Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie Rien Hordijk
Utrecht 14 september 2008
Om te beginnen: The Big Mind, Zen ontmoet Voice Dialogue Voice Dialogue en Boeddhistische meditatie zijn bij mij de laatste acht jaar redelijk gelijktijdig in m’n leven gekomen. Voice Dialogue en Boeddhistische meditatie zijn voor mij verbonden met het NoordHollandse duingebied. Daar ging ik met Alexander naar de retraites van de Vrienden van de Westerse Boeddhisten Orde in Schoorl en later naar de Intensive en opleiding Voice Dialogue bij Robert en Maria. Persoonlijk verschoof de balans in deze tijd van rationeel, politiek en maatschappij kritisch naar verbinding, betrokkenheid en maatschappelijk verantwoord. Het geëngageerd Boeddhisme van Thich Nath Hahn (maar ook mensen als de Dalai Lama, David Brazier en Jon Kabat-Zinn) is voor mij de basis voor mijn persoonlijk en maatschappelijk leven, zonder dat ik mezelf nu Boeddhist noem. Voice Dialogue is steeds meer de manier geworden waarmee ik mijn werk als loopbaancoach doe, zowel formeel via sessies, als informeel, als manier van kijken en begeleiden. Daarnaast ben ik de afgelopen twee jaar begonnen met het geven van Mindfulness trainingen, waarvoor ik dit jaar de opleiding Mindfulness trainer (bij het Instituut voor Mindfulness) afrond. Zo zijn beide richtingen nu een belangrijke basis voor mijn werk (en leven) geworden. Ik volg daarom met meer dan gemiddelde belangstelling de discussies en praktijk waarbij beiden met elkaar in verband worden gebracht, bij de Big Mind/Big Heart aanpak van Dennis Genpo Merzel. Waarbij mijn rationeel kritische kant wel direct moet opmerken dat het Zen Boeddhisme van Genpo (Roshi) niet echt mijn “weg” is, en de manier waarop hij Voice Dialogue gebruikt mij in eerste instantie nogal mechanisch overkomt. Het is zoals Hal en Sidra Stone het in hun introductie bij het boek van Genpo Merzel “Big Mind Big Heart” uitdrukken: “We are honored at his inclusion of some of the basic ideas of the Psychology of Selves and some aspects of the Voice Dialogue method in the development of his own original methodology for accesing the Big Mind energy.” Na een workshop in januari van Genpo Merzel in Amsterdam is mijn belangstelling gegroeid en heb ik het idee dat hij echt iets nieuws toevoegt aan zowel Voice Dialogue als de Mindfulness praktijk en wellicht zelfs de Boeddhistische meditatie. Ondanks mijn scepsis wist hij met zijn aanpak gedurende een dag mij op ervaringsniveau kennis te laten maken met wat hij noemt de Big Mind energie, in een aantal verschillende vormen. Daardoor is er bij mij een deur geopend waarvan ik bij mijn eigen meditaties veel profijt heb. Reden temeer om dit hele veld wat nauwgezetter in kaart te brengen, want wat is nu precies Boeddhistische meditatie en hoe sluiten Mindfulness en de Psychology of Selves/Voice Dialogue daar op aan? Ik heb me wat verder verdiept in de achtergronden, verschillen en overeenkomsten en dat heeft mijzelf (met name mijn rationele zelf) veel opgeleverd. Die kant van mij vind het wel erg prettig als ik begrijp waar ik mee bezig ben, ik hoop dat het stuk leesbaar en interessant is gebleven, mij blijft het erg boeien, maar ik geef toe dat dat soms een erg individueel trekje van mij is. Om hierover dan nog even Immanuel Kant aan het woord te laten, over de vraag: wat is Verlichting? “Verlichting betekent dat de mens treedt uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuld heeft. Onmondigheid is het onvermogen om zijn verstand te gebruiken zonder de leiding van iemand anders. Aan die onmondigheid heeft men zelf schuld, als de oorzaak ervan niet een tekort aan verstand is, maar aan vastberadenheid en moed
om het te gebruiken zonder dat iemand anders de leiding neemt. Sapere aude! Heb de moed je eigen verstand te gebruiken. Dat is bijgevolg het devies van de Verlichting. Luiheid en lafheid zijn de oorzaken waarom zo veel mensen, lang nadat de natuur ze vrijgesproken heeft van vreemde leiding, toch graag levenslang onmondig blijven, en waarom anderen zich zo vlot tot hun woordvoerders kunnen opwerpen. Het is zo gemakkelijk onmondig te zijn!” Mindfulness Mindfulness is de laatste jaren een kernbegrip geworden bij veel vormen van westerse toepassingen van Boeddhistische praktijk. Jon Kabat-Zinn omschrijft Mindfulness als: “the awareness that emerges through paying attention on purpose, in the present moment, and non-judgemental to the unfolding of experience moment by moment”. Dit sluit vrij goed aan bij het Boeddhistische begrip “sati” (de Pali term voor aandacht of bewustheid), waarvoor aparte aandachtsoefeningen (beschreven in de anapanasati-soetra, de soetra over de vier velden van aandacht) zijn ontwikkeld, gericht op bewustheid in het dagelijks leven op basis van de bewustheid van alle handelingen inclusief de anders bijna automatisch verlopende functies als ademen, lopen, staan, eten enz. Als dat bij het lichaam gelukt is, gaat men op dezelfde wijze tewerk bij de gevoelens, het denken en de denkobjecten. Het doel is aanwezig te zijn bij alles wat gebeurt wanneer het gebeurd, door de geest te temmen (het uitdoven van begeerte) die dit belet. Vanuit de cognitieve psychologie wordt Mindfulness omschreven als “a state of being instead of doing”, of “Being aware of what’s happening as it’s happening”. Mindfulness wordt ook wel eens omschreven als bewust zijn van het bewustzijn (Awaresness of the awareness, of Mindful awareness) wat ik een mooie omschrijving vind. Mindfulness omvat meer dan het met aandacht aanwezig zijn, het omvat tevens het bewust zijn van de Mind (geest) en de werkingen van de geest zelf. Dit groter, of omvattender bewustzijn geeft de mogelijkheid niet alleen bewust aanwezig te zijn bij alles wat er om ons heen gebeurt, maar tevens de reacties van de geest, de gevoelens, gedachtes, intenties en emoties die dit oproept en in beweging zet te kunnen zien. Dit groter bewustzijn is permanent aanwezig, maar vaak in een sluimerende vorm. Soms breekt het ineens met alle kracht ons leven in, zoals mooi in het stuk van Jerien Koolbergen (“connecting with the field”, ITP website) is te lezen, wat zij omschrijft als een wide, present awareness, dat een tijdlang aanwezig bleef. Veel mensen hebben dergelijke ervaringen, vaak in hun jeugd (ikzelf had een sterke ervaring toen ik een keer alleen uit de kleuterschool naar huis liep, een ervaring die nog steeds helder en levendig aanwezig is). Ook Siddhatha Gotama (die later de Boeddha werd) had een dergelijke ervaring in zijn jeugd, terwijl hij uitrustte tijdens het werk op het land, wat hem later aanzette om te gaan mediteren (onder de vijgen of bodhi boom) om tot een diepgaand inzicht te komen. Kenmerkend voor dergelijke ervaringen is een helderheid en diep gevoelde aanwezigheid, soms ook gekoppeld aan visuele gewaarwordingen (je ziet jezelf zitten, bent aanwezig bij jezelf). Vanuit de cognitieve psychologie is er een aansluiting op Mindfulness gekomen, wat heeft geleidt tot de Mindfulness Based Cognitive Therapy, waarmee Mindfulness de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doormaakt in de (geestelijke) gezondheidszorg. Hier is sprake van een echte omwenteling (die veel verder gaat dan de East meet West aanpak van de jaren 80/90 van de vorige eeuw) in de wetenschappelijke wereld. In heel korte tijd worden nieuwe (mindfulness based) behandelmethodes ontwikkeld voor een steeds breder scala van gezondheidsproblemen, verslavingszorg, leerproblemen en opvoedingspraktijken. Ook in de psychiatrie vindt het op dit moment ingang.
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
2
Juiste aandacht In het boeddhisme wordt Mindfulness (“sămma-sati”, het ontwikkelen van juiste aandacht) gezien als onderdeel van de Boeddhistische praktijk (het achtvoudige pad, de vierde edele waarheid), net als juiste visie, juiste intentie of besluit, juist spreken, juist handelen, juist levensonderhoud, juiste inspanning en juiste concentratie. De vier edele waarheden zijn: 1. de waarheid van het lijden (dukkha sacca), 2. de waarheid van de begeerte (tanhă) als oorzaak van het lijden, 3. de waarheid van de opheffing van de begeerte als methode ter beëindiging van het leiden (nirodha sacca of nirvana), 4. de waarheid van het achtvoudige pad van de zelfdiscipline (magga sacca). Bij het achtvoudige pad staan de laatste drie (juiste inspanning, juiste aandacht en juiste concentratie) voor meditatie. Mindfulness is niet de meditatie zelf (“samădhi” of juiste concentratie in het Pali), maar eerder een voorwaarde. Meditatie is het gebied waar in de Boeddhistische geschiedenis de meeste veranderingen zijn opgetreden, waardoor het lastig is om te bepalen wat de relatie met Mindfulness en Voice Dialogue precies is. Er zijn honderden scholen en stromingen in het Boeddhisme met ieder een andere interpretatie van methodiek en doel voor de meditatie. Ze zijn voor het gemak onder te verdelen in vier (van elkaar verschillende) hoofdstromingen: het Theravăda Boeddhisme, zoals dat in Sri Lanka, Thailand, Birma, Laos, Cambodja en Indonesië wordt beoefent, waarbij hoofdzakelijk op de oorspronkelijke teksten (Pali canon) wordt teruggegaan. De meditatiepraktijk staat bekend als vipassană-meditatie of inzicht-meditatie. Bij de vipassană-meditatie gaat het om het ontwikkelen van inzicht of wijsheid die leidt tot het ontwaken in het hier en nu. De tweede stroming die ontstaan is, is het Mahăyăna Boeddhisme, waarin de meditatie een transcendente vorm en inhoud heeft. Deze vorm kun je verlichtingsmeditatie noemen. Bij het Mahăyăna Boeddhisme gaat de meditatie om verlichting (niet-zelfheid) via diepe verzinking (trance). De derde vorm die het Boeddisme heeft gekregen is het Tantrayăna Boeddhisme, waarin door een verbinding tussen het Boeddhisme en shamanisme (de Bön-religie) een veel religieuzere versie van het Boeddhisme is ontstaan. Deze vorm vinden we nu vooral terug in Tibet, met een heel eigen stelsel van religieuze gebruiken en meditatiemethoden. In deze traditie zijn de spirituele tantra beoefeningen bekend geworden in het westen. Na de bezetting van Tibet zijn veel Tibetaanse leraren uit Tibet gevlucht en in het westen verder gegaan, waardoor deze traditie hier bekend is geworden (bijvoorbeeld via Shambhala). De vierde vorm heeft zich vanuit de Mahăyăna traditie in China en Japan verder ontwikkeld, waar het een verbinding is aangegaan met het Taoïsme, wat heeft geleid tot het ch’an (Chinees), zen (Japans) of thien (Vietnamee) Boeddhisme. Hierin wordt dezelfde verlichting nagestreefd (niet-zelfheid), maar nu via directe waarneming in meditatie. Via Zazen (zitmeditatie) wordt de geest vrijgemaakt voor de verlichting, door het overstijgen van het ego en de terugkeer naar de Boeddhanatuur (de essentiële identiteit van al het zijnde). Ondanks al deze (vaak fundamentele) verschillen heeft het Boeddhisme ook een sterke gemeenschappelijke basis. De Boeddhistische scholen zien elkaar vaak meer als aanvulling dan als concurrerende visie. Zo kunnen monniken van verschillende scholen toch in één klooster samenleven en hun eigen praktijk behouden. Er wordt vooral gekeken naar de sterke aanvullende kanten van de andere stromingen, zoals de ver-ontwikkelde vorm van mededogen meditatie in het Tibetaans Boeddhisme een voorbeeld is voor andere stromingen, terwijl die weer naar de schoonheid van de eenvoud van de thee rituelen in de Zen traditie kijken. De Vietnamese Zenmeester Thich Nath Hahn heeft (in ballingschap) een belangrijke bijdrage geleverd aan de herontdekking (in het westen) van de oorspronkelijke aandachtsoefeningen uit de Pali canon, die een belangrijke verbinding tussen het Boeddhisme en Mindfulness zijn. De Dalai Lama heeft met zijn aanhoudende inzet en ondersteuning (zoals via het Mind and Life Institute) een belangrijke basis gelegd voor de
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
3
uitwisseling tussen Boeddhistische beoefenaars en westerse wetenschappers, waarbij hij aan een (niet-religieuze) wereld Dharma (Boeddhistische leer) werkt. Meditatie en Voice Dialogue Voor een verdere discussie over Boeddhistische meditatie en Voice Dialogue beperk ik me hier tot de Vipassană-meditatie en de Zen-meditatie, aangezien ik zelf ervaring met Vipassană-meditatie heb en Big Mind/Big Heart uit de zen traditie voortkomt. Bij de Vipassană-meditatie staat het ontwikkelen van opmerkzaamheid centraal en daarbij leer je op een directe en ongekleurde manier ervaringen in jezelf te observeren. Door middel van de meditatie kun je je bewust worden van (in het dagelijks leven vaak onbewuste of slechts oppervlakkig bewuste) mentale en fysieke verschijnselen in jezelf. Hiermee ben je geleidelijk aan in staat je “gewoonte-energieën” te herkennen en je er los van te maken. In dit proces leer je geluiden als geluiden waar te nemen, gedachten als gedachten, gevoelens als gevoelens, zonder ergens aan vast te houden of in mee te gaan. Je ontwikkelt daarmee inzicht en een instelling van equanimity (gelijkmoedigheid) die de basis is voor mededogen en ontwaken in het hier en nu. Deze meditatie heeft veel raakvlakken met Voice Dialogue. Door Voice Dialogue sessies zijn de gewoonte energieën op te sporen en herkenbaar te maken (ook Vipassană werkt veel met labelen: een gevoel of energie herkennen kan gebeuren door bij een onrustig gevoel te beseffen: dit is mijn gedreven kant of mijn prestatie zelf), waardoor je die energie dieper kunt observeren: wat gebeurt ermee, welke gedachtes horen erbij, waardoor wordt hij geactiveerd enz. Hiermee kan er een wisselwerking ontstaan met Voice Dialogue sessies waarin je die energie verder verkend waardoor er weer nieuwe labels of aanknopingspunten ontstaan voor verder onderzoek in meditatie. De relatie tussen Voice Dialogue en Zen meditatie is wat lastiger. Zen meditatie is gericht op het ontwikkelen van inzicht als weg naar verlichting, maar dan vooral in het inzicht in de zelfloosheid van alle dingen en daarin is het ego een belangrijke sta in de weg. Ook bij Zen heeft het hier-en-nu een belangrijke plaats, alleen nu vooral om te zien dat het hier-en-nu leeg is en basis voor een verlichtingservaring. Alleen door verder te zoeken naar de energieën die verlichting mogelijk maken is er een brug tussen beiden ontstaan: via Voice Dialogue kunnen de transcendente energieën direct aangesproken worden, waardoor er in de Zen meditatie niet eerst het ego als obstakel hoeft te worden uitgeschakeld voor een transcendente of verlichtingservaring. Bij de Big Mind/Big Heart aanpak van Genpo Merzel worden er steeds meer vraagtekens bij de uitschakeling van het ego geplaatst. In zijn laatste sessies, zoals die in januari in Amsterdam wordt het ego een steeds belangrijker bondgenoot en ingang om de transcendente energieën te kunnen aanspreken. Hoe dit zich verhoudt tot de zen leringen weet ik niet precies, daarvoor weet ik te weinig van de finesses van Zen, die veel werkt met allerlei schijnbare tegenstellingen. Wat wel een duidelijke ontwikkeling is, is dat Big Mind/Big Heart niet meer als doel van het proces worden gezien (hij geeft aan dat hij veel te lang zelf hierin vastgezeten heeft), maar het ordinary self, wat na het proces van Big Mind/ Big Heart een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Daarmee komt hij weer dicht in de buurt van het Aware ego van de Voice Dialogue (althans voor mijn gevoel). De manier waarop bij het Big Mind/Big Heart de verschillende zelven aangesproken worden verschilt van de Voice Dialogue methodiek. Genpo is veel directiever daarin, hij benoemt de verschillende zelven die hij wil spreken en vraagt vervolgens de aanwezigen of ze willen verschuiven en vanuit dat zelf willen antwoorden. Dat kan een primair zelf als de controleur of de beschermer zijn maar daarna ook meer verdrongen zelven zoals het beschadigde zelf en het verkrampte zelf. Na een aantal van dergelijke zelven aan het woord gelaten te hebben, komen ook de transpersoonlijke zelven aan bod. Een belangrijk element in deze methodiek is de toestemming van het ego om met de diverse zelven te spreken. Genpo
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
4
gebruikt dit heel bewust. De volgende stap die hij neemt is het ervaren van de verschillende zelven, waarmee er een verschuiving ontstaat, er komt ruimte tussen de persoon en de verschillende gevoelde zelven. Deze ruimte (gewaarzijn of awareness wordt het in Voice Dialogue genoemd) maakt de toegang tot de transpersoonlijke zelven mogelijk. In die zin sluit het nog steeds aan bij de basis van Voice Dialogue. Heel mooi is bijvoorbeeld in dit verband het verhaal van Sidra, waarin ze een van de eerste sessies met Hal beschrijft: “Hal asked me to move over and to become the vulnerability. I knew it was the right thing to do. I trusted him. I trusted him so deeply that I moved from the couch where I’d been sitting, sat down on the floor and put my head down on the coffee table. In total silence, I allowed myself to move into my vulnerability, I literally became someone else. I became a very small child who experienced the world in a new way.(…) This was totally foreign to me; I was accustomed to experiencing the world in a rational, sensible and controlled way.I felt that I had finally entered Herman Hesse’s Magic Theater!” Hierin komen de basis kenmerken van de Voice Dialogue methode heel direct naar voren: er moet een toestemming zijn van het ego om te verschuiven, die pas ontstaat al er een werkelijk vertrouwen is in de facilitator en de gevraagde verschuiving. Zo zal er bij een verschuiving naar een meer primaire zelf minder vertrouwen nodig zijn en werk je als het ware eerst aan het opbouwen van een vertrouwensband door de primaire kanten aan het woord te laten en te laten ontspannen. Ik denk dat er pas bij een verschuiving naar een verdrongen zelf een voor de persoon waarneembare ruimte door de verschuiving ontstaat die toegang geeft tot het gewaarzijn. De intensiteit en diepte waarmee dit gebeurt zal denk ik afhangen van de volledigheid van de verschuiving. Ik denk dat Genpo met zijn methode van het direct aanspreken van de transpersoonlijke zelven erg dicht aansluit bij Voice Dialogue, Voice Dialogue kan zich verder ontwikkelen met de deur die hij geopend heeft. Het ego en de vele zelven, “Voice Dialogue” en “the Psychology of Selves” Voor een overzicht van Voice Dialogue verwijs ik graag naar het stuk van Hal en Sidra (op de website van ITP): “The basic elements of Voice Dialogue, Relationship and the Psychology of Selves”. Hierin beschrijven ze Voice Dialogue als methode van het ontdekken en verkennen van de verschillende zelven en de Psychology of Selves als bewustzijnsmodel waarin een Aware Ego ontstaat als proces van “holding the opposites”. Zoals Hal en Sidra het verwoorden: “Deliberately activating a self or energy system is a very exciting use of the Psychology of Selves. But we do not see this as Voice Dialogue. For us, Voice Dialogue – in addition to the direct work with selves – includes an experience of opposites and an Aware Ego process.” Ik vind voor het begrijpen van het Voice Dialogue model de metafoor van de bus (de metafoor komt dacht ik van Robert Assagioli, de vader van de Psychosynthese) erg inzichtelijk. Je kunt de persoon zien als een bus, die zijn weg door het leven gaat (geen lijnbus deze keer, de route staat helaas niet vast, wel het eindpunt). In de bus is de chauffeur (het ego) druk bezig met het vinden en volgen van de weg. In de bus zitten heel wat passagiers, de verschillende zelven. Naast de chauffeur staat de stoel van de bijrijder, waar telkens een ander zelf plaats neemt, om de chauffeur/het ego de weg te wijzen. Afhankelijk van waar de bus zich bevindt, zit er een ander zelf in die stoel, soms is het de protector, dan weer de ouder, het recalcitrante kind, de arrogante kant etc. De andere passagiers bemoeien zich echter net zo goed met de route en wat de chauffeur volgens hen vooral wel of niet moet doen, erg rustig is het niet. Achter de chauffeur zit nog de controleur (in Voice Dialogue termen the inner critic), die houdt in de gaten of alles wel goed gaat in de bus. De chauffeur ziet hem niet, want hij zit direct achter hem, maar hij is wel permanent aanwezig en geeft vaak aanwijzingen. De chauffeur heeft sterk de indruk dat hij op moet
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
5
schieten, anders bereikt hij zijn doel niet, maar heeft eigenlijk geen idee wat dat doel is. Hij weet wel dat stoppen riskant is, dan kunnen er nieuwe passagiers instappen en hij heeft al last genoeg met een behoorlijk aantal dat zich al in de bus bevind zonder dat hij ze precies kan zien. Als hij rijdt heeft hij alle aandacht voor de weg en de omgeving nodig, ook omdat hij niet weet welke weg hij eigenlijk moet nemen. Het lastige van deze bus is ook dat het een paar gebreken herbergt. In de binnenspiegel ziet hij alleen de passagiers in de rechterrij (de primary selves), en dan alleen nog maar de voorste rijen daarvan, daarachter wordt het steeds donkerder. De linker rij (met de disowned selves), recht achter hem is niet zichtbaar, maar daar zitten ook passagiers en zeker niet de vriendelijkste. Af en toe komt er één naar voren en begint behoorlijk op de zenuwen van de chauffeur te werken. Helemaal achter in de bus zit een groep passagiers (de archetypes) waar de chauffeur het liefst niet aan denkt, hij hoopt dat ze zich maar koest houden, als die zich er mee gaan bemoeien kan het wel eens helemaal fout aflopen. Al met al een redelijke beschrijving zoals we ons in onze reis door het leven vaak voelen. We weten niet waar het heen moet, een routeplanner heeft dan ook weinig zin, en de neiging bestaat om dan vooral maar door te gaan, zolang we rijden moeten we toch ooit eens ergens komen. Voice Dialogue kan dan helpen om de blik van buiten eens naar binnen te richten, om zo meer over dat doel te weten te komen. Tenslotte zijn het de passagiers die ergens heen moeten, niet de bus. Als de chauffeur wat meer voor de passagiers kan gaan zorgen kan het onderlinge gekrakeel ook wat afnemen. Vooral de passagiers in de rechterrij hebben het aan de stok zo lijkt het met hun buren in de linker rij. Door rustiger te rijden kan de chauffeur wel eens wat beter in de binnenspiegel gaan kijken en andere passagiers naar voren vragen, zodat hij ze eens kan spreken. Als hij wat gewend is aan het donker kan hij meer passagiers zien. Via de passagiers in de rechterrij kan hij meer te weten komen over de buren die er in de linkerrij naast zitten, zodat hij zelfs die eens naar voren kan vragen en leren kennen. Hoe beter de chauffeur zijn passagiers leert kennen, hoe beter hij de weg kan kiezen die voor zijn bus belangrijk is. Meditatie kan op een andere manier behulpzaam zijn. Meditatie is eigenlijk het stoppen van de bus en niet ingrijpen, dan kan de chauffeur zien dat hij eigenlijk al is waar hij heen wil: de reis is het doel. Dat is lastig, zowel chauffeur als passagiers kunnen erg ontregeld raken, het vergt dus wat oefening. Als de chauffeur elke dag de bus eens stil zet, kan iedereen er aan wennen en kan het besef doordringen dat de plek waar de bus nu is ook de plek is waar de bus moet zijn. Daarmee ontstaat dan tevens de mogelijkheid om te zien dat de bus eigenlijk een dubbeldeks bus is. Op de bovenverdieping zitten ook nog een hele reeks passagiers, de transcendente zelven. Op de voorste rij boven zitten het grote bewustzijn (Mindful awareness of choiceless awareness) en het grote mededogen (unconditional love) (Big Mind en Big Heart), met daarachter wijsheid, helder inzicht en nog zo wat passagiers. Ook op deze bovenverdieping zitten ze in een rechter en linker rij. Bij mij zit het grote bewustzijn aan de rechterkant en is wat makkelijker bereikbaar dan het grote mededogen op de linkerrij. Hierin speelt wellicht de tegenstelling onpersoonlijke energie – persoonlijke energie een rol (bij mij is de onpersoonlijke energie sterker). Met Voice Dialogue kunnen deze transcendente passagiers gesproken worden en kan er een uitwisseling ontstaan, waardoor ze onderweg hun rol kunnen gaan spelen. Voor de meditatie kunnen de transcendente passagiers voor begrip in de bus zorgen, doordat de chauffeur/het ego niet alleen de verschillende passagiers van de beneden verdieping kan observeren, maar dat kan doen vanuit een houding van begrip en waardering, waardoor hij minder afhankelijk is van de rust die de passagiers zelf in acht nemen.
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
6
Voor dit proces van stilzetten en inzicht ontwikkeling is een apart zelf verantwoordelijk, het spirituele zelf of het zelfontwikkeling zelf. Het is vaak op een bepaald moment in ons leven de bus ingestapt en is zich op verschillende momenten met de reis gaan bemoeien. Het is het zelf dat je er waarschijnlijk heeft toe aangezet om dit artikel te gaan lezen, om eens wat vaker te gaan mediteren en een Voice Dialogue of persoonlijke groei intensive te gaan volgen. Als dit spirituele zelf de bus niet ingestapt zou zijn zouden we ons hier helemaal niet mee bezig gehouden hebben. In het Boeddhisme zien we dit zelf terug bij de eerste twee onderdelen van het achtvoudige pad: een juist inzicht (sămma-ditthi) en juiste intentie (sămma-sankappa). Beide zijn nodig om het pad van zelfinzicht en ontwikkeling te kunnen betreden. Het is echter niet het inzicht zelf. Het spirituele zelf is wel noodzakelijk om de stap te zetten, maar kan tegelijkertijd als bijrijder voor de nodige onrust zorgen. Er is altijd wel een nieuwe ontwikkeling die doorgemaakt moet worden, een ervaring die verdiept kan worden, een spirituele aanpak die nog meer oplevert, een retraite of intensive die voor een nieuwe doorbraak kan zorgen, een boek waar we nog veel van kunnen leren. Het spirituele zelf kan zich zelfs gaan ontwikkelen in een spirituele drammer die bij alles wat we doen commentaar gaat leveren, zodat ook als de controller, beschermer of ander zelf weer in de bijrijderstoel zitten hij of zij nog flink aan het woord blijft. Het spirituele zelf is het enige zelf dat de rol van de bestuurder (het ego) begint aan te vechten. Het bemoeit zich niet alleen met de weg en heeft flink wat op te merken over het ego (daar doet de inner critic niet voor onder), maar begint soms het ego (de bestuurder) zelf te zien als belangrijk obstakel voor groei of verlichting. Zoals elk zelf zit er naast het spirituele zelf een tegenpool, die naarmate het spirituele zelf belangrijker wordt (en dus meer naar voren in de bus komt zitten) steeds onzichtbaarder wordt, meer disowned wordt. Het kan het gewone, alledaagse zelf zijn, het zelf dat tevreden is met wat er is en daar vooral niet al te ingewikkeld over wil doen. Het ego zal ook met deze twee polaire zelven moeten kunnen werken, beiden zijn nodig. Ik denk dat het weer terughalen van het alledaagse zelf een goede ingang biedt om de meer transpersoonlijke energieën te leren kennen. Zowel in Zen traditie als in de christelijke meditatiepraktijk komt deze houding van het ontwikkelen van nederigheid sterk naar voren.
Het ego, het niet-zelf en de (non) dualiteit Er blijft nog wel een gebied waar Voice Dialogue en het Boeddhisme een verschillende positie innemen. Dit betreft de manier waarop het ego wordt gezien en dualiteit wordt ervaren. Bij Voice Dialogue is het ego het voertuig voor ontwikkeling als Aware Ego en dualiteit de bron van groei (holding the opposites). Bij veel Boeddhistische leringen ligt dat anders, het ego is eerder obstakel en dualiteit moet overwonnen worden of is in essentie niet aanwezig. Zeker bij verschillende vormen van Boeddhistische praktijk zoals Zen of het Mahăyăna (het grote voertuig) Boeddhisme, of niet Boeddhistische benaderingen die gebaseerd zijn op de Advaita Vedanta (een zeer oude Indiase wijsheid, in de tijd van de Boeddha bekend onder de stroming van de Upanisads, nu ondermeer in het westen bekend via Sri Shantânanda Saraswati en Wolter Keers, maar ook A.H. Almaas, met de Diamantbenadering), kunnen het ego een ‘hard time’ kunnen bezorgen. De tweede lering van de Boeddha, die bekend is geworden als “Vorm is leegte”, of de hartsoetra (in de Zen traditie: het hart van de leer van de Boeddha), is de basis voor deze gedachte ontwikkeling. Hij hield deze lezing al enige dagen na zijn eerste toespraak (over de vier edele waarheden). Hierin stelt hij dat al het leven zonder ziel (attā, of ātman) is, waarbij de ziel eeuwig, goddelijk of essentieel is. Hij verklaart de empirische persoonlijkheid uit vijf groepen (khanda’s), namelijk het lichaam, de lichamelijke gewaarwordingen, de
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
7
waarnemingen, de hierdoor gewekte mentale impulsen (werkingen van de geest) en het bewustzijn. In deze vijf groepen bestaat weliswaar een ‘zieleleven’ (de persoonlijkheid of psyche), maar geen ziel in de zin van een blijvende entiteit. In deze zin zet hij zich nadrukkelijk af tegen de in zijn tijd populaire gedachten van zowel de heersende Godsdienstige stroming, het Brahmanisme, met een Goddelijke aanwezigheid buiten de mens, als ook tegen de dissidente onderstroming van de Upanisads, die terug grijpen op de oude lering (de Advaita Vedanta), waarin de geest (ātman) de kern van de persoon is en onderdeel van het (Goddelijke) geheel. Hij plaatst zich hiermee radicaal in een positie, die zo sterk verschilde van alles wat er voor en na hem op dit gebied is ontwikkeld, dat het meer dan tweeduizend jaar heeft geduurd voor diezelfde ideeën opnieuw naar voren konden komen, toen in het werk van Darwin en Nietszche (“God is dood”). Hij werkt dit gedachtegoed verder uit in zijn leer (de Dhamma), waarin hij de loochening van de ziel aan de ogenschijnlijk daarmee strijdige voorstelling van de wedergeboorte koppelt. Hij beschreef het leven als een keten van voorwaardelijke gebeurtenissen, waarin goede intenties betere levensvormen veroorzaken en slechte intenties een lagere bestaansvorm, zonder dat er een noodzakelijke drager voor de doorgifte aanwezig is. Het aardige is dat de historische Boeddha zich hiermee in een traditie plaatst die vele eeuwen later als ‘verlichting’ bekend is geworden, een begrip dat in het Boeddhisme zelf een heel andere betekenis heeft gekregen. Maar net zoals in het westen de Griekse wijsheid door de het christelijke geloof werd afgelost, hielden ook in de Boeddhistische traditie zijn radicale uitgangspunten geen stand. In de eerste eeuw voor Christus ontstond het Mahăyăna Boeddhisme, waarin de leer op een groot aantal punten werd herzien. Het wordt in de Boeddhistische traditie dan ook de tweede omwenteling van het wiel (van de Dharma) genoemd. De metafysica doet opnieuw zijn intrede, niet als transcendente waarheid, maar als immanente aanwezigheid: in alles is het absolute te herkennen, met name in hun leegte. Het belangrijkste kenmerk van dit absolute is de non-dualiteit. Hiermee wordt de tweede lering van de Boeddha (vorm is leegte) volledig omgedraaid: Waar bij de historische Boeddha de leegte de nietaanwezigheid van een bepalende ziel inhoud, wordt het hier juist de kern van de ziel, want in de leegte verdwijnt de dualiteit en daarin toont zich de essentie van het levende. Nog weer een stap verder wordt gezet door het Tantrayăna Boeddhisme, (de derde omwenteling van het wiel), waarin de wereld slechts voorstelling (‘geest’) (cittamātra) is, en dus met behulp van een geschikte manipulatie van de eigen voorstelling dingen geschapen en opgeheven kunnen worden. Deze traditie is dan ook rijk in het gebruik van allerlei visualisaties, mantra’s en rituelen. Hiermee kan de mens zich zijn leegte= Boeddhanatuur bewust worden en eigen maken. Het Zen Boeddhisme zet zich (in de vierde omwenteling van het wiel) weer scherp af tegen deze boven-natuurlijke vorm van leringen, maar neemt wel de essentiële boodschap van de leegte= Boeddhanatuur over. In de Zen traditie komt de nadruk weer sterk te liggen op de eenvoud, het directe contact met het hier en nu, maar daarbij wordt het ego vooral gezien als het belangrijkste obstakel. Het ego wordt dan gezien als zowel veroorzaker als gevolg van het ontstaan van dualiteit, waar het leven zelf in essentie non-dualistisch is. In Zen heet deze realisatie van iemands ware natuur, of ultieme realiteit: kensho of satori. Hierin is ook de andere basis voor de Zentraditie, het Taoïsme van belang, met zijn nadruk op het doorwerken van de essentie, de weg, in al het leven. In veel Westerse vormen van Boeddhistische praktijk, vanuit de verschillende stromingen als Zen en Tantrayăna wordt een nieuwe brug geslagen naar de westerse Psychologie, met als centrale thema dat je wel een gezond of sterk ego moet hebben om dit ego zichzelf te kunnen laten opheffen (iets wat in de Oosterse Boeddhistische psychologie nauwelijks een thema is, de Dalai Lama was bijvoorbeeld uiterst verbaasd toen hij merkte dat mensen in het
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
8
Westen een laag zelfbeeld kunnen hebben en daar therapie voor nodig is om dit op te heffen). De westerse psychologie heeft in al zijn vormen een sterke traditie opgebouwd rond het thema gezond en ongezond ego of zelf, met name in de humanistische, Freudiaanse en Jungiaanse tradities. In de westerse psychiatrie is dit zelfs gedichotomiseerd in psychiatrische ziektebeelden (de DSM IV). Je vind deze bruggedachte tussen Oost en West terug bij Genpo Merzel, als hij beschrijft hoe hij in contact is gekomen met Voice Dialogue. “In 1983 we were in crisis at the Zen Center of Los Angelos, and there was a feeling that we needed to do some therapeutic work in order to get through all the turmoil and stress. We invited Hal en Sidra Stone to the Zen Center to work with all of us. (…) What I love about Voice Dialogue is that it makes Zen training truly healthy and grounded. At ZCLA we had a lot of people who had had some kind of awakening, (..) but we were still basically screwed up. Spiritual practice itself doesn’t always scratch the itch. In fact we can sit in meditation for twenty, thirty, forty years, and just sit on our stuff.” Bij Genpo is dit de eerste stap in het gebruik van Voice Dialogue bij Zen training of meditatie. De tweede stap is wat hij noemt “passing through the gateless gate”, (geheel in lijn met de Zen traditie om leringen in paradoxen onder te brengen; wat je niet kunt begrijpen, zal wel waar zijn is kennelijk de gedachte) waarbij het gezonde, maar beperkte zelf wordt overstegen door toegang te krijgen tot de Big Mind (of: universal consciousness, No-Self of No-Mind), van waaruit we zien dat het zelf leeg is, het is slechts een concept of een idee, in de werkelijkheid is er geen zelf, het is slechts een illusie die geschapen wordt door de Big Mind. Hij voegt er dan wel weer aan toe dat het een illusie is die we nodig hebben om door te kunnen blijven gaan. Ook de westerse wetenschap, zoals in neurobiologisch onderzoek, gaat ervan uit dat het ego/zelf een constructie is die het bewustzijn vormt om te overleven in complexere sociale verbanden. Alleen het grote verschil is, dat het ego hier gedefinieerd wordt als dat deel van het bewustzijn dat zichzelf kan kennen (awareness of the awareness of mindful awareness), waarmee het feitelijk het universele bewustzijn insluit. Dit uitgangspunt wordt de laatste jaren verder onderzocht in contemplatieve neuroscience en neurobiologie en levert veel nieuwe inzichten op, zonder dat daarmee het raadsel van het zelf dat zichzelf kent al is opgelost. Wel biedt het mijn inziens een goede ingang om ons te focussen op het ego als ingang voor transformatie en groei, zonder daarvoor een goddelijke kern nodig te hebben en het ego overboord te doen. Daarmee is er een brug ontstaan van de vroege leringen van de Boeddha naar het Mindfulness onderzoek van nu en Voice Dialogue als transformatie psychologie.
Het ego als ingang voor bewustzijn: van aware ego naar awakend ego In meditatie wordt de staat van ‘geen ego’ een vorm van choiceless awareness genoemd. Het is een staat die in het begin kort en bij veelvuldiger oefening langer kan worden bereikt door de aandacht bewust gericht te houden op het meditatieobject van keuze. Dat kan de adem zijn, waarbij de adem gebruikt wordt om allereerst het bewustzijn te richten, vervolgens het bewustzijn van de adem aanwezig te laten zijn, waarna de aandacht zich kan verbinden met de gewaarwording (de adem in de adem observeren wordt dat genoemd) en er ruimte ontstaat om andere meditatieobjecten in de aandacht toe te laten, zoals het lichaam, gewaarwordingen in het lichaam, gevoelens, geluiden, gedachten en de ruimte die dit alles omvat. Het choiceless awareness is hier zowel resultaat als voorwaarde voor het ontwikkelen van awareness. Ik denk dat Big Mind en choiceless awareness termen voor hetzelfde zijn. In die zin kan het Big Mind proces voor de meditatie van groot nut zijn: als je kunt beginnen met het inzetten van Big Mind/choiceless awareness kun je de meditatie zelf gebruiken om werkelijk inzicht te ontwikkelen, het choiceless awareness is het (ultieme) middel, niet het doel (als je daar bij meditatie over mag spreken, hier dan maar even als
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
9
model). Het doel is in dit geval het bereiken van (zelf) inzicht, waarmee gehechtheid (aan het ego/zelf) niet meer noodzakelijk is. En dan zijn we terug bij het awareness of the awareness, iets wat het ego in potentie in zich heeft. Recent hersenonderzoek (prachtig beschreven in het boek: The Mindful Brain, van Daniel Siegel) levert het beeld op van een tweetal processen die gelijktijdig werkzaam zijn in de geest: het ene proces bestaat uit de verwerking door het narratieve of biografische zelf van alle prikkels, informatie en gewaarwordingen om te komen tot een gepast antwoord, actie of reactie. De Mind (geest) is hier gedefinieerd als “a process that regulates the flow of energy and information”. Vanuit de Voice Dialogue zou ik hier aan toe willen voegen dat je hier beter kunt spreken van veel verschillende narratieve zelven, waarbij er telkens één aangesproken en op de voorgrond aanwezig is. Dit wordt het top-down bewustzijn genoemd, het deel van onze geest dat we kennen als onze automatische piloot. Het zet onze directe ervaringen om in handelingen op basis van eerder gevormde vooronderstellingen of gewenste uitkomsten. Dit deel van onze geest is gevormd door ons verleden en gericht op onze toekomst. Het stelt ons in staat adequaat te reageren op het bombardement aan prikkels en informatie die elk ogenblik via onze zintuigen binnenkomen. Dit deel van de geest omvat zowel een bewust deel, dat kan plannen, beoordelen, afwegen en besluiten nemen, maar ook een onbewust deel (wat vele maler groter is), waarin alles wat we eerder al hebben geleerd of meegekregen bij geboorte mee vorm geeft aan onze huidige ervaringen. Naast dit top-down bewustzijn kent de geest ook een sturende en zelfregulerende functie, die bottem-up werkt. Het omvat een hele range van cognitieve en emotionele processen die ons in staat stellen een gebalanceerde vorm van zelf-regulatie te ontwikkelen. Dit sturende deel van de geest kun je met het ‘ik of ego’ omschrijven. Dit deel van de geest heeft het vermogen tot een reflectief zelf-bewustzijn. Het omvat een drietal elementen, het is receptief, zelf observerend en reflexief. De receptieve vorm van bewustzijn geeft ons de mogelijkheid om met onze intentie te kiezen om open te staan voor alles wat in de geest opkomt op dit moment. Het is een gerichte vorm van openheid die we met onze intentie kunnen richten op dat wat we uitkiezen. Het zelf-observerend vermogen maakt een actieve verkenning van onze ervaringen mogelijk. De observatie geeft niet alleen een bewuste aanwezigheid bij onszelf, maar ook een directe betrokkenheid op onszelf, met een nieuwsgierige interesse. Het reflexieve vermogen impliceert het vermogen van de geest om zichzelf te kennen, automatisch, moeiteloos, zonder bewuste observatie en niet-conceptueel, zonder woorden of begrippen. Je kunt het reflexieve bewustzijn zien als het meta-bewustzijn dat met het zichzelf kennen ook zichzelf weer insluit. Reflexieve bewustzijn is onze verbinding met ‘het veld’ of het choiceless awareness. Het receptieve vermogen en het zelf-observerende vermogen kunnen we versterken en ontwikkelen met meditatie en Voice Dialogue, het reflexieve vermogen krijgen we er gewoon bij. Hoewel het reflexieve vermogen moeiteloos en automatisch (niet intentioneel) is, is het geen passieve vorm zoals het top-down bewustzijn dat ons uit de ervaring van het hier-en-nu haalt met automatische reacties, het heeft juist de kwaliteit om de aanwezigheid in het hier-en-nu moeiteloos vast te houden en aanwezig te blijven. De receptieve vorm van bewustzijn is het centrale sturende gedeelte van onze geest, het omvat zowel het vermogen waar te nemen als het vermogen te anticiperen op dat wat kan komen. Deze anticipatie wordt vertaalt in een intentie die de handeling stuurt (of stopt). Deze anticipatie en intentie zijn van een heel andere aard als wat er in het top-down bewustzijn gebeurt, daar vindt de afweging plaats op basis van eerder opgeslagen patronen en omgezet in beoordelingen en verwachtingen, waaruit onze wil en gehechtheid voortkomen.
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
10
De intentie en anticipatie van het receptief bewustzijn blijft in het hier-en-nu (wat in tijd gesproken ongeveer 5 tot 8 seconden omvat). Aangezien het receptieve bewustzijn zich kan richten op alles wat er in het veld van bewustzijn opkomt, kan dat ook vrij makkelijk de stroom vanuit het top-down bewustzijn zijn, dat de aandacht opeist. Zeker als die stroom vanuit emoties wordt gestuurd. Emoties kunnen namelijk rechtstreeks in het veld van aandacht verschijnen, die hebben geen conceptualisering nodig, ze leiden wel weer tot allerlei gedachten, die dan emotioneel geladen blijven en daarom lastig te negeren in het veld van bewustzijn. Hier zie je de metafoor van de bus weer terugkomen: de chauffeur (het ego) bestuurd de bus, maar de manier waarop hij dat doet (de weg die hij neemt, harder of zachter gaat rijden) wordt niet alleen door zijn eigen waarneming bepaalt maar vooral door de informatie en de kracht waarmee die informatie door de bijrijders wordt geventileerd. Hoe meer hij zich vereenzelvigd met die bijrijder, des te meer heeft hij het idee dat het de juiste weg is. Deze vereenzelviging is het centrale probleem. Wanneer het ego zich vereenzelvigd met het actieve zelf, verdwijnt de mogelijkheid tot receptie, zelf-observatie en reflexie en wordt vervangen door wilskracht en verlangen. Ook het narratieve zelf kent zelf-observatie, maar dan met name in de vorm van zelf-beoordeling. Het zelf neemt zichzelf de maat om te beoordelen of alles nog goed gaat. De zelf-observatie van het ego is open, niet oordelend, accepterend en liefdevol, het kent geen maat en komt voort uit interesse voor zichzelf. Door meditatie kan het vermogen opgebouwd worden om het receptieve bewustzijn te sterken en te ontwikkelen. Door het bewust richten van de aandacht leert de geest zich minder aan alles vast te klampen wat maar in het veld van aandacht opkomt. Dit doen we door onze aandacht te houden op het meditatieobject, zoals de adem. Wanneer we in staat zijn de adem puur als lichamelijke sensatie te blijven volgen, kan daarna ook de intentie waargenomen worden, na elke inademing volgt een uitademing en als je instaat bent die te blijven observeren, kun je ook de intentie voorafgaand daaraan opmerken. Hiermee oefen je de geest om gericht en open te blijven. Wanneer je dit een tijd volhoud merk je dat de geest zich kan ontspannen. Er ontstaat ruimte om ook andere objecten toe te laten, zoals bewustzijn van het lichaam, lichamelijke gewaarwordingen etc. Dit is dan het punt waarin het reflectief vermogen overgaat in zelf-observatie. Juist hierin kan Voice Dialogue een belangrijke rol spelen. In deze fase is het erg lastig om de zelf-observatie te onderscheiden van de zelf-beoordeling, waarmee de narratieve zelven zich weer een weg banen in ons aandachtsveld. Hoe gemakkelijk is het niet om weg te dromen tijdens de meditatie, onze boodschappenlijstjes nog even door te nemen, een goede inval te krijgen etc. Wanneer we met Voice Dialogue in staat zijn die verschillende zelven te herkennen, kunnen ze eerder opgemerkt worden, waarmee de focus van aandacht bij de zelf-observatie blijft. Er ontstaat als het ware net voldoende afstand tussen het ego en de verschillende zelven om dit op te kunnen merken. Hiermee schept het ego ook de mogelijkheid om zich los te maken van opkomende emoties. Wanneer je kunt constateren dat bijvoorbeeld je kwetsbare kant bang is, is dat een groot verschil met het toelaten van de angst zelf, want daar vereenzelvigd het ego zich snel mee (ik ben bang), terwijl het voor een kwetsbare kant kan leren zorgen. Wanneer dit zelf-observerend vermogen vervolgens ook gekoppeld wordt aan het reflexieve vermogen ontstaat een meta-bewustzijn dat als veld het zelf-bewustzijn kan omvatten, waardoor elke behoefte tot oordeel wegvalt, een ongekende openheid laat ervaren en zich moeiteloos in het hier-en-nu kan blijven. De vraag is vervolgens hoe we deze transpersoonlijke zelven kunnen betrekken in het Voice Dialogue proces. Schematisch gezien beweegt het Voice Dialogue proces zich van de middenpositie (het ego met al de verschillende zelven die op dat moment actief zijn) naar de actuele primaire zelf, apart in een eigen stoel, waarbij als die kant voldoende ontspanning en vertrouwen heeft ook het andere (tegengestelde) verdrongen (of verstoten) zelf aan het woord kan komen en aanwezig kan zijn. Hierna kan er dan ruimte ontstaan voor een derde zelf, een transpersoonlijk zelf, die vanuit een positie van gewaarzijn aangesproken kan
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
11
worden. Vanuit de ervaren verschuiving van primair naar verdrongen naar transcedent kan dan terug gegaan worden naar de middenpositie, waarin het ego zich niet alleen ontwikkeld naar een Aware Ego, maar tevens naar een Awakend Ego, een ego dat in staat is in het hier en nu open, zonder oordeel, accepterend en liefdevol naar zichzelf, alle ervaren signalen die via de zintuigen binnenkomen en de verschillende zelven die actief zijn om vandaar uit de weg te vervolgen. Geraadpleegde literatuur: Mindfulness en bevrijding van depressie
Mark Williams, Teasdale, Segal en Kabat-Zinn
De historische Boeddha
Hans Wolfgang Schumann
Boeddhisme, stichter, scholen en systemen
Hans Wolfgang Schumann
Bevrijdend inzicht
Frits Koster
Leven in aandacht
Thich Nhat Hanh
The Mindful Brain
Daniel J. Siegel
Het Dharmaspel
Maurice Knegtel
Big Mind Big Heart
Dennis Genpo Merzel
The basic elements of voice dialogue, Relationship and the psychology of selves
Hal Stone end Sidra Stone
Voice Dialogue, Mindfulness en Boeddhistische meditatie: Rien Hordijk
12