PB- PP B-21557 BELGIE(N) - BELGIQUE
14 2015
VIERMAANDELIJKS
TIJDSCHRIFT
VAN
SAMENLEVINGSOPBOUW
GENT
VZW
De Uitpas doorgelicht
Deeleconomie:
kiezen om te delen
VOLHOUDBARE STADSVERNIEUWING Foto: Echo's uit de wijk, Lia Blaton
renovatiesubsidies doelgericht inzetten en hergebruiken
EDITORIAAL
Duizenden nieuwe Belgen - honderdduizenden nieuwe Europeanen - arriveren aan de grenzen van Europa. Wat al deze mensen gemeen hebben, is dat ze een toekomst willen opbouwen. Daarvoor moesten ze hun thuisland verlaten. Wanneer we hen warm onthalen, hen wegwijs maken in onze samenleving en hen kansen aanreiken, hebben ze de meeste mogelijkheden om een veilig, zelfstandig leven uit te bouwen in een warme samenleving, een droom die wij met hen delen. Pas wanneer we de solidariteit in vraag stellen en de komst van nieuwkomers enkel benoemen als bedreigend, is de term ‘crisis’ gepast.
achtergelaten hebben voor een leven in extreme armoede hier, als ze geen gegronde redenen hadden om te vertrekken. Naast negatieve berichtgeving, zien we gelukkig ook heel veel solidariteit met vluchtelingen. We vragen jullie dan ook om de golf van solidariteit en herverdeling die nu door de samenleving gaat, uit te breiden naar alle mensen zonder wettig verblijf. Ze zijn onderworpen aan de meest extreme vorm van maatschappelijke uitsluiting die zich uit in ondervoeding, langdurige thuisloosheid, gezondheidsproblemen, uitbuiting en misbruik. Uit het standpunt van de sector Samenlevingsopbouw over de vluchtelingen ‘Over gelijkheid onderhandel je niet’, gepubliceerd op 10 september 2015
We roepen dan ook iedereen op om harde, destructieve uitspraken te weren en te vervangen door een boodschap van solidariteit. Wanneer we solidair zijn en samen werken aan integratie in de samenleving en op de arbeidsmarkt, is hun komst een kans voor hen en voor onze samenleving. Reeds jaren komen we in de sector Samenlevingsopbouw veelvuldig in contact met migranten zonder wettig verblijf. Zij voelden zich gedwongen om te migreren omwille van ongelijkheid in het Zuiden. Duizenden uitgeprocedeerde asielzoekers vonden geen bescherming omwille van een gebrek aan bewijsstukken of omdat hun veiligheidsprobleem niet volledig binnen de Conventie van Genève paste. Het onderscheid tussen de oorlogsvluchteling en de anderen - de goede en slechte - doet afbreuk aan de kwetsbare positie waarin al deze mensen zich bevinden. Onze opbouwwerkers horen elke dag, dat deze migranten hun huis en familie niet zouden
O N T MO E T I NG S RU I M T E ‘ DE Z O E T E I N VA L’ A A N DE WAT E R S P O RT B A A N G E O P E N D Op 5 oktober opende de ruimte met een huiskamergesprek over wonen, welzijn en gezondheid in de wijk. In De Zoete Inval kunnen bewoners elke maandag- en donderdagnamiddag van 14 tot 16.30 uur terecht om elkaar te ontmoeten. Het is een plek waar bewoners hun talenten kunnen inzetten en delen met andere buren. Adres: Nekkersberglaan 194, 1ste verdieping. Met dank aan De Gentse Haard voor het ter beschikking stellen van het appartement.
INHOUD 2
Edito
3
Bewonersparticipatie in Nieuw-Gent
4
De Uitpas doorgelicht
7
Kiezen om te delen
10
Volhoudbare stadsvernieuwing
14
Kort Nieuws Foto: Brigitte Hanson, Stad Gent
16
Column – Griet Op De Beeck
2
PILOOTPROJECT auteur: Karolien Vermeulen
BEWONERSPARTICIPATIE IN NIEUW GENT-STEENAKKER DE WIJK NIEUW GENT-STEENAKKER KENT EEN GROTE CONCEN TRATIE SOCIALE HUISVESTING VAN VERSCHILLENDE MAATSCHAPPIJEN. Samenlevingsopbouw Gent is er reeds vele jaren actief en startte er in 2014 met een pilootproject ‘participatie van sociale huurders’. Bedoeling is om inspraak te realiseren in het beleid en de werking van de huisvestingsmaatschappijen (shm’s) door een structurele participatie van de huurders te realiseren. Huurdersparticipatie is een meerwaarde voor beide partijen. De bewoners worden gehoord en de shm kan haar werking beter afstemmen op hen. De stuurgroep, die bestaat uit de Stad Gent, de shm’s, de Huurdersbond, enkele buurtpartners en de huurders, besliste om van start te gaan met de huurders van WoninGent, aangezien die het grootste patrimonium in de wijk heeft. De andere shm’s volgen het pilootproject via de stuurgroep.
Start-to-klus: samen met paletten eenvoudige meubels maken
Huurdersparticipatie start bij het informeren van huurders. Via blokmeetings en straatmeetings betrekken we huurders bij dit project. Samenlevingsopbouw verwierf expertise in het werken met kwetsbare groepen en besteedt aandacht aan informele vormen van participatie zodat zoveel mogelijk huurders de kans krijgen om te parti ciperen volgens eigen interesses en competenties.
Een vaste huurdersgroep komt samen in het bewonerslokaal in woonblok Jupiter en legde deze thema’s vast om rond te werken: communicatie, onderhoud en herstellingen, kwaliteit van de dienstverlening, woonomgeving en doelgroepenbeleid. De groep is op leerbezoek geweest bij de shm Nieuw Dak, die zelf ook enkele participatieprojecten heeft. Vanuit de huurdersgroep stellen we initiatieven voor zoals een klusnetwerk, het verfraaien van de inkomhallen en een sensibiliseringsactie over een gezond binnenklimaat en formuleren we adviezen, bijvoorbeeld om het onthaalbeleid te verbeteren. We streven ernaar de huurdersgroep representatief te maken, op dit moment is dit nog niet het geval. Met sleutelfiguren per blok, straat of groep (jongeren, senioren, mensen van andere origine…) en informele participatie proberen we iedereen zoveel als mogelijk te bereiken.
Huurders uit Nieuw Gent spelen samen het gezelschapspel van het Limburgse sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Dak, dat bewoners spelenderwijs kennis laat maken met het kaderbesluit sociale huur.
Structurele bewonersparticipatie is een intensief proces dat enkel op termijn rendeert. Het kan niet los gezien worden van doe-activiteiten die een onmiddellijk antwoord bieden op bekommernissen van bewoners, zoals bijvoorbeeld een klusnamiddag met paletten, een goedkope en creatieve manier om meubels te maken. Einddoel is in overleg met de partners te komen tot een model voor huurdersparticipatie dat kan functioneren als voorbeeld voor de sociale huisvesting in Gent. Bewonersparticipatie zal echter steeds maatwerk blijven omdat iedere wijk, iedere shm en iedere huurdersgroep verschilt en dus maatzorg behoeft en verdient.
3
BELEIDSPARTICIPATIE auteur: Stéphanie Staïesse
DE UITPAS DOORGEL ICH T OP INITIATIEF VAN IEDERS STEM TELT EN ENKELE MIDDENVELDPARTNERS SPRAKEN OP VRIJDAG 25 MEI EEN 25-TAL UITPAS-GEBRUIKERS MET SCHEPEN VAN CULTUUR ANNELIES STORMS. Bedoeling was om te komen tot een toegankelijker vrijetijdsaanbod voor mensen in armoede. Een constructief gesprek met duidelijke antwoorden en engagementen voor de toekomst.
WAT IS UITPAS GENT? UiTPAS Gent is een digitale spaar- en voordeelkaart voor iedereen die deelneemt aan vrijetijdsactiviteiten in Gent waarvan de organisatoren meewerken met het systeem. Zowel cultuur-, sport- en jeugdactiviteiten komen in aanmerking. Iedereen kan er UiTpunten mee sparen en omruilen voor korting, een cadeau of een ander voordeel. Mensen die in aanmerking komen voor het kansen tarief betalen slechts 1 euro voor de UiTPAS én krijgen 80 % korting voor de activiteiten.
DE GENTSE UITPAS KWAM ER NIET ZOMAAR… In 2005 stapte Samenlevingsopbouw Gent vzw samen met de Gentse Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen voor het eerst naar Dienst Kunsten met de vraag om het Gentse vrijetijdsaanbod toegankelijker te maken voor mensen in armoede. Een tijdelijke werkgroep analyseerde het aanbod en de drempels en bundelde in 2007 de voorstellen. Eén ervan was de introductie van een niet stigmatiserende vrijetijdspas, waarmee je automatisch korting kan krijgen. De volgende jaren werden mensen in armoede actief betrokken bij de uitwerking. Op 12 september 2014 is de Gentse UiTPAS gelanceerd. Eind augustus 2015 is de 10.000ste UiTPAS uitgereikt.
GESPREK OVER DE VERBETERING VAN DE UITPAS 1 Jaar na de lancering van de UiTPAS, zijn niet alle drempels voor vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede opgelost. De Uitpas kende een heel snelle start waardoor het aanbod (nog) niet is afgestemd op de noden van alle gebruikers. Naar aanleiding van de Rapportuitreiking van Ieders stemt telt gaf schepen Storms aan dat ze graag rechtstreeks in gesprek wou gaan om een aantal knelpunten te bespreken en de UiTPAS toegankelijker te maken 333 voor iedereen.
Foto: Dienst Communicatie Stad Gent
4
BELEIDSPARTICIPATIE
S I T UAT I E
VO OR S T E L
A N T WO OR D
‘Heel wat dingen die we leuk vinden, zijn niet te vinden in de Uitpas. De Uitpas heeft nog veel te weinig leuke dingen voor jongeren. Wij willen eens naar de film of naar het subtropisch gedeelte van het Rozenbroeken. Soms zijn er in het sportbad maar 2 baantjes vrij!’ (Getuigenis van Jong Gent in Actie jongerengroep van Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen)
Het aanbod aantrekkelijker maken voor jongeren tussen 16 en 25 jaar, door bijvoorbeeld het commerciële aanbod zoals de drie Gentse cinema’s, subtropisch gedeelte van S&R Rozebroeken, IJspiste Kristalijn of festivals binnen Gent op te nemen.
Stad Gent is bereid om in samenspraak met jongeren het aanbod uit te breiden en is volop bezig met onderhandelingen. Zo zijn er bijvoorbeeld reeds concrete afspraken met 2 cinema’s en Rozenbroeken. Commerciële aanbieders betrekken blijft echter moeilijk.
‘Het is niet gemakkelijk om een activiteit te boeken. Laatst wou ik tickets bestellen voor het Boksgala en werd ik van de ene website naar de andere gestuurd. Ik kwam dan op de website van Huis van de Sport terecht. Daar werd niets over kansentarief of over de UiTPAS gezegd. Dan vraag je je af waar je de kaart moet bestellen, of je de volle pot zal moeten betalen? Ik ben uiteindelijk niet gegaan. Vroeger was het duidelijk dat je met een 1-euro ticket naar verschillende grotere activiteiten zoals het Boksgala kon gaan.’ (deelnemer BMLIK).
Grotere Gentse evenementen zijn vaak onbetaalbaar voor mensen in armoede. Wij stellen voor dat Gentse sociale organisaties tickets aan 1 euro kunnen blijven aanvragen.
1-euro tickets zullen niet terug ingevoerd worden. Stad Gent gaf de opdracht aan CultuurNet Vlaanderen om te onderzoeken om via het puntensysteem gratis tickets te verdelen onder kansenpashouders.
‘Ik vind het jammer dat grootouders hun kleinkinderen niet kunnen meenemen aan kortingstarief omdat de kleinkinderen geen UiTPAS met kansentarief hebben of gewoon niet in Gent wonen en er dus geen recht op hebben. Dit beperkt me sterk in mijn vrijheid en mogelijkheden om iets met mijn kleinkinderen te doen. Vroeger kon ik met hen naar de Kopergietery, de poppenkast in Huis van Alijn en Playbeach gaan. Dankzij 80/20 betaalde ik maar 20 %. Nu kan dat niet meer.’ (deelneemster SIVI)
Grootouders en co-ouders moeten de mogelijkheid hebben om samen met hun kleinkinderen of kinderen vrij deel te nemen aan het Gentse vrijetijdsaanbod. Voorzie op de kaart een aantal beurten zodat minderjarige kleinkinderen of kinderen aan kansentarief toegang krijgen op het vrijetijdsaanbod.
Stad Gent zoekt voor ouders in co-ouderschap naar andere systemen om aan te tonen dat het kind ook bij de ouder in kwestie verblijft. Voor het probleem met grootouders ligt een oplossing niet voor de hand.
‘Bij overhandigen van mijn “Uitpas”, zeggen vrienden: en nu wilt ge ook nog een punt voor de Uitpas, zeker? Tijdens de wachttijd voor het inscannen stappen ze een paar meters opzij omdat ze niet willen geassocieerd worden met een schooier. Ondertussen bouwen hun reacties op. Terug bij de groep start de nodige commentaar … vermoedelijk uit onwetendheid en bij een gebrek aan ervaring van hoe het is te moeten leven met een vervangingsinkomen.’ (deelneemster Genoeg!)
Het is belangrijk om de UiTPAS bekend te maken bij een breed publiek en niet enkel bij kansengroepen. Alleen zo wordt de UiTPAS een niet-stigmatiserend instrument. De zichtbaarheid van de UiTPAS verhogen is dus noodzakelijk. Balie medewerkers moeten pro-actief communiceren over de UiTPAS.
Stad Gent erkent dat het belangrijk is de UiTPAS bij een breed publiek bekend te maken en de zichtbaarheid te verhogen. Het logo van de UiTPAS komt meer en meer in beeld bij de aanbieders. Deze getuigenis wordt meegenomen in de vorming voor baliemedewerkers.
‘Ik merk dat veel mensen niet op individuele basis uitstappen doen. Dit komt omdat ze het Nederlands niet of niet goed begrijpen waardoor ze de informatie in folders, brochures, … niet begrijpen. Ze blijven dan maar thuis. In groep, samen met De Sloep, doen ze wel mee aan activiteiten en uitstappen.’ (deelneemster De Sloep)
Opmaak van een laagdrempelige handleiding in verschillende talen en verspreiding via sleutelfiguren. Opmaak van een affiche met iconen ter ondersteuning van anderstaligen en laaggeletterden in het gebruik van de UiTPAS.
Stad Gent mag geen folders in een andere taal maken of verspreiden. Stad Gent zal aan CultuurNet Vlaanderen suggereren om met iconen te werken die ook door andere regio’s gebruikt kunnen worden.
DEEL 1: AANBOD
DEEL 2: TOELEIDING
5
BELEIDSPARTICIPATIE
Foto’s van boven naar onder: - uitstap werkgroep Genoeg in 2013, - crea-activiteit van SIVI in 2011, - gesprek met Annelies Storms op 25 mei ll.
333
INFORMATIE EN ONTMOETING OP MAAT: EEN MOBIEL VRIJETIJDSLOKET, HET UITPUNT Tenslotte werd vanuit de sociale organisaties gepleit voor de oprichting van een mobiel vrijetijdsloket, het UiTpunt, dat op verschillende locaties kan ingezet worden. Op die manier kan in verschillende buurten en bij organisaties de informatie over de UITPAS op maat van de gebruikers verstrekt worden. Naast informatie zorgt het UiTpunt ook voor ontmoeting. Bij vrijetijdsparticipatie speelt ‘samenzijn’ een belangrijke rol. Mensen leggen contacten en leren nieuwe mensen kennen, wisselen tips uit en motiveren elkaar om buiten te komen. Omdat schepen Storms overtuigd was van het idee diende ze een concreet voorstel in bij het college van burgemeester en schepenen voor een proefproject voor de uitwerking van een mobiel UiTpunt. Dit najaar zal een concreet plan voor goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2016 op verschillende plekken in de stad informatie kan gegeven worden over activiteiten die gepland zijn, het gebruik van UiTPAS, enzovoort. Hierbij is het belangrijk om mensen met verschillende achtergronden en leeftijden te bereiken in verschillende buurten.
6
TRANSITIE auteur: Herman Peeters
KIEZEN OM TE DELEN
SOCIALE DEELINITIATIEVEN ZIJN EEN MAATSCHAPPELIJKE KEUZE DELEN IS IN ONZE SAMENLEVING MEER AANWEZIG DAN WE VERMOEDEN, EN HET BELANG ERVAN LIJKT ALLEEN MAAR TOE TE NEMEN. We maken gebruik van open source software op onze computer. Via Facebook delen we informatie en wie een kamer vrij heeft, kan die via Airbnb verhuren. Allerlei deelinitiatieven zoals autodelen, het delen van gebruiksvoorwerpen, het delen en gezamenlijk beheren van publieke ruimte, complementaire munten en geefpleinen maken opgang. Dankzij sociale media is delen gemakkelijker dan ooit.
De recente opgang van het delen opent mogelijkheden op sociaal, ecologisch en economisch vlak. Maar het stelt ons ook voor vragen. Wie er zich op toelegt kan, door te delen, een stuiver uitsparen of bijverdienen. Dit lijkt handig voor wie het niet breed heeft, maar ook de marktspelers hebben ‘het delen’ ontdekt om nieuwe markten aan te boren, kosten te drukken of om de bestaande regels te omzeilen. We moeten dus reflecteren over de plaats die we het delen en het beheer van gemeengoed in onze samenleving toekennen. 333
Het geefplein onder de stadshal op 28 juni 2014.
Foto: Steven Vromman
7
TRANSITIE
333
Rabot op je bord op het Foodwastefestival in Kortrijk, zomer 2015
EÉN NAAM, VEEL GEZICHTEN Deeleconomie is een fenomeen met veel uitzichten. We spreken over deeleconomie en veronderstellen dus de creatie van meerwaarde via het delen. Deze meerwaarde kan econo misch, ecologisch of sociaal zijn. Een deelinitiatief kan commercieel of niet-commercieel van aard zijn, centraal of decentraal beheerd worden en op een lokale of globale schaal opereren. Wie iemand een lift aanbiedt via Uber 1 deelt op een commerciële, centraal gestuurde globale wijze. Wie daarentegen zijn auto inzet bij het Gentse autodeelinitiatief Dégage participeert aan een niet-commercieel, lokaal en decentraal beheerd initiatief. Uit economisch oogpunt zijn beide initiatieven effectief. Het bestaande potentieel van de wagen wordt optimaal benut. Op ecologisch vlak is de winst bij beide initiatieven eveneens duidelijk: minder auto’s op de weg betekent een lagere belasting van het milieu. Op sociaal vlak is het bepalen van de meerwaarde heel wat onduidelijker. Op microniveau lijken in beide systemen zowel de gebruiker als de aanbieder te winnen. De gebruiker hoeft zich geen wagen aan te schaffen, wat een grote kostenbesparing betekent, terwijl de aanbieder een deel van zijn investeringskost terug verdient. Op macroniveau doen zich effecten voor die minder onder controle zijn. De zwaarder gereguleerde taxidiensten ondervinden een concurrentienadeel van Uber en dreigen uit de markt geprijsd te worden. Voor economisten is dit geen zwaar probleem. De chauffeur die hierdoor zijn job verliest heeft weldegelijk pech. Een ander probleem dat opduikt is dat Uber mensen weghoudt van het publieke openbaar vervoer, zodat dit duurder wordt voor de gemeenschap.
Dit is ook de ervaring van een aantal LETS-groepen die gepoogd hebben om kwetsbare gezinnen te betrekken. De deeleconomie bevestigt dus eerder de bestaande sociaaleconomische orde, dan dat ze ze verstoort. Wie niet bezit, ziet zijn bijdrage aan het gemeengoed niet rechtstreeks omgezet in een groter vermogen. Dit komt omdat herverdeling niet automatisch het DNA uitmaakt van de deel economie. Dit in tegenstelling tot de sociale zekerheid en onze personenbelasting. Dit geeft meteen de plaats aan die we deeleconomie moeten toekennen. Deeleconomie kan alleen aanvullend zijn op de publieke sociale bescherming en nooit vervangend ingezet worden.
SOCIAAL POTENTIEEL Vanuit sociaal oogpunt zouden we voor lokale, decentrale georganiseerde non-profit initiatieven pleiten. Initiatieven op lokaal vlak kunnen een grotere betrokkenheid van de deelnemers organiseren. Dergelijke initiatieven zijn niet alleen vitaler, ze stimuleren het vrijwilligerswerk en versterken het sociaal kapitaal en de cohesie in de buurt. De complementaire munt De Torekes is een goed voorbeeld. Wie bijvoorbeeld lid wordt van Dégage krijgt elk jaar een uitnodiging voor een barbecue waar de werking wordt besproken en men onderlinge vertrouwensbanden smeedt.
OP EEN SOCIALE LEEST GESCHOEID Kan de deeleconomie dan zo georganiseerd worden dat zij een hefboom wordt voor sociale stijging voor maatschappelijk kwetsbare groepen? Ja, wanneer deze principes voorop staan:
Uit het voorgaande besluiten om volledig in te zetten op non-profit-deelinitiatieven is te voorbarig. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vooral de hoger opgeleide middenklasse aan deelinitiatieven participeert. Mensen met een lagere scholing bedienen zich er minder vlot van.
1. Op de eerste plaats moeten initiatieven de sociale stijging als uitgangspunt nemen en waarden als solidariteit en sociale inclusie boven winst stellen.
1 Uber is een toepassing op smarthphones waarmee je een rit kunt boeken met officiële taxichauffeurs, maar ook met privéchauffeurs. Officiële taxichauffeurs kwamen in protest tegen het systeem omdat de privéchauffeurs veelal niet over de vereiste vergunning, opleiding en veiligheidsvoorzieningen beschikken. In Brussel is Uber verboden.
2. Tussen de deelnemers moeten duidelijke afspraken gemaakt worden om een vermarkting van het gemeengoed tegen te gaan en overconsumptie te vermijden.
8
TRANSITIE
DELEN IS VERBINDEN
Deelinitiatieven van Samenlevingsopbouw Gent CLT
Het Rabot was andermaal trendsetter. Sedert het voorjaar van 2013 houdt vrijwilliger Annemie er elke eerste zaterdag van de maand een weggeefwinkel open. Ook in Ledeberg is er ondertussen een geefwinkel op de Standaertsite.
Betaalbaar wonen is voor steeds meer mensen niet haalbaar en ‘delen’ is in. Waarom zouden we dan ook de grond onder onze woningen niet delen? Een terugkeer naar de ‘commons’: hulpbronnen toegankelijk voor alle leden van de samenleving, worden in gemeenschappelijk en niet particulier bezit gehouden. Door te wonen op gemeenschapsgrond wil CLT wonen voor mensen met een laag inkomen meer betaalbaar maken.
Rabot op je bord
Geefwinkels en pleinen In Knack noemde Ann Peuteman de geefpleinen de trend van 2014: ‘De snelle opkomst van het ge e f f e n om e e n was het voorbij jaar dan ook een soort stille revolutie, zonder piketten, gebrul of open brieven in de krant. Gewoon een kwestie van geven en nemen. Zonder meer.’
De Site is in Gent een micro-alternatief economisch systeem, waar de complementaire munt De Torekes o.a. het pasmiddel is voor burenhulp en de groentenbereidingen van Rabot op je bord gebruik maken van groenten die voor het reguliere economische systeem niet bruikbaar zijn.
3. Om zwakkere groepen te bereiken dient er ingezet te worden op specifieke werkvormen. Zo is het niet onlogisch om initiatieven enkel voor zwakke groepen op te zetten om zo de bindende kracht van de lotsverbondenheid te laten werken of initiatieven te enten op bestaande netwerken waar relatief veel laaggeschoolden aan participeren, zoals volkstuinen, voetbalclubs, carnavalverenigingen... Sociaal-economisch zwakkeren hanteren immers vaak informele vormen van onderlinge hulp.
5. In dit soort innovatieve praktijken dient de overheid te investeren. Zij vergen immers een specifieke aanpak en begeleiding. Er moet meer geïnvesteerd worden in mensen die met minder kansen aan de start komen. 6. Tenslotte kan men zich laten inspireren door historische modellen van delen, de zgn. commons, die het zwakkere deel van de bevolking bevoordeelden. Deze initiatieven hadden immers tot doel om iedereen in zijn bestaan te laten voorzien.
4. Ook dient men domeinen te selecteren die een grote betrokkenheid van de doelgroep garanderen. Door bijvoorbeeld in te zetten op een initiatief voor het delen en beheren van ruimte in een kansarme wijk, verkrijgt men dat de doelgroep zelf de vruchten van het initiatief zal plukken.
Delen is dus kiezen, en kiezen is verliezen. Het kan een keuze zijn voor andere waarden dan winstbejag. Een keuze om er samen op vooruit te gaan.
Bronnen: • • • • • •
http://platformsocialbusiness.nl/definities-van-de-deeleconomie/ https://about.ing.be/Over-ING/Press-room/Press-article/Deeleconomie-kent-groot-groeipotentieel-in-Belgie-2.htm http://www.oikos.be/english/item/709-schor-over-de-deeleconomie Bauwens, M., De wereld redden, Antwerpen, 2013 De Moor, T., Homo Coöperans, Utrecht 2013 Van Bouchaute, B., Depraetere, A. Oosterlynck, S., Schuermans, N.: Solidariteit in diversiteit, in: Over gevestigden en buitenstaanders, Leuven, 2014
9
WONEN auteurs: Frank Vandepitte en Natan Hertogen
VOL HOU DBA R E STA DS V ER N IEU W ING:
RENOVATIESUBSIDIES DOELGROEPGERICHT INZETTEN EN HERGEBRUIKEN SAMENLEVINGSOPBOUW GENT WERKT IN WIJKEN MET EEN GROTE WOONPROBLEMATIEK. Niet toevallig de plekken waar stadsvernieuwingsprojecten lopen. Onze ervaring leert ons hoe moeilijk het is om aan de slag te gaan met de kwalitatief slechtste woningen, vaak eigendom van of bewoond door maatschappelijk kwetsbare bewoners. Ondanks de goede wil van beleidsmakers, blijken weinig instrumenten echt te werken. In dit artikel zoeken we mogelijke oplossingen.
huidige maatregelen deze mensen weinig of niet bereiken. ‘De verdeling van premies voor renovaties toont dat hier een mattheuseffect speelt. De hoogste aandelen begunstigden vinden we in de quintielen 3, 4 en 5. Het laagste inkomensquintiel geniet het minst van de voordelen. Het sterkste mattheuseffect zien we bij de premies die niet inkomensbegrensd zijn: de belastingvermindering en de premie van de netbeheerders.2
ER ZIJN TOCH AL RENOVATIEPREMIES EN -LENINGEN?
Huurders of verhuurders komen al helemaal niet in aanmerking voor deze premies en leningen. Meestal is de individuele eigenaar met een gemiddeld inkomen het ijkpunt van het renovatiebeleid.
Noodkopers 1 zijn bewoners die, bij gebrek aan betaalbare woningen op de huurmarkt, een ondermaatse woning aankopen. Ze beschikken echter niet over de nodige middelen om hiervan een goede kwaliteitsvolle woning te maken. Renovatiewerken kunnen ze niet prefinancieren, waardoor ze de renovatiepremies mislopen. Ook zeer goedkope leningen zijn vaak geen oplossing, omdat ze geen ruimte hebben voor extra afbetalingen. Onderzoek toont aan dat de
NAAR INCLUSIEVE WIJKRENOVATIES In het kader van het Renovatiepact (goedgekeurd op 17/7/2015) en het energiearmoedeplan (verwacht in het najaar) van minister Turtelboom wordt gewag gemaakt van grootschalige wijkrenovaties. Doel hiervan is een aanzienlijke energiebesparing en de reductie van de CO2-uitstoot. Vandaag is de grootste energiebesparing mogelijk bij de mensen wiens woontoestand het slechtst is. Een lage woonkwaliteit en energiearmoede gaan immers hand in hand. Inzetten op de verbetering van de woonsituatie van mensen in armoede, vormt een essentieel element in de duurzame verbetering van het woonpatrimonium. Daarom pleit Samenlevingsopbouw Gent voor inclusieve wijkrenovaties. Dit wil zeggen dat de overheid een kader schept dat ook de meer kwetsbare buurtbewoners betrekt in het renovatieverhaal. Er zijn hiervoor twee goede redenen. Ten eerste brengen stadsvernieuwingsprojecten vaak gentrificatie en sociale verdringing met zich mee. In een opwaarderende wijk vinden kwetsbare buurtbewoners steeds moeilijker hun plaats. Enkel maatregelen op maat kunnen de balans weer in evenwicht brengen. Het is zinvol om met ‘zittende’ wijkbewoners in hun vertrouwde omgeving een sociaal-economische stap vooruit te zetten. Beter dan ‘nieuwe bewoners’ te importeren.
Plakmoment van het fotoproject Echo’s uit de wijk met foto’s en hulp van de bewoners van het project Dampoort KnapT OP!
Foto: Lia Blaton
10
WONEN
Foto: Dienst Communicatie Stad Gent
Stadsvernieuwing in de Brugse Poort, opening Acaciapark in 2012
mensgrenzen heen. Ten slotte worden wijkrenovaties vaak ingezet naast andere acties binnen het stadsvernieuwingstraject van een bepaalde wijk. Participatieve groepsbijeenkomsten van geïnteresseerde verbouwers kunnen overlappen met andere doelstellingen van de stadsvernieuwing. Door de wijkrenovaties collectief aan te pakken, passen ze veel beter in een globale visie op stadsvernieuwing. 333
Ten tweede kadert het energiearmoedeplan in de ambitie om tegen 2050 de energieprestaties van het volledige Vlaamse woningpatrimonium op punt te stellen. Wanneer kwetsbare buurtbewoners niet vanaf dag één worden meegenomen in de renovatie van hun wijk, zullen ze doorschuiven naar andere wijken met een voor hen betaalbaar en vaak inferieur woonaanbod. Op die manier houden we de residumarkt van ondermaatse huur- en koopwoningen in stand. Samenlevingsopbouw Gent ziet in inclusieve wijkrenovaties een manier om dit probleem effectief aan te pakken. Enkele ideeën op een rij.
RenoseeC is één van de zes proeftuinen van een grootschalig innovatieproject van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie over collectief verbouwen. Dit sociale renovatieproject wil ervoor zorgen dat in 2016 in de Dampoortwijk minimaal 10 tot 20 gezinnen collectief zullen verbouwen. De doelgroep van RenoseeC is breed: zowel eigenaars, als verhuurders komen in aanmerking. Samenlevingsopbouw Gent is partner en zorgt voor de toeleiding van kwetsbare gezinnen.
INCLUSIEF = COLLECTIEF Projecten zoals ‘Dampoort KnapT OP!’ en ‘RenoseeC’ illustreren de voordelen van een collectieve aanpak van wijkrenovaties. Veel van de sociale impact van de wijkrenovaties gaat verloren, wanneer het kader zich beperkt tot individueel aan te vragen premies en individuele begeleiding. Om te beginnen is het collectiviseren van de renovatiewerken voor alle deelnemers financieel en kwalitatief voordelig. Een samenaankoop drukt de prijs en sterkt de onderhandelingspositie van de consument ten aanzien van de aannemers. Dit is belangrijk voor lage inkomensgroepen. Verder werkt het samenkomen in de buurt versterkend. Het verstevigt de sociale cohesie over culturele en inko-
1 C. KESTELOOT e.a., Lage inkomensbuurten: onderzoek naar ruimtelijke kwaliteiten en hun implicatie voor de sociaal-economische integratiemogelijkheden, Leuven, Instituut voor sociale en economische geografie & OSA, 1999; B. DE MEULDER, M. RYCKEWAERT, De alledaagse ruimte van armoede en uitsluiting in het stadslandschap. Onderzoek naar de ruimtelijke dimensie van armoede en de architectonische invulling van minimumgrenzen voor een kwaliteitsvol leven., in: V.GEURTS (red.), Wonen onderzocht 2000 -2004, Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, 2004, p. 129-154. 2 S. WINTERS (red.), Wonen in Vlaanderen anno 2013. De bevindingen uit het Grote Woononderzoek 2013 gebundeld, Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2015, p.98.
11
WONEN
Bewoonster Erna fotografeert haar dak voor de renovatiewerken van Dampoort KnapT OP.
noodkopers vooruit te helpen. Volgens ons is het zinvol deze aanpak door te trekken naar de precaire huurders en hun verhuurders. Bijkomend is het noodzakelijk de woonzekerheid te beschermen en te streven naar een gelijke woonlast (huurprijs en energiekosten samen) voor de reeds kwetsbare huurders. Zowel renovatiecontracten als sociale verhuurkantoren bieden hiertoe een antwoord. Om de financiële middelen efficiënt in te zetten stellen we een systeem van subsidieretentie voor (zie verder). Een renovatietoelage prefinancieert de werken van noodkopers en huurders/verhuurders. Het betekent meteen een opstap om later aanspraak te maken op andere renovatiepremies, die slechts ná uitvoering van de werken kunnen aangevraagd worden en waarvoor prefinanciering dus nodig is. Een tweede steunpilaar is de ontzorging of begeleiding op maat van de doelgroep: niet enkel bouwtechnisch, maar ook sociaal. Er komt heel wat bij een renovatie kijken. Verbouwen is een stressvolle aangelegenheid. Onze ervaring leert dat dit bij kwetsbare gezinnen nog sterker is. Goede begeleiding zorgt ervoor dat iedereen aan boord blijft.
WOONKWALITEIT & ENERGIEBESPARING: ÉÉN VERHAAL Het energiearmoedeplan van minister Turtelboom wil energiebesparing niet los zien van de algemene verbetering van de woonkwaliteit. De ervaring uit renovatieprojecten zoals KWEEK, Dampoort KnapT OP! en RenoseeC leert inderdaad dat de verbetering van woonkwaliteit en energiezuinigheid best samen aangepakt worden
Foto: echo’s uit de wijk
333
DOELGROEPGERICHT RENOVEREN
Plakmoment Echo’s uit de wijk.
Wijken met een woningpatrimonium van slechte woon- en energiekwaliteit trekken heel wat mensen met een laag inkomen aan. Inclusieve wijkrenovaties omvatten ook acties op hun maat. Zonder maatwerk en ondersteuning bereik je deze mensen niet en verschuif je woonproblemen naar andere wijken. Samenlevingsopbouw Gent stelt voor in te zetten op twee specifieke doelgroepen: noodkopers en precaire huurders. De noodkopers haalden we al eerder aan in deze tekst. Gezien de hoge huurprijzen is dit een groeiende, maar relatief onzichtbare, groep. Volgens recente woonstudies bedraagt die 4 % van het patrimonium of ongeveer 119.000 woningen 3, in steden makkelijk oplopend tot 10 %. Precaire huurders wonen tegen hoge huurprijzen in woningen van slechte kwaliteit. Veelal laten de verhuurders hun woning niet doelbewust verslechteren. Ook zij missen soms de financiële mogelijkheden om renovatiewerken te financieren of de noodzakelijke ondersteuning om dit aan te pakken. Het groeiende succes van de sociale verhuurkantoren toont aan dat er bereidheid is om te verhuren aan kwetsbare huurders in ruil voor een verzekerde huurinkomst en ontzorging. Dampoort KnapT OP! leert dat een goede individuele begeleiding van de werken en een substantiële financiële tussenkomst (in dit geval € 30.000) uitermate belangrijk zijn om de
Foto: Lia Blaton
12
WONEN
Renovatiewerken Dampoort KnapT OP.
foto: Koen Claes, Domus Mundi
foto: Koen Claes, Domus Mundi
Voor wie in een woning van slechte kwaliteit woont, is het insijpelende vocht in de keuken en de hoge energiefactuur één en hetzelfde probleem: namelijk dat van een kapot plat dak. Mensen liggen in eerste instantie wakker van hun kapotte verwarmingsinstallatie of lekkend dak. Mits er financiële ondersteuning uitgewerkt is, kunnen ze aangesproken worden over een energiezuinige installatie of dakisolatie.
De overheid roept een ‘rollend fonds’ in het leven dat de vrijgemaakte financiële middelen volhoudbaar inzet. De initiële investeringskost is substantieel, maar zal mettertijd beduidend lager uitvallen dan mocht de overheid blijven opteren voor traditionele subsidiesystemen. Doordat de middelen terugkeren is het fonds een instrument van permanente stadsvernieuwing. De wijk zal via een systeem van subsidieretentie op een blijvende manier veranderen. Door de terugkerende middelen, kan de overheid substantieel grotere bedragen vrijmaken. Geen overbodige luxe. De soms bedroevende kwaliteit van de woningen in de steden, maakt ingrijpende en structurele maatregelen noodzakelijk. In dit opzicht leidt de inzet van subsidieretentie tot een win-win-win-situatie voor de individuele bewoner, de overheid en de wijk. Voor Samenlevingsopbouw Gent is de toepassing van een systeem van subsidieretentie een onontbeerlijk element in ‘inclusieve wijkrenovatie’. Via subsidieretentie strekt de wijkrenovatie zich uit in de tijd. Subsidieretentie is het sluitstuk van de inclusieve wijkrenovatie omdat het ook de bewoners van morgen en de toekomstige woonproblemen in de wijk opneemt in stadsvernieuwing. Letterlijk dus een ‘volhoudbare’ of duurzame stadsvernieuwing.
SUBSIDIERETENTIE: OOK VOOR DE BEWONERS VAN MORGEN Subsidieretentie is geen traditionele premie die slechts eenmalig ter beschikking gesteld wordt van één gezin of één woning. Bij subsidieretentie keert de tegemoetkoming (plus een deel van de gerealiseerde meerwaarde op het vastgoed) terug naar de overheid. Deze kan de middelen opnieuw ter beschikking stellen van een nieuw gezin. Dit maakt het mogelijk een stadsvernieuwingsoperatie te continueren. Overheidsmiddelen worden zo geïnvesteerd in meerdere gezinnen en meerdere gebouwen. Een eenmalige financiële injectie kan zo jarenlang ingezet worden in strategisch gekozen wijken, zelfs zonder dat er continu bijkomende investeringsmiddelen nodig zijn. De noodkoper of verhuurder kan de renovatie financieren, maar betaalt de tussenkomst bij verkoop ook terug. Vanuit dit perspectief spreken we van een ‘uitgestelde lening’.
3 P. DE DECKER e.a., Woonnood in Vlaanderen. Feiten/ Mythen / Voorstellen, Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2015, p. 100.
13
KORT NIEUWS
LEKKER DICHTBIJ: EEN MOESTUINPROJECT OP DE BALKONS VAN DE LEIEKAAI In de sociale woontorens van de Leiekaai wonen 230 gezinnen van 49 nationaliteiten met velen samen op een kleine oppervlakte, maar iedereen heeft wel een balkon. Ideaal voor een mini-moestuintje. In juni ontvingen 60 gezinnen
een houten bak met tomaten, pijpajuin, sla, munt, bieslook, basilicum, thijm of salie voor op het balkon van hun appartement. Velt vzw gaf meer informatie over het aanplanten van de bakken en het onderhoud. Lekker Dichtbij wil mensen samenbrengen. De moestuin vormt een aanknopingspunt voor een gesprek onder bewoners of tijdens een huisbezoek van een opbouwwerker. Met het project wil Samenlevingsopbouw Gent inzetten op het belang van lokale voedselproductie. Voedsel moet niet van ver aangevoerd worden om lekker te zijn. De bakken, gemaakt met recyclage steigerhout door vzw Labeur, zijn aangekocht met steun van de Stad Gent. Voor het vullen van de bakken met teelaarde en planten sprak Samenlevingsopbouw Gent met succes haar netwerk aan. Via het platform Crowdfunding Gent verzamelden we op korte tijd ongeveer 50% van de nodige middelen. De overige 50 % volgden via klassieke sponsoring en donaties.
Foto: Kristien Weyts, Stad Gent
SOCIALE INNOVATIE IN DE PRAKTIJK: WOONPROJECTEN VAN SAMENLEVINGSOPBOUW Tijdens de studiedag Woonnood in Vlaanderen: Feiten/ Mythen/ Voorstellen op 8 september en in de gelijknamige publicatie (Garant, 2015) bespreekt prof. dr. Stijn Oosterlynck van het Centrum OASeS enkele sociaal innovatieve projecten: het housing first project voor de Gentse Roma in het Klooster op de Gentse Muide, het CLT-principe dat o.a. wordt toegepast in Gent op Meulestede en in het Antwerpse project Collectief Goed dat enkele leegstaande sociale woningen renoveert voor grote gezinnen en het project Leeggoed in Elsene waarin enkele lang leegstaande sociale woningen ingenomen worden. Allemaal projecten waarin Samenlevingsopbouw een belangrijke partner is en die de kracht van het bottum-up groepswerk illustreren. Oosterlynck stelt dat deze projecten het potentieel hebben om van het woonrecht een praktijk te maken. Hij betoogt dat sociale innova ties ontstaan omdat de Vlaamse woningmarkt en overheid er niet in slagen om de woningnoden afdoende te lenigen. Hij beklemtoont wel dat sociale innovaties niet het alternatief zijn voor de welvaartstaat, maar functioneren als bron van vernieuwing voor die welvaarstaat en een bijdrage leveren in de maatschappelijk discussie over recht op wonen. Ook in deze projecten is er een rol en verantwoordelijkheid weggelegd voor de overheid.
14
KORT NIEUWS & COLOFON
is het tijdschrift van Samenlevingsopbouw Gent vzw en verschijnt 3 x per jaar, in januari, mei en oktober. werkten mee aan dit nummer: Ellen De Jans, Natan Hertogen, Ann-Sophie Hofman, Herman Peeters, Frank Vandepitte, Karolien Vermeulen, Griet Op de Beeck, Stéphanie Staïesse en Lut Vael eindredactie: Ellen De Jans, Stéphanie Staïesse, Dimitri Vandenberghe, Frank Vandepitte en Lut Vael
CAMPAGNE WELZIJNSZORG:
adresbeheer:
[email protected] vormgeving: Herman Belgy,
[email protected]
EEN TOEKOMST ZONDER ARMOEDE
fotografie: Samenlevingsopbouw Gent, Brigitte Hanson - Stad Gent, Koen Claes - Domus Mundi, Kristien Weyts - Milieudienst Stad Gent, Ledeberg Doet Het Zelf, Lia Blaton, Stad Gent Dienst Communicatie en Steven Vromman
Een mooie toekomst waar iedereen van kan dromen is voor mensen in armoede nog veraf. Vooral op het vlak van wonen, vervoer en gezondheid stelt Welzijnszorg vast dat nog heel wat duurzame maatregelen ontbreken waardoor mensen in armoede het extra moeilijk hebben. Daarom voert Welzijnszorg campagne in 2015, daarom hopen we ook dat jij meedoet. Samen voor een toekomst zonder armoede! Welzijnszorg gaat op zoek naar nieuwe duurzame oplossingen. Hoe zorgen we voor basisbereikbaarheid voor iedereen? Hoe maken we een gezond leven bereikbaar voor mensen in armoede? Welke mogelijkheden zijn er voor betaalbaar en kwaliteitsvol wonen? CLT Vlaanderen is één van die oplossingen, daarom ook dat welzijnszorg dit steunt als pilootproject. Samen gaan we op zoek hoe CLT deel kan uitmaken van een woonbeleid waar ook mensen in armoede een echte thuis vinden. Voor meer informatie, het bestellen van materialen en het tekenen van de politiek eisen kan je terecht op www.welzijnszorg.be.
verantwoordelijke uitgever: Lut Vael, coördinator, Blaisantvest 70, 9000 Gent
Samenlevingsopbouw Gent vzw, Blaisantvest 70, 9000 Gent T.: 09 223 95 15 E.:
[email protected] W. www.samenlevingsopbouwgent.be
KANSEN CREËREN, GRONDRECHTEN GARANDEREN Samenlevingsopbouw Gent vzw werkt met ongeveer 30 medewerkers in Ledeberg, de Dampoort, de Watersportbaan, Muide-Meulestede, de Brugse Poort, het Rabot en Nieuw-Gent aan thema’s zoals wonen, arbeid en maatschappelijke dienstverlening. We ondersteunen en versterken kwetsbare groepen zodat zij zelf mee oplossingen kunnen zoeken voor problemen die in hun omgeving. Samen met deze kwetsbare groepen sporen we het beleid aan tot duurzame en structurele oplossingen voor sociale achterstelling, armoede en uitsluiting. Samen met de bewoners waarmee we werken, bouwen we aan een samenleving die solidair, democratisch en intercultureel is. Indien je Samenlevingsopbouw Gent vzw wil steunen in de uitvoering van haar verschillende projecten kan je een gift storten op rekeningnummer BE86 0011 6719 635.
15
COLUMN
DANNY
‘Ik heb mijn gebit niet in vandaag,’ zegt hij, ‘maar rabarber eet ik zo’. Hij trekt de harde vliezen van de stengel en werkt het zaakje krakend naar binnen. Danny moet nog veertig worden, maar hij weet al lang dat het leven is aan degenen die oplossingen bedenken voor obstakels die zich aandienen. Ik ben een dag gaan meelopen op De Site, een project aan het Gentse Rabot, één van de armste wijken in ons land. Aanleiding zijn de berichten over het armoedebeleid van Liesbet Homans. Omdat zelf gaan kijken soms helpt om te kijken of het klopt, wat je intuïtief meent aan te voelen: dat bijvoorbeeld één euro-maaltijden wellicht niet de zinvolste besteding is van de beperkte budgetten. Hier schuiven mensen niet aan voor een goedkoop bord eten, hier hebben ze zelf van een braakliggend stuk grond een plek gemaakt waar biogroenten worden geteeld en dieren gehouden. Wie komt, doet dat vrijwillig, kiest het werk dat hij of zij graag doet. Kinderen krijgen voetbaltraining van één van de buurtbewoners. In ruil voor hun werk krijgen ze torekes, een betaalmunt die ze in de wijk kunnen gebruiken, bijvoorbeeld in de sociale kruidenier die verkoopt en bereidt wat zij verbouwen, of om tramtickets te kopen, of om hier zelf een tuintje te huren.
Griet Op de Beeck
vrijlating ‘geen drugs’, zouden zijn, heeft hij gezegd: ‘daar ga ik mij niet aan kunnen houden.’ Nu rookt hij alleen nog cannabis, en ook omdat hij zich zo voor De Site engageert, kwam hij toch vrij. Danny is een ontroerend soort eerlijk dat ik nog maar zelden zag, ook als hij daarmee zijn eigen ruiten inslaat. Terwijl we samen hout versleuren, vertelt hij dat het een opluchting zou zijn als hij straks onder een bus zou lopen. Hij peilt mijn reactie. Ik antwoord dat ik dat erg zou vinden. ‘Ja,’ zegt hij, ‘ik begrijp dat dat voor u erg lijkt, de dood.’ Dan graaft hij verder, deze boomlange kerel, die werk verricht in veel hoger tempo dan de gemiddelde tuinder in loondienst zou doen. De kans bestaat dat hij hier op termijn betaald in dienst kan komen. Dat zou hij geweldig vinden. Hier kan hij iets betekenen voor anderen. Hij heeft al veel volk meegebracht. Soms helpt het hen uit de miserie, soms niet, maar een mens kan maar proberen. Hier is hij vrij, hier kan hij zijn gedachten wegsmijten, zegt hij, en dat helpt. Danny zou het zelf zo niet noemen, denk ik, maar ik voel de trots op de kleine bergen die hij hier verzet. Ook al hebben ze hem lang geleden proberen af te leren om trots op zichzelf te zijn.
Danny kennen ze hier allemaal, op De Site, en hij ontfermt zich over iedereen. De wat oudere Turkse vrouwen noemt hij meiske. De coördinator roept hij door plagerig ‘hee janet’ te brullen. Het jongetje van tien dat zo zijn best doet om Nederlands te spreken, maakt hij gelukkig door zijn kleine vergoeding aan hem te geven. Dat hij zelf van 850 euro per maand moet leven, lijkt hij even te willen vergeten. En mij trekt Danny galant mee de composthoop op. We halen er met onze blote handen alle nietverteerbare rotzooi uit. Danny snijdt zich aan glasscherven, een jaap in zijn duim. Hij haalt zijn schouders op en wroet verder. ‘Ik voel niks meer,’ zegt hij. Hard geworden, omdat dat moest. ‘Liefde, weet gij wat dat is?’ Hij kijkt mij aan. ‘Ik niet. Zelfs mijn eigen kinderen zie ik niet graag.’ Een kwartier later toont hij mij de op zijn borst getatoeëerde namen van zijn zonen, vertelt dat zijn jongste gestorven is, en dat hij degene die zijn twee oudsten iets aan zou doen, om zeep zou kunnen helpen. Bij Danny héten de dingen alleen maar anders, moet ik denken.
We denken dat we weten wat armoede is. We weten niks. Behalve dan misschien dat levens niet beter worden van een occasionele maaltijd voor één euro. Armen hebben nood aan projecten die hen teruggeven wat ze zijn kwijtgeraakt: eigenwaarde, sociaal contact, zichzelf mogen zijn en daar niet op worden afgewezen. Alle mensen verdienen een eerlijke kans. Eentje die ze vaak niet krijgen. Dat heeft ook te maken met de beperkte middelen voor armoedebestrijding, én hoe de overheid die aanwendt. In ontwikkelingssamenwerking geldt de wet al jaren: geef geen vis, leer mensen vissen. Laten we toch alstublieft in eigen land die klok niet terugdraaien.
Tweeënhalf was hij toen ze hem weghaalden bij zijn ouders. Als kind zwaar ziek geweest, nog altijd 33 procent invalide als gevolg, misbruikt door een opvoeder, op zijn achttiende op straat beland, zonder geld. Danny heeft zijn plan leren trekken. En veel drugs gebruikt. Toen de rechter onlangs te kennen gaf dat de voorwaarden voor zijn vervroegde
16