2013 nieuwsbrief nr.1 www.bdo.be
Nieuwsbrief Fiscale begrotingsmaatregelen anno 2013
PAGINA 6
FAQ: Bezoldigingstechnieken: een stand van zaken
PAGINA 8
Partner van BDO wordt voorzitter FEE
Erkenning van kosten en opbrengsten door de bril van de CBN
PAGINA 10
INHOUD
Partner van BDO wordt voorzitter FEE
pagina 1
Edito
pagina 2
Social News - Belangrijke wijzigingen aan de regels voor de terbeschikkingstelling pagina 4 en uitzendarbeid - Maatregelen ter bestrijding pagina 5 van sociale fraude
De Federation of European Accountants (FEE) groepeert 45 verenigingen van accountants en bedrijfsrevisoren in Europa, die aanwezig zijn in alle lidstaten van de Europese Unie. Meer dan 700 000 professionals zijn lid van deze organisatie. De FEE vierde onlangs haar 25ste verjaardag. Haar voornaamste rol bestaat erin de acties van de organisaties in de verschillende landen te bundelen, met andere woorden een gemeenschappelijk standpunt van de Europese vakbeoefenaars te formuleren over de belangrijke onderwerpen die interessant zijn voor het beroep en voor het algemeen belang. Een andere rol die even belangrijk is, is deze van vanzelfsprekende gesprekspartner van de Europese en internationale instellingen als het gaat om vragen die te maken hebben met het beroep binnen Europa.
Voor het eerst een Partner van BDO als voorzitter De Belgische organisaties (het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten) hebben steeds een belangrijke rol gespeeld binnen de FEE, eerst bij de oprichting, daarna bij de ontwikkeling ervan.
Fiscale begrotingsmaatregelen anno 2013 pagina 6
FAQ: Bezoldigingstechnieken: een stand van zaken
pagina 8
Erkenning van kosten en opbrengsten door de bril van de CBN
pagina 10
Kan men het kapitaal van een vennootschap verhogen door inbreng in natura zonder toekenning van nieuwe aandelen? pagina 12
IFRS News
pagina 12
Partnership met Cockpit Group
pagina 13
Short News | Agenda
pagina 14
BDO is permanent op zoek naar nieuw talent
pagina 16
2
EDITO
Edito Octrooiaftrek vlotter naar KMO’s De relancestrategie van de regering wil ondermeer de competitiviteit van onze ondernemingen verbeteren. Het stimuleren van Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) vormt hierbij een speerpunt. Alleen via O&O komt men tot innovatie en vernieuwing. Onze fiscale wetgeving kent op dit vlak diverse gunstmaatregelen die zowel bedrijven als hun werknemers aanbelangen. Bovendien zijn de voorwaarden om van deze incentives te genieten niet te streng, zodat ze relatief vlot toegankelijk zijn. België stimuleert O&O niet alleen langs de uitgavenzijde, maar ook langs de inkomstenzijde. Voor de uitgaven kan een verhoogde investeringsaftrek of een (terugbetaalbaar) belastingkrediet voor O&O worden genoten. De onderneming dient bovendien slechts 20% van de bedrijfsvoorheffing die is ingehouden op het salaris door te storten. Buitenlandse onderzoekers houden vaak een hoger netto salaris in België over via een gunstig fiscaal regime. Sinds 2007 kent ons land ook een zogenaamde octrooiaftrek. Inkomsten (bvb royalty’s) uit octrooien worden voor 80% vrijgesteld van belasting. De belastingafdruk verlaagt hierdoor van bijna 34% naar 6,8%. De toepassing van de aftrek is afhankelijk van de naleving van een aantal voorwaarden. Zo dient de onderneming tot nu toe over een zelfstandig opererend “onderzoekscentrum” te beschikken. Deze voorwaarde vormt geen probleem voor researchcentra van grotere internationaal actieve ondernemingen, maar ligt uiteraard veel moeilijker voor KMO’s en startende bedrijven. Om KMO’s vlotter toegang te geven tot octrooiaftrek dienen zij voortaan hun octrooien niet meer te ontwikkelen in een eigen onderzoekscentrum. Dit is een noodzakelijke versoepeling in een KMO land als België. Maar wellicht zou een nog ruimer toepassingsgebied België ook internationaal nog meer op de kaart zetten voor grote onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Fiscale stimuli voor O&O bestaan immers in de meeste Europese landen waarbij vooral Luxemburg, Nederland, Ierland en recent UK te duchten concurrenten zijn voor ons land. België staat zeker op de shortlist, maar zou haar positie nog kunnen versterken door bvb niet alleen octrooien maar ook andere intellectuele eigendomsrechten (bvb merkrechten, software copyrights, domeinnamen,..) binnen de sfeer van de octrooiaftrek te brengen. WERNER LAPAGE
[email protected] Voorzitter van de redactieraad
BDO
2013 nieuwsbrief nr.1
Het is cruciaal dat auditkantoren resources leveren voor de beroepsfederaties, of die nu nationaal, Europees of internationaal zijn. Dit is ook het geval voor BDO op internationaal niveau en voor BDO België in het bijzonder. BDO wenst graag een belangrijke rol te spelen in het debat over ons beroep en de rol van de auditor, de accountant of belastingconsulent. Het is de eerste keer dat een Belgische collega en Partner van BDO werd aangesteld als voorzitter van de FEE.
Hoe ver staat het met de fameuze administratieve vereenvoudiging? De zogenaamde strategie van Lissabon van maart 2000 spoorde de Europese Commissie aan om een actieplan uit te werken om de administratieve druk voor de kmo’s met 25 % te verminderen. In het kader van haar Lissabonstrategie voor de groei en de tewerkstelling van 2000 publiceerde de Commissie in 2007 haar actieprogramma voor het reduceren van de administratieve lasten in de Europese Unie, met als doelstelling de administratieve lasten van de kmo’s met 25 % te verminderen. Dit programma wees erop dat de boekhouding en de audit administratieve lasten waren die verminderd moesten worden. Belangrijk om weten is dat sinds de boekhoudrichtlijnen van 1976 en 1978 alle ondernemingen met een balanstotaal tot 3.500.000 EUR en een omzetcijfer tot 7.000.000 EUR werden ingedeeld als kleine ondernemingen. Deze categorie omvatte meer dan 90 % van de bedrijven, maar maakte geen onderscheid tussen een kmo van 25 mensen en een kleine bar-restaurant. Eén van de voorstellen van de Commissie bestond erin om een nieuwe categorie van ondernemingen te creëren, met name de micro-onderneming, met een balanstotaal kleiner dan 500.000 EUR en een omzet beperkt tot 1.000.000 EUR. Het idee op zich was fantastisch, maar het debat leidde natuurlijk al snel tot discussies over de aard van de boekhoudverplichtingen die voorzien moesten worden voor deze nieuwe groep van micro-ondernemingen. De eerste voorstellen waren om de boekhoudverplichtingen evenals de publicatieplicht gewoon af te schaffen (en dus in feite terug te keren naar de kasboekhouding van de huisvrouw). Het beroep verzette zich sterk tegen deze maatregel, die op geen enkele manier voordelig was voor de kleine kmo’s. Het volstaat om te denken aan de documenten die nodig zijn voor kredietaanvragen en aan de verbanden tussen fiscaliteit en boekhouding om te beseffen dat een “minimale boekhouding” noodzakelijk is. Na meer dan vier jaar debatteren werd de richtlijn gepubliceerd in maart 2012. Daarin is de verplichting voorzien om een om accrual boekhouding (“accrual accounting”) te voeren (vollediger dan een kasboekhouding), met sterk vereenvoudigde jaarrekeningen en een meer variabele publicatieplicht. De criteria werden bepaald op een balanstotaal van 350.000 EUR en een netto-omzet van 700.000 EUR.
Een ander heet hangijzer: de audithervorming Inderdaad. De Europese Commissie lanceerde in 2012 een grote openbare raadpleging over de noodzaak om de organisatie en de inhoud van de auditfunctie te hervormen. De Commissie diende eind november 2011 een voorstel in bij het Europees Parlement. Het voorstel bestond uit een verordening betreffende de audit van instellingen van openbaar belang (beursgenoteerde bedrijven, banken, verzekeringen) en een richtlijn betreffende de audit van de andere entiteiten. In het parlement zijn de besprekingen in de commissies gestart in 2012. Er werden al drie parlementaire commissies geconsulteerd. Twee ervan hebben reeds gestemd over hun voorstellen voor amendementen. De derde, de juri-
2013 nieuwsbrief nr.1 dische commissie, die de belangrijkste rol heeft gezien het aantal artikelen waarvoor zij verantwoordelijk is, heeft tot op heden nog niet gestemd over het enorme aantal ingediende amendementen. De raad moet zich natuurlijk ook nog uitspreken. Het is niet uitgesloten dat een eerste tekst gepubliceerd zal worden tijdens het eerste semester onder het Ierse voorzitterschap.
Welke zijn de belangrijkste controversiële onderwerpen? De meest gevoelig onderwerpen zijn (i) het type wetgevend instrument (richtlijn of verordening), (ii) de verplichte rotatie van de auditbedrijven, (iii) de invoering van een joint audit, (iv) de beperking van de niet-auditdiensten, (v) de rol van de auditcomités, (vi) de inhoud van het auditrapport, (vii) de manier om de internationale auditnormen in te voeren, (viii) de rol van een Europese toezichthouder ten opzichte van de rol van de nationale toezichthouders, (ix) de rol van de beroepsinstituten en ten slotte (x) de extraterritoriale gevolgen van de maatregelen die in Europa worden beslist. Het is onmogelijk om alle debatten over deze onderwerpen in enkele minuten samen te vatten, maar het is duidelijk dat de adviezen van de parlementsleden vaak heel erg verschillen van commissie tot commissie en soms zelfs binnen eenzelfde politiek fractie. Het is een erg complex debat, want voor alle onderwerpen kunnen er onverwachte gevolgen zijn die in strijd zijn met de gewenste effecten. Op het vlak van de marktconcentratie zouden bepaalde maatregelen om de markt te openen net het tegengestelde effect kunnen hebben.
Wanneer kunnen deze teksten volgens u klaar zijn? Ik denk dat er zelfs binnen de Europese instellingen weinig mensen zijn die een uitspraak willen doen over de waarschijnlijke einddatum. Het is duidelijk dat het beruchte “driehoeksoverleg” tijd zal vragen, maar wie niet echt vertrouwd is met de Europese procedures is soms verrast door de traagheid ervan, maar net zo goed door de snelheid waarmee een compromis wordt bereikt. De algemene politieke context en een interactie met andere projecten kunnen ook een bepalende rol spelen.
Welke zijn de andere belangrijke actuele onderwerpen? Het eerste waar ik aan denk is de evolutie van het financieel rapporteringsmodel. Steeds meer economische spelers zijn niet meer tevreden met de klassieke jaarrekeningen. Zij willen meer niet-financiële informatie, bijvoorbeeld over het risico-opvolgingsbeleid, over de kwaliteit van het interne controlesysteem, over het milieubeleid, details over de verkregen overheidssubsidies enz. Het idee van een “integrated reporting” wordt steeds meer geopperd en verdient een grondige uitwerking.
BDO
In het kader van dit debat is het wenselijk om de instellingen van openbaar belang (beursgenoteerde bedrijven, banken, verzekeringen) duidelijk te onderscheiden van de kmo’s. De behoeften van de stakeholders zijn niet dezelfde. De kmo’s moeten een eenvoudig rapporteringsysteem behouden dat toegankelijk en niet te duur is. In tweede instantie verwijs ik naar het voorstel voor amendementen aan de antiwitwasrichtlijn: dit project is belangrijk om onze economie te ontdoen van en te beschermen tegen alle criminele activiteiten die de groei ervan hinderen. Momenteel wordt er in een aantal lidstaten gedebatteerd over voorstellen, bijvoorbeeld om fiscale fraude (“tax crime”) op te nemen in de lijst van onderliggende basisdelicten waarvoor sancties wegens witwassen gelden. Op 12 december jongstleden publiceerde de Europese Commissie een ambitieus actieplan voor het moderniseren van het vennootschapsrecht en het versterken van de corporate governance. Wij zullen ook werken aan dit onderwerp, want de doelstellingen om de transparantie te verbeteren, de inbreng van de aandeelhouders aan te moedigen en de omkadering van de grensoverschrijdende operaties te verbeteren, spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van de ontwikkeling van de Europese economie. Het beroep blijft deze projecten natuurlijk aandachtig opvolgen en voert een constructieve dialoog met de diverse belanghebbenden.
Zijn er ook interne uitdagingen? In de eerste plaats zou ik graag meer aandacht besteden aan de SMP (small and medium practitioners). De collega’s die actief zijn in deze kleine structuren vertegenwoordigen een belangrijke groep binnen het beroep. Zij worden geconfronteerd met problemen die soms heel erg verschillen van deze van de grote kantoren. Wij kunnen bijvoorbeeld de beste praktijken die onze leden toepassen, verzamelen om de eerder vermelde collega’s te helpen en de andere leden hierover te informeren. Bij al onze activiteiten besteden wij veel aandacht aan hun noden en zij zijn al goed geïntegreerd in onze consultatie- en beslissingsprocessen. Ik zou onze werkgroepen ook meer willen openstellen voor onze collega’s in de bedrijven, de financieel directeurs. Traditioneel hebben wij ons te sterk gericht op de collega’s die actief zijn binnen een vrij beroep. Ten slotte komen ook beroepsverenigingen uit buurlanden van de Europese Unie en leden van de Raad van Europa bij ons aankloppen. Ik wil hen ook de nodige aandacht geven.
André Kilesse
[email protected] Partner BDO | Voorzitter FEE
3
4
SOCIAL LAW
2013 nieuwsbrief nr.1
Belangrijke wijzigingen aan de regels voor de terbeschikkingstelling en uitzendarbeid
D
e wet op de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en de ter beschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers bestaat 25 jaar. Reden genoeg voor de regering en de sociale partners om deze in lijn te brengen met het huidige tewerkstellingsklimaat.
De versoepeling van het verbod op ter beschikkingstelling verstrengd Principieel verbod De Belgische wetgeving stelt als uitgangspunt een principieel verbod op de terbeschikkingstelling van werknemers aan een derde die hierover enig gezag zal uitoefenen. Dit verbod heeft als doel een halt te roepen aan malafide onderaannemers en koppelbazen. In de praktijk bleek dit verbod echter niet te stroken met de nood van ondernemers aan arbeidskrachten om bijvoorbeeld taken uit te voeren waarvoor bijzondere kwalificaties zijn vereist of voor tijdelijke opdrachten. De versoepeling… verstrengd De wet van 12 augustus 2000 bepaalt dat het doen naleven door een derde van de verplichtingen rond het welzijn op het werk, alsook instructies geven in verband met arbeids- en rusttijden niet als uitoefening van gezag kan gelden. Deze versoepeling op het principieel verbod op terbeschikkingstelling van werknemers zette de deur weer open voor misbruiken bij onderaannemingen. Om deze aan te pakken, beperkt Programmawet van 27 december 2012 opnieuw de mogelijkheden tot het uitoefenen van gezag door de gebruiker. Bovendien kwamen er bijkomende verplichtingen. De Programmawet stelt dat enkel nog instructies mogen worden gegeven over het welzijn op het werk en de instructies die uitdrukkelijk en gedetailleerd beschreven staan in de vanaf nu verplicht op te stellen schriftelijke overeenkomst tussen de derde en de werkgever. Deze overeenkomst mag het werkgeversgezag op geen enkele wijze uithollen en de feitelijke uitvoering van het werk moet volledig overeenstemmen met de bepalingen in de overeenkomst. Iedere afwijking hiervan geldt als een verboden terbeschikkingstelling. Deze wijzigingen zijn inwerking getreden op 10 januari 2013. Informatieplicht De wetgever voert ook een informatieplicht in betreffende de aannemingovereenkomsten ten aanzien van de sociale overlegorganen. Op hun verzoek bezorgt de gebruiker hen een afschrift van
het gedeelte van de overeenkomst met de beschrijving van de instructies. Wanneer de gebruiker dit weigert, wordt de aannemingsovereenkomst geacht niet te bestaan waardoor er automatisch een overtreding is van het verbod van terbeschikkingstelling. Sancties Aan de sancties wijzigt er niets. Wanneer er sprake is van verboden terbeschikkingstelling is de aannemingsovereenkomst nietig en wordt de ter beschikkinggestelde werknemer geacht verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur met de gebruiker. Zowel de werkgever als de gebruiker zijn dan hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de sociale bijdragen, de lonen, vergoedingen en voordelen die voortvloeien uit het bestaan van de voornoemde arbeidsovereenkomst.
De modernisering van de uitzendarbeid Op 11 december 2012 keurde de Ministerraad een modernisering van de wet op de uitzendarbeid goed. De basis hiervoor is het akkoord tussen de sociale partners. Het akkoord bevat een deel maatregelen die als doel hebben de rechten van de uitzendkrachten te verbeteren en een soepeler gebruik van uitzendkrachten toe te laten. Beperking van het gebruik van dagcontracten Het gebruik van dagcontracten blijft toegelaten. Wie opeenvolgende dagcontracten afsluit, is ertoe gehouden de “nood aan flexibiliteit” aan te tonen wanneer: • het werkvolume grotendeels afhangt van externe factoren; • het werkvolume sterk fluctueert; • er een link is tussen het werkvolume en de aard van de opdracht. Wanneer de nood aan flexibiliteit niet wordt bewezen moet de gebruiker een vergoeding overeenstemmend met 2 weken loon betalen aan de uitzendkracht. Motief instroom Het akkoord voert een nieuw motief in: het gebruik van uitzendkrachten voor de invulling van vacante betrekkingen met het oog op vaste aanwerving. Dit om te voorzien in een wettelijk kader voor een situatie die momenteel reeds in de praktijk bestaat. Enkel wie met weekcontracten werkt kan van dit motief gebruik maken. Zoniet, ontstaat tussen de gebruiker en de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
SOCIAL LAW
2013 nieuwsbrief nr.1 Bovendien stelt de 3-6-9-regel dat: • de gebruiker slechts 3 uitzendkrachten mag testen voor een bepaalde functie; • elke uitzendkracht maximaal 6 maanden bij een gebruiker mag worden tewerkgesteld; • de totale duur voor de pogingen tot invullen van de vacante betrekking maximaal 9 maanden mag duren. Wanneer een uitzendkracht een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur heeft beëindigd om te werken onder het motief instroom, dient het uitzendkantoor een tewerkstellingsgarantie van minimum 1 maand te voorzien. Bij niet-naleving is het uitzendkantoor een schadevergoeding verschuldigd aan de uitzendkracht, overeenstemmend met het verschuldigde loon voor de resterende termijn.
Maatregelen ter bestrijding van sociale fraude Eind november 2012 keurde de ministerraad een pakket aan maatregelen goed ter bestrijding van sociale fraude. Een aantal van deze maatregelen werden reeds verder uitgewerkt in de Programmawet van 27 december 2012 die we hierna kort bespreken. Deze maatregelen zijn op 10 januari 2013 in werking getreden. Bestrijding van wetsontwijking en wetsontduiking
Rechtsmisbruik bij internationale tewerkstelling Bij internationale tewerkstelling is er sprake van rechtsmisbruik wanneer partijen de bedoeling hebben om te ontsnappen aan de toepassing van de Belgische sociale zekerheidswetgeving door de Europese aanwijzingsregels niet na te leven of te omzeilen. Indien een dergelijk misbruik wordt vastgesteld, wordt de betrokken werknemer of zelfstandige onderworpen aan de Belgische sociale zekerheidswetgeving. Bijgevolg laat deze regeling toe aan de bevoegde instanties om een ‘A1 formulier’ (voordien E101) naast zich neer te leggen en Belgische sociale bijdragen te vorderen vanaf de eerste dag van vaststelling van het misbruik. Het is de buitenlandse instelling waarvan de sociale zekerheidswetgeving van toepassing is die het A1 formulier uitreikt. Volgens vaststaande rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie is dergelijke verklaring echter bindend voor het bevoegde orgaan en de rechterlijke instanties van de lidstaat waarin de werknemers zijn gedetacheerd of gelijktijdig tewerkgesteld zolang zij niet is ingetrokken door de autoriteiten van de lidstaat die dit document heeft uitgereikt. De vraag die hier rijst is of deze wetgeving wel een toetsing aan het Europese Unierecht zal doorstaan.
In het fiscaal recht bestaan al geruime tijd antimisbruikbepalingen. Het pakket sociale maatregelen voorziet hiervoor echter eigen regels. De sociale antimisbruikbepaling moet toelaten diverse vormen van sociaalrechtelijk misbruik beter te kunnen bestrijden. Een sociaalrechtelijk misbruik bestaat wanneer een persoon zich door een rechtshandeling of door de kwalificatie van een rechtshandeling, in strijd met de doelstellingen van (een) wettelijke bepaling(en) van sociaal recht, buiten of onder de toepassing plaatst van die wettelijke bepaling. De nieuwe maatregelen viseren zowel misbruik op het vlak van de bijdragen als op het vlak van de uitkeringen of prestaties. Een juridische operatie behoudt wel haar rechtsgevolgen, doch is dan niet meer tegenstelbaar voor de instanties die in de wet zijn bepaald (bijv. RSZ, RVA, RVP). De betrokken instanties kunnen aldus de als misbruik gekwalificeerde constructie negeren, tenzij de verzekerde niet de bedoeling had om een dergelijk misbruik te plegen. De instantie die zich op de antimisbruikbepaling beroept draagt hiervoor de bewijslast. De concrete misbruiken moeten nog nader worden bepaald bij KB.
Katleen Engelen
[email protected] Eveline Naudts
[email protected] BDO Juridische Adviseurs
5
6
TAX
2013 nieuwsbrief nr.1
Fiscale begrotingsmaatregelen anno 2013
O
nze regering kondigde op 20 november 2012 nieuwe begrotingsmaatregelen aan. Het federale begrotingsplan vereist een bedrag van 3,7 miljard EUR voor de begroting van 2013 om te voldoen aan Europese doelstellingen. Dit vertaalt zich enerzijds in besparingen, maar anderzijds ook in een aantal nieuwe fiscale maatregelen.
Een reeks fiscale wijzigingen werden in december 2012 vastgelegd in diverse wetten. Hiervan zijn er enkele die voorzien waren in het begrotingsakkoord van 2012, maar hun uitwerking vinden vanaf 2013. Sommige aangekondigde wijzigingen staan nog op de wachtlijst. Onderstaand volgt een bondig overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
gepast. In de voormalige regeling mocht tot maximum 40% van het vermogen van deze ICB's worden belegd in schuldvorderingen opdat er vrijstelling van belastingheffing zou zijn. Dit percentage is teruggebracht tot 25% om te voldoen aan de normen van de Europese spaarrichtlijn. Verder wordt de vrijstelling die aan EU-landen wordt verleend doorgetrokken naar alle landen die tot de Europese Economische Ruimte behoren. De wijziging is van toepassing op de verrichtingen die plaatsvinden vanaf de datum van publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad, m.n. 20 december 2012. Vastgoedbevaks vanaf 2013 belast aan 15%
Meer info vindt u op onze website: http://www.bdo.be/ nl/news/professional-news/2013/fiscalebegrotingsmaatregelen-2013/
Vastgoedbevaks ondergingen voorheen geen roerende voorheffing op hun uitgekeerde dividenden, doch voor inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari 2013 worden zij onderworpen aan een bevrijdende roerende voorheffing van 15%.
Vennootschapsbelasting
Geheime commissielonenaanslag
De overdraagbaarheid van de notionele intrestaftrek wordt afgeschaft
Ingevolge de kritiek op de strenge toepassingsregels inzake de geheime commissielonenaanslag van 309% bij niet aangegeven voordelen alle aard, zal worden voorzien in wetgevende initiatieven om versoepeling van het regime mogelijk te maken. Wanneer de voordelen alle aard nog kunnen worden belast bij de genieter (driejarige termijn in de personenbelasting) zal er geen toepassing worden gemaakt van de 309%. Daarnaast is er sprake van verlaging van het tarief van de aanslag geheime commissielonen, maar de belasting zou niet langer fiscaal aftrekbaar zijn.
• Het overschot aan notionele intrestaftrek van het aanslagjaar zelf (die op dat moment dus niet kan worden aangewend) kan vanaf aanslagjaar 2013 niet meer worden overgedragen naar de volgende 7 belastbare tijdperken. Reeds bestaande overschotten uit vorige aanslagjaren kunnen wel nog beperkt worden overgedragen. • Verwacht wordt dat vanaf aanslagjaar 2014 het tarief van de notionele intrestaftrek zal dalen van 3% naar 2,74%. Voor KMO’s zou dit percentage van 3,50% naar 3,24% worden gebracht. Meerwaardebelasting voor grote ondernemingen Vanaf aanslagjaar 2014 worden grote ondernemingen en holdings onderworpen aan een belasting van 0,412 % (0,4% afzonderlijke belasting + 3% crisisbijdrage) op meerwaarden op aandelen. De bedoelde meerwaarde komt niet in aanmerking voor verliescompensatie en kan ook niet worden afgezet tegen bepaalde fiscale aftrekken. De belasting is bovendien ook niet fiscaal aftrekbaar. De netto- meerwaarden op aandelen waren voorheen onder bepaalde voorwaarden volledig vrijgesteld van belasting onder dubbele voorwaarde. Voor kleine en middelgrote ondernemingen blijft dit vrijstellingsregime van toepassing. Aandelen van collectieve beleggingsinstelling De fiscale behandeling van meerwaarden bij de inkoop van aandelen van collectieve beleggingsinstellingen (ICB's) is aan-
Personenbelasting Melding buitenlandse levensverzekeringcontracten Vanaf aanslagjaar 2013 voorziet de aangifte personenbelasting een vakje voor het melden van het bestaan van individuele levensverzekeringsovereenkomsten afgesloten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsondernemer, alsook voor het land waar die contracten zijn afgesloten. Regularisatie niet aangegeven spaargelden De regering bereikte een akkoord over een nieuwe (en voorlopig laatste) amnestieregeling die de regularisatie van niet aangegeven inkomen en kapitaal (niet aangegeven inkomsten uit het buitenland) tot eind 2013 toelaat. De boete gerelateerd aan de regularisatie wordt verhoogd van 10% naar 15%. Niet aangegeven kapitaal wordt voortaan ook belast. Deze maatregel komt in de plaats van de bestaande fiscale regularisatiemaatregel die in 2004 in het leven werd geroepen.
TAX
2013 nieuwsbrief nr.1 Omvorming aftrekbare uitgaven tot belastingvermindering
Tarief roerende voorheffing wordt opgetrokken naar 25%
De 'aftrekbare bestedingen', met uitzondering van onderhoudsgelden en de aftrek enige eigen woning, worden omgezet naar 'belastingverminderingen'. Deze omvorming zal gelden voor: • Uitgaven voor kinderoppas, giften (45%); • Voor de andere uitgaven (vb. bezoldigingen van een huisbediende, uitgaven voor beschermde monumenten en landschappen) die nu een belastingvermindering opleveren tegen de "bijzondere gemiddelde" aanslagvoet (tarief tussen de 30 en 40%) zou de belastingvermindering worden teruggebracht tot 30%;
Vanaf 1 januari 2013 wordt een uniform tarief van 25% voor de roerende voorheffing ingevoerd voor dividenden, intresten en royalties. Uitzondering op de regel wordt gemaakt voor: • De liquidatieboni: 10% RV; • intresten van spaarboekjes van meer dean 1.830 EUR : 15%; • intresten op de Leterme-staatsbon (15%); • Royalty’s verkregen uit auteursrechten.
Ook de belastingvermindering voor uitgaven met betrekking tot beveiliging tegen brand en inbraak wordt aangepast. De belastingvermindering bedraagt momenteel 50%, doch wordt eveneens verlaagd naar 30%. Deze wijzigingen treden inwerking vanaf aanslagjaar 2013. Meer info vindt u op onze website: http://www.bdo.be/ nl/tax-and-legal-services/tax/personenbelasting-2012/
Roerende voorheffing Versoepeling stelsel voor inkomsten 2012 Met ingang van 1 januari 2012 werd een bijkomende heffing (crisisbelasting) van 4% ingevoerd voor het roerende inkomen dat op jaarbasis het bedrag van 20.020 EUR overschrijdt. De regering besliste in het kader van de federale begroting 2013 om deze bijkomende heffing vanaf 1 januari 2013 weer af te schaffen. De heffing blijft echter van toepassing voor roerende inkomsten van 2012, doch wordt wel op enkele punten versoepeld: • roerende inkomsten die geen aanleiding geven tot de 4% bijkomende heffing (of wanneer die heffing correct werd ingehouden), hoeven niet in de aangifte personenbelasting te worden opgenomen. Zij zijn uiteraard wel onderworpen aan 21% of 25% roerende voorheffing. • Belastingplichtigen die wel roerende inkomsten ontvangen die onderworpen zijn aan de 4% bijkomende heffing, konden deze nog tot 31 december 2012 laten inhouden. Dergelijke inkomsten dienen ook niet te worden aangegeven. • Er komt geen meldpunt voor de centralisatie van roerende inkomsten, zoals initieel voorzien.
Bovendien herwint de roerende voorheffing, weerom met een aantal uitzonderingen, haar bevrijdend karakter voor intresten en dividenden. Er is bijgevolg geen aangifteplicht meer.
Indirecte belastingen Taks levensverzekeringspolissen van 1,1% naar 2% De taks op de premies voor bepaalde verzekeringsproducten die worden gestort vanaf 1 januari 2013 zal stijgen van 1,1% naar 2%. Dit geldt met name voor de beleggingsproducten tak 23 en tak 21 spaarverzekeringsproducten. Deze verhoging heeft evenwel geen betrekking op premies voor schuldsaldoverzekeringen, pensioenfondsen en groepsverzekeringen. Deze blijven onderworpen aan het tarief van 1,1%. Overeenkomsten voor pensioensparen blijven vrijgesteld van belastingen.
Cindy de Bock
[email protected] BDO Belastingconsulenten
7
8
FAQ
2013 nieuwsbrief nr.1
FAQ Bezoldigingstechnieken: een stand van zaken Wat zijn de huidige fiscaal- en sociaalrechtelijke regels voor bedrijfswagens? Het toekennen van een bedrijfswagen aan werknemers en bedrijfsleiders is een veel gebruikte bezoldigingstechniek. Hierbij dienen de volgende belastingen en sociale zekerheidsbijdragen in acht te worden genomen: Werknemers • Het belastbare voordeel alle aard (VAA) wordt voor aanslagjaar 2013 (sinds 1 januari 2012) berekend op basis van de cataloguswaarde en CO2-uitstoot, en dus niet langer op basis van de afstand woon-werkverkeer. De berekening bevat ook een correctiefactor, die rekening houdt met de leeftijd van de wagen. Op de BDO website kan u het VAA van uw wagen berekenen: http://www.bdo.be/nl/tools/vaa-bedrijfswagen/. • Persoonlijke bijdragen van de werknemer blijven aftrekbaar van het voordeel alle aard; • In hoofde van de werkgever (vennootschap) dienen autokosten te worden verworpen (tot maximum 50%) op basis van de CO2-uitstoot. Daarenboven is er sinds 1 januari 2012 een bijkomende verworpen uitgave gelijk aan 17% van het VAA, waarop geen aftrekken (bv. beroepsverliezen, notionele interestaftrek, enz.…) mogen worden toegepast (minimum belastbare basis); • Het toekennen van een bedrijfswagen wordt niet als loon beschouwd voor sociale zekerheidsdoeleinden. Bijgevolg zijn er dan ook geen werknemers- en werkgeversbijdragen op verschuldigd. Er is wel een solidariteitsbijdrage ten laste van de werkgever. Die wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot; • Het VAA wordt sinds 1 januari 2011 niet langer gelijkgesteld met een dienst voor btw-doeleinden, bijgevolg is er ook niet langer btw verschuldigd op het VAA. De btw op autokosten is slechts aftrekbaar in relatie tot het beroepsgebruik met een maximum 50%. Om het correcte aftrekpercentage te bepalen zijn bovendien nieuwe regels van toepassing. Op de BDO website kan U het aftrekpercentage berekenen: http://www.bdo.be/nl/tools/btw-berekeningstool-bedrijfswagens/. Bedrijfsleiders • Met betrekking tot de vaststelling van het VAA en de te verwerpen uitgaven zijn in hoofde van de uitkerende vennootschap dezelfde principes van toepassing als voor werknemers; • Bedrijfsleiders (zelfstandigen) zijn sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd op hun netto bezoldiging. Deze worden berekend op hun bruto beroepsinkomsten verminderd met bedrijfsuitgaven, -lasten en verliezen. Het VAA vastgesteld naar fiscale normen, dat inbegrepen is in het bruto inkomen, is bijgevolg onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen. Er is wel geen afzonderlijke bijzondere solidariteitsbijdrage verschuldigd; • De regels van toepassing op de aftrekbeperking van btw zijn dezelfde als voor werknemers. Kosten eigen aan de werkgever: gelijke behandeling vanuit fiscaal en sociaal zekerheidsoogpunt? Kosten eigen aan de werkgever kunnen zowel aan werknemers als aan bedrijfsleiders worden toegekend. Aan de terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever kleeft het wettelijk vermoeden van niet-belastbaarheid. Het is de belastingadministratie die dient aan te tonen dat de vergoedingen een bezoldiging zijn. Inzake een forfaitaire terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever kunnen voorafgaande akkoorden met de belastingadministratie worden gesloten. Voor bedragen boven de 125,00 EUR is het sluiten van een akkoord met de belastingadministratie verplicht. Deze akkoorden zijn evenwel niet bindend voor sociale zekerheidsdoeleinden. Op sociaal zekerheidsvlak ligt de bewijslast rond kosten eigen aan de werkgever wel bij de werkgever. Het is de werkgever die de realiteit van die kosten dient aan te tonen. Bepaalde kleine kosten die moeilijk bewijsbaar zijn, mag men forfaitair ramen. In dat geval moet de werkgever uiteraard het gehanteerde forfait kunnen verantwoorden. De sommen die het bedrag van de werkelijke kosten overschrijden, zijn loon waarop sociale bijdragen verschuldigd zijn. De onderstaande tabel geeft een opsomming van enkele vergoedingen die als kost eigen aan de werkgever kunnen worden toegekend.
Heeft u vragen met betrekking tot deze rubriek? Aarzel dan niet om een e-mail door te sturen naar het volgende adres :
[email protected]
FAQ
2013 nieuwsbrief nr.1
FAQ
Type vergoeding
Bedrag toekenbaar als kost eigen aan de werkgever Sociaal
Fiscaal
Kilometervergoeding woonwerkverplaatsingen met auto
0,3456 EUR/ KM
Belastbaar loon, maar sociale vrijstelling van 380 EUR per jaar
Kilometervergoeding beroepsverplaatsingen met auto
0,3456 EUR/ KM
0,3456 EUR/ KM
Kilometervergoeding woonwerkverplaatsingen met de fiets
0,22 EUR / KM
0,22 EUR / KM
Kilometervergoeding beroepsverplaatsing met de fiets
0,22 EUR / KM
0,22 EUR / KM
Vergoeding voor bureaukosten voor werknemers die gedeeltelijk van thuis werken
117,27 EUR / per maand
Geen forfaitair bedrag bekend maar toekenning van een vergoeding op basis van ernstige normen is mogelijk
Vergoeding voor garagekosten
50,00 EUR/ per maand
Geen forfaitair bedrag bekend maar toekenning van een vergoeding op basis van ernstige normen is mogelijk
Vergoeding voor parkingkosten
15,00 EUR / per maand
Geen forfaitair bedrag bekend maar toekenning van een vergoeding op basis van ernstige normen is mogelijk
ICT voordelen: zijn er belastingen en sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd? Het komt steeds meer voor dat werkgevers ICT voordelen, zoals een gsm, een tablet, een pc en internet aan hun werknemers toekennen. Echter, ook deze voordelen hebben hun fiscaal en sociaal kostenplaatje. De voordelen in natura waartoe zij aanleiding geven zijn immers onderworpen aan belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. Hier stelt men eveneens vast dat er geen gelijke waardering van de voordelen is voor sociale zekerheids- en belastingdoeleinden. De volgende waarderingen zijn van toepassing: Voordeel
Waardering Privégebruik per jaar Sociaal
Fiscaal
Laptop/ PC
180 EUR
180 EUR
GSM/ Blackberry
150 EUR
Voordeel = reële waarde voor de werknemer
Tablet
180 EUR
Voordeel = waarde / % privégebruik
60,00 EUR
60,00 EUR
Internet
Pensioenopbouw door middel van een groepsverzekering: wat zijn de belasting- en sociale zekerheidskosten? De bijdragen die door de werkgever ten voordele van de werknemer worden betaald in het kader van een groepsverzekering worden fiscaal als een sociaal voordeel beschouwd en zijn bijgevolg in hoofde van de werknemer vrijgesteld van inkomstenbelasting. De werkgever kan de bijdragen aftrekken als beroepskosten indien de uitkeringen (omgezet in rente) waarop ze naar aanleiding van de pensionering recht geven niet meer bedragen dan 80% van de laatste normale bruto jaarbezoldiging en zijn berekend op basis van de normale duur van een beroepswerkzaamheid. De bijdrage betaald door de werkgever aan de verzekeringsinstelling is wel onderworpen aan een afzonderlijke premietaks van 4,4%. Indien de werknemer persoonlijk bijdraagt in de groepsverzekering, kunnen de door hem gestorte bijdragen daarenboven recht geven op een belastingvermindering die gelijk is aan 30% voor de betaalde bijdrage. De werkgeversbijdragen zijn enkel onderworpen aan een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 8,86%. Katleen engelen
[email protected] BDO Juridische Adviseurs Sarne Willo
[email protected] BDO Belastingconsulenten
Heeft u vragen met betrekking tot deze rubriek? Aarzel dan niet om een e-mail door te sturen naar het volgende adres :
[email protected]
9
10
ACCOUNTANCY
2013 nieuwsbrief nr.1
Erkenning van kosten en opbrengsten door de bril van de CBN
B
elangrijke adviezen van de CBN worden voorafgegaan door de publicatie van een ontwerpadvies waarbij schriftelijk commentaren kunnen worden ingediend. Dit was ook het geval voor CBN-advies 2012/17 over de erkenning van kosten en opbrengsten. Hoewel het advies dateert van 7 november 2012, werd het slechts onlangs gepubliceerd. We brengen verslag uit over deze ‘finale versie’.
niet in resultaat te nemen. Doet zij dat toch, dan kan de onzekerheid die op de inning weegt, boekhoudkundig vertaald worden in een waardevermindering.
Art. 33, tweede lid KB/W.Venn. bepaalt dat er rekening moet worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is.
Vervreemding van goederen
Krachtens het overeenstemmingsbeginsel (matching) worden kosten toegerekend aan hetzelfde boekjaar als de ermee overeenstemmende opbrengsten. Het middel dat in de boekhoudreglementering wordt geboden om deze regels te kunnen uitvoeren zijn de overlopende rekeningen.
ADVIES 2012/17 bepaalt regels toerekening Met het advies 2012/17 beoogt de CBN de regels te bepalen die ten grondslag moeten liggen aan de toerekening van kosten en opbrengsten aan een bepaald boekjaar. Enkel de kosten en opbrengsten die voortvloeien uit de vervreemding van een goed of de levering van een dienst worden in dat advies behandeld. Volgens de CBN moeten kosten en opbrengsten die voortvloeien uit de vervreemding van een goed worden toegerekend aan het boekjaar waarin de voornaamste risico’s van het goed worden overgedragen aan de verkrijger. Deze overdracht van risico’s zal volgens de CBN in principe overeenstemmen met de overdracht van de eigendom, tenzij de eigendomsoverdracht werd losgekoppeld van de risico-overdracht. Inzake de levering van diensten, zullen opbrengsten en kosten die voortvloeien uit de geleverde dienst worden toegerekend aan het boekjaar waarin de voornaamste prestatie van de dienst wordt uitgevoerd. Kosten en opbrengsten uit de vervreemding van een goed of de levering van een dienst zullen, wanneer het bedrag niet bepaald of bepaalbaar is, voor hun minimumbedrag worden geboekt. Is de effectieve inning van de opbrengst bij aanvang integraal onzeker, dan staat het de onderneming vrij deze opbrengst
Tot dusver de regels opgenomen in het advies. De CBN somt vervolgens enkele voorbeelden op ter bevestiging van voormelde regels.
Bij koop geschiedt de eigendomsoverdracht solo consensu (louter door wilsovereenstemming). Deze eigendomsoverdracht kan worden uitgesteld door de aard van de zaak (soortzaken, toekomstige zaken) of door de wil der partijen. Conventioneel uitgestelde eigendomsoverdracht stelt men vaak vast bij verkoop van onroerend goed (eigendomsoverdracht bij verlijden authentieke akte) of bij koop op afbetaling (eigendomsoverdracht bij afbetaling koopprijs). Het risico gaat in beginsel mee over naar de nieuwe eigenaar, doch eigendomsoverdracht en risico-overdracht kunnen zoals gezegd van elkaar worden losgekoppeld. De CBN adviseert de opbrengsterkenning in het jaar van eigendomsoverdracht doch in de mate dat de risico’s in dat jaar mee overgaan. De risico-overdracht zou in ieder geval primeren als factor voor de opbrengsterkenning. Deze stelling lijkt uit te gaan van een economische benadering (waarnaar de CBN de laatste jaren steeds meer tendeert).
Onroerend Goed Een voorbeeld in het advies betreft de levering van een onroerend goed waarbij de eigendomsoverdracht wordt uitgesteld tot het verlijden van de authentieke akte. Hier aanvaardt de CBN de opbrengsterkenning in het jaar van het verlijden van de authentieke akte. De risico-overdracht komt in dit voorbeeld niet aan de orde. De CBN sprak zich in 1984 al uit over het tijdstip waarop de aan- of verkoop van een onroerend goed in de boekhouding dient te worden ingeschreven. Dat tijdstip wordt aldus de CBN bepaald door het verkoopcompromis. Dat is ook het ogenblik waarop de eigendom overgaat. Het feit dat de overdracht slechts na overschrijving van de akte op het hypotheekkantoor tegenwerpelijk is aan derden is niet relevant voor de betekenis van de transactie. De boekhoudkundige inschrijving volgt dus de juridische eigendomsoverdracht. Maar ofschoon een dergelijke inschrijving uit een reeds publiek gemaakte boekhouding kan blijken, toch zal de tegenstelbaarheid van de overdracht afhankelijk zijn van de inschrijving in de hypotheekregisters. In dit geval is de boekhoudkundige inschrijving een declaratieve noch een constitutieve handeling.
2013 nieuwsbrief nr.1
Eigendomsvoorbehoud Een ander voorbeeld betreft een verkoper die een machine (fysisch) levert, waarbij wordt overeengekomen dat de risico’s aan de koper worden overgedragen hoewel de verkoper tot zekerheid van betaling eigenaar blijft. De verkoper zal hier reeds een opbrengst dienen te erkennen in het jaar van de levering, hoewel hij eigenaar blijft en de koper slechts houder is (hij is zelfs geen bezitter). In CBN-advies 106/4 (1985) stelde de CBN de volgende vraag: “Hoort bij de boekhoudkundige verwerking van deze verrichting [verkoop met eigendomsvoorbehoud] het aspect verkoop de bovenhand te krijgen of veeleer het niet overdragen van de eigendom?”. Bij dergelijke koop met eigendomsvoorbehoud lijkt de CBN aan dit eigendomsvoorbehoud een zekerheidsrechtelijke behandeling voor te behouden. Het eigendomsvoorbehoud hoort – als zekerheid – in de toelichting te worden omschreven, terwijl de opbrengst of kost uit de verkoop een opbrengst(kost)erkenning tot gevolg heeft.
Levering van diensten Een voorbeeld bij de levering van diensten in het advies is dat van de verkoop van concertplaatsen. De verkoop van concertplaatsen in jaar X, terwijl het concert doorgaat in jaar X+1, zal in jaar X aanleiding geven tot erkenning van de opbrengst, die uiteindelijk door het gebruik van Over te dragen opbrengsten naar X+1 wordt overgebracht. Voor de kosten van het concert volgt dezelfde behandeling. Dit voorbeeld brengt ons bij een zaak voor het hof van beroep van Gent. Vaak geschiedt de verkoop van filmtickets tegen de afgifte van vouchers. De vouchers zijn slechts te zien als organisatorisch hulpmiddel. Vouchers die in een bepaald jaar zijn gekocht maar in dat jaar nog niet effectief gebruikt, zullen wat de opbrengsten betreft, worden overgedragen naar volgend jaar. Nu de kost van de vertoning pas wordt gemaakt in het jaar van de vertoning, meent het hof van beroep dat – bij toepassing van het matching beginsel – de opbrengsten evenzeer naar een volgend boekjaar dienen te worden overgebracht.
Overdracht gebRUIK merk Een ander geval dat wordt beschouwd in het CBN-advies is dat van een onderneming die in het jaar X voor 5 jaar het uitsluitend gebruik overdraagt van een merk waarvan zij eigenaar is. De onderneming zou er zich gedurende 5 jaar van onthouden het merk te gebruiken. De vergoeding voor het exclusieve gebruik wordt in jaar X gefactureerd en de onderneming zal in die periode van 5 jaar na overdracht geen kosten maken.
ACCOUNTANCY
De CBN is van oordeel dat alle opbrengsten dienen erkend te worden in het jaar van de facturatie omdat zij op dat ogenblik haar voornaamste verplichtingen vervult. Door in de casus te vermelden dat geen kosten worden gemaakt, lijkt de CBN iedere piste naar overdracht van de opbrengsten te willen vermijden door de toepassing van het matching beginsel uit te sluiten (“er worden geen kosten gemaakt”). Wil dit dan zeggen dat, mocht de onderneming toch kosten maken in de 5 jaar na overdracht, de opbrengst toch gespreid dient te worden? Dat is niet zeker. Zich onthouden iets te doen is een ‘verbintenis om iets niet te doen’. Deze verbintenissen zijn ogenblikkelijk van aard en kunnen enkel worden nageleefd of miskend. Een tussenoplossing bestaat niet. Gelet op de aard van dergelijke verbintenis lijkt een onmiddellijke winsterkenning inderdaad ook aangewezen. De onderneming die een licentie voor een informaticaprogramma overdraagt gekoppeld aan een jaarlijkse update van de sofware, dient een opsplitsing te maken tussen de opbrengst voor de licentie en de opbrengst voor het jaarlijks onderhoud. Het onderdeel onderhoud van de verkoop dient gespreid in resultaat te worden genomen over 5 jaar. De overdracht van de licentie onmiddellijk. Het CBN-advies 148/1 over gespreide prestaties, bepaalt immers dat de boeking van het resultaat dient te gebeuren in het boekjaar waarin de leveringen of prestaties effectief plaatsvinden.
Philippe Turco
[email protected] BDO Accountants
11
12
Financial Audit
2013 nieuwsbrief nr.1
Kan men het kapitaal van een vennootschap verhogen door inbreng in natura zonder toekenning van nieuwe aandelen?
E
en kapitaalverhoging door inbreng in natura is per definitie een ‘externe’ kapitaalverhoging, dit wil zeggen een toename van het vermogen in tegenstelling tot een ‘interne’ kapitaalverhoging (incorporatie van de uitgiftepremie, herwaarderingsmeerwaarden of reserves in het kapitaal).
Voor de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (bvba, nv, cvba) voorziet het Wetboek van Vennootschappen (art. 313, § 1, lid 2, 395, § 1, lid 2 en 602, § 1, lid 2) voor de kapitaalverhogingen door inbreng in natura in de tussenkomst van de commissaris of indien er geen is, van een bedrijfsrevisor om een verslag op te maken. Dat verslag heeft in het bijzonder betrekking op de beschrijving van elke inbreng in natura, de toegepaste waarderingsmethoden en het aantal tegen de inbreng uit te geven aandelen of deelbewijzen. Uit die verschillende artikelen van het Wetboek van Vennootschappen blijkt duidelijk dat de wil van de wetgever erin bestaat elke kapitaalverhoging door inbreng in natura te belonen met de uitgifte van nieuwe aandelen. Sommige auteurs hebben echter het standpunt verdedigd dat het mogelijk zou zijn om mits naleving van bepaalde
voorwaarden een kapitaalverhoging door inbreng in natura te doen zonder de uitgifte van nieuwe aandelen: • eenparige instemming van alle aandeelhouders, • geen wijziging van het respectieve gewicht van elke aandeelhouder zodat geen enkele aandeelhouder bevoor- of benadeeld wordt, • bestaande aandelen zonder aanduiding van de nominale waarde. De Raad van het instituut van Bedrijfsrevisoren meent in zijn advies van 28 januari van dit jaar dat de niet-uitgifte van nieuwe aandelen of deelbewijzen een verrijking zonder oorzaak kan vormen of de fiscale zekerheid kan schaden. De Raad benadrukt eveneens dat de materiële verplichting in verband met het drukken van aandelen aan toonder niet meer bestaat en is met name om die verschillende redenen van oordeel dat elke kapitaalverhoging in natura bij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gepaard moet gaan met de uitgifte van nieuwe aandelen of deelbewijzen. Philippe Blanche
[email protected] BDO Bedrijfsrevisoren
Financial Audit
IFRS NEWS
D
e site van BDO International - “IFRS News” publiceert dagelijks de actualiteit inzake internationale IAS/IFRS-normen.
U vindt er onder andere de agenda van de vergaderingen van de IASB, de stand van zaken betreffende de ontwerpen van normen en de samenvattingen van het standpunt van BDO in het kader van de raadplegingen over deze ontwerpen, de lopende toenaderingen tussen IFRS en US GAAP, en een overzicht van de werkzaamheden van de EFRAG.
Wij vestigen uw aandacht op de volgende informatie die onlangs gepubliceerd werd op de site: • De IASB heeft wijzigingen gepubliceerd aan de norm IFRS11 “Gezamenlijke Overeenkomsten” en een nieuwe exposure draft met betrekking tot de norm IAS 36 “Bijzondere waardeverminderingen van activa”. Die exposure draft wil meer bepaald de informatie verduidelijken die moet worden gepubliceerd met betrekking tot de realiseerbare waarde van niet-financiële activa. • Een regelmatige bijwerking van de implementatie van de IFRS-normen voor kmo’s. U vindt deze informatie op: http://www.bdointernational.com/Services/Audit/IFRS/ IFRS-News/Pages/default.aspx Alain Schellekens
[email protected] BDO Bedrijfsrevisoren
BDO
2013 nieuwsbrief nr.1
Partnership met Cockpit Group
vlnr: Patrick de Bellefroid, Koen De Brabander, Frédéric de Woot, Grégoire Talbot, Hans Wilmots, Michel Grignard, Joris Oster
BDO België heeft twee jaar geleden in zijn strategie ingeschreven dat het bedrijven op een actieve manier wil helpen om de kwaliteit van hun rapportering te verbeteren. Wij ontmoeten iedere dag ondernemers die te traag en/of te onnauwkeurig geïnformeerd worden over hun eigen financiële toestand en over de kwaliteit van hun eigen prestaties. En dit is niet goed, want een ondernemer moet altijd kritisch zijn ten aanzien van zijn eigen functioneren, of het nu crisis is of niet. Daarom moet ieder bedrijf voor zichzelf een aantal (financiële en operationele) meetpunten inbouwen, “KPI’s” of “Key Performance Indicators” genoemd, en zijn prestaties voortdurend vergelijken met het verleden en met de verwachting (budget), en dit bij voorkeur aan de hand van een overzichtelijke en bevattelijke geautomatiseerde rapportering.
Om grote en kleine bedrijven hier nog beter mee te kunnen helpen, hebben wij een strategisch Partnership afgesloten met “Cockpit Group”, dat vanaf 1 mei integraal deel zal uitmaken van BDO België. Wij zijn bijzonder trots dat wij binnenkort de Cockpit ploeg van bijna 20 mensen, onder leiding van Grégoire Talbot, mogen verwelkomen. In de volgende nieuwsbrief komen wij uitgebreid op dit verhaal terug.
13
14
NEWS
2013 nieuwsbrief nr.1
SHORT NEWS BDO-ondernemingsdagen 2013
Vastgoed in Pocket
Tijdens de vierde editie van de BDO-Ondernemingsdagen belichten we de financiering van ondernemingen. Het programma verschaft helderheid over de concrete invulling van uw financieringsnoden, zowel op korte als lange termijn. Samen met BDO tekenen sprekers uit de financiële en bedrijfswereld en specialisten in optimalisatie van working capital present. Reserveer alvast één van volgende data: 11/6 (FR), 13/6 (NL), 18/6 (FR) of 20/6 (NL) en lees meer op http://www.bdo.be/nl/academy/events/2013.
BDO Interim Management krijgt kwaliteitslabel Bij de certificatie-audit door het bureau Lloyds behaalde BDO Interim Management de maximumscore (4 sterren). Door deze score komt BDO Interim Management op de site van Federgon op de hoogste plaats te staan, wat ons duidelijk onderscheidt ten opzichte van andere bureaus.
Onze tax collega’s Frederik De Roo en Bart Beheydt hebben meegewerkt aan de nieuwe editie “Vastgoed in pocket”. In ongeveer zevenhonderd alfabetisch geordende trefwoorden geeft dit zakboekje u een antwoord op al uw vragen over de financiering en de fiscale aspecten van vastgoedtransacties, milieureglementering en de wetgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.
BDO op 5e plaats in Thomson Reuters Ranking 2012 De Apps van BDO zijn 10.000 keer gedownload
BDO stijgt in 2012 van de 7de naar de 5de plaats in de Mid Market M&A Europese Thomson Reuters Ranking voor Financial advisor. Mede dankzij de inspanningen van het corporate finance team van BDO België staat BDO op de 5de plaats in de Benelux. Enkele belangrijke cijfers uitgelicht
In september 2011 lanceerde BDO haar eerste App voor iPad en iPhone: KMO Cockpit. Ondertussen kwamen daar 3 Apps bij: PME Cockpit, Belgisch rekeningenstelsel, Belgian TAX Toolbox. Op 8 maart 2013 overschreden we de kaap van 10.000 downloads en er komen er nog iedere dag bij. Al onze Apps kunnen gratis gedownload worden vanuit de App store.
• Wereldwijd steeg BDO International in de Mid Market van de 17de naar de 11 plaats • In de Europese ranking van de Mid Market steeg BDO (aantal deals) van de 7de naar de 5de plaats • In de Benelux maakt BDO een belangrijke sprong in de ranking nl van de 12de naar de 5de plaats
NEWS
2013 nieuwsbrief nr.1
SHORT NEWS Vlerick PEBO Academy Het platform voor Entrepreneurial Buy-outs (PEBO) is een initiatief van Professor Miguel Meuleman van Vlerick Business School en Hans Vanoorbeek, buy-out specialist en ondernemer. In nauwe samenwerking met BDO België organiseert het platform evenementen en opleidingen voor mensen die een succesvolle buy-out of buy-in willen ondernemen. Het eerste event “buy your own company” dat plaats had op 21 februari 2013 was volzet (350 deelnemers). Als vervolg op dit event lanceert de PEBO Academy een opleidingsprogramma (6 sessies van april tot juni 2013) waarbij de deelnemers wegwijs worden gemaakt in hoe ze hun eigen bedrijf kunnen kopen. Deze Academy richt zich expliciet tot individuen met aanzienlijke managementervaring in een leidinggevende positie die zelf de ambitie hebben om een management buy-out of buy-in te ondernemen. Er worden maximaal 40 deelnemers toegelaten tot het programma.
vlnr: Miguel Meuleman, Hans Vanoorbeek, Veerle Catry
Lancering 5 nieuwe country desks BDO België heeft recent 5 nieuwe country desks gelanceerd (naast de reeds bestaande Belgium-Holland Country Desk) nl de Belgium-China Country Desk, de Belgium-US Country Desk, de Belgium-UK Country Desk, de Belgium-France Country Desk en de Belgium-Germany Country Desk. Deze desks bundelen de expertise van een multidisciplinair team dat bedrijven of natuurlijke personen begeleidt bij grensoverschrijdende ondernemersvraagstukken, waarbij ze dankzij het internationale BDO-netwerk een beroep kunnen doen op de BDO-collega’s van het respectievelijke land. Mer informatie over deze Country Desks vindt u op: http://www.bdo.be/nl/country-desk/
AGENDA • april - juni 2013 PEBO Academy • 11, 13, 18 & 20 juni 2013 BDO-Ondernemingsdagen
15
16
NEWS
2013 nieuwsbrief nr.1
BDO is permanent op zoek naar nieuw talent Momenteel is BDO op zoek naar volgende talenten: Voor de Business Line Accounting & Reporting
Voor de Business Line Audit & Assurance
Voor de Business Line Tax & Legal Services
Voor de Business Line Special Advisory Services
AccountanTS • (Senior) Manager Accountancy Kantoor Brussel en Gent • (Semi)-Senior Accountancy Kantoor Brussel en Antwerpen • Accountancy Assistant Kantoor Gent
Bedrijfsrevisoren • Senior - Manager Audit Kantoor Brussel • Audit Assistant Kantoor Namen
Belastingconsulenten • Supervisor / Manager Individual tax Kantoor Brussel • Senior Tax Kantoor Waver • Tax Manager Kantoor Brussel
Corporate Finance • Supervisor / Manager TS/M&A (M/V) Kantoor Brussel
Public Sector • Assistant Financieel Kantoor Antwerpen
Juridische Adviseurs • Senior Advisor Legal Kantoor Gent en Antwerpen
BDO zoekt ook pas afgestudeerden die op 1 oktober 2013 kunnen starten als Audit, Tax of Accountancy Assistant. Wenst u meer informatie over deze vacatures? Surf dan naar: http://jobs.bdo.be
Meer info op www.bdo.be Contact
BDO Antwerpen Uitbreidingstraat 72 - bus 1 B-2600 Antwerpen BDO Brussels The Corporate Village, Da Vincilaan 9 - Box E.6, Elsinore Building B-1935 Zaventem BDO Gent Axxes Business Park, Guldensporenpark 100 - blok K B-9820 Merelbeke BDO Hasselt Prins Bisschopssingel 36/3 B-3500 Hasselt BDO Lasne Chaussée de Louvain 428 B-1380 Lasne BDO Liège Rue Waucomont 51 B-4651 Battice BDO Namur-Charleroi Parc Scientifique Crealys, Rue Camille Hubert 1 B-5032 Les Isnes BDO Roeselare Accent Business Park, Kwadestraat 153/5 B-8800 Roeselare BDO Wavre Ferme des Quatre Sapins, Chaussée de Huy 120A B-1300 Wavre
T. +32 (0)3 230 58 40 T. +32 (0)2 778 01 00 T. +32 (0)9 210 54 10 T. +32 (0)11 28 60 60 T. +32 (0)2 352 04 90 T. +32 (0)87 69 30 00 T. +32 (0)81 20 87 87 T. +32 (0)51 26 08 40 T. +32 (0)10 23 89 70
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
De opgenomen informatie in deze trimestriële Nieuwsbrief heeft een signalerend en globaal karakter en is niet bedoeld als beroepsmatig advies. Onze adviseurs houden zich ter beschikking om verdere adviezen en acties terzake met u uit te werken. Wenst u deze Nieuwsbrief voortaan ook electronisch te ontvangen, dan kan u ons contacteren via
[email protected]. U vindt onze Nieuwsbrief eveneens op www.bdo.be. Ook Frans-, Engels- en Duitstalige versies zijn beschikbaar. V.U. BDO Academy Burg.Ven. CVBA/Soc. Civ. SCRL, Werner Lapage, p/a The Corporate Village, Da Vincilaan 9 Box E6, Elsinor Building – 1935 Zaventem BDO Services Burg. Ven. CVBA / Soc. Civ. SCRL, a limited liability company incorporated in Belgium, is a member of BDO International Limited, a UK company limited by guarantee, and forms part of the international BDO network of independent member firms. BDO is the brand name for the BDO network and for each of the BDO Member Firms.