Vogelreis Havelland en Polen
26 april – 6 mei 2012
donderdag 26 april Om klokslag 6.00 uur zijn Cor, Jan en Karel present in de Jupiterstraat in Asten. Iedereen heeft keurig gezorgd voor een kleine tas bagage en dus is het inladen zo gepiept. We zijn reisvaardig. Karel heeft ons eerste overnachtingsadres ingegeven in de tomtom en zo worden we vanzelf door het Roergebied geloodst. Even voor Hannover is de 1e stop, een lekker kopje koffie of thee en een boterham wil om 8.30 uur wel weer smaken. Vlak na Hannover wordt de 1e rode wouw gesignaleerd en voor de volgende stop is dat aantal al opgelopen tot een 10tal. Voor Brandenburg verlaten we de autobaan en rijden binnendoor naar Garlitz. Daar vinden we een van de twee uitkijktorens over het Havelländisches Luch. En vrijwel meteen zien we grote trappen. Helaas wel erg ver weg, maar toch heel bijzonder. Kraanvogels laten zich horen en even later hebben we ze fraai baltsend in beeld. Een raaf vliegt voorbij en ook een bruine en blauwe kiekendief. Rond half 2 rijden we naar Ferchesar en vinden daar het huis van Liane Zemlin, onze gastvrouw voor de komende dagen. Onze vakantiewoning blijkt zich in Lochow te bevinden op een vakantiepark, een prachtig onderkomen in een erg mooie omgeving. We laten onze bagage achter en vertrekken snel weer, richting Gülper See. Rijdend door het zogenoemde ‘ortolanenlaantje’ aldus Cor wordt het typerende gezang niet gehoord. Maar het weer is uitstekend en de temperatuur aangenaam, dus wie weet besluiten de vogels een dezer dagen dat het tijd wordt hun broedgebied op te zoeken. We stoppen bij een hut om uit te kijken over het meer, maar slechts enkele voor ons alledaagse eenden zwemmen er rond. Wel vermeldingswaard zijn nog een 3tal groenpootruiters. Boven het meer is het interessanter met zwarte en witvleugelsterns. De meest opmerkelijke waarnemingen zijn echter aan de overzijde van het meer, ver weg dus. Een visarend heeft daar een nest gebouwd op een paal en in het gras duikt een zeearend op. We rijden terug naar Stechow waar de auto van Karel vol diesel wordt gegooid en we spreken in het restaurant af dat we om 19.30 uur komen eten. We beginnen bij het Havelländisches Luch nu bij de andere uitkijktoren. In totaal tellen we 5 mannetjes en 4 vrouwtjes grote trap. Soms prachtig baltsende mannen, maar de vrouwtjes hebben er vooralsnog weinig aandacht voor. Ook nu is de afstand eigenlijk te ver om er enigszins redelijke foto’s van te maken. Desondanks een spectaculaire gewaarwording, want de balts van de mannetjes is werkelijk imponerend. Ze leggen de kop op de rug, blazen hun keelzak op en rekken de vleugels naar beneden uit. Het Havelland is de laatste wijkplaats van de Grote Trap in de noord-Duitse laagvlakte. De totale populatie telde in 2005 zo’n 90 exx, heel wat minder dan in 1940 toen er nog 4100 waren. In 1960 was het aantal individuen afgenomen tot 1200, in 1980 tot 560, en omstreeks 1990 waren er nog maar ca. 60. Toen ze nog talrijker waren bereikten vogels uit dit gebied bij strenge vorst ook Nederland, zoals in 1979 (125 exx in januari-maart) en 1985 (26 exx in januari-februari). De Grote Trap is de zwaarste vliegende vogelsoort van Europa (volwassen man 10-18 kg, vrouw 4-5 kg; vergelijk: Kroeskoppelikaan 10-13 kg, Knobbelzwaan 6-14 kg, Monniksgier 7-13 kg, Zeearend 3-7 kg, Ooievaar 3-4 kg. In de zuid-oosthoek van het West Havelland is nu een groot terrein commercieel niet meer zo interessant, maar hier doen de trappen het goed. Gewonde en verzwakte dieren worden opgevangen in een fokstation, waar ook in gevangenschap gelegde eieren worden uitgebroed, waarna de grote jongen worden vrijgelaten. Hierdoor is het aantal de laatste jaren weer licht toegenomen.
Overal verspreid vinden we reeën, een enkele haas en een vos. Om even over 18.00 uur komt een excursiegroep de trap opstommelen en toen zijn wij maar snel vertrokken, opnieuw naar de hut van vanmiddag. Daar blijkt een man grote trap vlakbij te staan, maar hij heeft ons meteen in de gaten en maakt zich zo snel mogelijk uit de voeten. We blijven tot 19.00 uur terwijl de avond langzaam over dit weidse land valt. We rijden naar Stechow voor ons avondmaal en dat smaakt opperbest en nog voor een zacht prijsje ook. Thuisgekomen nog een lekker glaasje gedronken en vroeg naar bed na deze enerverende 1 e dag. We hebben ieder een eigen kamer, wat een luxe in dit Oost-Duitsland. vrijdag 27 april Dit is een geweldige dag in het Duitse Havelland. De erg vroege vogelaars onder ons staan al voor half 6 onder de douche en dan er op uit natuurlijk. In de directe omgeving van ons huis ligt een meer en daar wordt alweer
een visarend aangetroffen, nachtegalen doen volop hun best en ook de zwarte roodstaart is actief. En daarbij is het aangenaam weer, dat belooft wat voor vandaag. Om klokke 8 wordt ons ontbijt binnengebracht, voor extra broodjes rijdt Liane nog een keer op en neer. In een grote tas zitten de lunchpakketten en er zijn ook grote kannen koffie en thee. Het blijkt dat er behalve broodjes voor de lunch schalen met meloen, vruchten, gehaktballetjes en worstjes zijn. Daarbij nog gekookte eitjes, fruit en een flesje fris, kortom overvloedig. We doen vandaag een rondje Gülper See. De start is aan de zuidkant richting Parey. We stoppen bij een hut vlakbij de rivier de Havel, Grützer Bogen. Vrijwel meteen worden roodhalsfuten ontdekt en zomer- en wintertalingen. Ontzettend veel knobbelzwanen en een aantal grote zilverreigers. Een paartje baltsende kraanvogels maakt de meeste indruk op mij. We rijden verder naar de Groβe Grabenniederung in Parey. Meteen laat een grote karekiet zich horen. Het is een klein stukje lopen naar de uitkijktoren. Rondom is de rietzanger actief. En ook de snor laat zich niet onbetuigd. In de toren vliegen boerenzwaluwen af en aan. Vanuit de toren heb je een geweldig uitzicht over het gebied. Soms laten kraanvogels zich horen, een ooievaar vliegt voorbij, maar het meest spectaculair blijft natuurlijk de zeearend. Regelmatig gaat het hele vogelvolk de lucht in als ‘de deur’ besluit een rondje te maken. Rond half 1 doen we ons tegoed aan de lunch van Liane, waarna we via Gülpen opnieuw het ortolanenlaantje met een bezoek vereren, helaas weer zonder resultaat. We rijden via Rhinow naar de noordzijde van het meer waar we kemphanen hopen te vinden. Dat gebeurt inderdaad, maar met veel tegenlicht en op grote afstand. Wel is door de telescoop duidelijk het baltskleed van de mannetjes te zien. Tijdens de wandeling worden we verrast door maar liefst 6 zeearenden die tegelijk boven ons zweven en de bewoners van het visarendnest zijn met tweeën thuis. Dit hele rondje Gülper See is erg de moeite waard, waarbij we het meer zelf overigens nauwelijks een blik gegund hebben.
We besluiten deze dag met opnieuw een bezoek aan de hut in de omgeving van Garlitz voor de balts van de grote trappen en weer worden we op onze wenken bediend. In de prachtige avondzon doen de mannetjes hun stinkende best, helaas voor hen vergeefs, maar voor ons spektakel. Als toegift krijgen we nog een slechtvalk op een paal. We eten vandaag bij de buren van onze gastvrouw in Ferchesar en dat smaakt voortreffelijk. In totaal hebben we in deze anderhalve dag 87 soorten waargenomen in deze streek.
zaterdag 28 april Ook deze dag wordt begonnen met een wandeling. Vlak bij me vliegt geheel onverwacht een kraanvogel op. In de verte klinkt het luide getrompetter en dat blijft indrukwekkend. Helaas blijkt de groep verder weg dan ik aanvankelijk veronderstelde. Ook nu heeft onze gastvrouw uitstekend gezorgd: het dubbele aantal broodjes van gisteren en weer aangevuld met gekookte eitjes, radijsjes bij het beleg, allerhande soorten kaas en yoghurt. En ook voor de lunch is er weer van alles in overvloed, we hebben tenminste de schnitzels maar in de koelkast achtergelaten. Uiteindelijk betalen we € 60,= voor 2 nachten, incl. ontbijt en lunchpakket. Een adres dat is aan te raden voor vogelaars die het Havelland met een bezoek willen vereren, temeer omdat het ook nog eens midden in het gebied gelegen is. Het adres is te vinden op: www.l-zemlin.de Om goed 9.00 uur vertrekken we uit Ferchesar en rijden om half 12 Polen binnen bij Kostrzyn en er wordt meteen getankt en de portemonnee gevuld met Zloty’s uit de muur. We stoppen vervolgens bij de brug over het Czerwony kanaal en eten daar onze broodjes. De plek komt meteen bekend voor na ons bezoek hier in 2009 en het valt op dat het water nu zoveel hoger staat. In de verte staan naar schatting zo’n 400 kraanvogels en 2 zeearenden vliegen over. Overigens is het geweldig weer vandaag, het wordt zelfs warm. We stoppen nog even bij de volgende uitkijktoren. In de verte zien we de uitkijktoren waar het betonpad (betonka) door het Ujscie Warty NP eindigt en we besluiten dit pad vanmiddag te gaan lopen. Ook hier lopen talloze kraanvogels rond, ze broeden ook in deze omgeving. En ook worden enkele wilde zwijnen waargenomen. We gaan nu eerst onze bagage afgeven bij het onderkomen voor de komende 2 nachten, hotel Hubertus in Slonsk:
[email protected]. Het is een beetje praten met handen en voeten, maar de receptioniste begrijpt in ieder geval een klein beetje Engels en dus komt alles in orde. Een kwartier later gaan we op pad. De weg naar Przyoborow is zo gevonden, maar toch is er weinig wat herinnert aan weleer. Het is ondertussen, zeg maar gerust heet buiten (26 à 27˚), gelukkig waait het wel een beetje. Ik rol mijn broekspijpen maar op, want een korte broek zit helaas niet in mijn bagage. Zo gaan we op weg over het betonpad, ook hier blijkt het water erg hoog te staan. Goed voor grote aantallen steltlopers zou je denken, maar tja ze hebben nu ook plaats genoeg om te foerageren dus blijft het toch zoeken. Werkelijk 100den en 100den kemphanen zien we, de ene man nog fraaier uitgedost dan de andere en dat willen ze laten zien ook. Prachtig schouwspel. Een zeearend vliegt over ons heen met een malse vis tussen zijn poten.Verder zijn vermeldenswaard een 20tal geoorde futen en nog een heleboel algemene soorten. Het is rond 16.00 uur als we terug zijn bij de auto, doodmoe mag ik wel zeggen. Maar na even bijtanken, kunnen we er weer tegenaan.
NP Ujscie Warty
We rijden terug naar Slonsk en nemen een weg die ongeveer langs de Warta loopt, langs het gemaal met aangrenzend het B&B van een Nederlands echtpaar. Terwijl Cor filmt, rijden wij verder over het zandpad waar een bonte vliegenvanger wordt ontdekt. Even verderop kijken we uit over de ondergelopen uiterwaarden van de Warta. Ook hier weer kemphanen, bosruiters en een eenzame groenpootruiter. Verder een ontelbaar aantal knobbelzwanen en grote zilverreigers. In het water zwemt een slang, donker tot zwart met een opvallend witte vlek in de nek. Het is half 7, we stoppen ermee voor vandaag. Even een frisse douche en dan een koud biertje op het terras van het aangrenzende restaurant. Daar bestellen we ook onze warme maaltijd, gelukkig is de menukaart tweetalig en het is gewoon erg lekker. Afrekenen doen we op de slotdag hier gewoon in het hotel. We borrelen en buurten nog even na op deze zwoele lenteavond. zondag 29 april We spreken af om om half 8 te ontbijten en ik besluit om vooraf nog een ommetje te maken. Zit er een nachtegaal recht voor mijn neus zijn best te doen en ligt mijn camera op mijn kamer… Ik ben op tijd bij het restaurant en dan blijkt dat mijn reisgenoten zich verslapen hebben, dus gauw mijn camera gehaald maar helaas geen nachtegaal meer… Het ontbijt zelf vormt geen enkel probleem, je kunt kiezen uit roerei of spiegelei met brood en lekkere koffie. Maar ons lunchpakket en volle thermoskannen wordt een heel ander verhaal. De receptioniste wordt er bij gehaald en die begrijpt uiteindelijk onze wensen. Blijken de broodjes op te zijn, dus we vertrekken tenslotte met alleen volle thermoskannen. Maar voor morgen worden de broodjes voor ons gereserveerd, wordt beloofd. We maken vandaag een rondje om het NP Ujscie Warty, daarvoor rijden we in NO-richting langs de Warta. De eerste stop is bij het pompstation, het is opnieuw prachtig weer en de zon zorgt voor een prachtig licht over het gebied. De hele voormiddag blijven we aan deze zijde van de rivier. Honderden kraanvogels landen in het gebied en de zeearend laat zich ook weer bewonderen. Nieuwe soorten zijn hier een reuzenstern en een kluut en dan nog een vogel waarover even onduidelijkheid is, maar uiteindelijk blijkt het toch ‘gewoon’ een bosruiter. Met het veer steken we de Warta over, dat scheelt echt vele kilometers. Maar aan de overzijde wordt toch even bedenkelijk gekeken, we moeten het Massow-kanaal namelijk nog over. De weg staat blank en we hebben geen enkel idee hoe diep het daar is, maar gelukkig gaat het allemaal goed. In Witnica vinden we wat te eten, een broodje doner kebab. We rijden nu in westelijke richting over de snelweg tot Dabraszyn en daar gaan we opnieuw het gebied in. Het blijkt een prachtige streek en enorm rustig, want wij zijn de enige bezoekers. Regelmatig wordt gestopt en we kunnen weer aardige soorten aan onze lijst toevoegen: sprinkhaanzanger en draaihals. Helaas horen we de draaihals alleen maar roepen, de vogel laat zich niet zien. Op diverse plaatsen lopen oude rivierarmen van de Warta. Overal zie je verse beversporen en we vinden zelfs een burcht. Het is trouwens een slechte weg en hopelijk houdt Karel er geen schade aan de auto aan over. We komen uit op een nieuw aangelegde dijk, louter zand. Maar op die manier komen we wel gemakkelijk in Kostrzyn. Het is nu een kwestie van weg nr. 22 volgen. Bij de uitkijktoren bij het bezoekerscentrum blijkt de poort gesloten en de overkant is niet toegankelijk. Als we een eind verder toch nog even stoppen, zie ik in een flits een buidelmees. En precies op het moment dat we wegrijden zie ik vanuit de auto een rouwmantel voorbij fladderen.. We gaan terug naar de betonweg in Przyborow, iedereen geeft een eigen invulling aan de twee uur die we hier doorbrengen, of nog een eind wandelen of relaxed in een stoel genieten. Hoewel de hemel wat meer dicht trekt, is het aangenaam weer. Er worden weer nieuwe soorten voor onze lijst gevonden, de meest opmerkelijke is wel de zwarte ooievaar en 19 kraanvogels komen me nog even begroeten. Rond half 7 zijn we terug bij hotel Hubertus en genieten op het terras van een lekkere pivo. maandag 30 april Op deze Koninginnedag zijn we heel vroeg uit de veren, want we gaan al voor het ontbijt op pad. Om 6 uur rijden we weer over de dijk langs de Warta. De zon begeleidt ons al en de 1e wielewaal zingt zijn jodelende lied terwijl kraanvogels zich eveneens laten horen. Opnieuw opvallend veel geelgorzen, helaas geen zeearend, wel de bontgejaste kemphanen en bosruiters. Slonsk en omgeving was dit bezoek zeker waard!
Ook in hotel Hubertus was het goed toeven, alleen qua communicatie waren er problemen. Voor het ontbijt zijn de broodjes nu gesmeerd, men heeft ons dus blijkbaar weer niet goed begrepen. Maar we doen er uiteraard niet moeilijk over en bestellen de koffie en thee er maar bij. Met de lunchpakketten daarentegen is nu alles in orde en ook de thermoskannen worden keurig gevuld. En duur is het hier ook zeker niet, we betalen ongeveer € 70,= pp voor 2 nachten slapen en al het eten en drinken. Om kwart over 9 verlaten we Slonsk en gaan op weg naar Osieczna, een rit van 200 km. We mijden de tolweg en rijden dus deels binnendoor. Met één stop zijn we om half een al in de buurt van Osieczna. Eigenlijk komen we min of meer toevallig uit bij Gryzyna met de oude ruïne Kosciola Swietego Marcina en daar worden de broodjes uit Slonsk verorberd. Vier kraanvogels komen ons ondertussen begroeten. Daarna gaan we linea recta naar hotel Rogatka. Ik bel Janusz nog, maar er is niemand thuis. Gelukkig helpt men ons uitstekend in het hotel, de kamers zijn prima en we maken een afspraak voor het warme eten vanavond, om 19.00 uur ivm een bruiloft vanavond. Vervolgens gaan we op pad, eerst richting Swierczyna naar de visvijvers. Dat levert meteen 2 nieuwe soorten op, roerdomp en boomvalk. Daarna weer naar de vijvers bij Ziglienic, ook hier een roerdomp en brilduikers. We gaan verder noordwaarts aan de westzijde van de visvijvers en stoppen daar waar we een heleboel auto’s van vissers zien staan. We zien hier vaker geweest en ik kan me zelfs de plek van het nest van een buidelmees nog herinneren. Het is bijna niet te geloven, maar in diezelfde populier zit nu een nieuw nest. Ik ontdek het omdat ik de vogel hoor!
We rijden terug naar het hotel. Ik zoek Janusz thuis op, zodat ik ook meteen Anja even gedag kan zeggen. Hij komt vanavond naar het hotel om alles voor ons te regelen hier en tevens om af te spreken om van de week een keer samen op pad te gaan. We eten à la carte vanavond, erg lekker. Janusz is keurig op tijd en we maken buiten onze plannen, want binnen is het erg rumoerig vanwege de bruiloft. Dit verslag schrijf ik later binnen terwijl de feestliederen me aangenaam in de oren klinken! dinsdag 1 mei Redelijk geslapen, maar het was wel warm. Om even na 6 uur ga ik op weg en het blijkt aangenaam buiten. Ik loop in NO-richting waar bij mijn vorig bezoek al een nieuwe wijk in aanbouw was en er is inderdaad flink uitgebreid. Kneu, grauwe gors en Europese kanarie zingen hun liedje. Plotseling hoor ik een minder bekend geluid, een draaihals! Ik ontdek hem boven in een boom, maar eer ik enigszins in de nabijheid ben, is de vogel
gevlogen. Ik wandel naar het meer bij Osieczna, Jezioro Łoniewskie. Overal grote karekieten en een nachtegaal. In de verte ontwaar ik de blauwe reigerkolonie waarover Janusz vertelde en daar vliegt ook een kraanvogel. Ze broeden hier ook. Al met al een mooie ochtend. Vervolgens smaakt het ontbijt uitstekend, al is de hoeveelheid roerei wel overmatig. De lunchpakketten zien er prima uit en de thee blijkt uitstekend van smaak. We rijden weer naar de visvijvers ten noorden van Osieczna, via de 432 tot Wojnowice en gaan daar linksaf richting Smigiel. Vlak de voor de brug weer links langs de visvijver tot aan het bekende blauwe pomphuisje. Al wandelend over de dijk hoor ik na enkele 100den meters weer een buidelmees, op de terugweg wordt het nest ook gevonden. Alleen Jan loopt met me mee, de andere twee doen het wat rustiger aan vooral ook vanwege de warmte. Ook de vogels houden zich erg stil. We zien alleen een mooie man bruine kiekendief met nestmateriaal. Smaragdlibellen zijn er in overvloed en ook hooibeestjes en enkele kleine parelmoervlinders. We lunchen weer bij de ruïne in Gryzyna en volgen daarna het zandpad richting de visvijver, nr.1 is dat. Langs de vijver loopt een fietspad dat ook met de auto goed berijdbaar is. We zoeken ondertussen naar witvleugelsterns die hier eerder zijn waargenomen, maar we vinden er nu geen. Dat lukt evenmin aan de westzijde van de vijver. Wel ontdekken we daar 2 roodhalsfuten en ook een man bruine kiekendief. De laatste stop voor vandaag hebben we gepland vlakbij Osieczna, bij Jeziorki. Er is daar een oud eikenbos waar volgens Janusz de middelste bonte specht voorkomt. Het is ons niet echt duidelijk in welk bos we moeten zoeken. Bovendien begint het inmiddels aardig te rommelen en we besluiten om het zandpad waar we op rijden maar gauw te verlaten voor het misschien gaat regenen, want waarschijnlijk is die vettige klei dan niet meer berijdbaar. Toch pikken we gauw nog even 2 kraanvogels mee die in een weiland foerageren. Eer we terug zijn in het dorp barst de bui los, hagelstenen zo groot als knikkers komen naar beneden. De bui is snel voorbij en daarna gaan we opnieuw op pad. We rijden door het bekende ortolanenlaantje, in het verlengde daarvan komen we uit bij een bos of moet ik het een park noemen. Een middelste bonte specht kunnen we niet vinden, wel een grauwe en bonte vliegenvanger, een grote bonte specht en de wielewaal. Tenslotte wijst Cor ons nog de plek waar hij vanochtend het nest van een draaihals ontdekte. De vogels zijn nu niet aanwezig, maar iedereen kan nu in ieder geval gaan kijken wanneer het hem/haar belieft. Ik schrijf dit verslag buiten waar het onweer opnieuw is begonnen. De zon schijnt en tegelijkertijd regent het, kermis in de hel heet dat. Hopelijk verdwijnt de benauwdheid hierdoor en hebben we morgen opnieuw goed weer. woensdag 2 mei Het vogelen begint ook vandaag weer vroeg op de camping. De temperatuur is prima, maar stilaan trekt het dicht en begint het zelfs te regenen. Toch worden er nog leuke dingen gezien. Opnieuw het paartje draaihalzen bij het nest. Wat een prachtige schutkleur hebben die vogels! Karel ontdekt het nest van een gekraagde roodstaart en dat paartje is al aan voeren toe, om beurten komen beide ouders aanvliegen. Ook de wielewaal laat zich niet onbetuigd. We gaan vroeg ontbijten, dan hebben we ruim de tijd voor de trip van vandaag. En de zon schijnt weer als we reisvaardig zijn. Het is 45 km naar Wyszanow, daar waar de Barycz in de Oder uitmondt. We parkeren op de bekende plaats en wandelen langs de rivier. De nachtegaal en wielewaal laten zich horen, maar verder is het opvallend stil. Ik ontdek er nog wel een beekrombout. Op de terugweg worden de kleine en grote bonte specht waargenomen. De boterham smaakt best daarna. Vervolgens gaan we naar de bekende oude eik, blijkbaar heeft de boom de natte winter toch doorstaan, want hij tooit zich alweer, zij het slechts gedeeltelijk, in het groen. We wandelen nu over de dijk langs de Barycz in de andere richting. Een middelste bonte specht zou mooi zijn en het is bijna niet te geloven maar binnen enkele honderden meters is de vogel present! Weliswaar krijgen we niet veel tijd om de vogel te bewonderen, maar hij telt! Verder wandelend over de dijk ontdekken we een nieuw pad dat naar de Barycz loopt. Aan de oever van de rivier is het goed toeven en van daaruit zien we de burcht van een beverrat. Dit dier bouwt een onderkomen louter bestaande uit rietstengels. Qua zangvogels levert deze wandeling niet veel op, maar gelukkig wel andere bijzondere soorten. Want roodpootvalken zie je immers niet elke vakantie in Polen. In ieder geval 2 mannetjes en 1 vrouwtje, waarschijnlijk op doortrek. Ook een zeearend vliegt laag over ons voorbij. En tja, kraanvogels zijn altijd bijzonder.
daar waar Barycz en Oder samenvloeien We eten nog een broodje onder de oude eik, want schaduw is welkom op een dag dat de thermometer weer de 30˚ haalt. Vervolgens volgen we de Barycz ongeveer 10 km stroomopwaarts, op zoek naar de plek waar we ook andere keren wandelden en waar normaal wilde zwanen gezien worden. Maar wij kunnen die plek niet vinden. Dus zijn we maar terug gereden naar Osieczna. In 2009 vonden we daar een mooi stukje natuur iets ten noorden van het dorp. Wonder boven wonder rijden we er rechtstreeks naar toe, maar ook hier is het stil op dit uur van de dag. We wandelen er even rond, er vliegen opvallend veel landkaartjes en 1 koninginnepage. De dag wordt besloten in het ortolanenlaantje (het eerste zandpad links op de weg van Osieczna naar Lipno). Maar helaas geeft de ortolaan nog niet thuis. We eten vanavond al om half 7, want het is weer feest in hotel Rogatka. Een meisje wordt vandaag 18 jaar en dat wordt in Polen uitbundig gevierd. We zitten lekker buiten op deze lenteavond. donderdag 3 mei Het is nog lang onrustig geweest vannacht in het hotel, maar toch zijn we er vroeg bij vanmorgen. Ik wandel opnieuw naar de camping en wacht op het aanvliegen van de gekraagde roodstaart, helaas krijg ik alleen het vrouwtje voor mijn lens. En natuurlijk is het mannetje wat meer fotogeniek. De draaihals laat zich wel horen, maar bij het nest vertoont de vogel zich niet. Heel Polen is vandaag vrij, want 3 mei is de dag van de grondwet. Vandaag gaat Janusz met ons mee. We vertrekken klokslag 9 uur en rijden Osieczna uit in zuidelijke richting. Dan gaan we linksaf richting Łoniewo en vervolgens linksaf een zandpad in. Zo komen we aan de zuidkant van het meer Jezioro Łoniewski, dat is dus het meer waaraan de camping ligt. Maar eer we daar zijn, hebben we al diverse geweldige waarnemingen. Het begint met de ortolaan als we door een laan rijden vol esdoorns, want bijna onmiddellijk hoort Janusz de zang. Een eind verder in wat ruw struweel worden 2 mannetjes en 1 vrouwtje grauwe klauwier ontdekt. Een prachtige plek. Weer een stukje verder zitten een paar tapuiten. In de verte is het nest van een zwarte wouw te zien, maar Janusz belooft dat we er nog veel dichter bij komen en dat gebeurt. Een klapekster vliegt voor ons langs. Kraanvogels roepen en vliegen over ons heen. In deze tijd van het jaar is een eenzame kraanvogel een teken dat het vrouwtje broedend op het nest verblijft. Zie je meer vogels tegelijk, dan is dat dus niet het geval. Een zeearend heeft nog een akkefietje met een bruine kiekendief en een raaf. Het is een prachtig gebied waar we nog niet eerder geweest zijn, maar Janusz maakt zich zorgen om de uitbreiding van het dorp ter plekke. En vooral ook om de vele vissers, in het bijzonder die op het meer. Vervolgens gaan we voorbij Berdychowo naar een erg geschikte plek voor de sperwergrasmus. We kennen deze plaats nog van de vorige vakantie, toen we de vogel hier inderdaad gezien hebben. Wilde zwijnen trouwens ook.
Vandaag geen sperwergrasmus hier, maar wel 2 wespendieven. Daarna rijden we via Osieczna naar de visvijvers en slaan linksaf richting Smigiel. Meteen over de brug stoppen we op het bospad en wandelen een stuk het bos in omdat Janusz hier de middelste bonte specht verwacht in grote eikenbomen. Nu laten ze zich echter niet horen of zien. Ook is de fluiter hier regelmatig actief, maar die is waarschijnlijk nog niet terug. Plotseling vliegen er 2 appelvinken voor ons uit. We nemen nu een pad richting de visvijver, maar de lucht is ondertussen in snel tempo betrokken geraakt en het rommelt behoorlijk. Niet veel later komt de regen met bakken naar beneden. Voor we terug zijn bij de auto, zijn we kletsnat en is het weer droog. Snel een ander shirt aan en het is tijd voor de boterhammen. Na deze lunch keren we om en slaan meteen over de brug het pad in richting het pomphuisje. Op een draad zit een roodpootvalk en Janusz is daar zichtbaar mee in zijn nopjes. Daarna gaan we via Zigliniec weer naar de overzijde van de visvijver. We parkeren onze auto naast die van de vele vissers, we zijn hier bij de plek waar ik eerder een buidelmees ontdekte. Vele vissers dus, zeer tot ongenoegen van Janusz. Op deze visvijvers wijst Janusz ons op een man wilde zwaan, het vrouwtje zit op het nest volgens hem. We inspecteren nog even het buidelmeesnest en het blijkt flink gegroeid. We rijden verder in noordelijke richting en stoppen vlakbij het water. Uitkijkend over het water zien we een 30-tal zwarte sterns, 2 witwangsterns en 2 dwergmeeuwen. Helaas moet dit het einde zijn van onze excursie met Janusz. Vannacht om 1.00 uur loopt zijn wekker af en moet hij 300 km rijden om op zijn werk te komen. We zijn dus vroeg terug bij het hotel en besluiten vanavond vroeg te eten en daarna nog even op pad te gaan. We gaan opnieuw naar de ruïne van Gryzyna voor ortolanen, maar weer geen prijs. Nog even naar de vijver en dat loont de moeite. Jan vindt er een braamsluiper en we horen kraanvogels. Het blijkt dat we vlakbij de slaapplaats van de kraanvogels staan. De vogels komen aanvliegen in de avondzon en dat is prachtig. Het is finito voor vandaag, nog even een glaasje drinken op het terras en vroeg pitten. vrijdag 4 mei Om half 6 loopt de wekker af en dat is erg vroeg, want het was buiten nog lang onrustig vannacht. Bovendien barstte om 01.00 uur weer een onweersbui los en regent het dat het giet. Als ik om 6.00 uur buiten kom, druppelt het nog een beetje maar daar laten we ons niet door afschrikken. Want we hebben afgesproken gevieren op weg te gaan naar de aanlegsteiger ten zuiden van het Jezioro Łoniewski in de hoop daar woudaapjes te vinden. Ditmaal geen ortolaan te bekennen op de plek van gisteren. Wel vinden we weer de grauwe klauwier, het is hier ook een uitstekende biotoop voor deze soort. Ook een vrouwtje laat zich zien, blijkbaar afgekomen op de zang van het mannetje. Tot onze verrassing vliegen er ook 2 patrijzen op. Koud is het niet deze ochtend en het is gelukkig weer droog. Het laatste deel van het zandpad voor we aan het meer zijn is door de overvloedige regenval van vannacht niet echt goed berijdbaar, maar het lukt allemaal net. Woudaapjes laten zich echter niet zien. Het is inmiddels 8.00 uur en we hebben trek in een lekker kopje koffie/thee. Ook vandaag smaakt het ontbijt weer super. We wisselen het een beetje af: de ene dag roerei, de volgende ham en dan weer roerei met ham. Op verzoek wel allevier hetzelfde. Onze route loopt vandaag allereerst naar Charbielin aan de rand van het NP Krajobrazowy. Het is maar goed dat we navigatie hebben, want anders zouden we erg veel moeite gehad hebben het te vinden. Maar als we eenmaal de kerk boven op de heuvel zien, komt ook de omgeving ineens weer bekend voor. Eigenlijk gaan we speciaal voor de hop hier naar toe en o wonder dat is zowat de 1e vogel die we hier zien! Even later wordt zelfs het nest ontdekt en we besluiten wat naderbij te rijden. Dat lukt echter niet, want de auto glibbert alle kanten uit in de vette klei, dus gaan we te voet. De vogel vliegt nog wel enkele malen op en neer, maar slaat daarbij telkens het vermeende nest over. Daarnaast geniet ik ook erg van de kraanvogels, roepend of overvliegend. Ook mooi zijn de witkopstaartmezen, echt van die donsbolletjes zoals ze vorige winter bij ons te zien waren. We rijden een andere weg terug naar Bucz en Smigiel en vandaar richting Wojnowice. We stoppen daar waar we gisteren vanwege het onweer niet verder wandelden. De middelste bonte specht wordt ook nu niet gevonden. Wel weer een nest van een buidelmees. De roodpootvalk lijkt doorgetrokken. We stoppen bij de oeverzwaluwwand, maar het is duidelijk dat we de vogels storen, dus zijn we maar gauw vertrokken. In de gauwigheid tel ik ongeveer 40 nesten. We proberen nog een roodborsttapuit te vinden in de groeve aan de overzijde van de weg, maar daarbij worden we bijna aangevallen door een visser. Hij schreeuwt ons allerlei verwensingen toe, zo lijkt het, maar we verstaan alleen iets van ‘privaat’. We stappen weer in de auto, maar inmiddels komt hij ons achterna in zijn 4WD. Wegwezen dus zonder roodborsttapuit. Voor de rest van de dag hebben we het rustig aan gedaan. Het is nu 21.00 uur en we zitten nog buiten, maar het begint nu wel een beetje fris te worden. Maar als je dan vanuit NL hoort dat het daar in het weekend slechts 10˚ wordt, hoor je ons niet klagen! zaterdag 5 mei Het is heerlijk weer deze morgen als ik langs het meer naar de camping wandel. Een heleboel vissers zijn ook al wakker en zijn bezig hun stekkie in gereedheid te brengen. Grote karekieten zingen weer overal, enkele nachtegalen laten hun melodieuze gezang horen en vlakbij de ingang van de camping roept een draaihals. Ik tuur in de boom, maar kan de vogel niet vinden. Op de camping is er bij het nest van de gekraagde roodstaart geen
activiteit meer, Dat is wel het geval bij de familie kramsvogel. De wielewaal doet ook her en der van zich spreken. En plotseling komt de draaihals Cor en mij blijkbaar opzoeken. We weten precies in welke boom de vogel zit, maar die schutkleur… Dus hem vinden is een heel ander verhaal. Ik loop nog een stuk langs het meer waar een rode wouw door het zonlicht nog fraaier rood lijkt. Om 8.00 uur ontbijten we, vandaag weer roerei met ham. Dan ontdek ik dat er in het hotel ook internet beschikbaar is en ik check snel even onze mailbox. Dat is maar goed ook, want die zit nagenoeg vol. We blijven vandaag een beetje in de buurt van Osieczna en starten onze tocht richting Łoniewo. We wandelen naar een uitkijktoren, platform Jagoda, rechts van de weg en dan een stukje door het bos. Goudhaantjes zingen hun liedje in de boomtoppen. Boven op de toren heb je een fraai uitzicht over Osieczna en het meer. Maar helaas wordt er weer geen ortolaan gehoord, hoe kreeg die dekselse Janusz dat een paar dagen geleden toch voor elkaar..? We stoppen weer bij de grauwe klauwieren, het echtpaar is ook nu aanwezig. Ook vliegen er nog enkele putters en welhaast onvermijdelijk zingende grauwe gorzen. De hoop op een sperwergrasmus is echter ijdel. We rijden verder over het pad richting ‘zwarte wouw’, gele kwikstaarten en veldleeuweriken alom, een man tapuit en ook een volwassen zeearend krijgen we mooi in beeld. We parkeren de auto op dezelfde plaats als eergisteren en Jan en ik lopen verder het gebied in. De zwarte wouw zit weer op zijn tak en ook de klapekster laat zich zien. Boven ons roepen 2 kraanvogels en een man bruine kiekendief is ook in de buurt. We rijden hetzelfde pad terug en wandelen nu naar de plek die Janusz aanduidde als een mogelijke plaats voor de ijsvogel. Het is een bos met ook veel oude eiken en prachtig bloeiende bodembedekkers als witte dovenetel en salomonszegel en we komen uit bij een snelstromende beek. Het doet een beetje denken aan de hellingbossen in Zuid-Limburg, verrassend dit hier in Osieczna te vinden. Daarna rijden we door Osieczna richting Berdychowo, naar de ‘wilde zwijnen’ plek. Maar ook hier nog geen sperwergrasmus. Het blijft ongeveer beperkt tot 2 kraanvogels en een gewone grasmus. Nu zien we vanaf de weg de ‘zwarte wouw boom’ ook goed staan, misschien is dit zelfs wel de beste plek. Tot slot van deze vogelreis gaan we nog naar het bos bij Jeziorki, bij het ortolanenlaantje. We wandelen nog wat door het park, maar het is duidelijk: de animo is over en dus gaan we naar huis. De mannen douchen, doen nog een boodschap en drinken een biertje. Ik zit buiten en schrijf dit verslag. Het is 17.00 uur als Janusz belt en enthousiast vertelt dat er 2 steltkluten zijn waargenomen bij de visvijvers. Ik vind het jammer dat ik hem moet teleurstellen, maar wij zullen er niet heen gaan. Vanavond zien we elkaar hier in het hotel. Het onweert behoorlijk tegen half 9 en zodoende komt Janusz alleen en is Anja thuisgebleven bij Asja, jammer. We vertellen hem waar we de laatste twee dagen zoal geweest zijn en wat we gezien hebben. Hij is bijzonder geïnteresseerd in het nest van de draaihals, hoewel we bang zijn dat het paartje inmiddels is verjaagd door spreeuwen. Hij vertelt nog over zijn werk. Zo’n 300 km ten ZW van Osieczna is hij bezig met monitoring van een gebied, waarvoor hij een ronde van 10 km dient te lopen en dus alles inventariseert. Men wil daar windmolens plaatsen, maar dat is niet toegestaan als er in de omgeving kraanvogels of roofvogels broeden. Het is eigenlijk helemaal tegen zijn principes om dit werk te doen, maar, zegt hij, als ik het niet doe, doet een ander het. Hij vindt het jammer dat hij niet meer tijd voor ons kon vrijmaken, maar zijn werk vergt zoveel energie dat met ons op pad gaan de dag voor en na zijn arbeid geen optie was. Wij bedanken hem natuurlijk voor hetgeen hij voor gedaan heeft, zowel het geregel in het hotel als het met ons meegaan en attenderen op interessante dingen. Hopelijk zien we elkaar over enkele jaren weer. zondag 6 mei Ook dankzij Janusz zitten we al om 7.00 uur aan het ontbijt. Het regent en de temperatuur is flink gekelderd. Afrekenen is gisteravond al gebeurd en dus zijn we om 7.45 uur reisvaardig. De tomtom van Karel geeft een heel andere route omdat we de tolweg willen vermijden. Nu gaat het via de nr. 12 en de E36 en verlaten we Polen bij Olszyna. Nog een ooievaar ten afscheid en een rode wouw bij onze 1 e stop in Duitsland. De reis verloopt voorspoedig tot zo’n 20 km voor Hannover. Ten gevolge van een ongeluk op de autobaan staan we daar 2½ uur in de file. Erg vervelend. Uiteindelijk rijden we tegen 20.00 uur thuis de oprit op. Tot slot Je kunt er lang en breed over discussiëren of het beter is om later in mei deze reis te maken, alles heb zijn vooren nadeel. Nu bouwen vogels hun nest en zijn nog niet alle bomen uitgebreid van blad voorzien. Anderzijds zijn nu natuurlijk nog niet alle soorten terug. We zijn uitgekomen op 145 soorten, maar feitelijk kan aan dit aantal geen conclusie verbonden worden wat betreft bovenstaande. Want dat heeft ook te maken met de kundigheid van ons vogelaars (denk maar aan die ene ortolaan die we hoorden en zagen…) en vooral ook met de gretigheid waarmee men op zoek gaat naar nieuwe soorten. Uiteraard hebben we enorm veel geluk gehad met het weer. De week voor onze aankomst vroor het nog in de nacht en in één week is nu alles groen geworden. Hoe dan ook, ik heb genoten van deze reis.
De combinatie Havelland, Slonsk en Osieczna is zondermeer geslaagd, al kan Osieczna misschien wel een dag korter. Vooral ook de ontdekking van nieuwe, prachtige plekjes vlakbij Osieczna heb ik als bijzonder ervaren. Je hoeft dus echt niet persé naar een nationaal park 100 km verderop, hoewel de grijskopspecht van een vorige reis natuurlijk wel bijzonder was. Hopelijk zit een trip als deze er over enkel jaren nog eens in. Koos van de Mortel