DC
29
Voedselallergie en voedselintolerantie
1 Inleiding Bij voedselallergie of voedselintolerantie is er sprake van overgevoelige reacties op voedsel of bepaalde bestanddelen in voedsel. De informatie in deze paragraaf is afkomstig van de Stichting VoedselAllergie. De inhoud van dit thema: 2 Wat is voedselallergie en voedselintolerantie? 3 Veroorzakers 4 Voedselallergie 5 Voedselintolerantie 6 De klachten 7 Onderzoek, diagnose en behandeling 8 Voedingssupplementen 1
SAW DC 29 Voedselallergie en voedselintolerantie
1
2 Wat is voedselallergie en voedselintolerantie? Voedselallergie is een abnormale reactie van het afweersysteem, waarbij in het lichaam specifieke afweerstoffen tegen bepaalde eiwitten (allergenen) in het voedsel gemaakt worden. Voedselintolerantie is een reactie op de inname van bepaald voedsel, maar het afweersysteem is er niet bij betrokken.
3 Veroorzakers De volgende voedingsmiddelen kunnen een allergie of intolerantie veroorzaken. Belangrijkste veroorzakers van voedselallergie en voedselintolerantie •
Koemelk
•
Kippenei
•
vis-, schaal- en schelpdieren
•
pinda en noten
•
soja
•
appel
•
sesamzaad
•
gluten
4 Voedselallergie Voedselallergie komt veel bij zuigelingen en jonge kinderen voor, maar ook bij volwassenen. Doordat de darmen van baby’s en jonge kinderen nog onvoldoende ontwikkeld zijn, worden eiwitten soms niet helemaal afgebroken. Deze grotere deeltjes roepen de allergieën op, bijvoorbeeld een allergie voor koemelkeiwit bij baby’s. Als de darmen volledig gerijpt zijn, na ruim een jaar, kunnen de eiwitten vaak wel verdragen worden. Ook bij oudere kinderen en volwassenen komt voedselallergie voor. Bij hen gaat het vaak om een allergie voor noten, fruit, kruiden, sesamzaad en dergelijke. Het afweersysteem in het lichaam reageert versterkt op de opgenomen eiwitten. Het maakt antistoffen aan die bij niet-allergische mensen niet worden geproduceerd. De reactie van de antistoffen veroorzaakt uiteindelijk de klachten. Het krijgen van allergieën is meestal erfelijk en aangeboren. Iemand kan een aanleg voor een allergie hebben, zonder dat hij/zij klachten heeft. De kans op het krijgen van allergie is afhankelijk van het hebben van allergie van één of beide ouders.
2
SAW Digitale Content
5 Voedselintolerantie Bij kinderen die een voedselintolerantie hebben, ontstaan de klachten ook na inname van voeding. Het afweersysteem is er dan echter niet bij betrokken. Het gaat vaak om bepaalde stoffen in voeding die niet verdragen worden, bijvoorbeeld aroma’s in kruiden, smaakstoffen en conserveermiddelen. Het kan ook gaan om producten die in een geringe hoeveelheid wel verdragen kunnen worden. In de loop van de jaren kunnen ‘gewone’ hoeveelheden echter ongewenste reacties teweeg gaan brengen. Een bekend voorbeeld is jeuk na het eten van aardbeien of chocolade. Een enkele aardbei geeft geen problemen, maar grotere hoeveelheden wel. Een specifieke voedselintolerantie is die voor gluten. Deze voedselintolerantie heet coeliakie. Gluten zijn eiwitdeeltje in tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut. Ze veroorzaken beschadigingen aan het slijmvlies van de dunne darm. Daardoor werkt die niet meer goed en kunnen bouwstoffen uit voedsel niet meer goed opgenomen worden. Die bouwstoffen zijn nodig om het lichaam goed te kunnen laten functioneren. Kinderen hebben die nodig om te kunnen groeien. Mensen met coeliakie hebben klachten als diarree, verstopping, groeistoornissen, humeurigheid en vermoeidheid. Zij kunnen een tekort krijgen aan vitamines en ijzer. De enige manier om de klachten te bestrijden is om het leven lang een streng glutenvrij dieet aan te houden. De overgevoeligheid blijft namelijk het leven lang bestaan ook al zijn er geen klachten. Bij elke aanraking van de darmwand met gluten treden opnieuw beschadigingen op. Een aan coeliakie verwante ziekte is Dermatitis herpetiformis, ofwel de ziekte van Dühring. Ook deze ziekte ontstaat door overgevoeligheid voor gluten. Mensen met deze overgevoeligheid hebben een chronische jeukende huidaandoening. Niet iedereen met coeliakie heeft hier last van. Maar omgekeerd heeft wel iedereen met dermatitis herpetiformis dezelfde afwijkingen als iemand met coeliakie. (Bron: Nederlandse Coeliakie Vereniging).
SAW DC 29 Voedselallergie en voedselintolerantie
3
6 De klachten Voedselallergie en voedselintolerantie kunnen verschillende klachten veroorzaken. Als iemand voedsel eet waarvoor hij gevoelig is of waar bestanddelen in zitten waar hij niet tegen kan, krijgt hij een lichamelijke reactie. De volgende klachten kunnen voorkomen. Klachten voedselallergieën en voedselintolerantie •
maag- darmstelsel:
prikkelend gevoel in de mond, misselijkheid, weigeren van borst- of flesvoeding, overgeven, buikpijn, kolieken, diarree
•
de luchtwegen:
verstopte neus, loopneus, astma, benauwdheid (door zwelling van het slijmvlies in de luchtwegen
•
ogen:
jeukende, rode en tranende ogen;
•
de huid:
jeuk, uitslag, eczeem, galbulten, oedeem (vocht vasthouden)
•
hart- en vaatstelsel:
shock;
•
algemene klachten:
bijvoorbeeld, buitengewoon veel huilen bij baby’s, migraine, gewrichtsklachten
Bij voedselallergie kan een heel klein beetje van het ziekmakend voedingsmiddel (het allergeen) al een reactie uitlokken. Zo kan een kind met een koemelkallergie bijvoorbeeld al flink last krijgen als het een lepeltje aflikt, waarmee door koffie met melk is geroerd.
7 Onderzoek, diagnose en behandeling Voedselallergie is soms moeilijk vast te stellen, omdat de klachten ook bij veel andere ziektebeelden voor kunnen komen. Als hulpmiddel kan een voedseldagboek bijgehouden worden. Het onderzoek naar voedselallergie bestaat uit: • vragen over het vóórkomen van allergische aandoeningen in de familie (familie-anamnese); • vragen over het dagelijkse voedingspatroon (voedingsanamnese); • vragen over een vermoeden van relatie tussen voeding en klacht; • vragen over de ziektegeschiedenis (anamnese); • lichamelijk onderzoek, afhankelijk van de klachten. Op grond van de resultaten van het onderzoek kan de diagnose gesteld worden. Een diagnose kan al op heel jonge leeftijd (enkele weken oud) gesteld worden. Vaak is dan een bloedtest al voldoende. Het zo vroeg mogelijk stellen van de diagnose is belangrijk om tijdig maatregelen te kunnen nemen.
4
SAW Digitale Content
Bij de behandeling van voedselallergie moeten de voedingsmiddelen waarop gereageerd is uit de voeding geschrapt worden. Dat is vaak moeilijk. Er blijft altijd een geringe kans op contact met het voedselallergeen. Daarom kunnen medicijnen nodig zijn. Het is altijd nodig een dieet te volgen. Dit dieet zal zo nu en dan aangepast worden. Dat is nodig omdat in de loop van de tijd bepaalde allergieën minder kunnen worden en/of nieuwe allergieën kunnen ontstaan. Begeleiding door een arts is daarom noodzakelijk. Daarnaast wordt bijna altijd ook een diëtist ingeschakeld. Die houdt in de gaten of de totale voeding nog wel volwaardig is. Een diëtist weet ook welke voedingsmiddelen goede vervangers zijn. Zij kan adviseren bij de keuze en het samenstellen van een merkartikelenlijst. •
Bij zuigelingen is het geven van borstvoeding gedurende vier tot zes maanden altijd de eerste keuze. In borstvoeding zitten stoffen die een beschermende werking hebben. Bij een koemelkallergie zal de moeder tijdens de borstvoedingsperiode een koemelkvrij dieet moeten volgen. Indien borstvoeding niet mogelijk of niet wenselijk is, wordt hypoallergene zuigelingenvoeding voorgeschreven. Ook kan geadviseerd worden om de bijvoeding op een later tijdstip te starten of in een andere dan de gebruikelijke volgorde te introduceren.
•
Bij oudere kinderen en volwassenen is het voedingspatroon vaak heel uitgebreid en wordt het dieet in het begin vaak als streng ervaren. Begeleiding door een diëtist is sterk aan te raden om de voeding zo gezond en gevarieerd mogelijk te houden.
•
Bij voedselallergie is het belangrijk om kruisbesmetting te voorkomen. Hiermee bedoelen we het ‘besmetten’ van de voeding door knoeien, spatten, kruimelen, het niet goed apart houden van de dieetvoeding en vieze handen of bestek en serviesgoed. Zo kan men toch onbedoeld de allergenen binnenkrijgen die een reactie veroorzaken.
(Bron: Stichting VoedselAllergie)
8 Voedingssupplementen Een voedingsupplement is een voedingsmiddel dat aan het normale diëet wordt toegevoegd. Het is een geconcentreerde bron van vitaminen, mineralen of andere substanties. Het wordt verkocht in capsules, tabletten, poeders of dergelijks. Voedingssupplementen mogen de normale gezonde voeding nooit vervangen. Het is belangrijk dat iemand met een allergie toch alle belangrijke vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Voedingssupplementen zijn daarom soms nodig. Een diëtiste kan adviseren over alternatieve voeding en/of voedingssupplementen.
SAW DC 29 Voedselallergie en voedselintolerantie
5