NUMMER 2 - NOVEMBER 2006 ROTTERDAM CARTOGRAFIESTAD OVERLEVERINGEN RONDOM DE ‘BERLIN’ PAPIERTIJGERS VAN HET MMR BETROKKENHEID VAN EEN VRIEND NIEUW BESTUUR VRIENDEN ARGO KRIJGT FACELIFT
PAG.3 PAG.7 PAG.8 PAG.10 PAG.11 PAG.11
DE CORPUS CHRISTI COLLECTIE PAG. 4
VOCKAARTEN BOVEN WATER
EEN UITGAVE VAN HET MARITIEM MUSEUM ROTTERDAM
2
3
ZEEKAARTEN VAREN NAAR ROTTERDAM In de prachtige stad van ‘Inspector Morse’ hebben de VOC-kaarten driehonderd jaar verborgen gelegen.
Eindelijk! Na in spanning op de exportvergunning gewacht te hebben, neemt het Maritiem Museum de 17e eeuwse zeekaarten uit Oxford in ontvangst. Na hun reis per schip komt de Corpus Christi Collectie per speciaal transport aan in Rotterdam.
Een spannend moment: de kist met de kostbare inhoud wordt uitgepakt. De VOC-kaarten zijn weer thuis: terug op eigen bodem.
ROTTERDAM ‘CARTOGRAFIESTAD’
Voor liefhebbers van kaarten, geschiedenis en reizen zal 2007 een hoogtepunt zijn; vanaf januari zijn er in Rotterdam twee prachtige tentoonstellingen met historische VOCkaarten te zien. De ene expositie start al in november 2006 in het Maritiem Museum: ‘De schat van Corpus Christi - VOCkaarten boven water’. De andere is vanaf 27 januari te zien in de Kunsthal Rotterdam, waar een ruime selectie aquarellen en plattegronden van de zeventiende-eeuwse cartograaf Johannes Vingboons wordt gepresenteerd. Het lijkt welhaast afgesproken werk om ongeveer gelijktijdig een tentoonstelling met VOC-kaarten te maken, maar het is louter toeval. De beide exposities zullen elkaar juist aanvullen en versterken, zo denken de Kunsthal en het Maritiem. ‘In heel Europa zijn er kaartenliefhebbers die zeker een reis naar Rotterdam zullen maken om beide exposities te zien. Vandaar dat we elkaar in de communicatie zullen ondersteunen’, vertelt Mariëtte Maaskant van de Kunsthal. Beide instellingen zullen VOC-kaarten tonen, maar de exposities zijn in hun opzet zeer verschillend. Het Maritiem Museum kiest voor een moderne schatkamer, waarin het bijzondere verhaal van de recente aanwinst van de Corpus Christi Collectie wordt verteld; de herontdekte schat uit Oxford! De Kunsthal pakt groots uit en plaatst de collectie van het Nationaal Archief in een verrassend perspectief, met bijzondere bruiklenen uit het Vaticaan, de Florentijnse Biblioteca Medicea Laurenziana en foto’s van hedendaagse fotografen. Beide tentoonstellingen bieden de liefhebbers een boeiende kijk op de wereld van de VOC; in 2007 kunt u het zelf ontdekken! MF
4
5
Topstukken uit onze cartografische collectie Wereldkaart door Gerard Mercator, 1569 Eén van de drie exemplaren ter wereld Verworven in 1932 Wereldkaart door Willem Jansz. Blaeu, 1619 Het enige bekende exemplaar Verworven in 1948
Thomas Turner, ooit rector magnificus van het Corpus Christi College in Oxford, had nooit kunnen denken dat zijn nalatenschap bijna 300 jaar later in Nederland zoveel opschudding zou veroorzaken. Bij testament liet hij in 1715 dertig unieke zeekaarten na aan zijn college. In 2004 besluit het College ze af te gaan stoten. Via bankier Volkert Doeksen wordt het Maritiem Museum Rotterdam benaderd. Vanaf dat moment komen vele vragen op. Passen de kaarten wel in onze collectie? Krijgen we de benodigde fondsen bijeen? En hoe maken wij in een toekomstige expositie deze tweedimensionale voorwerpen aantrekkelijk voor publiek?
Volgens directeur Frits Loomeijer en conservator Sjoerd de Meer is de verwerving van de Corpus Christi kaarten vooral een kwestie van een zorgvuldige werkwijze, een uitstekende samenwerking tussen vele partijen én een goede timing geweest. ‘Natuurlijk ongelofelijk dat kaarten uit de VOC-tijd op die manier nog opduiken’, vinden beiden. Het Corpus Christi College wil liever niet dat hun ensemble als losse kaarten verkocht wordt. Dit komt bankier Volkert Doeksen ter ore, en zodoende ook zijn vader Gerrit, oud-bestuurslid van de Vrienden van het Maritiem Museum. Deze neemt contact op met een goede bekende, Coen Schimmelpenninck van der Oije, dan directeur van het Maritiem. En hij ruikt de kans om de kaarten als Nederlands cultureel erfgoed bijeen te houden. Onder zijn leiding vertrekt een delegatie naar Oxford om de collectie te bekijken. Vanaf dat moment ontrolt zich een spannend verhaal.
aansluiting met de –hoogstaandecartografische collectie van het Maritiem Museum. Na het bestuderen van de in prima staat verkerende perkamenten en papieren kaarten, hebben ze een ‘sterk verhaal’. ‘Bij deze VOC-kaarten uit de 17e eeuw’, vertelt Sjoerd, ‘zijn er onmiddellijk verbanden te leggen met de kaarten uit de 16e en 18e eeuw die we al in huis hebben. Bovendien zijn acht kaarten van de hand van VOC-kaartenmaker Joan Blaeu! Als je nagaat dat er wereldwijd 36 perkamenten Blaeu-kaarten zijn bewaard, dan hebben we nu in één klap een kwart daarvan in bezit’. ‘En’, vult Frits aan, ‘de kaarten sluiten perfect aan op onze missie; het verzamelen, conserveren en tonen van Nederlands maritiem erfgoed. Dit zijn goed geconserveerde meesterkaarten, uit de glorietijd van de VOC, onze nationale trots! Het kan bijna niet mooier’, geniet hij.
Sterk verhaal
Topstuk
In de stad van ‘Inspector Morse’ onderwerpen conservator Sjoerd de Meer, papierrestaurateur Marc Mokken en Frits Loomeijer, toendertijd hoofd Collecties, de kaarten aan een nauwkeurig onderzoek. Gelet wordt op de conditie van de kaarten, de uniciteit, en bovenal: de gewenste
Dan breekt een spannende tijd aan: het verwerven van de benodigde fondsen. Gelukkig blijkt de timing perfect. Voor de hand liggende partijen met mogelijk dezelfde belangstelling, zoals het Scheepvaart Museum Amsterdam, zijn op dat moment met andere financiële aanvragen bezig. Dit in
tegenstelling tot het Maritiem, dat al vrij lang geen beroep op de grote fondsen heeft gedaan. Bovendien is de mening van het museale veld eensgezind; de collectie behoort bij het Maritiem.‘Wij waren echt toe aan een topstuk’, beaamt Frits. De reactie van diverse fondsen is veelzeggend; ‘eindelijk een maritiem museum dat iets anders wil aankopen dan een schilderij met een schip’. Vanwege ons unieke verhaal dragen het Ministerie van OCW en grote nationale fondsen voor de helft bij aan het benodigde bedrag van 2,4 miljoen euro. Het resterende deel wordt gefinancierd door maritieme en regionale fondsen, bedrijven en particulieren.
Hobbel
Het verwerven van de kaarten gaat gepaard met Engels ceremonieel. Zo dineert de Rotterdamse delegatie in de eetzaal van het Oxfordse college, een ruimte waar ook Erasmus eens dineerde. Uiteindelijk tekenen Coen Schimmelpenninck van der Oije en Sir Tom Lankester, de tegenwoordige rector magnificus van het Corpus Christi College, de zogenaamde ‘letter of intent’. Daarna wacht het museum op de exportvergunning van de kaarten. ‘Dat was wel even een flinke hobbel’, erkent Frits. Nu is het de beurt aan de projectleiders Ineke van Klink en Lucie Kuijpers, om ‘van die grote platte vlakken
een sprankelende tentoonstelling te maken’.
Anders dan anders
‘Tja, zo’n tentoonstelling als deze maak je beslist niet iedere dag’, peinst Ineke. ‘Bij de meeste tentoonstellingen start je met het onderwerp, en daar zoek je de voorwerpen bij. Nu hadden we direct de objecten; de dertig kaarten van het Corpus Christi College. Maar hoe laat je die zien aan het publiek?’ Bovendien kleven aan de 17e eeuwse kaarten vele restricties bij het tentoonstellen, zoals de lichtbelasting (maximaal 50 lux per kaart!) en de beveiliging. Dit stelt paal en perk aan de mogelijkheden van de inrichting. ‘Juist omdat het zo’n unieke, grote aankoop is, zijn alle ogen op ons gericht’, aldus Ineke. ‘Het is ons paradepaardje, en voor bezoekers moet direct duidelijk zijn waarom het Maritiem Museum de kaarten wilde hebben. Deze druk voelen wij op onze schouders rusten’.
Fluisteren
Al gauw was het idee ontstaan om een schatkamer te maken voor de kaarten. ‘Maar dan geen oubollige, 17e eeuwse stijlkamer met goud en rood pluche’, griezelt Ineke. ‘Nee, dát wordt het beslist niet’, verklapt
Atlas Mayor door Joan Blaeu, 1658-1672, 10 delen Zeer zeldzame Blaeu atlas Verworven in 1953 & Wereldkaart door Joan Blaeu, 1645/1646 Het enige bekende exemplaar Verworven in 1960 Collectie Vaandrager Kaarten van Suriname, waaronder de vroegst gedrukte kaart van Suriname Verworven in 1966 Corpus Christi Collectie 17e eeuwse zeekaarten (VOC-kaarten en Engelse kopieën) Verworven in 2006
Lucie. ‘Het wordt heel modern, met veel glas en prachtige belichting. De gebruikte kleuren zijn warm en krachtig, de kaarten lijken welhaast te zweven, en er hangen speciaal gemaakte vitrines vanuit het plafond. Wat we ermee willen bereiken is, dat er een hele speciale sfeer komt te hangen, als ‘omlijsting’ van deze bijzondere kaarten. Bezoekers zullen stil vallen van verbazing, van verrassing. Ik hoop dat ze eerbieding zullen gaan fluisteren, van pure bewondering’.
Diep
Niet alleen voor kaartliefhebbers
DE CORPUS CHRISTI COLLECTIE, EEN STERK VERHAAL
6
7 wensen zij dit effect te bereiken. Zij hebben uiteenlopende bezoekers voor ogen. ‘Zo is het verhaal van de tentoonstelling ook opgebouwd’, legt Ineke uit. ‘Er zitten meerdere lagen in; in eerste instantie zie je de context van de kaarten; het gebruik en de waarde ervan in de VOC-tijd, dus het varen. Als je wat dieper kijkt, krijg je aardrijkskundige informatie, en tot slot zie je de historische en wetenschappelijke waarde ervan’. Vooral via informatie per computer kunnen bezoekers zo diep graven als ze willen.
Spanning
Het spannendste moment is de aankomst en opbouw van de speciaal vervaardigde vitrines. ‘Dit luistert verschrikkelijk nauw’, bevestigen ze. ‘Als de volgorde van opbouw niet volgens plan verloopt, valt ons hele schema als een kaartenhuis in elkaar’. Ook voelen ze de spanning of hun expositie het beoogde ‘wow-effect’ inderdaad zal hebben. Ondanks diverse proefopstellingen die gemaakt zijn, is dit lastig in te schatten. ‘Sfeer kun je nu eenmaal niet testen’, merkt Lucie droogjes op. Toch hebben ze vertrouwen dat het goed komt, want zowel de externe ontwerpers, lichtexperts en filmmakers als de interne technische ondersteuners geven hen dit gevoel. ‘We werken met een prachtteam’, besluit Ineke. MF
SPEUREN NAAR OVERLEVERINGEN RONDOM DE ‘BERLIN’ Het ligt voor de hand om in 2007 een tentoonstelling te wijden aan de ondergang van de ‘Berlin’. Deze scheepsramp bij Hoek van Holland vond 100 jaar geleden plaats, op 21 februari 1907. Het is de grootste scheepsramp bij de Nederlandse kust in de 20e eeuw. De vraag is: hoe maak je een tentoonstelling over een onderwerp waarvan weinig authentieke voorwerpen bewaard zijn gebleven? Wie kennisneemt van de ramp met de ‘Berlin’, raakt direct geboeid door het menselijk drama dat zich afspeelt tijdens noodweer en -notabene- in het zicht van de haven! Nadat het schip in tweeën breekt, spoelen de eerste dag tientallen lijken aan. De tweede dag proberen redders tevergeefs enkele opvarenden van het schip te halen. Pas de derde dag lukt het om de laatste overlevenden aan wal te krijgen. Slechts vijftien van de ruim 140 opvarenden zijn uiteindelijk gered. Ondanks het gebrek aan objecten, wil het MMR uitgebreid onderzoek doen naar de haalbaarheid van deze
tentoonstelling. Een tentoonstelling waarbij niet de voorwerpen, maar de verhalen de boventoon voeren, en de beleving van de ramp centraal staat. Verhalen over de slachtoffers, de redders, de journalisten en de ‘schuldigen’. Vragen komen op als: heeft de kapitein een fout gemaakt? Wie waren er aan boord? Zijn de familieleden nog in leven? Op basis van overlijdensaktes en enkele losse bemanningsen passagierslijsten start het onderzoek. Veel van de bemanningsleden blijken uit Harwich te komen, en een groot deel van de passagiers uit Berlijn. Namen en overlijdensdata zijn nagetrokken, tot op kerkhoven aan toe! Nabestaanden van de opvarenden komen boven water. Het zijn de kleinkinderen of achterkleinkinderen. Zij vertellen ons over het leven van hun opa of oma. Zodoende duiken we in het verleden van de opvarenden: de zangers en zangeressen van de Duitse Winter Opera, de befaamde autofabrikant Spijker, een Engelse diplomaat en de bemanningsleden. Daarnaast stuiten we op een authentieke Engelse documentaire over de ramp, gemaakt in 1907. En we constateren dat deze ramp de veiligheid op zee
VAREN NAAR MEKKA - DE REIS VAN JE LEVEN Op 22 september jl. is de tentoonstelling ‘Varen naar Mekka’ onder grote publieke belangstelling geopend. Vol enthousiasme vertelt Andrea Kieskamp, projectleider van deze tentoonstelling, hoe en waarom het Maritiem Museum aan dit onderwerp begon.
De aanleiding was de vondst van brochures voor de werving van pelgrims: een oproep om mee te varen met de HollandAfrika lijn, een vrachtverbinding tussen Mombassa, Zanzibar en Jeddah. De onbekendheid met dit maritiemhistorische gegeven vereiste meer onderzoek. Dit leverde verrassende resultaten op. Het bleek dat Nederland een aanzienlijke rol speelde bij de passagiersvaart naar Mekka. Na de opkomst van de stoomvaart en de opening van het Suez-kanaal, zetten Nederlanders vrachtschepen in om de toenemende stroom van pelgrims vanuit Marokko, Turkije, Indonesië
en Suriname te vervoeren. Dit leverde schrijnende, maar ook fascinerende, menselijke verhalen op. Het museum kiest bewust voor het tonen van deze verhalen, zodat bezoekers kunnen ervaren hoe belangrijk de reis naar Mekka voor pelgrims is. Zo is er bijvoorbeeld een gedroogde bloem te zien uit Mekka, in 1956 door een echtpaar meegebracht en gekoesterd. Een ontroerend, persoonlijk souvenir. Nog altijd nemen pelgrims souvenirs uit Mekka mee; op de website van het Maritiem kunnen zij hun foto’s en persoonlijke reisverhalen kwijt!
onder de aandacht brengt bij het Nederlandse volk. Prins Hendrik heeft hier sterk aan bijgedragen.
Achtersteven van de ‘Berlin’
Al ons speurwerk levert een ‘kast vol verhalen’ op; aangrijpende, persoonlijke verhalen over leven en dood. Ten slotte zijn deze verhalen onze ‘objecten’ geworden. Vanaf 24 maart 2007 krijgt iedereen opnieuw kippenvel van de ramp met de ‘Berlin’.
Kapitein Precious. Hij overleefde de ramp niet.
WH en MTK
De tentoonstelling voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de geschiedschrijving van de Nederlandse scheepvaart. Het museum richt zich hiermee op zowel bestaande als nieuwe publieksgroepen. ‘Varen naar Mekka’ toont de veelzijdigheid van het museum, waardoor mensen uit brede lagen van de bevolking worden aangesproken. ThT Wethouder Orhan Kaya bekijkt de expositie
8
9
DE PAPIERTIJGERS VAN HET MARITIEM MUSEUM
van links naar rechts: P. Schadee J. van den Berg E. Hogerbrugge en J. Sluys
AGENDA
Evenementen voor Vrienden van het museum
Betreft periode: november 2006 – april 2007
Vier heren zijn het. Vier heren met ieder een druk, boeiend en maritiem leven achter zich. Maar ook met minstens 200 jaar werk voor de boeg. Dat zou bijna iedereen afschrikken, maar niet Joop van den Berg, Ernst Hogerbrugge, Jan Sluys en Piet Schadee. Iedere week zijn ze als vrijwilliger een of twee dagen te vinden in de depots van het museum. Hun werk: het opschonen en registreren van vele tienduizenden scheepsbouwkundige tekeningen. Joop van den Berg is wat MMR
‘dienstjaren’ betreft, de nestor van het kwartet. Na een loopbaan in de Rotterdamse bevrachtingswereld, onder meer bij Müller & Co, monsterde hij in 2001 aan bij het museum. De aanleiding was een gesprek met assistent-conservator Kees van Putten, die hij kende van de avondcolleges zeegeschiedenis in Leiden.
Jan Sluys kreeg het scheeps-
bouwvak met de paplepel ingegoten. Zijn vader was jarenlang lid van het directieteam van de RDM en
het Rijn Schelde Verolme concern. Als ingenieur werktuigbouwkunde maakte hij zowel de bloeiperiode als het uiteenvallen van de grote scheepsbouw mee. Eerst bij Piet Smit, RDM dochter Nieuwe Waterweg, de RDM zélf en ten slotte het spraakmakende Walrusproject. ‘Via Ernst Hogerbrugge kwam ik hier terecht’, vertelt hij. Oud-HAL stuurman Ernst Hogerbrugge was o.a. hoofd Algemene Zaken bij de RDM en vanaf 1978 hoofd Beveiliging van het Walrusproject. Vanaf 1983 bemoeit hij zich met het immense Rotterdamse scheepsbouwarchief. In dat jaar redde hij, samen met het Gemeente Archief Rotterdam en het Maritiem Museum, de eerste 200 meter archief en vele duizenden technische tekeningen. Daarna volgden tienduizenden foto’s, honderden dozen correspondentie, het oorlogsarchief, en nog veel meer… Vanaf september 2002 ging hij, samen met oud-collega Jan Sluys, aan de slag om de vele tienduizenden RDM tekeningen te schonen. Die klus is inmiddels geklaard. Bij hen vergeleken is Piet Schadee, begonnen in januari dit jaar, een debutant, maar wel eentje met een zware scheepsbouwbagage.
Als jongen van Zuid begon hij in zijn ‘ketelpakkie’ bij Wilton. Piet maakte vervolgens een veelzijdige carrière. Op de tekenkamer van de RDM werkte hij aan het ontwerp van het ss Rotterdam. Bij het ontwerpbureau Groenendijk Soetermeer zat hij vooral in de kust- en binnenvaart. Werkzaam bij de reparatieafdeling van de VNS leerde hij talloze werven in binnenen buitenland goed kennen. De overgang naar Lloyd’s Register waar hij surveyor werd, was dan ook een logische stap. Joop, Jan, Ernst en Piet vreten zich als het ware door bergen papier heen. Hun inzet leidt onherroepelijk tot de de vraag waarom iemand vrijwillig dit fysiek zware werk doet, in een koele depotruimte zonder daglicht. ‘Het plezier moet je uit jezelf halen’ zegt Joop. ‘Het is vooral de herkenning; tekeningen van Nigoco-schepen bijvoorbeeld. Daar heb ik zelf gewerkt. Dat is leuk’. De anderen beamen dat. ’Toch is het voor ons een beetje tegennatuurlijk’, sluit Piet Sluys af met een knipoog. In ons werk moest alles altijd gisteren klaar. Hier praten we over een deadline van 200 jaar. Dat is wel even wennen…’ FL
Datum
Activiteit
Locatie
Voor wie?
Vr 17 november 2006
Opening Tentoonstelling ‘Schat van Corpus Christi - VOC-kaarten boven water’ door ZKH de Prins van Oranje.
Maritiem Museum
Genodigden & Vrienden
Wo. 22 november 2006
Speciale bijeenkomst over cartografie en de Corpus Christi kaarten
Tentoonstelling ‘Schat van Corpus Christi’ in MMR
Exclusief voor Vrienden
Di 12 december 2006
Presentatie fotograaf Claudio Cambon over de tentoonstelling GESLOOPT !
Expositie Gesloopt! In MMR
Exclusief voor Vrienden
Ma 15 januari 2007
Speciale openstelling en lezing Corpus Christi Collectie
Maritiem Museum
Aanbieding vaste klanten NS
Za 10 februari 2007
Depotdag Vrienden, met rondleidingen en een afsluitende borrel
Depot Maritiem Museum & museumschip Buffel
Exclusief voor Vrienden
Wo 21 februari 2007
Symposium m.b.t. scheepsramp de ‘Berlin’
Maritiem Museum
Vrienden & belangstellenden
Vr 23 maart 2007
Opening tentoonstelling over de Maritiem Museum scheepsramp met de ‘Berlin’
Genodigden & Vrienden
* Bent u nog geen Vriend van het Maritiem Museum of heeft u belangstelling voor bovenstaande activiteiten? Neem dan contact op met het Museum of mail naar
[email protected]. Pret op recept, een van de vele activiteiten in het museum.
10
11
NIEUW BESTUUR NEEMT DE WACHT OVER Van links naar rechts P. Zwolsman R. Schulze R. Eichelsheim T. Tierolff C. SchimmelpenninckM. Sprenger
Gerrit Doeksen in een traditionele Engelse punt op de River Isis in Oxford.
DE BETROKKENHEID VAN EEN VRIEND Waarom zet iemand zich persoonlijk in om ervoor te zorgen dat het museum een ‘Schat’ binnen kan halen? Gerrit Doeksen, onder meer oud-(vice)voorzitter van de Vrienden, oud-voorzitter van Scheepvaart Vereniging Zuid en oud-ceo van Internatio Müller is de juiste man aan wie die vraag gesteld kan worden. Hij en zijn zoon Volkert tipten het museum over de Corpus Christi Collectie. Hij zorgde er vervolgens voor dat meer dan een kwart van de totale projectbegroting gedekt kon worden uit bijdragen van bedrijven en vooral van particuliere sponsoren. ‘Wanneer je tegen iets aanloopt dat zo zeldzaam
en boeiend is als de Corpus Christi Collectie, dan ga je ervoor sjouwen’, zegt Gerrit Doeksen desgevraagd. ‘De vakmensen van het museum bevestigden wat wij al vermoedden, namelijk: dit is uniek, dit moet terug naar Nederland en vanuit die wetenschap hebben wij vanzelfsprekend ons steentje bijgedragen. Dat is allemaal prachtig gelukt en dat is niet alleen belangrijk voor het museum, het was ook erg plezierig om samen te werken’. Hierop past vanuit het museum alleen maar een diep gemeend: Gerrit en Volkert, zeer bedankt. FL
De Algemene Ledenvergadering heeft op 10 oktober j.l. een nieuw bestuur gekozen. Allereerst namen de leden afscheid van het oude. Met name voorzitter Fred Busker en vice-voorzitter Meinard Sprenger kregen lof toegezwaaid voor het vele werk dat zij in de afgelopen jaren voor de vereniging hebben verzet. In het bestuur hebben de volgende leden zitting genomen: René Eichelsheim (voorzitter), Arie
DE ‘ARGO’ KRIJGT FACE-LIFT
P. van Grevenstein W. Boer F. Loomeijer
F. van Hamburg F. Busker S. van der Meij
Aalbers (vice-voorzitter) en René Schulze (secretaris). Marien Solleveld blijft in zijn functie van penningmeester en Paul Zwolsman blijft op zijn plek als bestuurslid. De leden van de Vereniging zijn op 10 oktober ook akkoord gegaan met het plan ‘De koers bijgesteld - Opzet voor een vitaal en duurzaam vriendenbeleid’, waarin de uitgangspunten voor een toekomstig beleid zijn geformuleerd. Meinard Sprenger schreef
de contouren van dit plan. Vervolgens werkte een kerngroep van leden van het oude en nieuwe bestuur het plan verder uit, samen met de directie van het museum.
Jacob Vermaas (1834 – ca 1882) schildert rond 1860 de ‘Argo’, zeilend aan de wind in ruw weer. De ‘Argo’ is de eerste viermastschoener die onder Nederlandse vlag vaart. Het schip, gebouwd bij de werf Rotterdams Welvaren door P.H. Kortlandt, komt in 1854 in de vaart voor rederij Anthony van Hoboken & Zonen te Rotterdam.
Het schilderij van Vermaas is een dame op leeftijd en met de tijd komen gebreken! De conditie van het doek is niet best: vuil, deukjes en scheurtjes in het doek, slappe spanning op het spieraam en bovenal een zwaar verkleurde vernislaag. In plaats van lichtroze, blauwe en groene kleurnuances zien we nu een bijna oranje schip. Zo zal Vermaas het nooit bedoeld hebben! De Vrienden van het Maritiem Museum zullen de restauratie financieren en dankzij dit gulle gebaar is restauratrice Caroline van der Elst volop aan het werk. Zodra de ‘Argo’ weer goed in zijn vel zit, mag u het komen bewonderen.
Aan het nieuwe bestuur is het nu de taak om deze toekomstplannen uit te voeren. Een van de prioriteiten: groei en verjonging van het huidige (ruim 700 leden tellende) ledenbestand. Kersverse voorzitter René Eichelsheim licht toe: ‘het komt vooral neer op betrokkenheid en enthousiasme van de leden’. Aan enthousiasme schortte het niet
IBJ
M. Solleveld C. van Gent A. Dijkhuizen
J. Bronder A. Aalbers J. Ruys
tijdens de vergadering. Zeker niet toen René Eichelsheim het eerste exemplaar van het boek ‘Schatten van Nedlloyd’, geschreven door conservator Irene Jacbs, met gevoel voor symboliek, overhandigde aan Maarten van der Giessen. Maarten, 28 jaar oud en telg uit een bekend scheepsbouwgeslacht, was ‘gespot’ door het nieuwe bestuur als het laatst ingeschreven en dus ‘jongste’ lid van de Vrienden. Hierna reikte directeur Frits Loomeijer een tweede ‘eerste exemplaar’ uit aan Paul Zwolsman. Naast bestuurder van de Vrienden is hij secretaris van de Stichting Kunstbezit Nedlloyd. Zodoende speelde hij een belangrijke rol bij het bruikleen van de Nedlloyd collectie aan het MMR en de uitbreiding van het museum in 2004. ‘Ik ben blij dat we iets terug kunnen geven nadat wij als museum zoveel hebben gekregen’, aldus Loomeijer. In een eerdere ledenvergadering werd aangedrongen op een duidelijk aanspreekpunt voor de leden. De nieuwe secretaris, René Schulze, heeft deze taak op zich genomen. Naast zijn bestuurlijk werk is hij dikwijls in het museum te vinden, waar hij ook rondleidingen verzorgt. René Schulze is te bereiken op telefoon: (0180)513244 of e-mail
[email protected] FL
12
VOOR U GELEZEN
COLOFON
Een instelling die de gedachte aan de Tweede Wereldoorlog levendig houdt, is het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam. Hier was in 2006 de tentoonstelling ‘Varen in oorlogstijd, rond de wereld en in Indië’ te zien. De basis van deze tentoonstelling was het in september 2006 verschenen boek van Frans Luidinga getiteld ‘Varen rond de wereld in oorlogstijd’. In dit boek geeft Luidinga een persoonlijk verslag van het korte leven van de Rotterdamse zeeman Jop Dutilh. Het boek bestaat uit drie delen: de vroege jeugd van Dutilh en zijn studie in Amerika, zijn wereldomzeiling aan boord van de zeilschoener ‘Yankee’ en als laatste zijn carrière als stuurman bij de koopvaardij. Het deel over de reis met de ‘Yankee’ beslaat veruit het grootste deel van het boek. Het dagboek dat Jop gedurende deze reis heeft bijgehouden is hierin integraal opgenomen en beslaat de periode van oktober 1939 tot april 1941. In het derde deel lezen we hoe Jop aanmonstert bij de Rotterdamsche Lloyd, eerst als stuurmansleerling en later als vierde stuurman, en zijn ondergang met het s.s. ‘Garoet’, dat in juni 1944 door de Duitse ‘U 181’ in de Indische Oceaan werd getorpedeerd. Dit aangrijpende en van fraaie, persoonlijke illustraties voorziene boek is boeiend om te lezen. Luidinga maakte gebruik van een honderdtal brieven die Jop geschreven heeft en diverse bronnen. Het boek is een monument voor de omgekomen oorlogsslachtoffers bij de koopvaardij.
MM Journaal is een uitgave van het Maritiem Museum Rotterdam en de Vereniging Vrienden van het Maritiem Museum Rotterdam. Redactie: Marina Fidder, Marie-Thérèse Konsten, Thomas Tierolff Aan deze uitgave werkten mee: Ron Brand, Marina Fidder, Wouter Heijveld, Andrea Kieskamp, Marcel Kroon, Ineke van Klink, Marie-Thérèse Konsten, Lucie Kuijpers, Frits Loomeijer, Sjoerd de Meer, Thomas Tierolff, Illustraties: Foto-archief Maritiem Museum Rotterdam, Collectie Corpus Christi College Oxford, Fred Ernst, Jean Korff, Rick Keus.
Frans Luidinga, ‘Varen rond de wereld in oorlogstijd: de reizen van Jop Dutilh [1919-1944] met de schoener Yankee, en de schepen Kota Gede, Weltevreden en Garoet van de Rotterdamsche Lloyd’ (Zutphen : Walburg Pers, 2006. ISBN 905730-428-7, gebonden, prijs € 49,50)
MK
Vormgeving: Marinus de Rooij Redactie-adres: Postbus 988, 3000 AZ Rotterdam Leuvehaven 1 Rotterdam - centrum Tel. (010) 402 92 49 Fax (010) 413 73 42 E-mail:
[email protected] ISSN 1569-3384
FACTS & FIGURES Eerste dokking Droogdok Hellevoetsluis
Op 13 september 1806 vond de eerste dokking in het droogdok van Hellevoetsluis plaats. Het oorlogsfregat ‘Euridice’ voer als eerste schip het droogdok binnen. Jan Blanken Jansz. (1755-1838) is de ontwerper van dit dok. In 1798 startte de bouw. In 1806 was het voorste deel, het kieldok, gereed. Door gebrek aan financiën konden de werkzaamheden pas in 1820 weer worden hervat. Uiteindelijk, in 1825, werd het werk voltooid. Zie ook: www.droogdok.nl
Museumgebouw 20 jaar jong
Op 6 november 1986 opende het Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’ zijn deuren na een jarenlange afwezigheid voor het publiek. Inmiddels is de naam gewijzigd in Maritiem Museum Rotterdam. Na de opening is er heel wat aan het pand gesleuteld en gebouwd.
400 jaar Michiel de Ruyter
De grootste Nederlandse zeeheld werd op 24 maart 1607 in Vlissingen geboren. In 2004 eindigde hij op de zevende plaats in de verkiezing van Grootste Nederlander. De Ruyter had een succesvolle loopbaan en boekte vele overwinningen in zeeslagen. Hij beschikte over moed en vechtlust, en had inzicht in vloottactiek en strategie. Zonder De Ruyter was de Gouden Eeuw voor Nederland niet zo succesvol geweest. Hij overleed op 29 april 1676 in de Baai van Syracuse aan boord van het vlaggenschip ‘Eendracht’, nadat hij tijdens de Slag bij de Etna gewond was geraakt. Zie ook: www.deruyter.org RB/MK