Checklist bij de IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie

IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie

Laatste update : 14.11.2013

Versie 4.1 dd 30.10.2013

Checklist bij de IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie

Activiteiten Ruwvoeder Grasland als droogvoeder (hooi) Weide- en raaigras - inkuil en voordroogkuil Kuilmaïs Voederbieten Alle andere gewassen die geteeld worden met de bedoeling gebruikt te worden als voeder voor dieren

Code Vereiste MNC SG

Beoordeling

Code R Rh Rv KM VB AG

Code met referentie naar Sectorgids/IKKB Standaard (*)/ Duurzaamheid (D) Korte omschrijving van de vereiste uit de Sectorgids/IKKB Standaard Niveau vereiste bij een beoordeling Maximale non conformiteit in sectorgids autocontrole Niveau non NCconformiteit IKKB volgens IKKB Standaard 100% in orde Niveau A: major non conformiteit Niv. 1 70% in orde Niveau B: minor non conformiteit Niv. 2 aanbevelingen +*: opmerking Niv. 3 OK: in orde NOK: niet in orde NVT: niet van toepassing

1


Code


ActiviteitVereiste

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB

Jaar 1

Hygiënevoorschriften 1. Bedrijf en gebouwen 1.1 Opslag van gewasberschermingsmiddelen en biociden 1.1.1.D

R

Het "fytolokaal" bevat alleen producten die daar aanwezig mogen zijn.

A

1

1.1.2

R

A

1

1.1.3

R

+*

1

1.1.4

R

B

1

1.1.5

R

A

1

1.1.6 1.1.7 1.1.8

R R

Op slot en niet toegankelijk voor kinderen en onbevoegden. Vermelding "doodshoofd" - "vergif" - "geen toegang voor onbevoegden" op elke toegangsdeur. Goed verlicht. Producten klasse A, bijlage 10: gescheiden van woonplaats, stallen en bewerkingsruimten. Droog. Doelmatige verluchting. Vorstvrij.

+* +* +*

1 1 1

1.1.9

R

De gewasbeschermingsmiddelen bewaren in hun oorspronkelijke verpakking, met oorspronkelijk A 1 etiket.

1.1.10

R

Niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen (NBGM) en vervallen of voor privédoeleinden bestemde biociden worden samen bewaard met de vermelding « NBGM/vervallen » en/of « privé » en op passende wijze behandeld. NBGM waarvan het gebruik op 1 januari van het jaar x-2 nog toegelaten was, worden bewaard onder de categorie « NBGM /vervallen ». NBGM tussen x-4 en x-2 jaar, worden bewaard onder de categorie « NBGM /vervallen » en moeten geregistreerd worden (naam, schatting overblijvende hoeveelheid, datum registratie). Zij geven aanleiding tot een niveau 2 non conformiteit. Het is niet toegestaan NBGM te bewaren die voor 1 januari van het jaar x–4 vervallen waren. De producten afkomstig van een overname van een onderneming worden bewaard onder de categorie « NBGM /vervallen », moeten geregistreerd worden en bij de PCE gemeld zijn. NBGM en lege verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen worden aan « Phytofar Recover » overhandigd.

A

1

1.1.11.D

R

Geschikte weeg- en/of meetapparatuur.

A

1

1.1.12

R

Voor niet in België erkende gewasbeschermingsmiddelen, gebruikt op percelen in een buurland: import/export toelating; duidelijk geïdentificeerd in de fytokast of het fytolokaal.

A

1

1.1.13*.D

R

1.1.14* 1.1.15*.D 1.1.16*.D

R

R

R R

Beschermkledij: spuitkledij, handschoenen, ademhalingsbescherming, buiten fytolokaal. Ordelijke stapeling. Opvang lekkage. Verharde ondergrond.

1 2 3 2

Jaar 2

Jaar 3

2

Opmerking



ActiviteitVereiste Code R 1.1.17*.D Emmer met absorberend materiaal, borstel, handborsteltje en vuilblik. R 1.1.18* Brandveilig. R 1.1.19* Planken uit niet-absorberend materiaal. R 1.1.20*.D Oogdouche of stromend water in de buurt van fytolokaal. 1.2 Bewerking- en opslagruimte, productie-en verkoopsruimte

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB 2 2 2 2

1.2.1

R

Gebouwen proper en in goede staat. De muren, ramen, deuren en plafond zijn intact en gemakkelijk reinigbaar.

A

1

1.2.4

R

Voldoende verlichting, indien vaste verlichting boven geoogst product: breukveilig.

A

1

1.2.5

R

Voorkomen of bestrijden van ongedierte. Gebruik van toegelaten biociden tijdens opslag en geen besmetting van het opgeslagen product.

A

1

1.2.6 1.2.8 1.2.9

R

A A B

1 1

1.2.10.D

R

A

1

A

1

A

1

R R

Geen glasbreuk + glasbreukprocedure. Verbod op roken. Pictogram ‘Verboden te roken’ aanwezig. Gevaarlijke stoffen en hun afval opslagen en hanteren zodat verontreiniging voorkomen wordt.

2

1.2.13

R

Alle maatregelen werden getroffen om bevuiling van producten door fokdieren of huisdieren te voorkomen in de zones/ruimten waar goederen worden gehanteerd/opgeslagen of verkocht. Huisdieren of gezelschapsdieren mogen niet verblijven in de bewerkings-, opslagen verkoopsruimtes van producten.

1.2.14

R

Zichtbaar bedorven product en afval regelmatig verwijderen.

1.2.29*

Rv/h KM

1.2.30*

Rv/h KM Meststoffen in bulk: gescheiden van geoogst product.

2

Rv/h KM Vermijd uitlaatgassen in deze ruimten.

2

1.2.31*.D 1.2.32*

Rv/h

Controle en registratie lokaas (min. 4 maal per jaar). Plaats lokazen aangeduid op bedrijfssituatieschets.

Brandstoftank: min 4 m tussen tank en product of fysieke scheiding.

2

2

1.2.33*.D

Rv/h KM Verwarmingstoestellen: - leidingen in goede staat

1.2.34*.D

Rv/h KM

- controle op lekkage

3

1.2.35*.D

Rv/h KM

- leidingen: geschikt materiaal

3

1.2.36*.D

Rv/h KM

- veilig en beschermd tegen vocht opgesteld

3

1.2.37*

Rv/h KM

1.2.38*.D

Opslag van marktklare producten: verharde (productgeschikte) en zuivere bodem.

Rv/h KM Laden en lossen bij niet-draaiende motor.

2

2 3

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

3

Opmerking


Code


ActiviteitVereiste

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB

Droger en ventilator: schoonmaken na gebruik. Jaarlijkse onderhoud en 1.2.43*.D

Rv/h KM controle voor elke gebruik. Geschiktheid en kwaliteit van brandstoffen. Direct

2

contact tussen product en verbrandingsgassen vermijden. 1.2.46* 1.2.47* 1.2.48*

Stockage van hooi en andere droge voeders moeten afgeschermd tegen weersomstandigheden. Indien gebruik van plastiek beschermzeil: zeil waterdicht, plastiek geschikt Rv KM om in contact te komen met het voeder, en eerste maal in gebruik wanneer de plastiek in direct contact komt met het voeder. In geval van gebruik van bewaarmiddelen als additief voor het inkuilen Rv mogen enkel toegelaten producten gebruikt worden. Rh

1 1 1

1.2.49*

Rv

De leveranciers van additieven voor inkuil en/of grondstoffen voor dierlijke voederproductie die gebruikt worden als “hulpmiddel voor inkuilen” (suikerstroop, zout of gedenatureerde suiker, …) zijn GMP gecertificeerd.

1

1.2.50*

Rv

Opslag van balen op een ondergrond die toelaat de baal gemakkelijk op te heffen.

1

1.2.51*

Rv

Bij overlast door vogels moeten de balen beveiligd worden om schade te voorkomen.

1

Er zijn voorzorgmaatregelen te nemen om de folie bij transport niet te beschadigen.

1

1.2.52* 1.2.53* 1.2.54*

Rv KM VB Rv KM VB Rv KM VB

Geen gaten in de zeilen; onmiddellijk repareren indien nodig. Verwijderen van plekken met zichtbare broei of schimmelvorming.

2 1

1.4 Opslag van meststoffen 1.4.1*

R

Meststoffen in oorspronkelijke verpakking.

2

1.4.2*.D

R

2

1.4.3*.D

R

1.4.4*

R

Vaste kunstmest in bulk: op verharde ondergrond. Geconcentreerde vloeibare kunstmest: lekvrije tank voorzien van opvangbak. Tank beschermd tegen accidentele opening. Bijtende geconcentreerde vloeibare meststof: gevarentekens.

1.4.5*.D

R

Geen opslag nabij water of uitgangsmateriaal.

1.5.1*

R

Brandblusapparaat (op een goed bereikbare plaats).

3

1.5.2*

R

Algemene netheid.

3

1.5.3*

R

Respecteer algemene bedrijfshygiëne.

1.5.4*

R

Ongevallenprocedure.

1.6.2*

Rv KM

2 3 3

1.5 Algemene vereisten

3 2

1.6 Afvalbeheer Afgedankte landbouwfolies en inerte substraten worden verwijderd.

3

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

4

Opmerking


Code


ActiviteitVereiste

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

2. Machines, apparatuur en gereedschappen die in contact komen met product voor oogst en na-oogst behandeling 2.1 Algemene voorschriften van toepassing voor alle machines 2.1.2*

R

Geen gebroken of gebarsten ramen, lampen, … + glasbreuk op een correcte manier aangepakt (glasbreukprocedure).

2.1.4.D

R

Geen lekkage van olie en/of mazout + lekkage op een correcte manier aangepakt (lekkageprocedure).

1 A

1

A

1

A

1

2.2 Spuittoestel Keuring: sticker op toestel (en controle attest). De verkoper en de koper van een spuittoestel stellen samen binnen de dertig dagen de keuringsoverheid in kennis van de verkoop van het spuittoestel. Wanneer een spuittoestel niet meer gebruikt wordt moet de eigenaar binnen de dertig dagen de keuringsoverheid ervan informeren, d.m.v. het voorziene formulier.

2.2.1.D

R

2.2.2.D

R

2.2.3*.D

R

2.4.1

R

2.4.7*

R

Transport door derden naar een GMP onderneming : gecertificeerd voor GMP, IKKB of GMP+. Indien het transport naar de opslag gebeurt, GMP transport verplicht.

1

2.4.8*

R

Na het transport van verboden ladingen, geschikte reiniging en ontsmetting (geregistreerd - cfr. Bijlage 8) voor het transport van dierenvoeder naar GMP gecertificeerde bedrijven.

1

2.4.9*

R

Geschikte reiniging in functie van het te vervoeren product (cfr. Bijlage 9).

1

2.4.10*

R

2.6.1*.D

R

3.1.1

R

Indien toediening bij derde van product klasse A: erkend gebruiker. Indien toediening van product klasse A, bijlage 10: speciaal erkend gebruiker.

3.1.2.D

R

Na toepassing: handen wassen + kledij vervangen.

In het buitenland aangekochte toestellen: melden aan keuringsdienst binnen de 30 dagen. Jaarlijkse controle en registratie bevindingen. 2.4 Landbouwtransport Uitrustingen, recipiënten, kratten, voertuigen, laadbakken etc. schoon houden + reinigen grondige reiniging verplicht wanneer transport van het primair product plaatsvindt na het transport van organische meststoffen in bulk en andere risicoproducten.

3

A

Het water dat gebruikt wordt voor de reiniging is van voldoende kwaliteit voor dit gebruik (leidingwater, boorputwater, regenwater). 2.6 Meststofstrooier Goed afgesteld en onderhouden. Jaarlijks afdraaiproef + registratie 3. Bedrijfsleider, personeel en derden 3.1 Toepassing gewasbeschermingsmiddelen en biociden

1

1 3

+*

1

A

1

5

Opmerking


Code 3.1.3*.D

R

3.4.1*

R

3.4.2*

R

4.1.1 4.1.2.D

R

4.1.12*

R

4.1.13*.D 4.1.14*.D 4.1.16*.D 4.1.17*

VB

4.1.22*

R

R

VB R R

4.2.1

R

4.2.2

R

4.2.3

R

4.2.4

4.2.5.D


ActiviteitVereiste

Kennis inzake toepassing gewasbeschermingsmiddelen 3.4 Loonwerk Loonwerker gecertificeerde voor IKKB of op een Nederlandse loonwerker die gecertificeerde is voor het Nederlandse systeem VKL (inclusief het secundair transport). Elk secundair vervoer tussen de plaats van de oogst en een GMP gecertificeerde onderneming mag uitsluitend uitgevoerd worden door een landbouwer gecertificeerd voor de IKKB Standaard, een loonwerker gecertificeerd voor de IKKB Standaard, een GMP vervoerder of een Nederlandse loonwerker met een GMP+ certificaat. 4. Teelttechniek en naoogstbehandeling 4.1 Uitgangsmateriaal Bijhouden plantenpaspoort indien van toepassing (zie bijlage 3). Visueel controle gezondheidstoestand aangeleverd plantenmateriaal. GGO's in overeenstemming met wetgeving. Bij het zaaien van GGO gewassen moet ten laatste 15 dagen na de zaaidatum aan de FOD Volksgezondheid de plaats van de ingezaaide percelen en de naam van de uitgezaaide variëteiten worden meegedeeld. Informatie over ziektegevoeligheid en resistentie. Vruchtafwisseling. Hoevezaaizaad: indien triage door derde moet deze erkend zijn. Indien gecertificeerd zaaizaad: bewaar 1 etiket pet lot zaaizaad.

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB 1

2

1

A B

2 1 3 3 1 2

Gecertificeerd zaaizaad opgenomen in de catalogus van erkende variëteiten. Geen GGO's. 4.2 Bemesting Buiten meststoffen en bodemverbeterende middelen van natuurlijke oorsprong van het landbouwbedrijf, worden enkel toegelaten producten gebruikt. Voor toegelaten meststoffen en bodemverbeterende middelen: etiket of begeleidend document (overgemaakt door de leverancier).

1

1

A

1

A

1

Toegelaten meststoffen en bodemverbeterende middelen van afvalstoffen (bv. zuiveringsslib): voorzien van begeleidend document: OWD-model (Wallonië) of gebruikscertificaat OVAM (Vlaanderen).

+*

1

R

Het gebruik van toegelaten zuiveringsslib is verboden op weideland en land voor voergewassen indien een wachttijd van 6 weken tussen het gebruik en de beweiding of de oogst niet in acht genomen wordt

A

1

R

Toegang van vee op de weide is verboden gedurende min. 21 dagen na de toediening van organische meststoffen en bodemverbeteraars die dierlijke bijproducten bevatten. Indien meer dan 21 dagen zijn verstreken na de laatste toediening dan mag begrazing worden toegestaan of mogen gras en andere weidegrassen voor gebruik in diervoeder worden gemaaid

A

1

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

6

Opmerking


Code


ActiviteitVereiste

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB

4.2.9*.D

R

Bemesting binnen de normen van de wet.

3

4.2.10*.D

R

Informatie (samenstelling) van gebruikte meststoffen.

3

4.3.1

R

4.3 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Enkel erkende gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

4.3.2.D

R

Nodige maatregelen nemen om te vermijden dat schade wordt berokkend aan de gezondheid van de mens en van consumptiedieren en dat schade wordt toegebracht aan naburige teelten + reinigen van werktuig, voorwerp of voertuig dat gebruikt werd.

4.3.6*b

R

Lijst met erkende gewasbeschermingsmiddelen.

4.4.1

R

4.4 Irrigatie Voor irrigatie wordt enkel gebruik gemaakt van beekwater, water van open put, boorput, stadswater of regenwater. Irrigatie met water afkomstig uit aanvaarde procedés. 4. 8 Staat van de productielocatie

4.8.1*b

R

Controle productielocatie op fysische contaminatie (zoals blikjes).

4.9.1* 4.9.2*

R

4.11.1*.D

R

4.11.3*.D

R

4.12.5*.D

R

5.1.1.D

R

5.1.2.D

R

R

4. 9 Nieuwe productievelden (= nieuw voor agrarische doeleinden) Indien nieuwe percelen: gevarenanalyse. Indien gevaar: bodemanalyse. 4. 11 Bodembeheer en geïntegreerde teelttechniek Teelttechnieken gebruiken die bodemerosie voorkomen. Toepassen van milieuvriendelijke maatregelen en onderhoud landschap en omgeving bedrijf. 4. 12 Onkruidbestrijding Maatregelen nemen om de aanwezigheid van onkruidzaden te beperken (cfr. lijst Bijlage 11). Indien er toch worden vastgesteld wordt de koper hiervan op de hoogte gebracht. 5. Schadelijke organismen 5.1 Algemene maatregelen Bestrijding van schadelijke (quarantaine) organismen indien aanwezigheid wordt vastgesteld of gemeld. Volgens onderrichtingen van het FAVV m.b.t. bestrijding van schadelijke organismen. Schadelijke distels bestrijden.

A

1

A

1

3

A

1

3 1 1 3 3

1

A

1

A

1

A A A A

1 1 1 1

6. Registratie 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4

R R R R

6.1 Algemeen De registers zijn ingevuld. De registers worden minimaal 5 jaar bewaard. Registratie van producent en bedrijf. Identificatie percelen. 6.2 Dossier IN & OUT

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

7

Opmerking


Code


ActiviteitVereiste

Dossier IN voor: plantaardig vermeerderingsmateriaal, gewasbeschermingsmiddelen en biociden, meststoffen. Dossier OUT voor: plantaardige vermeerderingsmateriaal en plantaardige producten. 6.3 Registratie Registratie van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (met inbegrip van bewaringsproducten).

Versie 4.1 dd 30.10.2013

M NC SG NC IKKB

6.2.1

R

6.2.2

R

6.3.1

R

6.3.2

R

6.3.3 6.3.4

R R

6.3.5

R

Klachtenprocedure registreren (eigen klachten tegenover leveranciers of tegenover derden die diensten hebben verricht, klachten van klanten).

B

6.3.6

R

Registreren van de data van het strooien van organische mest en grondverbeteringmiddelen die bijproducten van dierlijke oorsprong bevatten en de overeenkomstige data van toegang tot de weide /van maaien.

A

R

1. Perceels/teeltfiche correct ingevuld.

R

R

2. 3. 4. 9.

R

10. Registratie gebruik gewasbeschermingsmiddelen.

R

11. Registratie toegepaste bemesting. 15. Oogst: registratie tijdstip of periode. 6.4 Correctieve maatregelen De correctieve maatregelen voor de tijdens de controle/de audit vastgestelde non conformiteiten worden geregistreerd. 6. 5 Checklist Jaarlijks invullen en bijhouden checklisten.

R

6.3.7*

R

R

6.4.1

R

6.5.1*

R

Registratie van aanwezigheid van schadelijke quarantaine organismen of ziekten. Resultaten van analyses. Register over het gebruik van genetisch gemodificeerd zaaizaad.

A

1

A

1

A

1

A

1

A +*

1 1

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

2

1 3

Registratie bodemontsmetting. Registratie zaai- of plantdatum. Noteer de variëteit, naam loonwerker, indien van toepassing. Registratie niet chemische onkruidbestrijding.

1 1 3 3 1 3 1 A

1 1

7. Meldingsplicht 7.1.1

R

7.1 Meldingsplicht Op de hoogte van de meldingsplicht en toepassen indien nodig.

Checklist ingevuld op :

A

1

…………….

…………….

…………….

8

Opmerking

Checklist bij de IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie

Recommend Documents