Voor de operatoren uit de primaire plantaardige en de primaire dierlijke sector.
Een FAVV-controle zonder zorgen
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Verantwoordelijke uitgever: Herman Diricks - Kruidtuinlaan 55, 1000 Brussel Juli 2012 Wettelijk depot: D/2012/10413/15 V040215
2
1. Opdracht van het FAVV Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) werd in 2000 bevoegd voor de controle van de hele voedselketen in België. Onze opdracht is te waken over de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant. Het Agentschap geniet internationale erkenning en heeft, zoals blijkt uit de opinieonderzoeken, een goede reputatie bij de Belgische consumenten. Door vast te stellen dat meer dan 98% van de controles in landbouwbedrijven conform zijn draagt het bij tot de erkenning van de kwaliteit van de landbouwproductie. (Resultaten van de controles op infrastructuur, installatie en hygiëne in de primaire sector, zie activiteitenverslag 2011). De Belgische landbouwsector geeft blijkt van professionalisme. Controles moeten niet langer worden gevreesd, ze zijn eerder bedoeld de sector te helpen om nog veiliger producten voort te brengen. Uiteraard zal het Agentschap zij die frauderen en zij die de voedselveiligheid in gevaar brengen altijd blijven bestraffen. Het gaat hier echter maar over een klein aantal bedrijven. De overgrote meerderheid van de landbouwers kan zonder zorgen een controle van het Agentschap tegemoet zien. De controles maken het ook mogelijk om garanties te bieden bij de export. Verschillende protocolakkoorden werden reeds ondertekend met landen buiten de Europese Unie waardoor een significante export van Belgische producten mogelijk is. Het Agentschap leverde in 2011 meer dan 215.000 uitvoercertificaten af. We mogen zeker niet vergeten dat die export het mogelijk maakt de prijzen op onze eigen markt te ondersteunen.
3
2. Wie wordt gecontroleerd? Elke operator die actief is in de voedselketen moet bij het Voedselagentschap bekend en dus geregistreerd zijn. Bovendien is voor bepaalde activiteiten een toelating of een erkenning vereist. Voor meer informatie kunt u terecht op onze website : www.favv.be > Beroepssectoren > erkenningen, toelatingen en registraties. Hiervoor kunt u ook contact opnemen met uw Provinciale Controle-eenheid, zie bijlage I voor de gegevens van de PCE’s. U vindt de gegevens van de PCE’s ook op www.favv.be > contact > provinciale controle-eenheden.
3. Wie controleert ? Van de ongeveer 550 medewerkers van het Agentschap die op het terrein werkzaam zijn, zijn er die voornamelijk de landbouwbedrijven controleren. Zij hebben hiervoor direct na hun aanwerving naast de basisopleiding als landbouw- of bio-ingenieur, dierenarts, landbouwtechnicus, … een meer specifieke opleiding gekregen. Hoewel de belangrijkste opdracht van de controleur erin bestaat de naleving van de regelgeving waarvoor het FAVV bevoegd is te controleren, toch kan hij ook antwoorden op uw vragen en u helpen de regelgeving te begrijpen. Hij kan u echter geen pasklare technische oplossingen aanreiken. Voor die oplossingen en de uitvoering ervan blijft u immers zelf verantwoordelijk.
Een stelregel : WEDERZIJDS RESPECT 9 Het charter van7 de inspecteurs en de controleurs van het
Hoffelijkheid
Onafhankelijkheid
Voedselagentschap, dat u kunt inkijken op onze website,
Ik ben plichtmatig, correct, beleefd, respectvol en vriendelijk in alle omstandigheden. Ik ben assertief wanneer de omstandigheden dit vereisen.
Ik aanvaard geen enkel geschenk van de gecontroleerde personen behalve frisdranken, koffie en lichte maaltijden.
www.favv.be > publicaties > thematische publicaties > varia.
Bij controles of inspecties rook ik niet en gebruik ik geen alcoholische dranken.
10
voorziet in een gedragscode en legt duidelijke regels vast in Respect en kledij
8
Ik verbind mij ertoe de gewettigde instructies van de operator inzake veiligheid, hygiëne en de sanitaire en fytosanitaire aspecten na te leven.
verband met wederzijds respect. Het bepaalt dat de
Discretie
Ik blijf discreet met betrekking tot alle feiten en informatie die ik tijdens het uitoefenen van mijn opdracht verkrijg.
Ik neem al de nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat ik, wegens mijn activiteit, schadelijke ziekten draag die de te controleren inrichting kan benadelen.
personeelsleden van het FAVV :
Ik laat mij niet in met het privé leven van de gecontroleerde personen.
•
Mijn kledij is in overeenstemming met het uitvoeren van mijn opdracht en met de reglementering die van toepassing is in de inrichting die gecontroleerd wordt, onverminderd de regels opgelegd door de inrichting.
zich spontaan moeten voorstellen, hun legitimatiekaart
Ik haal geen onrechtmatig voordeel of probeer geen voordeel te halen uit officiële inlichtingen verkregen in het kader van mijn functies.
moeten tonen en uitleggen wat het doel van hun bezoek
Ik waak erover om tijdens de controles op geen enkele manier mijn indrukken of resultaten van mijn vaststellingen over te maken aan personen die geen deel uitmaken van de controleopdracht.
is.
Zonder toelating van mijn hiërarchische chefs of de woordvoerders van het Agentschap heb ik geen contact met de media.
FAVV
Duurzame ontwikkeling Teneinde het beleid van het FAVV inzake milieumanagement na te leven, houd ik rekening met de milieufactoren en –gevolgen die verband houden met de uitvoering van mijn controles.
Gedragscode
voor de Inspecteurs en Controleurs van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel
Tel. : 02 211 82 11
maatregelen moeten nemen die in verhouding staan met Ik zie er op toe dat iedere vorm van verspilling wordt vermeden en dat de openbare middelen rationeel en economisch gebruikt worden.
de gedane vaststellingen. 4
van de inspecteur en controleur
iedereen gelijk moeten behandelen en indien nodig D/2012/10413/1
•
11
charter
Fax : 02 211 82 00
www.favv.be
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
•
moeten meedelen welke vaststellingen zij tijdens de missie hebben gedaan.
Bij uitzonderlijke omstandigheden van persoonlijke of familiale aard kan een controle worden uitgesteld. U kunt ervan op aan dat onze controleurs uw dossier met de nodige discretie behandelen. De controleur is verplicht tot geheimhouding. U hoeft niet te vrezen dat hij de inspectieresultaten van uw bedrijf zal mededelen aan een andere landbouwer.
Een geschil ? DE OMBUDSDIENST Het Agentschap heeft een ombudsdienst opgericht waar men terecht kan als men het niet eens is met de conclusies van de controleur/inspecteur. Iedereen die door het FAVV kan worden gecontroleerd kan deze dienst contacteren, hetzij: •
per post: FAVV – Ombudsdienst Administratief Centrum Kruidtuin Food Safety Center, lokaal 08/812 Kruidtuinlaan 55 B-1000 BRUSSEL
•
of per mail:
[email protected]
•
of per telefoon: gratis nummer 0800-13455.
Zie ook www.favv.be > Beroepssectoren > Ombudsdienst voor operatoren. Alle klachten worden door de dienst op een objectieve manier onderzocht en binnen een redelijke termijn afgehandeld. Een klacht wordt uiteraard onontvankelijk verklaard als zij betrekking heeft op aangelegenheden waarvoor het FAVV niet bevoegd is. De ombudsdienst gaat evenwel niet in op anonieme klachten (die worden wel doorgestuurd naar de Gedelegeerd bestuurder) en evenmin op klachten die verband houden met een lopend gerechtelijk dossier of zij die betrekking hebben op feiten die zich meer dan een jaar eerder hebben voorgedaan.
5
4. Wat is een controle ? Een controle kan bestaan uit : •
Een inspectie : nakijken van een of meer activiteiten van het bedrijf op basis van de Belgische en de Europese regelgeving.
•
Een bemonstering : een monster nemen van een product en dat laten analyseren op een of meer parameters (bijvoorbeeld opsporen van Listeria en E. coli in melk)
Het Voedselagentschap voert ook nog andere missies uit. Het ziet bijvoorbeeld toe op de afhandeling van klachten van consumenten (onder andere in verband met het dierenwelzijn), volgt het verloop van specifieke onderzoeken naar aanleiding van bijvoorbeeld een hiaat in de traceerbaarheid van rundvlees, staat in voor audits, certificering voor de export, … De bemonsterings- en inspectieplannen zijn plannen waarin controles zijn opgenomen die in de loop van een jaar door de medewerkers van het FAVV moeten worden uitgevoerd. Deze plannen zijn wetenschappelijk onderbouwd, gebaseerd op risico-analyse en eventueel opgelegd door de Europese regelgeving. De frequentie waarmee een bedrijf wordt geïnspecteerd wordt bepaald op grond van het type van activiteiten en van het risicoprofiel van het bedrijf waarbij rekening wordt gehouden met de validatie van het autocontrolesysteem (zie p. 11) en met de resultaten van eerdere controles. Een voorbeeld : voor een landbouwbedrijf dat een activiteit uitoefent waarvoor de inspectiefrequentie is vastgesteld op eenmaal om de acht jaar wordt deze frequentie verlaagd naar eenmaal om de twaalf jaar indien het autocontrolesysteem van het bedrijf voor alle activiteiten gecertificeerd is. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat een bedrijf vaker wordt gecontroleerd naar aanleiding van een bemonstering, de afhandeling van een klacht, enz.
6
5. Hoe verloopt een inspectie ? Een inspectie is een ONAANGEKONDIGDE controle TER PLAATSE waarbij wordt nagegaan of bepaalde wettelijke voorschriften worden nageleefd. Een inspectie verloopt in 4 fasen : 1.
Materiële controle •
Inspectie van de dieren, de lokalen, het materieel en van de naleving van de hygiënevoorschriften in het bedrijf
•
Bijvoorbeeld : oormerken van runderen, bewijs van technische keuring van de spuitmachine, voorraad gewasbeschermingsmiddelen, …
2. Documentencontrole •
Nakijken van de documenten allerhande
•
Bijvoorbeeld : traceerbaarheidsregister, rapport over diergeneeskundige begeleiding, plantenpaspoorten, register van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, …
3.
Verslag opstellen
4.
Debriefing waarbij de controleur uitlegt wat eventueel moet worden verbeterd.
Dit is het moment om uw opmerkingen aan het verslag toe te voegen of vragen
te stellen.
Om alle operatoren op dezelfde manier te controleren wordt gebruik gemaakt van checklists. In deze checklists staan de verschillende punten die moeten worden gecontroleerd met verwijzing naar de betreffende regelgeving.
1
Elk van deze punten kan worden aangevinkt als •
conform of
•
niet conform of
•
niet van toepassing (als het te controleren element niet werd gecontroleerd of niet
2
aanwezig is) Voor elk van deze elementen is een wegingsfactor van 1 tot 10 vastgesteld die de ernst van de non-conformiteit aangeeft. •
1-3 :
minor (kleine) non-conformiteit
•
10, 10* :
major (grote) non-conformiteit
3
7
De controleur kan aan een vaststelling gedetailleerd commentaar toevoegen in het daarvoor bestemde commentaarvak. Hij zal u ook vragen of u aan het rapport opmerkingen wilt toevoegen over de uitgevoerde inspectie. Deze checklist staat garant voor een objectieve controle : voor alle landbouwbedrijven gelden dezelfde regels. Het is de bedoeling om de controles in de verschillende bedrijven eenvormig te laten verlopen, ongeacht wie de controleur is. Alle checklists zijn consulteerbaar op onze website: ze geven een idee van wat er gecontroleerd wordt. Zie: www.favv > Beroepssectoren > Checklists “Inspecties” > Dierlijke productie of Plantaardige productie De meest voorkomende non-conformiteiten zijn vermeld op pagina 13. Provinciale dienst van: .................................................................................................................................................. Datum:
............
Operator :
....................................................................................................................... N° uniek
Adres :
...................................................................................................................................................................... ...............................................................
Voorbeeld:
Verantwoordelijke Controleur: ................................................ Nr:
............................. .......................
PRI 2471 Primaire productie bestemd voor menselijke en dierlijke consumptie Infrastructuur, inrichting en hygiëne. [2471] v1 C : conform NC : niet-conform NA : niet van toepassing
H : hoofdstuk B : bijlage A : artikel
§ : paragraaf L : Lid P : punt
C
1.
Algemene voorschriften
1.1.
Registratie - toelating - erkenning.
1.
De operator die diervoeders produceert waarvoor een toelating of erkenning nodig is, beschikt ook over deze toelating of erkenning. Koninklijk besluit : 16/01/2006 PP: A3§1B2P8 & 183/2005 A10 (1*)
NC
Punten
2 1
1.2.
Infrastructuur
1.
De lokalen van niet-gevoelige zones zijn proper, voldoende geventileerd en kunnen voldoende verlicht worden.
10
3
3
Europese verordening : 852/2004 PP: A4P1B1P5a&b & DP A4P1B1P4a&b (2*)
8 2.
De lokalen van gevoelige zones zijn proper, voldoende geventileerd en kunnen voldoende verlicht worden.
10
NA
Het resultaat van de inspectie en de eventueel getroffen maatregelen verschillen naargelang het aantal vastgestelde overtredingen en de ernst ervan. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mogelijke maatregelen en inspectieresultaten. Type NC
Maatregel
Inspectieresultaat
1
Vanaf 1 NC = 10*
PV
Ongunstig
2
Vanaf 1 NC = 10 en T > 20 %
PV
Ongunstig
3
Vanaf 1 NC = 10 en T ≤ 20 %
Waarschuwing
Ongunstig
4
Vanaf 1 NC = 3 en T > 20 %
Waarschuwing
Ongunstig
5
Vanaf 1 NC = 3 en T ≤ 20 %
Gunstig met opmerkingen
6
Alleen NC = 1
Gunstig
7
Geen NC
Gunstig
NC = Non-conformiteit
T= totaal percentage NC =
PV = Proces-verbaal
NC x 100 C + NC
Een inspectieresultaat is ongunstig als er meer dan 20 % kleine overtredingen zijn of één grote overtreding. Het aantal overtredingen en de ernst ervan bepalen welke maatregel wordt genomen : een waarschuwing of een proces-verbaal van overtreding, of een definitieve inbeslagname, intrekken van de toelating of een tijdelijke sluiting. Na akkoord met het sectorhoofd kan de controleur afwijken van de tabel hierboven als de situatie op het terrein dit vereist. Na een waarschuwing of een proces-verbaal van overtreding wordt een hercontrole uitgevoerd om na te gaan of de betreffende negatieve punten in orde werden gebracht (conform werden gemaakt). Een hercontrole: •
wordt in overeenstemming met de Europese regelgeving betaald door de operator ;
•
heeft alleen betrekking op de bij het recentste bezoek vastgestelde non-conformiteiten in de eerder ingevulde checklist . Het is echter niet uitgesloten dat andere non-conformiteiten worden vastgesteld. Die nieuwe non-conformiteiten moeten in het verslag worden vermeld;
•
geeft (opnieuw) aanleiding tot een proces-verbaal van overtreding als de non-conformiteiten niet werden weggewerkt .
9
6. Autocontrole Het begrip « autocontrole » staat zowel in de Europese als in de Belgische wetgeving centraal. De invoering van autocontrole moet u in staat stellen uw klanten de garantie te bieden dat uw producten veilig zijn . De autocontrole die u moet toepassen omvat in grote lijnen : •
geregeld controleren of de hygiënevoorschriften worden nageleefd
•
instaan voor de traceerbaarheid : een aantal gegevens bijhouden in een register
•
wanneer nodig voldoen aan de meldingsplicht : het FAVV op de hoogte brengen bij vaststelling van risico’s voor de gezondheid van mensen, dieren of planten (zie bijlage voor de gegevens van de PCE’s op pagina 18)
Er bestaat een belangrijk hulpmiddel : de sectorgidsen. De sectorgidsen zijn handleidingen die door de beroepsorganisaties zijn opgesteld en door het FAVV werden goedgekeurd. Zij helpen u na te gaan of uw bedrijf en uw werkwijze voldoen aan de voorschriften die de veiligheid van de voedselketen en de gezondheid van planten en dieren moeten garanderen. De gidsen leggen in een begrijpelijke taal en aan de hand van voorbeelden uit wat de verschillende voorschriften die de landbouwbedrijven moeten naleven precies inhouden. Die voorschriften hebben betrekking op traceerbaarheid, registratie, meldingsplicht en hygiëne. In de hygiënevoorschriften zijn bijvoorbeeld eisen opgenomen voor:
10
•
infrastructuur en gebouwen;
•
machines,uitrusting en materieel die met producten in contact komen;
•
personeel;
•
teelttechnieken;
•
behandelingen na de oogst;
•
voeding van de dieren;
•
gezondheid en welzijn van de dieren;
•
afvalbeheer;
•
...
Om te vermijden dat er te veel gidsen zijn werd voor de hele primaire productie één enkele (generieke) gids opgesteld die op termijn de verschillende huidig bestaande gidsen zal vervangen. Maak u geen zorgen : wie nu de bestaande gidsen gebruikt zal zonder veel moeite kunnen overschakelen op de generieke gids. U bent natuurlijk ook volledig in orde als u de wettelijke voorschriften naleeft zonder daarbij gebruik te maken van een sectorgids.
Uw autocontrolesysteem laten certificeren kan geld opbrengen ! Doe zoals 15.000 andere landbouwbedrijven en laat uw autocontrolesysteem certificeren. Als een auditor voor een particulier lastenboek (BELPLUME, IKM, IKKB, …) bij u langs komt kunt u hem ook vragen om uw autocontrole te certificeren. Certificering is dan wel niet verplicht, maar kan u wel een aantal voordelen opleveren : een lagere inspectiefrequentie en een aanzienlijke vermindering (bonus) van de aan het FAVV verschuldigde jaarlijkse bijdrage (als al uw activiteiten gecertificeerd zijn). Meer hierover vindt u op onze website www.favv.be > Beroepssectoren > Autocontrole
11
7. Randvoorwaarden De randvoorwaarden betreffende de compensatiesteun uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zijn een eis van Europa waarbij de uitbetaling van steun afhankelijk wordt gesteld van de naleving van voorwaarden op het vlak van leefmilieu, volksgezondheid, dier- en plantengezondheid en dierenwelzijn. Als niet voldaan is aan de randvoorwaarden wordt de rechtstreekse steun verminderd. De Gewesten zijn bevoegd voor de landbouw en dus ook voor de uitbetaling van de GLBsteun. Om dubbele controles te vermijden hebben het Federale niveau en de Gewesten echter een akkoord afgesloten dat bepaalt dat het Voedselagentschap aan de gewestelijke autoriteiten een kopie van zijn controleverslagen overmaakt. Dit is de reden waarom op alle aan de gewestelijke autoriteiten toegezonden checklists de volgende vermelding voorkomt : Een kopie van deze checklist wordt overgemaakt aan de Gewesten conform het protocol tussen het FAVV en de betaalorganen van het Waalse en Vlaamse Gewest betreffende de randvoorwaarden. De door de Gewesten mogelijk opgelegde sancties met betrekking tot de premies naar aanleiding van de vaststellingen tijdens de controles vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het FAVV. De Gewestelijke autoriteiten beslissen dan of er al of niet sancties worden toegepast naar aanleiding van de uitgevoerde controles. Indien u een probleem heeft met de opgelegde sanctie moet u dus contact opnemen met de Gewestelijke autoriteiten. De gegevens van de gewestelijke autoriteiten zijn : •
Vlaams Gewest Vlaamse Overheid - Landbouw en Visserij Ellipsgebouw - Koning Albert II-Laan 35, bus 40 1030 Brussel www.vlaanderen.be/landbouw
•
Waals Gewest Service Public de Wallonie - Direction Générale Agriculture, Ressources naturelles et Environnement (DGO 3) Avenue Prince de Liège 15 5100 Namur (Jambes)
[email protected]
12
http://agriculture.wallonie.be/
8. Vaakst voorkomende non-conformiteiten Dit zijn de meest voorkomende non-conformiteiten voor de belangrijkste checklists :
Pesticiden voor de plantaardige productie bestemd voor consumptie De belangrijkste major non-conformiteit (wegingsfactor 10*) is het bezit van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik die niet meer erkend zijn. Men mag in België enkel erkende bestrijdingsmiddelen bezitten en gebruiken. Het is dus streng verboden om op Belgisch grondgebied elders dan de in België erkende bestrijdingsmiddelen (buitenlandse producten) in uw bezit te hebben of te gebruiken tenzij u gronden bewerkt in een buurland (u moet in dat geval een speciale vergunning hebben voor de invoer/uitvoer van “buitenlandse” bestrijdingsmiddelen). Het gebeurt regelmatig dat erkenningen om allerlei redenen worden ingetrokken. Als de erkenning van een product wordt ingetrokken wordt doorgaans een overgangsperiode vastgesteld waarbinnen de voorraden mogen worden opgebruikt (meestal 18 maand). U mag het product niet meer in uw bezit hebben en gebruiken zodra die termijn verstreken is. U moet het product dan afzonderlijk bewaren tot u het met de vzw Phytophar-Recover meegeeft bij de ophaling van NBGM (niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen). Dergelijke ophalingen vinden om het jaar plaats en worden aangekondigd in de landbouwbladen. De afgezonderde producten moeten duidelijk zichtbaar gescheiden van de andere producten in het fytolokaal worden bewaard (met de vermelding “NBGM”, “Vervallen”, …) om te vermijden dat ze per ongeluk toch worden gebruikt. De lijst van door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid erkende producten en de termijnen voor het opgebruiken van voorraden zijn beschikbaar op www.fytoweb.fgov.be. U mag “vervallen” producten niet langer dan 2 jaar bewaren. Of met andere woorden: in 2012 wordt de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen waarvan de toelating of erkenning voor 1 januari 2010 werd ingetrokken, beschouwd als een zware overtreding. Geen register over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bijhouden is een zware overtreding (10) die aanleiding geeft tot ofwel een waarschuwing ofwel een proces-verbaal naargelang van het totale percentage non-conformiteiten (zie tabel op pagina 9).
13
Zowel de Belgische als de Europese wetgeving leggen u de verplichting op om een register bij te houden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden op uw gewassen. Er bestaat geen officieel model van een dergelijk register. U mag daarvoor dus fiches per perceel of fiches per teelt gebruiken. De gegevens mogen met de hand worden genoteerd of op computer worden bijgehouden. Het register moet echter overzichtelijk zijn en de volgende informatie vermelden : perceelnummer (of kasnummer), soort gewas, partijnummer (als op één perceel of in één kas meerdere partijen planten voorkomen), inzaai- of plantdatum, datum van de behandeling volledige naam van het gebruikte product, gebruikte productdosis, behandelde oppervlakte, en de oogstdatum. Desgevallend moeten ook de data waarop monsters werden genomen en de analyseresultaten in het register worden genoteerd. Een voorbeeld van een register is beschikbaar in de sectorgids. Om vergissingen te vermijden moeten bestrijdingsmiddelen in de oorspronkelijke verpakking en met het oorspronkelijke etiket worden bewaard. Als een product om eender welke reden niet meer aan die voorwaarden voldoet (gescheurd, onleesbaar etiket, …) mag het niet meer worden gebruikt en moet u het dus afzonderlijk bewaren in uw fytolokaal (zie voorwaarden voor de afzondering in voorgaand punt) om te vermijden dat het per ongeluk toch zou worden gebruikt. Ter herinnering: uw leverancier mag u onder geen beding een product leveren dat zich niet in de oorspronkelijke verpakking bevindt of dat niet voorzien is van het oorspronkelijke etiket. Spuittoestellen moeten om de drie jaar een verplichte technische keuring ondergaan. Als het toestel de technische keuring met succes doorstaat wordt op de spuittank een zelfklever aangebracht en ontvangt u een keuringsattest. De keuringsdiensten zijn : •
Instituut voor Landbouw- en visserijonderzoek (ILVO) – Eenheid Technologie en Voeding – Agrotechniek (Burgemeester Van Gansberghelaan 115, 9820 MerelbekeLemberge) voor de Vlaamse provincies en het Brussels Gewest
•
Centre Wallon de Recherches Agronomiques de Gembloux (CRA-W) – Unité Machines et Infrastructures agricoles (Chaussée de Namur 146, 5030 Gembloux) voor de Waalse provincies
14
U moet zelf met de keuringsdienst contact opnemen als u niet werd opgeroepen om uw spuittoestel voor technische keuring aan te bieden. U moet de keuringsdienst ook op de hoogte brengen als u een spuittoestel verkoopt, aankoopt of buiten gebruik stelt en als de zelfklever beschadigd of zoek is. Als u meerdere spuittoestellen heeft die onder de verplichte technische keuring vallen moet elk van die toestellen de keuring ondergaan.
Identificatie in varkensbeslagen De vaakst vastgestelde major conformiteit (wegingsfactor 10*) is het niet bijhouden van een register met alle gegevens over de in het bedrijf aangevoerde en eruit afgevoerde varkens. In het register moeten de volgende gegevens worden vermeld : datum, aantal binnengebrachte of afgevoerde varkens (verkoop, slacht of sterfte), naam en adres van de persoon die ze heeft binnengebracht of afgevoerd en de bestemming van de varkens. De belangrijkste non-conformiteiten met wegingsfactor 3 zijn : •
aanwezigheid van niet-geïdentificeerde dieren (geen oormerk). Oormerken zijn niet verplicht voor niet-gespeende biggen.
•
gebrek aan overeenstemming tussen wat in het IN- en OUT-register van de dieren is vermeld en de in Sanitel door ARSIA of DGZ ingevoerde gegevens over bewegingen van de dieren.
Identificatie in rundveebeslagen Ook hier is bij de vaststellingen de enige major non-conformiteit (wegingsfactor 10) het niet bijhouden van een bedrijfsregister (Sanitelinventaris) dat de identificatiegegevens van alle in het bedrijf aanwezige dieren vermeldt. De gegevens die daarin moeten worden genoteerd zijn : geboorten, binnenbrengen van ingevoerde runderen (vanuit derde landen) en gegevens over de aanvoer, de afvoer en de sterfte van runderen. De belangrijkste non-conformiteit met wegingsfactor 3 is de aanwezigheid van ongeïdentificeerde kalveren van meer dan 7 dagen oud (dieren zonder oormerk).
15
Daarnaast worden soms ook paspoorten aangetroffen van dieren die het bedrijf hebben verlaten. Het paspoort moet het dier begeleiden als het wordt verkocht of geslacht. Als het dier sterft op het bedrijf moet het paspoort binnen de 7 dagen naar DGZ of ARSIA opgestuurd worden. Ter herinnering : u vindt alle voorschriften met betrekking tot de identificatie van runderen in het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen.
Geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding De vastgestelde major non-conformiteiten (wegingsfactor 10 – 10*) betreffen vooral de aanwezigheid in het bedrijf van geneesmiddelen waarvoor geen door de dierenarts afgegeven voorschrift of toedienings- en verschaffingsdocument (TVD) voorhanden is. Die documenten zijn van essentieel belang om de traceerbaarheid te garanderen van het voorschrijven en gebruiken van geneesmiddelen. Verder hebben 25 % van de major non-conformiteiten betrekking op de aanwezigheid van niet-toegelaten geneesmiddelen op het bedrijf (bijvoorbeeld geneesmiddelen die alleen intraveneus mogen worden toegediend en dus niet door de veehouder mogen worden ingespoten) of verboden geneesmiddelen (bijvoorbeeld geneesmiddelen die hormonale stoffen, kalmeermiddelen, fenylbutazon, … bevatten). De meest voorkomende andere non-conformiteiten zijn : •
De aanwezigheid van geneesmiddelen die wel zijn toegelaten maar niet aanwezig mogen zijn als het bedrijf een begeleidingsovereenkomst heeft met de bedrijfsdierenarts (tenzij voor een behandeling van ten hoogste 5 dagen) ;
•
Een door de veehouder onvolledig bijgehouden geneesmiddelenregister (bijvoorbeeld: de toegediende behandelingen zijn niet vermeld, de identificatie van de behandelde dieren ontbreekt, …) ;
•
Geen gebruiksregister per aanwezige diersoort ;
•
Geen gegevens over de herkomst van het geneesmiddel op de primaire verpakking : het etiket van de apotheker of het nummer van het TVD moet erop voorkomen.
16
17
Bijlage I: contactgegevens PCE’s
PCE Antwerpen AMCA-gebouw, 6e verdieping, Italiëlei 4 Bus 18, 2000 ANTWERPEN Tel.: + 32 3 202 27 11 Fax: + 32 3 202 27 90 E-mail:
[email protected]
PCE Limburg Kempische Steenweg 297 bus 4 B-3500 HASSELT Tel.: + 32 11 26 39 84 Fax: + 32 11 26 39 85 E-mail:
[email protected]
PCE Brussel Administratief Centrum Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 B-1000 BRUSSEL Tel.: + 32 2 211 92 00 Fax: + 32 2 211 91 80 E-mail:
[email protected]
PCE Luik Boulevard Frère Orban 25 B-4000 LIEGE Tel.: + 32 4 224 59 11 Fax: + 32 4 224 59 01 E-mail:
[email protected]
PCE Henegouwen Avenue Thomas Edison 3 B-7000 MONS Tel.: + 32 65 40 62 11 Fax: + 32 65 40 62 10 E-mail:
[email protected]
PCE Luxemburg Rue des Alliés 11 B-6800 LIBRAMONT Tel.: + 32 61 21 00 60 Fax: + 32 61 21 00 79 E-mail:
[email protected]
18
PCE Namen Chaussée de Hannut 40 B-5004 BOUGE Tel.: + 32 81 20 62 00 Fax: + 32 81 20 62 02 E-mail:
[email protected]
PCE Waals-Brabant Espace Coeur de ville 1 2ème étage B-1340 OTTIGNIES Tel.: + 32 10 42 13 40 Fax: + 32 10 42 13 80 E-mail:
[email protected]
PCE Oost-Vlaanderen Zuiderpoort - Blok B 10de verd. Gaston Crommenlaan 6 / 1000 B-9050 GENT Tel.: + 32 9 210 13 00 Fax: + 32 9 210 13 20 E-mail:
[email protected]
PCE West-Vlaanderen AIPM Koning Albert I laan 122 B-8200 BRUGGE Tel.: + 32 50 30 37 10 Fax: + 32 50 30 37 12 E-mail:
[email protected]
PCE Vlaams-Brabant Greenhill campus Interleuvenlaan 15 blok E Researchpark Haasrode 1515 B-3001 LEUVEN Tel.: + 32 16 39 01 11 Fax: + 32 16 39 01 05 E-mail:
[email protected]
19
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel Tel.: 02 211 82 11 www.favv.be