Pé Mühren, als een dijk boven water Noem de achternaam Mühren en menig Nederlander zal daarbij direct denken aan FC Volendam. De Volendamse broers Arnold en Gerrie Mühren verwierven nationale en internationale bekendheid met hun prestaties op het voetbalveld. Maar ook langs het speelveld schopte een lid van de familie Mühren het tot Nederlandse faam. Maar liefst 59 jaar lang klonk de stem van Pé Mühren bij de thuiswedstrijden van de Volendam door het stadion. Lees het verhaal van deze bekendste stadionspeaker van Nederland en vooral unieke Volendammer.
Jeugd Op 29 juni 1915 zien twee nieuwe Mührens in Volendam het levenslicht. Pé en Jan Mühren zijn een eeneiige tweeling. Het is een drukte van belang in huize Mühren, Pé en Jan hadden maar liefst 12 broertjes en zusjes. Ondanks de goede baan van hun vader die hoofdonderwijzer was leefde het grote gezin in armoede. Pé Mühren wilde het liefst beroepsartiest worden, in de muziek of op het toneel. Zijn ouders zagen dat niet zitten, zij zagen zoals veel families in het katholieke dorp hun zoon meer bestemd voor de missie. In die tijd werden missionarissen naar Afrika gestuurd om het volk te bekeren tot het katholieke geloof. Maar na twee jaar vindt Pé het werk als priester toch niet voor hem weggelegd en gaat een tijd als secretaris op de school van zijn vader werken. Daar leert hij de Nederlandse taal tot in perfectie, iets dat de belangrijke basis legde voor het schrijven vele columns, gedichten, toneel- en muziekstukken. Voor de tweede wereldoorlog was hij o.a. ook nog in Enkhuizen werkzaam als knechtje van een banketbakker.
Natuurlijk ontkomt Pé er als Volendamse jongen er niet aan om te gaan voetballen, maar heel talentvol was hij volgens eigen zeggen niet: “Ik was razend snel zonder bal maar verder kon ik niets.” Toen hij op een dag flink geblesseerd raakte hing hij zijn voetbalschoenen dan ook direct aan de wilgen. Omdat zijn vader al jarenlang secretaris en later voorzitter van de plaatselijke voetbalclub was bleef Pé Mühren door het assisteren van zijn vader bij het Volendamse voetbal betrokken.
Heimwee Pé Mühren wordt van knecht in de banketbakkerij uiteindelijk zelf ook banketbakker. Maar hierbij voelt hij zich niet echt gelukkig, hij omschreef die periode dan ook als 10 rampzalige jaren. Een aantal andere baantjes volgden. Hij werd controleur op een koperwarenfabriek, etaleur in een manufacturenzaak en hij werkte een periode op het kantoor van zijn broer Arnold.
Ondanks dat hij in zijn jeugd het werk van zijn vader als onderwijzer zelf niet ambieerde gaat hij toch in op het verzoek om vormingleider te worden op een ‘Levensschool’. Ondanks dat hij tegen de 50 jaar loopt gaat hij daarvoor 3 jaar studeren in Den Bosch. Eén dag per week reisde hij daarvoor naar de Brabantse stad. Maar dat ging niet gemakkelijk, Pé was verknocht aan Volendam elke reis naar het zuiden ging dan ook gepaard met vreselijk veel heimwee. Hij kon gewoonweg niet zonder het dorp Zijn hele leven bezat hij ook geen auto: “Een brommer is genoeg voor het dorp.” Op zijn 61e werd hij afgekeurd voor het werk als vormingsleider, daar was hij zeker niet rouwig om. Hij kreeg steeds meer moeite met de mentaliteit van de jeugd.
Pé Mühren trouwt met Gaartje de Boer, met haar sticht hij een groot gezin. Samen krijgen ze vier zonen en vier dochters. Zoon Arnold werd bekend als de bassist van de Cats en met zijn muziekstudio in Volendam. Daar nam menig bekend artiest zijn of haar cd op. Het schrijvers talent erfde Arnold duidelijk van zijn vader want o.a. de hits 'One Way Wind' en ‘Why’ kwamen van zijn hand. Waar de kinderen van Pé Mühren dus carrière maakte in de showbusiness bleken de kinderen van tweelingbroer Jan juist weer een groot talent te hebben voor sport. Arnold en Gerrie Mühren schopten het o.a.
tot het eerste team van Volendam, Ajax en het Nederlands elftal. De naam Mühren zal daardoor voor altijd, zowel naast als op het veld, onlosmakelijk verbonden zijn aan de voetbalclub Volendam.
Typemachine Naast zijn voetbal en het kerkkoor heeft Pé Mühren één andere grote passie, schrijven voor toneel. Pé schrijft talloze toneelstukken, opera’s, cabaret en revu voorstellingen. Voor het toneelstuk ‘M’n huis in m’n cel’ verdiend hij een nationale prijs. Ook schrijft hij voor TV. Zoals voor het KRO programma ‘De Klok heit 9’. Ook in het Noordhollands Dagblad heeft Pé jarenlang een eigen kolom 'Als een dijk boven water'. Het schrijven gaat hem volgens zichzelf erg makkelijk af, hij is helemaal in zijn element achter de typemachine. “Een toneelstuk kost mij ongeveer een week. Ik heb een sterk beeldend vermogen. Daar mag ik niet trots op zijn, dat heb ik gekregen. Alleen de ontwikkeling van mijn talenten komt voor mijn rekening. Dat is nog een wijze les van mijn vader. 'Doe je plicht voor de gemeenschap en verwacht geen dank', zei hij altijd.”
Dat inzetten voor de gemeenschap doet Pé Mühren om indrukwekkende wijze, want naast al zijn hobby’s is hij ook nog eens voorzitter van de Invalidenvereniging, secretaris van de Stichting Gezinsvervangend Tehuis en zit hij in het comité Ouden van Dagen. Waarom hij zo geliefd is in het dorp Volendam heeft dan ook geen verdere uitleg nodig.
Een gedicht en dan de opstellingen Pé’s vader ‘Meester’ Mühren is jarenlang in bestuursfuncties bij de voetbalclub in Volendam betrokken. Toen Volendam in 1937 uitkwam in de katholieke afdeling van het Nederlandse voetbal wilden bestuursleden de kampioenswedstrijden extra cachet geven. Daarom werd een speaker gezocht. Mühren senior vroeg zijn zoon Pé die al improviserend zijn werkzaamheden begon. “De installatie stelde die eerste jaren niks voor. Bij windstil weer droeg het geluid maar twintig meter ver.” aldus Pé Mühren zelf over zijn beginperiode als speaker.
Pé, die ook een periode onderdeel uitmaakte van het bestuur van de club ontwikkelt een stijl van omroepen die bij geen andere voetbalclub te horen was. Bij elke thuiswedstrijd is hij anderhalf uur van te voren aanwezig om de muziek te starten. Enkele minuten voor aanvang droeg hij dan een gedicht (zelf sprak hij liever van een rijmpje) voor over de tegenstander van die dag. Zoals op 21 januari 1996 voor het duel met Feyenoord. Arie Haan was op dat moment trainer van de Rotterdammers en had even daarvoor oud internationals Rob Witsche en Regi Blinker uit de A-selectie gezet, FC Volendam bungelde onderaan in de eredivisie:
De Haan jaagt in het kippenhok twee kippen van zijn toom op stok, 't zijn Rob Witschge en Regi Blinker, 't wordt voor die twee nu wel wat linker, Feyenoord staat, o welk een straf, wel 20 punt van Ajax af, maar troost u, wij zijn ook niet aan het stunten, wij staan op 38 punten, dat is wel eventjes wat meer, en dan gaan we in de weer, en dan is 't voor ons te hopen, dat wij wat puntjes in gaan lopen. Maar mocht de Haan geen koning kraaien, dan zal er morgen in De Kuip wat zwaaien. Na zijn gedicht volgden altijd de opstellingen van beide teams. In de rust had hij zijn vaste rubrieken als gevonden voorwerpen en zoekgeraakte kinderen. Hij lied de zoekgeraakte ventjes dan zelf aan het woord. Zo schalde dikwijls “Ome Jan, ik ben hier” door het stadion. Het geweldige gevoel voor humor waarmee hij zijn werk doet maakt Pé Mühren enorm populair bij voetballiefhebbend Nederland, er zijn zelfs bezoekers aan de wedstrijden die speciaal komen om Pé een keer door de geluidsinstallatie van het stadion te kunnen horen.
Pé heeft ook het hart op de tong, als het stadion van Volendam de naam Veronica stadion krijgt laat hij dan ook weten eigenlijk niets met dat
‘commerciële gedoe’ te hebben, hij weigert dan ook de gesponsorde naam van het stadion om te roepen, al weet hij ook wel dat het profvoetbal niet meer zonder sponsoren kan. Het gebeurde zo nu en dan ook dat Pé tijdens de wedstrijd vergat zijn microfoon uit te zetten, zodat het hele stadion kon meegenieten van zijn gemopper over het ziekenhuisvoetbal van ‘zijn’ cluppie. Na de nieuwbouw van de eretribune steekt hij zijn mening ook niet onder stoelen of banken “Het nieuwe stadion is gebouwd door een architect die volgens mij geen verstand heeft van voetbal. Mijn geluidscabine is bij de cornervlag en ik moet met een verrekijker de wedstrijd volgen. Eigenlijk is dat geen doen.”
Maar liefst 59 jaar lang is de Volendammer de stadionspeaker en PR man van de dorpsclub, de laatste jaren werd hij steevast door twee man geassisteerd, één van hen is meestal zijn zoon Henk, verantwoordelijk voor de techniek. Ook tweelingbroer Jan is vaak in de geluidscabine present, hij bedient de telefoon voor de scoringsdienst. In al die jaren miste Pé maar twee thuiswedstrijden, één keer omdat hij in het ziekenhuis lag voor een pacemaker en een keer vanwege een prostaat operatie. Bij die laatste keer verving zijn zoon Kees hem in de stijl door in het stadion om te roepen dat de loodgieter bezig was de waterleiding van Pé te repareren.
Jongens stop daar toch mee De tal van humoristische omroepen die Pé Mühren tijdens de wedstrijden deed maakte hem in heel Nederland bekend, veel supporters uit die tijd kunnen dan ook zo enkele bijzondere momenten herinneren. Je zou er met gemak een boek mee kunnen vullen.
In 1994 speelt FC Volendam een ‘thuiswedstrijd’ in het Olympisch Stadion tegen Ajax. Ondanks dat de Amsterdammers vele malen beter zijn steelt FC Volendam door een doelpunt van Arie Opdam de overwinning. Pé Mühren kan het vervolgens door de speakers niet laten Ajax trainer Louis van Gaal even te pesten: “Nu weet je hoe het moet, Louis. Maak je niet ongerust jongen, jij komt er ook wel.' Het publiek dat FC Volendam 90 minuten lang in de verdrukking had zien staan gierde het vervolgens uit van het lachen. Bij het oplezen van de namen van de spelers strooide hij met spitsvondigheden: Met nummer 4, Frank Verlaat! Mooi op tijd, jochie…. en spreekt hij bij een goal van Alex Pastoor steevast van een gezegend doelpunt. Dat hij niet blij is met de tegendoelpunten die FC Volendam te verwerken krijgt laat hij in een duel met Ajax ook horen: “Tot mijn grote spijt moet ik u meedelen dat Johan Cruyff zojuist voor 0-2 heeft gezorgd.”
De humor van Pé Mühren blijkt ook vaak erg functioneel, zo zorgde zijn ingrijpen in de jaren 70 tijdens de wedstrijd Volendam-PSV er voor dat een dreigende rel in de kiem smoorde. Jaap Jonk kreeg het rood voorgehouden na een overtreding tegen Gerry Deykers, woedende supporters rukten op in de richting van scheidsrechter Jonker, maar op dat moment kwam Pé Mühren in actie. Bloedserieus klonk de stem van Pé door de speakers: “De hoofdprijs in de loterij, de fiets, is gevallen op nummer...” De spanning vloeide weg, de verbeten trekken op de gezichten van de supporters maakten plaats voor een milde glimlach, de wedstrijd kon zonder problemen voortgezet worden.
De harde kernen van Ajax, FC Den Haag en FC Utrecht waren erg berucht, waar andere voetbalclubs hele pelotons ME nodig had om de supporters in bedwang te houden had Volendam aan één stadionspeaker genoeg. Toen de bezoekers uit Utrecht bezig waren een hek te slopen klonk het droogjes door de speakers: “Jongens stop daar toch mee, dat hek past toch nooit bij jullie in de bus”. De verbaasde vandalen in het uitvak lieten vervolgens het hek met rust.
Ook de Amsterdamse F-Side kon niet van de hekwerken rond het uitvak afblijven, ook hier werden de agressieve fans met humor verslagen. Vanuit
zijn commentaarhokje vroeg hij de supporters onmiddellijk te stoppen met het slopen van het hek rond het veld omdat anders de spelers zouden ontsnappen. Ook de vandalen uit Den Haag spreekt hij op de zelfde wijze toe: “Jongens, doe dat nou in de buurt van je eigen stad, dan hoef je minder ver te sjouwen."
De Volendammer lijkt invloed te hebben op de wedstrijden van zijn club. Pé Mühren werd dan ook wel eens gekscherend de ‘non playing captain’ van Volendam genoemd. Oud scheidsrechter Mario van der Ende kan over zo’n moment meepraten. In de jaren 90 leidt hij de wedstrijd Volendam-VVV dat op 1-1 lijkt te eindigen. Voor de thuisclub is een punt voldoende om nog een seizoen eredivisie veilig te stellen. De Volendammers staan wel flink onder druk, de spelers smeken de arbiter dan ook de wedstrijd af te fluiten als de klok 90 minuten aangeeft. Van der Ende kijkt op zijn horloge en laat weten dat er nog drie minuten extra tijd bijgetrokken moet worden. Pingpong klinkt het dan opeens door de speakers van het stadion gevolgd door de stem van Pé Mühren: “Als nu de scheidsrechter even wil luisteren. We hebben dat puntje vandaag hard nodig. Als u nu wil fluiten zullen wij u eeuwig dankbij blijven. Denkt u alsjeblieft ook aan onze gasten die nog ruim twee uur in de bus moeten zitten en aan hun buschauffeur die mij net vertelde dat hij vanavond nog naar een verjaardag moet. En bovendien begint het warme buffet dat inmiddels staat opgediend, in onze fraaie sponsorlounge, al aardig af te koelen. Dank u voor het begrip….” Mario van der Ende lijkt niet gevoelig te zijn voor de oproep en laat doorspelen maar laat later wel weten nooit meer de laatste tweeënhalve minuut van een wedstrijd met zo’n enorme glimlach te hebben rondgelopen.
De Heen en Weer Eén van Pé Mührens hoogtepunten van zijn speakertijd vond hij zelf de reportage in Brunssum. Op 3 mei 1959 speelde FC Volendam daar z’n kampioenswedstrijd tegen Limburgia. De Volkskrant had er voor gezorgd dat Pé Mühren in de Limburg telefonisch verslag kon doen van de wedstrijd. In de AMVO zaten zeker 800 man naar dat verslag te luisteren. De hele zaal stond al na twee minuten voetbal op zijn kop toen Pé Mühren door de telefoon gilde dat de Volendammers op voorsprong waren gekomen. Uiteindelijk won Volendam met grote overmacht, 1-4. De eerste promotie naar de eredivisie was een feit. De spelers gingen die zelfde avond nog op de botter over de dijk. De botter dankt zijn naam aan Pé Mühren, hij bedacht later de naam ‘de Heen-en-Weer’.
Jongens daar gaat ie Tijdens de Tweede was er voor Pé Mühren vrijwel niks te doen. Veel voetballers waren ondergedoken. In het begin was er zo nu en dan nog wel een voetbalwedstrijd, maar later lag de hele zaak stil. Toch ontstaat tijdens de oorlog wel de basis voor het clublied van de voetbalclub Volendam. Van broer Jan mocht Pé niet mee helpen in het verzet, Pé zou daarvoor niet hard genoeg zijn. Maar samen maakten ze wel een strijdlied voor de binnenlandse strijdkrachten die zich verzette tegen de bezetters. Jan schreef de muziek, Pé de tekst. Na de oorlog maakte Jan een nieuwe tekst op deze melodie. Sindsdien is het ‘Jongens daar gaat ie’ het clublied van de Volendamse voetbalclub.
Zestig jaar ruikt te veel naar een jubileum Maar liefst 59 jaar was Pé Mühren de stem, en het geweten, van Volendam. Aan het einde van het seizoen 1995/1996 vind hij het op 80-jarige leeftijd genoeg geweest. Het bestuur van de club probeerde hem nog over te halen om de zestig jaar vol te maken, maar Pé blijft bij zijn besluit: “Zestig ruikt te veel naar een jubileum”. Op 5 mei 1996 wordt voor de wedstrijd tussen FC Volendam – Vitesse, de laatste competitiewedstrijd van het seizoen afscheid genomen van de bekendste stadionspeaker van Nederland. Aandachtig wordt er voor de laatste keer geluisterd naar zijn gedicht. Toch blijkt na 90 minuten voetbal dat Pé nog drie gedichten zal moeten schrijven. Met het 1-1 gelijke spel weet FC Volendam de nacompetitie niet te ontlopen.
De carrière van de stadionspeaker werd zo onbedoeld met drie thuiswedstrijden verlengd.
De nieuwe zuid tribune zal worden vernoemd naar Pé Mühren en het bestuur bied hem als dank voor bewezen diensten een plaats op de vip-tribune aan. Van achter het glas ziet hij zijn club in de seizoenen die volgen in een neerwaartse spiraal terecht raken. In 1997 degraderen de Volendammers. Ook een divisie lager zijn de sportieve resultaten niet best, op financieel gebied moet de club alle eindjes aan elkaar binden. Eind november 1998 ziet Pé voor de laatste keer zijn club spelen, opnieuw is er weinig reden voor tot juichen. FC Volendam verliest kansloos met 0-2 van VVV. Op 5 december 1998 zal ‘de stem van Volendam’ definitief nooit meer klinken als Pé in zijn slaap overlijdt. Pé Mühren werd 83 jaar oud.
Pé was een bijzonder mens en passioneel supporter van de voetbalclub. Mede door de Pé Mühren Tribune en de heen-en-weer zullen de herinneringen aan hem nooit verloren gaan, dat staat als een dijk boven water.