Voeding bij kanker Diëtetiek Telefoon Route
020 510 8504 11
Door de lichamelijke en psychische gevolgen van kanker en de behandeling van de ziekte kan uw eetlust afnemen. Ondervoeding is een veelvoorkomend probleem bij mensen met kanker. Hier vindt u informatie van de afdeling Diëtetiek van het BovenIJ, OLVG en Sint Lucas Andreas Ziekenhuis om u te helpen goed op gewicht te blijven tijdens uw behandeling.
V.20140623
Ondervoeding Aanbevolen hoeveelheden voeding Voedingsklachten Alternatieve voeding Voedingssupplementen Persoonlijk advies Meer informatie over voeding
Ondervoeding
Ondervoeding is bij mensen met kanker een veelvoorkomend probleem. Daarom zal de verpleegkundige door een aantal vragen te stellen over uw gewichtsverloop, onbedoeld afvallen en verminderde eetlust het risico op ondervoeding nagaan. Ook kijkt de verpleegkundige naar uw lichaamsgewicht in verhouding tot uw lengte. Als er sprake is van ondervoeding is het van belang dat u wordt door verwezen naar een diëtist voor een persoonlijk advies. Ook u kunt zelf uw voedingstoestand nagaan door middel van onderstaande vragen.
Bij 3 of meer punten is begeleiding door een diëtist is gewenst. Door de lichamelijke en/of psychische gevolgen van uw ziekte en de behandeling daarvan kan uw eetlust afnemen. Wanneer u minder eet dan u nodig heeft, valt u af. Misschien bent u te zwaar en ervaart u het als positief dat u bent afgevallen. Toch kunt u bij overgewicht ook ondervoed zijn. Gewichtsverlies voor en tijdens een behandeling is niet goed voor uw conditie en herstel. Om uw gewicht en conditie op peil te houden, is het extra belangrijk om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. U kunt dan doorgaans de behandeling beter aan en heeft minder risico op complicaties zoals een infectie.
Lichaamsgewicht Het lichaamsgewicht is over het algemeen een goede maat om te zien of u voldoende energie(calorieën) haalt uit uw voeding. Een stabiel of stijgend gewicht geeft aan dat u voldoende energie binnenkrijgt. Het is daarom belangrijk om uw gewicht in de gaten te houden. Weeg uzelf bij voorkeur eenmaal per week op dezelfde weegschaal en op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Beweging Om spierweefsel op te bouwen of op peil te houden, is het ook belangrijk om dagelijks een half uur te bewegen. Bent u dit nog niet gewend? Bouw dit dan geleidelijk op. U hoeft niet aaneengesloten te bewegen. Het mogen ook meerdere wandelingen van vijf minuten zijn. Als u minder mobiel bent, is iedere vorm van lichaamsbeweging meegenomen. Vraag eventueel advies aan een fysiotherapeut.
Aanbevolen hoeveelheden voeding Als basis voor een gezonde voeding adviseren we u per dag de volgende hoeveelheden voedingsmiddelen te eten: brood
3-4 sneden
kaas
2 plakken of 40 gram
vleeswaren, beleg
2 plakken of 30 gram
melk(producten)
3 bekers/schaaltjes
vruchten(sap)
2 porties
vlees, vis, gevogelte, ei, vegetarische
100 gram
vervangers aardappelen, pasta, rijst, peulvruchten
3 stuks/opscheplepels
groenten
3 opscheplepels
boter, margarine, halvarine, olie
brood besmeren en bij bereiding warme maaltijd toevoegen
vocht
minimaal 1,5 liter (65 jaar of ouder 1,7 liter)
Voedingsklachten Wanneer u door uw ziekte of behandeling moeite met eten heeft, kunnen onderstaande adviezen hulp bieden. Adviezen bij gewichtsverlies In eerste instantie is het belangrijk dat u een gezonde basisvoeding gebruikt (zie ‘Aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen’). Als dit voor u niet mogelijk is of u valt nog steeds af ondanks deze hoeveelheden, is het belangrijk uw voeding te verrijken. Eiwit is een belangrijke bouwstof voor het lichaam. Het zorgt voor het in stand houden van onze spieren en organen. Bij ziekte is het de belangrijkste voedingsstof voor herstel. Maak daarom ruim gebruik van eiwitrijke voedingsmiddelen zoals vlees, vis, kip, ei, vegetarische vleesvervangers en noten, kaas en melkproducten. Verdeel de maaltijden over de dag. Gebruik naast drie hoofdmaaltijden ook drie tussenmaaltijden. Begin de dag met het ontbijt en neem elke twee uur een maaltijd of een tussendoortje. Bij tussendoortjes kunt u denken aan: - een schaaltje volle vla, pudding of pap - beker chocolademelk met een plak ontbijtkoek met boter/margarine - blokje kaas of worst of toastje met beleg - saucijzenbroodje, noten of huzarenslaatje Gebruik liever geen magere of halfvolle producten. Kies voor volle/volvette varianten zoals 48+ kaas en volle melkproducten. Rauwkost, soep en bouillon geven snel een vol gevoel maar bevatten weinig calorieën en eiwit. In plaats van rauwkost is gekookte groente met een klontje boter een beter alternatief. Suiker, boter/margarine, ongeklopte slagroom en crème fraîche leveren veel calorieën. Maak hier ruim gebruik van en voeg het toe aan bijvoorbeeld aardappelpuree, sauzen, vruchtenmoes, vla, yoghurt, pap, koffie en thee.
Adviezen bij misselijkheid en braken Medicijnen kunnen misselijkheid en braken verminderen of voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen altijd inneemt zoals u met uw behandelend arts hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om de medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent. Probeer voldoende te drinken, minimaal 1,5 liter. Een tekort aan vocht kan de misselijkheid verergeren. Verdeel uw voeding over de dag. Eet vaker (kleinere) porties, bijvoorbeeld elke twee uur. Een lege maag kan de misselijkheid verergeren. Eet op tijdstippen dat u minder misselijk bent, zelfs als dat ’s nachts zou zijn. Forceer het eten niet. Probeer de schade tussen de kuren in te halen. Adviezen bij smaak- en reukverandering Probeer veel verschillende producten uit. Uw smaakvoorkeur en eetlust kan per dag wisselen. Als u last heeft van overheersende etensgeuren; blijf uit de keuken als er wordt gekookt of gebruik de magnetron als u zelf kookt. Indien bepaalde voedingsmiddelen u tegenstaan, kunt u deze producten beter weglaten. Probeer het na verloop van tijd weer eens uit. Friszure voedingsmiddelen smaken vaak goed zoals fruit, yoghurt of een gevulde salade. Een goede mondverzorging kan een vieze smaak (tijdelijk) verminderen. Drink voldoende, minimaal 1,5 liter per dag. Adviezen bij vermoeidheid Wissel een broodmaaltijd af met pap, vla of yoghurt of ontbijtdrank. U kunt de warme maaltijd smeuïg maken met extra jus, saus of appelmoes. Verdeel het eten over de dag. Een klein beetje eten is minder vermoeiend dan een uitgebreide maaltijd. Probeer zo nodig wat te rusten voor de maaltijd. Gebruik zo nodig kant en klaar producten. De voedingswaarde is praktisch gelijk aan die van verse producten. Ook kunt u kiezen voor een maaltijdenservice. Adviezen bij een pijnlijke mond of keel Vermijd scherpe kruiden en specerijen. Warme dranken kunnen pijnlijk zijn en (ijs)koude kunnen verzachtend werken. Zure voedingsmiddelen zoals citrusfruit kunnen te scherp zijn. Kies uit andere vruchten(dranken) als aardbei, mango, peer en banaan. Ook koolzuurhoudende dranken kunnen een branderig gevoel geven. Romige melkproducten als pudding, vla en roomyoghurt worden over het algemeen goed verdragen. U kunt deze producten ook toevoegen aan fruit en vruchtensap. Wees voorzichtig met harde voedingsmiddelen die het mondslijmvlies kunnen beschadigen zoals harde broodjes, noten en graten en botjes uit vis en vlees. Een goede mondverzorging is erg belangrijk. Als gewone voedingsmiddelen te pijnlijk zijn, kunt u tijdelijk overgaan op gemalen of vloeibare voeding. Adviezen bij diarree Bij diarree is het beter om te blijven eten. De darmen herstellen dan sneller en bovendien blijft men in een betere voedingstoestand. Probeer niet te snel voedingsmiddelen weg te laten. Het is belangrijk om veel te drinken om het vochtverlies aan te vullen en op peil te houden. Drink minimaal 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). Hieronder vallen ook vla, soep, yoghurt en dergelijke. Door de diarree kunt u zouten verliezen. Door dagelijks wat bouillon te drinken of zoute voedingsmiddelen te gebruiken, kunt u dit verlies van zouten aanvullen. Er zijn geen stoppende voedingsmiddelen.
Voedingsvezels kunnen het vocht in de ontlasting enigszins binden. Gebruik daarom wel bruinbrood, fijn volkorenbrood, aardappelen en groente en fruit. Bij aanhoudende diarree is het verstandig contact op te nemen met uw behandelend arts.
Alternatieve voeding Tot op heden is er geen wetenschappelijk bewijs dat een aangepast dieet, eventueel aangevuld met vitamines en mineralen, kanker kan genezen of stoppen. Een andere vraag is of een bepaald dieet kwaad kan naast de reguliere medische behandeling. Meestal is het goed mogelijk om met een aanvullend of alternatief dieet uw conditie op peil te houden. In sommige situaties is het echter nodig het dieet aan te passen, zoals na een operatie of wanneer er klachten zijn ten gevolge van de chemo- of radiotherapie. U kunt hierover overleggen met uw behandelend arts of met een diëtist.
Voedingssupplementen Gebruik tijdens chemotherapie of radiotherapie geen voedingssupplementen zonder dit met uw behandelend arts en/of diëtist te bespreken. Indien u een gevarieerde voeding gebruikt (zie Aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen), krijgt u voldoende vitamines en mineralen binnen. Een supplement vervangt nooit een goede voeding. Een gezonde voeding levert nu eenmaal veel meer dan de stoffen die in voedingssupplementen voorkomen. Indien u door de ziekte of door de bijwerkingen van uw behandeling niet goed of onvoldoende kunt eten, kunnen vitamines en mineralen in de vorm van een supplement tijdelijk een nuttige aanvulling zijn. Niet alle multivitaminepreparaten zijn geschikt. Een overdosering van vitamines en mineralen kan schadelijk zijn en mogelijk zelfs een negatieve wisselwerking hebben met de behandeling of medicijnen. Op de verpakking van een voedingssupplement of in de bijsluiter kunt u lezen hoeveel vitamines het product bevat. Ook staat vermeld hoeveel procent dat is van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) en wat de aanbevolen dosering is. Een multivitaminen/mineralenpreparaat tot 100% van de ADH is over het algemeen veilig om te gebruiken naast uw normale voeding. Het gebruik van supplementen met een hoge dosering van een bepaalde voedingsstof, zoals visoliecapsules, worden tijdens chemotherapie afgeraden.
Persoonlijk advies Als u na het lezen van deze informatie graag een persoonlijk voedingsadvies wilt krijgen, bespreek dit dan met uw behandelend arts of verpleegkundige. Zij kunnen u verwijzen een diëtist.
Verwijsbeleid per ziekenhuis Sint Lucas Andreas Ziekenhuis Met behulp van de SNAQ wordt bekeken of er sprake is van ondervoeding. Indien dit het geval is dan wordt de diëtist in consult gevraagd.De diëtisten in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis zien oncologiepatiënten voor operatie, tijdens opname en op de oncologische dagbehandeling. Helaas zijn er geen poliklinische mogelijkheden.Na de behandeling kunt u indien nodig doorverwezen worden naar een 1e lijns diëtist. BovenIJ Met behulp van de SNAQ wordt bekeken of er sprake is van ondervoeding. Indien dit het geval is dan wordt de diëtist in consult gevraagd. De diëtisten in het BovenIJ zien oncologiepatiënten voor operatie, poliklinisch, tijdens opname en op de oncologische dagbehandeling. Daarnaast vraagt de arts de diëtist in consult bij voedingsvragen/voedingsproblemen indien er nog geen sprake is van ondervoeding. Na de behandeling kunt u indien nodig doorverwezen worden naar een 1 e lijns diëtist. OLVG Met behulp van de SNAQ wordt bekeken of er sprake is van ondervoeding. Indien dit het geval is dan wordt de diëtist in consult gevraagd. De diëtisten in het OLVG zien oncologiepatiënten voor operatie, poliklinisch, tijdens
opname en op de oncologische dagbehandeling. Daarnaast vraagt de arts de diëtist in consult bij voedingsvragen en/of (te verwachten) voedingsproblemen. Omdat er bij een aantal kankersoorten een groot risico bestaat op het ontwikkelen van voedingsproblemen is er in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis voor gekozen om bepaalde patiëntengroepen standaard te zien zonder dat er al sprake is van ondervoeding. Onder deze groep vallen: Slokdarmkanker Maagkanker Pancreas/alvleesklierkanker Dikke darm kanker Ovariumkanker Longkanker Meer informatie over voeding bij kanker is te vinden op: www.oncologiedietisten.nl www.voedingscentrum.nl KWF Kankerbestrijding www.voedingenkankerinfo.nl