Voetreis naar Rome (deel 1) Op 20 september 2008 kwam Ysabelle, een van de dochters van Gerard en Petra, bij een tragisch auto-ongeluk om het leven. Om zichzelf weer te (her)vinden, maar ook om te kijken of hij Ysabelle kan vinden, besluit Gerard zijn dan inmiddels drie jaar oude plan om naar Rome te wandelen, tot uitvoering te brengen... Waar kwam het idee vandaan om een voettocht naar Rome te ondernemen? In 2006 ging mijn toenmalige directeur met pre-pensioen. En op de dag dat hij wegging ben ik puur op gevoel zijn kamer binnengelopen en zei hem: ‘Ik wil ook wel een langere periode weg zijn’. En voor het eerst van mijn leven zei hij toen: ‘dat is goed Gerard!’ Ik moest snel denken en dacht: nu moet ik echt een langere periode vragen. Ik vraag vier maanden en verwacht dat ik er dan drie krijg. Dus mijn directeur zei: ‘je krijgt er drie, maar wat ga je doen?’ Op die vraag moest ik wel een antwoord paraat hebben want als ik zeg dat ik drie maanden vakantie ga vieren in een huisje in Frankrijk, zegt hij ‘nee’. Dus ik zei heel spontaan: ‘ik ga naar Rome wandelen’. De gedachte over het wandelen naar Rome was al eerder ontstaan. Ik was namelijk eens met ons gezin op vakantie naar Rome geweest en toen we boven het Colosseum vlogen zei ik tegen Petra: ‘oh, dat stukje kan ik wel lopen. Vroeger deden ze dat ook’. Ik had op dat moment helemaal niet de gedachte dat ik het ook ooit werkelijk zou doen. Maar op het moment dat de directeur mij die vraag stelde, kwam dat er ineens spontaan uit..
‘De ontmoetingen met mensen onderweg leiden me naar Rome’
Blijkbaar viel dat goed en hij gaf zijn akkoord. Hij heeft me nog een aantal keer gevraagd of ik het zeker wist, en ik wist het zeker. We hebben een contract opgesteld waarin opgenomen was dat ik de komende jaren vakantiedagen zou sparen, waardoor ik het recht opbouwde om die drie maanden vrij te krijgen. Dat contract is in de la gegaan.
Hoe heb je je voorbereid? Het begon eerst in mijn hoofd. Hoe ga ik het doen? Welke route zal ik nemen? Ik ben toen in contact gekomen met twee mensen die al eens naar Rome waren gewandeld en daar heb ik mee gesproken. Ik ben naar een bijeenkomst geweest van een vereniging, en zo kreeg het steeds meer vorm. Zo zocht ik naar ervaringen van anderen en was ik er op die manier mee bezig. Op een gegeven moment verdween het echter allemaal weer meer naar de achtergrond. Drie jaar later, tijdens een vakantie, zei ik tegen mijn vrouw: ‘ik wil wel naar Rome wandelen, maar ik heb ook het gevoel dat ik nog hier moet zijn omdat Ysabelle me nodig heeft’. Zij zou stage gaan lopen in Italië en als het zover was, wilde ik van start gaan zodat ik ook bij haar langs zou kunnen lopen. Vlak nadat we thuiskwamen van deze vakantie is Ysabelle verongelukt, en op dat moment stortte heel ons leven in elkaar. Na een periode van reïntegratie wilde mijn nieuwe directeur dat ik weer terug aan het werk zou gaan. Ik was daar nog helemaal niet aan toe en herinnerde me opeens het contract dat nog in mijn lade lag. Dus ik zei tegen mijn directeur: ‘ik ga naar Rome!’ Hij reageerde verbaasd en zei: ‘daar weet ik helemaal niets van’. Maar ik haalde het contract tevoorschijn en zag toen ook nog dat mijn oude directeur tóch een periode van vier maanden had afgegeven. Die ene maand gebruikte ik als onderhandeling. ‘Ik ben bereid om drie maanden te gaan in plaats van vier, maar ik wil wél gaan. Voor mij was drie maanden weg van vrouw, huis en familieleden meer dan genoeg.
Hij ging akkoord en vanaf dat moment ben ik er heel concreet aan gaan werken. Ik ben lid geworden van de Nederlandse vereniging van Pelgrims, heb mijn route bepaald en overnachtingsplaatsen gezocht. De route heb ik heel bewust niet alleen door de natuur laten gaan, maar ook door stedelijk gebied, want ik was er stellig van overtuigd dat de ontmoetingen met mensen onderweg me uiteindelijk naar Rome zouden leiden. Misschien een heel filosofische gedachte maar dat is me wel overkomen... Natuurlijk heb ik van tevoren een route bepaald. Ik had een boekje van iemand die de tocht per fiets had gedaan en zijn route is voor mij leidend geweest, maar dan aangepast voor mij als voetganger. Zijn boekje heb ik meegenomen, maar verder had ik niets bij me, want de ontmoetingen zouden me naar Rome leiden. Ik heb een cursus gedaan om met GPS te lopen, maar besloot al snel dat dat niets voor mij was. Ik kwam ze onderweg wel tegen hoor, de mensen met hun GPS. Ze liepen heel goed van A naar B, maar ze hadden geen contacten onderweg, want al hun aandacht was op hun GPS gericht. Dat wilde ik niet. Daarom heb ik de kaart van tevoren heel erg goed uit mijn hoofd geleerd, zodat ik ook zonder kaart de route zou kunnen lopen. Ik wilde echt vrij zijn om de dingen en de ontmoetingen die op mijn pad lagen, écht te ontvangen. Er is me vooraf gevraagd of ik een website wilde bijhouden, maar dat wilde ik niet. Ik wilde in mijn proces belanden en niet de verplichting voelen om
te moeten schrijven. Verschillende mensen hebben me gevraagd of ze een stukje mee mochten lopen, maar ook dat wilde ik niet. Want stel je voor dat ik een prachtig gesprek heb met een vreemdeling en ik moet dat afkappen omdat er ergens iemand op me wacht... Ik wilde me overgeven aan het proces van de tocht.
ontwikkeld. Voorafgaand aan de tocht heb ik heel veel gemediteerd en in die meditaties ontving ik enkele belangrijke boodschappen:
Fysiek ben ik gaan trainen, ik ben altijd al een wandelaar geweest en heb - al dan niet met rugzak - 1.500 tot 2.000 km getraind. Ik vulde mijn rugzak met steeds meer gewicht en heb op die manier veel kilometers gemaakt. Dat heeft me veel voordeel opgeleverd, maar tijdens de tocht ontdekte ik dat je in een bekende omgeving minder snel moe wordt dan in een onbekende omgeving. Die mentale vermoeidheid heb ik heel erg onderschat.
Ik heb me dat landschap en dat gevoel in mijn hoofd geprent en wist dat ik onderweg iets dergelijks zou gaan meemaken.
Vervolgens ben ik gaan bepalen wat ik werkelijk mee wilde nemen. In gedachte wil je alles wel meeslepen, maar feitelijk zijn dat allemaal kilo’s, dus heb ik zorgvuldig de juiste schoenen en sokken gekozen, shirtjes die snel drogen en lichtgewicht zijn, en natuurlijk een lichtgewicht tentje. Maar ik heb me ook emotioneel voorbereid. Vindt Petra, mijn vrouw, het wel goed? En wat vind Daphne, mijn dochter, ervan? Ik heb nog een schoonmoeder van 89. Zij vond het een hele onderneming. Ze was bang dat er tijdens mijn afwezigheid bij mijn vrouw en dochter zou worden ingebroken. Maar ik heb haar de hele route op papier gegeven en kaarten gekocht waar ze de route dagelijks op kon volgen, én haar beloofd wekelijks telefonisch contact te houden zodat ze me kon horen. Ze woont nog zelfstandig, naast een verzorgingshuis, en kon aan iedereen laten zien hoe ik liep en waar ik was en zo werd mijn verhaal ook van haar. Ze liep dus met me mee. Bij terugkomst vertelde ze dat ze iedere dag voor me gebeden had. Dus ook het goed achterlaten van je achterban is onderdeel van de voorbereiding. Voorbereiden betekende voor mij ook leren mediteren. Ik heb bij Patrick de meditatiecursus gevolgd en heb daaruit een eigen meditatie
> Ik kreeg in de meditatie een kist, en toen ik die opende zag ik een landschap. Ik zag een berg en die gaf me het gevoel dat ik gelukkig moest zijn.
> Ik kreeg ook te horen dat ik in het licht zou lopen. Ik heb dat geïnterpreteerd als: de tocht zal zonder al te veel problemen verlopen, het gaat vanzelf. > Ik kreeg ook te horen dat ik een vrouw zou ontmoeten, een zielspartner uit een vorig leven. > Ik kreeg via een medium te horen dat ik een blonde rouw zou ontmoeten met wie ik therapeutisch gesprek zou voeren. Al die informatie heb ik opgeslagen en daar ging ik mee op pad. En zie… er gebeurde niets. Ik was veel te gefocust. Maar op de momenten dat ik het zwaar had, heeft het me op de been gehouden, want ik herinnerde mezelf er telkens weer aan dat ik nog een aantal dingen zou gaan meemaken. Dus het is niet alleen het maken van kilometers, het bepalen van je route en kiezen van je bepakking. Er is ook een emotionele en spirituele voorbereiding nodig. Achteraf heb ik het meest gehad aan de spirituele uitkomst. Want ik had het me niet zo beseft, maar tijdens de tocht ga je echt door dalen heen. En als je niet door het dal geweest bent, kun je ook niet omhoog en kun je ook niet die wonderbaarlijke ontmoetingen hebben. Ik heb me dus op een heleboel fronten voorbereid. En dan is er ineens die dag waarop je al je vrienden in een kroeg in Chaam hebt uitgenodigd om je uit te zwaaien met koffie en een brabants worstenbrood.
Hoe heb je dat ervaren om daar werkelijk op pad te gaan? Petra en ik zijn samen naar Chaam gelopen en ik heb het als heel lief ervaren. Ik heb gezien hoeveel mooie mensen er waren en van al die mensen heb ik de energie gekregen om te lopen. Ik vond dat zoiets wonderbaarlijks. Ik had geen tijd om iedereen persoonlijk te spreken en afscheid te nemen, dus ik heb op een bepaald moment besloten dat ik mijn rugzak op doe en ga! Dat moment heb ik als heel erg zwaar ervaren. Ik liet iets achter en wist niet wat me te wachten stond en ging het onbekende in. En de rest van die dag liep ik met het gevoel dat ik afscheid nam. Ik ervaarde het een beetje als sterven. En tegelijk voelde ik een heel sterke drive. Het begin was voor mij met name het sportieve deel van de tocht. Ik ben heel hard van start gegaan, want ik was erg benieuwd naar de ontmoeting die ik zou krijgen, naar de ervaring van de tocht en was op zoek naar Ysabelle. Ik had me voorgenomen haar onderweg te ontmoeten. Tevens had ik het idee dat ik snel naar Italië moest omdat daar in mijn gedachte de zon zou schijnen. Op dat moment had ik een bepaald idee en liep daar heel hard achteraan. Het eerste deel van mijn tocht heeft mijn vrouw me begeleid. Tot ik al een stuk in Duitsland was en daar heeft ze me losgelaten. Toen moest ik opeens met de hele bepakking gaan lopen en van de ruime tweepersoonstent naar het kleine lichtgewicht tentje. Dat was voor mij een heel vreemde gewaarwording, mijn rugzak werd letterlijk en figuurlijk zwaarder. Op dat moment nam ik de rugzak mee van Ysabelle en van wieben-ik? Vanaf dat moment kon ik ook niet meer delen, zoals ik dat de eerste periode wel met mijn vrouw gedaan had. Voor mijn vrouw was het ook emotioneel, want op dat moment moest zij mij loslaten. En voor het eerst besefte ik me heel duidelijk: nú moet ik eraan beginnen...
Lees het tweede deel van Gerard’s reis in de volgende Tune In.
Voetreis naar Rome (deel 2) Ik wist dat ik dat kon en ging er ook voor, maar al in de kleine dingen wordt je ineens op jezelf geworpen. Ik sliep alleen in mijn tentje, mijn eten stond niet meer klaar aan het einde van de dag, daar moest ik zelf nog voor zorgen na een lange dag lopen. Dus ik nam afscheid van luxe, comfort en mijn maatje. En dat liet weer zien dat zo’n tocht veel meer is dan alleen kilometers maken. In het begin was ik erg gefocust op de weg zoeken, Verdwaal ik niet. De eerste dagen was mijn bioritme helemaal verstoord. Ik was op zoek naar Ysabelle, ik was met mijn verwerking bezig, ik was op zoek naar mijn weg. Wat waren je verwachtingen van de tocht? In ieder geval de dingen die ik in de meditatie had ontvangen, maar ook dat ik mijn dochter Ysabelle weer zou ontmoeten, verder had ik weinig verwachtingen. Maar die dingen maakten me wel nieuwsgierig, of het ook zo zou lopen. Wanneer heb je Ysabelle voor het eerst ontmoet? Dat was al vrij snel. Thuis voelde ik haar ook wel eens, maar dan dacht ik vaak dat ik dat gewoon graag wilde. Maar als je zo onderweg bent en er telkens op momenten dat je even moet zoeken of je links of rechts moet, iemand verschijnt die je de weg wijst, is dat toch verrekte sterk. En het gebeurde steeds opnieuw, ik ging er gewoon op rekenen. In Zwingenberg was ik op een gegeven moment zo gewend dat ik wel naar mijn doel geleid zou worden, dat ik niet eens meer op het kaartje keek. Ik kwam daar op een punt en ik ontmoette niemand. Ik kon de weg maar niet vinden. Voor mijn gevoel heb ik daar wel een uur gestaan, zoekend naar een richtingaanwijzer. Ik
ben alle kanten opgelopen en kon het niet vinden. Ik wist dat ik een besluit moest nemen, maar had niets om dat besluit op te baseren, anders dan mijn intuïtie, maar ook daar twijfelde ik aan op dat moment. Opeens uit het niets zie ik een bordje: jeugdherberg die kant op!. En toen wist ik het zeker! Ysabelle wees me de weg, ik had immers al meerdere keren daar gelopen en gezocht naar een bordje en het was er niet. Maar toen ik mijn dochter aanriep en vroeg: ‘Ysabelle help me nou’, stond daar ineens een bordje. Dat vond ik zo sterk en ik toen wist ik het zeker, ze is erbij! Vanaf toen heb ik veel met haar gesproken onderweg. Op momenten dat ik het zwaar had met mezelf, ontmoette ik telkens opnieuw de juiste mensen. Als dingen tegen zaten, verwachtte ik van haar dat ze me zou helpen. Niet helemaal eerlijk van me wellicht. Maar ik kon er niet omheen, want telkens als ik emotioneel heel diep zat voelde ik de steun. Een ander mooi voorbeeld is dat ik doordat ik als een “gek” (i.p.v. 15 - 25 kilometers liep ik soms meer dan het dubbele) door Duitsland en Oostenrijk ging en het naliet om wekelijks een dag te rusten. In Italië liep ik dus dagen voor op het geplande schema. Petra, Daphne en een aantal lieve vrienden zouden mij op 12 september bij het Colosseum in Rome onthalen. Met het ‘thuisfront’, was ook de afspraak gemaakt dat we samen Rome zouden ontdekken. Door het tempo wat ik had
aangehouden, moest ik twee weken op een camping bij Rome doorbrengen. De vraag hield me daarom bezig, hoe ga ik die tijd doorbrengen? Daarom vroeg regelmatig aan Ysa of ze mij daarbij wilde helpen. Tijdens de tweede dag op de camping Tiber (vlak voor Rome) zat ik aan het zwembad en zag op een krukje naast een ligbed een boek en een dik blad lag. Dat zoiets daar ligt is natuurlijk niet ongewoon. Badgasten geven daarmee soms aan dat het ligbed gereserveerd is. De hele dag heeft niemand naar het boek gekeken en leek het van niemand te zijn. Mijn interesse was gewekt en ben ik gaan kijken wat op het krukje lag. Het was het boek ‘In de schaduw van de wind’ van Spaanse schrijver Carlos Ruiz Zafón en eronder lag een sportblad, beide in het Nederlands geschreven. Met beide ben ik naar de poolboy gegaan en heb ik gevraagd of hij wist wie de eigenaar was. Het antwoord was dat het boek en het blad al een paar dagen op het krukje lag en dus van niemand (meer) was. Ongelofelijk... het was voor mij bedoeld, want Ysa wist dat ‘In de schaduw van de wind’ mijn lievelingsboek was en voetbal één van mijn favoriete sporten. Met tranen in mijn ogen heb ik Ys voor beide cadeautjes bedankt. In Duitsland was de tocht niet echt plezierig. Ik had toen nog haast en was enkel bezig om kilometers te maken. Maar op een moment in Schaffhausen in Duitsland ontmoette ik een vrouw
met wie ik een bijzonder mooi gesprek had en ze vertelde me ook dat ze Ysabelle bij me waarnam. Dat gaf me een stuk bevestiging. Maar genieten van de tocht deed ik niet. Ik was aan het knokken met mezelf en was op zoek naar Ysabelle. Mijn vrouw had me al vaker geschreven, je moet gaan genieten, je geniet nog niet. Tot Oostenrijk heb ik afscheid moeten nemen van de structuur waarin ik zat, mijn werk, mijn gezin. Ik heb de hele reis door Duitsland nodig gehad om werkelijk achter te laten wat ik achter had gelaten. In Oostenrijk had Petra een appartementje voor me gehuurd. Zodra ik er aankwam voelde ik me thuis, terwijl de mensen er nog niet eens waren, maar ik voelde me op mijn gemak. Later kwam de vrouw des huizes thuis en we herkenden elkaar meteen. Dit was de vrouw uit mijn meditatie! In de avond hebben we samen zitten praten en ik wist alles al van haar, alsof we elkaar al jaren kende. En zij wist alles van mij. Diezelfde avond kwam ook Harold in het appartement. Hij is zeer sportief en had een marathon van 110 km in de bergen gelopen. Tijdens die marathon heeft deze man zijn overleden moeder ontmoet en dat heeft hem veranderd. Hij is sindsdien heel erg spiritueel geworden. Ook hij bevestigde dat Ysabelle bij me was. De volgende dag kwam Petra ook naar het appartement. Harald nodigde ons uit om met hem mee te gaan naar een bijzondere plek. We zijn toen naar een boedistische tempel gelopen. Op weg daar naartoe gaf hij Petra een wit veertje en vertelde haar dat dat een groetje was van Ysabelle. Tijdens mijn afscheid in Chaam was er ook een wit veertje naar binnen komen vliegen en dat heeft iemand aan Petra gegeven die dag. Samen zijn we de tempel in gegaan en hebben daar met zijn drieën in stilte gezeten. Op dat moment kon ik pas loslaten en besluiten: ‘mijn rouwproces, het vanalles thuis loslaten, is
nu ten einde, vanaf nu ga ik genieten!’ Ik kon daar het oude loslaten en open gaan staan om het nieuwe te ontdekken. Daarna ben ik verder gelopen en ik merkte dat er iets met mij gebeurd was. Het voelde anders. Ik heb mijn tocht vervolgd over de Riesenpas naar Italië en ben zo op de bijzondere plek terecht gekomen die ik in de meditatie al had gezien. Ik heb daar met mijn mond open van verwondering gelopen, dat het zó mooi kon zijn. Ik herkende de plek ook direct: dit is de plek die ik gezien had! De bergen waren zo groot en zo mooi, ik voelde me heel klein op dat moment. Op dat moment besefte ik dat ik het landschap uit mijn kistje gekregen had en dat ik die bijzondere vrouw heb ontmoet. De dingen vielen voor mij op zijn plek. Ik begon de verbanden te zien, tussen de richtingaanwijzers die ik had gekregen, de ontmoetingen en de visioenen die uitkwamen. En dat is bijna verslavend. En daar heb ik nu nog moeite mee. Om in het dagelijks leven ook open te staan. Onderweg heb ik afscheid genomen van mensen die niet meer bij me passen. Ik ben nu meer op zoek naar wérkelijk contact. Ik heb ook weer nieuwe mensen ontmoet. Bij een meer ontmoette ik de blonde vrouw die me voorspeld was. Ik kwam op de camping en zag een blonde vrouw en ik dacht met jou kom ik nog wel in gesprek… Ze had een boekje bij zich en ik dacht spontaan: ‘dat boekje krijg ik.’ Het was ‘Hoe maak ik goud van mijn leven’ van Geert Kimpen. Later die dag kwam haar dochter naar me toe en zo kwam ik in contact met de blonde vrouw. We kregen een heel mooi gesprek, waarin ik haar verteld heb dat ik onderweg was naar Rome en dat ik mijn dochter had verloren. De volgdende dag kwam ze naar me toe en zei: ‘Ik wist dat je met me wilde
praten en ik weet ook dat je mijn boekje wilt hebben.’ Ze gaf me het boekje mee voor op mijn reis. Weer onderweg merkte ik dat ik werd voorbereid op dingen die thuis weer op me wachten. Er loopt nog een rechtszaak in verband met het ongeluk van Ysabelle. Op mijn reis ontmoette ik een man die me heel veel over rechtszaken kon vertellen. Zo leerde ik inzien dat er veel meer diepgang in het leven zit. Ik vind het nu moeilijk om thuis weer in die pelgrimsstaat te komen. Wat heb je uiteindelijk van die tocht mee naar huis genomen? Tijdens de wandeling zijn veel dingen voor mij op zijn plek gevallen. Ik weet nu zeker dat Ysabelle er nog is. Ik heb ook keuzes gemaakt voor de komende jaren van mijn leven. Ik heb een duidelijker doel voor ogen. Mijn dochter heeft tegen me gezegd: ‘Ik zal je helpen het vertrouwen te krijgen en jij, papa, moet de rest doen.’ En nog altijd zie ik dat mijn reis me ontmoetingen heeft geschonken die me zullen helpen mijn doel te bereiken. Dus ik heb dingen afgesloten en ben voorbereid op dingen voor mijn toekomst. De bouwstenen liggen al klaar.