker voorkomt, zoals bij Cape Cod in de VS en in Nieuw-Zeeland. Het IFAW werkt samen met het Cape Cod Stranding Network (een plaatselijke organisatie die hulp bied aan gestrande dieren) omdat daar zo ongeveer 15 soorten risico lopen, waaronder grienden, bultruggen en bruinvissen. Wat wij door dit werk leren, wordt gebruikt om de best mogelijke reddingsmethodes te ontwikkelen en die kennis te delen met anderen overal ter wereld. Bij reddingsacties zijn soms heel veel mensen nodig om enkele dagen op de kust of in ondiep, ijskoud water voor de dieren te zorgen voordat ze terug de zee in geholpen kunnen worden. Tijdens een reddingsactie in 2005 aan de westkust van Australië hielpen meer dan 1.500 vrijwilligers om 120 zwarte zwaardwalvissen te redden.
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
9
Hand-out voor leerlingen
Wat is jouw score? Wat heb je onthouden van de film die je net hebt gezien?
1 Een orkaan is een: a) natuurramp
5 Een dier helpen herstellen zodat hij
b) ramp veroorzaakt door mensen
de natuur weer in kan, noemen we: a) vrijlating
c) grote vloedgolf
2 Tijdens de tsunami in Zuid-Azië was het inenten van dieren heel belangrijk a) waar
b) rehabilitatie c) redding
6 Waar vond een vernieuwende actie
b) niet waar
plaats om neushoorns te rehabiliteren en vrij te laten in het wild?
3 Welk van de onderstaande gebieden was niet getroffen door de tsunami?
a) Boston, VS b) Assam, India
a) Sri Lanka
c) Nairobi, Kenia
b) India c) Hawaiï
7 Als schepen olie lozen op open zee,
4 Ziektes kunnen zich bij rampen snel verspreiden. Welke dodelijke ziekte kan zich verspreiden van katten en honden op mensen?
dan heet dat: a) een noodhulpactie b) illegaal dumpen c) afvalverwijderen
a) hondsdolheid b) mond- en klauwzeer c) kattengriep
Kruis de juiste vakjes hieronder aan
Welke van de volgende dieren
8 werden bedreigd na het uitbreken van bosbranden op Borneo? a) grizzlyberen b) gorilla’s c) orang-oetangs Waar trof Orkaan Katrina mensen
9 en dieren zeer zwaar? a) New Orleans b) Los Angeles c) Montreal Professor Valentin Pazhetnov is
10 gespecialiseerd in het redden van: a) jonge weesberen b) weesneushoorns c) katten
Antwoorden: 1a; 2a; 3c; 4a; 5b; 6b; 7b; 8c; 9a; 10a
10
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
Voor de leerkracht
In gesprek over rampen Leerdoelen: Leerlingen leren • luisteren en argumenteren; • standpunten uiten en basiskennis verwerven over onderwerpen die te maken hebben met rampen.
Resultaten:
©IFAW/Idris Ahmed
Leerlingen zullen • leerdoelen halen door goed te luisteren, goed te observeren, ervaringen te delen en een positieve omgeving te creëren. Dit schept duidelijkheid over normen en waarden en leidt tot wederzijds respect.
Benodigdheden: • een groot vel papier (A1), om het woord ‘ramp’ op te schrijven; • een aantal grote vellen papier (A1 of A3, 1 per groep) en markers; • zo mogelijk toegang tot het internet; • een afdruk van de weblinks hieronder en de relevante pagina’s uit dit boekje.
DE ACTIVITEIT
Nuttige weblinks Orkaan Katrina 2005 IFAW website http://www.ifaw.org/ifaw/general/default.aspx?oid=141876 NOS www.nos.nl/nosjournaal/dossiers/katrina Animal Planet http://www.animalplanet.nl/_home (zoekmachine) http://www.animalplanet.nl/helden/het_is_een_gevaarlijke_wereld/index.shtml
Deel 1 • Schrijf het woord ‘ramp’ op het bord of
op een groot vel papier dat u ergens kunt ophangen.
•
•
Verdeel de klas in groepen van vier of vijf leerlingen en vraag elke groep een woordvoerder te kiezen die na de discussies voor de klas de resultaten vertelt. Vraag alle groepen om te discussiëren over de betekenis van het woord ‘ramp’.
Tsunami in Azië 2004 IFAW website http://www.ifaw.org/ifaw/general/default.aspx?oid=124527 NOS http://www.nos.nl/jeugdjournaal/uitleg/tsunami/wat_tsunami.html Animal Planet http://www.animalplanet.nl/_home (zoekmachine) http://www.animalplanet.nl/helden/rampen_voorspellen/index.shtml
Vraag iedere groep om de resultaten en noteer die op het grote vel papier of op het bord.
•
Probeer samen met de klas tot een definitie van het woord ‘ramp’ te komen.
•
Geef de klas de volgende definitie van het woord ‘ramp’ uit de Van Dale.
Olierampen IFAW website http://www.ifaw.org/ifaw/general/default.aspx?oid=74988 Schoolbieb www.schoolbieb.nl/content/default.asp?ContextID=38505 Zie ook de twee links op deze pagina van Greenpeace en van De vleet, ecomare http://www.greenpeace.nl/campaigns/klimaat-en-energie/fossiele-brandstoffen/overzichtvan-grote-olierampen http://www.zeeinzicht.nl/vleet/content/ned/index.php?item=vleet&pageid=NED1033.HTM&u se_template=waddenenwater.html
Ramp 1 Groot, massaal ongeluk.
•
•
©IFAW/Fred Dott
•
Vraag de klas of ze verschillen zien tussen de omschrijving in het woordenboek en hun eigen gedachten bij het woord ‘ramp’. Misschien zijn er leerlingen die het woord ‘ramp’ op zichzelf betrekken – hun idee van een ramp kan zijn dat ze met de verkeerde kleding op een feestje komen of dat ze een persoonlijk trauma meemaken (ouders uit elkaar/overleden familielid). Leg aan de klas uit dat het bij deze activiteiten specifiek gaat om grootschalige rampen, die veel mensen en dieren en grote gebieden treffen. Zulke rampen kunnen op hun beurt leiden tot persoonlijke trauma’s en rampen.
Deel 2 • Vraag de hele klas om te brainstormen
over welke grote rampen recentelijk en langer geleden zijn gebeurd. Als ze er niet uit komen, kunnen de weblinks hierboven, bladzijde 4-5 in dit boekje en de film “Kom in ACTIE” helpen.
•
Vraag de klas weer terug te gaan naar hun groepjes.
•
Wijs ieder groepje een onderwerp (orkaan, vloedgolf, vulkaanuitbarsting, overstromingen) toe uit dit boekje of van een website en geef ze een groot vel papier (A1 of A3).
•
Vraag ze om de naam van de betreffende ramp bovenaan de bladzijde te schrijven.
•
Vraag hen om te bespreken of dit een natuurramp was of een ramp die door mensen is veroorzaakt.
•
Vraag hen om het effect van de ramp op dieren te bespreken.
•
Vraag hen te bedenken en op te schrijven op wie de ramp mogelijk effect had en wat voor effect.
•
Vraag hen te bespreken en op te schrijven wat zij gevoeld zouden hebben als zij slachtoffer waren geweest van deze ramp.
•
Vraag iedere groep om in maximaal twee minuten aan de klas te vertellen wat er besproken is.
•
Vraag de klas of ze verschillen hebben opgemerkt in de gevoelens die de verschillende groepen noemden, die te maken hadden met het soort ramp. Bijvoorbeeld: beschrijven de groepen die het over olierampen hadden andere gevoelens dan de groepen die het hadden over rampen zoals aardbevingen?
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
11
Voor de leerkracht
Wat vind jij? Mensen of dieren Leerdoelen: Leerlingen leren • luisteren; • standpunten uiten en basiskennis verwerven over de behoefte van mensen en dieren aan noodhulp; • verschillende standpunten begrijpen en inzien dat tegenstrijdige meningen besproken en beargumenteerd moeten worden.
Resultaten: ©IFAW/Stewart Cook
Leerlingen kunnen • voorbeelden geven van verschillende standpunten in een bepaald geval; • uitleggen hoe en waarom zij bepaalde beslissingen nemen; • door discussie tot overeenstemming komen over de mate waarin bepaalde stellingen over rampensituaties opgaan.
Benodigdheden: • vier grote borden met: Eens, Oneens, Zeer mee eens, Zeer mee oneens.
DE ACTIVITEIT Plaats de borden met Eens, Oneens, Zeer mee eens, Zeer mee oneens elk in een hoek van het lokaal.
•
Lees de negen onderstaande stellingen stuk voor stuk voor.
•
Vraag de leerlingen na iedere stelling om naar de hoek te gaan met het bord dat het beste past bij hun mening - Eens, Oneens, Zeer mee eens, Zeer mee oneens - en om hun mening met de andere leerlingen te bespreken.
•
Vertel dat ze door de discussies van gedachten mogen veranderen en naar een andere hoek kunnen gaan. ©IFAW/Stewart Cook
•
Maak een prioriteitenlijst Vraag de leerlingen als afronding om tot overeenstemming te komen over de mate waarin de negen stellingen opgaan. De stelling waar de meeste leerlingen het zeer mee eens zijn, komt bovenaan de lijst, de stelling waar de meeste leerlingen het zeer mee oneens zijn, komt onderaan.
De stellingen: 1 In rampgebieden moeten alleen mensen gered worden. 2 Boerderijdieren zijn belangrijker voor mensen in rampgebieden dan huisdieren. 3 We moeten alleen in ons eigen land noodhulp bieden aan mensen en dieren.
12
6 Mensen die in rampgebieden wonen zouden geen dieren moeten mogen hebben. 7 Het heeft geen zin om geld te geven aan organisaties uit andere landen die mensen helpen in rampgebieden.
4 Zeldzame dieren moeten in rampgebieden als eerste gered worden.
8 Het heeft geen zin om geld te geven aan organisaties uit andere landen die dieren helpen in rampgebieden.
5 Het is gemeen om in rampgebieden geen hulp te bieden aan alles en iedereen die hulp nodig heeft.
9 Dieren en mensen hebben elkaar nodig in rampgebieden. Je kunt ze niet van elkaar scheiden.
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
Voor de leerkracht
Jij bent de baas Leerdoelen: Leerlingen leren • begrijpen wat het belang is van specifieke expertise en lokale kennis bij het bieden van noodhulp; • begrijpen dat er vaak verschillende standpunten zijn over hoe noodhulp georganiseerd moet worden; • begrijpen dat er bij het bieden van noodhulp rekening moet worden gehouden met de lokale, geografische en economische situatie van de getroffen gebieden.
Resultaten: ©IFAW/John Wright
Leerlingen • hebben aantoonbare kennis over het soort hulp en expertise die nodig kunnen zijn in rampgebieden; • hebben laten zien dat ze beseffen hoeveel schade niet goed afgestemde hulp in een gebied kan aanrichten; • kunnen redenen geven waarom het voor effectieve noodhulp en rampenmanagement belangrijk is om samen te werken met de plaatselijke bevolking en organisaties.
Benodigdheden: • “Jij bent de baas” hand-out voor leerlingen (pagina 14) en de discussiepunten hieronder. Let op: De juiste antwoorden voor de hand-out: 1c, 2b, 3b, 4c.
DE ACTIVITEIT Deze activiteit over besluitvorming kan met de hele klas, een aantal groepjes of individuele leerlingen gedaan worden met de hand-out op pagina 14. Met de discussiepunten hieronder kunt u de leerlingen helpen de juiste antwoorden te vinden.
Discussiepunten “Jij bent de baas” •
Plaatselijke organisaties en contactpersonen in het getroffen land kunnen vaak het beste beoordelen wat een gebied nodig heeft.
•
Bij het sturen van noodhulp (mensen, geld enz.) naar crisisgebieden is het belangrijk dat de hulp datgene omvat wat de mensen en dieren in dat gebied echt nodig hebben. Niet wat mensen elders denken dat ze nodig hebben.
•
Hulp moet gecoördineerd worden. Als er te veel mensen die allemaal hetzelfde willen doen tegelijk naar dezelfde locatie gaan, kan er verwarring ontstaan. Hierdoor kan de situatie verslechteren.
•
Het werkt vaak averechts om hulp te sturen in de vorm van mensen om wie niet gevraagd is en die het gebied niet kennen en de taal niet spreken. Ze lopen alleen maar in de weg.
•
Om met zieke en gewonde dieren om te gaan, hebben mensen speciale training en kennis nodig. Ongetrainde mensen die bijvoorbeeld proberen vogels van olie te ontdoen, kunnen de vogels doden.
•
Het is niet altijd handig om spullen zoals eten, dekens en medicijnen direct naar de getroffen landen te sturen. De mensen die noodhulp bieden zijn teveel tijd kwijt om deze spullen uit te zoeken en sommige dingen zijn misschien helemaal niet nodig.
•
Niet alle door rampen getroffen landen hebben geld nodig. Sommige kunnen zelf hulp betalen. Wel kunnen ze op andere manieren hulp nodig hebben van de internationale gemeenschap. Ze kunnen bijvoorbeeld behoefte hebben aan expertise en ervaring met werken in vergelijkbare situaties.
•
Meestal bieden de plaatselijke bevolking en organisaties de meeste hulp bij rampen, maar hun werk krijgt vaak weinig aandacht in de media.
•
Als mensen alles kwijt zijn en zien dat het vee, dat hun inkomsten en toekomst bepaalt, begint te sterven van de honger, maakt dat ze wanhopig. Als zowel de mensen als de dieren worden geholpen, geeft dat ze weer hoop.
•
Soms zijn medewerkers van plaatselijke organisaties gedood of gewond bij een ramp.
•
Vervoer en communicatie zijn meestal de grootste problemen voor mensen in rampgebieden. Soms zijn vliegvelden, wegen en dergelijke verwoest en is telefoonverkeer moeilijk.
•
Veel organisaties die met mensen en dieren werken, bieden tijdens de nasleep van een ramp hulp op de korte en de lange termijn. De media schenken hier vaak geen aandacht aan.
©IFAW
Zaken en feiten die te maken hebben met de hand-out “Jij bent de baas” (pag.14) en de activiteit “Jij bent in beeld” (pag. 15).
EXTRA ACTIVITEITEN Klimaatverandering Veel wetenschappers denken dat klimaatverandering in de toekomst voor meer natuurrampen zal zorgen. Als huiswerk of extra activiteit kunt u de leerlingen vragen wat klimaatverandering eigenlijk betekent, wat de oorzaak is en wat voor soort toekomstige natuurrampen dit kan veroorzaken waardoor mensen, en de voor hun zo belangrijke dieren, getroffen kunnen worden. Doe mee! Lees de IFAW ‘Ik zeg NEE tegen klimaatverandering’- verklaring die bij dit pakket zit of kijk op www.ifaw.nl, en zet ook je handtekening! Doet binnenkort uw hele school mee?
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
13
Hand-out voor leerlingen
Jij bent de
baas Lees de stellingen hieronder goed door en vink het antwoord aan dat het beste samenvat wat jij zou doen in een crisissituatie. Een orkaan heeft veel schade aangericht in een deel van jou land. Mensen moesten hun huizen verlaten en raakten gescheiden van hun huisdieren – sommige dieren zijn ziek en zullen sterven van de honger. Hun baasjes maken zich ernstige zorgen. Jij bent de baas van een grote organisatie uit de hoofdstad die zich bezighoudt met het welzijn van dieren. Wat doe je?
1
a) Je regelt direct vervoer voor 50 medewerkers –
2
inclusief jezelf – naar het gebied om er te gaan kijken, de situatie onder controle te brengen, de dieren te redden en alles op orde te krijgen.
a) Je zoekt contact met alle dierenartsen die je kent en die tijd over hebben. Je betaalt hun vlucht naar het getroffen land zodat ze daar de dieren kunnen gaan helpen.
b) Niets. Je weet dat plaatselijke organisaties dit makkelijk zelf aankunnen. Het is verkeerd om je op te dringen in hun gebied.
b) Je zoekt contact met de regering van het getroffen land en met de dierenwelzijnsorganisaties die je er kent en vraagt wat voor hulp ze nodig hebben.
c) Je onderzoekt via de overheid en andere betrokken organisaties wat er precies aan de hand is en waar zij denken dat de meeste hulp nodig is.
c) Je begint onmiddellijk een campagne om geld in te zamelen voor meer en beter vee voor alle mensen die door de ramp getroffen zijn.
d) Geen van de drie.
d) Geen van de drie.
Branden hebben verwoestingen aangericht in een ver land. Honderdduizenden mensen zijn op de vlucht en wonen in vluchtelingenkampen. Ziekte en hongersnood komen veelvuldig voor. Veel mensen hebben hun ezels en ander vee meegenomen, maar die gaan ook dood. Jij bent de baas van een grote, internationale dierenwelzijnsorganisatie. Wat doe je?
3
a) Niets – hier hebben mensen hulp nodig, de dieren niet. b) Je onderzoekt hoeveel geld je hebt voor noodhulp, hoeveel deskundige medewerkers je hebt die ervaring hebben met het getroffen gebied en de mensen daar, en hoeveel mensen je ter plaatse kent. Hierna bepaal je wat er mogelijk is. c) Je begint meteen aan een enorme geldinzamelingsactie met beelden van verhongerende dieren en je vraagt mensen om grote bedragen te storten. Als het geld binnen begint te stromen, bepaal je wat voor hulp je aan kan bieden. d) Geen van de drie.
14
Een land aan de andere kant van de wereld is getroffen door zware overstromingen. Duizenden mensen en hun vee zijn gedood of gewond geraakt. Jij bent de baas van een Nederlandse welzijnsorganisatie – wat doe je om te helpen?
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
Voor de Nederlandse kust is een olietanker gestrand en er lekt olie de zee in. Duizenden zeevogels – waarvan sommige zeldzaam – lopen gevaar. Je bent de baas van een kleine natuurbeschermingsorganisatie die geld inzamelt voor kleine zoogdieren. Deze organisatie zit in een dorp vlakbij de olieramp. Wat doe je?
4
a) Je beseft dat de ramp te groot is om hulp te kunnen bieden en dat vogels niet je vakgebied zijn. Je blijft je bezighouden met andere dieren in de natuur. b) Je regelt snel een aantal vogelschoonmaakposten in keukens en badkamers bij je medewerkers thuis. Je vraagt supermarkten om afwasmiddelen te doneren om te helpen de vogels schoon te krijgen. Je vraagt iedereen om allereerst op zoek te gaan naar de zeldzame vogels. c) Je neemt contact op met de plaatselijke overheid, de kustwacht en nationale organisaties voor vogel- en natuurbescherming. Zo kom je erachter hoe je het best kunt helpen. d) Geen van de drie.
Voor de leerkracht
Jij bent in beeld DE ACTIVITEIT
Leerdoelen: Leerlingen leren • een kwestie te onderzoeken die direct te maken heeft met dieren die getroffen zijn bij rampen; • hun fantasie en de uitkomsten van het onderzoek te gebruiken om zich voor te stellen wat helpers in noodsituaties meemaken; • begrijpen met welke problemen bedreigde dieren op specifieke geografische locaties te maken kunnen krijgen.
Resultaten: Leerlingen hebben • verschillende methodes gebruikt, waaronder het Internet, om te onderzoeken met welke problemen orang-oetangs geconfronteerd worden en zich te verplaatsen in de mensen die met die dieren werken; • bewezen kennis van de locatie en geografische context van de besproken plaats.
Benodigdheden: • Foto en nieuwsbericht op pagina 16 (achterflap). • Internettoegang.
•
Deel kopieën van het leerlingenblad op pagina 16 uit aan groepjes of individuele leerlingen. Geef ze de webadressen hieronder en leg uit dat je wilt dat ze de situatie van de orang-oetangs in Borneo onderzoeken.
•
Leg uit dat de opdracht is dat ze doen alsof ze er zelf bij zijn en bespreek (in groepjes) hun antwoorden op de volgende vragen of schrijf deze op (individueel).
• • • • • • • • • •
Wie ben je? Waar ben je? Wat doe je daar? Hoe ziet het landschap eruit? Hoe ruikt het? Wat hoor je? Wat kan je aanraken? Hoe voel je je? Wat ga je hierna doen? Wat zou er met de orang-oetangs gebeuren als je er niet was? Hoe zul je je voelen als je vertrekt?
•
Nuttige weblinks IFAW http://www.ifaw.org/ifaw/general/default.aspx?oid=197586 Animal Planet www.animalplanet.nl/primaten/apen/orang_utans/index.shtml
©IFAW/Wahyuni Baktiantoro
Stichting Bos http://www.stichtingbos.nl
AFRONDING
Jij beslist mee Leerdoelen: Leerlingen leren • door discussies en het onderzoeken van toepasselijke bronnen te begrijpen hoe een noodhulporganisatie effectief te werk gaat.
DE ACTIVITEIT •
Leg aan de klas uit dat de leerlingenraad besloten heeft om geld in te zamelen voor een organisatie die effectieve noodhulp biedt aan zowel mensen als dieren in het buitenland. De vraag is: hoe bepaal je welke organisatie je gaat steunen?
• •
Jullie klas is gevraagd een organisatie te nomineren.
Resultaten: Leerlingen hebben • criteria bedacht waardoor er een geschikte noodhulporganisatie kan worden gekozen die door een schoolraad kan worden gesponsord.
Benodigdheden: • ‘Jij bent de baas’ discussiepunten op pagina 13. • Internet.
Tenslotte…
Laat de klas in groepjes of klassikaal samenwerken. Vraag de klas hoe ze zouden bepalen welke organisatie ze moeten kiezen. Een aantal van de stellingen van de ‘Jij bent de baas’ oefening op pagina 14 kunnen handig zijn om criteria te bepalen. De klas kan ook op het internet gaan zoeken wat bepaalde noodhulporganisaties gedaan hebben. Dit kan ze helpen bepalen welke organisatie ze moeten kiezen.
• Vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd van de activiteiten uit dit boekje. • Vraag of hun meningen zijn veranderd en zo ja, over welk onderwerp. • Vraag wat ze zouden denken/doen als ze weer eens horen over een grootschalige ramp.
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
15
Hand-out voor leerlingen
DAGELIJKS NIEUWS Mantangai, Indonesië
8 November 2006
Bosbranden
vernietigen orang-oetang populatie Als gevolg van de bosbranden die Indonesië al sinds half september teisteren, ligt het land onder een verstikkende deken van rook. Tientallen orang-oetans – een bedreigde diersoort – hebben de oerwouden ontvlucht. e felle brand en dikke rookwolken vernietigen het leefgebied van de orangoetans en jagen de dieren het oerwoud uit. Zij ontvluchten de brandende jungle, op zoek naar voedsel en veiligheid. Vaak zoeken ze hun toevlucht op palmolieplantages, waar ze door de werkers worden afgeranseld en verjaagd. Het IFAW trok naar Indonesië om de opgejaagde orang-oetans te redden, te verzorgen en naar veiliger leefgebieden over te brengen. Elk jaar, voordat in november het regenseizoen begint, worden in Indonesië bossen met opzet in brand gestoken om nieuwe landbouwgrond te
D
creëren. Door de buitensporige droogte zijn de branden dit jaar echter heviger dan in de afgelopen tien jaar het geval was. De drooggevallen veenmoerassen die overwegend de ondergrond van de beboste leefgebieden vormen, liggen al wekenlang te smeulen en dikke rookwolken verspreiden zich door het hele gebied. De verstikkende rook heeft niet alleen Indonesië in zijn greep, maar heeft intussen ook omringende landen als Singapore, Maleisië en Brunei bereikt. De luchthavens in Indonesië zijn gesloten en op Kalimantan is het zicht zo slecht dat automobilisten overdag met licht aan rijden.
In Indonesië leven in de vrije natuur momenteel nog minder dan 60.000 orang-oetans. Het IFAW vreest dat deze dieren over tien jaar uitgestorven zullen zijn als de vernietiging van hun leefgebieden in dit tempo doorgaat.
Een reddingsteam bestaande uit medewerkers van het IFAW (International Fund for Animal Welfare – www.ifaw.nl) en de Borneo Orangutan Survival Foundation (BOSF) heeft al meer dan veertig orang-oetans met ademhalingsproblemen en brandwonden behandeld.
16
Kom in ACTIE voor hulp aan dieren in nood
IFAW ‘Ik zeg NEE tegen klimaatverandering’- verklaring
BLIJVEN ER ALLEEN WOORDEN OVER? De tijd dringt. Wat kan jíj doen?
4
Stappen in de strijd tegen
klimaatverandering
“Als je kijkt naar een probleem zoals de snelle opwarming van de aarde, voel je je al snel overweldigd en machteloos en kun je sceptisch staan tegenover het idee dat individuele inspanningen echt iets uitmaken. We moeten ons echter verzetten tegen die reactie omdat deze crisis alleen kan worden opgelost als we daar als individuen de verantwoordelijkheid voor nemen. Door onszelf en anderen voor te lichten, door ons aandeel bij te dragen aan het minimaliseren van ons grondstoffengebruik en onze grondstoffenverspilling, door meer politiek actief te worden en verandering te eisen – op die manier en vele andere, kan elk van ons een verschil maken.” Al Gore, voormalig vice-president van de VS Animal Action Week wordt ondersteund door:
• Weiger wat je niet nodig hebt. Je zult versteld staan van alles wat je kunt missen! • Verminder het aantal dingen dat je weggooit. Koop dingen die lang meegaan. Gebruik zoveel mogelijk producten die gifvrij zijn verpakt. • Hergebruik dingen zoals plastic tasjes in plaats van ze weg te gooien. Nog beter, gebruik gewoon (stoffen) boodschappentassen! Repareer producten in plaats van nieuwe te kopen. Geef dingen die je niet (meer) gebruikt aan goede doelen of kringloopwinkels. • Recycle flessen, papier, plastic en blik door ze gescheiden in te leveren, zodat er weer nuttige dingen van kunnen worden gemaakt.
2 Spaar energie • Doe thuis, op het werk en op school elektrische apparatuur, zoals lampen, TV’s en computers uit als je ze niet gebruikt. Gebruik spaarlampen en energiezuinige apparaten – dat is ook nog goedkoper. • Verspil geen warm water. Neem liever een korte douche dan een bad. Was kleding op een zo laag mogelijke temperatuur. • Zorg dat het bij jou thuis energie-efficiënt is door goede isolatie. Gebruik de verwarming en airconditioning alleen in de ruimtes die je gebruikt.
3 Reis milieuvriendelijk • Loop en fiets zoveel mogelijk – dat is ook nog gezonder. • Reis zo min mogelijk per vliegtuig. • Reis per openbaar vervoer, gebruik voertuigen die weinig brandstof gebruiken of kies ervoor om te carpoolen.
4 Stimuleer anderen om te veranderen • Zorg dat je zelf veel weet over het onderwerp en vertel je huisgenoten, familie en vrienden over de noodzaak om de klimaatverandering tegen te gaan. • Stimuleer jouw school of kantoor om energiebesparende maatregelen te nemen. • Vertel politici dat je actie wilt op het gebied van klimaatverandering. Schrijf ze brieven of e-mails. Kies politici die begaan zijn met het milieu.
Gedrukt op chloorvrij FSC papier
© IFAW
1 Weiger, verminder, hergebruik en recycle
Ik zeg NEE tegen klimaatverandering Degenen die deze verklaring tekenen beloven er alles aan te doen om de 4 stappen te ondernemen tegen klimaatverandering 1 Weiger, verminder, hergebruik en recycle 2 Spaar energie 3 Reis milieuvriendelijk 4 Stimuleer anderen om te veranderen
Naam
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Adres
Retourneer deze verklaring naar: IFAW Animal Action Week Verklaring Javastraat 56 2585 AR Den Haag
Kruis het vakje aan indien u meer informatie wenst van het IFAW
Handtekening